Overzicht wijzigingen in nationale reglementen KNSB

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Overzicht wijzigingen in nationale reglementen KNSB"

Transcriptie

1 Overzicht wijzigingen in nationale reglementen KNSB De wijzigingen zijn finaal goedgekeurd door de Ledenraad op 30 juni 2012 Inhoud Wijzigingen nationaal wedstrijdreglement, algemene bepalingen Wijzigingen nationaal wedstrijdreglement, specifieke bepalingen shorttrack Wijzigingen nationaal wedstrijdreglement, specifieke bepalingen marathon Wijzigingen nationaal wedstrijdreglement, specifieke bepalingen kunstrijden Algemeen wedstrijdreglement inline-skaten

2 Wijzigingen nationaal wedstrijdreglement, algemene bepalingen De wijzigingsvoorstellen voor Art. 7,9,11,12 lid 8, 24 en 32 zijn geaccordeerd door de reglementencommissie, het Algemeen Bestuur en de Ledenraad. Het wijzigingsvoorstel voor Art. 12 lid 7 is geaccordeerd door de sectiebesturen langebaan en kortebaan, shorttrack en inline-skaten, de reglementencommissie, het Algemeen Bestuur en de Ledenraad. Art. 7 Art. 9 Afspraken met televisie wijzigen in: afspraken met media televisie-uitzendingen en televisie-autoriteiten wijzigen in: mediauitzendingen en media-autoriteiten 1. Het sectiebestuur kan voor de betreffende tak van wedstrijdsport aan junior-licentiehouders dispensatie verlenen om in een oudere leeftijdscategorie uit te komen. Wijzigen in: 1. Een sectiebestuur kan voor de betreffende tak van schaats sport aan junior-licentiehouders dispensatie verlenen om in een oudere leeftijdscategorie uit te komen. Dit geldt alleen nationaal. 2. Voor het inline-skaten staan de dispensatie mogelijkheden beschreven in artikel 15 van het Algemeen Wedstrijdreglement Inline-skaten. Art. 11 Toevoegen nieuw lid 6: a). Voor het Inline-skaten moeten aanvragen voor het organiseren van nationale wedstrijden worden ingediend bij het bondsbureau t.a.v. de competitieleider die in overleg met het Sectiebestuur en de commissie Topsport de kalender opstelt. Zie ook Specifieke bepalingen Inline-skaten Artikel 801 lid 1.2.b.; b). Voor regionale wedstrijden via de regionale T.C. bij het bondsbureau t.a.v. de competitieleider die in overleg met het Sectiebestuur de kalender opstelt. Zie ook het onder a) genoemde artikel 801 lid 1.2.c. Art. 12 lid 7 Bij Nederlandse kampioenschappen en bij (inter)nationale wedstrijden is het niet toegestaan wedstrijdkleding met buitenlandse nationaliteitsuitingen (afkortingen, symbolen) te dragen. Vervangen door: Bij alle Nederlandse kampioenschappen en wedstrijden voor senioren en junioren (incl. kadetten en pupillen 1 bij het inline-skaten) die op de nationale kalenders van de verschillende disciplines staan, is het voor Nederlandse licentiehouders niet toegestaan presentatie- en wedstrijdkleding met buitenlandse nationaliteitsuitingen (afkortingen, symbolen) te dragen. Bij internationale wedstrijden wordt het woord Nederland gedragen door Nationale selecties of door de Bond afgevaardigde rijders volgens artikel 102 lid 6 van het ISU reglement of artikel 21 van het CEC reglement. Dit lid aanduiden als lid 7a. Invoegen nieuw lid 7b: Bij alle Nederlandse kampioenschappen en wedstrijden voor senioren en junioren (incl. kadetten en pupillen 1 bij het inline-skaten), die op de nationale kalenders van de verschillende disciplines staan, is het dragen van het woord Nederland (of afkorting) op presentatie- en wedstrijdkleding alleen toegestaan voor leden van de Nationale Selecties senioren en Jong Oranje (langebaan, shorttrack en inline-skaten). Dit 1

3 impliceert tevens dat een lid van de Nationale Selectie of Jong Oranje binnen de ene discipline mag uitkomen in een pak met Nederland bij wedstrijden van andere disciplines. Waarnemers of hoofdscheidsrechters zullen hierop toezien. Art. 12 lid 8 Art. 24 Art. 32 Toevoegen nieuw lid 8: Voor het Inline-skaten staan de bijzonderheden in artikel 5 van het Algemeen Wedstrijdreglement Inline-skaten. De huidige tekst geheel vervangen door: Benoeming van scheidsrechters, starters, wedstrijdleiders en in voorkomende gevallen juryleden met een specifieke taak: Het Sectie- c.q. Unit bestuur, is overeenkomstig Artikel 8.2.i. van het Algemeen Reglement, verantwoordelijk voor het benoemen en aanstellen van a) scheidsrechters, b) assistent-scheidsrechters, c) starters, d) wedstrijdleiders en e) in voorkomende gevallen specifieke juryleden door het betreffende sectiebestuur bij NK's en alle overige nationale en internationale wedstrijden, niet zijnde ISU kampioenschappen, World Cup en Grand Prix wedstrijden, in Nederland, waarbij de onder a), c), d en in een aantal gevallen e) genoemde officials worden gekozen uit de jaarlijks voor deze officials samengestelde lijst van de ISU. In gevallen waarin de nationale wedstrijdreglementen niet voorzien, zullen de bepalingen van de ISU-reglementen toevoegen: en voor het Inline-skaten de C.E.C. reglementen van toepassing zijn. Wijzigingen nationaal wedstrijdreglement, specifieke bepalingen shorttrack De wijzigingsvoorstellen zijn geaccordeerd door het sectiebestuur shorttrack, de recordcommissie, de reglementencommissie, het Algemeen Bestuur en de Ledenraad. Art. 301 Inleiding verwijderen: In het seizoen ( ) superfinales individueel en aflossingen. Laatste zin lid 3a. De wedstrijden over de diverse afstanden worden in de genoemde volgorde verreden, toevoegen: met dien verstande dat voorrondes zullen worden gehouden op de eerste dag, zodat het programma van de 2e dag vooral zal bestaan uit een aantal halve finales en B en A finale ritten en superfinales individueel en aflossingen. Lidnummering aanpassen: lid 3a wordt lid 3. Verwijderen lid 3b: De eerste drie afstanden worden per categorie als B- en A finale verreden. Verwijderen lid 4: Wedstrijden om een kampioenschap van Nederland worden op twee opeenvolgende dagen verreden, waarbij de twee eerstgenoemde afstanden op de eerste dag en de overige afstanden op de tweede dag worden verreden. Lidnummering aanpassen: lid 5 wordt lid 4. Lid 6 wordt lid 5 met als eerste nieuwe zinnen: De finale ritten van de eerste drie afstanden per categorie worden gereden als B- en A finale met voor beide finales toekenning van finalepunten. Het vaststellen van het eindklassement geschiedt overeenkomstig de 2

4 bepalingen van het Internationale Reglement. De punten 34, 21, 13, 8, 5, 3, 2 en 1 worden toegekend in de A finale in aflopende volgorde te beginnen met de eerste plaats en doorlopend naar de B finale. In het geval van een penalty, niet starten of niet finishen in de A finale, krijgt/krijgen de betreffende rijder(s) hetzelfde aantal finalepunten als de winnaar van de B finale. De puntentoekenning in de A finale heeft geen invloed op het aantal te behalen punten in de B finale. De B-finale wordt al verreden vanaf 2 deelnemers. De rest van het oude lid 6 (5) blijft ongewijzigd: De laatste (vierde) afstand ( ) mogen aan deze finales deelnemen. Lidnummering aanpassen: lid 7 wordt lid 6. Art. 302 lid 1 artikel 292, lid 3 vervangen door: artikel 297, lid 3 Art. 303 In de index splitsen in A en B. A Nederlandse kampioenschappen Afstanden. B Open Nederlandse kampioenschappen. Bij de tekst opnemen: A Nederlandse kampioenschappen afstanden Shorttrack kunnen worden gehouden over de afzonderlijke afstanden meter. B Open Nederlandse kampioenschappen tekst blijft ongewijzigd. Art. 305 lid 7 Nederlandse records lid 7 1e zin ongewijzigd: Voor erkenning als Nederlandse records komen alleen die tijden in aanmerking, die elektronisch of door middel van fotofinish apparatuur zijn waargenomen, zie artikel 290 lid 12 van de Internationale Reglementen. Toevoegen: De tijden dienen in duizendsten van seconden te zijn geregistreerd om voor erkenning als record in aanmerking te kunnen komen. Wijzigingen nationaal wedstrijdreglement, specifieke bepalingen marathon De wijzigingsvoorstellen zijn geaccordeerd door het sectiebestuur marathon, de reglementencommissie, het Algemeen Bestuur en de Ledenraad. Art. 401 Wijzigingen zijn vetgedrukt 1. Overeenkomstig de Statuten en het Algemeen Reglement van de KNSB etc. 2. De Sectie heeft overeenkomstig het Algemeen Reglement Artikel 8, onder meer de volgende taken: e. Het benoemen en aanstellen van scheidsrechters, assistent scheidsrechters, aankomstrechter, speaker en systeembeheerder bij NK's en alle overige nationale en internationale wedstrijden, niet zijnde ISU evenementen. De rest van dit lid laten vervallen. g. Het verrichten van al hetgeen redelijkerwijs in het belang van de sectie kan worden gevorderd en niet behoort tot de taken of bevoegdheden van andere geledingen of het bondsbureau van de KNSB. 3. Dit reglement behandelt het bestuur en de organisatie van de Sectie Marathon. De wedstrijdreglementen zijn vanaf Artikel 413 van dit reglement vermeld. De rest van lid 3 laten vervallen. 3

5 Art. 402 Huidige tekst van lid 1 vervangen door: Het Sectiebestuur Marathon wordt benoemd overeenkomstig Artikel 10 lid 2 van de Statuten en Artikel van het Algemeen Reglement en is verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur ten aanzien van het vastgestelde beleid en de besteding van de ter beschikking gestelde budgetten. Zij dienen te handelen conform het reglement van orde voor sectiebesturen. Lid 4 t/m 9 laten vervallen Art. 403 Art. 404 De tekst van lid 1 ongewijzigd vermelden, maar zonder het cijfer 1. De punten 2,3,4 en 5 laten vervallen. Lid 2 als volgt wijzigen: De baancontactpersoon marathon maakt ambtshalve deel uit van de in artikel 2.13 van het Algemeen Reglement genoemde Gewestelijke Technische Commissie (hierna te noemen GTC). Lid 3 als volgt wijzigen: De GTC benoemt een organisatiecomité dat onder haar verantwoordelijkheid en in overleg met het Sectiebestuur, zorg draagt voor de organisatie van de haar toegewezen nationale wedstrijden marathon op de banen van het Gewest. Art. 405 Art. 406 Art. 409 lid 3 Art. 410 lid 1 Art. 411 Lid 2 letter a. weglaten. Tekst ongewijzigd. Lid 4 laten vervallen. Lid 2 als volgt wijzigen: De leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste twee jaar en zijn ten hoogste twee maal, al dan niet aansluitend, herbenoembaar, telkens voor een periode van ten hoogste twee jaar. Lid 3 d. wordt als volgt: het beoordelen van juryleden en evalueren van juryleden in een gesprek en eventueel verslag uitbrengen aan het Sectiebestuur. Na de zin Het Algemeen Bestuur heeft voor deze wedstrijd de financiële verantwoordelijkheid., de rest van de tekst verwijderen. Lid 1 als volgt wijzigen: Het huren van ijs voor landelijke wedstrijden geschiedt door het Bondsbureau of wordt gedelegeerd aan de Gewesten. De rest van lid 1 vervalt. De eerste regel wordt: 1. Uitgangspunt is het geldende KNSB Reglement Sponsoring en reclame. Overige lidnummers met 1 verhogen: 2 wordt 3 etc. Lid 5 (wordt 6) tekst geheel vervangen door: Een erkende sponsor (onderneming/instelling) mag in één wedstrijd cq competitie één marathonmerkenteam sponsoren en daarbij zijn namen en/of beeldmerken gebruiken. Een co- of subsponsor (onderneming/instelling) mag in één wedstrijd cq competitie meerdere marathonmerkenteams sponsoren en daarbij zijn namen en/of beeldmerken gebruiken. Niet toegestaan is in één wedstrijd cq competitie bij één marathonmerkenteam sponsor en bij een ander marathonmerkenteam co- of subsponsor te zijn. 4

6 Art. 412 Titel wordt: Afspraken met media-gemachtigden In de tekst televisie-uitzendingen en de betrokken televisieautoriteiten vervangen door: media-uitzendingen en media-autoriteiten Woord vooraf voorafgaand aan Artikel 413. Tekst vervangen door: 1. In de Hoofdstukken 3 en 4 van het Algemeen Reglement zijn de taken van Sectiebesturen beschreven inzake Topsport en wedstrijdsport. De secties behartigen de nationale en gewestoverstijgende sportbelangen van de schaatssport. 2. Ten aanzien van topsport heeft het algemeen bestuur de uitvoering van het topsportbeleid gemandateerd aan de directeur sport. Het sectiebestuur adviseert de directeur sport en het algemeen bestuur t.a.v. het sporttechnisch uitvoeringsbeleid. Onder Topsport marathon wordt verstaan: Topdivisie dames en Topdivisie heren, zoals onder meer omschreven in de artikelen 418 en 419 van dit reglement. 3. Ten aanzien van de nationale wedstrijdsport wordt de bestuurlijke verantwoordelijkheid gemandateerd aan het sectiebestuur. De directeur sport en het bondsbureau hebben hierin een adviserende en ondersteunende functie. Op verzoek van het sectiebestuur marathon kan het algemeen bestuur - op het gebied van de wedstrijdsport- taken en verantwoordelijkheden toewijzen aan de directeur sport. Art. 416 lid 1 f Art. 417 lid a Art. 417 lid b Art. 417 lid c Art. 417 lid e Na zogenaamde pylonen toevoegen: van maximaal 20 centimeter hoog, Het woord baanwedstrijden vervangen door: rondewedstrijden. Na georganiseerd. Toevoegen: Jaarlijks bepaalt het Sectiebestuur Marathon welke wedstrijden worden opgenomen in het KNSB klassiekers natuurijs klassement. Tekst openen met Rondewedstrijden, trajectwedstrijden (verwijderen T) Na de volgende regels: Tekst eerste bolletje vervangen door: Het NK natuurijs gaat boven het ONK natuurijs. Tekst tweede bolletje vervangen door: Wedstrijden voor het KNSB klassiekers natuurijs klassement staan boven alle andere wedstrijden. Deelnemers uit de Topdivisie Heren en Topdivisie Dames en nader geselecteerden uit 1 e divisie en regio s mogen op de wedstrijddag niet eerder dan 18.00uur aan andere wedstrijden deelnemen. Art. 418 lid 6 c 3 vervangen door: 2 Art. 418 lid 10 Toevoegen als tweede zin: Deelnemers zijn zelf verantwoordelijk voor de goede werking van deze transponders. 5

7 Art. 418 lid 11 Toevoegen als 418 lid 11-2: De verzorger en ploegleider dienen herkenbare kleding van het marathonmerkenteam te dragen; deze kleding dient onderscheidend te zijn van de kleding van andere marathonmerkenteams. Lidnummering aanpassen: huidig lid 11-2 wordt lid Art.419 lid 4 a Art. 425 lid 1 e De derde zin na 'dienen' wijzigen in: voor 15 maart bij het gewest te worden ingediend. Achter worden bij toevoegen: alle wedstrijden van de Marathon Cup Art. 425 lid 2: Na Marathoncup; ; vervangen door:. Verwijderen: de volgorde wordt bepaald door het totaal van alle punten in de daguitslagen behaald. Na niet hebben bereikt. Toevoegen: Punten worden behaald op volgorde van de jongeren, te beginnen met 20.1, en de punten uit de algemene uitslag behaald met klassementssprints en/of ronden voorsprong. Art. 426 lid 1 a 75 vervangen door: 70 Art. 426 lid 3 a In derde streepje 70 vervangen door: 60 Art. 426 lid 3 e Art. 426 lid 3 f Art. 426 lid 4 b Art. 426 lid 4 c Art. 427 lid 4 één week vervangen door: 48 uur Na Dames toevoegen: en nader geselecteerden uit regionale competities. één week vervangen door: 48 uur Na Dames toevoegen: en nader geselecteerden uit regionale competities. Bij overzicht sancties in laatste kolom verwijderen: Tevens 6

8 Wijzigingen nationaal wedstrijdreglement, specifieke bepalingen kunstrijden Het nationaal wedstrijdreglement, specifieke bepalingen kunstrijden is geaccordeerd door het unitbestuur kunstrijden, de reglementencommissie, het Algemeen Bestuur en de Ledenraad. Hierna wordt het gehele reglement weergegeven. Wijzigingen t.o.v. de vorige versie zijn gemarkeerd. Algemene Bepalingen Par. 1 Par. 2 Par. 3 Par. 4 De navolgende bepalingen gelden als aanvulling op de Algemene Bepalingen voor wedstrijden in het hardrijden, kunstrijden en schoonrijden van de KNSB, en hebben betrekking op nationale wedstrijden, gewestelijke wedstrijden, regionale wedstrijden, clubwedstrijden, testen, basistesten kunstrijden, bouwstenen ijsdansen, showrijden, alsmede demonstraties. De navolgende bepalingen gelden tevens als aanvulling op de General Regulations 2012 en Special Regulations Figure Skating 2012, Ice Dancing 2012 en Synchronized Skating 2012 van de ISU. In gevallen waar deze specifieke bepalingen niet in voorzien, gelden de reglementen van de Internationale Skating Union (ISU). Daar waar in de Special Regulations Figure Skating 2012 gesproken wordt over ISU, moet KNSB worden gelezen. Artikel 500 Disciplines binnen het kunstrijden Par. 1 Nationale kunstrij-onderdelen zijn: a. Solorijden b. IJsdansen c. Paarrijden d. Synchroonschaatsen e. Showrijden Artikel 501 Solorijden Par. 1 Par. 2 Solorijden is onderverdeeld in: a. Kort programma (met verplichte elementen) b. Vrij programma (niet voorgeschreven bewegingen) Het korte programma en het vrije programma moeten worden verreden bij kampioenschappen voor Senioren, Junioren, Novice en Debs. Artikel 501 A IJsdansen Par. 1 Par. 2 IJsdansen is onderverdeeld in: a. Patroon dansen b. Korte dans c. Vrije dans De korte dans en de vrije dans moeten worden verreden bij kampioenschappen voor Senioren en Junioren. Artikel 502 Paarrijden Par. 1 Par. 2 Paarrijden is onderverdeeld in: a. Kort programma (met verplichte elementen) b. Vrij programma (niet voorgeschreven bewegingen) Het korte programma en het vrije programma moeten worden verreden bij kampioenschappen voor 7

9 Senioren en Junioren. Artikel 503 Synchroonschaatsen Par. 1 Par. 2 Synchroon schaatsen is onderverdeeld in: a. Kort programma (met verplichte elementen) b. Vrij programma (niet voorgeschreven bewegingen) Het korte programma en het vrije programma moeten worden verreden bij kampioenschappen voor Senioren en Junioren; Voor Novice, Basic Novice, Juvenile (Debs), Mixed Ages en Adult moet alleen het vrije programma worden gereden. Artikel 503 A Showrijden Par. 1 Par. 2 Showrijden bestaat uit één programma met voorgeschreven elementen Dit programma moet worden verreden bij regionale wedstrijden en het Kampioenschap voor Showrijden. Artikel 504 Tijdsduur programma s en vermenigvuldigingsfactoren voor Components Par. 1 Par. 2 Par. 3 Par. 4 Par. 5 Par. 6 Kort programma Solorijden: Senioren Dames maximaal 2.50 minuten 0.8 Heren maximaal 2.50 minuten 1.0 Junioren Dames maximaal 2.50 minuten 0.8 Heren maximaal 2.50 minuten 1.0 Novice Dames maximaal 2.30 minuten 1.0 Heren maximaal 2.30 minuten 1.0 Debs Dames maximaal 2.30 minuten 0.8 Heren maximaal 2.30 minuten 1.0 Vrij programma Solorijden: Senioren Dames 4.00 minuten + of 10 seconden 1.6 Heren 4.30 minuten + of 10 seconden 2.0 Junioren en Junioren B Dames 3.30 minuten + of 10 seconden 1.6 Heren 4.00 minuten + of 10 seconden 2.0 Novice en Novice B Dames 3.00 minuten + of 10 seconden 1.5 Heren 3.30 minuten + of 10 seconden 1.7 Debs en Debs B Dames 3.00 minuten + of 10 seconden 1.7 Heren 3.00 minuten + of 10 seconden 2.0 Teens en Teens B Dames 2.30 minuten + of 10 seconden 2.5 Heren 2.30 minuten + of 10 seconden 2.5 Proms en Proms B Dames 2.30 minuten + of 10 seconden 2.5 Heren 2.30 minuten + of 10 seconden 2.5 Mini s Dames 2.00 minuten + of 10 seconden 2.5 Heren 2.00 minuten + of 10 seconden 2.5 Korte dans IJsdansen: Senioren maximaal 2.30 minuten Zie ISU Junioren maximaal 2.30 minuten Zie ISU Vrije dans IJsdansen: Senioren 4.00 minuten + of 10 seconden Zie ISU Junioren 3.00 minuten + of 10 seconden Zie ISU Novice 3.00 minuten + of 10 seconden Zie ISU Debs 2.30 minuten + of 10 seconden Zie ISU Kort programma Paarrijden: Senioren maximaal 2.50 minuten 0.8 Junioren maximaal 2.50 minuten 0.8 Vrij programma Paarrijden: Senioren 4:30 minuten + of 10 seconden 1.6 Junioren 4.00 minuten + of 10 seconden 1.6 8

10 Par. 7 Par. 8 Par. 9 Novice 3.30 minuten + of 10 seconden 3.5 Kort programma Synchroonschaatsen: Senioren maximaal 2.50 minuten 0.8 Junioren maximaal 2.50 minuten 0.8 Vrij programma Synchroonschaatsen: Senioren 4.30 minuten + of 10 seconden 1.6 Junioren 4.00 minuten + of 10 seconden 1.6 Novice 3.30 minuten + of 10 seconden 1.0 Basic Novice 3.00 minuten + of 10 seconden 1.7 Juvenile 3.00 minuten + of 10 seconden 1.7 Mixed Ages 3.30 minuten + of 10 seconden 1.7 Adult 3.00 minuten + of 10 seconden 1.7 Vrij programma Showrijden: Senioren min. + of 10 seconden Junioren min. + of 10 seconden Novice min. + of 10 seconden Debs min. + of 10 seconden Mini s min. + of 10 seconden Duo, Quartet, Kleine Groep min. + of 10 seconden Grote Groep min. + of 10 seconden Artikel 505 Indeling in categorieën Par. 1 Solorijden: Categorie Leeftijd Behaalde test Senioren Vanaf 14 jaar Goud Junioren Van 13 t/m 18 jaar Intergoud Junioren B Van 19 t/m 26 jaar Intergoud Novice Van 10 t/m 14 jaar Zilver Novice B Van 15 t/m 26 jaar Zilver Debs T/m 12 jaar Interzilver Debs B Van 13 t/m 24 jaar Interzilver Teens T/m 11(heren 12) jaar Brons Teens B Van 12 (heren 13) t/m 22 jaar Brons Proms T/m 10 (heren 11) jaar Interbrons Proms B Van 11 (heren 12) t/m 20 jaar Interbrons Mini s T/m 9 (heren 10) jaar Eén deel Interbrons Par. 2 IJsdansen: Categorie Leeftijd Behaalde Dans test Behaalde MIF test Senioren Vanaf 14 jaar Platina Goud Junioren Van 13 t/m 18 (heren 20) jaar Goud Intergoud Junioren B Van 19 (heren 21) t/m 26 jaar Intergoud Intergoud Novice Van 10 t/m 14 jaar Intergoud Zilver Novice B Van 15 t/m 26 jaar Zilver Zilver Debs T/m 12 jaar Zilver Interzilver Debs B Van 13 t/m 24 jaar Interzilver Interzilver Teens T/m 11 jaar Brons Brons Teens B Van 12 t/m 22 jaar Brons Brons Proms T/m 10 jaar Interbrons Interbrons Proms B Van 11 t/m 20 jaar Interbrons Interbrons Par. 3 Paarrijden: Categorie Leeftijd Behaalde test voor paarrijden 9

11 Senioren Vanaf 14 jaar Goud Junioren Van 13 t/m 18 (heren 20) jaar Intergoud Novice Van 10 t/m 14 jaar Zilver Par. 4 Synchroonschaatsen: Categorie Leeftijd Aantal deelnemers en restricties Senioren Vanaf 14 jaar 16 rijders, max. 4 reserves Junioren Van 12 en tot en met 18 jaar 12 t/m 16 rijders, max. 4 reserves Novice Van 10 en t/m 14 jaar 12 t/m 16 rijders, max. 4 reserves Basic Novice Van 10 en t/m 14 jaar 12 t/m 16 rijders, max. 4 reserves Juvenile T/m 12 jaar 12 t/m 16 rijders, max. 4 reserves Mixed Ages Maximaal 35 jaar 10 t/m 16 rijders, max. 4 reserves Adults Vanaf 25 jaar 10 t/m 16 rijders, max. 4 reserves Par. 5 a. Bij nationale wedstrijden mogen twee leden van het team (rijders en reserves) maximaal twee jaar buiten de leeftijdsgrenzen vallen. b. Als bij ziekte, blessure of andere zwaarwegende redenen één van de teamleden niet kan rijden of trainen dient dit voor aanvang van de eerste training of wedstrijd onderdeel worden gemeld bij de scheidsrechter met opgaaf van reden. De scheidsrechter beslist dan of het team mag deelnemen met minder dan het minimum aantal rijders. c. Rijders mogen in verschillende teams rijden indien de verschillende teams elk in een andere categorie deelnemen en geen van de teams voor meer dan de helft rijders heeft die in andere teams rijden. d. Een kwart van de rijders van een team mag rijden onder een buitenlandse licentie, indien de bond waar het buitenlandse lid zijn licentie heeft daar toestemming voor gegeven heeft, conform het ISU-reglement. Reserves worden niet bij het totaal van de rijders gerekend, dus een team van zestien rijders en vier reserves mag vier buitenlandse licentiehouders hebben. e. Een team mag tot aan de accreditatie bij een wedstrijd het aantal teamleden de namen van de deelnemende rijders en/of reserves wijzigen. De accreditatie is in ieder geval het inleveren van de muziek voor de eerste training of het eerste wedstrijdonderdeel. Par. 6 Showrijden: Categorie Leeftijd Aantal deelnemers en restricties Senioren Vanaf 16 jaar en adult/ superadult) Solorijder Junioren Van 15 t/m 16 jaar Solorijder Novice Van 13 t/m 14 jaar Solorijder Debs Van 11 t/m 12 jaar Solorijder Mini s T/m 10 jaar Solorijder Duo: Klasse 1: van 13 t/m 14 jaar (novice) 2 rijders Klasse 2: vanaf 15 jaar 2 rijders Quartet: Klasse 1: van 13 t/m 14 jaar (novice) 4 rijders Klasse 2: vanaf junioren t/m adult/superadult 4 rijders Kleine Groep Vrij 8 t/m 12 rijders Grote Groep Vrij Vanaf 16 rijders Par. 7 a. Bij de ONK rijden bij het solorijden, ijsdansen en paarrijden in de categorieën: Senioren, Junioren, Novice en Debs, en bij het Synchroonschaatsen de categorieen: Senioren, Junioren en Novice b. Bij de KNSB-Cup rijden de categorieën: Junioren B, Novice B, Debs B, Teens, Teens B, Proms, Proms B en Mini s. c. Bij de KNSB-Cup rijden bij het synchroonschaatsen de categorieen Mixed Ages, Juvenile en Basic Novice 10

12 d. In het Adultcircuit solorijden en solo-ijsdansen rijden de categorieën: Goud, Zilver en Brons. In het Adultcircuit Synchroonschaatsen rijdt de categorie Adult Par. 8 Par. 9 Par. 10 Par. 11 Par. 12 Par. 13 Par. 14 Nationale wedstrijden kunnen uitsluitend volgens deze categorie-indelingen worden verreden. Voor alle nationale wedstrijden in één schaatsseizoen kan een rijder slechts in één en dezelfde categorie rijden in een betreffende tak van kunstrijden (solorijden, ijsdansen en paarrijden). De deelnemer rijdt in de categorie met de hoogst behaalde test. Als uiterste datum waarop de met betrekking tot de categorie-indeling genoemde testen behaald moeten zijn, geldt 15 september van het kalenderjaar (waarin de eerste helft van het betreffende seizoen valt). Voor het ijsdansen en paarrijden moeten beide partners de per categorie betreffende test hebben gehaald. Met betrekking tot de categorie-indeling geldt als peildatum de leeftijd die vóór 1 juli van het betreffende schaatsseizoen is bereikt. Het Unit Bestuur Kunstrijden is gerechtigd om in uitzonderlijke gevallen, waarin een rijder om voor hem moverende redenen verzoekt in een andere categorie te mogen rijden dan waartoe hij volgens dat reglement is verplicht, dispensatie te verlenen. Voor internationale wedstrijden kan van deze categorie-indeling worden afgeweken, mits hiervoor toestemming is gegeven door het Sectiebestuur Kunstrijden. De wedstrijdorganisatie dient hiervoor ten minste drie maanden vóór de wedstrijd toestemming te vragen aan het Unit Bestuur Kunstrijden. De maximum leeftijd bij KNSB-Cup wedstrijden is 26 jaar. Dit geldt voor zowel solorijden, ijsdansen als paarrijden. Artikel 506 Kort programma voor solorijden (seizoen ) Par. 1 Het korte programma voor Senioren moet uit de volgende verplichte elementen bestaan: (volgens ISU Regulations 2012 wedstrijdeisen voor Seniors) DAMES 1) Dubbele of drievoudige Axel 2) Drievoudige sprong direct uit verbindende passen (herhaling van de onder 1 genoemde sprong is niet toegestaan) 3) Sprongcombinatie van een dubbele en een drievoudige sprong of twee drievoudige sprongen (herhaling van de onder 1 en 2 genoemde losse sprongen is niet toegestaan) 4) Ingesprongen pirouette van minimaal 8 draaien 5) Hemel- of zijwaartse pirouette van minimaal 8 draaien 6) Combinatiepirouette met alle drie basisposities (zit, zweef, stand of variaties hierop), minimaal 6 draaien op elke voet 7) Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte HEREN 1) Dubbele of drievoudige Axel 2) Drievoudige of viervoudige sprong direct uit verbindende passen (herhaling van de onder 1 genoemde sprong is niet toegestaan) 3) Sprongcombinatie van een dubbele en een drievoudige sprong of twee drievoudige sprongen, of een viervoudige sprong en een dubbele of drievoudige sprong (herhaling van de onder 1 en 2 genoemde losse sprongen is niet toegestaan) 4) Ingesprongen pirouette van minimaal 8 draaien 5) Zweef- of zitpirouette met voetwissel, minimaal 6 draaien op elke voet 6) Combinatiepirouette met alle drie basisposities (zit, zweef, stand of variaties hierop), minimaal 6 draaien op elke voet 7) Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte 11

13 Par. 2 Het korte programma voor Junioren moet uit de volgende verplichte elementen bestaan: (volgens ISU Regulations 2012 wedstrijdeisen voor Juniors) DAMES 1) Dubbele Axel 2) Dubbele of drievoudige Flip direct uit verbindende passen 3) Sprongcombinatie van een dubbele en een drievoudige sprong of twee dubbele sprongen (herhaling van de onder 1 en 2 genoemde losse sprongen is niet toegestaan) 4) Ingesprongen zweefpirouette van minimaal 8 draaien 5) Hemel- of zijwaartse pirouette van minimaal 8 draaien 6) Combinatiepirouette met alle drie basisposities (zit, zweef, stand of variaties hierop), minimaal 6 draaien op elke voet 7) Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte HEREN 1) Dubbele of drievoudige Axel 2) Dubbele of drievoudige Flip direct uit verbindende passen 3) Sprongcombinatie van een dubbele en een drievoudige sprong of twee drievoudige sprongen (herhaling van de onder 1 en 2 genoemde losse sprongen is niet toegestaan) 4) Ingesprongen zweefpirouette van minimaal 8 draaien 5) Zitpirouette met voetwissel, minimaal 6 draaien op elke voet 6) Combinatiepirouette met alle drie basisposities (zit, zweef, stand of variaties hierop), minimaal 6 draaien op elke voet 7) Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Par. 3 Het korte programma voor Novice moet uit de volgende verplichte elementen bestaan: (Volgens ISU Communication No wedstrijdeisen conform ISU Guideline for Advanced Novice) DAMES 1) Axel of dubbele Axel 2) Dubbele of drievoudige sprong direct uit verbindende passen (herhaling van de onder 1 genoemde sprong is niet toegestaan) 3) Sprongcombinatie van twee dubbele sprongen of een dubbele en een drievoudige sprong (herhaling van de onder 1 en 2 genoemde losse sprongen is niet toegestaan) 4) Hemel- of zijwaartse pirouette van minimaal 6 draaien 5) Combinatiepirouette met 1 voetwissel en minimaal 1 positiewissel (5 draaien op elke voet) 6) Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte HEREN 1) Axel of dubbele Axel 2) Dubbele of drievoudige sprong direct uit verbindende passen (herhaling van de onder 1 genoemde sprong is niet toegestaan) 3) Sprongcombinatie van twee dubbele sprongen of een dubbele en een drievoudige sprong (herhaling van de onder 1 en 2 genoemde losse sprongen is niet toegestaan) 4) Zit- of zweefpirouette (minimaal 6 draaien) met voetwissel (ingesprongen niet toegestaan) 5) Combinatiepirouette met 1 voetwissel en minimaal 1 positiewissel (5 draaien op elke voet) 6) Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Voor de elementen kan maximaal level 3 gegeven worden door het Technisch panel. De jury geeft de volgende Components: - Skating Skills - Transitions - Performance/Execution - Interpretation Par. 4 Het korte programma voor Debs moet uit de volgende verplichte elementen bestaan: DAMES & HEREN 1) Axel of dubbele Axel 12

14 2) Dubbele sprong direct uit verbindende passen 3) Sprongcombinatie van een dubbele en een enkele sprong of van twee dubbele sprongen (herhaling van de onder 2 genoemde losse sprong is niet toegestaan) 4) Dames: Zitpirouette of zweefpirouette van tenminste 6 draaien (gesprongen niet toegestaan, voetwissel optioneel) 5) Heren: Zitpirouette tenminste 6 draaien in positie (gesprongen niet toegestaan, voetwissel optioneel) 6) Combinatiepirouette met alle basisposties en max. 1 voetwissel (tenminste 4 draaien per voet) 7) Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Voor de elementen kan maximaal level 2 gegeven worden door het Technisch panel. De jury geeft de volgende Components: - Skating Skills - Performance/Execution - Interpretation Artikel 507 A Patroondansen bij IJsdansen Par. 1 Voor alle wedstrijden en kampioenschappen voor de categorieën Novice, Debs, Teens en Proms worden jaarlijks de dans(en) via KR berichten bekendgemaakt. Artikel 507 B Kort programma bij Synchroonschaatsen Par. 1 Het kort programma voor de categorieën Senior en Junior wordt verreden volgens de meest recente ISU Rules en Communications voor de desbetreffende categorie. Artikel 508 Vrij programma bij Solorijden Par. 1a Par 1b. Par. 2 Voor alle groepen (Senioren, Junioren en Junioren B, Novice en Novice B, Debs en Debs B, Teens en Teens B, Proms en Proms B en Mini s), geldt de volgende internationale herhaalregel: Alle drievoudige sprongen mogen maximaal 1 keer worden herhaald mits deze in een combinatie of sequence worden gedaan. De dubbel Axel mag niet meer dan 2 keer worden uitgevoerd in het programma (hetzij als losse sprong, hetzij als onderdeel van een combinatie of sequence). Voor de groepen Novice en Novice B, Debs en Debs B, Teens en Teens B, Proms en Proms B en Mini s geldt aanvullend op par. 1a de volgende nationale herhaalregel: Alle dubbele sprongen (m.u.v. de dubbel Axel) mogen maximaal 1 keer worden herhaald mits deze in een combinatie of sequence worden gedaan. Alleen dubbel Toeloop en dubbel Rittberger mogen nog 1 keer extra in een combinatie of sequence worden herhaald. De dubbel Toeloop en dubbel Rittberger mogen dus maximaal 3 keer in het programma worden uitgevoerd, alle andere dubbele sprongen 2 keer. Het vrije programma voor Senioren (wedstijdeisen conform ISU Regulations voor Senioren): Dames 4:00 minuten +/- 10 sec, Heren 4:30 minuten +/- 10 seconden 1) Max. 7 sprongelementen voor dames en 8 voor heren, waarvan tenminste 1 een Axelelement moet zijn. 2) Binnen de 7 (8) sprongelementen mogen maximaal 3 sprongcombinaties of sequenties uitgevoerd worden. 3) Van de sprongcombinaties mag er slechts 1 uit drie sprongen bestaan. Een sprongsequence mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van de twee of drie sprongen opgeteld. 4) Drie pirouetten: - Een combinatiepirouette met min. 1 positiewissel en max. 1 voetwissel; min. 10 draaien totaal - Een ingesprongen pirouette, min. 6 draaien totaal (voetwissel optioneel) - Een pirouette in 1 positie, min. 6 draaien totaal (voetwissel optioneel) 5) Dames: 1 passenserie naar keuze en een choreographic sequence (choreo sequence) 13

15 met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte (deze moet min. één zweefstand bevatten; lengte vrij; mag geen kick zijn) 6) Heren: 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte en een choreographic sequence (choreo sequence); patroon is vrij Par. 3 Het vrije programma voor Junioren en Junioren B (wedstijdeisen conform ISU Regulations voor Junioren): Dames 3:30 minuten +/- 10 sec, Heren 4:00 minuten +/- 10 seconden 1) Max. 7 sprongelementen voor dames en 8 voor heren, waarvan tenminste 1 een Axelelement moet zijn. 2) Binnen de 7 (8) sprongelementen mogen maximaal 3 sprongcombinaties of sequenties uitgevoerd worden. 3) Van de sprongcombinaties mag er slechts 1 uit drie sprongen bestaan. Een sprongsequence mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van de twee of drie sprongen opgeteld. 4) Drie pirouetten: - Een combinatiepirouette met min. 1 positiewissel en max. 1 voetwissel; min. 10 draaien totaal - Een ingesprongen pirouette, min. 6 draaien totaal (voetwissel optioneel) - Een pirouette in 1 positie, min. 6 draaien totaal (voetwissel optioneel) 5) 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Par. 4 Het vrije programma voor Novice en Novice B (wedstijdeisen conform ISU Communication 1649 voor Advanced Novice): Dames 3:00 minuten +/- 10 sec, Heren 3:30 minuten +/- 10 seconden 1) Max. 6 sprongelementen voor dames en 7 voor heren, waarvan tenminste 1 een Axelelement moet zijn. 2) Binnen de 6 (7) sprongelementen mogen maximaal twee sprongcombinaties of sequenties uitgevoerd worden. 3) Elke sprongcombinatie mag slechts uit twee sprongen bestaan. Een sprongsequence mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van de twee sprongen opgeteld. 4) Twee verschillende pirouetten: - Een combinatiepirouette met min. 1 positiewissel en max. 1 voetwissel; min. 10 draaien totaal; gesprongen pirouette is toegestaan - Een ingesprongen pirouette, min. 6 draaien totaal (voetwissel optioneel, positiewissel optioneel) 5) 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Voor de elementen kan maximaal level 3 gegeven worden door het Technisch panel. De jury geeft de volgende Components: - Skating Skills - Transitions - Performance/Execution - Interpretation Par. 5 Het vrije programma voor Debs en Debs B: (wedstrijdeisen conform ISU Communication 1649 voor Novice B): Dames & Heren 3:00 min (+/- 10 sec) 1) Max. 5 sprongelementen voor dames en 6 voor heren waarvan tenminste 1 een Axelelement moet zijn. 2) Binnen de 5 (6) sprongelementen mogen maximaal 2 sprongcombinaties of sequenties 14

16 uitgevoerd worden. 3) Een sprongcombinatie mag uit slechts twee sprongen bestaan. Een sprongsequence mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van de twee sprongen opgeteld. 4) Twee verschillende pirouetten: - Een combinatiepirouette met min. 1 positiewissel en max. 1 voetwissel; min. 10 draaien totaal; gesprongen pirouette is toegestaan - Een ingesprongen pirouette, min. 6 draaien totaal; (voetwissel optioneel, positiewissel optioneel) 5) Dames: 1 passenserie (ChSt) of zweefstandenserie bestaande uit 1 zweefstand van minimaal 6 seconden of 2 zweefstanden van minimaal 3 seconden elk (ChSp), met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte 6) Heren: 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, (ChSt) met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Voor de elementen kan maximaal level 2 gegeven worden door het Technisch panel. De jury geeft de volgende Components: - Skating Skills - Performance/Execution - Interpretation Par. 6 Het vrije programma voor Teens en Teens B: (wedstrijdeisen conform ISU Communication 1649 voor Novice A): Dames & Heren 2:30 min (+/- 10 sec) 1) Max. 4 sprongelementen waarvan tenminste 1 een Axel-element moet zijn. 2) Binnen de 4 sprongelementen mogen max. 2 sprongcombinaties of sequences uitgevoerd worden. 3) Een sprongcombinatie mag uit slechts twee sprongen bestaan. Een sprongsequence mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van de twee sprongen opgeteld. 4) Twee verschillende pirouetten: - Een combinatiepirouette met min. 1 positiewissel en max. 1 voetwissel; min. 6 draaien totaal; gesprongen pirouette is toegestaan - Een pirouette in een positie, min. 6 draaien totaal, voetwissel optioneel, gesprongen pirouette is toegestaan 5) Dames: 1 passenserie (ChSt) of zweefstandenserie bestaande uit 1 zweefstand van minimaal 6 seconden of 2 zweefstanden van minimaal 3 seconden elk (ChSp), met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte 6) Heren: 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, (ChSt) met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Voor de elementen kan maximaal level 2 gegeven worden door het Technisch panel. De jury geeft de volgende Components: - Skating Skills - Performance/Execution Par. 7 Het vrije programma voor Proms en Proms B: (wedstrijdeisen conform ISU Communication 1649 voor Novice A): Dames & Heren 2:30 min (+/- 10 sec) 1) Max. 4 sprongelementen waarvan tenminste 1 een Axel-element moet zijn. 2) Binnen de 4 sprongelementen mogen max. 2 sprongcombinaties of sequences uitgevoerd worden. 3) Een sprongcombinatie mag uit slechts twee sprongen bestaan. Een sprongsequence mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van de twee sprongen opgeteld. 4) Twee verschillende pirouetten: 15

17 - Een combinatiepirouette met min. 1 positiewissel en max. 1 voetwissel; min. 6 draaien totaal; gesprongen pirouette toegestaan - Een pirouette in een positie, min. 6 draaien totaal, voetwissel optioneel, gesprongen pirouette is toegestaan 5) Dames: 1 passenserie (ChSt) of zweefstandenserie bestaande uit 1 zweefstand van minimaal 6 seconden of 2 zweefstanden van minimaal 3 seconden elk (ChSp), met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte 6) Heren: 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, (ChSt) met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Par. 8. Voor de elementen kan maximaal level 2 gegeven worden door het Technisch panel. De jury geeft de volgende Components: Skating Skills Performance/Execution Het vrije programma voor Mini s op de KNSB-Cup: (wedstrijdeisen conform ISU Communication 1649 for Novice A) Dames & Heren: Lengte kür 2:00 min (+/- 10 sec) 1) Max. 4 sprongelementen. 2) Binnen de 4 sprongelementen mogen max. 2 sprongcombinaties of sequences uitgevoerd worden. 3) Een sprongcombinatie mag uit slechts twee sprongen bestaan. Een sprongsequence mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van beide sprongen opgeteld. 4) Twee verschillende pirouetten naar keuze. 5) 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, (ChSt) met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Voor de elementen kan maximaal level 2 gegeven worden door het Technisch panel. De jury geeft de volgende Components: Skating Skills Performance/Execution Par. 9 Bonussysteem bij wedstrijden Solorijden: Om het uitvoeren van moeilijke elementen tijdens wedstrijden te stimuleren zal een bonussysteem worden ingevoerd. Elk element moet volledig gecalled zijn om voor bonus in aanmerking te komen. De bonus wordt niet gegeven als een sprong een e call heeft van het technisch panel, of een underrotate of downgrade. Het maximum aantal bonuspunten per kur bedraagt 2. De bonus kan per element (=afkorting in systeem) slechts 1 keer gegeven worden; elk element moet een listed element zijn (dus wel een 1A maar geen A-type jump). Categorie +1 voor elk: +2 voor: Senioren dames 3Lo, 3F, 3Lz Alle soorten sprongen 2 (incl. 2A) waarvan één 3 Senioren heren 3F, 3Lz, 3A, 4 Alle soorten sprongen 2 (incl. 2A) waarvan 2 versch. 3 Junioren dames 2A, elke versch. 3-sprong Alle soorten sprongen 2 (incl. 2A) Junioren heren 2A, elke versch. 3-sprong Alle soorten sprongen 2 (incl. 2A) Novice dames 2A, elke versch. 3-sprong Alle soorten sprongen 2 (m.u.v. 2A) Novice heren 2A, elke versch. 3-sprong Alle soorten sprongen 2 (m.u.v. 2A) Debs meisjes 2A, elke versch. 3-sprong Alle soorten sprongen waarvan vier versch. 2 Debs jongens 2A, elke versch. 3-sprong Alle soorten sprongen waarvan vier versch. 2 Teens meisjes 2F, 2Lz Alle soorten sprongen waarvan drie versch. 2 Teens jongens 2F, 2Lz Alle soorten sprongen waarvan drie versch. 2 Proms meisjes 2Lo, 2F, 2Lz Alle soorten sprongen waarvan twee versch. 2 16

18 Proms jongens 2Lo, 2F, 2Lz Alle soorten sprongen waarvan twee versch. 2 Junioren B 2Lz, 2A Alle soorten sprongen waarvan vier versch. 2 dames Junioren B 2Lz, 2A Alle soorten sprongen waarvan vier versch. 2 heren Novice B dames 2F, 2Lz Alle soorten sprongen waarvan drie versch. 2 Novice B heren 2f, 2Lz Alle soorten sprongen waarvan drie versch. 2 Debs B dames 2Lo, 2F, 2Lz Alle soorten sprongen waarvan twee versch. 2 Debs B heren 2Lo, 2F, 2Lz Alle soorten sprongen waarvan twee versch. 2 Teens B dames Elke versch. 2-sprong Alle soorten sprongen waarvan één 2 Teens B heren Elke versch. 2-sprong Alle soorten sprongen waarvan één 2 Proms B dames Elke versch. 2-sprong Alle soorten sprongen waarvan één 2 Proms B heren Elke versch. 2-sprong Alle soorten sprongen waarvan één 2 Mini s 1A; Elke versch. 2-sprong Alle soorten enkele sprongen (incl. 1A) Artikel 509 A Aanvullende regels voor het vrije programma bij IJsdansen Par. 1 Voor de groep Novice wordt uitgegaan van de ISU-regels voor de vrije dans van Novice. Artikel 509 B Aanvullende regels voor het vrij programma bij Sychroonschaatsen Par. 1 Par. 2 Par. 3 De categorieën Junioren en Senioren worden verreden volgens de ISU Technical Rules Synchronized Skating. De categorieën Novice en Basic Novice worden verreden volgens de meest recente ISU Guidelines voor Novice. De Guidelines voor Novice Basic A en B zijn van toepassing op de categorie Basic Novice m.u.v. de teamsamenstelling. Categorie Juvenile Het programma bevat de volgende elementen: 1. 1Choreographic Element Line 2. 1 Block Element 3. 1 Wheel Element 4. 1 Intersection Element 5. 1 Circle Element 6. Keuze uit 1 extra Block Element, Circle Element of Line Element De aftrekposten en illegale elementen en components zijn in overeenstemming met de ISU guidelines voor Novice Basic. De hoogste levels van de elementen mogen worden gedaan maar worden door het technisch panel 1 level lager gecalled. Er mogen meer elementen dan voornoemd worden verreden welke door het technisch panel worden genegeerd (Transition) en door de jury meegewogen in de component Presentation. De volgende components worden gejureerd: Skating Skills Performance/Execution Presentation Par. 4 Categorie Mixed Ages Het programma bevat de volgende elementen: 1. 1 Line Element 2. 1 Block Element 3. 1 Wheel Element 4. 2 Intersections Elements, waarvan één met Point of Intersection Element 5. 1 Circle Element 6. 1 Creative Element De aftrekposten en illegale elementen en components zijn in overeenstemming met de ISU guidelines voor Novice Basic. De hoogste levels van de elementen mogen worden gedaan maar 17

19 worden door het technisch panel 1 level lager gecalled. Er mogen meer elementen dan voornoemd worden verreden welke door het technisch panel worden genegeerd (Transition) en door de jury meegewogen in de component Presentation. De volgende components worden gejureerd: Skating Skills Performance/Execution Presentation Par. 5 Categorie Adult Het programma bevat de volgende elementen: 1. 1 Line Element 2. 1 Block Element 3. 1 Wheel Element 4. 2 Intersection Elements, waarvan één met Point of Intersection 5. 1 Circle Element 6. 1 Creative Element De aftrekposten en illegale elementen en components zijn in overeenstemming met de ISU guidelines voor Novice Basic. De hoogste levels van de elementen mogen worden gedaan maar worden door het technisch panel 1 level lager gecalled. Er mogen meer elementen dan voornoemd worden verreden welke door het technisch panel worden genegeerd (Transition) en door de jury meegewogen in de component Presentation. De volgende components worden gejureerd: Skating Skills Performance/Execution Presentation Par. 6 Bonussysteem bij wedstrijden Synchroonschaatsen: Zowel voor het bevorderen van goed uitgevoerde basis elementen, het stimuleren van moeilijkere element en het ontmoedigen van gevaarlijke situaties worden er maximaal 4,0 bonuspunten toegekend bij het vrij programma in nationale wedstrijden Synchroonschaatsen. Bij de korte kür worden er geen bonus punten toegekend. De bonus punten worden alleen toegekend indien het element gecalled wordt zoals het team het element probeert (zonder obvious errors omschrijving ISU communications) en indien het element toegestaan is én niet als Transition wordt gecalled door het technisch panel. Categorie Element Vereist Bonus Senioren Intersection Angled Intersection met pi 2.0 Block Element Difficult pivot (4 turns) 2.0 Moves in the Field Element Drie keer fm2 of hoger 1.0 Junioren Block Element Difficult pivot (3 turns) 1.0 Intersection Element Angled Intersection met of zonder pi 2.0 Moves in the Field Element Twee keer fm2 of hoger gecalled 2.0 Stepsequence 2 gecalled van rocker, counter, 1.0 Novice Advanced Overige categorieën bracket, loop, in één serie Intersection Element Back-to-back met pi2 of pi3 2.0 Block Element Pivot voor level 1.0 Circle Element Travel 1.0 Wheel Element Travel 1.0 Intersection Element Back-to-back met of zonder pi 1.0 Block Element Pivot voor level 1.0 Circle Element Simple travel 1.0 Wheel Element Simple travel

20 Artikel 509 C Aanvullende regels voor het vrije programma bij Showrijden Par. 1 Categorieën: 1. Individueel showrijden : Bij individueel showrijden worden 3 categorieën onderscheiden, waarbij de leeftijd bepalend is. De inhoud van de show is vrij met uitzondering van de sprongen welke aan restricties onderhevig zijn: - Max. enkele Axel, Dubbele Salchow en Dubbele Spot. De sprongtechniek is niet van belang bij beoordeling - Pirouetten zijn vrij - Passenseries zijn vrij - Zweefstanden zijn vrij 2. Groeps-showrijden : Er worden 4 categorieën onderscheiden waarbij met uitzondering van het Quartet de leeftijd niet bepalend is. A) Duo Bij het showrijden in duo s worden twee categorieën onderscheiden, waarbij de leeftijd bepalend is. De leeftijdscategorie-indeling* is: a) Klasse 1 (tot en met Novice) (is/zijn er één of meer rijd(st)ers hoger dan Novice dan komt het Quartet uit in Klasse 2 b) Klasse 2 (vanaf Junioren tot en met adult/superadult) * Voor de categorie-indeling geldt als peildatum de leeftijd die vóór 1 juli van het betreffende schaatsseizoen is bereikt. Bestaande elementen uit het paarrijden zijn niet toegestaan. De afstand tussen de rijd(st)ers mag niet groter zijn dan 1/3 (30%) van de lengte van de baan. De inhoud van de show is geheel vrij met uitzondering van de sprongen welke aan restricties onderhevig zijn: - Alle enkele sprongen met maximaal enkele Axel, dubbel Salchow en dubbel Toeloop. De sprongtechniek is niet van belang bij beoordeling - Pirouetten zijn vrij - Passenseries zijn vrij - Zweefstanden zijn vrij B) Quartet Bij het showrijden in duo s worden twee categorieën onderscheiden, waarbij de leeftijd bepalend is. De leeftijdscategorie-indeling* is: a) Klasse 1 (tot en met Novice) (is/zijn er één of meer rijd(st)ers hoger dan Novice dan komt het Quartet uit in Klasse 2 b) Klasse 2 (vanaf Junioren tot en met adult/superadult) * Voor de categorie-indeling geldt als peildatum de leeftijd die vóór 1 juli van het betreffende schaatsseizoen is bereikt. De 4 rijd(st)ers schaatsen als groep. Hierbij zijn twee losse paren zijn toegestaan mits het overeenstemt met de uitdrukking van de voordracht. Bestaande elementen uit het paarrijden zijn niet toegestaan. Indien de uitvoering plaatsvindt door 2 duo s of 4 x 1 tijd(st)er mag de afstand tussen de rijd(st)ers niet groter zijn dan 1/3 (30%) van de lengte van de baan. 19

21 De inhoud is geheel vrij met uitzondering van de sprongen welke aan restricties onderhevig zijn: - Alle enkele sprongen met maximaal enkele Axel, dubbel Salchow en dubbel Toeloop De sprongtechniek is niet van belang bij beoordeling. - Pirouetten zijn vrij - Passenseries zijn vrij - Zweefstanden zijn vrij C) Kleine groep: 8 12 rijd(st)ers De groep schaatst als geheel. Solo-activiteiten en paarrijden zijn niet toegestaan. - Enkele sprongen met een enkele rotatie zijn toegestaan - Pirouetten zijn vrij - Passenseries zijn vrij - Zweefstanden zijn vrij D) Grote groep: vanaf 16 rijd(st)ers De groep schaatst als geheel. Solo-activiteiten en paarrijden zijn niet toegestaan, - Enkel sprongen met een enkele rotatie zijn toegestaan - Pirouetten zijn vrij - Passenseries zijn vrij - Zweefstanden zijn vrij Par. 2 Wedstrijden Voor de wedstrijden wordt Nederland ingedeeld in 4 regio s. Deze regio s zijn als volgt: 1. Noord/Oost : Groningen Leeuwarden Heerenveen Deventer Dronten Enschede 2. West I* : Utrecht Amsterdam Alkmaar Haarlem Hoorn 3. West II : Dordrecht Den Haag Zoetermeer Leiden 4. Zuid : Eindhoven Den Bosch Geleen Breda Tilburg Nijmegen * Zonodig kan hier een splitsing plaatsvinden in Utrecht Amsterdam en Alkmaar Haarlem Hoorn Per categorie en per regio gaan de eerste 3 van het regionale klassement naar het Nederlands Kampioenschap Showrijden. Als gevolg hiervan zijn er per categorie 12 deelnemers en totaal 60 individuele showrijders. Rijd(st)ers van verschillende clubs kunnen in een van de onder 1.2 genoemde categorieën deelnemen aan een wedstrijd showrijden. Dit kan echter niet in meerdere shownummers van dezelfde categorie plus afkomstig uit de betreffende regio. Per presentatie behoort voor de loting een titel en omschrijving van de show (niet meer dan 25 woorden bevattend) aan de scheidsrechter van de betreffende categorie te worden aangeboden. De muziek kan uitsluitend aangeboden worden op een CD. Hierop dient de naam van de groep, de categorie en de tijdsduur van de presentatie te zijn aangegeven. Par. 3 Regels voor showrijden 1. Bewegingen en passen in een stilstaande positie zijn toegestaan. Presentaties met veelvuldige stilstaande posities hebben minder waarde. De choreografie moet binnen 10 seconden na start muziek tot uitdrukking worden gebracht. 2. Een groepsnummer mag niet meer dan 4 typische synchroonelementen bevatten. Bijvoorbeeld: 4 x een cirkel of 4 x een rad. 3. (Wheel) of een genoemde combinatie daarvan met een totaal van 4 20

22 synchroonelementen. Een combinatie van rad en cirkel wordt gezien als 1 synchroonelement. Alle lijn en blokmanoeuvres in welke vorm dan ook zijn niet gelimiteerd. 4. De presentatie van een groepsnummer is show; geen synchroonnummer. 5. Showgroepen geven uitdrukking van show in hun presentatie, zodat het publiek en juryleden duidelijk een verbinding zien van de gekozen titel en presentatie. 6. Deelnemers zonder schaatsen zijn niet toegestaan. 7. Er zijn geen restricties aan de keuze van de muziek. De performance dient in de maat te zijn met de gekozen muziek. Indien tekst wordt gebruikt bij aanvang van de presentatie mag dit niet langer duren dan 20 seconden. 8. De muziek wordt gestart na teken (hand opsteken) van een van de rijders. 9. De tijdsduur wordt geklokt vanaf de eerste beweging. 10. Theatrale decoraties zijn niet toegestaan; enkel draagbare accessoires in harmonie met de presentatie. Zelfstaande objecten zijn niet toegestaan. 11. Mistmachines en persoonlijke lichtinstallaties zijn niet toegestaan. 12. In alle showcompetities behoren de kostuums in harmonie te zijn met het karakter van de gekozen muziek. Het mag geen kleding zijn die andere deelnemers, jury en publiek in verlegenheid brengt. Dames kostuums mogen geen z.g. French-cut bezitten, hetgeen betekent dat de broek niet lager uitgesneden mag zijn dan de heupen. Par. 4 Beoordeling 1. Juryleden Het showrijden wordt beoordeeld door 3 of 5 juryleden, die de volgende taakomschrijving hebben. * Bij 5 juryleden: - KNSB-Jurylid: Uitvoering vanuit technisch perspectief Skating skills/transitions - Jurylid 1*: Uitvoering van de show/presentatie Performance/execution - Jurylid 2*: Alle bewegingen in harmonie met de gekozen muziek Choreography/composition - Jurylid 3*: De samenhang van titel/muziekkeuze Interpretation - KNSB-Jurylid: Overall impressie Scheidsrechter * Bij 3 juryleden: - KNSB-Jurylid: Uitvoering vanuit technisch perspectief Skating skills/transistions Overall impressie Scheidsrechter - Jurylid 1*: Uitvoering van de show/presentatie. Performance/execution De samenhang van titel/muziekkeuze - Jurylid 2*: Alle bewegingen in harmonie met de gekozen muziek. Choreography/composition Het KNSB-Jurylid en Jurylid 1 geven ieder een cijfer op de aangegeven onderwerpen. 21

23 De scheidsrechter legt, bij herkenning, gestelde deducties op. De scheidsrechter staat in direct contact met de wedstrijdmanager en speaker. Voor jury lid x* (onafhankelijk persoon ) wordt gedacht aan een persoon uit de dans/theaterwereld en of choreograaf. 2. Omschrijving van de beoordeling De beoordeling wordt uitgedrukt in cijfers tussen 0 en 10 in de reeks 0, 0,25, 0,50, 0,75, 1,00, 1,25, 1,50 en zo voort tot 10 volgens het systeem als NJS van de ISU. Alle onderdelen van de beoordeling worden opgeteld tot het eindresultaat. Bij een gelijk resultaat van meer deelnemers voor de 1 e, 2 e of 3 e plaats is de hoogte van de beoordeling voor performance/execution, choreography/composition & interpretation bepalend voor de rangschikking. Tijdens de wedstrijd is de beoordeling gesloten: De individuele briefjes met punten voor de beoordeling worden door de scheidsrechter verzameld. Het totaal aan punten wordt door de scheidsrechter aan de speaker meegedeeld. 3. Aftrekposten De scheidsrechter past de aftrekposten toe. De aftrekposten worden toegepast op het gehele punten totaal: - Bij gebruik van meer dan 4 typische synchroon elementen: Aftrek 1.00 (per element) - Indien presentatie overwegend synchroon is in plaats van show: Aftrek Indien verboden elementen opgenomen zijn in presentatie: Aftrek Bij een val worden de volgende aftrekposten toegepast: a. major: Meer dan een rijder voor een lange tijd: Aftrek 1.00 b. medium: Een rijder voor een lange tijd of meerdere rijders struikelen: Aftrek 0.50 c. minor: Struikelen van één rijder: Aftrek Bij overtreding kostuumregel: Aftrek Indien de toegestane tijdsduur van de presentatie wordt overschreden: Aftrek 1.00 De scheidrechter geeft door een fluitsignaal het teken voor de jury om beoordeling te stoppen: - Bij andere overtredingen (not according to the rules): Aftrek Algemeen Indien een rijd(st)er tijdens de presentatie van het shownummer wordt getroffen door een defect aan materiaal of kostuum, dient het nummer voortgezet te worden. Een eventuele aftrek wordt door de jury tot uitdrukking gebracht in de compositie. Par. 5 Organisatie showwedstrijd Voor de organisatie van een wedstrijd gelden naast het onder 2. Wedstrijden bepaalde de volgende punten: a. Alleen licentiehouders van de KNSB (kunstrijden) zijn gerechtigd om te starten in een showwedstrijd. b. Inschrijvingen van deelnemers (ook reserves) dienen voorafgaand aan de loting met licentienummer gemeld te worden bij wedstrijd secretariaat. 22

24 c. Trainingen en warming-up zijn tijdens de wedstrijddag niet toegestaan. d. De wedstrijdmanager heeft tijdens de wedstrijd de volgende taken: - Bepaalt de toegang tot wedstrijdbaan (beheert startlijsten en deelnemerslijsten) - Organiseert de officiële opening (met alle deelnemers op de wedstrijdbaan) - Bepaalt tijdens de wedstrijd na overleg met de team leider de inbreng van reserves - Staat in direct contact met scheidsrechter Artikel 510 Aanvragen en toewijzen van wedstrijden, aankondiging van wedstrijden Par. 1 Par. 2 Par. 3 Par. 4 Par. 5 Par. 6 Onverlet het in de Algemene Bepalingen gestelde moeten alle kampioenschappen en internationale wedstrijden, alsmede de andere nationale wedstrijden, te weten: a. Nationale wedstrijden; b. Regionale wedstrijden; c. Gewestelijke wedstrijden; d. Clubwedstrijden, die een gewest of de aangesloten vereniging van plan zijn in een bepaald seizoen te organiseren door de organisatie van deze wedstrijden aan het Unit Bestuur Kunstrijden uiterlijk binnen zes weken na aanvang van het schaatsseizoen (1 juli t/m 30 juni) bekend worden gemaakt. Indien twee of meer wedstrijden op onderling met elkaar in strijd zijnde dagen zouden worden georganiseerd, zal de wedstrijdsecretaris van het Unit Bestuur Kunstrijden onmiddellijk de betreffende organisatoren in kennis stellen en vervolgens met hen in overleg treden om een andere datum vast te stellen. Het Unit Bestuur Kunstrijden zal de ontvangen wedstrijdaanvragen (zie paragraaf 1 hierboven), voor zover daaraan goedkeuring werd verleend, en de te houden testen solorijden, paarrijden en ijsdansen, alsmede verdere kunstrij-evenementen, door middel van de nationale wedstrijdkalender als bedoeld in Artikel 8 van het algemeen reglement van de Bond, bekendmaken per 1 september. Deze aankondiging vervangt niet de aankondiging van wedstrijden volgens Artikel 14 van de Algemene Bepalingen. De aankondiging van een wedstrijd dient te geschieden door de organiserende vereniging onder verantwoording van de betrokken Gewestelijke/Regionale Technische Commissie, waarbij wat betreft de inhoud van de aankondiging het bepaalde in Artikel 15 van de Algemene Bepalingen in acht genomen moet worden. De aankondiging dient ten minste zes weken vóór aanvang van een wedstrijd te zijn verzonden aan: a. Alle kunstrijverenigingen met mogelijke deelnemers; b. De aangewezen officials c. De betrokken gewestelijke besturen; d. De betrokken Gewestelijke/Regionale Technische Commissies; e. Het Sectiebestuur Kunstrijden; f. De redactie van de schaatsen.nl. De organisatie zendt ten minste twee weken vóór de eerste dag van de wedstrijd een programma met deelnemerslijst en tijdschema aan: a. Alle kunstrijverenigingen in de/het betreffende gewest(en); b. De aangewezen officials c. De betrokken gewestelijke besturen; d. De betrokken Gewestelijke/Regionale Technische Commissies; e. Het Sectiebestuur Kunstrijden; f. De redactie van de schaatsen.nl. Artikel 510 A Samenstelling van wedstrijden Solo- en Paarrijden en Synchroonschaatsen Par. 1 Open Nederlandse Kampioenschappen Solorijden, Paarrijden en Synchroonschaatsen en Gewestelijke Kampioenschappen Solorijden, Paarrijden en Synchroonschaatsen moeten voor alle 23

25 categorieën (m.u.v. Novice bij synchroonschaatsen) bestaan uit: a. Kort programma b. Vrij programma Par. 2 De KNSB-Cup, wedstrijd voor Junioren B, Novice B, Debs B, Teens en, Teens B, Proms en Proms B, Mini s moet bestaan uit: a. Vrij programma Par. 3 Andere wedstrijden solorijden, paarrijden en Synchroonschaatsen kunnen bestaan uit: a. Kort programma (optioneel) b. Vrij programma (optioneel) Artikel 510 B Samenstelling van wedstrijden IJsdansen Par. 1 Par. 2 Par. 3 Par. 4 Par. 5 Open Nederlandse Kampioenschappen en Gewestelijke Kampioenschappen voor Senioren en Junioren moeten bestaan uit a. Korte dans; b. Vrije dans. Open Nederlandse Kampioenschappen en Gewestelijke Kampioenschappen voor Novice en Debs moeten bestaan uit: a. Patroondans(en); b. Vrije dans. De KNSB-Cup en de Finale van de KNSB-Cup voor de Junioren B, Novice B en Debs B moeten bestaan uit: a. 2 Patroondans(en), deze worden geloot uit de testdansen. b. Vrije dans a. De KNSB-Cup en de Finale van de KNSB-Cup voor de Teens, Teens B, Proms en Proms B moeten bestaan uit: 2 Patroondansen, deze worden geloot uit de testdansen. De categorieën in het Adult Circuit bestaan uit (voor zowel solo als paar): a. Patroondans(en) (optioneel) b. Een aparte wedstrijd voor de originele dans (optioneel) c. Een aparte wedstrijd voor de vrije dans (optioneel) Artikel 510 C Open Nederlandse Kampioenschappen Par. 1 Par. 2 Bij de Open Nederlandse Kampioenschappen kunnen met inachtneming van het gestelde in Artikel 505, de volgende categorieën inschrijven: a. Solorijden: Senioren, Junioren, Novice en Debs b. IJsdansen: Senioren, Junioren, Novice en Debs c. Paarrijden: Senioren, Junioren en Novice d. Synchroonschaatsen: Senioren, Junioren, Novice Het aantal deelnemers aan de Open Nederlandse Kampioenschappen voor de genoemde categorieën is beperkt tot de volgende aantallen: Dames Heren IJsdansen Paarrijden Synchroon Senioren Junioren Novice Debs Par. 3 Par. 4 Het Unit Bestuur Kunstrijden wijst voorafgaand aan het seizoen 3 wedstrijden aan (plaats en datum) als nationale selectiewedstrijd voor de Open Nederlandse Kampioenschappen. Het Unit Bestuur Kunstrijden bepaalt welke programma s zullen worden gereden op deze 24

26 wedstrijden in de diverse categorieën. Par. 5 Par. 6 Rijders kunnen zich kwalificeren voor deelname aan de Open Nederlandse Kampioenschappen door middel van behaalde punten op selectiewedstrijden. Op deze wedstrijden is inschrijving in de categorieën genoemd in Par. 1. mogelijk voor alle rijders die daartoe gekwalificeerd zijn volgens artikel 505. Kwalificatie voor deelname aan de Open Nederlandse Kampioenschappen gebeurt aan de hand van een puntenklassement, dat wordt opgesteld op grond van de uitslagen van de 3 selectiewedstrijden. De punten worden toegekend in iedere categorie bij de 3 selectiewedstrijden op grond van de plaatscijfers. Het aantal deelnemers in de categorie is bepalend voor het aantal punten die de rijder krijgt. De rijder die als eerste eindigt krijgt de minste punten en de rijder die als laatste eindigt krijgt de meeste punten (bijvoorbeeld: als men in een categorie 13 deelnemers heeft dan krijgt de rijder die op de laatste plaats eindigt 13 punten en de rijder die op de eerste plaats eindigt 1 punt.) Er mag aan 3 selectiewedstrijden worden deelgenomen. Als een rijder/paar/team aan 3 selectiewedstrijden deelneemt tellen de behaalde punten in het puntenklassement van de twee selectiewedstrijden waar de minste punten zijn verdiend. Wanneer meerdere rijders een gelijk aantal punten in het puntenklassement behalen geeft de beste eindklassering op de derde selectiewedstrijd de doorslag. Rijders die niet aan tenminste twee selectiewedstrijden hebben deelgenomen kunnen niet aan de Open Nederlandse Kampioenschappen deelnemen. Tevens moeten de volgende punten behaald worden bij de lange kür. Bij een lange kür minimaal een total segment score van: Senioren dames Senioren heren Junioren dames Junioren heren IJsdansen senioren IJsdansen junioren Paarrijden senioren Paarrijden junioren Synchroon schaatsen senioren Synchroon schaatsen junioren Synchroon schaatsen Novice 50 punten 60 punten 40 punten 50 punten 55 punten bij de vrije dans 45 punten bij de vrije dans 65 punten 50 punten 45 punten 35 punten 25 punten Par. 7 Par. 8 Par. 9 Indien een rijder, die gekwalificeerd is om aan de Open Nederlandse Kampioenschappen deel te nemen om onvoorziene reden van deelname moet afzien, is de betreffende vereniging verplicht de organisatie hiervan onmiddellijk schriftelijk te informeren. De organiserende vereniging zal daarop de vereniging van de volgende met het laagste aantal punten informeren die dan de plaats van de weggevallen rijder kan innemen. Vervanging kan maximaal 3 maal per categorie gebeuren en uiterlijk tot het begin van de eerste officiële loting. Indien na 3 vervangingen het maximaal aantal deelnemers niet wordt gehaald, zal de wedstrijd met minder deelnemers worden verreden. Leden van de selectie kunstrijden die door de KNSB worden uitgezonden naar ISU wedstrijden hoeven zich niet via selectiewedstrijden te kwalificeren voor de Open Nederlandse Kampioenschappen. Zij hebben automatisch toegang tot de Open Nederlandse Kampioenschappen. De selectiewedstrijden worden wel opgenomen in het wedstrijdschema als de planning dit toelaat. De winnaar binnen een categorie krijgt de titel Nederlands Kampioen voor die categorie wanneer minimaal de volgende punten totalen worden behaald: Senioren Dames 105 punten Junioren Dames 90 punten 25

27 Novice Dames 80 punten Debs Dames Senioren Heren 120 punten Junioren Heren 105 punten Novice Heren 85 punten Debs Heren IJsdansen Senioren 95 punten IJsdansen Junioren 75 punten IJsdansen Novice 50 punten IJsdansen Debs 40 punten Paarrijden Senioren 110 punten Paarrijden Junioren 95 punten Paarrijden Novice 75 punten Synchroonschaatsen Senioren 90 punten Synchroonschaatsen Junioren 70 punten Synchroonschaatsen Novice 30 punten Par. 10 Par. 11 Aan de Open Nederlandse Kampioenschappen mogen rijd(st)er(s) meedoen, die niet in het bezit zijn van een Nederlands paspoort. Zij hebben zich wel te houden aan het bepaalde in artikel 510 C par. 5 t/m 7. Indien een rijd(st)er die geen Nederlandse nationaliteit heeft eindigt op de 1 e plaats dan wordt hij/zij Open Nederlands Kampioen. De rijd(st)er die in dezelfde categorie 2 e wordt en in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit wordt dan Nederlands Kampioen. Artikel 510 D KNSB-Cup Par. 1 Par. 2 Voor de KNSB-Cup kunnen met inachtneming van het gestelde in Artikel 505, de volgende categorieën inschrijven: a. KNSB-Cup Solorijden: Junioren B, Novice B, Debs B, Teens, Teens B, Proms, Proms B en Mini s (met één testdeel Interbrons). b. KNSB-Cup IJsdansen: Junioren B, Novice B, Debs B, Teens, Teens B, Proms en Proms B c. KNSB-Cup Synchroonschaatsen: Mixed Age, Juvenile en Basic Novice. Het aantal deelnemers aan de KNSB-CUP finale voor de genoemde categorieën is beperkt tot de volgende aantallen: Dames Heren IJsdansen Junioren B Novice B Debs B Teens Teens B Proms Proms B Mini s 12 8 Par. 3 Par. 4 Par. 5 Het Unit Bestuur Kunstrijden wijst voorafgaand aan het seizoen twee of drie wedstrijden aan (plaats en datum) als nationale selectiewedstrijden voor de finale KNSB-Cup. Zowel op deze selectiewedstrijden als de KNSB Cup finale wordt alleen het vrije programma verreden. Rijders kunnen zich kwalificeren voor deelname aan de finale KNSB-cup door middel van behaalde punten op selectiewedstrijden. Op deze wedstrijden is inschrijving in de categorieën genoemd in lid 1 mogelijk voor alle rijders die daartoe gekwalificeerd zijn volgens artikel 505. Kwalificatie voor deelname aan de finale KNSB-Cup gebeurt aan de hand van een ranglijst, die wordt opgesteld op grond van de uitslagen van de twee selectiewedstrijden. Alleen het 26

28 puntentotaal gescoord tijdens de wedstrijd is hiervoor bepalend. Op basis van deze ranglijst zijn de gekwalificeerde rijders volgens par. 2 toegelaten tot de finale KNSB-Cup. Par. 6 Indien een gekwalificeerde rijder voor de finale KNSB-Cup om onvoorziene redenen van deelname moet afzien, is de desbetreffende vereniging verplicht de organisatie hiervan onmiddellijk schriftelijk te informeren. De organiserende vereniging zal daarop de vereniging van de volgende deelnemer op de ranglijst conform par. 5 informeren die dan de plaats van de weggevallen rijder kan innemen. Vervanging kan maximaal 3 maal per categorie gebeuren en uiterlijk tot het begin van de eerste officiële loting. Indien na 3 vervangingen het maximaal aantal deelnemers niet wordt gehaald, zal de wedstrijd met minder deelnemers worden verreden. Artikel 510 E Planned Program verplicht bij inschrijving Als een rijder zich inschrijft voor een wedstrijd/test waarbij het ISU Judging System (NJS) wordt gebruikt dan is hij/ zij verplicht om bij de inschrijving het planned program te voegen. Als het planned program niet bij de inschrijving is toegevoegd dan geldt dat de rijder NIET is ingeschreven. Indien de rijder zich kwalificeert voor een finale (ONK of KNSB-Cup), dan moet de rijder zich opnieuw inschrijven voor deze finale, inclusief planned program. Artikel 510 F Oproep voor de start Na het omroepen van de naam van de deelnemer(ster) is er maximaal 1 minuut tijd totdat de muziek wordt gestart. Artikel 511 Officials Par. 1 Par. 2 Par. 3 Par. 4 Par. 5 Par. 6 Par. 7 Par. 8 Bij alle testen en wedstrijden in Nederland worden scheidsrechter, juryleden, technisch specialist, technisch controller, data operator en replay operator door of namens de voorzitter van het Sectiebestuur Kunstrijden aangewezen (met uitzondering van ISU-wedstrijden). Bij internationale wedstrijden worden de Nederlandse juryleden door of namens de voorzitter van het Sectiebestuur Kunstrijden aangewezen. Bij basistesten en club/recreantenwedstrijden benoemt het Sectiebestuur Kunstrijden ten minste één jurylid, wiens naam op de lijst van juryleden voorkomt. Alleen dit jurylid kan als voorzitter van de beoordelings-commissie of scheidsrechter fungeren. Aanvullend kan de organisatie als tijdelijk jurylid kunstrijders van minimaal 18 jaar en in het bezit van 1 deel van de vierde klas test benoemen. Behoudens het hierna bepaalde is het niet toegestaan als scheidsrechter of jurylid te functioneren als men niet is aangewezen conform het onder 1. gestelde. Indien een jurylid verstek laat gaan, zal de apart fungerende scheidsrechter, indien hij/zij daartoe bevoegd is, deel gaan uitmaken van het jurypanel. Indien de scheidsrechter echter reeds deel uitmaakt van het jurypanel, moet hij/zij in overleg met de organisatoren trachten een ander jurylid in te schakelen. De overige officials worden door het gewest of lid dat de wedstrijd of test organiseert benoemd. Voor KNSB-wedstrijden worden per categorie de volgende officials aangewezen en wordt met het volgende jurysysteem gewerkt: Open Nederlandse Kampioenschappen en selectiewedstrijden hiervoor ISU Jurysysteem Scheidsrechter Technical Controller Technical Specialist Assistent Technical Specialist 5 tot 7 juryleden (voor IJsdansen en Synchroonschaatsen 3 tot 7) Data Operator Replay Operator 27

29 Finale KNSB-Cup ISU Jurysysteem KNSB-Cup selectiewedstrijden ISU Jurysysteem zonder replay, gesloten jurering Gewestelijke Kampioenschappen ISU Jurysysteem zonder replay, gesloten jurering Systeem Operator Video Operator Muziek Operator Speaker Scheidsrechter Technical Controller Technical Specialist Assistent Technical Specialist 5 juryleden (voor IJsdansen en Synchroonschaatsen 3 tot 5) Data Operator Replay Operator Systeem Operator Video Operator Muziek Operator Speaker Scheidsrechter Technical Controller Technical Specialist 3 tot 5 juryleden (voor IJsdansen en Synchroonschaatsen 3 tot 5) Data Operator Systeem Operator Muziek Operator Speaker Scheidsrechter Technical Controller Technical Specialist 3 tot 5 juryleden (voor IJsdansen en Synchroonschaatsen 3 tot 5) Data Operator Systeem Operator Muziek Operator Speaker Artikel 512 Lotingen Solorijden, Paarrijden, Synchroonschaatsen en Showrijden Par. 1 De startvolgorde wordt als volgt bepaald: a. Eén deelnemer wordt gekozen om de vereniging, waarbij de loting van de startvolgorde begint, te loten. b. De loting van de startvolgorde van de deelnemers in alfabetische volgorde van de verenigingen, te beginnen bij de gelote vereniging. Artikel 512 A Lotingen IJsdansen Par. 1 Par. 2 Par. 3 De startvolgorde bij de eerste dans en de originele dans wordt als volgt bepaald: a. Eén deelnemer wordt gekozen om de vereniging, waarbij de loting van de startvolgorde begint, te loten. b. De loting van de startvolgorde van de deelnemers in alfabetische volgorde van de verenigingen, te beginnen bij de gelote vereniging. De startnummers mogen alleen getrokken worden door deelnemers, door een officiële vertegenwoordiger van hun vereniging of door leden van het organisatiecomité. De officiële aankondiging van de inschrijvingen en de samenstelling van de jury wordt door de scheidsrechter van de wedstrijd, of door een aangewezen official gedaan ten tijde van de eerste loting van de startvolgorde van die wedstrijd 28

30 Par. 4 Indien er meer dan 1 verplichte dans wordt gereden, vindt de loting van de dansen plaats voor de eerste training. Artikel 512 B Startvolgorde bij het IJsdansen. Par. 1 Par. 2 Par. 3 Bij patroondansen gelden de volgende regels: a. De deelnemer met startnummer één moet de eerste dans als eerste rijden; de dans moet dan door alle andere deelnemers worden gereden in de volgorde van hun startnummer. b. De deelnemers zijn in twee groepen verdeeld. De eerste dans wordt eerst door de deelnemers van groep één in overeenstemming met hun getrokken startnummer gereden, vervolgens door de deelnemers van groep twee, enz. De tweede dans wordt het eerst door de deelnemers van groep twee gereden, dan door de deelnemers van de eerste groep. Indien het aantal deelnemers niet deelbaar is door twee dan moet de laatste groep, die de eerste dans rijdt, een deelnemer meer bevatten dan de eerste groep. c. Een uitzondering op deze regel is toegestaan als er slechts twee deelnemers zijn, doch alleen met beider toestemming. Zo spoedig mogelijk nadat de resultaten van het voorafgaande gedeelte van de wedstrijd bekend zijn, moet de scheidsrechter of zijn assistent, in aanwezigheid van ten minste een rijder, de loting van het volgende deel van de wedstrijd op zich nemen. Bij de vrije dans gelden de volgende regels: a. De loting is gebaseerd op het resultaat van de verplichte dans(en) of de korte dans samen. Het hoogst geëindigde paar loot als eerste. Artikel 514 Scheidsrechters Par. 1 Par. 2 Par. 3 Par. 4 De als scheidsrechter bij nationale wedstrijden voorgedragen scheidsrechters mogen niet gediskwalificeerd zijn door een voorziening in de bepalingen en (hoewel niet gediskwalificeerd), mogen geen inkomsten hebben uit eigendom of management van een ijsshow of ijsbaan en geen betaalde werknemer van de KNSB zijn. Het Sectiebestuur Kunstrijden moet jaarlijks vóór 1 maart aan het Algemeen Bestuur de namen van de personen sub a1, a2, b1, b2, en c1 en vóór 1 juli de namen van de personen sub a3, b3, en c2 bekendmaken, die als scheidsrechter worden aanbevolen en wel op de volgende wijze: Lid a. Scheidsrechter voor Solo- en Paarrijden: 1. Scheidsrechter voor ISU-Kampioenschappen 2. Scheidsrechter voor internationale wedstrijden 3. Scheidsrechter voor nationale wedstrijden Lid b. Scheidsrechter voor IJsdansen: 1. Scheidsrechter voor ISU-Kampioenschappen 2. Scheidsrechter voor internationale wedstrijden 3. Scheidsrechter voor nationale wedstrijden Lid c. Scheidsrechter voor Synchroonschaatsen: 1. Scheidsrechter voor ISU-Kampioenschappen 2. Scheidsrechter voor internationale wedstrijden 3. Scheidsrechter voor nationale wedstrijden Lid d. Scheidsrechter voor Showrijden: 1. Scheidsrechter voor nationale wedstrijden Voordrachten moeten voor de verschillende groepen apart worden voorgelegd. Scheidsrechters voor ISU-Kampioenschappen en internationale wedstrijden en scheidsrechters voor Nederlandse kampioenschappen mogen ook als zodanig optreden bij nationale wedstrijden en testen. Hun namen behoeven niet op de lijst van scheidsrechters voor nationale wedstrijden en testen genoemd te worden. Het Unit Bestuur Kunstrijden dient er de uiterste zorg voor te dragen dat de te benoemen scheidsrechters uiterst ervaren, betrouwbaar en volkomen onpartijdig zijn en een grondige kennis van de desbetreffende voorschriften hebben. Een scheidsrechter die de leeftijd van 70 jaar op 1 juli 29

31 heeft bereikt, kan dat jaar of daarna, in overeenstemming met paragraaf 1 en 2 hierboven, niet meer opnieuw worden voorgedragen. In bijzondere gevallen kan hiervoor echter dispensatie worden verleend. Par. 5 Par. 6 Par. 7 Teneinde in aanmerking te komen voor een voordracht tot scheidsrechter bij nationale wedstrijden, moet de aanbevolen kandidaat: Erkend zijn als jurylid voor nationale wedstrijden in de laatste drie achtereenvolgende lijsten de voordracht voorafgaande. De activiteiten van de kandidaat als jurylid moeten gedurende de 36 maanden aan de voordracht voorafgaande bevredigend zijn geweest. Het Sectiebestuur Kunstrijden zal over de vaardigheid van de kandidaat beslissen. De volledige lijst van scheidsrechters zal uiterlijk op 1 augustus van ieder jaar door de KNSB aan de leden worden bekendgemaakt. De lijst zal samen met de lijst van erkende juryleden worden bekendgemaakt en zal op 1 augustus van ieder jaar van kracht zijn. Plichten en bevoegdheden van de scheidsrechter zullen zijn conform de Special Regulations Figure Skating Artikel 515 Juryleden Par. 1 Het Unit Bestuur Kunstrijden zal jaarlijks vóór 1 maart aan het Algemeen Bestuur de namen van de personen sub a1, a2, b1, b2, en c1 en vóór 1 juli de namen van de personen sub a3, a4, a5, a6, b3, b4, b5, b6, c2, c3, c4, c5, d1, d2, d3 bekendmaken, die als juryleden worden aanbevolen: Lid a. Lid b. Lid c. Lid d. Juryleden voor Solo- en Paarrijden: 1. Juryleden voor ISU-Kampioenschappen 2. Juryleden voor internationale wedstrijden 3. Juryleden voor nationale wedstrijden en -testen 4. Junior Juryleden 5. Juryleden voor testen 6. Kandidaat-juryleden Juryleden voor IJsdansen: 1. Juryleden voor ISU-Kampioenschappen 2. Juryleden voor internationale wedstrijden 3. Juryleden voor nationale wedstrijden en -testen 4. Junior juryleden 5. Juryleden voor testen bouwstenen 6. Kandidaat-juryleden Juryleden voor Synchroonschaatsen: 1. Juryleden voor ISU-Kampioenschappen 2. Juryleden voor internationale wedstrijden 3. Juryleden voor nationale wedstrijden 4. Junior Juryleden 5. Kandidaat-juryleden Juryleden voor Showrijden: 1. Juryleden voor nationale wedstrijden 2. Junior Juryleden 3. Kandidaat-juryleden Par. 2 Par. 3 Voordrachten moeten voor de verschillende groepen apart worden voorgelegd. Juryleden voor internationale wedstrijden mogen ook als zodanig optreden bij nationale wedstrijden, testen en basistesten. Hun namen behoeven niet op de lijst van juryleden voor nationale wedstrijden genoemd te worden. Juryleden dienen de Nederlandse nationaliteit te hebben. 30

32 Par. 4 Indien het Unit Bestuur Kunstrijden een jurylid met andere nationaliteit voordraagt, moet het betrokken jurylid inwoner zijn van Nederland. Par. 5 Plichten van juryleden zullen zijn conform de Special Regulations Figure Skating Artikel 516 Technisch Specialist/ Technisch Controller/ Video-Data operator Par. 1 Het Unit Bestuur Kunstrijden zal jaarlijks vóór 1 maart aan het Algemeen Bestuur de namen van de personen sub a1, a2, b1, b2, c1 en c2 en vóór 1 juli de namen van de personen sub a3, a4, b3, b4, en c3 bekendmaken, die als juryleden worden aanbevolen: Lid a. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor Solo- en Paarrijden: 1. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor ISU- Kampioenschappen 2. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor internationale wedstrijden 3. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor nationale wedstrijden Lid b. Lid c. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor IJsdansen: 1. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor ISU- Kampioenschappen 2. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor internationale wedstrijden 3. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor nationale wedstrijden Technisch Controller / Technisch Specialist / Video-Data operator voor Synchroonschaatsen: 1. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor ISU- Kampioenschappen 2. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor internationale wedstrijden 3. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor nationale wedstrijden Par. 2 Par. 3 Par. 4 Par. 5 Voordrachten moeten voor de verschillende groepen apart worden voorgelegd. Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator voor internationale wedstrijden mogen ook als zodanig optreden bij nationale wedstrijden. Hun namen behoeven niet op de lijst van juryleden voor nationale wedstrijden genoemd te worden. Technische officials dienen de Nederlandse nationaliteit te hebben. Indien het Sectiebestuur Kunstrijden een Technisch Controller/ Technisch Specialist / Video-Data operator met andere nationaliteit voordraagt, moet het betrokken panellid inwoner zijn van Nederland. Plichten van de Technisch Controller/ Technisch Specialist/ Video-Data operator zullen zijn conform de Special Regulations Figure Skating Artikel 517 Wedstrijden en Demonstraties Par. 1 Par. 2 Par. 3. Onderhandelingen betreffende demonstraties van welke aard ook mogen niet met de rijders worden gevoerd, doch alleen met het lid waartoe de rijder behoort. Afspraken voor demonstraties binnen Nederland moeten schriftelijk worden geregeld door het lid van de KNSB,waarbij de rijder is aangesloten en het gewest van de KNSB, waarbij wordt gedemonstreerd; beide leden van de KNSB dienen de wedstrijdsecretaris van de sectie kunstrijden hiervan in kennis te stellen. Afspraken voor demonstraties in het buitenland moeten schriftelijk worden geregeld door het lid van 31

33 de Bond, waarbij de rijder is aangesloten en de KNSB. Par. 4 Par. 5 Par. 6 Par. 7 Par. 8 Par. 9 Par. 10 Par. 11. De bepalingen van ISU-Artikel 102, paragraaf 7 (optreden met niet tot deelneming gerechtigde personen) en van ISU-Artikel 109, paragraaf 2 en 3 (lidmaatschap) zijn eveneens van toepassing op demonstraties. De totale waarde van alle geschenken, die iedere deelnemer bij kunstrijdemonstraties - gehouden op dezelfde dag en voor dezelfde sponsor - ontvangt, mag niet hoger zijn dan 75,--. Bij wedstrijden mag het organiserende lid voor vervoer en verblijf zorgen of de reis- en verblijfkosten vergoeden voor rijders en officials. Voor rijders en zij die demonstreren bij het kunstrijden mogen reis- en verblijfkosten vergoed worden aan ouders of deelnemer door het lid dat het evenement organiseert. Leden is het niet toegestaan voor deelneming aan een wedstrijd, demonstratie of ander evenement, meer te vragen of te betalen dan de gemaakte vervoerskosten en noodzakelijke andere kosten tijdens de reis, of de ter plaatse van het evenement gemaakt verblijfkosten. Een deelnemer die in een ander dan door het organiserende lid aangewezen hotel verkiest te verblijven, zal voor zo'n ander hotel slechts aanspraak hebben op een vergoeding, welke gebaseerd is op de overeenkomstige prijs van het daartoe door het lid aangewezen hotel. Dergelijke deelnemers moeten wel het organiserende lid van hun plaatselijke adres op de hoogte stellen. Bij wedstrijden in het kunstrijden moet het organiserende lid voor alle scheidsrechters en assistentscheidsrechters, alsmede de juryleden, die benoemd zijn om op te treden, voor vervoer en verblijf zorgen of de reis- en verblijfkosten vergoeden. Bij demonstraties kunstrijden mag het organiserende lid voor degenen die demonstreren en genodigden die hen vergezellen, voor vervoer en verblijf zorgen of de reis- en verblijfkosten vergoeden. Artikel 518 Nationale testen bij het kunstrijden (solorijden, ijsdansen en paarrijden) (zie ook schematische voorstelling, welke is bijgevoegd). Par. 1 Par. 2 Nationale testen kunnen worden afgelegd door leden van de bij de KNSB aangesloten verenigingen, mits zij in het bezit zijn van een geldige KNSB-licentie kunstrijden. Tevens bestaat de mogelijkheid voor trainers (in het bezit van een geldige KNSB-licentie kunstrijden) deze testen af te leggen. Testen Schaatsvaardigheid (Moves In the Field) Testen Benodigd voor categorie: Vergelijkbaar met: Niveau 1 Interbrons Proms/PromsB Pre-Preliminary test, MIF-testen USA Niveau 2 Brons Teens/Teens B Preliminary test, MIF-testen USA Niveau 3 Interzilver Debs/Debs B Pre-Juvenile test, MIF-testen USA Niveau 4 Zilver Novice/Novice B Juvenile test, MIF-testen USA Niveau 5 Intergoud Junioren/Junioren B Intermediate test, MIF-testen USA Niveau 6 Goud Senioren Novice test, MIF-testen USA Niveau 7 Platina Junior test, MIF-testen USA Niveau 8 Mastertest Senior test, MIF-testen USA Par. 3 Testen Solorijden (Vrijrijden) Algemeen: Als niet specifiek vermeld staat welk level behaald moet worden, dan moet een element, waarvoor een level behaald moet worden, minimaal level 1 hebben. 32

34 Par. 3a Test 1 Interbrons (Proms/Proms B) Losse elementen: A. Kadet B. Spot C. Salchow D. Rittberger E. Flip F. Lutz G. Combinatie van 2 enkele sprongen (waarvan één sprong, Flip, Lutz of Rittberger moet zijn) H. Wissel-standpirouette (tenminste 3 draaien per been) I. Zitpirouette (tenminste 4 draaien in zitpositie) J. Zweefpirouette (tenminste 4 draaien in zweefpositie) Par. 3b Test 2 Brons (Teens/Teens B) Kür (tijdsduur: max. 2:30 min) volgens ISU Novice Guidelines Basic Novice A A. Axel B. Dubbele sprong naar keuze C. Sprongsequence van twee of meer sprongen D. Sprongcombinatie van 2 sprongen naar keuze E. Pirouette in 1 positie, tenminste 6 draaien (standpirouette uitgesloten) F. Combinatiepirouette met minimaal 1 positiewissel en max. 1 voetwissel (tenminste 10 draaien totaal) G. Passenserie in rechte lijn over de lengte van de baan N.B. De sprongen vermeld onder resp. A, B en C dienen verschillend te zijn. In de sprongcombinatie mogen ze eventueel wel worden herhaald. Par. 3c Test 3 Interzilver (Debs/Debs B) Kür (tijdsduur: 2:30 min. +/- 10 seconden) volgens ISU Novice Guidelines Basic Novice A A. Axel (enkel of dubbel) B. Dubbele sprong naar keuze uit verbindende passen C. Sprongcombinatie bestaande uit 2 sprongen, met minimaal 1 dubbele sprong naar keuze D. Sprongsequence van twee of meer sprongen, met minimaal 1 dubbele sprong naar keuze E. Wisselpirouette (tenminste 5 draaien in positie en per voet), keuze uit wissel-zweef of wissel-zit F. Combinatiepirouette met minimaal 1 positiewissel en max. 1 voetwissel (tenminste 10 draaien totaal); ingesprongen toegestaan G. Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte N.B. De dubbele sprongen in B en C moeten verschillend zijn. Par. 3d Test 4 Zilver (Novice/ Novice B) Kür (tijdsduur 3:00 minuten +/- 10 seconden) volgens ISU Novice Guidelines categorie Basic Novice B A. Axel (enkel of dubbel) B. Dubbele Flip uit verbindende passen C. Dubbele sprong naar keuze D. Alleen voor heren: Dubbele sprong naar keuze E. Sprongcombinatie bestaande uit 2 dubbele sprongen F. Sprongsequence bestaande uit twee of meer sprongen, waarvan 1 dubbele sprong G. Ingesprongen pirouette met minimaal 6 draaien in landingspositie H. Combinatiepirouette met 1 voetwissel en minimaal 1 positiewissel (minimaal 10 draaien totaal) I. Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte; of (voor dames) zweefstandenserie met minimaal 2 zweefstanden van 3 seconde of 1 zweefstand van 6 seconden (ChSt of Chsp) 33

35 N.B. De sprongen in B. en C. moeten verschillend van elkaar zijn, in de combinatie of sequence mogen ze wel worden herhaald. In de kür moeten tenminste 4 verschillende dubbele sprongen getoond worden. Ad G): de pirouette moet duidelijk zijn ingesprongen en niet gestapt Par. 3e Test 5 Intergoud (Junioren/Junioren B) Kür (tijdsduur: dames: 3:00 minuten +/- 10 seconden, heren: 3:30 minuten +/- 10 seconden) volgens ISU Novice Guidelines categorie Advanced Novice A. Axel (enkel of dubbel) B. Dubbele Lutz uit verbindende passen C. Dubbele Flip D. Dubbele Rittberger E. Alleen voor heren: dubbele Salchow of dubbele Toeloop F. Sprongcombinatie van 2 dubbele sprongen waarvan een dubbele Flip of dubbele Lutz G. Sprongsequence bestaande uit twee of meer sprongen, waarvan 2 dubbele sprongen H. Ingesprongen pirouette met minimaal 6 draaien in landingspositie; minimum level 2, voetwissel en positiewissel optioneel I. Combinatiepirouette met 1 voetwissel en minimaal 1 positiewissel (minimaal 10 draaien totaal); minimum level 2 J. Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte; minimum level 2 Par. 3f Test 6 Goud (Senioren) Kür (tijdsduur: dames: 3:30 min. +/- 10 sec; heren: 4:00 min. +/- 10 sec) volgens ISU Regulations voor Junioren (lange kür) A. Maximaal 7 sprongelementen voor dames en 8 voor heren, waarvan 1 dubbele Axel B. Alle losse sprongelementen dienen als dubbele of drievoudige sprongen te zijn uitgevoerd C. Van de 7 sprongelementen minimaal 2 sprongcombinaties of -sequences naar keuze D. Combinatiepirouette met voetwissel en minimaal 1 positiewissel (minimaal 10 draaien totaal); minimum level 3 E. Ingesprongen pirouette naar keuze (minimum 6 draaien), voetwissel optioneel; minimum level 3 F. Pirouette in 1 positie naar keuze (tenminste 6 draaien), voetwissel optioneel; minimum level 3 G. Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte; minimum level 2 Par. 3g Test 7 Platina Kür (tijdsduur: dames: 4:00 min +/- 10 sec; heren: 4:30 min +/- 10 sec) volgens ISU Regulations voor Senioren (lange kür) A. Maximaal 7 sprongelementen voor dames en 8 voor heren, waarvan 1 dubbele Axel B. Alle verschillende(basis)-sprongen dienen te worden getoond en alle sprongelementen dienen als dubbele of drievoudige sprongen te zijn uitgevoerd. C. Eén drievoudige sprong naar keuze D. Alle losse sprongelementen dienen als dubbele of drievoudige sprongen te zijn uitgevoerd E. Van de 7 sprongelementen minimaal 2 sprongcombinaties (waarvan 1 met een dubbele axel) of sequenties naar keuze. F. Drie verschillende pirouetten, waarvan 1 combinatiepirouette met minimaal 10 draaien, 1 ingesprongen pirouette naar keuze (tenminste 6 draaien) en 1 andere pirouette naar keuze (tenminste 6 draaien). De getoonde pirouetten dienen minimaal level 3 te hebben G. Dames: Eén passenserie (tenminste level 3) en een Choreographic Sequence (Choreo Sequence) Heren: Eén passenserie (tenminste level 3) en een Chorograhpic Sequence (Choreo 34

36 Sequence) Par. 3h Test 8 Master Kür (tijdsduur dames max. 4 min +/- 10 sec ; heren max. 4:30 min +/- 10 sec) volgens ISU Regulations voor Senioren (lange kür) A. Maximaal 7 sprongelementen voor de dames en 8 voor de heren, waarvan 1 dubbele axel B. Alle verschillende (basis)-sprongen dienen te worden getoond en alle sprongelementen dienen als dubbele of drievoudige sprongen uitgevoerd te zijn. C. Drie verschillende drievoudige sprongen naar keuze D. Van de 7 sprongelementen max. 3 sprongcombinaties of -sequences (waarvan 1 met een dubbele axel) naar keuze E. Drie verschillende pirouetten, waarvan 1 combinatiepirouette met minimaal 10 draaien, 1 ingesprongen pirouette naar keuze (tenminste 6 draaien) en 1 andere pirouette naar keuze (tenminste 6 draaien). De getoonde pirouetten dienen level 4 te hebben. F. Dames: Eén passenserie (tenminste level 3) en een Choreographic Sequence (Choreo Sequence) Heren: Eén passenserie (tenminste level 3) en een Chorograhpic Sequence (Choreo Sequence) Par. 4 Par. 5 Par. 6 Par. 7 Par. 7a. Volgorde van afleggen van de testen: Bij het solorijden kunnen de kandidaten de Moves In the Field testen en de vrijrijtesten onafhankelijk van elkaar halen. D.w.z. men kan b.v. eerst alle Moves In the Field testen halen en daarna de vrijrijtesten. Om deel te nemen aan wedstrijden gelden natuurlijk de eisen die vermeld staan in artikel 505 par. 1. Elke test moet op dezelfde dag worden uitgereden, indien mogelijk. Ongeacht de behaalde cijfers is de kandidaat gerechtigd de test uit te rijden. Wanneer er meer dan één kandidaat een test in dezelfde categorie aflegt, rijden eerst de dames en vervolgens de heren de test in alfabetische volgorde van de achternaam. Algemeen over de testen: De vrijrijtesten Interbrons t/m Zilver en alle MIF-testen worden binnen de club georganiseerd. De vrijrijtesten Intergoud t/m Mastertest zullen worden verreden met het NJS en deze zullen landelijk worden georganiseerd. Normen om te slagen bij Moves In the Field (MIF)-testen: Bij alle MIF-testen wordt volgens een pass en fail systeem gejureerd. De rijder kan per element uitsluitend een pass of fail krijgen per jurylid en kan na afloop van de test, op aanvraag van de scheidsrechter, maximaal 1 element 1 keer overdoen. De te herkansen elementen moeten direct na het bekendmaken overgedaan worden, dus zonder verder inrijden of oefenen. De rijder is geslaagd wanneer bij de meerderheid van de jury alle elementen met een pass beoordeeld zijn. Normen om te slagen bij Vrijrijtesten (zowel reguliere testen als Testen tijdens wedstijden): Bij alle vrijrijtesten worden door de jury een GOE per element en Components (behalve bij de Interbrons test) gegeven. Afhankelijk van de test zijn dit 2, 3, 4 of 5 components. Bij een reguliere test (dus niet Test tijdens een wedstrijd) mag de rijder maximaal twee elementen elk éénmaal overdoen. Deze elementen mogen uit dezelfde groep zijn (de groepen zijn: sprongen, pirouetten en passen-/ zwevenseries). De te herkansen elementen moeten direct na het bekendmaken overgedaan worden, dus zonder verder inrijden of oefenen. De rijder is geslaagd wanneer: 1) Bij het technisch panel (bij een test tijdens een wedstrijd) alle elementen en benodigde levels zijn gecalled (minimaal level 1, geen downgrades, geen underrotate, sprongen mogen dus 35

37 max. ¼ draai te kort hebben) 2) Bij de meerderheid van de juryleden in het jurypanel: a. de gemiddelde GOE per jurylid of beter is b. geen GOE van -2 of -3 is gegeven c. de components de volgende minimum-score per component hebben: Test Minimum per component Brons 2.00 Interzilver 2.25 Zilver 2.50 Intergoud 3.00 Goud 3.50 Platina 4.00 Master 4.50 Par. 8 Testen tijdens wedstrijden (TTW): 1. Elke wedstrijd die volgens de ISU Regulations of ISU Guidelines for Novice Competitions wordt verreden, kan worden ingebracht voor TTW. 2. Wanneer het een niet-knsb wedstrijd betreft, stuurt de rijder aan de Commissie Test- en Wedstrijdorganisatie het volgende digitaal toe (bv. een PDF): - De complete Judges Details van de betreffende verreden kur - De namen van de Scheidsrechter, Juryleden en Technisch Panel 3. Het normale inschrijfgeld is verschuldigd indien de rijder is geslaagd. Par. 9 De wachttijd voor het overdoen van een test waarvoor een kandidaat niet geslaagd is, bedraagt 30 dagen. Er geldt geen wachttijd tussen het behalen van een test en het inschrijven voor de hieropvolgende test. Par. 10 Par. 11 Par. 12 Par. 13 Par. 14 Par. 15 Par. 16 Par. 17 Par. 18 Par. 19 De jury voor de Interzilver t/m Mastertest bestaat uit 2 of 3 juryleden waarvan er één tevens als scheidsrechter optreedt. De jury voor de Interbrons en Bronstest bestaat uit 2 of 3 juryleden. De scheidsrechter kan de testen beëindigen of uitstellen, bijvoorbeeld indien de conditie van het ijs niet bevredigend is. Tijdens de test mag niemand zich op het ijs bevinden, behalve de kandidaat en de juryleden, tenzij hiervoor vooraf van de scheidsrechter toestemming is verkregen. Wanneer een kandidaat geslaagd is, zendt het secretariaat van het Sectiebestuur Kunstrijden binnen een maand na het afleggen van de test aan de KNSB: a. De originele cijferlijsten getekend door de juryleden. b. Het door de KNSB verlangde certificaat. Bij het behalen van een testdeel wordt een aantekening in het testboekje gemaakt door de scheidsrechter. De KNSB draagt zorg dat aan de kandidaten bij het behalen van een test een diploma wordt uitgereikt. Het inschrijfgeld voor de testen solorijden en ijsdansen wordt jaarlijks door het sectiebestuur kunstrijden vastgesteld en bekend gemaakt bij de start van het nieuwe schaatsseizoen op 1 juli. De aanmelding voor een test kan alleen geschieden door inschrijving door de vereniging middels FSO of een ander daartoe verstrekt formulier bij de sectie kunstrijden, waarbij het licentienummer van de kandidaat vermeld moet worden en waarbij tevens de Planned Program Content Sheet (bij de vrijrijtesten) tijdig en op de juiste wijze ingediend moeten worden. De volledige inschrijving dient voor de door het sectiebestuur (middels een KR bericht) aangegeven termijn ontvangen te zijn. Het inschrijfgeld voor de test wordt middels een acceptgiro in rekening gebracht bij de vereniging.. Het om welke reden dan ook niet voldoen aan een oproep tot het afleggen van een test, geeft geen 36

38 recht op restitutie van het inschrijfgeld voor de test. Par. 20 Par. 21 Par. 22 Par. 22a De kandidaat moet voor aanvang van de test zijn testboekje en een geldige KNSB-licentie overleggen. alvorens toestemming te krijgen de test af te leggen. Kandidaten kunnen zich per testdatum maar voor één (1) test in de categorie Moves In the Field en vrijrijden inschrijven. Testen ijsdansen 1. Testen ijsdansen algemeen: Een paar/kandidaat kan de testen Moves In the Field en de danstesten afzonderlijk van elkaar testen. Voor de testen Moves In the Field zie de reglementen bij het solorijden. Voor de danstesten geldt: De kandidaat kan elke test zowel met partner als solo verrijden. Wanneer een kandidaat een test solo gereden heeft, kan hij op wedstrijden alleen als solo-danser starten. Echter als een rijder al eerder solo danstesten heeft afgelegd en hij/zij wil als paar wedstrijden gaan rijden, dan dient men de laatste test opnieuw te doen van de partner met het laagste testnivaeu. Oftewel, de ene kandidaat heeft t/m zilver, de ander heeft t/m brons, beide partners testen voor het ijsdansen als paar dan vanaf brons. Tevens geldt dat alle testen vanaf Zilver als paar dienen te worden overgetest. Stel beide partners hebben solo Goud danstest getest, dan moet men toch opnieuw alle testen vanaf Zilver als paar afleggen. Wanneer een kandidaat een test als paar gereden heeft, kan hij zowel solo en als paar starten. Elke test kent slechts pass of fail, er worden geen separate punten gegeven. Voor elke dans zijn de aandachtspunten: Highlights, enkele belangrijke passen die goed uitgevoerd moeten zijn In de maat rijden Voor de vrije dans-testen bij goud en platina zijn de punten: Elementen zoals liften, passenseries, twizzles, pirouetten In de maat rijden Een test dient te worden afgenomen door drie juryleden. Om te slagen dient een rijder bij twee van de drie juryleden een pass te krijgen. Een kandidaat mag meerdere testen per keer afleggen, mits de kandidaat voor de eerste afgelegde test geslaagd is. Oftewel een kandidaat heeft zich opgegeven voor de Bronsdanstest en de Interzilverdanstest. Dan mag de kandidaat alleen de Interzilvertest afleggen, mits hij/zij geslaagd is voor de Bronsdanstest. 2. Samenstelling van de ijsdanstesten: 1. Interbrons: Dutch Waltz, Rythm Blues, Canasta Tango 2. Brons: Swing Dance, Riverside Rhumba, Fiesta Tango 3. Interzilver: Hickory Hoedown, Willow Waltz, Ten Fox 4. Zilver: Fourteenstep, European Waltz, Foxtrot 5. Intergoud: American Waltz, Tango, Rocker Foxtrot 6. Goud: Killian, Blues, Paso Doble, Starlight Waltz, Vrije Dans 3 minuten. 7. Platina: Viennese Waltz, Westminster Waltz, Quickstep, Argentine Tango, Vrije Dans 4 minuten 8. Master: Rhumba, Austrian Waltz, Cha Cha Congelado, Yankee Polka, Ravensburger Waltz, Tango Romantica, Silver Samba, Golden Waltz, Midnight Blues. (hier worden vier dansen uit geloot) 3. Volgorde van afleggen van de danstesten: 37

39 Bij het ijsdansen moeten de kandidaten de Interbrons test hebben gehaald voor het afleggen van de Brons test, de Brons test hebben gehaald voor het afleggen van de Interzilver test, de Interzilver test hebben gehaald voor het afleggen van de Zilver test, de Zilver test hebben gehaald voor het afleggen van de Intergoud test, de Intergoud test hebben gehaald voor het afleggen van de Goud test. De Goud test hebben gehaald voor het afleggen van de Platina test, De Platina test hebben gehaald voor het afleggen van de Master test. Par. 23 Elke dans wordt per jurylid met een pass of fail beoordeeld. Om te slagen moet de kandidaat per dans bij minimaal twee van de drie juryleden een pass gescoord hebben. Maximaal 1 dans mag aan het eind van de gehele test worden overgereden indien de kandidaat op dat moment nog niet geslaagd is. De scheidsrechter bepaalt of de kandidaat deze dans met de partner (indien de test met partner werd afgelegd) of solo moet overrijden. Tot slot een vergelijking met het oude testsysteem wat tot nu toe werd gebruikt, met het voorstel van het nieuwe testsysteem dat is ingegaan in seizoen 2009/2010: Oude testen Voortest 1 Voortest 2 Interbrons Brons Interzilver Zilver Intergoud Goud Nieuwe testen 1. Interbrons 2. Brons 3. Interzilver 4. Zilver 5. Intergoud 6. Goud 7. Platina 8. Master Par. 24 Par. 24a Testen Paarrijden Test 1 Zilver (Novice) Kür (tijdsduur 3:30 minuten +/- 10 seconden) volgens ISU Novice Guidelines categorie Advanced Novice A. Twee Lifts van groep 1,2,3, of 4, minimaal 1 rotatie van de heer B. Enkele of dubbele Lutz Twist lift C. Geworpen sprong (enkel of dubbel) D. Enkele of dubbele solo sprong E. Keuze uit Solo- of Paarrij-pirouette, positiewissels optioneel, voetwissel optioneel, minimaal 5 draaien F. Pivot-figuur of dodenspiraal naar keuze, pivot-positie van man is verplicht, minimaal 1 draai van de man G. Choreo Spirals H. Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Par. 24b Test 2 Intergoud (Junioren) Kür (tijdsduur max. 2:50); korte kür Junioren, zoals vermeld in ISU Regulations Rule 513 par. 4 A. Lift naar keuze van groep 3, 4 of 5 B. Dubbele Twist lift C. Geworpen dubbele of drievoudige sprong D. Dubbele solo sprong E. Paarrij-pirouette combinatie, 1 voetwissel, minimaal 1 positiewissel, minimaal 8 draaien totaal, minimaal level 2 F. Dodenspiraal voorwaarts binnenwaarts G. Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte 38

40 Par. 24c Test 3 Goud (Senioren); benodigd om deel te nemen in de categorie Senioren Kür (tijdsduur max. 2:50); korte kür Senioren, zoals vermeld in ISU Regulations Rule 513 par. 3 A. Lasso Lift naar keuze (groep 5), minimaal level 2 B. Dubbele of drievoudige Twist lift C. Geworpen dubbele of drievoudige sprong D. Dubbele of drievoudige solo sprong (minimaal dubbele Axel of moeilijker) E. Solo pirouette combinatie, 1 voetwissel, minimaal 1 positiewissel, minimaal 5 draaien op elke voet, minimaal level 3 F. Dodenspiraal voorwaarts binnenwaarts G. Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Par. 24d Normen om te slagen: a. maximum 2 elementen mogen na afloop van de kür elk 1 keer worden overgedaan b. alle elementen moeten de vereiste levels halen (indien niet apart gespecificeerd, dan level 1) c. voor elk element moet de GOE per jurylid 1 of beter bedragen De artikelen 519 t/m 524 zijn gereserveerd voor mogelijk toekomstige wijzigingen. Bijlage: 39

41 De testen Schaatsvaardigheid gelden voor alle disciplines. De disciplines Solorijden, IJsdansen, Paarrijden, Synchroonschaatsen en Showrijden moeten elkapart worden bekeken en vastgesteld 40

42 Algemeen wedstrijdreglement inline-skaten De wijzigingsvoorstellen zijn geaccordeerd door het sectiebestuur inline-skaten, de reglementencommissie, recordcommissie, het Algemeen Bestuur en de Ledenraad. Hierna wordt het gehele reglement weergegeven. De wijzigingen zijn onderstreept. Onderstaand reglement vervangt het Algemeen Wedstrijdreglement Skaten 2011 en is vastgesteld door de Ledenraad van juni Art. 1. Inleiding Dit Algemeen Wedstrijdreglement Inline-Skaten is van kracht met ingang van het wedstrijdseizoen 2012 en bevat de hoofdregels voor het rijden en houden van Inline-skatewedstrijden in Nederland. Naast dit Algemeen reglement kunnen specifieke en aanvullende regels en voorwaarden van kracht zijn. Gedurende het seizoen kunnen in dringende gevallen aanvullingen of wijzigingen op dit reglement plaatsvinden. Deze zullen worden gepubliceerd op de officiële site en dienen op het eerstvolgende vergadering van de Ledenraad ter goedkeuring te worden voorgelegd. Art. 2. Begrippen Inline-skatewedstrijd Onder een (Inline-skate)wedstrijd wordt één bepaalde wedstrijd verstaan over een vaste afstand of tijd voor één of meer categorieën. Eventueel kunnen meerdere wedstrijden samen tegelijkertijd op hetzelfde parkoers plaatsvinden, zowel met een gezamenlijke start als met enig tijdsverschil. Inline-skate-evenement Onder een (Inline-skate)evenement wordt een samenhangend geheel van een of meer wedstrijden op één of meer parkoersen verstaan, die binnen een bepaald tijdvak worden verreden. Een evenement wordt georganiseerd door een (evenement- of wedstrijd-) organisatie. Inline-skatecompetitie Een bepaald aantal wedstrijden (meestal over een langere periode) kan worden samengevoegd tot een competitie. De coördinatie van landelijke competities ligt bij het bondsbureau. De coördinatie en organisatie van regionale competities wordt bij Regionale Technische Commissies (RTC) ondergebracht. Waar in dit reglement gesproken wordt over rijders of deelnemers worden ook rijdsters en deelneemsters bedoeld. Waar in dit reglement wordt gesproken over de officiële site wordt schaatsen.nl of knsb.nl bedoeld. Art. 3. Parkoers 1. Het wedstrijdparkoers kan een baan, een weg of een marathonparkoers zijn. Een weg- of marathonparkoers kan zowel open als gesloten zijn. 2. De lengte van het parkoers is de lengte van het door het parkoers gevormde gesloten circuit of, indien het parkoers geen gesloten circuit vormt, de afstand van start tot finish. De lengte wordt gemeten vanaf 30cm vanaf de binnenkant van de wedstrijdbaan. 3. De feitelijke wedstrijdbaan moet duidelijk afgebakend en aangegeven zijn (natuurlijk of door een lijn of tekens). Bij een wegparcours behoort het trottoir niet tot het parcours, tenzij anders aangegeven. 41

43 4. De start- en finishlijn is een 5 centimeter brede witte lijn. De startlijn mag zich niet in een bocht bevinden behalve wanneer dit onoverkomelijk is. Bevindt de startlijn zich in een bocht, dan moet de startlijn zo aangegeven worden dat in het eerste deel van de race de binnen- en de buitenbaan dezelfde lengte hebben. De finishlijn bevindt zich op een recht stuk minimaal 50m na een bocht. Start- en finishlijn kunnen samenvallen. a. Baanparkoers 1. Een parkoers is een baan als deze twee rechte stukken heeft van de dezelfde lengte en symmetrische bochten heeft, waarvan de doorsnede (diameter) hetzelfde is. 2. De totale lengte van een baan mag niet minder zijn dan 125m, maar niet meer dan 400m en de breedte moet overal minstens 5 meter zijn. Nieuw te bouwen banen moeten een lengte hebben van is bij voorkeur 200m (minstens 200 meter en maximaal 400m) met een breedte van minstens 6 meter. 3. De gehele oppervlakte van de baan mag van elk willekeurig materiaal zijn, maar zal wel volkomen effen moeten zijn en moet voldoende grip hebben. 4. Een baan kan volkomen vlak zijn of kan zijn voorzien van naar buiten toe oplopende bochten. De rechte stukken mogen bij de bochten ook naar buiten toe oplopend zijn om de bocht in en uit te leiden. 33% van het totale rechte stuk moet echter volledig vlak zijn. 5. Een piste is een baan van meter met naar buiten toe oplopende bochten. De voorkeur gaat uit naar een 200m piste. De bochten moeten geleidelijk en gelijkmatig stijgen vanaf de binnenkant naar de buitenkant van de bocht of de piste kent parabolische bochten (tot en met 2014). De piste moet aan de buitenzijde voorzien zijn van een dichte doorzichtige boarding. b. Wegparkoers 1. Een gesloten wegparkoers mag niet korter dan 400 m zijn, maar niet langer dan 600m. 2. Een gesloten wegparkoers is een asymmetrisch gesloten parkoers die door de deelnemers diverse malen afgelegd moeten worden afhankelijk van de afstand. Het oppervlak moet vlak zijn zonder gaten en barsten. Een stijging of een daling in het parkoers mag niet meer dan 5% bedragen. 3. De start- en finishlijn vallen niet samen en worden aangegeven met een 5cm brede lijn. De startlijn ligt bij voorkeur niet in een bocht. De finishlijn ligt minimaal 50m na de laatste bocht. 4. Een wegparkoers moet minimaal 8 m breed zijn. Afwijkingen alleen in overleg met de sectie Inlineskaten. Deze toestemming kan verleend worden na een dispensatieaanvraag met betrekking tot het betreffende wegparkoers van de betreffende organisator. c. Marathonparkoers 1. Indien een parkoers niet voldoet aan de kwalificaties van een baan of een wegparkoers is dit een marathonparkoers. 2. De breedte van minstens 80% van het gehele beschikbare parkoers (bv ook een gedeelte van de weg) moet minimaal 4 meter bedragen. 3. Het gehele parkoers moet voldoende vlak zijn, zonder barsten, gaten of zwakke plekken. Minimaal 80% van het parkoers moet bestaan uit asfalt of beton. 4. Voor alle gevaarlijke gedeeltes in het parkoers (zoals scherpe bochten, hellingen, slecht wegdek, wegversmallingen) en obstakels dienen de rijders duidelijk en tijdig gewaarschuwd te worden. 5. De stijging/daling van (een gedeelte van) het parkoers mag nooit meer bedragen dan 5%. 6. Een parkoers korter dan 5 km dient volledig afgesloten te zijn voor al het openbare verkeer. Op overige parkoersen mag het openbare verkeer geen wedstrijdrijders inhalen en dient tegemoetkomend of zijwaarts naderend verkeer zoveel mogelijk rechts te stoppen en te wachten totdat de wedstrijdrijder(s) gepasseerd is/zijn. 7. De rijrichting op een parkoers korter dan 5 km is altijd linksom (dwz. tegen de wijzers van de klok in). 8. Bij een parkoers langer dan 1000 meter is er minimaal 1 motor of auto, die circa 100 meter voor de eerste rijders uit rijdt en in geen geval rijders hindert, bevoordeelt of in gevaar brengt. Tevens kan de jury dan gebruik maken van volgauto s (ter beoordeling aan de jury). 9. Bij parkoersen langer dan 10 km dienen voldoende volgauto s (met EHBO) beschikbaar te zijn (aantal afhankelijk van lengte parkoers en aantal deelnemers) voor gewonden of uitvallers. 10. Bij parkoersen langer dan 10 km dient minstens na elke 10 km een verzorgingspost aanwezig te zijn (met voedsel/drank/ehbo/telefoon). 11. De sectie Inline-skaten kan dispensatie verlenen voor het gestelde in lid 2 en lid 8. 42

44 Art. 4. Vergunning, keuring, voorzieningen en materiaal 1. Er dienen aan de organisatie van overheidswege de benodigde vergunningen te zijn gegeven voor het houden van het betreffende evenement op het betreffende parkoers in het betreffende tijdvak. Ook dient zonodig nader overleg met de lokale overheid te hebben plaatsgevonden over inzet van politie cq. verkeersregelaars. 2.a. Een nieuw of gedeeltelijk nieuw parkoers (als ook de gehele accommodatie, inclusief ruimtes voor rijders, jury en eventueel pers) dient zo spoedig mogelijk na aanvraag van het evenement te worden gekeurd door een hiervoor gediplomeerd en gecertificeerd parkoerskeurder van de KNSB. 2.b. Om de drie jaar moet een herkeuring plaatsvinden. Tevens wordt door deze de lengte van het parkoers (na)gemeten. 2.c. Aanwijzingen voor verbetering en beveiliging van parkoers en accommodatie dienen op de dag van het evenement te zijn gerealiseerd. 2.d. De bevindingen van de parkoerskeuring worden vastgelegd in een parkoerskeuringformulier. Een afschrift van dit formulier wordt voor aanvang van de wedstrijd door de organisatie overhandigd aan de hoofdscheidsrechter ter beoordeling van het parkoers. 3. Op elke dag van een evenement wordt het parkoers (incl. beveiliging) voor aanvang van de wedstrijden gekeurd door de hoofdscheidsrechter m.b.v. het parkoerskeuringformulier. 4. De parkoerskeurder en/of jury kan een uitzondering op de in dit reglement gestelde regels maken voor regionale wedstrijden als naar zijn/haar oordeel een normaal wedstrijdverloop mogelijk blijft en de veiligheid van de rijders hierdoor niet in gevaar komt. 5. De hoofdscheidsrechter is op de dag van het evenement geheel verantwoordelijk voor de conditie en veiligheid van het parkoers. Als de parkoersconditie een normaal verloop van een wedstrijd belemmert (bv door het weer) kan de hoofdscheidsrechter de wedstrijd voor een bepaalde tijd uitstellen, onderbreken, neutraliseren, inkorten of helemaal afgelasten. Het besluit tot afgelasten van de wedstrijd wordt uiterlijk 4 uur voor aanvang van de wedstrijd genomen door de hoofdscheidsrechter. Hij informeert direct de wedstrijdcoördinator die zorg draagt voor publicatie op schaatsen.nl als nieuwsitem en bij de wedstrijdinformatie 4 uur voor aanvang van de wedstrijd. 6. Wanneer series/voorrondes worden verreden, moeten de condities bij alle gelijkwaardige series/voorrondes zoveel mogelijk overeenkomen. Zonodig kan de jury de al verreden series/voorrondes ongeldig verklaren en opnieuw laten verrijden. 7. Het parkoers moet bij grote (verwachte) publieke belangstelling zo goed mogelijk afgesloten zijn voor het publiek (zonodig met dranghekken en/of kussens). Dit geldt in ieder geval vanaf 50 meter voor tot 50 meter na de start en finish. 8. Alle obstakels op of dicht langs het parkoers die gevaar op kunnen leveren voor de rijders dienen duidelijk zichtbaar gemaakt te worden voor de rijders en dienen zo goed mogelijk met zacht materiaal afgeschermd te zijn. 9. Ter hoogte van de finish dient een verhoogde, overdekte juryruimte te zijn, waar de jury haar werk naar behoren kan verrichten. 10. Er dient een geluidsinstallatie aanwezig te zijn waardoor de microfonist op een afstand van tenminste 200 meter voor en na de finish verstaanbaar is voor publiek en rijders. 11. Kleedgelegenheid voor zowel dames, heren en juryleden. 12. Benodigde finishapparatuur voor landelijke wedstrijden: videocamera of fotofinish en een elektronische startlijn. Voor marathonwedstrijden wordt dit aangevuld met een finishboog en een finishstraat, waar de laatste 500m wordt aangegeven. 13. Het parkoers moet tijdens de duur van een evenement vanaf zonsondergang over de gehele lengte voldoende verlicht zijn. Is een evenement op een onvoldoende verlicht parkoers door onvoorziene omstandigheden niet beëindigd voor zonsondergang dan beslist de jury over de voortgang ervan. 14. Bij de finish hangen lampen op 2,5 3,0 m hoogte. Op 1 m hoogte geven de lampen 2200 lux. De minimaal vereiste gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is voor regionale wedstrijden en trainingen minimaal 200 lux en voor landelijke wedstrijden bij voorkeur 500 lux. 15. Het parkoers moet vlak voor aanvang van het evenement zo goed mogelijk zijn schoongemaakt/ geveegd. 16. Er is minimaal EHBO aanwezig. Bij grotere evenementen is er ook een dokter en een ambulance standby. Een en ander afhankelijk van de wedstrijd- en vergunningsvoorwaarden. 17. De aanwezige EHBO wordt geïnstrueerd door de hoofdscheidsrechter, qua positie bij voorkeur in het midden van de baan/parkoers en afspraken dienen gemaakt te worden over het betreden of het oversteken van het parkoers bij een valpartij. 43

45 Art. 5. Deelname en inschrijving Deelname aan wedstrijden 1. Deelname aan een competitie of wedstrijd is alleen mogelijk voor rijders van die categorie(ën) waarvoor deze is opengesteld. Als uitzondering hierop kunnen alleen door de Sectie Inline-skaten andere rijders worden toegelaten om deel te nemen. 2. Deelname aan andere wedstrijden op Nederlands grondgebied dan waar voor KNSB-Inlineskatelicentie is afgegeven, is verboden voor licentiehouders, tenzij hiervoor toestemming voor gegeven is vanuit het Sectiebestuur, bij overtreden van dit artikel kunnen door het Sectiebestuur sancties worden opgelegd. 3. Een deelnemer aan een wedstrijd kan de organisatie niet verantwoordelijk stellen voor schade opgelopen tijdens, voor of na de wedstrijd georganiseerd onder auspiciën van de KNSB. 4. Overeenkomstig het algemeen reglement verplicht elke licentiehouder zich om slechts met voorafgaande schriftelijke toestemming van de sectie Inline-skaten uit te komen in, dan wel mede te werken aan een wedstrijd die niet door of onder auspiciën van de KNSB of van een door haar erkende organisatie is georganiseerd of waarvoor de vereiste toestemming niet is verleend. 5. Voor het deelnemen van licentiehouders aan wedstrijden die niet onder de KNSB, CERS, FIRS of een daarbij aangesloten buitenlandse bond vallen is toestemming van de KNSB sectie Inlineskaten vereist. 6. Rijders die een Inline-skatelicentie hebben en die deelnemen aan (een) wedstrijd(en) in het buitenland, moeten dit tijdig vooraf melden bij het bondsbureau. Deelname van een Inlineskatelicentiehouder aan een wedstrijd die niet onder auspiciën van het Sectiebestuur van de KNSB is uitgeschreven is niet toegestaan. 7. Junioren B jongens zijn gerechtigd te starten in een wegwedstrijd in de senior B-categorie en junioren B meisjes in de senior D1-categorie, mits er op die dag geen Landelijke Jeugdwedstrijd (inclusief Nationale Kampioenschappen) is geprogrammeerd. Opgave voor deelname via de reguliere inschrijving. 8. Jeugdwedstrijden zijn niet opengesteld voor junioren A jongens en junioren A meisjes. Deelname aan competitie 9. De sectie Inline-skaten organiseert diverse landelijke en regionale competities. Deze competities en de bijbehorende wedstrijden worden gecommuniceerd via de officiële website. 10. Deelnemers aan een competitie zijn niet verplicht aan alle tot de competitie behorende wedstrijden deel te nemen. Een wedstrijdcommissie kan hiervoor echter aanvullende en/of afwijkende regels opstellen (bv 70% startplicht). 11. Voor de deelname aan een seniorenwedstrijd of -competitie is inschrijfgeld verschuldigd (te bepalen door sectie Inline-skaten). Voor deelname aan landelijke jeugdwedstrijden is geen inschrijfgeld verschuldigd. 12. Rijders met een jaarlicentie die willen deelnemen aan een competitiewedstrijd en nog niet het betreffende competitie-inschrijfgeld hebben voldaan, kunnen alleen deelnemen door alsnog het verschuldigde competitie-inschrijfgeld ter plaatse voorafgaand aan de wedstrijd te voldoen. Inschrijving met jaarlicentie 13. De gegevens van alle evenementen, wedstrijden en competities onder auspiciën van de KNSB worden in een zo vroeg mogelijk stadium door de KNSB bekendgemaakt via de evenementenen/of wedstrijdkalender(s) met vermelding van de wedstrijden en categorieën. 14. Om aan een landelijke en/of regionale wedstrijd deel te kunnen nemen dient een rijder met een jaarlicentie zich voor de uiterste inschrijfdatum in te schrijven via de officiële site met behulp van zijn Inline-skate lidnummer. 15. Om in te kunnen schrijven heeft elke rijder (met uitzondering van de categorieën Pupil 2, 3 en 4) ook zijn eigen transpondernummer nodig. 16. Iedere rijder is naast de digitale inschrijving (zie lid 12) verplicht minimaal een half uur voor aanvang van elke wedstrijd waaraan hij deelneemt de presentielijst te tekenen of te laten tekenen door zijn door de KNSB erkende ploegleider. Hierbij moet op verzoek de geldige KNSB-Inlineskatelicentie en AMB-transponder getoond kunnen worden. 17. Indien niet voldaan aan lid 12, dan is bijschrijven tegen betaling ter plaatse als wedstrijddeelnemer mogelijk. Bijschrijven is niet mogelijk wanneer het maximum aantal deelnemers per wedstrijdcategorie bereikt is. 44

46 18. Indien rijders na inschrijving niet deel kunnen/willen nemen aan de betreffende wedstrijd dienen zij zich zo mogelijk weer voor de inschrijfdatum af te melden. Tot 24 uur voor de wedstrijd kan dit via de inschrijfmodule. Inschrijving met daglicentie 19. Niet-leden of rijders die niet in het bezit zijn van een wedstrijdlicentie kunnen, indien de ruimte dit toelaat, maximaal 2 wedstrijden deelnemen op een daglicentie. Hierna dienen ze in het bezit te zijn van een reguliere licentie. De kosten van een daglicentie zijn exclusief het eventuele inschrijfgeld en transponderhuur. 20. Rijders die op daglicentie willen deelnemen, dienen zich uiterlijk een half uur voor aanvang van de wedstrijd te melden bij het wedstrijdsecretariaat. De Sectie Inline-skaten houdt zich daarnaast het recht voor in bijzondere gevallen rijders op uitnodiging via een daglicentie te laten deelnemen aan wedstrijden. 21. Rijders die op een daglicentie willen deelnemen, worden in overleg toegevoegd aan een categorie. Met name voor hen is ook van belang dat ze in de categorieën senior A, senior B, senior C1, senior D1 en Masters de wedstrijd onmiddellijk moeten beëindigen wanneer ze meer dan een ronde achterstand hebben opgelopen. 22. a. Rijders die op een daglicentie deelnemen aan een landelijke wedstrijd worden in de uitslag opgenomen en komen in aanmerking voor de dagprijzen, zij komen niet in aanmerking voor klassementspunten. b. Rijders die op een daglicentie deelnemen aan een regionale wedstrijd worden opgenomen in de uitslag, komen in aanmerking voor de dagprijzen en krijgen punten voor het regionale klassement. Dit als stimulans om na kennismaking met de wedstrijdsport volwaardig aan de competitie deel te nemen. Inschrijving ploegen voor de marathoncompetitie 23. Ploegen mogen per categorie bestaan uit maximaal 6 vaste rijders, die als zodanig uniek herkenbaar moeten zijn en waarvan een door de KNSB erkend ploegleider (d.w.z. met licentie) de belangen mag behartigen. Er mogen maximaal vijf rijders van één ploeg per wedstrijd aan de start staan. De namen mogen eventueel worden afgewisseld, als een ploeg zes rijders onder contract heeft. Als er meer rijders onder contract staan moet er een tweede ploeg worden ingesteld. Art. 6. Officiële afstanden voor Nederlandse Kampioenschappen 1. Er worden jaarlijks vier officiële NK s gehouden: NK Baan, NK Weg, NK Marathon en Open NK. Deelnamecriteria voor het NK Baan en NK Weg worden jaarlijks door de sectie Inline-skaten vastgesteld. Voor het NK Marathon en de Open NK gelden geen deelnamecriteria, met die uitzondering wanneer het parkoers een beperkt aantal rijders toelaat. Deelname 2. Aan nationale kampioenschappen, kan uitsluitend worden deelgenomen door individuele licentiehouders behorend tot de categorie waarvoor het kampioenschap wordt georganiseerd, en die: - de Nederlandse nationaliteit bezitten; - daartoe door het sectiebestuur zijn uitgenodigd; 3. Deelnemers en reserves worden minimaal veertien dagen voor het NK baan, weg of marathon per afstand uitgenodigd. Deze uitnodiging dient door elke rijder bevestigd te worden per afstand 7 dagen voor het NK via de in de uitnodigingsbrief vermeldde procedure. 4. Uitzondering op lid 3, is de aflossing. Tot 7 dagen voor de wedstrijd kan een team met maximaal vier deelnemers zich inschrijven. Het NK wordt alleen verreden wanneer er minimaal vijf teams hebben ingeschreven en een half uur voor de wedstrijd zich melden. 5. Voor zover noodzakelijk zullen de deelnemers worden geselecteerd en uitgenodigd aan de hand van de uitslagen, behaald in jaarlijks door het sectiebestuur in samenspraak met de selectiecommissie aan te wijzen wedstrijden in Nederland. 6. Leden van de Nationale Selectie en leden van Jong Oranje zijn altijd startgerechtigd aan de nationale kampioenschappen, mits zij de betreffende afstanden regulier rijden en hun uitnodiging bevestigd hebben. 45

47 7. Het sectiebestuur kan, op voorstel van de bondscoach, niet geselecteerde rijders/rijdsters uitnodigen voor deelname aan de nationale kampioenschappen. 8. Het Nederlands kampioenschap baan, weg en marathon in de betreffende categorie wordt alleen gehouden wanneer er bij de voorinschrijving een half uur voor de wedstrijd minimaal 12 deelnemers zijn. Zijn er geen 12 deelnemers dan vervalt het kampioenschap voor deze categorie. De wedstrijd kan wel gehouden worden met de aanwezige deelnemers in de vorm van een trainingswedstrijd. 9. Het maximale aantal deelnemers per categorie is: afstand 300m 500m 1.000m aflossing baan/piste teams weg teams afstand 3.000m > m en 5.000m > m en m > m baan/piste afstand 3.000m > m en 5.000m > m en m > m weg geen max. 10. Licentiehouders mogen ook op de dag(en) waarop voor hun categorie een nationaal kampioenschap wordt verreden slechts met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het Sectiebestuur Inline-skaten aan een wedstrijd buiten Nederland deelnemen. 11. De voor een nationaal kampioenschap geselecteerde deelnemers mogen op de dag(en) waarop dat kampioenschap wordt verreden niet aan een andere wedstrijd deelnemen. Sanctie op het niet naleven van deze regel is een schorsing, opgelegd door het Sectiebestuur op voordracht van de hoofdscheidsrechter, voor de twee eerstvolgende landelijke wedstrijden waarvoor de deelnemer zich inschrijft. Afstanden en categorieën 12. Mogelijke officiële afzonderlijke wedstrijden NK Baan 300m tijdrit, 500m sprint, 1000m in line, puntenkoers afvalkoers afval/puntenkoers, aflossing. Deelnemende categorieën zijn (dames, heren): masters 40+ (D) masters 40+( H) masters 50+ (D) masters 50+ (H) masters 60+ (D) masters 60+ (H) senioren (D) senioren (H) junioren A (D) junioren A (H) junioren B (D) junioren B ( H) kadetten (D) kadetten (H) pupillen 1 (D) pupillen 1 (H) 13. Mogelijke officiële afzonderlijke wedstrijden NK Weg 200m tijdrit, 500m sprint, puntenkoers, afvalkoers, afval/puntenkoers aflossing. Deelnemende categorieën zijn (dames, heren): masters 40+ (D) masters 40+( H) masters 50+ (D) masters 50+ (H) masters 60+ (D) masters 60+ (H) 46

48 senioren (D) senioren (H) junioren A (D) junioren A (H) junioren B (D) junioren B ( H) kadetten (D) kadetten (H) 14. Officiële afstand NK Marathon: 42,195 km. Deelnemende categorieën zijn (dames, heren): masters 40+ (D) masters 40+( H) masters 50+ (D) masters 50+ (H) masters 60+ (D) senioren (D) masters 60+ (H) senioren A-licentie (H) senioren B-licentie (H) senioren C-licentie (H) junioren A (D) junioren A (H) junioren B (D) junioren B ( H) kadetten (D) kadetten (H) 15. Officiële afstand Open NK Marathon: senioren heren A: 100 km senioren heren B: 60 km senioren dames: 60 km masters 60 km Aan het ONK mogen meedoen alle Nederlandse deelnemers met een KNSB-Inline-skatelicentie en buitenlandse deelnemers die kunnen aantonen lid en in het bezit van een licentie te zijn van hun nationale bond. Bijschrijving is niet mogelijk. Huldiging bij Nationale Kampioenschappen 16. Voor elke titel van Nationaal kampioen wordt een officiële huldiging gehouden. 17. Binnen 5 minuten na afloop van elke categorie (tenzij anders bepaald en gecommuniceerd), moeten de Nationaal kampioen en de als tweede en derde geplaatsten gereed zijn voor de officiële huldiging die zal worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de hoofdscheidsrechter. 18. Voor de drie eerst geklasseerden per categorie is een medaille beschikbaar. 19. Aan de winna(a)r(es) van het NK marathon senior A heren en dames en het ONK wordt een kampioenspak uitgereikt. 20. De rijders verschijnen in de wedstrijduitrusting van hun vereniging, team of nationale selectie, maar blootshoofds en zonder koersbril, tot zij het officiële huldigingpodium hebben verlaten. Rijders komen aanrijden en verlaten het podium met helm vast geklikt op hun hoofd. 21. De huldiging wordt exclusief begeleid door de hoofdscheidsrechter, een lid van het Algemeen Bestuur of een aangewezen vertegenwoordiger van het Algemeen Bestuur die de gouden, zilveren en bronzen medailles uitreikt. De rondemiss(en) en/of vertegenwoordiger(s) van de organisatie reiken de medailles aan en de bloemen uit. 22. De nationale vlag zal worden gehesen aan de eremast en het nationale volkslied zal worden gespeeld. 23. Een kampioen die een kampioenstrui of pak heeft ontvangen waarop de voorgeschreven reclame van zijn hoofdsponsor is aangebracht mag het pak/de trui niet eerder dragen dan op de dag volgend op die waarop hij die trui/pak ontvangen heeft. 24. Van de prijswinnende teams bij de aflossing ontvangen alleen de teamleden die daadwerkelijk aan de aflossing (halve finale, finale) hebben deelgenomen, een medaille. Art. 7. Algemene regels 1. Alle deelnemers dienen zich bij de wedstrijden jegens iedereen sportief en fatsoenlijk te gedragen. Diegenen die zich negatief of onsportief gedragen kunnen door de scheidsrechter uitgesloten worden van deelname. 2. Verbale agressie en obscene gebaren van rijders naar andere rijders, juryleden en/of publiek leiden tot diskwalificatie en melding aan het Sectiebestuur Inline-skaten voor eventuele verdere maatregelen. 3. De deelnemers moeten de eindstreep bereiken langs de kortste denkbeeldige lijn, zonder onnodige bewegingen die andere deelnemers hinderen of in gevaar brengen. 47

49 4. Deelnemers mogen, indien ze worden ingehaald, niet van hun lijn afwijken om dit te verhinderen. 5. Het is niet toegestaan voor de deelnemers om hulp van derden te accepteren van welke aard dan ook. Zelfstandig van materiaal verwisselen is toegestaan voor zo ver daardoor andere rijders niet in gevaar worden gebracht of gehinderd. 6. De deelnemer mag niet met zijn Inline-skate buiten de wedstrijdbaan komen, behalve als dit gebeurt door een onvoorziene omstandigheid of door een andere rijder wordt veroorzaakt. 7. Een rijder mag zijn verworven plek in het peloton niet beschermen met zijn handen. Hij kan die plek enkel en alleen beschermen door dicht achter zijn voorstander te blijven. Omgekeerd geldt dat wanneer 2 rijders dicht op elkaar rijden, een andere rijder zich daar niet tussen mag dringen. 8. In geen geval mag een deelnemer een mededeelnemer opzij duwen of hem afsnijden. Het is verder niet toegestaan om zich te laten trekken of duwen, anderen te hinderen of via lichamelijk contact te helpen of te laten helpen. 9. Een rijder mag zijn kapotte skate/skeeler, zonder hulp van anderen, repareren gedurende de wedstrijd, maar mag hierbij de wedstrijd niet hinderen. 10. Deelnemers die zich niet houden aan de hierboven genoemde regels kunnen een waarschuwing of diskwalificatie toegewezen krijgen. 11. Na een val, mag een deelnemer de wedstrijd vervolgen, maar alleen wanneer hij/zij zelf opgestaan is. Wanneer de deelnemer hierbij hulp krijgt van een ander, dan wordt hij/zij uitgesloten van die wedstrijd. 12. Verzorging door derden (voedsel en drinken) is alleen toegestaan als dit expliciet vooraf is aangegeven op de dan toegestane plaats(en). 13. Rijders dienen te allen tijde de instructies van jury en organisatie op te volgen. 14. Het gebruik van doping is uiteraard in het geheel niet toegestaan. De KNSB heeft een eigen dopingreglement dat hiervoor van toepassing is. Art. 8. Start 1. Bij alle wedstrijden is een start vanuit stilstand van achter de startlijn voorgeschreven. 2. Het startsignaal wordt door een startschot of door een ander akoestisch signaal gegeven (behalve bij een tijdrit waarbij de start vrij is). 3. Het startsignaal wordt gegeven binnen 10 seconden, nadat de deelnemers achter de startlijn en 50cm van elkaar staan. De startpositie, cq. -volgorde kan door de jury worden bepaald door loting of op basis van eerdere wedstrijdresultaten, waarbij de snelste rijders het eerst worden opgeroepen. De winnaars van elkaar opvolgende series hebben het recht om te starten van uit een door hen gekozen startpositie. 4. Bij een tijdrit is er een startlijn en een tweede lijn, 60 cm achter de startlijn. De deelnemer plaatst minstens één skate/skeeler tussen de startlijn en de tweede lijn. De deelnemer kan zelf bepalen wanneer hij start. Eén skate/skeeler dient door het elektronisch oog te gaan om de tijd te activeren. 5. Bij een tijdrit wordt gestart in volgorde van langzaamste tijd behaald in eerder nader te bepalen wedstrijdresultaten. 6. Bij massastarts roept de starter attentie en dan schiet hij de deelnemers weg. 7. Wanneer een rijder(ster) na 2 oproepen met een minuut tussentijd niet aan de start verschijnt volgt uitsluiting van dat onderdeel. 8. Een start kan door de starter ongeldig worden verklaard: a. wanneer een van de rijders te vroeg of onreglementair start of een andere rijder bewust dan wel onbewust hindert bij of vlak na de start b. wanneer een deelnemer een mechanisch defect heeft bij een wedstrijd op tijd of iets anders waar hij niets aan kan doen. c. Wanneer de finishfoto, AMB/systeem of video niet werkt. d. Wanneer er bij een massastart binnen 130 meter vanaf de startlijn meer dan één deelnemer ten val komen, kan er een herstart plaatsvinden. Dit wordt aangegeven met een (fluit)signaal door de starter. Deze afstand moet duidelijk aangegeven zijn en zichtbaar voor de jury. e. Bij een ongeldige start roept de starter alle rijders terug achter de startlijn. De rijders nemen hun positie weer in en de start wordt herhaald. Degene die te vroeg start krijgt een valse start. f. Na 3 valse starts van dezelfde rijder volgt diskwalificatie. 9. Eerder gemaakte valse starts worden niet meegenomen naar het vervolg van het evenement. 10. De hoofdscheidsrechter kan een starter overrulen, wanneer de hoofdscheidsrechter van mening is dat er sprake is van een ongeldige start, terwijl de starter een geldige start geeft. 48

50 11. Met de start van meerdere categorieën in de wedstrijd kan een onderling tijdsverschil worden aangehouden bij de start. Worden eerder gestarte deelnemers ingehaald dan mogen de ingehaalde deelnemers niet aansluiten maar dienen tenminste 50 meter afstand te houden en dienen de juryaanwijzingen op te volgen. Bij een gezamenlijke start van alle categorieën geldt deze regel niet. Art. 9. Aankomst en uitslag Het finishen 1. Rijders die de wedstrijd op eigen initiatief voortijdig (moeten) beëindigen dienen dit terstond te melden bij de jury. Zij worden niet in de uitslag opgenomen (DNF) en ontvangen indien van toepassing geen klassementspunten. 2. Tijdens de finishprocedure mogen reeds gefinishte deelnemers zich niet bevinden op het laatste stuk vóór de finishlijn. 3. Het moment van finishen (of doorkomen) wordt in principe bepaald door het moment waarop het voorste stuk van de voorste skate het denkbeeldige vlak boven de finishlijn doorsnijdt, op de voorwaarde dat een deel van de skate het oppervlak van het parkoers raakt. Is dit niet het geval dan wordt het moment van finishen bepaald, als het voorste deel van de tweede skate het vlak boven de finishlijn doorsnijdt, ongeacht of deze het oppervlak raakt. 4. De wedstrijd is afgelopen wanneer de voorste rijder de finishlijn is gepasseerd. De gedubbelde rijders, voor zover zij zich op de baan bevinden, beëindigen de wedstrijd bij het bereiken van de finishlijn. Afsprintprocedure criterium/marathon 5. De jury laat de deelnemers op achterstand de wedstrijd uitrijden of kan vanuit veiligheidsoverwegingen het deelnemersveld opschonen door de achterblijvers eerder te laten finishen en te klasseren. 6. Voor de categorieën senior A, B, C, D en masters geldt voor elke wedstrijd dat deelnemers met meer dan een ronde achterstand op het peloton onmiddellijk de wedstrijd dienen te verlaten, tenzij de jury anders beslist. 7. Rijders die (bijna) een ronde ingehaald worden en een gevaar kunnen vormen voor de andere rijders, dan wel het sportieve verloop van de wedstrijd kunnen beïnvloeden, moeten op aangeven van de jury voldoende ruimte geven aan de overige rijders en/of de wedstrijd beëindigen bij de eerstvolgende doorkomst van start/finish. 8. In de finale van de criteriumwedstrijden rijden de koploper(s) de finale en worden de overige deelnemers uit de wedstrijd genomen, dit om een goed overzicht te houden en wedstrijdbeïnvloeding van andere deelnemers te voorkomen. Aankomst tijdritten 9. Bij tijdritten is de snelste tijd bepalend. Bij een exact gelijke tijd wordt door de betreffende rijders een extra rit verreden, voor zover het de klasseringen 1, 2 en/of 3 betreft. Voor overige posities worden rijders met dezelfde tijd ex-aequo geklasseerd. 10. Bij tijdritten wordt gebruik gemaakt van elektronische tijdwaarneming. Vaststelling uitslagen 11. De aankomstrechter is verantwoordelijk voor het vaststellen van de uitslagen. 12. Bij gebruik van het AMB-systeem worden doorkomsten en finish bepaald door de tijdsregistraties via de transponders. Voor de bepaling van de finishuitslag wordt - behalve bij tijdritten - door de jury ook altijd een video-opname gemaakt in het verlengde van de finishlijn (dwars op de finish). 13. De jury heeft hulpmiddelen opgesteld voor de vaststelling van de einduitslag, bij uitval van de hulpmiddelen zijn de handopnames bepalend voor de uitslag. 14. De eerste vijf aankomenden worden altijd per video gecheckt ten behoeve van het bepalen van de podiumplaatsen. De eerste vijf van de tussensprints worden indien nodig geacht door de aankomstrechter gecheckt op de video voor het bepalen van de premie/punten. De aankomstrechter bepaalt de uitslag. De transponderregistratie is bepalend voor de overige klasseringen. 15. Alle rijders die gefinisht zijn of door de jury uit de wedstrijd zijn genomen, worden opgenomen in de daguitslag en krijgen punten toegekend. Rijders worden geklasseerd naar gelang het aantal gereden rondes en daarbinnen naar snelste tijd. 49

51 16. Rijders kunnen ex-aequo worden geklasseerd indien op generlei wijze onderlinge verschillen kunnen worden vastgesteld. Indien van toepassing krijgen zij ieder hetzelfde aantal punten als de eerste in deze groep. Publicatie uitslagen 17. Aan het einde van iedere wedstrijd deelt de speaker zo spoedig mogelijk de volgorde van aankomst mee (voor een criterium/marathon de eerste 20 aankomenden). 18. Tevens wordt deze volgorde van aankomst opgehangen/beschikbaar gesteld bij een (vooraf) aangegeven punt bij de accommodatie en/of juryruimte/-bus. 19. De volledige uitslagen en eventuele klassementen worden zo spoedig mogelijk op de officiële website gepubliceerd en bij correcties daar terstond aangepast. 20. De uitslag van de wedstrijden is 30 minuten na de officieuze bekendmaking, officieel en kunnen de prijzen worden afgehaald. De KNSB zal geen energie steken in opmerkingen c.q. mails over de officiële uitslag. 21. De tussenstanden van de klassementen zullen bij het wedstrijdsecretariaat ter inzage liggen voor de deelnemers. 25. De eerste drie van de uitslag en eventueel het nieuwe klassement dienen zich zo spoedig mogelijk na de wedstrijd beschikbaar te houden voor de huldiging. De rijders verschijnen in de wedstrijduitrusting van hun vereniging, team of nationale selectie, maar blootshoofds en zonder koersbril, tot zij het huldigingpodium hebben verlaten. Rijders komen aanrijden en verlaten het podium met helm vast geklikt op hun hoofd. Premiesprints 22. Een premiesprint wordt door het luiden van de bel en door de speaker via de geluidsinstallatie aangekondigd. Een premiesprint wordt verreden over één ronde. De speaker vermeldt het aantal te klasseren deelnemers. 23. Premiesprints mogen aan groepen worden toegekend, mits daardoor het wedstrijdverloop niet nadelig wordt beïnvloed. Deelnemers met één of meer volle ronden voorsprong, dingen mee op basis van gelijkheid met het peloton. 24. Aan premiesprints zijn prijzen verbonden. Puntentelling 25. Bij een gelijk aantal klassementspunten is de hoogst behaalde klassering in een wedstrijd van die competitie bepalend. Indien dit gelijk is dan is het aantal malen dat deze hoogste klassering is behaald bepalend. Is ook dit gelijk dan is de op 1 na hoogste klassering bepalend, etc. Indien dit nog steeds een ex equo oplevert dan is de klassering op de laatste afstand bepalend. Zie art. 12 h 26. Bij een 3-ronden klassement is er bij elke sprint 3 punten voor de winnaar van de tussen elke sprint, 2 punten voor degene die als tweede over de streep komt en 1 punt voor de derde. De punten worden per rijder opgeteld. De rijder met de meeste punten wint het 3-ronden klassement. Bij een gelijk aantal punten is de volgorde van de laatste klassering beslissend. 27. Bij de leidersprijs wordt er elke ronde aan die rijder die als eerste over de streep komt 1 punt toegekend. De punten worden per rijder opgeteld. De rijder met de meeste punten aan het eind van de wedstrijd wint de leidersprijs. Bij een gelijk aantal punten is de volgorde van de laatste klassering beslissend. 28. Bij het ploegenklassement worden van ieder A-team per wedstrijd de punten van de drie hoogst geklasseerde ploegleden bij elkaar opgeteld. Dit totaal wordt toegevoegd aan het ploegenklassement, waar dat van toepassing is. 29. Bij het sprintklassement zijn er vijf sprints. Bij elke sprint zijn er 5 punten voor de winnaar van de tussensprint, 4, 3, 2 en 1 punt voor de volgende rijders (zie hieronder). De punten worden per rijder opgeteld. De rijder met de meeste punten wint het sprintklassement. Bij een gelijk aantal punten is de volgorde van de laatste klassering beslissend. Puntensprints (alleen bij KPN Inline-Cup A-rijdersen Dameswedstrijd) plaats punten

52 Voor rijders die deelnemen aan landelijke competities is de puntenwaardering bij het bereiken van de finish in volgorde van klassering: Winnaar van de wedstrijd plaats punten Protest 31. Een eventueel protest tegen de uitslag dient binnen 15 minuten na eerste mededeling bij de scheidsrechter te worden ingediend door de betreffende rijder of zijn/haar als zodanig door de KNSB erkende ploegleider. 32. De hoofdscheidsrechter beslist onder andere op basis van de aard van het protest en de betekenis daarvan of dit protest ter plaatse in behandeling wordt genomen. 33. Wanneer het protest betrekking heeft op de uitslag, dan kan er een verzoek worden ingediend om de fotofinish of de video te mogen bekijken door de indiener/ploegleider. Zo n verzoek wordt ook ingediend binnen 15 minuten. De hoogte van het bedrag wordt jaarlijks door de sectie vastgesteld. De kosten hiervoor bedragen 20,00. Dit bedrag is in 2010 vastgesteld en kan later worden aangepast. 34. Wordt een protest afgewezen, niet in behandeling genomen of is er ter plaatse geen protest ingediend, dan kan de rijder binnen 48 uur na de wedstrijd alsnog schriftelijk protest indienen. Hij dient dit protest te doen toekomen aan het bondsbureau met vermelding van de betreffende wedstrijd. De kosten hiervan bedragen 100,-. Dit bedrag is in 2010 vastgesteld en kan later worden aangepast. De tuchtcommissie, na overleg met de jurycommissie, dient vervolgens binnen 1 week na ontvangst via het bondsbureau de rijder over de afwijzing/toekenning van het protest te informeren. 35. Wordt de rijder in het gelijk gesteld, dan wordt de uitslag gecorrigeerd en vervalt de betaling van het bedrag genoemd in lid Afgezien van protesten is het door de jury nog mogelijk de uitslag binnen 1 week na de wedstrijd te corrigeren exclusief uitkomsten van tuchtzaken die van invloed kunnen zijn op de uitslag. 51

53 Art. 10. Kleding en uitrusting Kleding 1. Deelnemers aan Inline-skatewedstrijden dienen passende en fatsoenlijke sportkleding te dragen, bij voorkeur een Inline-skatepak. Teksten en sponsoruitingen mogen de gangbare fatsoensnormen niet overschrijden en niet provocerend zijn. Fluorescerende kleding, teksten of afbeeldingen zijn niet toegestaan. 2. Kleuren en vormgeving van kampioenspakken (NK, EK en WK) zijn strikt voorbehouden aan de huidige kampioenen. De kleuren en vormgeving van het nationale tenue zijn voorbehouden aan de leden van de nationale selecties, die dit alleen op aangeven van de KNSB mogen en moeten dragen. 3. Op de kleding mogen een of meerdere reclame- of sponsoruitingen worden aangebracht. 4. Indien van toepassing ontvangt de leider van een klassement een leiderspak. Hij/zij dient dit tijdens de betreffende wedstrijd te dragen. Reclame-uitingen die de betreffende rijder normaal op zijn/haar pak draagt, mogen ook op het leiderspak worden aangebracht, maar op kosten van de sponsor(en) en niet op de plaats van de rug- en beennummers. Uitrusting 5. Het dragen van een deugdelijke met keurmerk (EN-1078) (fietshelm, skatehelm; geen skihelm) en goedbevestigde helm is verplicht ten tijde dat een rijder zich met Inline-skates op het wedstrijdparkoers bevindt. Het is niet toegestaan met de helm in de hand of met de helm niet vastgeklikt/gegespt op het hoofd zich op het parkoers te begeven. In een individuele tijdrit is het toegestaan om met een goedgekeurde tijdrithelm te rijden. 6. Het wordt dringend aanbevolen geadviseerd tijdens de wedstrijd voldoende beschermende materialen te dragen zoals kevlar of ander niet hard materiaal elleboogbeschermers, knie(- en scheen)beschermers, handschoenen cq. polsbeschermers zonder harde delen en een (ook voor anderen) veilige en goedbevestigde bril. 7. Het is de deelnemers uitdrukkelijk niet toegestaan voorwerpen te dragen, waarbij van tevoren ingeschat kan worden dat daardoor bij een ongeval een verhoogd risico op schade of letsel ontstaat. Denk hierbij aan zeer grote horloges, wenkbrauwpiercings, grote oorbellen, buitenboord beugel en harde pols- en/of elleboogbeschermers. 8. Het is rijders tijdens de KNSB-Inline-skatewedstrijden verboden gebruik te maken van elektronische, elektrische hulp-, controle- of communicatiemiddelen. 9. Een Inline-skate mag maximaal 6 wielen bevatten. 10. De maximale wieldoorsnede is voor: Masters, Senioren, Junioren A en Junioren B 110 mm Kadetten en Pupillen mm Pupillen 2,3 en 4 90 mm. 11. De maximale lengte van een Inline-skate (inclusief wielen) mag 50 cm bedragen. Een rem is niet toegestaan. Zogenaamde klapskates en Inline-skates met hydraulische demping zijn wel toegestaan. Nummers en transponder 12. De deelnemers dienen ter identificatie drie vaste nummers te dragen en wel op de rug (senioren: ca. 25 x 25 cm; jeugd: ca. 20 x 20 cm) en aan de buitenzijde van het linker en rechter bovenbeen (ca. 12,5 x 12,5 cm), op de zijkant van het been. De nummers worden beschikbaar gesteld door de KNSB of mogen zelf rechtstreeks worden aangebracht in het wedstrijdpak conform KNSB richtlijnen. Op de nummers kunnen door de KNSB een of meerdere sponsoruitingen zijn aangebracht. Vervangende nummers kunnen aangevraagd worden bij het bondsbureau. 13. Zonder transponder is deelname aan de seniorenwedstrijden en landelijke baanwedstrijd jeugd uitgesloten. Deelnemers die de transponder vergeten zijn kunnen tegen betaling een transponder huren bij de KNSB inschrijfpost. 14. Een rijder zonder bij de wedstrijd noodzakelijke rug-, beennummers en/of transponder zal niet kunnen deelnemen aan de wedstrijd en zal de wedstrijd onmiddellijk moeten verlaten. 15. Licentiehouders die deelnemen aan senioren/junioren A / junioren B / kadetten /pupillen1- wedstrijden dienen in het bezit te zijn van een goedwerkende op zijn/haar naam geregistreerde AMB-ProChip- transponder; deze mag niet worden uitgeleend aan andere wedstrijddeelnemers. De transponder dient tijdens alle weg- en baanwedstrijden rond een van de enkels te zijn 52

54 bevestigd middels de daarvoor beschikbare enkelband. Er mag per seizoen slechts van 1 transponder gebruik worden gemaakt. 16. De database van de wedstrijddeelnemers is het referentiekader voor de registratie in de wedstrijd. Bij elke wedstrijdaanmelding wordt het geregistreerde transpondernummer getoond. Op elke tekenlijst staat het geregistreerde transpondernummer vermeld. Wijzigingen in het transpondernummer moeten worden doorgeven aan het bondsbureau, de ledenadministratie. 17. Er zal in alle wedstrijden ter identificatie alleen gebruik worden gemaakt van de 3 vaste nummers en de persoonlijke AMB-transponder. Art. 11. Sancties 1. Rijders kunnen voor overtredingen rond een wedstrijd alleen reglementair worden bestraft na eigen waarneming door de jury. 2. Deelnemers die de regels niet nakomen kunnen afhankelijk van de aard van de overtreding door de hoofdscheidsrechter gewaarschuwd, gedeclasseerd of gediskwalificeerd worden. 3. Lichte overtredingen worden bestraft met een waarschuwing. Voor waarschuwingen geldt dat deze na afloop van de gehele wedstrijd vervallen. Waarschuwingen worden echter wel meegenomen naar de volgende serie, kwart-, halve en finale. 4. In de laatste 200m van de baan- of wegwedstrijd geconstateerde overtredingen worden aangemerkt als zwaardere overtredingen en worden bestraft met declassering (terugplaatsing in de uitslag) of diskwalificatie. 5. Bij een 3 e waarschuwing tijdens een wedstrijd of een ernstige overtreding volgt diskwalificatie. 6. De hoofdscheidsrechter is verplicht de naar zijn oordeel zeer ernstige overtredingen schriftelijk aan het sectiebestuur mee te delen. Dit geldt ook voor andere KNSB-leden of -functionarissen die in of buiten de wedstrijden zeer ernstige overtredingen vermoeden of constateren. Het bestuur zal hierop (bv volgens het algemeen reglement) passende maatregelen nemen (waaronder voorlegging aan de tuchtcommissie). 7. Voor elke administratieve overtreding wordt een boete opgelegd (te laat inschrijven, niet of te laat afmelden, niet tekenen, etc.). De hoogte van het bedrag wordt jaarlijks door de sectie vastgesteld. 8. Een rijder kan tegen een beslissing of sanctie van (een functionaris van) de KNSB in beroep gaan bij de tuchtcommissie of geschillencommissie van de KNSB. Dit kan echter alleen als hij/zij daarvoor alle redelijk mogelijke procedures en kanalen om zijn/haar gelijk te krijgen binnen de KNSB heeft doorlopen. Art. 12. Soorten wedstrijden Alle soorten wedstrijden kunnen zowel op de baan als op de weg worden verreden, in competitieverband ook in combinaties van baan- en wegwedstrijden. a) tijdrit b) afvalkoers c) massa starts d) marathon e) puntenkoers f) punten/afvalkoers g) aflossing h) klassementen i) achtervolgingswedstrijd j) sprint a. Tijdrit 1. Het gaat hier om wedstrijden tegen de klok, waarbij een onbeperkt aantal rijders individueel of als ploeg een afstand afleggen die van te voren is vastgelegd. 2. De beste acht, gaan door naar de finale, waarin gestart wordt in omgekeerde kwalificatievolgorde. 3. Het klassement zal worden opgesteld op basis van de tijd die door iedere rijder of ploeg is gezet. 53

55 b. Afvalkoers 1. Deze wedstrijd wordt gehouden door het afvallen van één of meer rijders die de finish of een ander bepaald punt van het parkoers als laatste(n) passeert/passeren. De achterste punt van de tweede doorkomende skate is hiervoor bepalend (al dan niet op het asfalt). 2. De afvalronden worden afhankelijk van de lengte van de ronde en het aantal deelnemers vastgesteld en begint niet eerder dan bij de tweede ronde. 3. Op een circuit korter dan 250m geldt dat er (minimaal) elke twee ronden één deelnemer afvalt. 4. Op een circuit langer dan 250m geldt dat er (minimaal) elke ronde één deelnemer afvalt. 5. Er blijven minimaal 5 deelnemers over voor de finale. Voor het begin van de wedstrijd maakt de scheidsrechter de wijze van afvallen bekend. 6. Bij een senioren afvalkoers (20km heren/ 15km dames) zal er in de eerste 15 ronden geen deelnemer afvallen. c. Massastart: In lijn 1. Het gaat hier om wedstrijden waaraan meerdere rijders tegelijkertijd kunnen deelnemen. 2. Wanneer het aantal deelnemers te groot is met betrekking tot de afmeting van het parkoers, kunnen er series/voorrondes worden vastgesteld, gevolgd door een finale. Massastart: Middenafstand 3. Deze wedstrijden gaan over een afstand van meter. 4. De wedstrijden worden, indien nodig, afhankelijk van het deelnemersaantal, in series, halve finales en finales gereden. 5. Op een parkoers tot 200 meter geldt een maximum van 7 rijders per serie. 6. Op langere parkoersen kan de jury beslissen meer rijders toe te voegen aan de series tot een maximum van 10 deelnemers. 7. Het maximum aantal deelnemers waarmee gestart wordt per serie, is ook het aantal deelnemers dat deelneemt aan in de finale. 8. De eerste twee van elke serie gaan door. Alleen wanneer het noodzakelijk is voor het rijden van volledige halve finales, kan dit aangevuld worden met één of twee tijdsnelsten, die bij de beste drie geëindigd zijn in hun eigen serie. d. Criterium / marathon 1. Criteriums en marathons zijn een bijzondere vorm van een lange wedstrijd in lijn met een groot aantal deelnemers en zonder series/voorrondes. 2. Er kunnen bij de doorkomsten tussensprints plaatsvinden (premie- of klassementsprints). 3. Ook kan er binnen de wedstrijd een puntenkoers worden gereden, meestal ten behoeve van de leidersprijs (elke doorkomst 1 punt). 4. Uitslagen van sprints en behaalde punten tellen niet mee voor de einduitslag of klassement maar altijd slechts voor extra prijzen. 5. Een wedstrijd kan gaan over een vaste afstand (een marathon in het bijzonder over 42,195 km) of over een vaste tijd met mogelijk een aantal extra rondes. 6. Voor afstanden langer dan 42,195 km is expliciet toestemming van de sectie Inline-skaten nodig, voorzover deze wedstrijd (of competitie waaronder deze gaat vallen) al niet is opgenomen in het jaarplan en voldoet aan de daarin beschreven voorwaarden. e. Puntenkoers 1. Bij deze wedstrijd haalt iedere deelnemer of ieder team bij doorkomst, op een van te voren vastgestelde plaats op het parkoers, een vastgesteld aantal punten. 2. In ieder geval wordt bij de finish hogere punten gegeven. De deelnemer of het team met het hoogste aantal punten heeft gewonnen. 3. Hebben deelnemers een gelijk aantal of geen punten dan is de finishvolgorde bepalend. 4. Een rijder die een ronde ingehaald wordt of de wedstrijd niet beëindigt, verliest de punten die hij/zij met tussensprints gekregen heeft. 5. In de tussensprints krijgt de eerstdoorkomende 2 punten en de tweede 1 punt. 6. bij de finish worden er 3, 2 en 1 punt toegekend aan respectievelijk de nummers 1, 2 en 3. f. Punten/afvalkoers 54

56 1. Punten- en afvalkoers kunnen worden gecombineerd tot een punten/afvalkoers. 2. Op een nader te bepalen wijze worden dan binnen 1 wedstrijd 1 of meer punten gegeven voor de eerstdoorkomenden en vallen tevens één of meer deelnemers af. 3. Als een rijder afvalt vervallen zijn eventueel behaalde punten. 4. Punten en afvallen vinden om en om plaats, dus niet in dezelfde ronde. 5. Bij rondebord op 5 de (laatste) bel voor afvallen en punten. Maximaal 10 rijders in de finale ( 3 ronden ). g. Aflossing 1. Aflossingswedstrijden worden verreden door ploegen van twee of drie deelnemers (gekozen uit een vooraf opgegeven aantal van maximaal vier) over een vooraf vastgestelde afstand. De wissel moet plaatsvinden in een vastgestelde zone (aflossingszone). 2. Bij de aflossing moet de deelnemer zijn/haar ploegmaat aanraken. 3. De aflossing moet starten voordat de eerste deelnemer het einde van de aflossingszone heeft bereikt. 4. De laatste wissel vindt plaats voor het begin van de laatste ronde (voor de bel). 5. Een team kan er ook voor kiezen een aflossing over te slaan, waardoor dezelfde rijder 2 ronden rijdt. Er dient minimaal één aflossing plaats te vinden. 6. Heeft een rijder zich in de aflossingszone begeven om een rijder af te lossen, dan dient de aflossing ook daadwerkelijk plaats te vinden. Lukt dit niet, dan volgt diskwalificatie. Dit betekent: de overige teamleden kunnen de verzamelplaats voor de aflossingzone pas verlaten nadat alle teams in koers gefinisht zijn. 7. De afgeloste rijder dient zijn/haar lijn te houden. 8. Afhankelijk van het aantal deelnemende teams en het parkoers kunnen er halve finales gehouden worden, waarbij de teamopstelling per wedstrijd kan wisselen. 9. Alleen deelnemers en juryleden mogen op het parkoers aanwezig zijn. 10. Rijders, die wachten op de aflossing en langs de kant staan, mogen water aannemen van hun trainer, natuurlijk op eigen risico. h. Competities en klassementen 1. Wedstrijden kunnen worden samengevoegd tot een competitie. De resultaten van de tot de competitie behorende wedstrijden worden dan bij elkaar opgeteld, waardoor een klassement wordt verkregen. 2. De organisatie kan een ploegenklassement verbinden aan wedstrijden die van te voren daarvoor worden aangemerkt. Een ploegenklassement wordt op tijd van de eerste drie per ploeg opgemaakt en indien nodig met klasseringpunten aangevuld. 3. De puntentelling is afhankelijk van de soort wedstrijden en/of competitie, en wordt in ieder geval vooraf vastgesteld en bekendgemaakt. 4. Alleen rijders met een vaste licentie krijgen bij landelijke wedstrijden klassementspunten. Overige rijders worden voor wat betreft de puntentelling geacht niet aan de betreffende wedstrijd te hebben deelgenomen. De punten worden dan toegekend aan de deelnemers met licentie. Wanneer de winnaar een deelnemer op daglicentie is (30,1 punt), dan krijgt de eerste licentiehouder 30 punten, daar de 0,1 voorbehouden blijft aan de winnaar. Deze regel geldt niet voor regionale competities. 5. Bij een gelijk aantal klassementspunten is de hoogst behaalde klassering in een wedstrijd van die competitie bepalend. Indien dit gelijk is dan is het aantal malen dat deze hoogste klassering is behaald bepalend. Is ook dit gelijk dan is de op 1 na hoogste klassering bepalend, etc. i. Achtervolgingswedstrijd 1. Twee deelnemers of twee teams starten aan verschillende kanten van het parkoers, op gelijke afstand van elkaar, en rijden een vooraf vastgestelde afstand. 2. Teams bestaan uit twee of drie rijders. De tijd van de tweede rijder telt. 3. In de series worden de tijden vastgesteld. De snelste 8 of snelste 4 rijders of teams gaan door naar de volgende ronde. Dit betekent dat elk team dient te finishen, ook wanneer zij ingehaald zijn. 4. Vervolgens rijden in een directe wedstrijd de snelste tegen de langzaamste gekwalificeerde, de een na snelste tegen de een na langzaamste, enzovoorts. De winnaar(s) gaat door naar de (halve) finale. 55

57 5. Uitgeschakelde rijders/teams worden op basis van de tijd geklasseerd. j. Sprint 1. Deze wedstrijden worden op tijd gereden over een korte afstand (hoogstens 500 meter) en met een beperkt aantal deelnemers per serie (afhankelijk van de breedte van de baan). Maximaal 5 deelnemers op een piste/baan; maximaal 6 deelnemers op een wegparkoers. 2. Voor de kwart-, halve en finale kwalificeren zich de eerste twee van die serie/finale. Deze deelnemers worden in de kwartfinales indien nodig, aangevuld met de tijdsnelsten, tot een maximum van 16 deelnemers. 3. Bij de baanwedstrijden bestaat de wedstrijd uit vier onderdelen: series, kwart finales, halve finales en finale. Er gaan maximaal 16 deelnemers door naar de kwartfinales. 4. De finale wordt als een rit in lijn gereden met vier deelnemers. Art. 13. Records 1. Onder record wordt verstaan de kortste tijd, waarin een bepaalde afstand gereden is, of de grootste afstand, welke in een bepaalde tijd is afgelegd. Records kunnen door de recordcommissie worden erkend als Nederlands record indien ze door niet geschorste licentiehouders zijn gemaakt overeenkomstig de reglementaire bepalingen. 2. Als records worden erkend de absolute (algemene) records bij: Heren baanwedstrijden Dames baanwedstrijden; Heren wegwedstrijden (incl. marathon en open NK marathon); Dames wegwedstrijden (incl. marathon en open NK marathon) Uurrecord heren, uurrecord dames 3. Als Nederlandse records worden door de recordcommissie alleen die tijden erkend, welke door Nederlandse rijders in nationale kampioenschappen en internationale wedstrijden ( EK, WK, Europa Cup en World Games) zijn gemaakt. Bij uurrecords wordt de afstand in meters gemeten. 4.a Erkenning van een Nederlands record kan uitsluitend als dat door de rijders of rijdsters is gereden in het bezit van de Nederlandse nationaliteit en een geldige Inline-skatelicentie van de KNSB. 4.b. De door de C.E.C en C.I.C erkende Europese- en Wereld records kunnen ook als Nederlandse records erkend worden mits voldaan is aan paragraaf 4a. 5 De recordcommissie registreert absolute Nederlandse records in duizendsten van een seconde op alle afstanden in genoemde nationale kampioenschappen en internationale wedstrijden De volgende afstanden zullen in kampioenschappen geregistreerd worden: Baan : 300m tijdrit, 500m, 1000m sprint en 3000m aflossing. Weg : 200m tijdrit, 500m sprint en 5000m aflossing. In afwijking van het Europese reglement worden bij puntenkoersen en afvalkoersen geen Nederlandse records erkend. Marathon : 42 km.195 m. Open NK marathon : dames 60km en heren 100km. 5 Iedere deelnemer die een Nederlands record Inline-skaten voor senioren rijdt of evenaart moet geselecteerd geweest zijn voor de dopingcontrole en negatief gereageerd hebben om het record bekrachtigd te krijgen; of dient in overleg met de Nationale Doping Autoriteit, ter plaatse, of indien dit niet mogelijk is, eveneens in overleg met de Nationale Doping Autoriteit, binnen 72 uur na de geleverde prestatie, door of namens de Nationale Doping Autoriteit elders gecontroleerd te worden. In beide laatste gevallen zijn de kosten voor rekening van de KNSB. 6 De officiële wedstrijdaankondiging moet bekend worden gemaakt op de officiële website. 7 Te rijden wedstrijd(en) moet(en) overeenstemmen met de wedstrijdaankondiging. Het protocol van de wedstrijd alsmede het programma van de wedstrijd, moet bij de aanvraag ingezonden worden aan de recordcommissie vóór 1 november van ieder jaar. Het dient op schrift te zijn gesteld of in digitale vorm. Verdere bijzonderheden voor erkenning van een Nederlands record zijn: a. alle wedstrijdregels dienen te zijn nageleefd. b.. de windsnelheid mag ten tijde van de wegwedstrijd niet meer dan 2 meter/seconde bedragen. Op het terrein staat een anemometer die de windsnelheid aangeeft inzake het record. Baan- en wegparkoersen moeten van tevoren door een bevoegd landmeter worden opgemeten met de juiste posities van alle vaste start- en finishlijnen. De parkoersen moeten 56

58 aan alle gestelde eisen voldoen om voor een record in aanmerking te komen. Een protocol van de opmeting, getekend door de landmeter, moet voor het begin van de wedstrijd door de organisatie aan de scheidsrechter worden overhandigd. c. Records op een wegparkoers worden alleen erkend wanneer het gehele parkoers door de jury te overzien is. d. Keuringsrapport parkoers, wedstrijdrapport en uitslaglijst van deze wedstrijd is ingeleverd met de handtekening van de scheidsrechter, de aankomstrechters en juryleden tijdregistratie. Wanneer het record gevestigd is op een baan of op een gesloten parkoers dan bevat de uitslaglijst de totaaltijd en alle doorkomsttijden, de datum en tijdstip van de wedstrijd, en naam van de rijder die het nieuwe record heeft gevestigd. e. Via de handtekening bevestigen alle gekwalificeerde juryleden dat alle wedstrijdregels zijn nageleefd en dat er met de tijdregistratie geen fouten zijn gemaakt. 8. Als het betreffende Nederlands record is verbeterd door meer dan één rijder in dezelfde wedstrijd zal slechts de beste tijd als Nederlands record worden erkend. Wedstrijden gereden in series (heats) met als slot de finale wordt als één wedstrijd gezien. 9. Vaststelling uurrecord Een record op de baan kan slechts worden gevestigd in het bijzijn en onder waarneming van tenminste twee door de KNSB aangewezen gelicentieerde tijdwaarnemers, alsmede van twee door de KNSB aangewezen parkoersjuryleden.de tijdwaarnemers doen hun waarnemingen ter plaatse van het begin- en eindpunt, terwijl de KNSB-parkoersjuryleden de rijder in de bochten dienen te controleren. Uurrecords worden in meters vastgesteld. Bij gebruikmaking van elektronische tijdmeetapparatuur dient de tijd tevens te worden opgenomen met de hand door twee onafhankelijk van elkaar werkende officiële tijdwaarnemers. De start dient te allen tijde op eigen kracht te geschieden en de rijder mag derhalve niet worden afgeduwd of gelanceerd vertrekken. De afstand wordt steeds gemeten langs de binnenzijde van de zwarte lijn (de zogenaamde meetlijn), welke op 30cm van de binnenzijde van de baan of het parkoers is getrokken. 10. Van iedere deelnemer die een Nederlands record behaalt of evenaart, zal de naam op de recordlijst vermeld worden 11. Elke rijder, die een Nederlands record behaalt of evenaart, ontvangt een certificaat van de Bond. Art. 14. Licenties en categorieën 1. De volgende licenties voor wedstrijdrijders worden uitgegeven. Heren senioren (niveau-afhankelijk) A B(elofte) C1 C2 Dames senioren (niveau-afhankelijk) D1 D2 Masters (leeftijdsafhankelijk) Master 40+ Master 50+ Master 60+ Jeugd (leeftijdsafhankelijk) Junioren A Junioren B Kadetten Pupillen 1 Pupillen 2 Pupillen 3 Pupillen 4 57

59 Zie voor de bijbehorende geboortejaren de officiële website. 2. De licentiecategorie heren senioren C2 of Dames senioren D2 is voor beginners die enkel regionale wedstrijden rijden. Op basis van resultaten of op verzoek promoveert hij/zij naar C1 dan wel Dames 1, daarna mag hij/zij deelnemen aan landelijke wedstrijden. 4. Junioren A gaan na het laatste jaar over naar de categorie heren senioren C1 respectievelijk dames D1. 5. Heren senioren die in het afgelopen seizoen 39 jaar zijn geworden, worden in het nieuwe seizoen automatisch overgeschreven naar de categorie Masters Overige licenties: Jurylicentie voor personen die kunnen en mogen (assisteren bij het) jureren (incl. microfonisten, secretariaatsfuncties, systeembeheerders en parkoerskeurders). Ploegleiderlicentie voor personen die door de KNSB worden erkend als ploegleider van een of meer rijders en daarmee ook hun belangen mogen behartigen en als vertegenwoordiger van die rijders mogen optreden (min. 18 jaar). Commissielicentie voor personen die voor de sectie Inline-skaten werkzaam zijn of bij een servicepunt Trainerslicentie voor personen die door de KNSB erkend worden als gediplomeerd trainer Inline-skaten (meerdere mogelijkheden). Organisatielicentie voor organisaties voor het mogen organiseren van een evenement onder auspiciën van de KNSB. 6. Alle licentiehouders zijn onderworpen aan de regels en voorwaarden van de KNSB en worden geacht deze te kennen. Art. 15. Promotie, degradatie, dispensatie 1. Het sectiebestuur Inline-skaten besluit over promotie en degradatie en heeft de bevoegdheid om af te wijken van de in dit artikel opgenomen regeling, dit ter optimalisering van het aantal deelnemers. Promoveren 2. De winnaars van de regionale klassementen bij de heren senior C2 en dames senior D2 promoveren automatisch naar de respectievelijk heren senior C1 en dames senior D1-categorieen. Degraderen 3. Heren senior A, heren senior B en dames senior D1 die het gehele jaar geen wedstrijd hebben gereden worden een categorie gedegradeerd. Dispensatie 4. Dispensatie is een ontheffing om op een hoger of lager licentieniveau uit te komen. 5. Dispensatie moet ieder jaar opnieuw worden aangevraagd en is geldig bij het NK. 6. De verleende dispensatie is conform volgens de Algemene Bepalingen en het nationaal wedstrijdreglement Inline-skaten van de KNSB en is daarom van toepassing op wedstrijden onder auspiciën van de KNSB. Hiertoe behoren o.a. nationale selectiewedstrijden, de landelijke en regionale competities en Nederlands Kampioenschappen. 7. Voor internationale wedstrijden, gehouden binnen of buiten Nederland, is de dispensatie niet van toepassing. Voor internationale wedstrijden is het reglement van de CEC of CIC van toepassing en in dit reglement wordt nagenoeg alles aangaande de deelname aan internationale wedstrijden en de indeling in verschillende categorieën geregeld van de betreffende wedstrijd. Deelname is dan alleen mogelijk in de betreffende leeftijdscategorie. Dispensatie: termijn, kosten, aanvraagwijze 8. Een verzoek tot dispensatie i.v.m. bijzondere omstandigheden dient voor 1 december van het nieuwe Inline-skateseizoen ingediend te worden bij de sectie Inline-skaten. 9. De behandelingskosten van het dispensatieverzoek staan vermeld in de skate-info en op de officiële site. 10. De rijder dient de dispensatieaanvraag in bij de sectie Inline-skaten. De aanvraag moet vergezeld gaan van: de persoonlijke gegevens van de rijder, een duidelijke motivering om welke reden dispensatie aangevraagd wordt, relevante wedstrijduitslagen en alle overige informatie die van 58

60 belang kan zijn bij de beoordeling van de aanvraag. De aanvraag moet ondertekend worden door de rijder, een van zijn/haar ouders indien de rijder jonger is dan 18 jaar. Dispensatie: promotieverzoeken 11. Junioren A heren en junioren B jongens/meisjes kunnen een verzoek indienen om als heren senior B of dames senior D1 te mogen deelnemen. 12. Junioren A heren die opgenomen worden in een ploeg kunnen een verzoek indienen om als heren senior A te mogen deelnemen. 13. Heren overige senior C2- of dames senior D2 die landelijke wedstrijden willen gaan rijden, kunnen een verzoek indienen tot promotie naar heren senioren C1 respectievelijk dames senioren D Masters 50+ of 60+ die in een lagere leeftijdscategorie willen blijven deelnemen, kunnen een verzoek indienen tot promotie naar Masters 40+ respectievelijk Masters Masters 40+ die willen blijven deelnemen bij de heren senioren C1, C2, B of A kunnen een verzoek indienen. 16. Junioren, Kadetten en Pupillen kunnen een verzoek indien om in een oudere leeftijdscategorie uit te komen conform Algemene Bepalingen, artikel 9. De sectie Inline-skaten zal dit verzoek zorgvuldig beoordelen. Dispensatie: degradatieverzoeken 17. Heren senioren en dames senioren kunnen een verzoek indienen om in een lager categorie uit te komen. Art. 16. Slotbepalingen Aanpassingen van bedragen en selectiecriteria NK worden jaarlijks bekendgemaakt. In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet, wordt er teruggevallen op het Europees Reglement van de CERS. 59

Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen. Artikel 302 Nederlandse kampioenschappen aflossing. Artikel 303 Nederlandse Kampioenschappen afstanden

Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen. Artikel 302 Nederlandse kampioenschappen aflossing. Artikel 303 Nederlandse Kampioenschappen afstanden INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN SHORTTRACK Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen Artikel 302 Nederlandse kampioenschappen aflossing Artikel 303 Nederlandse Kampioenschappen afstanden Artikel

Nadere informatie

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2013-2014 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERS BOND 1 Specifieke bepalingen bij Nationale wedstrijden en testen kunstrijden: Solorijden, IJsdansen, Paarrijden, Synchroonschaatsen

Nadere informatie

Reglementswijzigingen nationale reglementen.

Reglementswijzigingen nationale reglementen. Reglementswijzigingen nationale reglementen. Goedgekeurd door de Ledenraad op zaterdag 29 juni 2013, te Utrecht. Datum van publicatie: 1 juli 2013 Onderdelen: Nationaal wedstrijdreglement Specifieke bepalingen

Nadere informatie

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2014-2015

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2014-2015 SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2014-2015 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERS BOND 1 Specifieke bepalingen bij Nationale wedstrijden en testen kunstrijden: Solorijden, IJsdansen, Paarrijden, Synchroonschaatsen

Nadere informatie

Specifieke Bepalingen bij nationale wedstrijden en testen kunstrijden, ijsdansen en synchroonschaatsen

Specifieke Bepalingen bij nationale wedstrijden en testen kunstrijden, ijsdansen en synchroonschaatsen Specifieke Bepalingen bij nationale wedstrijden en testen kunstrijden, ijsdansen en synchroonschaatsen Algemene Bepalingen De navolgende bepalingen gelden als aanvulling op de Algemene Bepalingen voor

Nadere informatie

2 e Selectiewedstrijd voor: Datum selectiewedstrijd: Sluitingsdatum. 4 de selectiewedstrijd voor:

2 e Selectiewedstrijd voor: Datum selectiewedstrijd: Sluitingsdatum. 4 de selectiewedstrijd voor: UITSCHRIJVING SELECTIEWEDSTRIJDEN ONK 2016 14 NOVEMBER 2015 UTRECHT 15 NOVEMBER 2015 UTRECHT 22 JANUARI 2016 DORDRECHT 23 JANUARI 2016 DORDRECHT FINALE ONK 3 6 MAART 2016 DEN HAAG KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE

Nadere informatie

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2018 2019 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERS BOND ALGEMENE BEPALINGEN... 2 ARTIKEL 500 DISCIPLINES BINNEN HET KUNSTRIJDEN... 2 ARTIKEL 501 SOLORIJDEN... 3 ARTIKEL

Nadere informatie

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2017 2018 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERS BOND Specifieke bepalingen Kunstrijden 2017-2018 Zoals vastgesteld door de Ledenraad d.d. mei 2017 ALGEMENE BEPALINGEN...

Nadere informatie

Kummenaedestraat BT Geleen 2 november 2013 Datum selectiewedstrijd: 5 januari 2014

Kummenaedestraat BT Geleen 2 november 2013 Datum selectiewedstrijd: 5 januari 2014 UITSCHRIJVING SELECTIEWEDSTRIJDEN KNSB CUP 2014 KNSB CUP A EN SYNCHROON 02 NOVEMBER 2013 DORDRECHT 05 JANUARI 2014 GELEEN KNSB CUP B 30 NOVEMBER 2013 S HERTOGENBOSCH 02 FEBRUARI 2014 DEN HAAG KNSB CUP

Nadere informatie

2 e Selectiewedstrijd voor: Overdekte kunstijsbaan 30 x 60 meter Radioweg 64 Kardingerplein NK Amsterdam 9735 AA Groningen Datum

2 e Selectiewedstrijd voor: Overdekte kunstijsbaan 30 x 60 meter Radioweg 64 Kardingerplein NK Amsterdam 9735 AA Groningen Datum UITSCHRIJVING SELECTIEWEDSTRIJDEN ONK 2013 6 OKTOBER 2012 28 OKTOBER 2012 17 NOVEMBER 2012 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERS BOND UITSCHRIJVING VOOR DE SELECTIEWEDSTRIJDEN ONK 2013 Organisatie:

Nadere informatie

Overzicht goedgekeurde wijzigingen nationale reglementen

Overzicht goedgekeurde wijzigingen nationale reglementen Overzicht goedgekeurde wijzigingen nationale reglementen 1. Reglement op de Bondsrechtspraak (zie bijlage 1) 2. Algemene bepalingen 3. Specifieke bepalingen inline skaten + errata (zie bijlage 2) 4. Specifieke

Nadere informatie

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2015-2016 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERS BOND 1 Specifieke bepalingen bij Nationale wedstrijden en testen kunstrijden: Solorijden, IJsdansen, Paarrijden, Synchroonschaatsen

Nadere informatie

nationale wedstrijdreglementen KNSB Vastgesteld door Ledenraad 20 mei 2017

nationale wedstrijdreglementen KNSB Vastgesteld door Ledenraad 20 mei 2017 Overzicht wijzigingsvoorstellen nationale wedstrijdreglementen KNSB Vastgesteld door Ledenraad 20 mei 2017 Wijzigingsvoorstellen nationale wedstrijdreglementen 1. Specifieke bepalingen marathon 2. Specifieke

Nadere informatie

Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen. Artikel 302 Nederlands kampioenschap aflossing

Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen. Artikel 302 Nederlands kampioenschap aflossing INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN SHORTTRACK Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen Artikel 302 Nederlands kampioenschap aflossing Artikel 303 A. Nederlandse Kampioenschappen Afstanden B. Open

Nadere informatie

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN 2018-2019 VOOR DEELNAME AAN INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN ISU KAMPIOENSCHAPPEN DECEMBER 2018 Selectiecommissie Kunstrijden (SCK) Rémy de Wit Jeroen Prins Karen Venhuizen

Nadere informatie

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2016 2017 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERS BOND ALGEMENE BEPALINGEN... 2 ARTIKEL 500 DISCIPLINES BINNEN HET KUNSTRIJDEN... 2 ARTIKEL 501 SOLORIJDEN... 3 ARTIKEL

Nadere informatie

KNSB Cup seizoen 2018/2019

KNSB Cup seizoen 2018/2019 KNSB Cup seizoen 2018/2019 Nationale Competitie De Nationale Competitie zoals bedoeld in de Specifieke Bepalingen Shorttrack artikel 305 wordt georganiseerd onder de naam KNSB Cup. In het geval dit document

Nadere informatie

KNSB Cup seizoen 2016/2017

KNSB Cup seizoen 2016/2017 KNSB Cup seizoen 2016/2017 Nationale Competitie De Nationale Competitie zoals bedoeld in de Specifieke Bepalingen Shorttrack artikel 305 wordt georganiseerd onder de naam KNSB Cup. In het geval dit document

Nadere informatie

KNSB Cup seizoen 2019/2020

KNSB Cup seizoen 2019/2020 KNSB Cup seizoen 2019/2020 Nationale Competitie De Nationale Competitie zoals bedoeld in de Specifieke Bepalingen Shorttrack artikel 305 wordt georganiseerd onder de naam KNSB Cup. In het geval dit document

Nadere informatie

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN 2016 2017 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERS BOND 1 Specifieke bepalingen bij Nationale wedstrijden en testen kunstrijden: Solorijden, Paarrijden, IJsdansen, Synchroonschaatsen

Nadere informatie

Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start 2019/2020

Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start 2019/2020 Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start 2019/2020 Geschiedenis versies: 06-06-2019 Versie 1.0 Definitieve versie voor seizoen 2019/2020 Algemene bepalingen Mass start competitie

Nadere informatie

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN KORTEBAAN/ SUPERSPRINT. Artikel 201 Algemeen. Artikel 202 De baan. Artikel 203 Wedstrijdbepalingen Open NK

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN KORTEBAAN/ SUPERSPRINT. Artikel 201 Algemeen. Artikel 202 De baan. Artikel 203 Wedstrijdbepalingen Open NK INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN KORTEBAAN/ SUPERSPRINT Artikel 201 Algemeen Artikel 202 De baan Artikel 203 Wedstrijdbepalingen Open NK Artikel 204 Functionarissen Artikel 205 Gewestelijke kampioenschappen

Nadere informatie

inschrijving: inschrijving:

inschrijving: inschrijving: UITSCHRIJVING SELECTIEWEDSTRIJDEN KNSB CUP 2016 KNSB CUP A EN SYNCHROON 31 OKTOBER 2015 16 JANUARI 2016 KNSB CUP B 29 NOVEMBER 2015 6 FEBRUARI 2016 KNSB CUP C 19 DECEMBER 2015 20 FEBRUARI 2016 FINALE 3

Nadere informatie

NEDERLANDSE ROLSCHAATS BOND - KUNSTRIJDEN. Technisch Reglement 2014

NEDERLANDSE ROLSCHAATS BOND - KUNSTRIJDEN. Technisch Reglement 2014 NEDERLANDSE ROLSCHAATS BOND - KUNSTRIJDEN I. CATEGORIEEN Technisch Reglement 2014 INTERNATIONALE OPBOUW Fundamentele ontwikkelingsfase «Solo Dans» «ROLRINKELS» 6 /7jaar «PREPUPILLEN» 7/8 jaar «PUPILLEN»

Nadere informatie

Nationaal wedstrijdreglement Algemene bepalingen INHOUD

Nationaal wedstrijdreglement Algemene bepalingen INHOUD Nationaal wedstrijdreglement Algemene bepalingen INHOUD ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Algemeen Artikel 2 Het recht om deel te nemen Artikel 3 Verlies van het recht om deel te nemen Artikel 4 Herstel van

Nadere informatie

Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start

Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start 2018-2019 Geschiedenis versies: 21-08-2018 Versie 1.0 Definitieve versie voor seizoen 2018/2019 18-09-2018 Versie 1.2 Wijziging locatie 2

Nadere informatie

KNSB Cup seizoen 2017/2018

KNSB Cup seizoen 2017/2018 KNSB Cup seizoen 2017/2018 Nationale Competitie De Nationale Competitie zoals bedoeld in de Specifieke Bepalingen Shorttrack artikel 305 wordt georganiseerd onder de naam KNSB Cup. In het geval dit document

Nadere informatie

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN 2017-2018 VOOR DEELNAME AAN INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN ISU KAMPIOENSCHAPPEN JULI 2017 Selectiecommissie Kunstrijden (SCK) Karen Venhuizen Jeroen Prins Sharon Resseler

Nadere informatie

National regulations for Belgian competitions changes

National regulations for Belgian competitions changes National regulations for Belgian competitions changes 2018-2019 National figure skating level testen National B-competitions Belgian international interclub B-competitions National A-competitions Belgian

Nadere informatie

Reglement Sponsoring en Reclame KNSB

Reglement Sponsoring en Reclame KNSB Reglement Sponsoring en Reclame KNSB Artikel 1 Uitgangspunten 1.1. Het genereren van financiële middelen uit een relatie met een sponsor is één van de mogelijkheden om gelden te verwerven ter realisering

Nadere informatie

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN VOOR DEELNAME AAN ONK, INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN INTERNATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN VOOR DEELNAME AAN ONK, INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN INTERNATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN 2015-2016 VOOR DEELNAME AAN ONK, INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN INTERNATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN NOVEMBER 2015 Inhoud 1. Selectiecommissie kunstrijden... 1 1.1 Samenstelling...

Nadere informatie

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN VOOR DEELNAME AAN INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN INTERNATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN VOOR DEELNAME AAN INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN INTERNATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN 2016-2017 VOOR DEELNAME AAN INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN INTERNATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN JULI 2016 Inhoud 1. Selectiecommissie kunstrijden... 1 1.1 Samenstelling... 1 1.2

Nadere informatie

Informatie Leisure World Regio Oost, seizoen 2014-2015

Informatie Leisure World Regio Oost, seizoen 2014-2015 Informatie Leisure World Regio Oost, seizoen 2014-2015 Gewesten Overijssel en Gelderland In het seizoen 2014-2015 wordt opnieuw een regiocompetitie van de gewesten Overijssel en Gelderland verreden. De

Nadere informatie

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES GESCHIEDENIS VERSIES PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaan- en kortebaanwedstrijden van het Junioren (pupillen Vikingrace) circuit seizoen 2017-2018. 24-09-2017 Oorspronkelijke versie

Nadere informatie

Reglement Sponsoring en Reclame KNSB voor het schaatsen

Reglement Sponsoring en Reclame KNSB voor het schaatsen Reglement Sponsoring en Reclame KNSB voor het schaatsen Artikel 1 Uitgangspunten 1.1. Het genereren van financiële middelen uit een relatie met een sponsor is één van de mogelijkheden om gelden te verwerven

Nadere informatie

Overzicht wijzigingen nationale reglementen

Overzicht wijzigingen nationale reglementen Overzicht wijzigingen nationale reglementen - Algemene bepalingen - Specifieke bepalingen hardrijden langebaan - Specifieke bepalingen hardrijden marathon Goedgekeurd door de Ledenraad op 10 oktober 2015.

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstellen nationale wedstrijdreglementen

Wijzigingsvoorstellen nationale wedstrijdreglementen 1. Algemeen Reglement Ingediend door: Onderwerp: Pieter Clausing, manager Sportparticipatie KNSB Wijzigingsvoorstel inzake het benoemen van een sectiebestuur. Akkoord: Sectievoorzitters LB en KR (19 december

Nadere informatie

KNSB - Gewest Noord-Holland / Utrecht HANDBOEK MARATHONSCHAATSEN

KNSB - Gewest Noord-Holland / Utrecht HANDBOEK MARATHONSCHAATSEN Versie 2013-2014 KNSB - Gewest Noord-Holland / Utrecht HANDBOEK MARATHONSCHAATSEN Voorwoord Dit Handboek is samengesteld door de Gewestelijke Technische Commissie Marathon van het Gewest Noord-Holland/Utrecht

Nadere informatie

Informatie Marathon Regio Oost, seizoen

Informatie Marathon Regio Oost, seizoen Informatie Marathon Regio Oost, seizoen 2015-2016 Gewesten Overijssel en Gelderland In het seizoen 2015-2016 wordt opnieuw een regiocompetitie van de gewesten Overijssel en Gelderland verreden. De competitie

Nadere informatie

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaanwedstrijden voor junioren seizoen 2019/2020 (Vikingrace vanaf pupillen)

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaanwedstrijden voor junioren seizoen 2019/2020 (Vikingrace vanaf pupillen) PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaanwedstrijden voor junioren seizoen 2019/2020 (Vikingrace vanaf pupillen) Geschiedenis versies: 06-06-2019 Versie 1.0 Definitieve versie voor seizoen

Nadere informatie

Algemeen Reglement KNSB

Algemeen Reglement KNSB HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 OPRICHTING De Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB), hierna te noemen de vereniging, is opgericht op 17 september 1882. Artikel 2 DEFINITIES 2.1. bond, de

Nadere informatie

KNSB Selectiedocument Langebaan

KNSB Selectiedocument Langebaan KNSB Selectiedocument Langebaan 2017-2018 voor deelname aan internationale wedstrijden, internationale kampioenschappen en selectiewedstrijden definitieve versie 4 oktober 2017 Selectiecommissie Langebaan:

Nadere informatie

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaanwedstrijden voor junioren seizoen (Vikingrace vanaf pupillen)

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaanwedstrijden voor junioren seizoen (Vikingrace vanaf pupillen) PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaanwedstrijden voor junioren seizoen 2018-2019 (Vikingrace vanaf pupillen) Geschiedenis versies: 17-07- 2018 Versie 1.0 Definitieve versie voor

Nadere informatie

UITSCHRIJVING VOOR DE SELECTIEWEDSTRIJDEN KNSB-CUP 2016 KNSB CUP C

UITSCHRIJVING VOOR DE SELECTIEWEDSTRIJDEN KNSB-CUP 2016 KNSB CUP C UITSCHRIJVING SELECTIEWEDSTRIJDEN KNSB CUP 2016 KNSB CUP A 31 OKTOBER 2015 16 JANUARI 2016 KNSB CUP B 28 NOVEMBER 2015 6 FEBRUARI 2016 KNSB CUP C 19 DECEMBER 2015 20 FEBRUARI 2016 FINALE 19 20 MAART 2016

Nadere informatie

Selectienormen KNSB Shorttrack Senioren. Definitieve versie 10 september 2015

Selectienormen KNSB Shorttrack Senioren. Definitieve versie 10 september 2015 Selectienormen KNSB 2015-2016 Shorttrack Senioren voor deelname aan selectiewedstrijden, internationale wedstrijden en ISU kampioenschappen voor senioren Definitieve versie 10 september 2015 Selectie Commissie

Nadere informatie

Technisch reglement SBK 2016

Technisch reglement SBK 2016 Technisch reglement SBK 2016 Indeling Kunstrolschaatsen : Figuren, vrijrijden, solo dans en show Internationale klasse Geboren in: Internationaal 2010 Rolrinckel 2009 Keuze rolrinckel of prepupil 2008

Nadere informatie

Informatie voor wedstrijdrijders op De Uithof. Langebaan. Seizoen 2014-2015

Informatie voor wedstrijdrijders op De Uithof. Langebaan. Seizoen 2014-2015 Informatie voor wedstrijdrijders op De Uithof Seizoen 2014-2015 Wat leuk dat je gaat meedoen aan wedstrijden op De Uithof, de 400 meter baan in Den Haag. Met onderstaande informatie kun je je goed voorbereiden

Nadere informatie

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Sprint competitie over de volgende wedstrijden Geschiedenis versies: 17-07-2018 Versie 1.0 Definitieve versie voor seizoen 2018/2019 15-09-2018 Versie 1.1 Aanpassing

Nadere informatie

KNSB Selectiedocument Langebaan

KNSB Selectiedocument Langebaan KNSB Selectiedocument Langebaan 2018-2019 voor deelname aan internationale wedstrijden, internationale kampioenschappen en selectiewedstrijden definitieve versie, 18 oktober 2018 Selectiecommissie Langebaan:

Nadere informatie

Selectienormen KNSB 2014/2015 Langebaan

Selectienormen KNSB 2014/2015 Langebaan Selectienormen KNSB 2014/2015 Langebaan voor deelname aan selectiewedstrijden, internationale juniorenwedstrijden en -kampioenschappen d.d. 13 oktober 2014 (Inter)nationale kalender selectiewedstrijden

Nadere informatie

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaan- en kortebaanwedstrijden van het Junioren(pupillen Vikingrace) circuit seizoen

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaan- en kortebaanwedstrijden van het Junioren(pupillen Vikingrace) circuit seizoen PLTSINGSSCHEM`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaan- en kortebaanwedstrijden van het Junioren(pupillen Vikingrace) circuit seizoen 2016-2017. Voor dit document gelden dezelfde algemene uitgangspunten

Nadere informatie

Selectienormen KNSB Shorttrack Junioren

Selectienormen KNSB Shorttrack Junioren Selectienormen KNSB 2013-2014 Shorttrack Junioren voor deelname aan selectiewedstrijden, internationale wedstrijden en ISU kampioenschappen voor junioren Definitieve versie 5 augustus 2013 Selectie Commissie

Nadere informatie

Technische reglementen en procedures SBK 2018

Technische reglementen en procedures SBK 2018 Technische reglementen en procedures SBK 2018 1 Inhoudsopgave 1. KLASSENINDELING 2018... 2 1.1 A KLASSEN... 2 1.2 B KLASSEN... 3 2. WEDSTRIJDEN... 4 2.1 PROCEDURE ORGANISEREN WEDSTRIJDEN... 5 2.2 VERDELING

Nadere informatie

Het NSIJP verenigt liefhebbers van het IJslandse paard

Het NSIJP verenigt liefhebbers van het IJslandse paard Nederlands Wedstrijdreglement (NWR) per 01-04-2017 Algemene Bepalingen 1. Dit reglement is vastgesteld door de Ledenraad van het NSIJP conform artikel 19 lid 1 van de statuten van de vereniging. 2. Dit

Nadere informatie

National regulations for Belgian competitions

National regulations for Belgian competitions National regulations for Belgian competitions 2017-2018 National figure skating level testen National B-competitions Belgian international interclub B-competitions National A-competitions Belgian international

Nadere informatie

KNSB Selectiedocument Langebaan

KNSB Selectiedocument Langebaan KNSB Selectiedocument Langebaan 2016-2017 voor deelname aan internationale wedstrijden, internationale kampioenschappen en selectiewedstrijden versie 6 oktober 2016 Selectiecommissie Langebaan: Andries

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst KNSB Opleidingen 2010-2011. Welkom

Informatiebijeenkomst KNSB Opleidingen 2010-2011. Welkom Informatiebijeenkomst KNSB Opleidingen 2010-2011 Welkom Programma Algemene informatie KNSB opleidingen Trainers opleidingen Organisatorische opleidingen Vragen KNSB opleidingen: algemeen Kernvisie opleidingen

Nadere informatie

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON Artikel 401 Doel van de Sectie Marathon Artikel 402 Het Sectiebestuur Marathon Artikel 403 De onderlinge verdeling van taken en verantwoordelijkheden door

Nadere informatie

SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON. Reglement Bestuur en Organisatie van de Sectie Marathon. Artikel 401. Doel van de Sectie Marathon

SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON. Reglement Bestuur en Organisatie van de Sectie Marathon. Artikel 401. Doel van de Sectie Marathon INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON Artikel 401 Doel van de Sectie Marathon Artikel 402 Het Sectiebestuur Marathon Artikel 403 De onderlinge verdeling van taken en verantwoordelijkheden door

Nadere informatie

Interne selectieprocedure langebaanschaatsen Olympische Spelen PyeongChang 2018

Interne selectieprocedure langebaanschaatsen Olympische Spelen PyeongChang 2018 Interne selectieprocedure langebaanschaatsen Olympische Spelen PyeongChang 2018 Interne selectieprocedure langebaanschaatsen voor de Olympische Spelen PyeongChang 2018. Vastgesteld door de Directeur Bestuurder

Nadere informatie

KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2018/2019

KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2018/2019 KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2018/2019 voor deelname aan internationale wedstrijden, kampioenschappen en selectiewedstrijden 3 januari 2019 Selectiecommissie Langebaan Junioren (SCLJ): Technisch

Nadere informatie

KNSB selectieprocedure shorttrack junioren seizoen

KNSB selectieprocedure shorttrack junioren seizoen KNSB selectieprocedure shorttrack junioren seizoen 2018-2019 voor de WKJ en EYOF Definitieve versie 12 december 2018 Selectie Commissie Shorttrack: Jeroen Otter Wilf O Reilly Remy de Wit 1. UITGANGSPUNT

Nadere informatie

KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2016/2017

KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2016/2017 KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2016/2017 voor deelname aan internationale wedstrijden, kampioenschappen en selectiewedstrijden 30 september 2016 Selectiecommissie Langebaan Junioren (SCLJ):

Nadere informatie

Technische reglementen en procedures SBK 2018

Technische reglementen en procedures SBK 2018 Technische reglementen en procedures SBK 1 Inhoudsopgave 1. KLASSENINDELING... 2 1.1 A KLASSEN... 2 1.2 B KLASSEN... 3 2. WEDSTRIJDEN... 4 2.1 PROCEDURE ORGANISEREN WEDSTRIJDEN... 5 2.2 VERDELING WEDSTRIJDEN...

Nadere informatie

Waar in dit document wordt gesproken over deelnemers of rijders, worden zowel dames als heren bedoeld.

Waar in dit document wordt gesproken over deelnemers of rijders, worden zowel dames als heren bedoeld. PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaan- en kortebaanwedstrijden seizoen 2019/2020 Inleiding In dit document zijn de algemene bepalingen, met selectieregels, reserves, aanwijsplaatsen,

Nadere informatie

KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2017/2018

KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2017/2018 KNSB Selectieprocedure Langebaan junioren, 2017/2018 voor deelname aan internationale wedstrijden, kampioenschappen en selectiewedstrijden 29 september 2017 Selectiecommissie Langebaan Junioren (SCLJ):

Nadere informatie

KNWU BMX NATIONAAL KAMPIOENSCHAP 2019

KNWU BMX NATIONAAL KAMPIOENSCHAP 2019 KNWU BMX NATIONAAL KAMPIOENSCHAP 2019 Versie 3.0: 1 januari 2019 KNWU BMX NATIONAAL KAMPIOENSCHAP 2019 ALGEMEEN de KNWU. In het bezit te zijn van een tijdig aangevraagd Nederlands stuurbordnummer. Gekwalificeerd

Nadere informatie

Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan

Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan voor deelname aan selectiewedstrijden, internationale juniorenwedstrijden en -kampioenschappen definitieve versie, 20 september 2013 (Inter)nationale kalender selectiewedstrijden

Nadere informatie

RIJDERSINFO REGIO NOORD-OOST MARATHON COMPETITIE

RIJDERSINFO REGIO NOORD-OOST MARATHON COMPETITIE Programmaboekje seizoen 2018-2019 RIJDERSINFO REGIO NOORD-OOST MARATHON COMPETITIE Deelname De competitie staat open voor alle schaatsers(sters) van de banen van Assen, Deventer, Enschede, Groningen, Heerenveen,

Nadere informatie

KNSB Gewest Groningen Marathonschaatsen

KNSB Gewest Groningen Marathonschaatsen KNSB Gewest Groningen Marathonschaatsen Korte Handleiding & Regelgeving voor verenigingen of organisaties die een marathonwedstrijd op natuurijs willen organiseren Versie 4.0 oktober 2015 CONTACT Natuurijscoördinatoren

Nadere informatie

Nationaal Kampioenschap voor BMX Clubs 2017

Nationaal Kampioenschap voor BMX Clubs 2017 Algemeen Het Nederlands Kampioenschap voor BMX Clubs, hierna te noemen NK Clubs, wordt gehouden als een algemeen Nationaal Clubkampioenschap, waaraan verenigingen aangesloten zowel bij de Koninklijke Nederlandsche

Nadere informatie

KNSB SELECTIEDOCUMENT Inline-Skaten, seizoen 2017

KNSB SELECTIEDOCUMENT Inline-Skaten, seizoen 2017 KNSB SELECTIEDOCUMENT Inline-Skaten, seizoen 2017 voor deelname aan internationale kampioenschappen Vastgesteld door de Directeur Bestuurder, d.d. 24 april 2017 Selectie Commissie Inline Skaten (SCIS):

Nadere informatie

Informatiebulletin De Zilveren Bal Hoofdtoernooi

Informatiebulletin De Zilveren Bal Hoofdtoernooi 0 Informatiebulletin De Zilveren Bal 2019 - Hoofdtoernooi Versie 2 (13-03-2019) Contactgegevens organisatiecomité E-mail: Info@dezilverenbal.nl Telefoon: +31 0 650487883 Postadres: Ruusbroecstraat 23,

Nadere informatie

Gemaakt door Jolien Heddes G3A. Maart 2010

Gemaakt door Jolien Heddes G3A. Maart 2010 Gemaakt door Jolien Heddes G3A Maart 2010 Inleiding: Ik doe mijn werkstuk over kunstschaatsen omdat ik zelf op kunstschaatsen zit en ik het een superleuke sport vind maar ook omdat het kunstschaatsen in

Nadere informatie

Interne Selectieprocedure KNSB. Olympische Winterspelen Sotsji Langebaanschaatsen

Interne Selectieprocedure KNSB. Olympische Winterspelen Sotsji Langebaanschaatsen Interne Selectieprocedure KNSB Olympische Winterspelen Sotsji 2014 Langebaanschaatsen Definitieve versie 20 september 2013 Selectiecommissie Langebaan (SCL): Emiel Kluin Andries Kasper Thomas Bos Directeur

Nadere informatie

KNSB Selectiedocument Langebaan 2015-2016

KNSB Selectiedocument Langebaan 2015-2016 KNSB Selectiedocument Langebaan 2015-2016 voor deelname aan internationale wedstrijden, internationale kampioenschappen en selectiewedstrijden Definitieve versie 1 oktober 2015 Selectiecommissie Langebaan:

Nadere informatie

KNWU BMX Nationaal Kampioenschap KNWU BMX NK 2015 versie 3.0

KNWU BMX Nationaal Kampioenschap KNWU BMX NK 2015 versie 3.0 KNWU BMX Nationaal Kampioenschap 2015 KNWU BMX Nationaal Kampioenschap 2015 Algemeen De reglementen van de KNWU en daarbij in het bijzonder Titel VI, Wedstrijd Reglement BMX laatst gepubliceerde uitgave,

Nadere informatie

Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan

Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan Selectienormen 2013/2014 Langebaan voor deelname aan selectiewedstrijden, internationale wedstrijden en internationale kampioenschappen Definitieve versie, 05 oktober 2013 Selectiecommissie Langebaan:

Nadere informatie

WEDSTRIJDKALENDER LANGEBAAN

WEDSTRIJDKALENDER LANGEBAAN DE : EEN REIS DOOR HET SEIZOEN RICHTING NEDERLANDSE KAMPIOENSCHAPPEN EN INTERNATIONALE TOERNOOIEN Langebaan seizoen De wedstrijdkalender Langebaan: een reis door het seizoen richting Nederlandse Kampioenschappen

Nadere informatie

Informatiebulletin De Zilveren Bal Hoofdtoernooi

Informatiebulletin De Zilveren Bal Hoofdtoernooi 0 Informatiebulletin De Zilveren Bal 2018 - Hoofdtoernooi Versie 3 (15-03-2018) Contactgegevens organisatiecomité E-mail: Info@dezilverenbal.nl Telefoon: +31 0 650487883 Postadres: Zwartsstraat 12, 8441

Nadere informatie

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2018

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2018 NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2018 Versie 7.0: 2018 NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2018 ALGEMEEN Het Nederlands Kampioenschap voor BMX Clubs, hierna te noemen NK Clubs, wordt gehouden

Nadere informatie

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! KNWU BMX Nationaal Kampioenschap 2017 Versie 6 januari 2017

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! KNWU BMX Nationaal Kampioenschap 2017 Versie 6 januari 2017 PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! KNWU BMX Nationaal Kampioenschap 2017 Versie 6 januari 2017 KNWU BMX Nationaal Kampioenschap 2017 Algemeen De reglementen van de KNWU en daarbij in het bijzonder

Nadere informatie

SELECTIENORMEN KNSB 2015 Inline-Skaten

SELECTIENORMEN KNSB 2015 Inline-Skaten SELECTIENORMEN KNSB 2015 Inline-Skaten voor deelname aan European Challenge Kadetten Gera 19-21 juni 2015 Definitieve versie 13 april 2015 Selectie Commissie Inline Skaten: Arjan Smit Valentina Berga Technisch

Nadere informatie

Leidraad. Shorttrack

Leidraad. Shorttrack Leidraad Shorttrack Seizoen 2013-2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 4 1.1. Toepassing... 4 1.2. Wijzigingen... 4 1.3. Opzet... 4 2. Veiligheid... 4 2.1. Persoonlijke uitrusting... 4

Nadere informatie

SELECTIENORMEN KNSB 2016 Inline-Skaten

SELECTIENORMEN KNSB 2016 Inline-Skaten SELECTIENORMEN KNSB 2016 Inline-Skaten voor deelname aan internationale kampioenschappen Versie 3 mei 2016 Selectie Commissie Inline Skaten: Arjan Smit Frank Fiers Valentina Berga-Belloni Technisch Directeur:

Nadere informatie

Toelichting Regio ZW Wedstrijden versie:

Toelichting Regio ZW Wedstrijden versie: Toelichting Regio ZW Wedstrijden 2018-2019 versie: 20180813 De selectieprocedure voor het aantal jun-c en jun-b aan de Regioselectiewedstrijden NK Allround en NK Afstanden wordt voor het komend seizoen

Nadere informatie

Ontwikkelingsplan kunstrijden (concept) 2011/2012. H. Naaktgeboren W. van Veen K. Venhuizen

Ontwikkelingsplan kunstrijden (concept) 2011/2012. H. Naaktgeboren W. van Veen K. Venhuizen Ontwikkelingsplan kunstrijden (concept) 2011/2012 H. Naaktgeboren W. van Veen K. Venhuizen Plan voor de ontwikkeling van de sprongen In het plan wordt rekening gehouden met de kwaliteit van de sprongen

Nadere informatie

Waar in dit document wordt gesproken over deelnemers of rijders, worden zowel dames als heren bedoeld.

Waar in dit document wordt gesproken over deelnemers of rijders, worden zowel dames als heren bedoeld. PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES Nationale langebaan- en kortebaanwedstrijden seizoen 2018/2019 Inleiding In dit document zijn de algemene bepalingen, met selectieregels, reserves, aanwijsplaatsen,

Nadere informatie

KNSB SELECTIEDOCUMENT Inline-skaten, seizoen 2019

KNSB SELECTIEDOCUMENT Inline-skaten, seizoen 2019 KNSB SELECTIEDOCUMENT Inline-skaten, seizoen 2019 voor deelname aan internationale kampioenschappen Versie 19 maart 2019 Vastgesteld door de Directeur Bestuurder, d.d. 25-03-2019 Selectie Commissie Inline

Nadere informatie

Vlaamse Snelschaatsbond vzw VSB aankondiging

Vlaamse Snelschaatsbond vzw VSB aankondiging Vlaamse Snelschaatsbond vzw VSB aankondiging Vlaamse Kampioenschappen 2019 SHORTTRACK Zaterdag 26 januari 2019 Boudewijnpark A. De Baeckestraat 12, 8200 Brugge De Vlaamse Kampioenschappen Shorttrack 2019

Nadere informatie

Competitie Fietscross (BMX)

Competitie Fietscross (BMX) Reglement Redline Topcompetitie 2009 Competitie Fietscross (BMX) Junior Men, Elite Men en Vrouwen 17+ Genoemde categorieën rijden op zaterdag een Time Trial. De gereden tijden zijn bepalend voor de volgorde

Nadere informatie

Bijlagen bij het Kunstrijreglement 2013

Bijlagen bij het Kunstrijreglement 2013 Algemene opmerking Er is een onderscheid gemaakt tussen reglementen en regels. Deze bijlagen behelzen de regels en deze zijn zo veel mogelijk gebaseerd op de internationale regels van de CEPA. Indien de

Nadere informatie

Technische reglementen en procedures SBK 2017

Technische reglementen en procedures SBK 2017 Technische reglementen en procedures SBK 1 1. KLASSENINDELING... 2 1.1 A KLASSEN... 2 1.2 B KLASSEN... 3 2. WEDSTRIJDEN... 4 2.1 PROCEDURE ORGANISEREN WEDSTRIJDEN... 5 2.2 BEGINNERSWEDSTRIJDEN (2X PER

Nadere informatie

+ Challenge rijders Men 25/29, Men 25+ en Masters uit het buitenland kunnen kiezen voor deelname bij de Elite Men 2 of bij de Sportklasse 25+.

+ Challenge rijders Men 25/29, Men 25+ en Masters uit het buitenland kunnen kiezen voor deelname bij de Elite Men 2 of bij de Sportklasse 25+. Reglement KNWU BMX TopCompetitie 5 te Erp op 4 en 5 oktober 2014 Dit reglement vervangt het BMX TopCompetitie 2014 v1.4 20140120 voor deze wedstrijd. Alle competitie regels voor het eindklassement zijn

Nadere informatie

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! REGLEMENT KNWU BMX TOPCOMPETITIE 2017 Versie 6 januari 2017

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! REGLEMENT KNWU BMX TOPCOMPETITIE 2017 Versie 6 januari 2017 PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! REGLEMENT KNWU BMX TOPCOMPETITIE 2017 Versie 6 januari 2017 REGLEMENT KNWU BMX TOPCOMPETITIE 2017 Algemeen De reglementen van de KNWU en daarbij in het bijzonder

Nadere informatie

Toelichting Regio ZW Wedstrijden versie:

Toelichting Regio ZW Wedstrijden versie: Toelichting Regio ZW Wedstrijden 2018-2019 versie: 20181119 De selectieprocedure voor het aantal jun-c en jun-b aan de Regioselectiewedstrijden NK Allround en NK Afstanden wordt voor het komend seizoen

Nadere informatie

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2019

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2019 NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2019 Versie 4.0: November ALGEMEEN Het Nederlands Kampioenschap voor BMX Clubs, hierna te noemen NK Clubs, wordt gehouden als een algemeen Nationaal Clubkampioenschap,

Nadere informatie

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN MARATHON Artikel 401 Doel van de Sectie Marathon Artikel 402 Het Sectiebestuur Marathon Artikel 403 De onderlinge verdeling van taken en verantwoordelijkheden door

Nadere informatie

REGLEMENT KNWU BMX TOPCOMPETITIE 2016. KNWU BMX Topcompetitie 2016 versie 1.0

REGLEMENT KNWU BMX TOPCOMPETITIE 2016. KNWU BMX Topcompetitie 2016 versie 1.0 REGLEMENT KNWU BMX TOPCOMPETITIE 2016 KNWU BMX Topcompetitie 2016 versie 1.0 REGLEMENT KNWU BMX TOPCOMPETITIE 2016 Algemeen De reglementen van de KNWU en daarbij in het bijzonder Titel VI, Wedstrijd Reglement

Nadere informatie

Gewest: NH-U Regio Nationaal ISU. Datum Baan Wedstrijd Wedstrijd Wedstrijd International. 13-jul Heerenveen Pilot Mass Start competitie Rule 107 par 4

Gewest: NH-U Regio Nationaal ISU. Datum Baan Wedstrijd Wedstrijd Wedstrijd International. 13-jul Heerenveen Pilot Mass Start competitie Rule 107 par 4 13-jul Heerenveen Pilot Mass Start competitie Rule 107 par 4 20-jul Heerenveen Thialf Summer Cup 2019 Rule 107 par 4 27-sep Leeuwarden Mass Start competitie 1 e wedstrijd Rule 107 par 4 28-29 sep Nijmegen

Nadere informatie