Inspectierapport Buitenschoolse opvang Sint Maartenschool (BSO) Peter van Thaborplein EW BOLSWARD Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Buitenschoolse opvang Sint Maartenschool (BSO) Peter van Thaborplein EW BOLSWARD Registratienummer Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: SUDWEST-FRYSLAN Datum inspectie: Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht van 8

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing Op verzoek van de Gemeente Súdwest- Fryslân heeft GGD Fryslân op 01 april 2014 een onaangekondigd nader onderzoek uitgevoerd bij BSO Sint Maartenschool te Bolsward. Buitenschoolse opvang Sint Maartenschool is onderdeel van Stichting Kinderopvang Friesland. Er worden maximaal 40 kinderen in de leeftijd van 4-13 jaar gelijktijdig opgevangen. De locatie bevindt zich in een gebouw tegenover de Sint Maartenschool, er wordt gebruik gemaakt van het schoolplein en de gymzaal van de school. Voorschoolse opvang vindt plaats in de locatie van het kinderdagverblijf dat is gevestigd in een eigen gebouw op het schoolplein. Gedurende de schoolvakanties kan buitenschoolse opvang op één van beide locaties plaats vinden. Het nader onderzoek komt voort uit het besluit tot aanwijzing (d.d. 28 februari 2014) die de buitenschoolse opvang van de gemeente heeft ontvangen naar aanleiding van de bevindingen tijdens het inspectiebezoek op 10 december Dit nader onderzoek heeft betrekking op de volgende voorwaarden: Overtreding 5.1 Opvang in groepen, voorwaarde 1: leder kind behoort bij een basisgroep. Overtreding 5.1 Opvang in groepen, voorwaarde 2(a): De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Overtreding 5.2 Beroepskracht-kindratio, voorwaarde 1(a): De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdige aanwezige kinderen in de groep bedraagt tenminste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd van vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachtenberekend met de rekentool op Overtreding Pedagogische praktijk, voorwaarde 1: De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Het nader onderzoek bestaat uit een documentenonderzoek en er is op een bezoek aan de locatie gebracht waarbij inzage in documenten is gevraagd die betrekking hebben op bovengenoemde overtredingen. Per is de volgorde en de nummering van de inspectie-items gewijzigd in de rapporten. In dit inspectierapport zijn dezelfde voorwaarden beoordeeld als waar het besluit tot aanwijzing betrekking op heeft, de volgorde/nummering is mogelijkerwijs anders. De toezichthouder heeft vastgesteld dat alle overtredingen zijn hersteld, van verdere handhaving kan derhalve worden afgezien. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 8

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Stichting Kinderopvang Friesland werkt op alle locaties met een algemeen pedagogisch beleidsplan hetgeen van toepassing is op alle opvangvormen: kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, tussenschoolse opvang, peuteropvang en gastouderopvang. Aansluitend op het pedagogisch beleidsplan is er een uitgebreider pedagogisch werkplan per locatie. Dit heeft een vast format waarbinnen iedere locatie toevoegingen doet om het locatiespecifiek te maken (onder andere door beschrijving van de groepsgrootte, inrichting, achterwacht, dagritme en voorbeelden van de werkwijze van de betreffende locatie). Centraal staan visie en kwaliteit, Gordon's gedachtegoed, opvoeden, talentontwikkeling en zorg voor kinderen. Pedagogische praktijk In het inspectierapport (naar aanleiding van de inspectie op ) is het volgende opgenomen: Gedurende het inspectiebezoek blijkt het volgende: Het pedagogisch werkplan omschrijft dat de kinderen tijdens het tafelmoment per basisgroep aan een eigen tafel zitten. Dit gebeurt tijdens de inspectie niet en bij navraag bij de pedagogisch medewerkers wordt aangegeven dat dit meestal niet het geval is; Het pedagogisch werkplan omschrijft dat de basisgroepen aan het begin en einde van de dag worden samengevoegd. Maar ook dat de basisgroepen alle dagen structureel worden samengevoegd. Dit zijn tegenstellingen. De houder dient er zorg voor te dragen dat het pedagogisch werkplan een goede weergave is van de werkwijze in de praktijk op de locatie (en andersom). Gedurende het nader onderzoek op locatie is vastgesteld dat de kinderen na schooltijd in vaste groepjes met vaste beroepskrachten aan tafel zitten. De groepen zijn ingedeeld naar leeftijd en komen qua samenstelling overeen met de basisgroepen zoals die door het adjunct-hoofd op lijsten zijn vastgelegd. In het pedagogisch werkplan d.d is de tekst ten aanzien van het samenvoegen van de basisgroepen aangepast en verbeterd hoewel een nauwkeurigere omschrijving van de feitelijke situatie wenselijk is. De toezichthouder zal hier bij een volgende inspectie extra aandacht aan besteden. Gebruikte bronnen: Observaties (Gedurende een tafelmoment van de twee basisgroepen) Pedagogisch werkplan (Versie ) 4 van 8

5 Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio In het inspectierapport naar aanleiding van de inspectie op is het volgende opgenomen: Uit een steekproef van de weekoverzichten van de weken 35 t/m 45 (2013) blijken op de volgende dagdelen te weinig beroepskrachten te zijn ingezet: Week 45 - maandag voormiddag, donderdag namiddag; Week 37 - dinsdag namiddag; Week 39 - dinsdag namiddag, donderdag voor- en namiddag; Week 44 - dinsdag na middag. Uit een gesprekje met één van de beroepskrachten blijkt dat zij niet bekend is met eisen op het gebied van de beroepskracht-kind-ratio. Gedurende het onaangekondigde nader onderzoek op wordt aan de beroepskrachtkindratio voldaan: er zijn 23 kinderen aanwezig met 3 beroepskrachten met boventallige ondersteuning van 2 stagiaires. Het adjuncthoofd heeft op locatie inzicht verstrekt in overzichten van de afgelopen periode waarop het aantal daadwerkelijk aanwezige kinderen en het aantal werkzame beroepskrachten per dag(deel) is genoteerd. Opvang in groepen In het inspectierapport naar aanleiding van de inspectie op is het volgende opgenomen: De indeling in basisgroepen gebeurd op basis van leeftijd. Op twee betonnen zuilen in de groepsruimte hangen de namen van kinderen: dit zijn de basisgroepen en bij iedere groep horen vaste pedagogisch medewerkers. In de praktijk blijkt het volgende: Uit de kindlijsten blijkt geen groepsindeling in twee basisgroepen; alle kinderen staan op één lijst geregistreerd; De pedagogisch medewerkers zijn het aanspreekpunt van de ouders van de kinderen uit één van de twee groepen maar zij zijn niet ingeroosterd per basisgroep; Uit observatie tijdens de inspectie en uit gesprekken met pedagogisch medewerkers blijkt dat er geen duidelijke scheiding is tussen basisgroepen, ook tijdens tafelmomenten wordt de indeling niet aangehouden. In de praktijk is er één grote groep die op de drukke dagdelen uit meer dan 20 kinderen bestaat. Gedurende het nader onderzoek op heeft het aanwezige adjunct-hoofd inzicht verschaft in de lijsten met groepsindeling voor de basisgroepen met de namen van de beroepskrachten die aan iedere basisgroep zijn gekoppeld. Deze lijsten zijn door het adjuncthoofd opgesteld. In de huidige situatie zijn er alleen op dinsdag 2 basisgroepen, op andere dagen zijn er in totaal minder dan 20 kinderen en worden de basisgroepen samengevoegd. De aanwezige beroepskrachten geven aan dat zij volgens een vast rooster werken en dat zij op dinsdag ieder hun 'eigen' basisgroep begeleiden bij het tafelmoment: groep 1/2, groep 3/4 (vormen samen één basisgroep) en de bovenbouwkinderen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (met mevrouw B. Tilma, adjunct-hoofd) Interview anderen (met aanwezige beroepskrachten) Observaties (gedurende een tafelmoment van de twee basisgroepen) 5 van 8

6 Presentielijsten van de afgelopen periode (op locatie ingezien) Personeelsrooster van de afgelopen periode (op locatie ingezien) 6 van 8

7 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 8

8 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Sint Maartenschool Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderopvang Friesland Adres houder : Vijverstraat 17 Postcode en plaats : 8801 TT FRANEKER Website : KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Fryslân Adres : Postbus 612 Postcode en plaats : 8901 BK LEEUWARDEN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw M. Verkerk Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : SUDWEST-FRYSLAN Adres : Postbus Postcode en plaats : 8600 HA SNEEK Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 8