HUISHOUDELIJK REGLEMENT Overal in de tekst waar de mannelijke vorm wordt gebruikt, wordt ook de vrouwelijke vorm bedoeld.

Transcriptie

1 HUISHOUDELIJK REGLEMENT Overal in de tekst waar de mannelijke vorm wordt gebruikt, wordt ook de vrouwelijke vorm bedoeld. RECHTEN VAN DE LEDEN VAN DE NVFD Ieder lid heeft recht op: 1. Kennisname van het beleid van de NVFD en van de uitvoering ervan. 2. Advies op beroepsgericht terrein binnen de doelstellingen van de NVFD. 3. Geregelde toezending van de Nieuwsbrief. Ieder, als dierenfysiotherapeut afgestudeerd lid, heeft tevens recht op: 4. Het deurschild van de NVFD onder de daarvoor gestelde voorwaarden. 5. Het voeren van het logo van de NVFD. VERPLICHTINGEN VAN LEDEN VAN DE NVFD Ieder lid is verplicht: 6. Zich te houden aan de regels, vervat in de statuten, het huishoudelijk reglement alsmede de regels van de beroepsethiek. 7. Contributie en andere betalingsverplichtingen tijdig te voldoen, d.w.z. binnen 2 maanden na versturen van de factuur en acceptgiro. Eventuele herinnering wordt vermeerderd met 5.00 administratiekosten. 8. Opzegging en/of mutatie van het lidmaatschap kan alleen vóór 1 december van het lopende kalenderjaar schriftelijk geschieden bij de ledenadministratie. Afstuderende leden zijn wel gerechtigd in het jaar van afstuderen tijdens een lidmaatschapsjaar hun lidmaatschap te muteren in een Praktiserend lidmaatschap. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft de contributie voor het gehele jaar verschuldigd. Elk lidmaatschap kan op een willekeurig tijdstip aangegaan worden. Bij aanmelding in de eerste helft van een kalenderjaar is de contributie voor het hele jaar, bij aanmelding in de tweede helft is de helft van de contributie verschuldigd. Het tijdstip van aanmelden heeft bij het aangaan van een Praktiserend lidmaatschap geen invloed op het te behalen aantal punten. 9. Adreswijzigingen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de ledenadministratie van de NVFD bekend te maken. 10. Iedere wijziging met betrekking tot de praktijkvoering zo snel mogelijk schriftelijk aan de webmaster van de NVFD bekend te maken. ALGEMENE GEDRAGSREGELS 11. De dierenfysiotherapeut zal, voor zover zijn beroepsbevoegdheden reiken, er naar streven elke patiënt de meest adequate behandeling te geven.

2 12. De dierenfysiotherapeut zal de grenzen van zijn beroep t.o.v. andere deskundigen, werkend op het terrein van de diergeneeskunde, in acht nemen. Hij onthoudt zich bij de uitoefening, van zijn beroep van handelingen en uitspraken, welke gelegen zijn buiten het terrein van zijn eigen deskundigheid en/of bekwaamheid. 13. De dierenfysiotherapeut zal zijn patiënten naar beste vermogen behandelen, begeleiden zonder aanzien des persoon. Hij zal feiten van vertrouwelijke aard, aan hem toevertrouwd, ten allen tijden dienen te respecteren. 14. De dierenfysiotherapeut behoort zijn kennis en vaardigheden op peil te houden. 15. Nieuwe kennis of behandelingsmethoden zal de dierenfysiotherapeut niet voor zichzelf houden. Hij zal ernaar streven deze op daartoe geëigende wijze ter beschikking te stellen aan collegae, zodat zoveel mogelijk patiënten ervan kunnen profiteren. 16. Verdieping in een bepaald gebied van de dierfysiotherapie zal de brede kijk op het totale vakgebied niet mogen beperken. De dierenfysiotherapeut zal immers, indien gewenst, van andere fysiotherapeutische mogelijkheden dan van zijn specifieke bekwaamheden gebruik moeten maken of dienen te verwijzen naar een collega, eventueel met andere specifieke bekwaamheden. 17. Bij het plegen van publiciteit onthoudt de dierenfysiotherapeut zich van elke handeling die: eigenschappen en kwaliteiten in een dierenfysiotherapeut moet kunnen stellen; Toelichting: Dit artikel heeft de strekking aan te geven dat het plegen van publiciteit (w.o. het maken van reclame, annonceren e.d.) voor de dierenfysiotherapeut in principe vrij is. Wat het maken van reclame, annonceren e.d. betreft, houdt dit in dat aan de frequentie, vermelding van bijvoorbeeld het dienstenpakket, aan de aanduiding van bepaalde niet vanzelfsprekende kwaliteiten en/of van beschikbare apparatuur geen beperkingen meer worden gesteld. Het artikel houdt echter tevens in dat niet iedere vorm van publiciteit is toegestaan Ontoelaatbaar is bijvoorbeeld:

3 andere dierenfysiotherapeuten kan worden geholpen; bepaalde eigenschappen heeft of kwaliteiten heeft of kan bieden; zijnde reclame, als bijvoorbeeld vermelding van niet bestaande en/of vanzelfsprekende kwaliteiten; De dierenfysiotherapeut onthoudt zich van het plegen van eigen activiteiten en van het bevorderen van, medewerken aan en toestemming verlenen aan activiteiten van derden, al dan niet op paraveterinair gebied, welke-mede-de strekking hebben, dan wel tot gevolg hebben of kunnen hebben, dat een andere dierenfysiotherapeut of andere dierenfysiotherapeuten oneerlijke concurrentie wordt aangedaan. 18. De dierenfysiotherapeut zal geen handelingen verrichten, welke in strijd zijn met de beroepsethische opvattingen of met gedragsregels welke voor de dierenfysiotherapeut gelden. 19. De dierenfysiotherapeut bevordert en onderhoudt ten alle tijden goede verhoudingen; aandacht voor elkanders belangen; beroepsuitoefening en werksfeer in contact komt of staat; en werksfeer in contact komt of staat. 20. De dierenfysiotherapeut verricht zijn werkzaamheden zo vrij en onafhankelijk mogelijk en vermijdt zorgvuldig tegenover derden enige verplichting aan te gaan welke die vrijheid en onafhankelijkheid in gevaar kan brengen. Toelichting: In dit artikel is het beginsel van het vrij van beïnvloeding door derden als dierenfysiotherapeut werkzaam zijn, neergelegd; bovendien moet de dierenfysiotherapeut ervoor waken dat die vrijheid en onafhankelijkheid niet door het aangaan van enige verplichting (bijvoorbeeld financieel) jegens derden kan worden aangetast. 21. De dierenfysiotherapeut zorgt voor: deugdelijke administratie en boekhouding;

4 22. In die gevallen waarin de gedragsregels niet voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de dierenfysiotherapeut in de geest hiervan te handelen. GEDRAGSREGELS IN RELATIE TOT PATIËNTEN C.Q. CLIËNTEN. 23. De dierenfysiotherapeut geeft zijn volle toewijding aan de cliënt voor wat betreft de dierfysiotherapeutische hulp aan diens dieren; 24. In het kader van zijn dienstverlenende taak beperkt de dierenfysiotherapeut zich niet uitsluitend tot de genezing van zieke dieren doch geeft evenzeer voorlichting ter voorkoming van aandoeningen; 25. De dierenfysiotherapeut zal het recht van vrije dierenfysiotherapeutenkeuze van de cliënt eerbiedigen. Het recht op vrije fysiotherapeutenkeuze houdt eveneens in dat de cliënt zijn relatie met de behandelend dierenfysiotherapeut kan verbreken. Uitgaande van het feit dat de behandeling noodzakelijk zal zijn is elke andere dierenfysiotherapeut gehouden deze patiënt volgens de bij hem gangbare procedure in behandeling te nemen. Het feit dat de behandeling reeds was aangevangen houdt derhalve niet in dat de acceptatie met voorrang noodzakelijk is. 26. Het recht van de cliënt op vrije dierenfysiotherapeutenkeuze houdt tevens in, dat de cliënt zijn voorkeur kan uitspreken voor een bepaalde collega-dierenfysiotherapeut en dat daaraan gevolg wordt gegeven binnen de grenzen van de mogelijkheden. 27. De dierenfysiotherapeut zal in zijn behandeling en advisering rekening houden met de levensbeschouwelijke opvattingen en het cultuurpatroon van de cliënt. Bij al zijn handelen zullen de belangen van de patiënt prevaleren, ongeacht of de cliënt reeds tot zijn cliëntenkring behoort dan wel zich tot hem wendt met het verzoek tot zijn cliëntenkring te worden toegelaten. 28. De dierenfysiotherapeut behoort de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt te respecteren. Hij heeft de plicht in samenwerking met de cliënt gestalte te geven aan de bevordering of het herstel van de gezondheid van de patiënt. Hieronder wordt mede verstaan een vermindering van pijn dan wel, bij ziekte of gebrek, behoud van een zo goed mogelijke lichamelijke toestand. 29. De dierenfysiotherapeut laat slechts handelingen aan de cliënt over die eenvoudig van aard zijn. Hij geeft per geval aan de cliënt juiste en duidelijke instructies over de wijze waarop de betreffende handelingen moeten geschieden en controleert de verrichte handelingen.

5 30. De dierenfysiotherapeut geeft aan verzoeken van een cliënt, die niet op redelijke gronden berusten dan wel indien het daaraan gevolg geven niet met zijn positie en daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid zou overeenstemmen, geen gevolg. 31. De dierenfysiotherapeut zal de cliënt of diens (wettelijke) vertegenwoordiger op een voor hem begrijpelijke wijze op de hoogte stellen van het doel van de therapie en de wijze waarop deze wordt toegepast. Het bovenstaand geldt eveneens voor eventuele wijzigingen in de behandeling. 32. De dierenfysiotherapeut heeft het recht een patiënt te weigeren, bijvoorbeeld wanneer een cliënt c.q. patiënt weigert mee te werken aan een door de dierenfysiotherapeut opgesteld behandelplan e.d. 33. Gewild of ongewild door de cliënt, neemt de dierenfysiotherapeut op enigerlei wijze kennis van feiten van vertrouwelijk aard. Ten alle tijden zal hij dit vertrouwen dienen te respecteren. Er zullen slechts mededelingen aan derden worden gedaan, indien ook maar enigszins mogelijk in overleg met de cliënt, wanneer hij ervan overtuigd is dat de belangen van de cliënt c.q. patiënt of zijn omgeving hiermee zullen zijn gediend. 34. Afgezien van de wettelijke verplichtingen, welke uit het verwijzen voortvloeien, is het in het belang van de patiënt steeds zodanig op te treden dat bij de cliënt geen twijfel kan rijzen omtrent de persoon of de deskundigheid van de verwijzende noch omtrent de juistheid van de verwijzing. 35. Indien bij de dierenfysiotherapeut twijfel rijst ten aanzien van de juistheid of volledigheid van de verwijzing, stelt hij zich onverwijld daaromtrent in verbinding met de verwijzende voor nader overleg, zonder evenwel de cliënt onnodig te verontrusten. 36. Tevens dient de dierenfysiotherapeut zich te onthouden van het verstrekken van informatie aan de cliënt, waarvan hij weet of kan vermoeden dat de verwijzende deze om voor hem moverende redenen niet kenbaar heeft gemaakt. 37. De dierenfysiotherapeut zal, indien de patiënt geen spoedeisende behandeling nodig heeft, de cliënt wijzen op eventuele wachttijd. Indien de patiënt niet binnen redelijke termijn in behandeling kan worden genomen, zal de dierenfysiotherapeut de betreffende cliënt adviseren om naar een collega-dierenfysiotherapeut te gaan. 38. De dierenfysiotherapeut is verplicht, indien de patiënt een spoedeisende behandeling nodig heeft, deze in behandeling te nemen. Indien hij daartoe niet bij machte is, dient hij hulp te bieden of aanwijzingen te geven dat de patiënt door een collega wordt geholpen. 39. Indien noodzakelijk regelt de dierenfysiotherapeut tijdens ziekte of vakantie waarneming, zodat adequate behandeling van de patiënt is gewaarborgd. Derhalve heeft iedere dierenfysiotherapeut de plicht bij ziekte of vakantie van een collega,

6 ongeacht de persoonlijke relatie, zoveel als binnen zijn vermogen ligt, patiënten voor hem te behandelen. 40. Indien het de bedoeling is dat de patiënt behandeld wordt door een stagiaire, zal dit in overleg met de cliënt plaatsvinden. De begeleiding van de stagiaire dient zodanig direct en intensief te zijn, dat deze doeltreffend en zeker te werk kan gaan, zodat de cliënt ervan overtuigd kan zijn alle noodzakelijke hulp te krijgen. GEDRAGSREGELS IN RELATIE TOT DE VERWIJZENDE 41. Daar de dierenfysiotherapeut behandelt ingevolge verwijzing, houdt dat in, dat zijn beroepsmatig handelen t.o.v. de patiënt, altijd plaatsvindt en in relatie tot de totale hulpverlening aan de patiënt. 42. Uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid t.o.v. de patiënt is de dierenfysiotherapeut gehouden met degene die verwijst ofwel met andere hulpverleners, overleg te plegen, indien hij meent, dat zijn of hun handelingen, of nalaten daarvan, de belangen van de patiënt schaden of zouden kunnen schaden. 43. Indien een verzoek tot behandeling een aanwijzing inhoudt, waarvan de dierenfysiotherapeut de uitvoering onverantwoord of niet adequaat acht, zal hij in eerste instantie in overleg treden met de verwijzende. 44. Indien dit niet tot resultaat leidt en het de dierenfysiotherapeut naar eer en geweten niet mogelijk is de behandeling uit te voeren, is hij verplicht de verwijzende hiervan gemotiveerd op de hoogte te stellen. 45. Verschil in opvatting tussen diverse veterinairen of tussen veterinair en dierenfysiotherapeut over de behandeling van de patiënt, mag nooit leiden tot wijziging van de behandeling zonder voorafgaand overleg met de verwijzende. Toelichting: De, in dit artikel genoemde wijziging van de behandeling, heeft betrekking op de mogelijkheid dat de dierenfysiotherapeut bij het dierfysiotherapeutisch onderzoek een andere oorzaak voor de klacht vindt dan door de verwijzende aangegeven. Eveneens bestaat de mogelijkheid dat een tweede, door de cliënt geconsulteerde praktiserende dierenarts, een andere mening is toegedaan betreffende de aandoening van de patiënt, dan de verwijzende. 46. Na afloop van de behandeling dient de dierenfysiotherapeut verslag aan de verwijzende uit te brengen. Dit verslag dient tenminste te omvatten: evorm;

7 GEDRAGSREGELS IN RELATIE TOT COLLEGAE. 47. De dierenfysiotherapeut onthoudt zich van elke handeling in woord, geschrift of anderszins die de eer en goede naam van een ander dierenfysiotherapeut kan schaden. 48. De dierenfysiotherapeut respecteert de praktijkvoering van een andere dierenfysiotherapeut. 49. Hij onthoudt zich van elke directe of indirecte poging een cliënt van een andere dierenfysiotherapeut tot de zijne te maken. Toelichting: Bedoeld is elke handeling, die uitsluitend tot strekking heeft een andermans cliënt naar zich toe te trekken. Dit laat onverlet het maken van reclame. 50. Indien, om welke reden dan ook, een onder behandeling zijnde patiënt aan een collega wordt overgedragen, kan dit pas geschieden na toestemming van de betreffende cliënt en collega. In die situatie dient men er zorg voor te dragen dat de betrokken collega tijdig in het bezit is van alle voor de behandeling noodzakelijke gegevens indien en voorzover de cliënt hiermee instemt. 51. Bij waarneming zal de dierenfysiotherapeut zo nauwkeurig mogelijk de aanwijzingen van zijn collega volgen en elke wijziging in de behandeling, welke niet strikt noodzakelijk is, achterwege laten. Hij zal de behandeling alleen wijzigen, indien hij dit in het belang van de patiënt noodzakelijk acht. Van deze wijziging in de behandeling brengt hij zijn collega zo spoedig mogelijk op de hoogte, onder vermelding van de redenen tot wijziging. 52. Uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid t.o.v. de patiënt in het algemeen is de dierenfysiotherapeut gehouden met degene die verwijst, ofwel met teamgenoten overleg te plegen, teneinde een zo optimaal mogelijk behandelingsresultaat te verkrijgen. 53. Waar de dierenfysiotherapeut in ruimer teamverband werkzaam is, hetzij met veterinairen, paraveterinairen, dan wel beoefenaren van geheel andere beroepen, gelden ten aanzien van de teamgenoten vanzelfsprekend dezelfde gedragsregels als t.o.v. collegae. 54. Wanneer de dierenfysiotherapeut overtuigd is dat een collega handelt in strijd met de gedragsregels, zal hij dit aan de betrokken collega duidelijk maken. Indien een

8 geschil op deze wijze niet opgelost is, dient de dierenfysiotherapeut het bestuur hiervan schriftelijk in kennis te stellen. GEDRAGSREGELS IN RELATIE TOT STAGIAIRES. 55. Voor zover in overeenstemming met de status van de stagiaire hebben de gedragsregels voor dierenfysiotherapeuten ook op hem betrekking. De begeleidend dierenfysiotherapeut dient de stagiaire hiervan op de hoogte te stellen. 56. De begeleidend dierenfysiotherapeut houdt ten allen tijde de eindverantwoordelijkheid voor de behandeling van een patiënt, welke door de stagiaire wordt verricht, één en ander onverlet de eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de stagiaire. 57. De begeleiding dient zodanig te zijn, dat de stagiaire doeltreffend en zeker te werk kan gaan. 58. De behandeling dient te worden opgeschort wanneer geen begeleidend dierenfysiotherapeut aanwezig is. De stagiaire mag in geen geval de plaats van de dierenfysiotherapeut innemen. 59. De student dient over voldoende kennis, kunde en attitude te beschikken om als stagiaire te kunnen werken. GESCHILLEN. Bij geschillen wegens het handelen in strijd met, of het nalaten van de uitvoering van de regels in statuten, het huishoudelijk reglement alsmede de regels van de beroepsethiek, voorziet het nu volgende reglement, waaraan uitvoering wordt gegeven door het bestuur van de NVFD. 60. De leden zijn verplicht tot het geven van inlichtingen aan het bestuur welke dienstig zijn bij de oplossing, van een in behandeling genomen zaak, tenzij hij aantoont ambtelijk tot geheimhouding verplicht te zijn. 61. De leden blijven ook na opzegging van hun lidmaatschap aan de in dit reglement vervatte maatregelen gebonden, voor zover het betreft geschillen als hier genoemd, welke tijdens hun lidmaatschap ontstaan. 62. De werking van de in dit reglement vervatte maatregelen neemt een aanvang zodra het bestuur een ingediend verzoekschrift heeft ontvangen. Het bestuur beoordeelt of enig geschil aanwezig is. Indien dit niet het geval is zal het bestuur de beide partijen hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen met opgaaf van reden.

9 63. Maatregelen: hoogste één jaar; t de jaarvergadering, daarna bindend; personalia.