1.1. Romp Vleugels De remkleppen. Werkstuk door een scholier 3280 woorden 3 oktober keer beoordeeld.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1.1. Romp Vleugels De remkleppen. Werkstuk door een scholier 3280 woorden 3 oktober keer beoordeeld."

Transcriptie

1 Werkstuk door een scholier 3280 woorden 3 oktober keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1. Constructie van het zweefvliegtuig 1.1. Romp De romp verbindt de dragende delen van het vliegtuig met de stuurorganen. De staartvlakken, vleugels worden eraan vastgekoppeld. Ook het onderstel en de starthaak zijn eraan bevestigd. De romp bestaat uit drie delen: - Het voorste deel waar de piloot zit. - Het middelste deel waar zich de aansluitingen van de vleugels en de besturingsorganen bevinden. - Het achterste deel waar zich de staartvlakken en het staartwiel bevinden. De romp kan op verschillende wijzen gebouwd worden. - Het geraamteontwerp, dat een ruimtelijk vakwerk vormt en meestal bestaat uit aan elkaar gelaste metalen buizen. - De schaalconstructie, waarbij de wand van de romp zelf het dragende element is. We onderscheiden hierbij een bouwwijze met spanten. Deze worden op zijn plaats gehouden door middel van latten en daarna wordt het geheel met triplex overtrokken. Een andere bouwwijze is de sandwich -bouwwijze. De romp bestaat hier enkel uit een dragende wand, zonder stutten of spanten. Bij zweefvliegtuigen bestaat de wand uit een binnen- en buitenwand uit GVK (glasvezel versterkte kunststof) met daartussen een soort schuimrubber Vleugels De vleugels hebben de opdracht de lift te produceren en het hele toestel te dragen. Hierbij is het vleugelprofiel van zeer groot belang, evenals de oppervlakte, de buig- en torsiestandvastigheid en zeker ook niet te vergeten de stevigheid van de bevestigingen aan de romp. De vleugels zijn gemaakt uit hout, metaal of GVK. Het hoofdelement van een vleugel is de hoofdligger. Deze strekt zich uit over de hele lengte van de vleugel en bevindt zich meestal op 1/3de van de aanvalsboord. Verder zijn de ribben ook zeer belangrijke onderdelen. Zij geven de gewenste profielvorm en vormen de verbinding tussen de hoofdligger en de huid. Ribben zijn enkel nog van toepassing in de houtbouw. Bij de bouw in GVK zijn er geen ribben meer De remkleppen Pagina 1 van 9

2 De remkleppen zijn gewoonlijk op de extrados en/of intrados van de vleugels gemonteerd. Hoe meer ze naar de trailing edge liggen, hoe minder effectief ze zullen worden. Ze geven een grote toename van de weerstand bij een geringe afname van de draagkracht. De toename van weerstand is te verklaren doordat plaatselijk de profielweerstand sterk toeneemt. De draagkracht neemt slechts gering af omdat de remkleppen zich slechts over een klein deel van de spanwijdte uitstrekken Het profiel De dwarsdoorsnede van een vleugel heeft een kenmerkende vorm, van voren min of meer afgerond en van achteren spits toelopend. Deze doorsnede wordt het vleugelprofiel genoemd. Er bestaan verschillende soorten vleugelprofielen, met elk verschillende aërodynamische eigenschappen. Hierbij gaat men een onderscheid maken tussen symmetrische en asymmetrische profielen. De lijn die als basis wordt gebruikt voor het vastleggen van de afmetingen en de stand van een profiel noemt men de koorde van het profiel. Het is de rechte lijn verbonden tussen de uiterste punten van het profiel. De lijn die halverwege de profiel boven- en onderkant loopt noemt men de skeletlijn. De maximale afstand tussen de skeletlijn en de koorde noemt men de profielwelving. Een zeer belangrijke hoek is deze die wordt gevormd tussen de koorde en de aanstroomrichting van de lucht. Deze wordt de invalshoek genoemd, en bepaald in grote mate mee hoeveel lift er kan geproduceerd worden. Op deze tekening is de invalshoek overdreven groot. Normaal varieert hij tussen de 2 tot max Constructiematerialen Men kan de bouw van zweefvliegtuigen indelen in verschillende groepen. Zo onderscheidt men houtbouw, metaalbouw, kunststofbouw en een gemengde bouwwijze. De meest opkomende is de kunststofbouw. Ook de gemengde bouwwijze wordt nog op grote schaal toegepast. Hieronder staan de belangrijkste constructiematerialen opgesomd Glasvezel Glas op zichzelf bezit geen bijzondere eigenschappen. Wanneer het echter tot glasvezel uitgerekt wordt, veranderen zijn spannings- en elastische eigenschappen om uiteindelijk een zeer grote oppervlaktespanning te bereiken. Glasvezel wordt vervaardigd uit E-glas met een zeer laag gehalte aan alkali-oxyde. Dit E-glas wordt gesmolten, daarna sterk uitgerekt, en dan plots afgekoeld. Het gebruik van glasvezel is vooral kostendrukkend Koolstofvezel Koolstofvezel of KVK wordt door pyrolyse (is een ontbinding door hoge temperatuur) tussen de 1200 C en 2800 C uit organische vezels vervaardigd. De stijfheidsgraad van C-vezels is veel hoger dan die van glasvezel. Koolstofvezels worden meer en meer gebruikt voor belangrijke delen in de constructie, bvb. de frame van een cockpitkap of de vleugelliggers. Pagina 2 van 9

3 Aramidevezel Aramidevezels bestaan uit polymide. Deze heeft een grotere stijfheid dan glasvezel, maar is brozer en de stijfheidsgraad neemt sterk af onder invloed van het licht. Deze stof wordt gebruikt voor de constructie van de cockpitkuip en de romponderkant. Aramidevezel bevordert de veiligheid Hout Hout is het belangrijkste basismateriaal in de hout- of gemengde bouwwijze. De bouw van volledig houten vliegtuigen is bijna totaal verdrongen. Toch heeft het zijn toepassingen in die moderne zweefvliegtuigbouw. Enkele voorbeelden zijn: - Dennenhout gebruikt voor gordingen en latjes, voor de bouw van de romp en vleugels. - Berkenhout gebruikt in de vorm van triplex. Triplex op zijn beurt wordt gebruikt voor het afdekken van de romp en de vleugels. - Balsahout is een erg lichte tropische houtsoort, gebruikt als ondersteuningsmateriaal voor dun triplex Plexiglas Cockpitkappen worden van dit heldere doorzichtige materiaal gemaakt. Het is erg kerfgevoelig. Plexiglas wordt snel aangetast door allerlei vloeistoffen en dampen. Zo mag een cockpit nooit gepoetst worden met oplosser of verdunner. Er ontstaan dan kleine barstjes, die de doorzichtigheid verminderen, maar ook tot grotere scheuren kunnen leiden. 2. Aërodynamica De aërodynamica is de wetenschap die zich bezig houdt met de beweging van gassen of fluïda, de algemene naam voor de vloeistof of gas. Wij bekijken ons fluïdum (lucht) altijd in de standaardatmosfeer Energie Dynamische en statische druk Het begrip druk moet men goed doorzien, om te kunnen begrijpen hoe een vliegtuig kan vliegen. Het zal blijken dat alles draait om drukverschillen. - Statische druk (Ps): in de atmosfeer is de lucht aan het aardoppervlak samengedrukt door het gewicht van de verschillende luchtlagen erboven. Naarmate men stijgt, wordt de lengte van deze kolom kleiner, zodat ook het gewicht ervan vermindert. Daardoor zal de druk ook gaan verminderen naarmate men stijgt. Dit noemt men de statische druk. Op zeeniveau bedraagt die druk Pa en hij daalt 1250 Pa per 100 meter. (deze afname wordt kleiner naarmate men meer stijgt) - Dynamische druk (Pd): dat is de druk die voortvloeit uit de energie die wordt opgewekt door het fluïdum dat in beweging is gebracht. (= kinetische energie) Men kan deze druk berekenen met volgende formule: De totale druk (Pt) die op een oppervlak wordt uitgeoefend: statische + dynamische druk Voorbeeld: Stel een vliegtuig vliegt tegen een snelheid van 126 km/h (35 m/s) met een tegenwind van 36 km/h (10 m/s) op een hoogte van 500 meter boven zeeniveau, bij ideale omstandigheden? (r=1,225kg/m³) - Ps= Pa bij 0 meter bij 500 m.: (5.1250)= Pa - Pd= = = 750,31 Pa Pagina 3 van 9

4 - Pt= Ps+Pd= 95820,31 Pa De totale druk is 95820,31 Pa en is kleiner dan de druk op zeeniveau. Om een idee te krijgen van deze druk: 95820,31 Pa = 95820,31 N/m² = 958 gram per cm² Continuïteitswet We veronderstellen dat een luchtstroom met een constante snelheid door een buis stroomt die geleidelijk kleiner wordt. Doordat de stroming stationair is, zal op elk moment éénzelfde bepaald volume lucht moeten stromen. Om dit te kunnen laten gelden, zal de snelheid moeten vergroten bij afnemende doorsnede. Hieruit volgt: A1.V1 = A2.V2 = Cte dit noemt de continuïteitsvergelijking 2.3. Wet van Bernouilli Bernouilli ging verder in op dit fenomeen. Wanneer lucht door een buis met afnemende doorsnede stroomt, wordt de snelheid groter. Er is een toename van energie in de vorm van snelheid. Deze zal ten koste van een andere energievorm moeten gaan. De enige mogelijke energievorm is de druk (vorm van potentiële energie). Bij toenemende snelheid concludeerde Bernouilli dat de druk ging afnemen en andersom. Hij bekwam de volgende formule: Pt = P + = constante Hierbij is gelijk aan de stuwdruk Ontstaan van drukverschillen Een vleugelprofiel verdeelt als het ware de luchtstroom in twee delen. Als dit profiel onder een bepaalde hoek wordt geplaatst in de stroming, dan kan men volgende fenomenen zien: 1. het stuwpunt 2. minimum druk 3. omslagpunt 4. punt van turbulentie 1. De plaats waar de luchtstroming de voorkant van het profiel raakt, noemt men het stuwpunt. Daar is de snelheid gelijk aan nul. Ps (statische druk) zal daar dus het grootst zijn. 2. Tussen 1 & 2 gaat de snelheid verhogen (cont. wet) en de statische druk gaat dus dalen (Bernouilli). Waar de vleugel het dikst is, gaat de snelheid het grootst zijn, en daar wordt dus ook de laagste druk bereikt. 3. Tussen 2 & 3 gaat de snelheid afnemen. Ps verhoogt opnieuw, maar ze is toch nog kleiner dan in het begin. De grenslaag neemt toe in dikte. Punt 3, het omslagpunt, is het punt waar dat de grenslaag turbulent wordt. 4. Bij punt 4 komt de turbulente grenslaag los van het profiel. Hierdoor ontstaan wervelingen. De snelheid blijft verminderen en Ps neemt nog steeds toe. Aan de onderkant blijft de grenslaag laminair en wordt dikker naarmate ze naar achter schuift. - Al deze veranderingen van snelheid doen volgens Bernouilli verschillende drukken ontstaan rond het profiel. Pagina 4 van 9

5 2.5. Aërodynamische krachten Doordat er rond het profiel drukverschillen zijn, gaan er dus krachten ontstaan. Op figuur / zie je dat het profiel onder een bepaalde invalshoek is geplaatst, en daarom zal er een opwaartse kracht optreden. We zien dat er onderdrukken ontstaan aan de extrados en overdrukken aan de intrados. Het patroon van de extrados is groter en dus belangrijker. De som van alle aërodynamische krachten wordt voorgesteld door de vector R (resultante) die loodrecht op de koorde staat. Het aangrijpingspunt van deze kracht ligt op de koorde en noemt het drukpunt Lift (draagkracht) De resultante kan ontbonden worden in 2 componenten, nl. een horizontale component D (Drag) en een verticale component L (Lift). Zoals eerder besproken is de hoek tussen de koorde en de relatieve wind de invalshoek. De component van de lift staat hier loodrecht op. De lift is afhankelijk van verschillende factoren: - De snelheid van de relatieve luchtstroom V - Het vleugeloppervlak S - De luchtdichtheid r - De invalshoek a - En vooral de eigenschappen van de vleugel (Cl) Met de eigenschappen van het vleugel wordt vooral de vorm van het profiel bedoeld. De vorm van het profiel (welving en max. dikte) en de invalshoek bepalen de max. draagkracht die ontwikkeld kan worden. De invalshoek en de vorm van het profiel vormen samen de draagkrachtscoëfficiënt Cl. De vorm van het profiel wordt gekozen door de constructeur van het vliegtuig, dus de piloot kan enkel de draagkracht wijzigen door de invalshoek te veranderen. Op volgende grafiek zie je de draagkrachtscoëfficiënt afgebeeld in functie van de invalshoek. We gaan hierbij uit van een bepaald asymmetrisch profiel. Enkele opmerkelijke punten: - Er bestaat reeds draagkracht bij een invalshoek van -2. Dit is te verklaren doordat het profiel asymmetrisch is. - De grafiek verloopt nagenoeg evenredig tot aan een hoek van ongeveer 8. Dit is te verklaren omdat de stroming tot dit punt laminair over het profiel blijft stromen. - De waarde van Cl verhoogt bij toenemende invalshoek, maar er zijn natuurlijk beperkingen. Wanneer de invalshoek zijn kritische waarde bereikt heeft (ongeveer 16 bij eender welk profiel), dan zal de hele extrados overtrokken zijn van turbulente stromingen. Het drukpunt ligt nu helemaal vooraan op de koorde. - Wanneer we de hoek nog vergroten, dan gaat men plotseling een verlies aan lift krijgen. Het drukpunt verplaatst zich ineens naar achteren. Het profiel is volledig overtrokken; men spreekt van stall. Wiskundige berekening van de lift (in Newton) Neem dat je vliegt op een bepaald moment waarbij: r= 1,225 kg/m³ S= 16 m² Pagina 5 van 9

6 V= 40 m/s (144km/h) Cl= 1,0 - De draagkracht is dan: L =. 1, ². 1,0 = N Drag (weerstand) De tweede component van de resultante is de weerstand. Elk lichaam dat in beweging is in een bepaald fluïdum, ondervindt weerstand. Deze weerstand vindt zijn oorsprong in: - De eigenschappen van het fluïdum. - De vorm en het oppervlak van het lichaam. De weerstand is nog afhankelijk van andere belangrijke factoren die in volgend schema staan uitgewerkt. 1. Geïnduceerde weerstand: is te wijten aan het bestaan van de draagkracht. Het verschil in druk aan de extrados en intrados doet aan de vleugeltippen de lucht overgaan van een hoger naar een lager drukveld. Hierdoor ontstaan er wervelingen die verantwoordelijk zijn voor een weerstand. De geïnduceerde weerstand is omgekeerd evenredig met de snelheid omdat in een horizontale vlucht de invalshoek vermindert de snelheid neemt toe, waardoor ook de geïnduceerde weerstand afneemt. 2. Parasitaire weerstand: is de som van de vorm- en wrijvingsweerstand. Deze is nooit nul omdat er altijd wrijving is. De parasitaire weerstand is recht evenredig met de invalshoek. Totale weerstand: De som van alle weerstanden die de aërodynamische eigenschappen van het vleugelprofiel beïnvloeden, noemt men de totale weerstand. We kunnen de parasitaire en de geïnduceerde weerstand samen gaan voegen in een grafische voorstelling. Dit geeft volgend resultaat: - Cdtot : totale weerstand - Cdp : parasitaire weerstand - Cdi : geïnduceerde weerstand Er zijn twee opmerkelijke punten: V1 - Dit is de snelheid waarop de weerstand het kleinst is. Deze snelheid moet men vliegen om zo lang mogelijk in de lucht te blijven. V2 Men bekomt deze snelheid door de tangentiële raaklijn te trekken vanuit de oorsprong. Bij deze snelheid heeft men de beste verhouding snelheid/weerstand. Deze snelheid zal men moeten vliegen om van op een bepaalde hoogte een zo groot mogelijke afstand af te leggen. Wiskundige berekening van de weerstand (in Newton) Neem dat je vliegt op een bepaald moment waarbij: r= 1,225 kg/m³ S= 16 m² Pagina 6 van 9

7 V= 40 m/s (144km/h) Cl= 0,1 De weerstand is dan: D =. 1, ². 0,1 = 1568 N De vleugelpolaire Proeven in windtunnels tonen ons nauwkeurig hoe verschillende aërodynamische krachten en momenten inwerken op vleugelprofielen. Deze waarden worden bepaald met aërodynamische meettoestellen. Ze worden opgeslagen in de vorm van grafieken of polaires Fijnheid De fijnheid is de verhouding tussen de coëfficiënten Cd (drag coëfficiënt) en Cl (lift coëfficiënt). Deze waarden kan men in een polaire gieten. Uit zo n polaire kan men alle eigenschappen van het profiel halen. Bij de Cl/Cd verhouding noemt men die polaire een vleugelpolaire. Deze heeft een aantal opmerkelijke punten: 1. Draagkracht is onbestaande 2. Minimum weerstand 3. Maximum fijnheid 4. Maximum lift Factoren die de fijnheid van een vleugel beïnvloeden: - De welving: Deze bepaalt de vorm van het profiel (zie Profiel). Een vergroting van de welving betekent een verhoging van Cl max en Cd min. Waarom dan geen profielen met zeer sterke welving? Omdat er dan reeds bij kleine invalshoek turbulentie ontstaat. - De relatieve dikte: Is de verhouding tussen de maximum dikte van het profiel en zijn koorde. Wanneer de relatieve dikte vergroot, gaat Cl toenemen evenals Cd. Cd verhoogt recht evenredig met de relatieve dikte. - De slankheid: Is de verhouding tussen de spanwijdte en de gemiddelde koorde. Bij éénzelfde invalshoek, gaat bij toenemende spanwijdte Cl verhogen. - Laminaire profielen: De luchtweerstand is afhankelijk van de structuur van de grenslaag. De laminaire grenslaag geeft een kleinere wrijvingscoëfficiënt en het is zeer belangrijk om de grenslaag zo lang mogelijk laminair te houden. Dit resulteert in een betere drukverdeling en een betere Cl/Cd verhouding. 3. Controls De controls (roeren) zijn de organen aan de zwever die door de piloot bediend worden en het vliegtuig doen bewegen rond zijn drie inertieassen. Alle controls zijn principieel symmetrische of bi-convexe profielen. De controls zijn steeds zo ver mogelijk van het zwaartepunt geplaatst. Hierdoor wordt de krachtarm groter en moet de piloot maar een kleine kracht uitoefenen op de stick of rudder om het Pagina 7 van 9

8 vliegtuig in de gewenste richting te laten bewegen Werking van de controls Door een druk van de piloot op een stuurorgaan zal het corresponderende roer uitslaan naar de gekozen richting. Daardoor neemt de koorde van het profiel een andere stand in t.o.v. de relatieve luchtstroming, waardoor het een supplementaire draagkracht zal ontwikkelen: het vliegtuig zal zich in de nieuwe richting plaatsen. Eens het vliegtuig de gewenste stand bereikt heeft, moet de piloot deze supplementaire draagkracht neutraliseren door de roeren in hun beginstand te zetten: het vliegtuig zal nu de nieuwe richting behouden De aileron of rolroer - Primair effect: Het rolroer zorgt voor een beweging rond de langsas. Het vliegtuig neemt een helling naar links of naar rechts. - Secundair effect: Als de piloot een helling geeft zal het een bocht uitvoeren. De buitenste vleugel (A) krijgt hierdoor initieel meer draagkracht, maar automatisch ook meer weerstand. De weerstandsfactor kan in het begin zo groot zijn dat de vleugel afgeremd wordt. Hierdoor gaat vleugel B sneller verplaatsen dan vleugel A. De neus gaat dus tegengesteld bewegen aan de richting waarin we willen draaien. Dit fenomeen noemt men het tegengesteld haakeffect De rudder of richtingsroer - Primair effect: Het richtingsroer zorgt voor een beweging om de topas. De neus van het vliegtuig gaat naar links of rechts bewegen. - Secundair effect: Indien de piloot om de één of andere reden zijn voetenstuur intrapt, zal het vliegtuig gaan slippen in een bepaalde richting. Doordat de neus van vliegrichting afwijkt, zal de buitenste vleugel A een groter snelheid krijgen, waardoor hij meer draagkracht ontwikkelt. Het vliegtuig wil een helling gaan nemen naar de richting van het ingetrapte richtingsroer. Dit fenomeen noemt men dan de geïnduceerde helling De elevator of hoogteroer - Primair effect: Het hoogteroer zorgt voor een beweging rond de dwarsas. De neus van de zwever gaat omhoog of omlaag gaan. - Secundair effect: Deze control heeft geen secundaire effecten, behalve dat de snelheid afneemt als het vliegtuig stijgt, en afneemt als het daalt De lierkabel De lierkabel moet een zodanige lengte hebben om een zweefvliegtuig op een hoogte van 500 meter te brengen. Daarom zijn de kabels gebruikelijk minstens 1200 meter lang (±1500m). Hij bestaat uit Pagina 8 van 9

9 kruisgeslagen kabeldraad met een doorsnede van ongeveer 4,2 mm. Je kan dus rekenen dat zo n kabel, voor een lengte van meer dan 1km, al vlug tussen de 100 en 200 kg weegt. Aan het uiteinde van de kabel (overgang van kabel naar vliegtuig) bevinden zich verschillende onderdelen: Het kabelvalscherm Het kabelvalscherm (1) dient om na het ontkoppelen, de vallende kabel in zijn snelheid te beperken, zodat het ontstaan van kinken in de kabel voorkomen wordt. Het zorgt er dus mee voor dat de kabel strak opgewonden kan worden. Tijdens het optrekken zal de parachute gesloten blijven door de spanning op de kabel. Er moet steeds een zekere afstand (ongeveer 30cm) zitten tussen de parachute en de ontkoppelhaak. Dit verkrijgt men door een voorloopstuk (2). Dit zorgt ervoor dat de parachute bij onregelmatig lieren niet blijft haken achter de zwever Het breukstuk Natuurlijk werken er op het vliegtuig behoorlijke trekkrachten in, tengevolge van de kabel. Deze krachten mogen niet te groot worden, of het vliegtuig wordt beschadigd. Daarom dat men gebruikt maakt van breukstukken. Zo n breukstuk (3) bevindt zich tussen het voorloopstuk en de ontkoppelhaak. Het is een stukje staalplaat, waarin opzettelijk een vernauwing in is aangebracht, zodanig dat het een bepaalde trekkracht aankan. Wanneer die overschreden wordt breekt het stukje, en valt dus de trekkracht weg. Om een idee te krijgen, welk breukstuk men wanneer gebruikt: men neemt 1,3x het maximale gewicht van het vliegtuig: Voorbeeld: Voor een vliegtuig van 650 kg -> 1,3 x 650 = 845 kg = 8450 N -> bruin breukstuk Er is natuurlijk ook een maximale grens voor de breuksterkte ->1,2 x de berekende waarde -> 1,2 x 8450 = N 4.3. De starthaak (Ontkoppelhaak) De meest gebruikte starthaak is het model Tost, zoals op de tekening. Dit is de uitvoering als zwaartepuntshaak. - Werking De haak zelf kan draaien om punt 4, maar wordt tegengehouden door de schalm 2-3, die de ontkoppelingsarm met schijf tegen de bevestigingsbout A drukt. Bij het ontkoppelen wordt de schijf linksom gedraaid, zodat punt 2 naar achter beweegt. Hierdoor beweegt de starthaak eerst iets linksom, totdat de draaipunten 1,2 en 3 op één lijn liggen, d.w.z. de centerpositie. Hierna komt punt 2 rechts van lijn door 1 en 3. De drukkracht die in schalm 2-3 wordt opgewekt door de kabelkracht laat de ontkoppelschijf nu vanzelf linksom draaien, zodat de haak ongehinderd openspringt. Zijdelingse belasting op de haak zou het soepel ontkoppelen kunnen bemoeilijken. Daarom is een steunring aangebracht waartegen de kabelring aanligt bij scheef oplieren. Bij zwaartepuntshaken kan de steunring ook scharnieren om punt 4, maar dan tegen de druk in van de spiraalveer om bout C. Bij weigering van het ontkoppelmechanisme kan de kabel de steunring naar achter wegtrekken, waardoor de kabelring van de haak kan schieten. Pagina 9 van 9

Aerodynamica Draagkracht. Eenparige rechtlijnige beweging Krachten zijn in evenwicht Lift = Gewicht Weerstand = Trekkracht

Aerodynamica Draagkracht. Eenparige rechtlijnige beweging Krachten zijn in evenwicht Lift = Gewicht Weerstand = Trekkracht Aerodynamica Draagkracht Eenparige rechtlijnige beweging Krachten zijn in evenwicht Lift = Gewicht Weerstand = Trekkracht 1 Aerodynamica Draagkracht Continuïteitswet: In elke doorsnede van de stromingsbuis

Nadere informatie

Bewegingswetten van Newton:

Bewegingswetten van Newton: Bewegingswetten van Newton: Eerste wet van Newton Traagheidswet, Een voorwerp waarop geen (resulterende) kracht werkt blijft in rust of behoudt haar snelheid en richting Tweede wet van Newton Bewegingswet,

Nadere informatie

Aerodynamica Overtrek en tolvlucht. Luchtdruk neemt af, Vervolgens neemt de luchtdruk weer toe.

Aerodynamica Overtrek en tolvlucht. Luchtdruk neemt af, Vervolgens neemt de luchtdruk weer toe. Luchtdruk neemt af, Vervolgens neemt de luchtdruk weer toe. 1 1. Luchtdeeltjes stromen tegen de druk in en worden hierdoor afgeremd. 2. Op een gegeven moment verander de stroomrichting en laat de stroming

Nadere informatie

AERODYNAMICA. 1. Begrippen en definities

AERODYNAMICA. 1. Begrippen en definities AERODYNAMICA Aërodynamica is de wetenschap die zich bezig houd met de bestudering van stromingen van lucht en andere gassen. In de theoretische aërodynamica worden de wetten onderzocht die de stromingen

Nadere informatie

Elementaire begrippen over Aërodynamica voor modelluchtvaart

Elementaire begrippen over Aërodynamica voor modelluchtvaart Elementaire begrippen over Aërodynamica voor modelluchtvaart Vereniging voor Modelluchtvaartsport (VML) vzw Auteur : Dirk Van Lint Uitgegeven op : 15/07/2006 Versie : 0.0.1 Inhoud 1. Doel 2. Aërodynamische

Nadere informatie

3.0 INLEIDING 3.0.1 Wat te verwachten in dit hoofdstuk 3 3.0.2 Krachten en momenten bij het vliegen 4 3.0.3 De wetten van Newton 7 3.0.

3.0 INLEIDING 3.0.1 Wat te verwachten in dit hoofdstuk 3 3.0.2 Krachten en momenten bij het vliegen 4 3.0.3 De wetten van Newton 7 3.0. 3. THEORIE VAN HET VLIEGEN 3.0 INLEIDING 3.0.1 Wat te verwachten in dit hoofdstuk 3 3.0.2 Krachten en momenten bij het vliegen 4 3.0.3 De wetten van Newton 7 3.0.4 Het gewicht 7 3.1 AËRODYNAMICA-I: LUCHT

Nadere informatie

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Inspectie Verkeer en Waterstaat Inspectie Verkeer en Waterstaat Theorie examen JAR-FCL PPL voorbeeldexamen AGK/POF PPL(A) 1 Hoeveel bedraagt het gewicht van 1 m 3 lucht nabij het aardoppervlak? A) 12.25 kg. B) 12.25 gr. C) 1.225 gr.

Nadere informatie

Winch Security. P. JACOB Cdt v/h Vlw, Ing

Winch Security. P. JACOB Cdt v/h Vlw, Ing Andere gevaren Risico na winterstop ( april 84, Duitsland ) 60 Accidents 50 Number 40 30 20 10 0 JAN FEB MAR APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC Month Gevaren op de Startplaats Verantwoordelijke startbaanopzichter

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.

Nadere informatie

Figuur 3 Totale druk bij aanvalshoek 4 Figuur 4 Totale druk bij aanvalshoek 4

Figuur 3 Totale druk bij aanvalshoek 4 Figuur 4 Totale druk bij aanvalshoek 4 Practicum Flowlab Lien Crombé & Mathias Peirlinck 2 de bachelor Ingenieurswetenschappen: bouwkunde 12/11/2009 Opgave 1: Stroming over Clark-Y profiel Invloed van aanvalshoek op fluïdumeigenschappen Druk

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 19 juni 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 85 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

X-29 Glider. Door: Maarten Jacobs. Hoe het idee is ontstaan? De theorie

X-29 Glider. Door: Maarten Jacobs. Hoe het idee is ontstaan? De theorie X-29 Glider Door: Maarten Jacobs Hoe het idee is ontstaan? Het idee om een zwever te ontwerpen en te maken is ontstaan toen ik op internet een beetje plaatjes aan het kijken was. Wel te verstaan de X-planes

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

Flowlabpracticum - Lynn Verkroost, Nick Van Bossche en Michiel Haegeman

Flowlabpracticum - Lynn Verkroost, Nick Van Bossche en Michiel Haegeman Vleugelprofiel Drukcoëfficiënt α=4 Voorbij het stuwpunt neemt de druk eerst af, om daarna weer toe te nemen. (Drukzijde: aan tip / zuigzijde: bovenoppervlak - waar er onderdruk is - ) α=12 Bij deze aanvalshoek

Nadere informatie

Meteorologie. Cirrus, cirrocumulus en cirrostratus zijn; A lage bewolking B middenbewolking C hoge bewolking. 1) Altocumulus en altostratus zijn ;

Meteorologie. Cirrus, cirrocumulus en cirrostratus zijn; A lage bewolking B middenbewolking C hoge bewolking. 1) Altocumulus en altostratus zijn ; Cirrus, cirrocumulus en cirrostratus zijn; 1) Altocumulus en altostratus zijn ; Meteorologie 2) Stratus, stratocumulus en cumulus zijn; 3) Cumulonimbus en nimbostratuswolken vinden we terug ; A enkel in

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl) Pompen of Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 decimeter heeft een inhoud van 8000 liter ( liter = dm 3 ) en is geheel gevuld met water. Aan de kraan onder aan het vat (zie figuur ) wordt een pomp

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl) Wiskunde B (oude stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 9 juni 3.30 6.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 9 vragen.

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 25

jaar: 1989 nummer: 25 jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat

Nadere informatie

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Nadere informatie

Vliegtuigtechniek HtHJ/VSH/Vliegtuigtech._v01 dec2010 1

Vliegtuigtechniek HtHJ/VSH/Vliegtuigtech._v01 dec2010 1 Vliegtuigtechniek 1 Vliegtuigtechniek Besturing Verdeling van de vier krachten Draagkracht (Lift) Zwaartekracht (Gewicht) Trekkracht Weerstand Horizontale vlucht Lift = Gewicht Trekkracht = Weerstand Een

Nadere informatie

5. BEGINSELEN VAN HET ZWEEFVLIEGEN (versie )

5. BEGINSELEN VAN HET ZWEEFVLIEGEN (versie ) 1 5. BEGINSELEN VAN HET ZWEEFVLIEGEN (versie 9-1-2017) Beginselen van het zweefvliegen gaat over de aerodynamica van het zweefvliegen. De krachten die de langsstromende lucht op het vliegtuig uitoefent.

Nadere informatie

Errata/addenda: Module 8 bij de tweede herziene druk (2008)

Errata/addenda: Module 8 bij de tweede herziene druk (2008) Errata/addenda: Module 8 bij de tweede herziene druk (2008) De onderstaande wijzigingen/toevoegingen zijn reeds verwerkt in de derde druk van deze module. Blz. 32: Vervanging tekst: paragraaf 1.8.4 Door

Nadere informatie

Laten we eens kijken naar de volgende grafiek:

Laten we eens kijken naar de volgende grafiek: Hoogte en snelheidscontrole Een vliegtuig is moeilijker te besturen dan een auto. Dat komt niet alleen om dat de cockpit ingewikkelder is, meer knopjes bevat. Het werkelijke, achterliggende, probleem is

Nadere informatie

De kinematische viscositeit gebruikt de dynamische viscositeit om het reynoldsgetal te bepalen van een object. De formule hiervoor is:

De kinematische viscositeit gebruikt de dynamische viscositeit om het reynoldsgetal te bepalen van een object. De formule hiervoor is: Theoretisch kader In dit deel van het verslag wordt er gekeken naar de benodigde informatie om het proces goed te doorlopen. Deze informatie zal voornamelijk betrekking hebben op de aerodynamica wetten

Nadere informatie

Wet van Bernoulli. 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli

Wet van Bernoulli. 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen Druk in een vloeistof In de figuur

Nadere informatie

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.

Nadere informatie

www. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van

Nadere informatie

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Mededelingen Dit tentamen bestaat uit 4 bladzijden. De LAATSTE zes vragen (samen maximaal 5 punten) zijn zogenaamde

Nadere informatie

John J. Videler. Hoe vogels vliegen SOVON 2012. Foto: Herman Berkhoudt

John J. Videler. Hoe vogels vliegen SOVON 2012. Foto: Herman Berkhoudt John J. Videler Hoe vogels vliegen SOVON 2012 Foto: Herman Berkhoudt Grote albatros: spanwijdte 324 cm Kleinste vogel: bijkolibrie (2 g) Brandgans Schouderveren Vleugeldekveren Duimvleugel Kleine armslagpennen

Nadere informatie

Kleine zwever. Onderdelenlijst: Deel Omschrijving Aantal Materiaal Afmetingen

Kleine zwever. Onderdelenlijst: Deel Omschrijving Aantal Materiaal Afmetingen 102.032 Kleine zwever Onderdelenlijst: Deel Omschrijving Aantal Materiaal Afmetingen 1 Cockpittussenstuk 1 Triplex 5 x 50 x 250 mm 2 Opbouwdrager 1 Grenen lat 5 x 10 x 500 mm 3 Zijwanden cockpit 2 Balsa

Nadere informatie

Taak van de hoofdrotor

Taak van de hoofdrotor Helikopter vliegen Taak van de hoofdrotor De taak van de hoofdrotor is het generen van lift, waardoor de helikopter omhoog wordt getrokken. In principe is de rotor een stel draaiende vleugels), waarbij

Nadere informatie

Phydrostatisch = gh (6)

Phydrostatisch = gh (6) Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 11 november 08 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar

Nadere informatie

MECHANICAII FLUIDO 55

MECHANICAII FLUIDO 55 MECHANICAII FLUIDO 55 Figuur (3.4): De atmosferische druk hoeft niet in rekening te worden gebracht aangezien ze in alle richtingen werkt. Opmerking 3: In sommige gevallen dient met een controlevolume

Nadere informatie

Taak van de hoofdrotor

Taak van de hoofdrotor Helikopter vliegen Taak van de hoofdrotor De taak van de hoofdrotor is het generen van lift, waardoor de helikopter omhoog wordt getrokken. In principe is de rotor een stel draaiende vleugels), waarbij

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

Tentamen Mechanica ( )

Tentamen Mechanica ( ) Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Hand- out Boeing 737 vliegen. hand- out- PU.01

Hand- out Boeing 737 vliegen. hand- out- PU.01 Hand- out Boeing 737 vliegen. Pitch- Up Arendweg 37- B Lelystad Airport 085-210 60 66 pitch- up.nl 1 Deze hand- out is samengesteld door Simcenter Lelystad, Pitch- Up en wordt toegepast bij het uitvoeren

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie

jaar: 1990 nummer: 06

jaar: 1990 nummer: 06 jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben

Nadere informatie

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Hoofdstuk 1 : Krachten, spanningen en rekken Voorbeeld 1.1 (p. 11) Gegeven is een vakwerk met twee steunpunten A en B. Bereken de reactiekrachten/momenten

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2017-I

natuurkunde vwo 2017-I Cessna In figuur 1 staat een foto van een Cessna, een eenmotorig vliegtuig. figuur 1 In tabel 1 staan gegevens van deze Cessna. tabel 1 figuur 2 Cessna lengte 7,3 m spanwijdte 10,7 m hoogte 3,0 m tankinhoud

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl nask1 compex I

Eindexamen vmbo gl/tl nask1 compex I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Open vragen Geef niet méér antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd, geef er dan twee

Nadere informatie

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15. NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H6 22-12-10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven met in totaal 31 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Opgave 1: De helling af (16p) Een wielrenner

Nadere informatie

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype. TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen

Nadere informatie

De olie uit opgave 1 komt terecht in een tank met een inhoud van 10 000 liter. Hoe lang duurt het voordat de tank volledig met olie is gevuld?

De olie uit opgave 1 komt terecht in een tank met een inhoud van 10 000 liter. Hoe lang duurt het voordat de tank volledig met olie is gevuld? 5. Stromingsleer De belangrijkste vergelijking in de stromingsleer is de continuïteitsvergelijking. Deze is de vertaling van de wet van behoud van massa: wat er aan massa een leiding instroomt moet er

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2012 tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.. Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld

Nadere informatie

Het gewicht van een paard

Het gewicht van een paard Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van EC -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). e volgende parameters

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Opgave 1 Fata Morgana (3p) We hebben een planparallelle plaat met een brekingsindex n(z), die met de afstand z varieert. Zie ook de figuur. a. Toon

Nadere informatie

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Naam: Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I Modderstroom Er zijn vulkanen die geen lava uitspuwen, maar een constante stroom modder geven. De koude modder stroomt als een rivier langzaam de helling af (zie foto 1). Aan de rand van deze stroom droogt

Nadere informatie

Aerodynamica Practicum

Aerodynamica Practicum Aerodynamica Practicum Aviation Studies Jaar 1, Groep BB Marleen Hillen, Niels de Ruijter, Max Witteman, Tristen de Vries Inhoudsopgave Samenvatting... 2 Inleiding... 3 1 Proef 1: De continuïteitswet...

Nadere informatie

4. Maak een tekening:

4. Maak een tekening: . De versnelling van elk deel van de trein is hetzelfde, dus wordt de kracht op de koppeling tussen de 3e en 4e wagon bepaald door de fractie van de massa die er achter hangt, en wordt dus gegeven door

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Eindexamen havo wiskunde B pilot II Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor

Nadere informatie

- (Eventuele) welvingskleppen: het beter aanpassen van het vleugelprofiel aan hoge en lage vliegsnelheden.

- (Eventuele) welvingskleppen: het beter aanpassen van het vleugelprofiel aan hoge en lage vliegsnelheden. 4 Constructie 4.1 Inleiding De Nederlandse zweefvliegvloot bestaat voor ongeveer de helft uit toestellen volgens de conventionele bouwwijze en voor de rest - en dit deel neemt jaar over jaar toe - uit

Nadere informatie

Examen mechanica: oefeningen

Examen mechanica: oefeningen Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.

Nadere informatie

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%

Nadere informatie

Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p

Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p Verantwoording: Opgave 1 uit havo natuurkunde 1,2: 2009_1 opg 4 (elektriciteit) Opgave 2 uit havo natuurkunde 1,2: 2009_2 opg 1 (licht en geluid)

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Natuurlijke kernreactor voorbeeld van een antwoord: Bij een splijting van een uraniumkern (door een neutron) ontstaan enkele nieuwe neutronen. Een kernreactor wordt kritisch

Nadere informatie

Apparaat voor de wet van Boyle VOS-11002

Apparaat voor de wet van Boyle VOS-11002 Apparaat voor de wet van Boyle VOS-11002 1 2 3 4 5 6 7 HET APPARAAT BESTAAT UIT: 1. Kolom met schaalverdeling en ontluchtingsdop 2. Drukmeter* 3. Ventiel voor aansluiting met pomp (achter drukmeter) 4.

Nadere informatie

Principes van het vliegen

Principes van het vliegen 2 Principes van het vliegen Inhoud 2.1. Inleiding 3 2.2 Krachten op het vliegtuig 3 2.3 Aërodynamica, tweedimensionaal 5 2.3.1 Eigenschappen van lucht in rust 5 2.3.2 Eigenschappen van een luchtstroming

Nadere informatie

Aerodynamica wet van continuïteit van de stroming (wet van behoud van volume) wet van Bernoulli (wet van behoud van energie) 5

Aerodynamica wet van continuïteit van de stroming (wet van behoud van volume) wet van Bernoulli (wet van behoud van energie) 5 Aerodynamica Inhoudsopgave 5. Aerodynamica 3 5.0 Inleiding 3 5.1 Aerodynamica / luchtstroom 4 5.1.1 Studie van de draagkracht (L) 4 5.1.1.1 statische / dynamische druk 4 5.1.1.2 wet van continuïteit van

Nadere informatie

Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur

Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1978 Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE r Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door

Nadere informatie

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype. TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende

Nadere informatie

Aventuri met Bernoulli De wet van Bernoulli toegepast

Aventuri met Bernoulli De wet van Bernoulli toegepast Inleiding l in de 18e eeuw bedacht Daniel Bernoulli het natuurkundige principe om te vliegen. De wet van Bernoulli is de wet van behoud van energie voor een sterk vereenvoudigde situatie waarin alleen

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1 Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het

Nadere informatie

Infobrochure. R. Liekens Model Aero Club Herentals 1

Infobrochure. R. Liekens Model Aero Club Herentals 1 Infobrochure R. Liekens Model Aero Club Herentals 1 Onze club is dus een vliegclub. Een vliegclub voor modelvliegtuigen met afstandsbesturing. Dit is dus heel veilig want de piloot blijft met zijn twee

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting door een scholier 1845 woorden 20 juni 2008 6,1 99 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!

Nadere informatie

Module Aerodynamica ADY03 Reader aerodynamica, Bijlage symbolenlijst

Module Aerodynamica ADY03 Reader aerodynamica, Bijlage symbolenlijst Hogeschool Rotterdam Instituut voor Engineering and Applied Science Studierichting Autotechniek Module Aerodynamica ADY03 Reader aerodynamica, Bijlage symbolenlijst Auteur: Versie 0.05 31 oktober 2012,

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of

Nadere informatie

Woensdag 21 mei, uur

Woensdag 21 mei, uur I H- ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 Woensdag 21 mei, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Bionica en Zwemmen. Weerstand in water. J.J. Videler Brakel 28 maart 2009

Bionica en Zwemmen. Weerstand in water. J.J. Videler Brakel 28 maart 2009 Bionica en Zwemmen Weerstand in water J.J. Videler Brakel 28 maart 2009 1 Krachtenspel op een zwemmer Onder water! Archimedes kracht Stuwkracht Opdrijfpunt Zwaartepunt Weerstand (Orde van grootte 100 N)

Nadere informatie

Space Experience Curaçao

Space Experience Curaçao Space Experience Curaçao PTA T1 Natuurkunde SUCCES Gebruik onbeschreven BINAS en (grafische) rekenmachine toegestaan. De K.L.M. heeft onlangs aangekondigd, in samenwerking met Xcor Aerospace, ruimte-toerisme

Nadere informatie

Hand- out Boeing 737. hand- out- PU.01

Hand- out Boeing 737. hand- out- PU.01 Hand- out Boeing 737 Pitch- Up Arendweg 37- B Lelystad Airport hand- out- PU.01 085-210 60 66 leervandeluchtvaart.nl 1 Deze hand- out is samengesteld door Simcenter Lelystad, Pitch- Up en wordt toegepast

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Inleiding kracht en energie 3hv

Inleiding kracht en energie 3hv Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam

Nadere informatie

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm. Fysica Vraag 1 In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 1 cm en h3 = 15 cm. De dichtheid ρ3 wordt gegeven door:

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I Opgave 5 Kanaalspringer Lees onderstaand artikel en bekijk figuur 5. Sprong over Het Kanaal Stuntman Felix Baumgartner is er als eerste mens in geslaagd om over Het Kanaal te springen. Hij heeft zich boven

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1 TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1 18 APRIL 2018 Enige constanten en dergelijke 1 Bollen en katrol (5 pt) Twee bollen met massa s m en M zitten aan elkaar vast met een massaloos koord dat

Nadere informatie

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren. 3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt

Nadere informatie

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Juli blauw Vraag 1. Fysica Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.

Nadere informatie

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u Dit tentamen bestaat uit twee delen: deel I bestaat uit 7 meerkeuzevragen en deel II bestaat uit twee open vragen. Deel I staat voor 40% van uw eindcijfer. Deel I invullen op het bijgeleverde formulier.

Nadere informatie

WINDENERGIE : STROMINGSLEER

WINDENERGIE : STROMINGSLEER INHOUD: Drag-kracht en lift-kracht Krachten op roterende wiek De pitch hoek en de angle of attack Krachtwerking De rotorefficiëntie C P Karakteristieken van een turbine Beschouwen we een HAWT (horizontal

Nadere informatie