11 NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "11 NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING"

Transcriptie

1 11 NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING 11.1 SITUERING VAN HET PLAN-MER IN HET PLANNINGSPROCES AFBAKENING REGIONAALSTEDELIJK GEBIED OOSTENDE In augustus 2003 werd het planningsproces afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende afgerond. In dit proces werd voor het ganse gebied gewerkt aan een concrete en geïntegreerde visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het regionaalstedelijk gebied ter uitvoering van een gewestelijk RUP. Het voorontwerp RUP bevat algemene uitgangspunten, een voorstel van afbakeningslijn voor het regionaalstedelijk gebied en een voorstel van ruimtelijke vertaling van 12 deelbestemmingsplannen. Bovendien vragen diverse gemeenten en adviesverlenende instanties om bijkomende gebieden op te nemen. Ook deze voorstellen moeten nu worden onderworpen aan een milieueffectentoets. In dit Plan- MER onderzoeken we zowel de 12 deelgebiedplannen uit het voorontwerp RUP als de bijkomende voorstellen. Nadien zal er een nieuw voorontwerp worden opgemaakt en worden voorgelegd aan een tweede plenaire vergadering. In functie van dit nieuwe voorontwerp en de tweede plenaire vergadering dient een plan-mer volgens het integratiespoor te worden opgesteld die volledig voldoet aan de vereisten van de regelgeving terzake. Een aantal deelpannen zijn van rechtswege MER-plichtig (omwille van omvang, mogelijke ontwikkelingen en/of vereiste passende beoordeling) Los van de mogelijke MER-plicht van rechtswege kan voor het voorliggende plan meteen reeds worden gesteld dat aanzienlijke milieugevolgen niet bij voorbaat kunnen worden uitgesloten, hetzij omwille van mogelijke cumulatieve effecten hetzij omwille van lokale effecten veroorzaakt door toekomstige ontwikkelingen in welbepaalde deelgebieden Bijgevolg moet een plan-mer worden opgesteld. Naast de MER-plicht dienen conform het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 ruimtelijke uitvoeringsplannen eveneens een watertoets te ondergaan. De elementen hiervoor worden in dit Plan- MER aangereikt. Tenslotte volgt uit de screening van het voorliggende voorontwerp RUP én de nieuwe voorstellen dat enkele planonderdelen onderhevig aan een passende beoordeling in het kader van artikel 36ter, 3, eerste lid van het natuurdecreet van 21 oktober JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE KADER Het juridisch en beleidsmatig kader vormt het toetsingskader waaraan de voorliggende deelplannen worden getoetst. De belangrijkste juridische randvoorwaarden voor de milieueffectevaluatie van het plan en de planalternatieven zijn: - de ontwerptekst verkeersgeluid 1998; - het decreet Integraal Waterbeleid en uitvoeringsbesluit watertoets; - het decreet Natuurbehoud en uitvoeringsbesluiten; - het Duinendecreet; - het decreet houdende Bescherming monumenten, lanfdschappen en/of dorpsgezichten

2 11.3 VOORWERP PLAN-MER TOELICHTING DEELGEBIEDEN Het voorontwerp van het gewestelijk RUP omvat de grenslijn en 12 gebiedsgerichte voorstellen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van het regionaalstedelijk gebied (deelgebieden 1 tot en met 13). Naar aanleiding van de opmerkingen, geformuleerd op de plenaire vergadering, wordt overwogen nog een aantal bijkomende gebieden aan te duiden. Een aantal van deze bijkomende gebieden vormen echter een uitbreiding van een reeds beschreven deelgebied. In voorkomend geval zullen deze gebieden als één deelgebied behandeld worden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de onderscheiden deelgebieden met de voorgestelde herbestemming(en) die in dit Plan-MER worden onderzocht. Deelgebieden Voorgestelde herbestemming(en) Deelgebied 1: Afbakeningslijn - Deelgebied 2: Oosteroever Woongebied, zone voor wonen en bedrijvigheid // Multifunctionele stedelijke ontwikkeling, industriegebied, natuurgebied Deelgebied 3: Sas Slijkens Woongebied Deelgebied 4: Stuiverstraat Gistelsesteenweg Woongebied // Bouwvrij agrarische gebied met nabestemming wonen Deelgebied 5: Schorredijk Torhoutsesteenweg Woongebied // Nabestemming wonen Deelgebied 6: Kazerne Bootsman Jonsen Woongebied Deelgebied 7: Stationsomgeving Woongebied // Multifunctionele stedelijke ontwikkeling Deelgebied 8: Woningen aan de luchthaven Woongebied // Luchthavengebied Deelgebied 9: Bouwvrij luchthavengebied Bouwvrij luchthavengebied Deelgebied 10: Uitbreiding KMOK-zone KMOK-zone met buffer Deelgebied 11: Open ruimtecorridor Natuurgebied Deelgebied 12: Park Steense Dijk Parkgebied Deelgebied 13: Plassendale 2 Regionaal bedrijventerrein Deelgebied 14: Middelkerke Bedrijvenzone, bufferzone, woongebied, recreatiezone Deelgebied 15: Bedrijventerrein Zandvoordestraat Milieubelastende industrie Deelgebied 16: Plassendale 3 Gebied voor bedrijven en voor dienstverlening en kantoren uit de tertiaire sector Deelgebied 17: Agrarische bedrijvenzone Agrarische bedrijvenzone

3 Deelgebied 18: Strandzone ter hoogte van Raversijde Natuurgebied Kaart 1 61 geeft een overzicht van het plangebied (afbakeningslijn voorontwerp RUP), de diverse planonderdelen die reeds in het voorontwerp zijn beschreven en gemotiveerd, de voorstellen tot wijziging van deze planonderdelen en tenslotte de voorstellen tot aanpassing van de afbakeningslijn door de mogelijke opname van een aantal bijkomende planonderdelen. De huidige bestemming van de verschillende deelgebieden is af te lezen op het bijgeboegde gewestplan (zie Kaart 11) BESCHRIJVING VERWORPEN LOCATIE-ALTERNATIEVEN Tijdens het afbakeningsproces voor het voorontwerp RUP werden voor de thema s wonen, werken en open ruimte/groen verschillende alternatieven in overweging genomen. Woongebied De gebieden die reeds een woonbestemming hebben (gewestplan of BPA) zijn niet opgenomen in voorliggend plan. Een aantal van deze gebieden werden ongunstig of neutraal beoordeeld omwille van de ligging nabij de luchthaven. Om deze reden werd het oostelijk deel van het woonuitbreidingsgebied Steense Dijk bij de uitwerking van het voorontwerp plan niet weerhouden, en een herbestemming tot parkgebied voorgesteld. De bijkomend aangeduide gebieden (Oosteroever, Kop van t Sas, Stuiverstraat/Gistelsesteenweg, Schorredijk/Torhoutsesteenweg, kazerne aan het Maria Hendrika-park en het gebied ten noorden van het station) worden als stedelijke woongebieden opgenomen in het plan. Voor het stedelijk woongebied aan het station is ook een zuidelijke uitbreiding als alternatief voorgesteld en in dit MER meegenomen. Aansluitend bij Middelkerke is een bijkomend alternatief voorgesteld, dat ook meegenomen wordt in het MER. Bedrijventerreinen Er werd geopteerd om geen bijkomende bedrijventerreinen te bestemmen in het stedelijk gebied Oostende. Voor de bestaande bedrijvenzones wordt een verfijning voorgesteld van de grenzen en.of de bestemmingen t.o.v. het gewestplan. De bijkomende bedrijvenzone Middelkerke is een nieuw voorgesteld(e) locatie. Voor de agrarische bedrijvenzone (deelgebied 17) werd een locatie onderzoek uitgevoerd door het Havenbedrijf Oostende en het WVI. Enkel de in dit MER opgenomen locatie werd als haalbaar beschouwd. De overige locatie alternatieven worden door de initiatiefnemer als niet haalbaar beschouwd (vanwege beperkingen inzake vogelrichtlijngebied, havengebied of natuur) BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE VAN HET STUDIEGEBIED Hieronder volgt een bespreking van de meest relevante karakteristieken van het studiegebied per discipline Het studiegebied is het mogelijke invloedsgebied van de te verwachten effecten ten gevolge van het plan.. 61 De afbakeningslijnen op de kaarten van de deelgebieden zijn ontleend aan het voorontwerp RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende (Plenaire Vergadering 31 mei 2007)

4 Een aantal deelgebieden situeren zich ter hoogte van potentieel verontreinigde gronden (bijv. deelgebied 2 Oosteroever en deelgebied 3 Sas Slijkens ). Gegevens over een eventuele historische bodemverontreiniging en de uitgevoerde bodemonderzoeken en -saneringen in het studiegebied zijn beschikbaar via de databank van OVAM. Volgens de beschikbare informatie van Stad Oostende zijn er momenteel geen percelen bekend die vanuit de huidige verontreiniging niet herbestemd kunnen worden. Het studiegebied bestaat enerzijds uit een sterk verhard woongebied en anderzijds uit een poldergebied met geklasseerde waterlopen van eerste, tweede en derde categorie. De polderwaterlopen in de deelplangebieden hebben een waardevolle tot zwakke structuurkwaliteit De geplande activiteiten in het deelplangebied 2 Oosteroever en deelplangebied 7 Stationsomgeving dienen rekening te houden met de geplande veiligheidsmaatregelen tegen overstromingen zoals voorgesteld in de Plan-MER Plan voor de kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende 62 De belangrijkste bron van geluidshinder in het studiegebied is ongetwijfeld de luchthaven, en dit zowel op vlak van luchtgeluid als grondgeluid. Uit het ATF-rapport voor het jaar 2003 blijkt dat het aantal potentieel ernstig gehinderden binnen de L DEN - geluidscontour 63 van 55 db(a) op 1747 kan berekend worden. In 2003 werd tot op heden de minst gunstige toestand vastgesteld. Naar de toekomst toe wordt echter een geleidelijke uitbreiding van deze contour verwacht. De milieuvergunning biedt hiertoe de nodige ruimte. Ook de havenactiviteiten (containeroverslag, baggerwerken in de havengeul, het afladen en storten van zand, ) kunnen een belangrijke bron van geluidshinder zijn. Uit de Plan-MER voor het Strategisch plan voor de haven van Oostende blijkt dat de geluidscontour van het voorkeursalternatief ( reorganiseren van de Voorhaven )) voor de ontwikkeling van de haven zich kan uitstrekken tot de binnenstad (deelgebied 7 Stationsomgeving ), tot zuidelijk deel van Oosteroever (deelgebied 2), tot de Vuurtorenwijk en Sas Slijkens (deelgebied 3) en tot de Konterdamwijk. Het geluid van de havenactiviteiten gaat evenwel op in de dagelijkse achtergrondgeluiden van het geheel aan stedelijke activiteiten en wordt dus niet echt waargenomen. 62 Deze PlanMER (goedgekeurd d.d ) heeft tot doel het beheer van de kustzone en de haven van Oostende te optimaliseren: o.m. de volgende aspecten werden bekeken: de Kustverdediging Oostende Centrum ; Veiligheidsmaatregelen tegen overstroming van Oostende langs de haven en Verbetering van de haventoegang Oostende. Uit deze PlanMER blijkt dat ter hoogte van Oosteroever voldoende ruimte gevrijwaard moet blijven voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen tegen overstromingen (bijv. de aanleg dammen tussen de kaai en de weg). 63 In VLAREM II wordt gebruik gemaakt van de grootheid LDEN of Level Day Evening Night. Dit is een variant van het A -gewogen equivalente geluidsdrukniveau. De LDEN brengt zowel nachtvluchten als avondvluchten zwaarder in rekening. Het geluid in de avondperiode krijgt een wegingsfactor van 3,16, het geluid s nachts krijgt wegingsfactor Voor de berekening van de LDEN contouren loopt de dag van 7u tot 19u, de avond van 19u tot 23u, en de nacht van 23u tot 7u

5 In de omgeving van het studiegebied zijn geen VMM-meetstations gelegen. Om een beeld te vormen van de luchtkwaliteit wordt daarom gebruik gemaakt van geïnterpoleerde meetgegevens, welke tot stand komen door statistische verwerking van de meetresultaten van alle stations van het telemetrisch meetnet van VMM in België. Volgens de beschikbare, meest recente meetgegevens (kalenderjaar 2006) werd in de regio Oostende een jaargemiddelde achtergrondconcentratie voor SO 2 en NO 2 vastgesteld die ruimschoots voldoen aan de geldende grenswaarde.. In 2006 werd voor de regio Oostende een vrij hoge jaargemiddelde achtergrondconcentratie voor PM10 vastgesteld Bovendien zou volgens de geïnterpoleerde gegevens van de VMM de grenswaarde tot meer dan 70 dagen overschreden zijn in 2006 (opnieuw op basis van modellering, niet op basis van effectieve metingen). Deze hoge fijn stof concentraties in de regio Oostende moeten worden gelinkt aan het landgebruikspatroon. Meer bebouwing betekent hogere emissies door gebouwenverwarming en (onrechtstreeks) verkeer. In stedelijke gebieden zoals de regio Oostende zijn de geïnterpoleerde PM10 concentraties bijgevolg hoger dan in de (meer landelijke) gebieden er net naast. Uit een de resultaten van een geuronderzoek op en rond de luchthaven van Oostende (i.o.v. AWV, 2004) blijkt dat de waarden van het waarnemingspercentage, het hinderpercentage en de stankhinderindex rond de luchthaven laag zijn in vergelijking met deze rond een aantal hinderlijke bedrijven en industriezones. Dit is zeker het geval bij de deelnemers die op meer dan 500 m van de luchthaven wonen. Op basis van de resultaten van de geurdagboeken kan dus besloten worden dat slechts in een beperkte zone rond de luchthaven sprake kan zijn van (ernstige) geurhinder. In het geval van deze MER is het moeilijk een inschatting te maken van de draagwijdte van het licht, gezien de bespreking op planniveau. De impact van een toenemende lichtintensiteit zal in de eerste plaats onderzocht worden voor de woningen aan de luchthaven (deelgebied 8) en voor de herbestemming van een polderlandschap naar een serrecomplex (met eventueel gebruik van assimilatieverlichting) (deelgebied 17). Het studiegebied wordt gekenmerkt door een groot aanbod van biologisch waardevolle en zelfs zeer waardevolle gebieden. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de aanwezigheid van het strand, de duinen, het polderlandschap en de kreken. Het studiegebied grenst, ten westen van de havengeul, aan het ramsargebied Vlaamse banken in de Noordzee. Het oostelijke gedeelte wordt doorkruist door verscheidene slaap- en voedseltrekroutes voor weidevogels Het studiegebied maakt deel uit van het Habitatrichtlijngebied Duingebieden inclusief Ijzermonding en Zwin (BE ) dat bovendien deels is beschermd als VEN-gebied en als beschermd gebied binnen het duinendecreet. In het zuidoosten grenst het studiegebied aan het Habitatrichtlijngebied Polders (BE ) en het Vogelrichtlijngebied Poldercomplex (BE ). Beide gebieden vallen ook deels samen met erkende of Vlaamse natuurreservaten en VEN-gebieden. Ook het ecologische waardevolle krekengebied (Oostends Krekengebied) en de het natuurreservaat Zwaanhoek mogen tot het studiegebied worden gerekend doordat de afbakeningslijn van het regionaalstedelijk gebied een duidelijk onderscheid maakt tussen stedelijk- en buitengebied (met positieve effecten naar natuur in het buitengebied, zie bespreking deelgebied 1 Afbakeningslijn ). Uit de landschapsatlas valt af te leiden dat in de omgeving van het plangebied volgende ankerplaatsen gelegen zijn:

6 Duinbossen tussen Oostende en Wenduine met Concessie De Haan Keignaertkreek en Zoute Kreek Zwaanhoek Duinen Raversijde In de omgeving van het plangebied zijn volgende relictzones gelegen: Duinen Oostkust Historische Polders van Oostende Zandvoorde Graslandgebied Zwaanhoek Oudenburg Poldergebied Klemskerke Zuienkerke Duinen Middenkust In het studiegebied zijn, vanuit de afbakening van het stedelijk gebied, ook diverse stads- en dorpsgezichten en landschappen van belang, waaronder de omgeving Fort napoleon, de begraafplaats O.L.V.-Ter-Duinen, de dorpskom Stene en de sluizencomplexen omgeving. Tenslotte vormen de kleine landschapselementen, verspreid over het studiegebied, een aandachtspunt bij de effectbeoordeling. De discipline ruimtelijke aspecten bekijkt de ruimtelijk-functionele aspecten van onze samenleving, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de woonfunctie, economische functie, recreatieve functie en mobiliteit. In eerste instantie vormen de parallelle infrastructuren zoals het kanaal, de autosnelweg en de spoorweg. kunnen een lokale bron van hinder zijn (i.e. een barrière die slechts op een beperkt een aantal plaatsen oversteekbaar is) voor de woonfunctie.. Daarnaast is ook de luchthaven een belangrijke hinderfactor voor een groot deel van het Oostendse woongebied. Tenslotte vormen ook de verschillende clusters van bedrijventerreinen bron van geluids-, stof- en geurhinder voor omwonenden. (i.e. bedrijven in en om het havengebied, lokale bedrijventerreinen langsheen de N9, de bedrijventerreinen aan de luchthaven en de grote bedrijventerreinen langsheen de A10) Het verkeersnetwerk in en rond Oostende wordt gekenmerkt door een radiale opbouw. Op macroniveau zijn de belangrijkste hoofdstructuren de E40 Brussel - Oostende, met in haar verlengde de A10 die naar de binnenstad van Oostende is georiënteerd en de A18 Jabbeke Calais. Binnen het projectgebied bevinden zich 2 grote attractiepolen, naast de toeristische uitstraling van de stad Oostende zelf, namelijk de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge en de Zeehaven Oostende. Energieaspecten zijn vooral relevant in geval van het te beoordelen deelgebied Agrarische bedrijvenzone, waar het beoogde project, namelijk een bedrijvenzone voor glastuinbouwbedrijven, zou kunnen gebruik maken van restwarmte van een nabijgelegen biomassabedrijf, Electrawinds en CO2 overschotten van het chemiebedrijf Proviron. Dit aspect zal dan ook een onderdeel vormen van de globale milieubeoordeling voor dit deelgebied

7 11.5 EFFECTBESPREKING METHODOLOGISCHE ASPECTEN In eerste instantie dient worden opgemerkt dat de effectbespreking uitgaat van een vergelijking van bestemmingen; de alternatieve herbestemmingen (met de hierbij toegelaten activiteiten) worden vergeleken met de huidige bestemmingen (met de hierbij toegelaten activiteiten); een vergelijking met de huidige situatie (indien afwijkend van de bestemming) wordt niet uitgevoerd; wél kunnen karakteristieken van de huidige situatie (bv. aanwezigheid polderwaterloop of ecologisch waardevolle zones) mee in rekening worden gebracht bij het voorstellen van milderende maatregelen. In dit MER onderscheiden we de termen plangebied en deelplangebied. Met het plangebied wordt het gehele gebied binnen de afbakeningslijn bedoeld, vermits hiermee het regionaalstedelijk gebied wordt afgebakend. De deelplangebieden zijn de diverse gebieden binnen het plan waar herbestemmingen worden voorgesteld. Doordat de doelstelling van een plan-mer verschillend is van deze van een project-mer is de diepgang van beoordeling in een plan-mer beperkter dan dit het geval is in een project-mer. De beoordeling van de milieueffecten gebeurt systematisch (elk effect wordt een significantie-oordeel toegekend), onderbouwd (aan de hand van meer specifieke criteria per milieuaspect en op een uniforme wijze. Deze waardering wordt uitgedrukt in relatieve, kwalitatieve termen (beperkt tot significant positief/negatief effect of neutrale beoordeling). Bij de effectbespreking zullen een aantal effectgroepen buiten beschouwing gelaten worden. We hanteren hierbij volgende uitgangspunten: de aandacht wordt in eerste instantie gericht op de milieueffecten die optreden tijdens het functioneren van de nieuwe bestemmingen voorzien in het RUP milieueffecten die sowieso gemilderd of voorkomen moeten worden op grond van de geldende regelgeving worden niet in beschouwing genomen (o.a. voldoende infiltratievoorzieningen en bufferbekkens bij toename verhard oppervlak, bodem- en waterverontreiniging, nieuwe woonwijken aansluiten op het rioleringsnetwerk etc.) Vermits dit plan-mer wordt opgesteld ter onderbouwing van een RUP gaat bijzondere aandacht uit naar de wijze waarop milderende maatregelen kunnen worden vertaald in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP (bv. andere bestemming, wijziging begrenzing deelgebieden, ruime bufferzone, ruimte voorzien voor waterbekkens). Milderende maatregelen die niet vertaald kunnen worden in stedenbouwkundige voorschriften, maar die toch relevant worden geacht, worden als aandachtspunten geformuleerd. In hoeverre aan deze aandachtspunten tegemoet gekomen wordt, kan eigenlijk enkel op projectniveau concreet ingeschat worden. Voor een aantal deelplangebieden is nog geen concreet programma en/of inrichting bekend. De resultaten van de effectbeoordeling die direct verband houden met aannames qua programma of inrichting kunnen dan ook enkel als aandachtspunten geformuleerd worden. Voor een gedetailleerde bespreking van de methodologische aspecten per discipline verwijzen we naar het Plan-MER zelf

8 EFFECTBESPREKING PER DEELGEBIED DEELGEBIED 1: AFBAKENINGSLIJN De afbakeningslijn is een beleidslijn die de overgang aangeeft tussen de gebieden waar een regionaalstedelijkgebiedbeleid gevoerd zal worden en waar het buitengebiedbeleid zal gelden. Als referentiesituatie wordt uitgegaan van de huidige geldende bestemmingen (gewestplan, BPA s). Het RUP afbakeningslijn wijzigt deze bestemmingen niet. De afbakeningslijn geeft wel aan waar in de toekomst RUP s opgemaakt kunnen worden voor stedelijke ontwikkelingen (binnen de lijn) en waar niet (buiten de lijn). De afbakeningslijn heeft geen directe effecten t.o.v. de referentiesituatie (wijzigt de huidige bestemmingen niet). Indirect vormt de afbakeningslijn een juridisch-planologisch kader dat een onderscheid maakt tussen delen waar een stedelijkgebiedbeleid gevoerd wordt en delen waar het buitengebiedbeleid geldt. Dit impliceert dat toekomstige bestemmingswijzigingen de structuurbepalende functies van het buitengebied (landbouw, natuur, bos en wonen en werken op het niveau van het buitengebied) vrijwaart van verstedelijkingsdruk Dit wordt globaal als een significant positief effect beoordeeld (ruimtelijke aspecten, landschap, natuur). Bovendien schept de grenslijn kansen om visuele verstoring van het stedelijk landschap naar de open ruimte te verminderen (kwalitatieve afwerking van het 'polderfront'). De afbakeningslijn legt tevens een beleidsmatige (juridisch-planologische) grens tussen het gebied dat exclusief voor zeehavenactiviteiten zal worden voorbehouden (nog vast te stellen in een RUP) en het stedelijk gebied. Beleidsmatig wordt hierdoor het havengebied gevrijwaard van verstedelijkingsdruk en de ontwikkelingsmogelijkheden van de haven gegarandeerd. Dit wordt globaal als een (indirect) significant positief effect beoordeeld PLANSPECIFIEKE LEEMTEN IN DE KENNIS Specifiek voor het deelgebied Afbakeningslijn moet duidelijk zijn dat concrete (toekomstige) herbestemmingen in het havengebied en buitengebied niet gekend zijn, noch concrete toekomstige herbestemmingen in het stedelijk gebied die geen onderwerp uitmaken van voorliggend plan. De effectbeoordeling kan dan ook enkel op basis van de inhoudelijke opties gebeuren die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zijn vooropgesteld

9 DEELGEBIED 2: OOSTEROEVER Figuur 37: De situering van het deelgebied Oosteroever en de verschillende zones op de stratenatlas In het deelgebied Oosteroever kunnen verschillende zones onderscheiden worden op basis van de plannen en planalternatieven die ervoor worden geformuleerd. Momenteel is het deelgebied bestemd als gebied voor stedelijke ontwikkeling (deelzone 1, 2, 3, 4, 5 en 6), recreatiegebied (noordelijk deel van deelzone 1 en deelzone 7) en gebied voor milieubelastende industrie (zuidelijk deel van deelzone1). Deelzone 8 heeft momenteel geen specifieke bestemming op het gewestplan. De effecten van de verschillende alternatieven tov de huidige bestemming zijn elk op zich eerder beperkt. Cumulatief zijn evenwel de verwachte effecten op enerzijds de aanpalende SBZ-H en op de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de omgeving (vnl. in positieve zin), en op de bereikbaarheid en de globale samenhang als stedelijk woongebied het meest relevant. Als referentiesituatie voor deelzone 1 gaan we uit van een ontwikkeling van een gemengde zone met bedrijven en woningen ten noorden van de Fortstraat (gebied voor stedelijke ontwikkeling). Daarbij ligt het aantal woongelegenheden lager dan de taakstelling voor Oosteroever uit het voorstel van afbakening. De bedrijvigheid zal wat afnemen t.o.v. de huidige situatie. Andere (hoogdynamische) stedelijke functies zijn mogelijk. Het Vuurtorendok kan (deels) ingenomen worden zijn door bebouwing. Het deel ten zuiden van de Fortstraat blijft industriegebied (gemengd grotere en kleinere bedrijven). Voor deelzone 1 dienen zich twee, nauwelijks te onderscheiden (bestemmings)alternatieven aan: stedelijk woongebied met gebied voor wonen en bedrijvigheid enerzijds, en multifunctioneel gebied anderzijds 64.. De effecten zijn niet significant verschillend t.o.v. de huidige bestemming. Voor de 64 De overige alternatieven zijn eerder inrichtingsalternatieven: (1) uitsluiting van de omgeving rond de vuurtoren en de Maritieme site Oostende uit het woongebied, (2) de reservatie van de zone rond het Vuurtorendok en de aangrenzende wegen voor de functies water en publieke ruimte, (3) de aanduiding van een hotelzone in de buurt van het Vuurtorendok en (4) de creatie van een watergebonden recreatiegebied in de omgeving van het Vuurtorendok

10 effectbeoordeling wordt uitgegaan van een nuanceverschil waarbij in alternatief 1 de nadruk ligt op de woonfunctie en in alternatief 2 de nadruk ligt op andere stedeljike functies. Onderling vergeleken scoort alternatief 1 (nadruk wonen) iets slechter wat betreft de mogelijke impact op de bestaande bedrijvigheid in en omheen het deelgebied, maar iets beter als het gaat over de aantrekkelijkheid als (rustige) woonomgeving doordat hinderende bedrijvigheid en hoogdynamische stedelijke activiteiten in principe niet voldoen aan de voorschriften. Dit laatste kunnen we nuanceren als we mee zouden incalculeren dat een publiek dat kiest om te wonen in een omgeving waar de nadruk op andere stedelijke functies ligt zich minder stoort aan hoogdynamische activiteiten in de omgeving, dan het doelpubliek van een omgeving waar de nadruk op wonen ligt. Beide alternatieven zijn aanvaardbaar. Uit de effectbeoordeling - ook van de inrichtingsalternatieven kunnen volgende aandachtspunten gehaald worden: als hoogdynamische stedelijke activiteiten zoveel mogelijk aan de Hendrik Baelskaai gesitueerd worden, kunnen deze als overgang en buffer tussen havenactiviteiten en wonen fungeren, waardoor hinder (van haven naar wonen) en klachten (van wonen naar haven) gemilderd kan worden. vanuit cultuurhistorische en landschappelijke overwegingen is de directe omgeving van de vuurtoren, het vuurtorendok en de maritieme site met grote zorg voor de zichtbaarheid en herkenbaarheid van deze elementen in te richten en te bebouwen om verkeersdruk op de N34/R31 en parkeerdruk in het gebied te beperken, zijn de realisatie van een veerverbinding en een betere openbaarvervoersontsluiting tot in het gebied zelf wenselijk. Het voorgestelde alternatief industriegebied met nabestemming natuur voor de site C-power (deelzones 2 en 3) scoort op korte termijn (industrie i.p.v. gebied voor stedelijke ontwikkeling) iets minder goed. Het voorgestelde plan op lange termijn (nabestemming natuur) scoort globaal iets beter vanuit het oogpunt landschap en natuur dan de bestemming als stedelijk ontwikkelingsgebied/stedelijk woongebied. Door toepassing van natuurtechnische milieubouw, buffering en beperking van de (recreatieve) toegankelijkheid kan de waardering inzake natuur tot matig opgekrikt worden. Aangezien de nabestemming moeilijker te realiseren is bij een inname door andere stedelijke ontwikkelingen, geniet o.i. het voorgestelde alternatief voorkeur t.o.v. de huidige bestemmingen. Dit gebied ligt op de looproute naar de voorziene veerverbinding. Het gebruik van het veer is een belangrijke maatregel om de verkeersdruk op Kennedy-De Bolle te milderen. Mits aanleg van een aangename looproute door een kwalitatief openbaar domein heeft het voorgestelde alternatief een geringe (industrie) tot geen (natuur) negatieve impact op het gebruik van het veer. Deelzone 4: omvat het Fort Napoleon (culturele en horecafunctie) en de verlaten site van de voormalige werkhuizen Decloedt (verharde oppervlakte). In de referentiesituatie gaan we uit van een bestendiging van de huidige functie van het fort en verdere stedelijke ontwikkelingen er omheen overeenkomstig de bestemming als stedelijk ontwikkelingsgebied. De voorgestelde alternatieven voor deelzone 4 (natuurgebied met recreatief medegebruik versus zone met cultuurhistorische waarde met overlay natuurgebied) scoren significant beter dan de huidige bestemming op het vlak van natuur, en matig tot significant beter op het vlak van landschap. Het herstel van het historisch glacis met natuurverweving (alternatief 2) blijkt het best te scoren, alhoewel nauwelijks onderscheidend t.o.v. de oorspronkelijk voorgestelde bestemming als natuurgebied. Deelzone 5 wordt momenteel ingenomen door het vakantiecentrum Duin en Zee, een bivakhuis en grasvelden met looppiste die recreatief gebruikt worden. In de referentiesituatie gaan we er van uit dat

11 omvorming van de bestaande recreatieve verblijfsfuncties en bijkomende bebouwing door stedelijke functies mogelijk is. In het voorontwerp van het gewestelijk RUP wordt voorgesteld om het gebouw Duin en Zee te herbestemmen tot woongebied en de grasvelden met looppiste en het terrein rond het bivakhuis tot natuurgebied. Tijdens de plenaire vergadering zijn nog twee andere voorstellen gedaan voor een bestemmingswijziging van (een gedeelte van) zone 5: (1) de bestemming van het gebied als natuurgebied, waarbij de gebouwen van Duin en Zee de nabestemming natuur krijgen en (2) de aanduiding van de cluster van het gebouw van Duin en Zee, bivakplaats en looppiste als zone voor openbaar nut. Dit houdt eigenlijk de omvorming tot recreatiegebied in, waarbij gedoeld wordt op het behoud van (min of meer) het huidige gebruik. Alle alternatieven voor deelzone 5 scoren beter dan de huidige bestemming, behalve voor de receptor mens. De voorgestelde bestemming natuur en stedelijk woongebied (alternatief 1), en voorgestelde nabestemming natuur voor Duin en Zee (alternatief 2) scoren in grote lijnen significant beter op het vlak van natuur en landschap dan de huidige bestemming, maar significant slecht wat betreft het verlies aan (recreatieve) functies en de ruimtelijke samenhang van de stedelijke wijk Oosteroever. Om die reden zijn alternatieven 1 en 2 geen aanvaardbare alternatieven. Vanuit de receptor mens dringen we aan op een blijvend recreatief gebruik van het gebied zoals voorgesteld in alternatief 3, uitgaand van de huidige verhouding bebouwde/onbebouwde ruimte en de huidige dynamiek. Om dit alternatief te optimaliseren wordt vanuit landschappelijk en natuurlijk oogpunt best geen bebouwing toegestaan in de nu onbebouwde zones (looppiste, speelweide) en geen hogere vervangingsbouw aan het gebouw Duin en Zee. Voorzover mogelijk, vormt een inrichting van de onbebouwde ruimte als duinenlandschap een significante meerwaarde. Om de (potentiële) recreatieve druk op de effectieve duinenzone (SBZ-H) te beperken, moet de toegankelijkheid beperkt en geleid worden via wandelpaden. Het voorstel om de site Militair Hospitaal (deelzone 6) als stedelijk woongebied te bestemmen houdt vanuit milieuoogpunt geen wijzigingen in t.o.v. de huidige bestemming. Deelzone 7: wordt momenteel ingenomen door een parking in de strook langsheen de N34 (parking van Earth Explorer (Frimoutcenter)). In de referentiesituatie gaan we er van uit dat omvorming van de site Earth Explorer en bijkomende bebouwing door stedelijke functies mogelijk is. Voor deelzone 7 bestaan er drie planalternatieven: (1) de bestemming van het noordelijk deel van deze zone als woongebied, (2) de vrijwaring van het zuidelijk deel van deze zone als openruimte corridor en (3) het behoud van de huidige bestemming (recreatie). De bestemming stedelijk woongebied voor deelzone 7 scoort matig beter dan de huidige bestemming als recreatiegebied wat betreft flexibiliteit van invulling (duurzaamheid) maar matig negatief wat betreft woonomgevingskwaliteit en mogelijk beperkingen naar het industriegebied. Dit zou wel gemilderd kunnen worden tot licht negatief door buffering. Het vrijwaren als openruimtecorridor is een alternatief dat echter globaal iets positiever scoort, landschappelijk zelfs significant positief als de achterkanten van het bedrijventerrein aan het zicht onttrokken worden. Deelzone 8 is momenteel een strand met beperkt recreatief medegebruik. We nemen dit tevens als referentiesituatie aan. De voorgestelde zone voor dagrecreatie op het strand scoort significant negatief wat betreft de verstoring van en ruimtebeslag op het SBZ-H én significant negatief wat betreft de te verwachten toeristische verkeers- en parkeerdruk in het (woongebied) Oosteroever. Vooral de effecten op natuur kunnen onvoldoende gemilderd worden. Daarom is dit alternatief niet aanvaardbaar VERTALING VAN DE MILDERENDE MAATREGELEN NAAR HET RUP. Vereiste vertalingen in het RUP

12 Om de recreatieve druk te beperken zowel in het SBZ-H als wat betreft de verkeers- en parkeerdruk in het stedelijk woongebied wordt beter geen bestemming dagrecreatie voor de strandzone (deelzone 8) opgenomen. Een bestemming van deelzone 5 (looppiste, bivakplaats) waarbij recreatie minstens nevengeschikt is aan natuur is absoluut wenselijk omwille van het belang van de recreatieve functies in (de samenhang en het functioneren) van de stedelijke woonomgeving. Wenselijke bijkomende vertalingen in het RUP Een (na)bestemming natuur voor deelzones 2 en 3 (C-Power) en behoud bestemming natuur voor deelzone 4. Inrichting en beheer volgens de principes van de natuurtechnische natuurbouw. Omwille van het landschappelijke belang (glacis fort napoleon) kan bebouwing uitgesloten worden in de voorschriften voor de looppiste aan Duin en Zee DEELGEBIED 3: SAS SLIJKENS Figuur 38: Situering van het deelgebied 'Sas Slijkens' op de stratenatlas Dit deelgebied is volgens het gewestplan bestemd als zone voor milieubelastende industrie en woongebied. In het voorontwerp van het gewestelijk RUP werd voorgesteld om dit gebied te herbestemmen tot woongebied voor ongeveer 600 woongelegenheden, waarvan maximaal 20% tweede verblijven. Momenteel wordt het deelgebied gebruikt voor een mix van functies (wonen, gemeenschapsvoorzieningen, industriële activiteiten, ) waarbij in de huidige situatie veel leegstand voorkomt. Als referentiesituatie gaan we uit van de huidige bestemming, een (her)ontwikkeling als industriegebied. Het voorgestelde plan wordt globaal matig tot significant positief beoordeeld. De positieve effecten kunnen samengevat worden onder de noemers: sluit beter aan bij de potenties en beperkingen van de plek en de omgeving

13 verhoogt de belevingswaarde in het gebied, wat ook naar de kern Slijkens (woonkern) en de Spuikom (recreatiegebied) zal uitstralen Wat betreft de mogelijke impact op omgevende functies scoort het plan matig negatief voor een aantal aspecten. Dit leidt tot volgende aandachtspunten: bebouwing kan mogelijks een matig negatief effect hebben op het windregime op de Spuikom, ten nadele van de waterrecreatie 65 de inrichting (functies, bebouwing) kan mogelijks een effect hebben op de ecologische functie van de Spuikom. De ontsluiting van het gebied met openbaar vervoer en fiets zijn belangrijke milderende maatregelen om bijkomende belasting van de as Kennedy De Bolle zo veel mogelijk te voorkomen DEELGEBIED 4: STUIVERSTRAAT GISTELSESTEENWEG Figuur 39: Situering van het deelgebied 'Stuiverstraat - Gistelsesteenweg' op de stratenatlas Er werden twee planalternatieven voorgesteld voor dit deelgebied: - de bestemming van dit gebied als woongebied voor ongeveer 200 woongelegenheden, met een groenzone die een derde van het gebied zal bestaan. - de bestemming van het gebied als bouwvrij agrarisch gebied met nabestemming woongebied omvattende 2/3 eigenlijke woonfunctie en 1/3 openbaar groen. 65 Dit kan enkel op basis van een meer gedetailleerd inrichtings- of bebouwingsvoorstel beoordeeld worden

14 Bedoeling van dit tweede voorstel blijkt het streven dat dit gebied pas ontwikkeld kan worden als een gedetailleerde ordening in een gemeentelijk RUP is vastgesteld zodat het gebied tot één samenhangend geheel ontwikkeld zal worden. Op het niveau van dit plan-mer zijn er dan ook geen verschillen tussen beide alternatieven en beperkt de effectbeoordeling zich tot het plan woongebied met 1/3 groenzone. 66 Als referentiesituatie gaan we uit van de huidige bestemming als landschappelijk waardevol agrarisch gebied met een landbouwgebruik overeenkomstig het huidige gebruik. We gaan er tevens van uit dat het stadsrandbos zoals voorzien in het gewestplan (aansluitend op het deelplangebied) gerealiseerd zal zijn. Het voorgestelde plan wordt significant negatief beoordeeld op het vlak van (mogelijke) geluidshinder van de luchthaven. Op basis van meetgegevens uit het verleden situeert de Lden 55 db(a)-contour zich tussen de noord(westelijke) grens (2006) en ongeveer het midden (2003) van het deelplangebied. Binnen deze contour is nieuwe bebouwing niet aangewezen. Op basis van deze gegevens zou het kunnen volstaan om de voorziene groene ruimte van 1/3 de van de oppervlakte in het noordwestelijke deel van het gebied te situeren om woonontwikkeling aanvaardbaar te maken. De meetgegevens uit het verleden zijn niet zonder meer te hanteren als toekomstige referentiesituatie. De huidige milieuvergunning van de luchthaven laat nog een aanzienlijke groei (uitgedrukt in aantal gehinderden) van haar activiteiten toe. We kunnen er dan ook van uitgaan dat de huidige contouren veeleer als een minimum te beschouwen zijn en naar alle waarschijnlijkheid (indien ongewijzigd beleid op het vlak van aantal vliegbewegingen, type vliegtuigen, tijdstip vluchten, ) ruimer zullen zijn in de toekomst. Zolang geen verdere restricties inzake toekomstige geluidshinder zijn opgelegd aan de luchthaven dan deze die momenteel in de milieuvergunning zijn vermeld, moeten we het voorgestelde deelplan vanuit het voorzorgssprincipe als onaanvaardbaar beoordelen PLANSPECIFIEKE LEEMTEN IN DE KENNIS Specifiek voor dit deelgebied willen we er op wijzen dat de toekomstige ontwikkeling van de luchthaven en daarbij samenhangende geluidscontouren een onzekerheid blijven. Bij verdere uitbreiding van de geluidscontouren kan een groter deel van het deelplangebied dan het in de effectbeschrijving aangehaalde noordoostelijke deel, binnen de 55dB(A)-contour vallen. Volgens het gehanteerde weliswaar niet normatieve - afwegingskader is de ontwikkeling van nieuwe woonwijken binnen deze geluidscontour niet opportuun. Hoever deze contour in de toekomst zal reiken blijft een leemte in de kennis VERTALING VAN DE MILDERENDE MAATREGELEN NAAR HET RUP. Geen herbestemming tot stedelijk woongebied Indien echter door het nemen van specifieke maatregelen de toekomstige geluidshinder van de luchthaven beperkt kan worden tot maximaal de huidige toestand, zou ontwikkeling overwogen kunnen worden. Het beperken van de hinder kan enkel door het opleggen van emissiebeperkende maatregelen aan de luchthaven zelf bijvoorbeeld via de milieuvergunning of andere instrumenten (niet in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan). We kunnen vermoeden dat ingrijpende maatregelen nodig zullen zijn om de hinder voor zo dicht bij gelegen woningen significant te milderen en dat deze een grote impact zullen hebben op het functioneren van de luchthaven. 66 in de scopingsnota werd nog aangegeven dat er twee alternatieven zouden onderzocht worden

15 Bij de eventuele woonontwikkeling - indien de geluidshinder beperkt zou worden - kunnen nog volgende aandachtpunten uit de effectbeoordeling meegegeven worden het maximaal vrijwaren van de krekenstructuur (o.a. noordoost-zuidwest doorheen het deelplangebied), het vrijwaren van biologische waardevolle elementen (kreekrestanten, maar ook historisch poldergrasland vnl. in noordwesten van het gebied), het voorkomen van bebouwing binnen de geluidscontouren van de luchthaven (noordelijke deel), en voorkomen van sluipverkeer doorheen de wijk Hieruit blijkt dat, indien de geluidshinder beperkt wordt tot maximaal de huidige toestand, de inrichting van het gebied als geheel een belangrijk aandachtpunt is. De stedenbouwkundige voorschriften leggen pas een inrichtingsplan op vanaf een bepaalde oppervlakte of aantal wooneenheden. Hierdoor bestaat het gevaar dat bij kleinere projecten het gebied wordt ingevuld op een ruimtelijk minder gepaste wijze. De gepaste situering en inrichting van de groene ruimte, de inpassing van de krekenstructuur en biologisch waardevolle elementen vragen evenwel bijzondere aandacht bij de inrichting van het gebied. Vertaling van de milderende maatregelen naar het RUP indien toekomstige geluidshinder beperkt wordt. vereiste milderende maatregelen vastleggen van het groengebied in het noordelijke deel over ca. 1/3 van de oppervlakte van het deelgebied, waar woonbebouwing wordt uitgesloten, vrijwaring en versterking van de biologische waarden door inrichting en beheer volgens de natuurtechnische milieubouw wenselijke milderende maatregelen bij de inrichting van de woonontwikkeling moeten de aanwezige kreken en kenmerkende kleine landschapselementen gevrijwaard worden en geïncorporeerd worden in de terreinaanleg en waterhuishouding van het gebied; de inrichting van het gebied moet vastgelegd worden in het ruimtelijk uitvoeringsplan of er moet vastgelegd worden dat het gebied als één ruimtelik samenhangend project moet gerealiseerd worden

16 DEELGEBIED 5: SCHORREDIJK TORHOUTSESTEENWEG Figuur 40: Situering van het deelgebied 'Schorredijk - Torhoutsesteenweg' op de stratenatlas In het voorontwerp van het gewestelijk RUP werd voorgesteld om de zone te herbestemmen tot woongebied voor een 60-tal woongelegenheden gecombineerd met kleinschalige kantoren en/of vrije beroepen in een groen kader. Op de plenaire vergadering werden nog twee andere voorstellen tot bestemmingswijziging ingediend: - bestemmen als agrarisch gebied met nabestemming wonen. De stad Oostende verkiest deze optie omdat zij een bestemmingsplan wenst te maken om de inrichting en ontsluiting van het gebied nauwkeurig vast te leggen. Noch het eerste, noch het tweede alternatief spreekt zich momenteel uit over een concrete ordening. Op het niveau van dit plan-mer zijn er dan ook geen verschillen tussen beide alternatieven en wordt dit alternatief niet afzonderlijk opgenomen in de effectbeoordeling bestemming als woongebied met een vrijwaring van open ruimte (onder de vorm van de bestemming buffer, natuur of landbouwgebied) in het oosten van gebied nabij Stene. Dit alternatief is te beschouwen als een inrichtingsalternatief, waarbij de voorgestelde open ruimte overeenkomt met de referentietoestand (huidige bestemming bufferzone). Als referentiesituatie gaan we uit van een realisatie van de huidige bestemmingen: (kleinschalige) bedrijvigheid en grootschalige kleinhandel en het behoud van open (landbouw) ruimte aan de bufferzone en het gedeelte landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het voorgestelde plan wordt significant negatief beoordeeld op het vlak van (mogelijke) geluidshinder van de luchthaven. Op basis van meetgegevens uit het verleden situeert de Lden 55 db(a)-contour zich over de noordelijke helft (2006) tot ongeveer ¾ van de oppervlakte (2003) van het deelplangebied. Binnen deze contour is nieuwe bebouwing niet aangewezen. Op basis van deze gegevens is de woonbebouwing volledig in het meest zuidelijke deel van het deelplangebied te situeren. Omwille van 67 in de scopingsnota werd dit nog wel aangegeven als een afzonderlijk te onderzoeken alternatief

17 het landschappelijk belang van het aangrenzend poldergebied, de historische dorpskern Stene en de aanwezige kreekrestanten moet er echter voldoende ruimte zijn om bebouwing op een kwalitatieve manier te kunnen inpassen. Een al te grote geografische restrictie van bebouwing omwille van de geluidscontouren dreigt de gewenste landschappelijke inpassing te hypothekeren. De meetgegevens uit het verleden zijn niet zonder meer te hanteren als toekomstige referentiesituatie. De huidige milieuvergunning van de luchthaven laat nog een aanzienlijke groei (uitgedrukt in aantal gehinderden) van haar activiteiten toe. We kunnen er dan ook van uitgaan dat de huidige contouren veeleer als een minimum te beschouwen zijn en naar alle waarschijnlijkheid (indien ongewijzigd beleid op het vlak van aantal vliegbewegingen, type vliegtuigen, tijdstip vluchten, ) ruimer zullen zijn in de toekomst. Zolang geen verdere restricties inzake toekomstige geluidshinder zijn opgelegd aan de luchthaven dan deze die momenteel in de milieuvergunning zijn vermeld, moeten we het voorgestelde deelplan vanuit het voorzorgssprincipe als onaanvaardbaar beoordelen PLANSPECIFIEKE LEEMTEN IN DE KENNIS Specifiek voor dit deelgebied willen we er op wijzen dat dat de toekomstige ontwikkeling van de luchthaven en daarbij samenhangende geluidscontouren een onzekerheid blijven. Bij verdere uitbreiding van de geluidscontouren kan een groter deel van het deelplangebied dan het in de effectbeschrijving aangehaalde noordoostelijke deel, binnen de 55dB(A)-contour vallen. Volgens het gehanteerde weliswaar niet normatieve - afwegingskader is de ontwikkeling van nieuwe woonwijken binnen deze geluidscontour niet opportuun. Hoever deze contour in de toekomst zal reiken blijft een leemte in de kennis VERTALING VAN DE MILDERENDE MAATREGELEN NAAR HET RUP vereiste milderende maatregelen Geen herbestemming tot stedelijk woongebied Indien echter door het nemen van specifieke maatregelen de toekomstige geluidshinder van de luchthaven beperkt kan worden tot maximaal de huidige toestand, zou ontwikkeling overwogen kunnen worden. Het beperken van de hinder kan enkel door het opleggen van emissiebeperkende maatregelen opleggen aan de luchthaven zelf bijvoorbeeld via de milieuvergunning of andere instrumenten (niet in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan). We kunnen vermoeden dat ingrijpende maatregelen nodig zullen zijn om de hinder voor zo dicht bij gelegen woningen significant te milderen en dat deze een grote impact zullen hebben op het functioneren van de luchthaven. Bij de eventuele woonontwikkeling - indien de geluidshinder beperkt zou worden - kunnen nog volgende aandachtpunten uit de effectbeoordeling meegegeven worden het maximaal vrijwaren van de krekenstructuur, het vrijwaren van biologische waardevolle elementen (kreekrestanen, doorheen het gebied), een kwalitatieve landschappelijke overgang naar het poldergebied, en het voorkomen van bebouwing binnen de geluidshindercontouren van de luchthaven Hieruit blijkt dat, indien de geluidshinder beperkt wordt tot maximaal de huidige toestand, de inrichting van het gebied als geheel een belangrijk aandachtpunt is. De stedenbouwkundige voorschriften leggen pas een inrichtingsplan op vanaf een bepaalde oppervlakte of aantal wooneenheden. Hierdoor bestaat het gevaar dat bij kleinere projecten het gebied wordt ingevuld op een ruimtelijk minder gepaste wijze

18 De mogelijke restricties van de geluidscontouren, de gewenste incorporatie van kreken en biologisch waardevolle elementen, de overgang naar het polderlandschap en de nabijheid van Stene, vragen evenwel bijzondere aandacht bij de inrichting van het gebied. Vertaling van de milderende maatregelen naar het RUP indien toekomstige geluidshinder beperkt wordt. vereiste milderende maatregelen vastleggen van het woonvrij te houden gebied in het noordelijke deel over ca. 2/3 de van het deelgebied, afgestemd op de huidige geluidshinderperimeter van de luchthaven wenselijke milderende maatregelen Bij de inrichting van de woonontwikkeling moeten de aanwezige kreken en kenmerkende kleine landschapselementen gevrijwaard worden en geïncorporeerd worden in de terreinaanleg en waterhuishouding van het gebied. Het geheel moet een kwalitatieve landschappelijke overgang vormen t.o.v. het polderlandschap. De inrichting van het gebied moet vastgelegd worden in het ruimtelijk uitvoeringsplan of er moet vastgelegd worden dat het gebied als één ruimtelijk samenhangend project moet gerealiseerd worden DEELGEBIED 6: KAZERNE BOOTSMAN Figuur 41: Situering van het deelgebied 'Kazerne Bootsman' op de stratenatlas In het voorontwerp van het gewestelijk RUP werd een voorstel gedaan om de Bootsman Kazerne te herstemmen van militair gebied naar woongebied voor 80 à 100 woongelegenheden. Er wordt geen plaats voorzien voor tweede verblijven. Alhoewel het gebied momenteel nog bestemd is als militair domein, is het al deels gedesaffecteerd door het Belgisch leger. Als referentiesituatie gaan we uit van leegstand. Het deelplan wordt globaal significant gunstig beoordeeld

19 Een aandachtspunt is de mogelijke bijkomende parkeerdruk in de omgeving ten gevolge van woonontwikkeling op de site. Aangezien oplossingen voor dit probleem te kaderen zijn in het gemeentelijk parkeerbeleid (bewoners, bezoekers, klanten),, zoals het voorzien van voldoende parkeerplaaten, worden geen milderende maatregelen in functie van het gewestelijk RUPgeformuleerd DEELGEBIED 7: STATIONSOMGEVING Figuur 42: Situering van het deelgebied 'Stationsomgeving' op de stratenatlas De identiteit van dit deelgebied wordt grotendeels bepaald door het zicht op de haven, de spoorweginfrastructuur en de activiteiten die hieraan verbonden zijn. De activiteiten in het deelplangebied dienen rekening te houden met de geplande veiligheidsmaatregelen tegen overstromingen zoals voorgesteld in de Plan-MER Plan voor de kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende. Als referentiesituatie gaan we uit van het gebruik als station en cruiseen ferryterminal (deelzone 1) en een infrastructurenbundel (spoor, ontsluiting naar ferries) dus geen stedelijke functie voor deelzone 2. Voor deelzone 1 dienen zich twee, nauwelijks te onderscheiden, (bestemmings)alternatieven aan: stedelijk woongebied enerzijds, en multifunctioneel gebied anderzijds. We hebben de bestemmingen respectievelijk geïnterpretereerd als respectievelijk nadruk op de woonfunctie (met uitgangspunt: vrij homogene stedelijke woonomgeving met woonondersteunende functies) en nadruk op andere stedelijke functies (uitgangspunt: de ontwikkeling van een stedelijk gebied waar zich naast wonen ook andere stedelijke functies ontwikkelen). Onderling vergeleken scoort alternatief 2 iets beter omdat dergelijke ontwikkeling optimaal aansluiten op de potenties van het gebied. Een tweede zone ten zuiden van het stationsgebouw (deelzone 2) is momenteel bestemd als woongebied en gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut. In het voorontwerp van het gewestelijk RUP wordt overwogen dit gebied te herbestemmen tot multifunctioneel stedelijk ontwikkelingsgebied In de loop van de Plan-MER procedure heeft de Stad Oostende ons bijkomende informatie verschaft let betrekking tot de plannen van zone 2 aan het station. Volgens de meest actuele informatie waarover we momenteel beschikken zou men de sporen niet langer overbouwen, maar wel nieuwe perrons

20 De voorgestelde alternatieven worden allen globaal significant gunstig beoordeeld. Een aandachtspunt is de mogelijke bijkomende parkeerdruk in de omgeving ten gevolge van ontwikkeling op de site Aangezien oplossingen voor dit probleem te kaderen zijn in het gemeentelijk parkeerbeleid (bewoners, bezoekers, klanten)., zoals het voorzien van voldoende parkeerplaaten, worden hieromtrent geen milderende maatregelen in functie van het gewestelijk RUPgeformuleerd WENSELIJKE VERTALING VAN DE MILDERENDE MAATREGELEN NAAR HET RUP Het is wenselijk dat inde stedenbouwkundige voorschriften meer de nadruk op andere stedelijke functies wordt gelegd, naast wonen. Dit is evenwel slechts een nuanceverschil t.g.v. onze eigen interpretatie van de bepaling aan het wonen verwante voorzieningen. Desgevallend kan ook verduidelijking in de toelichting volstaan, waarbij wordt aangegeven dat aan het wonen verwante voorzieningen niet noodzakelijkerwijze beperkingen inhouden voor andere stedelijke functies qua aantal, schaal en dynamiek, voorzover hierdoor het functioneren van deze stedelijke omgeving niet wordt gehypothekeerd. Een bijzonder aandachtspunt is het mogelijk houden van werken en handelingen die nodig of nuttig zijn voor het beveiligen van bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen DEELGEBIED 8: WONINGEN AAN DE LUCHTHAVEN Figuur 43: Situering van het deelgebied 'Woningen aan de luchthaven' op de stratenatlas De eerste zone beslaat de woningen aan de Schoolstraat en de Zakstraat. Er werden twee alternatieven voorgesteld: de bestemming als woongebied aansluitend op de steenweg waar ook aan het wonen verwante activiteiten zijn toegelaten, en een overdruk woongebied voor de achterliggende aanleggen, het huidige stationsgebouw eventueel inrichten als museum, een nieuwe onthaalruimte inrichten enz. Deze plannen zijn echter niet definitief en kunnen dus nog wijzigen. In deze Plan MER zal uitgegaan worden van de planalternatieven zoals voorgesteld in de het voorontwerp RUP en de plenaire vergadering

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

BEBOUWDE RUIMTE OPEN RUIMTE EFFECTRAPPORTAGE RUIMTE & ECONOMIE

BEBOUWDE RUIMTE OPEN RUIMTE EFFECTRAPPORTAGE RUIMTE & ECONOMIE lan ME AfbakeningsU egionaalstedelijk Gebied Oostende plan ME LIJST DE KAATE Kaart : Situering en suggesties plenaire vergadering Kaart : Landbouwtyperingskaart Kaart : Structuurkwaliteit van de polderwaterlopen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid inzonderheid op artikel 8;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid inzonderheid op artikel 8; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) Oudenaarde 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) 0912 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde, die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letters V of B,

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

ADVIES VAN 27 FEBRUARI 2019 OVER HET VOORONTWERP RUP AFBAKENING REGIONAALSTEDELIJK GEBIED MECHELEN

ADVIES VAN 27 FEBRUARI 2019 OVER HET VOORONTWERP RUP AFBAKENING REGIONAALSTEDELIJK GEBIED MECHELEN ADVIES VAN 27 FEBRUARI 2019 OVER HET VOORONTWERP RUP AFBAKENING REGIONAALSTEDELIJK GEBIED MECHELEN SARO HAVENLAAN 88 BUS 23 1000 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1 III. DEELGEBIED

Nadere informatie

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1 III. MUNSTERBOS ALS GROTE EENHEID NATUUR...

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM

Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. VRAAG NAAR BEPERKTE UITBREIDING PLANGEBIED... 3 III. DIFFERENTIATIE

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening PROVICIE VLAAMS-BRABAT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Daan Demey Telefoon fax 0-7 07 / 0- e-mail ruimtelijkeplanning@vlaamsbrabant.be Dossiernummer Ons kenmerk 000_0 Datum

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

ADVIES VOORKEURSBESLUIT KLEIN RUSLAND

ADVIES VOORKEURSBESLUIT KLEIN RUSLAND ADVIES VOORKEURSBESLUIT KLEIN RUSLAND Advies 2018-21 / 30.08.2018 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Leefbare locatie 4 3.3 Alternatief

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende plangebied Vijfseweg Noorderlaan Noorderlaan Oosterlaan Oosterlaan Noorderlaan Kruishoutemsew Westerlaan Zuiderlaan Expresweg Jozef Duthoystraat Westerlaan Stormestraat Meersstraat Zuiderlaan Zuiderlaan

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota December 2010 COLOFON Opdrachtgever: Turnhout Project: RUP De Hoogt Opdrachthouder: Projectteam: Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 14/1/2014 LEESWIJZER Op 24 januari 2014 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de vervolgstappen

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling aan de

Nadere informatie

RUP Leestenburg Brugge

RUP Leestenburg Brugge DIENST RUIMTELIJKE ORDENING SECTOR UNESCO RUP Leestenburg Brugge Bewonersvergadering conferentiezaal stadhuis 30/09/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied

Nadere informatie

antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota

antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota RUP Koeisteerthofdreef stad Mortsel februari 2010 NOTA Inhoud 1. Inleiding... - 3-2. Advies provincie Antwerpen... - 3-3. Advies Agentschap R-O

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

Legende. PlanMer De Prijkels Deinze. Situering plangebied "De Prijkels" en zoekzones op gewestplan V N V.B

Legende. PlanMer De Prijkels Deinze. Situering plangebied De Prijkels en zoekzones op gewestplan V N V.B V V G Figuur 3.1.a : Situering plangebied "De rijkels" en zoekzones op gewestplan T Ontwerp afbakeningslijn Kleinstedelijk gebied plangebied M R O Andere zoekzones voor bedrijven R T 18219809.mxd gewijzigd

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Definitief Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSMOLENWIJK BRUGGE

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSMOLENWIJK BRUGGE Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSMOLENWIJK BRUGGE STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. ALGEMENE BEOORDELING... 3 III. UITGEBREID PLANNINGS-

Nadere informatie

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten

Nadere informatie

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

een plek op de luchthaven economie en ruimte om te ondernemen

een plek op de luchthaven economie en ruimte om te ondernemen een plek op de luchthaven economie en ruimte om te ondernemen START colloquium ruimte om te ondernemen ruimte om te on ndernem men STA ART collo oquium Een plek op de luchthaven Vlaams beleidskader d =

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1 Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat september 2011, ontwerp 1 Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77)

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77) Kortrijk 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77) 1082 De gebieden die als "reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

VR DOC.0003/2

VR DOC.0003/2 VR 2019 1101 DOC.0003/2 Besluit van de Vlaamse Regering inzake de herziening of de opheffing van stedenbouwkundige voorschriften van algemene en bijzondere plannen van aanleg en gemeentelijke ruimtelijke

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied MISPELAAR BRUGGE (ASSEBROEK)

Ontwerp startbeslissing signaalgebied MISPELAAR BRUGGE (ASSEBROEK) Ontwerp startbeslissing signaalgebied MISPELAAR BRUGGE (ASSEBROEK) STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling

Nadere informatie

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax (02)553 80 75 www.mervlaanderen.be Verzoek tot ontheffing van

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

De wind in de zeilen voor Dilbeek

De wind in de zeilen voor Dilbeek De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek

Nadere informatie

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent te Sint-Niklaas - Verslag plenaire vergadering 8 juli 2015 Ruimte Vlaanderen Afdeling Gebieden en Projecten Koning Albert II-laan

Nadere informatie

ADVIES VAN 12 APRIL 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP HISTORISCH GEGROEID BEDRIJF STEENFABRIEKEN NELISSEN NV

ADVIES VAN 12 APRIL 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP HISTORISCH GEGROEID BEDRIJF STEENFABRIEKEN NELISSEN NV ADVIES VAN 12 APRIL 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP HISTORISCH GEGROEID BEDRIJF STEENFABRIEKEN NELISSEN NV SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING...

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer.

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer. De gemeente Ledegem is gestart met de opmaak van het RUP Vierschaere. In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer. Geformuleerde adviezen (Provincie

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied IMMERZEELDREEF AALST

Ontwerp startbeslissing signaalgebied IMMERZEELDREEF AALST Ontwerp startbeslissing signaalgebied IMMERZEELDREEF AALST STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 8/05/2015 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling aan

Nadere informatie

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest

Nadere informatie

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Notitie Project: Oude Tempel Soesterberg Onderwerp: Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Referentie: 16M8024 Datum: 18 juli 2016 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano

Nadere informatie

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12 Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische Kleiputten Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 12 2 van 12 3 van 12 ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische

Nadere informatie

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus VR 2018 1409 DOC.1020/5BIS Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften Bijlage II Stedenbouwkundige

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Bijlage VIc: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en Kieldrecht 1 Doelstelling

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKEBERGEN KEERBERGEN

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKEBERGEN KEERBERGEN Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKEBERGEN KEERBERGEN STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling

Nadere informatie

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED Willebroek, 11 december 2017 Iva-Innova Gemeente Willebroek Pastorijstraat 1 2830 Willebroek u/ref.mail: alex.vanbeersel@willebroek.be o/ref Volgnr.: 2017/763 Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017,

Nadere informatie

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kustpolders tussen Jabbeke, Oudenburg en Stalhille

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kustpolders tussen Jabbeke, Oudenburg en Stalhille Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kustpolders tussen Jabbeke, Oudenburg en Stalhille Actorenoverleg 1 ste RUP-voorstel 23 februari 2016 1 Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kustpolders tussen

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 2 III. BELEIDSCONTEXT

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN UITDAGINGEN WONEN ECONOMIE STEDELIJKE VOORZIENINGEN OPEN RUIMTE LANDBOUW Bruto -taakstelling

UITGANGSPUNTEN UITDAGINGEN WONEN ECONOMIE STEDELIJKE VOORZIENINGEN OPEN RUIMTE LANDBOUW Bruto -taakstelling UITDAGINGEN WONEN Bruto -taakstelling Aftopping buitengebied (max.groeiwvl + groeirwm) 2012-2017 2017-2022 1118 583 stedelijk gebied Buitengebied stedelijk gebied Buitengebied 803,36 314,64 418,92 164,08

Nadere informatie

RUP - MER Herziening BPA Kapittel NIEL. Ontwerper - Antea Group Koen Janssens Miguel Vanleene

RUP - MER Herziening BPA Kapittel NIEL. Ontwerper - Antea Group Koen Janssens Miguel Vanleene RUP - MER Herziening BPA Kapittel NIEL Ontwerper - Antea Group Koen Janssens Miguel Vanleene 2 Aanleiding Ruim 55.000m² te realiseren door POM / ontwikkelaar en eigenaar als hoogtechnologische bedrijvigheid

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK)

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK) Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK) STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied

Nadere informatie

situering op de topokaart

situering op de topokaart situering op de topokaart stad sint-truiden - r.u.p. 'dorpengeheel groot-gelmen - engelmanshoven - gelinden en omgeving' - kaart 1 afbakening plangebied 0 0.3 0.6km bron: topografische kaart 1/10.000,

Nadere informatie

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP VOLVO TRUCKS GENT

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP VOLVO TRUCKS GENT ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP VOLVO TRUCKS GENT SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. HERBESTEMMING NAAR GRB IN FUNCTIE VAN HET PLANOLOGISCH

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Startnotafase Participatiemoment, 8 oktober 2018 Koen Janssens Ruimtelijk planner Inhoud Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)? Procedure Situering van het plangebied

Nadere informatie

WOONGEBIEDEN AANVULLENDE AANDUIDINGEN

WOONGEBIEDEN AANVULLENDE AANDUIDINGEN Gewestplan : legende en voorschriften. Daar waar nog geen ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg van kracht is, gelden de voorschriften uit de gewestplannen. Hier vindt u de legende bij

Nadere informatie

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem In Gent 1 van 8 2 van 8 Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 Knoop Wondelgem de ontwerpers Griet De Mulder Peter David Gezien om

Nadere informatie

ADVIES VAN 27 AUGUSTUS 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP GEMENGD REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN STERRENHOEK TE AALST

ADVIES VAN 27 AUGUSTUS 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP GEMENGD REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN STERRENHOEK TE AALST ADVIES VAN 27 AUGUSTUS 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP GEMENGD REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN STERRENHOEK TE AALST SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. VERDERE ONDERBOUWING

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college 2015-04-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat 10 3700 TONGEREN Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Waasland gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Durmevallei Bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek Motivatienota Onteigeningsplan Recreatiezone Melsbroek 1. LIGGING PLANGEBIED De gemeente Steenokkerzeel is gelegen in Vlaams-Brabant, ten noord-oosten van Brussel, tussen de gemeenten Machelen, Zaventem,

Nadere informatie

A. Samenvatting van het dossier

A. Samenvatting van het dossier ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand Regionaal Bedrijf MAKRO te Antwerpen en Wijnegem A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering

Nadere informatie

LEGENDE : Kaart 1 : Situering Wetteren AFBAKENING STEDELIJK GEBIED WETTEREN. Datum : mei Opdrachtgever : Provincie Oost-Vlaanderen.

LEGENDE : Kaart 1 : Situering Wetteren AFBAKENING STEDELIJK GEBIED WETTEREN. Datum : mei Opdrachtgever : Provincie Oost-Vlaanderen. P:\245522\G\FASE 0\GIS\Kaarten\situering_A4_sdu.mxd Kaart : Situering Wetteren Datum : mei 2008 000- woongebied 005- woonuitbreidingsgebied 0200- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 0400-

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN Brussel, 9 oktober 2002 100902_AdviesErfgoedlandschappen INLEIDING De Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,

Nadere informatie

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002; 60046 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2018/31584] 21 DECEMBER 2017. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Molenbeek om het bijzonder

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad in vergadering van.. op bevel, De Provinciegriffier

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

Gebied voor stedelijke activiteiten

Gebied voor stedelijke activiteiten Provincie Antwerpen Stad Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gebied voor stedelijke activiteiten Kievit fase II te Antwerpen Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk

Nadere informatie