Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. Compensatieplan Steenuil

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. Compensatieplan Steenuil"

Transcriptie

1 Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis Compensatieplan Steenuil

2

3 Compensatieplan voor Steenuil (Athene noctua) in het kader van de verbreding van het Lekkanaal en bouw van de derde kolk Beatrixsluis Eindrapport Adrienne Lemaire, Loes van den Bremer, Vincent de Boer & Petra Verburg Sovon-rapport 2013/09 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Rijkswaterstaat Utrecht

4 Sovon-rapport 2013/09 Colofon Sovon Vogelonderzoek Nederland 2013 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Rijkswaterstaat Utrecht Wijze van citeren: Lemaire A.J.J., van den Bremer L., de Boer V. & Verburg P Compensatieplan voor Steenuil (Athene noctua) in het kader van de verbreding van het Lekkanaal en bouw van de derde kolk Beatrixsluis. Eindrapport. Sovon-rapport 2013/09. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Sovon Vogelonderzoek Nederland Toernooiveld ED Nijmegen info@sovon.nl website: ISSN:

5 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis Inhoud Verantwoording en dankwoord Inleiding en leeswijzer Vraagstelling Werkwijze Leeswijzer Toetsingskader Flora- en faunawet Beschermingsregime Beoordelingskader Benodigd onderzoek Planlocatie en geplande ontwikkelingen Verbreding Lekkanaal Overige ontwikkelingen Voorkomen van de Steenuil in plangebied Ecologie van de Steenuil Herkenning Leefwijze Voedsel Habitat Verspreiding en aantallen Oorzaken afname Verblijfplaatsen Functionele leefomgeving Dispersieafstand Lokale steenuilpopulatie Inleiding Inventarisatie Steenuilen Sovon Effect werkzaamheden Verstoring Aantasting van het leefgebied Conclusie m.b.t. Ff-wet Mitigerende en compenserende maatregelen Inleiding Algemene richtlijnen Uitwerking concrete maatregelen Gunstige staat van instandhouding en mogelijkheid ontheffing Gunstige staat van instandhouding Mogelijkheid voor een ontheffing

6 Sovon-rapport 2013/09 8. Conclusies, vervolgstappen en planning Conclusies Vervolgstappen en planning Bronnen Bijlage 1: Biotoopkartering bepalen zoekgebied voor mitigatie en compensatie Bijlage 2: Scan steenuilterritorium bij Kazemat Vreeswijk-Oost Bijlage 3: Samenvatting resultaten territoriumscans plangebied

7 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis Verantwoording en dankwoord Dit rapport is samengesteld door Adrienne Lemaire (senior projectleider ecologie), Petra Verburg (teamleider team Ecologisch Advies) en Loes van den Bremer (onderzoeker). Het veldwerk is uitgevoerd door Vincent de Boer (veldmedewerker). De kaarten zijn gemaakt door Dries Oomen (medewerker GIS). Rob Vogel (hoofd Monitoring) heeft het conceptrapport kritisch doorgenomen en van commentaar voorzien. Begeleider en contactpersoon vanuit Rijkswaterstaat Utrecht was Wim Schouten. Jacqueline te Lindert, omgevingsmanager Rijkswaterstaat was mede verantwoordelijk voor de communicatie naar bewoners. Verder worden onderstaande mensen hartelijk bedankt voor de prettige samenwerking en hun bijdrage in verschillende vormen aan dit rapport: Annelies Koopman en Theo Bouwman van Bureau Waardenburg voor het delen van gegevens, Pascal Stroeken van STONE en Wilco Stoopendaal van de Vogelwacht Utrecht voor hun informatie over Steenuilen. We danken in het bijzonder Carolien Gijben van Steenuilenwerkgroep de Limes voor haar enthousiasme, tijd, waardevolle adviezen en goede contacten die ertoe geleid hebben dat bewoners bereid waren mee te werken aan maatregelen voor Steenuilen. Zij zal tevens zorg dragen voor de controles van de nestkasten in het compensatiegebied. Verder danken we Henk Lichtenbelt en Marc van Leeuwen van STONE, die bereid zijn de jonge Steenuilen te ringen. En tot slot dank aan de bewoners van Tull en t Waal die bereid zijn om extra maatregelen te nemen om Steenuilen een goed onderkomen en voldoende leefgebied te garanderen! 3

8 Sovon-rapport 2013/09 1. Inleiding en leeswijzer 1.1 Vraagstelling Rijkswaterstaat Utrecht is voornemens om het Lekkanaal ter hoogte van de Prinses Beatrixsluis te verbreden en te verdiepen ten behoeve van de scheepvaart en de bouw van een derde sluiskolk. Onderzoek wijst uit dat in het plangebied minimaal één territorium van Steenuil aanwezig is (BTL Advies 2012). Bij de uitvoering van het project is het aannemelijk dat dit territorium zal worden aangetast. Om uitvoering van het project mogelijk te maken, zonder overtreding van de Flora en faunawet dienen maatregelen te worden genomen om de functionaliteit van de voortplantings- en vaste rust- en verblijfplaats van de Steenuil te garanderen. Daarnaast is het mogelijk noodzakelijk om ontheffing van de Flora- en faunawet (hierna Ffw) aan te vragen. Daarom is in het kader van een op te stellen MER/OTB een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor mitigatie en eventueel compensatie voor de Steenuil en de voorwaarden voor ontheffing in het kader van de Ffw. Het onderzoek geeft antwoord op de volgende door Rijkswaterstaat gestelde vragen: 1. Wat zijn de effecten van het project Bouw 3e kolk Prinses Beatrixsluis en Verbreding Lekkanaal op het territorium van de Steenuil in het plangebied en daarmee de (lokale) staat van instandhouding van de soort? 2. Welke maatregelen zijn noodzakelijk om de functionaliteit van de voortplantings- en vaste rust- en verblijfplaats van de Steenuil te garanderen? 3. Wanneer dienen deze maatregelen te worden genomen om ervoor te zorgen dat het project volgens planning kan worden uitgevoerd? De realisatie van het project start in Oplevering is voorzien in 2018/ Is een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet noodzakelijk en onder welke ecologische voorwaarden kan die worden verleend? 1.2 Werkwijze Om bovenstaande vragen te beantwoorden is er een inventarisatie en biotoopkartering van Steenuil uitgevoerd in de omgeving van het plangebied. Op basis van de verkregen informatie uit veldwerk, gegevensbronnen, literatuur en expert judgment zijn er maatregelen geformuleerd voor mitigatie of compensatie van de gevolgen van het project, de planning van de uitvoering en de benodigde vervolgstappen. Omdat het project in 2012 te laat in het seizoen van start is gegaan om de aan- en afwezigheid van Steenuilen door middel van veldwerk eenduidig vast te stellen is er in 2013 nader veldonderzoek uitgevoerd. Ter beantwoording van vraag 4 is er voor Steenuil een toetsing uitgevoerd van de ingreep en de maatregelen aan de Ffw. Het resultaat is vastgelegd in dit eindrapport. 4

9 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis Onderstaand stroomschema geeft de te doorlopen stappen voor de ontheffingsaanvraag voor verbreding van het Lekkanaal en bouw van een derde kolk in de Beatrixsluis. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 1 worden de vraagstelling en werkwijze kort beschreven. Hoofdstuk 2 schetst het toetsingskader van de Flora- en faunawet. Hoofdstuk 3 gaat in op het plangebied en de geplande ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt de ecologie van de Steenuil en de lokale Steenuilpopulatie beschreven. In hoofdstuk 5 worden de effecten van de werkzaamheden beschreven. Hoofdstuk 6 beschrijft de maatregelen voor mitigatie of compensatie. Hoofdstuk 7 gaat nader in op de gunstige staat van instandhouding en de voorwaarden voor een ontheffing in het kader van Ffw. Tot slot worden in hoofdstuk 8 de conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen op een rij gezet. 5

10 Sovon-rapport 2013/09 2. Toetsingskader Flora- en faunawet 2.1 Beschermingsregime De Steenuil is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b, van de Floraen Faunawet (verder Ffw), de nationale implementatie van het soortenspoor van de Vogelrichtlijn 2009/147/EG. Bij de beoordeling van ontheffingsaanvragen voor Steenuil geldt de uitgebreide toets. De nesten van Steenuilen zijn het gehele jaar beschermd (jaarrond beschermd) en vallen onder categorie 1 van vogelnesten (DR, 2009): nesten die behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats. Hierbij moet ook de functionele leefomgeving worden bezien. De functionele leefomgeving van een voortplantingsplaats en van een vaste rust- of verblijfplaats is de omgeving van die plaatsen die nodig is om ze als zodanig te laten functioneren. Een voortplantingsplaats (nest) bijvoorbeeld kan alleen succesvol functioneren wanneer er voldoende habitat van voldoende kwaliteit aanwezig is om te kunnen voortplanten, eieren te leggen tot en met het opgroeien van de jongen. 2.2 Beoordelingskader Voor de Steenuil geldt het volgende beoordelingskader bij de afhandeling van aanvragen voor ontheffingen of omgevingsvergunningen (uitgebreide toets): 1. Is de Steenuil in het plangebied of de omgeving aanwezig? 2. In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en / of verblijfplaats aangetast door de voorgenomen activiteiten? 3. Is een andere bevredigende oplossing mogelijk? (deze vraag wordt niet in deze rapportage beantwoord) 4. Komt de gunstige staat van instandhouding van de lokale levensvatbare populatie niet in gevaar? In principe wordt bij vogels getoetst aan de landelijke gunstige staat van instandhouding. Vanwege de geringe dispersiecapaciteit van de Steenuil wordt bij de Steenuil op lokaal niveau getoetst. 5. Is er sprake van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn? (deze vraag wordt niet in deze rapportage beantwoord) Het nest van een Steenuil is de plaats of ruimte die de Steenuil gebruikt voor het leggen en uitbroeden van de eieren en het grootbrengen van de jongen. In de context van artikel 11 van de Ffw moet onder nest ook de inhoud van het nest en de functionele omgeving van het nest, voor zover het broedsucces van de Steenuil daarvan afhankelijk is, worden begrepen. Artikel 11: Het is verboden nesten of andere vaste rust- of verblijfplaatsen van (i.c. Steenuilen) te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Alle activiteiten die het broedsucces negatief beïnvloeden of teniet doen leiden tot een overtreding van artikel 11. Artikel 11 van de Ffw is gedurende het gehele jaar van toepassing op alle in gebruik zijnde of mogelijk te gebruiken nesten van Steenuilen. Overtreding van artikel 11 Ffw is aan de orde wanneer het object of het gebied waarin de voortplanting of de rust van de Steenuil plaats vindt vernietigd of aangetast wordt of wanneer de kwaliteit daarvan 6

11 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis voor de Steenuil verslechtert, waardoor dit niet meer de functie van voortplantingsplaats of vaste rusten verblijfplaats kan vervullen. In de praktijk wordt geen ontheffing verleend voor verstorende werkzaamheden in het broedseizoen, dat wil zeggen het moment waarop zich eieren of jongen in het nest bevinden. Onder voorwaarden is een ontheffing mogelijk voor op grond van in de Ffw verboden handelingen indien voldaan wordt aan de eisen van een uitgebreide toets en voor een in de Vogelrichtlijn genoemd belang (zie ook 7.2) Benodigd onderzoek Onderzoek ter onderbouwing van een mitigatie- of compensatieplan en een ontheffingsaanvraag voor Steenuil moet antwoord geven op de volgende vragen: - Is er een vaste rust- of verblijfplaats van de Steenuil aanwezig? - Welke functie heeft het object en het gebied voor de Steenuil? - Wat is de omvang en gunstige staat van instandhouding van de bij de ingreep betrokken populatie van de Steenuil? - Welke eigenschappen van het object of gebied moeten gemitigeerd of gecompenseerd worden? - Hoe groot wordt het succes van de te nemen maatregelen ingeschat? - Welke maatregelen moeten getroffen worden om aan de zorgplicht te voldoen? - Welke maatregelen worden er getroffen om zorgvuldig handelen ten aanzien van de Steenuil te garanderen? - Initiatiefnemer dient onderbouwd aan te geven dat er geen voor de Steenuil meer bevredigende oplossingen zijn ( alternatieven ) voor het doel van het project. - Initiatiefnemer dient een onderbouwing te geven van het wettelijk belang waarom de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. 1 Bij deze studie is gebruik gemaakt van de Soortenstandaard Steenuil (Dienst Regelingen 2012). Dit document is op de website van Dienst Regelingen gepubliceerd. Het document heeft geen juridische status, maar geeft wel richtlijnen voor de wijze waarop Dienst Regelingen ontheffingsaanvragen beoordeelt. In tegenstelling tot het in paragraaf van de Soortenstandaard vermelde is, ook bij volledige mitigatie van de effecten van de ingreep, alsnog een ontheffing nodig indien een nestplaats wordt vernietigd. 7

12 Sovon-rapport 2013/09 3. Planlocatie en geplande ontwikkelingen 3.1 Verbreding Lekkanaal Rijkswaterstaat Utrecht is voornemens het Lekkanaal te verbreden en een derde kolk aan te leggen in de Prinses Beatrixsluis (figuur 1). De huidige afmetingen van het Prinses Beatrixsluizencomplex vormen een knelpunt voor een vlotte en veilige afwikkeling van het scheepvaartverkeer. Het Lekkanaal wordt ten noorden en ten zuiden van de sluis verbreed door het verruimen van de oostelijk oever van het kanaal. Als gevolg van de verbreding wordt het sluispad verplaatst en evenwijdig aan de nieuwe oever aangelegd. Ten zuiden van de sluis worden bestaande wegen verlegd. Bestaande watergangen worden deels verlegd of gedempt. De kazemat Vreeswijk Oost en de noordelijker gelegen kazemat bij de Schalkwijkse Wetering zullen als gevolg van de werkzaamheden verdwijnen evenals de nabijgelegen woning en bedrijfsgebouw. De groenstrook langs het Lekkanaal wordt opnieuw ingericht. 3.2 Overige ontwikkelingen In de nabije omgeving van de Beatrixsluis en het Lekkanaal zijn andere partijen ook bezig met projecten die nauw verbonden zijn aan dit project. De gemeente Nieuwegein ontwikkelt ten oosten van het Lekkanaal een bedrijventerrein (Het Klooster), in de zone ten westen van de A27 tussen de Tiendkade en het water Vuylcop. De wegenstructuur is aangelegd en de bestaande beplanting is verwijderd. De voormalige graslanden liggen braak (BTL, 2012). De provincie Utrecht heeft verder de ambitie om een binnenhaven aan te leggen ( De uiterwaarden van de Lek zijn betrokken bij het plan Ruimte voor de Lek. Figuur 1: Overzicht van het plangebied. 8

13 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis 4. Voorkomen van de Steenuil in plangebied 4.1 Ecologie van de Steenuil Deze paragraaf geeft een korte inleiding in de ecologie van de Steenuil, waarna in de volgende paragraaf ingegaan wordt op het voorkomen van de soort in het plangebied Herkenning De Steenuil is de kleinste in ons land voorkomende uil met een lichaamsgrootte van centimeter en een vleugelspanwijdte van centimeter. Hij heeft een gevlekt verenkleed met een bruine ondergrond. Hij heeft een gele iris. De poten zijn bevederd. Vrouwtjes zijn iets groter dan de mannetjes maar de grootten overlappen elkaar. Doordat mannetjes en vrouwtjes tevens een vergelijkbaar verenkleed hebben zijn ze in het veld vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden Leefwijze Steenuilen zijn in Nederland sterk geassocieerd met het kleinschalige agrarische cultuurlandschap. Steenuilen zijn uitgesproken standvogels, die zich meestal niet meer dan enkele honderden meters van de broedplaats verwijderen. De voortplantingsperiode begint in zachte winters vanaf januari en anders begin februari met de baltsperiode en duurt tot in het najaar wanneer de jongen het ouderlijk territorium verlaten. In februari en maart wordt de nestholte uitgekozen, waar doorgaans één broedsel wordt grootgebracht. De eileg vindt in de regel plaats tussen begin april en half mei met eventuele vervolglegsels nog tot in juni wanneer een eerder legsel vroegtijdig verloren is gegaan. Meestal worden 3 tot 5 eieren met tussenpozen van één dag gelegd. Gedurende (23 tot 35) dagen bebroedt het vrouwtje de eieren (Cramp & Simmons 1980). De eieren komen in de regel binnen een periode van één à twee dagen uit. De eerste week na uitkomst van de eieren verblijft het vrouwtje vrijwel constant op het nest om de jongen warm te houden en om het door het mannetje aangevoerde voedsel in kleine stukjes te verdelen. Na de eerste week voeren beide ouders voedsel aan de jongen. De periode dat de jongen zich op het nest bevinden bedraagt 30 tot 35 dagen en na 38 tot 46 dagen zijn ze vliegvlug (Cramp &Simmons 1980). Ze worden daarna nog meerdere weken door de ouders verzorgd en vanaf begin augustus worden ze uit het ouderlijk territorium verdreven. Het mannetje en het vrouwtje blijven na de broedtijd in het territorium maar de paarband is minder stevig. Steenuilen gebruiken de nestholte zelf ook het gehele jaar door, maar deze wordt buiten het broedseizoen minder bezocht. In de loop van de winter wordt de nestplaats weer frequenter opgezocht door beide partners. De Steenuil is zeer honkvast en trouw aan hun partner: ze blijven het gehele jaar en hun gehele leven in de buurt van het eenmaal bezette territorium. Een territorium is veelal tussen de 5 en de 30 hectare groot. De grootte is onder andere afhankelijk van het voedselaanbod en de leeftijd van het mannetje. Jonge Steenuilen hebben een groter territorium dan oudere, ervaren mannetjes. Steenuilen zijn in hun tweede kalenderjaar geslachtsrijp. Steenuilen houden van zon en in de winter zitten ze graag op een beschut zonnig plekje, bij voorkeur in de nabijheid van een vluchtplek. Natuurlijke vijanden zijn te vinden onder marterachtigen en dan met name de Steenmarter, Sperwer en Havik maar ook huisdieren als honden en katten. Ze zijn gevoelig voor strenge winters: een langdurig gesloten sneeuwdek of strenge vorst veroorzaken veel slachtoffers vanwege de slechte voedselomstandigheden. Ook komen veel Steenuilen om in het verkeer en tot 10% van de jongen verdrinkt in waterbakken. Het aantal jongen dat de eerste winter overleeft is slechts ca. 20%. Verkeer eist ook veel slachtoffers, met name onder de jonge Steenuilen. De gemiddelde legselgrootte is de afgelopen jaren afgenomen. Ook het nestsucces, het aandeel nesten waarbij 9

14 Sovon-rapport 2013/09 tenminste één jong succesvol uitvliegt, vertoont een sterk dalende tendens (Stroeken et al. 2009, van Turnhout & Nienhuis 2009) Voedsel Op de menulijst staan muizen (vooral veld- en bosmuizen, maar ook woelratten), kleine vogels (mussen, spreeuwen, merels), meikevers, diverse soorten loopkevers, mestkevers, oorwormen, nachtvlinders, spinnen, larven, rupsen, kikkers, salamanders, vleermuizen en regenwormen. Muizen zijn belangrijk als stapelvoedsel vanwege hun grotere biomassa. In muizenarme jaren kunnen regenwormen een belangrijk deel van de voedselaanvoer uitmaken. Afhankelijk van de beschikbaarheid van prooien ter plekke kan de samenstelling van het voedselpakket per broedpaar en per jaar verschillen. Omdat de prooibeschikbaarheid niet in elk jaar en elk seizoen hetzelfde is, is een gevarieerd leefgebied met een divers prooiaanbod van groot belang. Het voedsel wordt gezocht op plaatsen met een afwisseling van lange en korte vegetatie, zoals schapen- en paardenweitjes, boomgaarden, erven, moestuinen en tuinen Habitat De Steenuil is binnen Nederland een echte vogel van erven van burgerwoningen en van boerderijen in het agrarische cultuurlandschap en aan dorpsranden (figuur 2). Het ideale leefgebied van de Steenuil voorziet in jaarrond voldoende voedsel, een geschikte nestplek en voldoende veiligheid en ziet er als volgt uit: een open tot halfopen landschap met een afwisselend korte en verruigde vegetatie; erven met bebouwing, beplanting, tuinen, moestuinen, weilandjes met (hobby)vee; voldoende nestplaatsen in boomholten, nestkasten of nauwe ruimten in gebouwen, bijvoorbeeld tussen dakbedekking en het beschot; een gevarieerd aanbod van prooien in de vorm van muizen, regenwormen en insecten; voldoende zit- en uitkijkposten om te foerageren en om te rusten; geen verstoring en versnippering door grote wegen; geen gebruik van insecticiden of andere pesticiden in het territorium of de directe omgeving. Figuur 2: Zenderwaarnemingen bij twee Steenuilparen in het broedseizoen in de Achterhoek laten zien hoe het terrein gebruikt wordt. De gele stip geeft de locatie van de nestkast weer (van den Bremer et al. 2009). Kort gemaaide of begraasde weilanden zijn belangrijk voor het vangen van regenwormen en veldmuizen. In houtwallen, houtstapels en ruigtes zijn insecten als meikevers, loopkevers, nachtvlinders en rupsen te vinden. Plekken waar zich veel muizen bevinden, zoals veestallen, opslagplaatsen en houtstapels, zijn belangrijk voor de voedselvoorziening, ook in de winter. Schuurtjes, houtsingels en lanen zorgen voor schuilplaatsen. Wanneer er geen grotere wegen zijn is 10

15 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis een lagere mortaliteit te verwachten. Bomen met holten, toegankelijke gebouwen (met name onder de daken) en steenuilkasten bieden geschikte broedplaatsen. Normaal agrarisch gebruik of gewoon gebruik als erf is voor de Steenuil geen probleem Verspreiding en aantallen Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in het midden en oostelijk rivierengebied, de Liemers, de Achterhoek en het IJsseldal (figuur 3). In Zuid-Nederland komt de Steenuil praktisch overal voor, zij het doorgaans in geringe aantallen. In Zeeuws Vlaanderen is de Steenuil nog wijd verbreid ( In heel goede gebieden ligt de dichtheid op 1 à 2 paar per vierkante kilometer, met uitschieters naar 5 paar. De meest recente schatting van de aantallen broedparen in Nederland betreft paar voor het jaar 2010 (Bron: STONE, R. van Harxen & P. Stroeken). Ten opzichte van begin jaren 60 is de populatie Steenuilen in Nederland met 50-75% afgenomen. De soort is zo op de Rode Lijst terechtgekomen (van Beusekom et al. 2005). Na een afname in de laatste decennia van de vorige eeuw lijkt het aantal op landelijk niveau de laatste jaren te stabiliseren. In hoeverre er sprake is van een waarnemerseffect is onduidelijk. Figuur 3: Relatieve broedvogeldichtheid van de Steenuil per vierkante kilometer in de periode (bron: SOVON Vogelonderzoek 2002) en landelijke trend van de Steenuil (bron: Netwerk ecologische monitoring, Sovon, CBS) Oorzaken afname Belangrijkste redenen voor de afname zijn het verdwijnen van geschikt leefgebied als gevolg van allerlei ruimtelijke ontwikkelingen zoals dorpsuitbreidingen, aanleg wegen en intensivering van het agrarisch gebruik. Verder hebben veel erven hun kleinschalige agrarische functie verloren doordat ze een woonbestemming kregen waardoor het erf ongeschikt werd voor de Steenuil. Daarnaast heeft regelgeving bijvoorbeeld rond hygiëne geleid tot het ontoegankelijk maken van gebouwen voor Steenuil. De Steenuil komt veel voor in het agrarische gebied grenzend aan dorpen waar juist veel ruimtelijke ontwikkelingen plaats vinden. 11

16 Sovon-rapport 2013/ Verblijfplaatsen De Steenuil kent twee typen voortplantingsplaatsen en vaste rust- en verblijfplaatsen: - de plaats die als nest gebruikt wordt en die ook in de rest van het jaar gebruikt wordt - de plaatsen die regelmatig door de Steenuil worden gebruikt buiten het broedseizoen of in het broedseizoen door mannetjes wanneer het vrouwtje op het nest aan het broeden is. Voortplantingsplaatsen De nestplaatsen kunnen variëren van zeer krappe holten in een boom tot zeer ruime plekken in een gebouw. De meeste nesten van Steenuilen zijn te vinden op erven van (voormalige) boerderijen: onder het dak, in schuurtjes, in een steenuilkast. Meer natuurlijke nestplaatsen zijn holtes in knotbomen of oude fruitbomen. De voortplantingsplaats is als zodanig in gebruik van februari tot het uitvliegen van de jongen in juli. Buiten deze periode is de voortplantingsplaats vaak ook als rust- en verblijfplaats in gebruik. De Steenuil is jaarlijks trouw aan zijn nestplek, maar wanneer de kwaliteit van de plek te slecht wordt kan hij op een andere plek binnen het territorium gaan broeden. Het nest bestaat uit een kuiltje met wat toevallig aanwezig is: braakballen, houtmolm, veerresten of resten nestmateriaal van een andere holenbroeder of zacht materiaal van bijvoorbeeld het dakbeschot (bijvoorbeeld tempex isolatie). Steenuilen zijn, als dat noodzakelijk is, in staat om nieuwe nestplekken te accepteren in de directe omgeving. Wanneer nestgelegenheid de beperkende factor is of is geworden, kunnen ze nieuw aanbod (bijvoorbeeld steenuilkasten) gaan bewonen. Overige rust- en verblijfplaatsen De Steenuil gebruikt buiten de voortplantingsperiode niet alleen de nestplaats als rust- en verblijfplaats, maar heeft daarnaast ook andere plekken die regelmatig gebruikt worden. Dit helpt onder andere het tegengaan van parasietinfecties. Wanneer het vrouwtje aan het broeden is gebruikt het mannetje een verblijfplaats in de directe omgeving van het nest. Tijdens rustperioden overdag verblijven de uilen veelal op vaste roestplekken: in de dekking van beplanting of gebouwen, of in de nestholte Functionele leefomgeving De functionele leefomgeving van een voortplantingsplaats en van een vaste rust- of verblijfplaats is zoals al eerder benoemd de omgeving van die plaatsen die nodig zijn om ze als zodanig te laten functioneren. Een voortplantingsplaats (nest) bijvoorbeeld kan alleen dan succesvol functioneren wanneer er voldoende habitat van voldoende kwaliteit aanwezig is om te kunnen voortplanten, eieren te leggen tot en met voor het opgroeien van de jongen. De functionele leefomgeving van een voortplantingsplaats moet jaarrond voldoende voedsel leveren en moet ook voldoende veiligheid bieden. De Steenuil volgt vaak lijnvormige elementen en andere plekken die beschutting geven om naar zijn voedselplekken te vliegen, maar hij is ook in staat om buiten de beschutting rechtstreeks naar een voedselplek te vliegen. Bij de Steenuil moet het territorium worden beschouwd als functionele leefomgeving van de voortplantingsplaats en vaste rust- of verblijfplaatsen met uitzondering van die percelen die niet of nauwelijks worden gebruikt omdat er bijvoorbeeld geen of weinig voedsel voor de Steenuil te vinden is. Afhankelijk van waar het voedselaanbod zich bevindt en hoeveel voedsel er aanwezig is, is een territorium kleiner of groter en daarmee ook het gebied dat tot de functionele leefomgeving behoort Dispersieafstand Steenuilen leven territoriaal. De territoria kunnen elkaar enigszins overlappen omdat de activiteitsgebieden kunnen wisselen in de loop van de seizoenen: in het broedseizoen zijn ze kleiner dan in de winter. In Nederland ligt de grootte van een territorium vaak in de orde van een 5 tot 30 hectare. De afstand waarover dispersie plaatsvindt is gering. Aanvulling van leeggevallen plekken of nieuwe geschikte plekken geschiedt doorgaans met jonge individuen afkomstig uit de directe 12

17 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis omgeving. Jonge Steenuilen verplaatsen zich in hun eerste levensjaar vaker en verder dan adulte vogels: 15% bleef binnen 1 km van de ringplek, 95% van alle verplaatsingen binnen 10 km, 99% binnen 25 km. Deze geboortedispersie was bij vrouwtjes uitgesprokener dan bij mannetjes: 20% van de vrouwen en 26% van de mannen vestigde zich binnen ca. 1 km van de ringlocatie, 95% verplaatste zich niet verder dan 10 resp. 5 km (LeGouar et. al. 2009). Eenmaal gevestigd verplaatsen volwassen vogels zich doorgaans niet meer uit hun territorium, tenzij door omstandigheden gedwongen en dan moet gedacht worden aan verplaatsingen over maximaal een paar kilometer. Wanneer er teveel gebieden zonder Steenuilen ontstaan en/of wanneer de aanwas de sterfte niet bijhoudt, dan is aanvulling met Steenuilen uit verder gelegen gebieden onwaarschijnlijk. De populatie van een Steenuil functioneert dan ook op lokaal niveau en niet op landelijk niveau. 4.2 Lokale steenuilpopulatie Inleiding De lokale steenuilpopulatie is in beeld gebracht door middel van veldwerk in 2012 en Het onderzoek startte in juni 2012 waardoor de optimale periode om Steenuilen waar te nemen reeds was verstreken. Ook is er in 2012 een biotoopkartering uitgevoerd om na te gaan wat geschikte zoekgebieden zijn voor eventuele mitigerende en compenserende maatregelen (zie bijlage 1). In 2013 is vervolgens het gehele plangebied en mogelijke compensatiegebied in de optimale periode onderzocht op Steenuilen. In 2012 en 2013 is het plangebied en omgeving eveneens door Bureau Waardenburg onderzocht in opdracht van de Gemeente Nieuwegein in verband met de ontwikkeling van bedrijventerrein Het Klooster. De resultaten van beide onderzoeken zijn onderling uitgewisseld. Aanvullend zijn andere gegevensbronnen geraadpleegd, namelijk de databanken (NDFF, LSB/BMP Sovon, waarneming.nl), leden van de Vogelwacht Utrecht en STONE Steenuilenoverleg Nederland en andere lokaal bekende steenuildeskundigen. Onderstaand worden de resultaten van het veldwerk en de gegevens uit de verschillende bronnen gepresenteerd en besproken Inventarisatie Steenuilen Sovon Methode In 2012 en 2013 is door Sovon in het plangebied en omgeving veldwerk uitgevoerd naar de aanwezigheid van Steenuilen. De inventarisatie is uitgevoerd volgens Sovon-richtlijnen en de BMP methode (van Dijk & Boele 2011). De meest geschikte periode voor veldwerk voor Steenuilen is half februari tot half april. Alleen in deze periode kan tevens de aanwezigheid van een broedpaar met hoge waarschijnlijkheid worden uitgesloten. De periode waarin aanwezigheid van een territorium kan worden aangetoond is ruimer, tot circa half juli, maar het kost vaak een aanzienlijk grotere inspanning en er is minder zekerheid. In de periode na half juni is het mogelijk om bedelende jongen waar te nemen. Vanaf augustus-september worden jonge vogels uit het territorium van de ouders verdreven. Er zijn dan nog territoriumroepen te horen van ouderparen die hun territorium verdedigen, maar ouderparen zonder jongen zijn dan zwijgzaam. Waarnemingen van individuen na september kunnen niet altijd met zekerheid aan een territorium gekoppeld worden omdat het ook zwervende jonge vogels kunnen zijn op zoek naar een nieuw territorium. Veldwerk 2012 De veldbezoeken voor biotoopkartering en inventarisatie zijn uitgevoerd op de volgende data: 16 juni 2012 veldbezoek landschap (biotoopkartering) 18 juni 2012 veldbezoek landschap (biotoopkartering) 13

18 Sovon-rapport 2013/09 19 juni 2012 avondbezoek (inventarisatie) 3 juli 2012 veldbezoek landschap (biotoopkartering) + avondbezoek (inventarisatie) Tijdens de avondbezoeken zijn bekende en potentieel geschikte locaties bezocht op zoek naar Steenuilen. Hierbij is gebruikgemaakt van het afspelen van het geluid van Steenuilen (van Dijk & Boele 2011, Bloem et al. 2001). Gezien de tijd van het jaar was alleen een respons te verwachten van roepende juveniele vogels. Dit verkleint de trefkans op territoriale paren aanzienlijk, want niet alle paren zullen een broedpoging succesvol afronden. Bovendien zijn roepende juvenielen over een minder grote afstand te horen dan roepende adulten. Mogelijk zijn daardoor niet succesvolle broedparen gemist. Op 19 juni en 3 juli kreeg de waarnemer ondanks ideale weersomstandigheden en een voor Steenuilen geschikte locatie geen respons op het afgespeelde geluid. Tijdens deze avondbezoeken was het vrijwel windstil en langzaam afkoelend na een relatief warme dag. Andere avond/nacht-actieve soorten (uilen, rallen) werden tijdens de veldbezoeken met enige regelmaat genoteerd en waren goed te horen, ook op grotere afstand. Resultaat 2012 Gedurende het veldwerk is eenmaal een Steenuil waargenomen, een roepend mannetje ten zuiden van de Lekdijk ten oosten van recreatieplas Everstein ten zuiden van de Lek. Nadat tweemaal ondanks ideale weeromstandigheden op een geschikte locatie geen Steenuilen zijn waargenomen is besloten dat het niet zinvol was om verder inventarisatiewerk in 2012 uit te voeren aangezien de trefkans op het waarnemen van aanwezige individuen te laag was. Veldwerk in de meest Figuur 4: Dagwaarden van de gemiddelde temperatuur. In groen de normale waarden, in geschikte periode (half februari tot half april) is veel zwart de gemeten waarden in Bron: KNMI. efficiënter en tevens is dit de enige periode waarin afwezigheid met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden aangetoond, wat van belang is in verband met compensatie 2. Veldwerk 2013 In 2013 is veldwerk uitgevoerd in het plangebied en in het meest geschikte zoekgebied voor compensatie aan de oostzijde van de A27. Vanwege het lange, koude voorjaar waren de weersomstandigheden niet gunstig voor het inventariseren van Steenuilen. In de periode 15 februari t/m 15 april lagen de temperaturen ver onder normaal gedurende een groot deel van de periode, met uitzondering van enkele dagen begin maart en half april (fig. 4). Idealiter worden veldbezoeken gelijkmatiger gespreid over deze periode, maar dat was nu niet volledig mogelijk vanwege de weersomstandigheden. Ook waren, door de aanhoudend slechte weersomstandigheden, Steenuilen weinig actief en riepen ze zelfs bij goede weersomstandigheden weinig. Veldbezoeken 2013 Datum & tijd: 28 februari uur Weer: 3 C > 1 C, half bewolkt, wind NO 2. Onderzocht gebied: t Klooster en noordelijke deel compensatiegebied. 2 Compenseren in reeds bezet Steenuil-gebied is alleen mogelijk door middel van het verhogen van de dichtheid en dus door het verbeteren van bestaand biotoop. Daarom is het van belang om te weten waar in het compensatiegebied Steenuilen precies voorkomen. 14

19 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis Waarnemingen: - Roepende man als reactie op afspelen geluid aan de Vuilcop. Territorium wordt bevestigd door derden en waarneming van Bureau Waardenburg met waarneming van een paar op verschillende data. - Mogelijk 1 exemplaar over de weg vliegend in het licht van de koplampen van de auto in de zuidwestpunt bij de Lekdijk-Oost. Op deze locatie wordt later een paar waargenomen door Bureau Waardenburg. Datum & tijd: 6 maart 2013, uur Weer: 16 C > 11 C, half bewolkt, wind NO 2. Onderzocht gebied: Zuidzijde t Klooster en compensatiegebied. Met de auto potentieel geschikte plekken aan noordzijde compensatiegebied bezocht. Waarnemingen: Geen Steenuilen waargenomen. Datum & tijd: 7 maart 2013, uur Weer: 13 C > 8 C, zwaar bewolkt, wind NO 2/3. Lichte regen vanaf Onderzocht gebied: t Klooster en westelijke deel compensatiegebied. Waarnemingen: Roepend paar ter hoogte van de Lekdijk 100 en 2 roepende mannen ter hoogte van Waalseweg 85 naast de snelweg. Figuur 5. Waarnemingen van Steenuilen in het plangebied op basis van veldonderzoek in 2013 door Sovon en Bureau Waardenburg, gecombineerd met BMP-gegevens (Sovon, CBS) en losse waarnemingen (waarneming.nl) uit de NDFF. Een cirkel rond de stip duidt op de aanwezigheid van een territorium. Indien deze ontbreekt betreft het een losse waarneming. De Waarnemingen van Bureau Waardenburg uit 2012 zijn niet opgenomen omdat deze afwijken van het reguliere beeld (zie paragraaf hieronder). 15

20 Sovon-rapport 2013/09 Datum & tijd: 10 april uur Weer: 11 C > 3 C, bewolkt, wind W2. Onderzocht gebied: Oostzijde compensatiegebied. Waarnemingen: 1 roepend paar (Lange Uitweg 44/85, Tull en t Waal) en 2 roepende mannen (Achterdijk 10, Schalkwijk en Lekdijk) als reactie op afspelen geluid. Resultaat 2013 In figuur 5 is een kaart te vinden met de waarnemingen uit 2013 en de beschikbare data uit de periode 2007 t/m 2013 uit verschillende databanken (uitgezonderd de data die in 2012 door Bureau Waardenburg zijn verzameld, zie verderop). In het plangebied zijn in 2013 twee bezette territoria van Steenuil vastgesteld, in het zuiden bij de kazemat Vreeswijk-Oost en in het noorden bij Vuylcop Overige informatiebronnen In 2012 en 2013 is in het plangebied eveneens onderzoek naar Steenuilen uitgevoerd door Bureau Waardenburg (Koopman et al., 2013). Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de aanleg van het bedrijventerrein Het Klooster. Ook uit dit veldwerk in 2013 blijkt dat er twee territoria aanwezig zijn, in het zuiden bij de kazemat Vreeswijk-Oost en in het noorden bij Vuylcop. Op basis van het veldonderzoek in 2013 door Sovon en Bureau Waardenburg wordt dus geconcludeerd dat er in 2013 twee territoria van Steenuil aanwezig zijn, een broedpaar aan de noordzijde van Het Klooster bij Vuylcop en een broedpaar bij de Kazemat Vreeswijk-Oost. Deze territoria worden ook al eerder vermeld in andere bronnen: Bij de Kazemat Vreeswijk Oost in 1997 en 2007 (Abel et al., 2009), in 2011 (BTL, 2012; Koopman et al., 2013) en in 2012 (Koopman et al., 2013); aan de noordzijde van Het Klooster bij Vuylcop eveneens in 1997 en 2007 (Abel et al., 2009) en in 2010 (Koopman et al., 2013). Het gaat in beide gevallen hier om bestendige leefgebieden. In afwijking van dit beeld vinden Koopman et al. (2013) voor het jaar 2012 echter dat er maximaal vier Steenuilterritoria aanwezig zijn aan de zuidzijde van het plangebied (figuur 6). Dit beeld wijkt af van de andere jaren en bronnen. Vraag is nu hoe de waarnemingen uit 2012 geïnterpreteerd dienen te worden in het licht van de informatie uit de overige bronnen en de situatie in Daarbij spelen de volgende aspecten een rol: a) Kwaliteit en omvang van het territorium De grootte van een Steenuil territorium varieert afhankelijk van de kwaliteit tussen 5 en 30 ha (DR, 2012) met een gemiddelde van ha. b) Dispersie jongen De dispersie-afstand van Steenuilen is klein, tot enkele kilometers voor zover er geen barrières aanwezig zijn zoals drukke wegen. Jonge vogels zoeken eerst naar een geschikt leefgebied in de directe nabijheid van de ouders. Als dat niet voorhanden is kunnen ze tijdelijk gebruik gaan maken van minder geschikt leefgebied of tijdelijk geschikt leefgebied in de buurt van de ouders, waar ze mogelijk niet standhouden omdat het (te) marginaal is of niet bestendig (jaarrond geschikt). c) Veranderende omstandigheden Door veranderende omstandigheden, bijvoorbeeld door een hoger voedselaanbod als gevolg van braak liggen, kunnen omstandigheden tijdelijk meer geschikt worden. Doordat een gebied verruigt wordt het aantrekkelijk voor muizen. Als er tegelijkertijd ook een afwisseling is van verruigde delen en lage vegetatie dan is dit voor de Steenuil een gunstige ontwikkeling. Door verruiging en dichtgroeien van een gebied, zonder afwisseling met korte grazige stukken, wordt het ongeschikt als foerageergebied. d) Interpretatie volgens de standaard methode 16

21 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis De standaard interpretatie van waarnemingen (van Dijk & Boele 2011) hanteert een fusieafstand van 500 meter. Dat betekent dat meerdere waarnemingen binnen 500 meter, die niet zeker afkomstig zijn van verschillende individuen, geclusterd worden als behorend tot 1 territorium. Deze regel wordt gehanteerd omdat Steenuilen de neiging hebben om waarnemers die inventariseren met geluid in hun territorium te volgen en vervolgens te roepen vanaf een andere plek. Ze verplaatsen zich dus met de waarnemer mee tot aan de randen van hun territorium en als ze dan opnieuw roepen ontstaat mogelijk ten onrechte de indruk dat het om meerdere individuen gaat. Dat sluit echter niet uit dat in de praktijk, bij kwalitatief goed leefgebied, verschillende territoria binnen een afstand van 500 meter kunnen voorkomen. e) De aanwezigheid van Steenuilen uitsluiten In de soortenstandaard Steenuil (Dienst Regelingen, 2012) wordt m.b.t. de beoordeling aangegeven dat de afwezigheid van broedende Steenuilen is aangetoond als tijdens drie gerichte veldbezoeken in de periode van 15 februari t/m 15 april geen aanwezigheid kan worden aangetoond, bij inventarisatie van geschikt biotoop tijdens goede weersomstandigheden. Deze richtlijn berust op een trefkans op het waarnemen van Steenuilen. De praktijk kan echter weerbarstiger zijn en dus afwijken! Territoriumscan Omdat alle bovengenoemde aspecten een rol kunnen spelen bij de beoordeling van de situatie in 2012, is overleg gepleegd met Bureau Waardenburg over hun waarnemingen en veldervaringen in en is er aanvullend in 2013 een territoriumscan gemaakt van het gebied rond de waarnemingen, globaal uitgaande van een cirkel met een doorsnede van 250 meter, wat overeenkomt met de gemiddelde omvang van een Steenuilterritorium in de broedtijd in Nederland. In werkelijkheid zal de begrenzing van het mogelijke territorium van deze schematische cirkel afwijken afhankelijk van de ligging van foerageergebied en relevante landschapselementen. Voor de bespreking zijn de waarnemingslocaties genummerd van 1 t/m 5 (figuur 6). De resultaten van de scan zijn samengevat in bijlage 2 en 3 en worden, samen met andere informatie hieronder besproken. Uit voorgaande informatie blijkt dat op locatie nr. 1 en bij nr. 4 bestendige territoria met steenuilpaartjes voorkomen. De territoriumscan komt tot de volgende resultaten (tabel 1): Locatie nr. 1 wordt als goed beoordeeld voor broeden, foerageren en schuil- en roestgelegenheid. Locatie nr. 4 wordt als goed tot redelijk beoordeeld. Foerageergebied, schuil- en roestgelegenheid worden als goed beoordeeld en nestgelegenheid als redelijk. Vraag is dus vooral of de locaties 2, 3 en 5 bestendige territoria kunnen zijn. Uit de territoriumscan van locatie nr. 3 blijkt dat dit gebied niet geschikt is voor Steenuil omdat alle benodigde voorwaarden (nestgelegenheid, foerageermogelijkheden) ontbreken. Locatie nr. 2 is matig tot slecht geschikt wat betreft nestgelegenheid, rust- en roestgelegenheid en goed wat betreft foerageer mogelijkheden. Er is, uitgaande van een cirkel met een diameter van 250 meter rond de waarneming een grote overlap met het foerageergebied van 5 (50%) en 1 (35%). Daarnaast is als gevolg van veranderend landgebruik de situatie ten noorden van de Achterweg deels zodanig verruigd dat het in de zomer minder geschikt is als foerageergebied. Locatie nr. 5 wordt als matig tot slecht 17 Figuur 6. In 2012 zijn op locatie 1,2,3 en 5 Steenuilen waargenomen (Koopman et al. 2013). Op locatie 4 is in 2012 geen Steenuil waargenomen. In 2013 en een aantal jaren voor 2012 is hier wel een Steenuil waargenomen.

22 Sovon-rapport 2013/09 beoordeeld als het om nest, schuil- en roestgelegenheid gaat en als matig-goed wat betreft foerageren. Het foerageergebied overlapt met 2 (50%) en 1 (35%). In het broedseizoen zijn broedende Steenuilen echter zeer territoriaal waarbij geen overlap van territoria (foerageergebieden) geaccepteerd wordt. Dat betekent dat de foerageerfunctie voor nr. 2 en nr. 5 slechts tijdelijk en beperkt beschikbaar is, indien territorium nr. 1 bezet is. De nest- rust- en roestgelegenheid voor nr. 2 en nr. 5 zijn matig tot slecht. Tabel 1: Overzicht van de resultaten van de territoriumscan in 2013 van mogelijk territoria uit 2012 uit Koopman et al Territoriumscan 2013 nr Nest Voedsel Schuil & roestplaatsen Bedreigingen Totaal 1 Goed Redelijk-Goed Goed Matig Goed 2 Matig-Slecht Goed-Matig Matig Vrij groot Matig 3 Geen Slecht Geen Matig Ongeschikt 4 Voldoende Goed Goed Weinig? Goed-Redelijk 5 Matig-Slecht? Matig-Goed Matig-Slecht Matig Matig-Slecht? Op grond van de scan in 2013 kan geconcludeerd worden dat de omgeving van locatie nr. 1 en nr. 4 geschikt is voor Steenuilen, dat de omgeving van locatie nr. 3 ongeschikt is en dat de omgeving van de locaties nr. 2 en nr. 5 van matige kwaliteit zijn: De kwaliteit van nestgelegenheid en schuil- en roestgelegenheid is matig tot slecht en een aanzienlijk deel van het potentiele foerageergebied is slechts tijdelijk te gebruiken doordat het verruigt in de zomer (nr. 2) of overlapt met het territorium van nr. 1 gedurende het broedseizoen (nr. 2 en nr. 5). Aanvullend daarop zijn in 2013 op locaties 2, 3 en 5 geen Steenuilen waargenomen. Op basis van het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het grotere aantal mogelijke Steenuilen in 2012 het gevolg was van een tijdelijk gunstige situatie. De meest waarschijnlijke verklaring daarvoor is een tijdelijk hoger voedselaanbod als gevolg van een goed muizenjaar of de ontwikkelingen in Het Klooster. Inmiddels is deze situatie als gevolg van verruiging echter weer verslechterd Conclusie In 2013 zijn twee bestendige territoria aanwezig die door Steenuilen bezet zijn (nr. 1 en nr. 4). De aanwezigheid van andere Steenuilen in 2013 is met voldoende zekerheid uitgesloten op grond van veldonderzoek door Sovon en Bureau Waardenburg. Op grond van de territoriumscan in 2013 kan geconcludeerd worden dat het gebied rond de locaties nr. 2 en nr. 5 gebruikt kan worden als tijdelijk leefgebied (foerageerfunctie), maar dat kwaliteit en omvang onvoldoende zijn om een bestendig leefgebied te vormen voor extra Steenuilen indien gebied nr. 1 bezet is. De omgeving van locatie 3 is ongeschikt als leefgebied. 18

23 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis 5. Effect werkzaamheden Het effect van de werkzaamheden op de lokale steenuilpopulatie wordt beoordeeld op grond van de situatie in 2013 zoals geschetst in de vorige paragraaf, uitgaande van twee bezette territoria (nr. 1 en nr. 4). Mogelijke effecten van werkzaamheden kunnen bestaan uit verstoring en gedeeltelijke of gehele aantasting van het leefgebied. 5.1 Verstoring Verstoring van Steenuilen kan met name optreden als gevolg van licht en geluid. Intensief verkeer in het leefgebied kan leiden tot extra verkeersslachtoffers. Over de verstoringsgevoeligheid van Steenuilen is weinig concrete informatie voorhanden in de vorm van wetenschappelijke of informele literatuur. Om toch een inschatting te maken van het mogelijke verstorende effect van werkzaamheden op Steenuilen is het goed om te kijken naar de omstandigheden waarin ze voorkomen. Gewenning en verandering spelen hierbij een belangrijke rol. Steenuilen komen voor in gevarieerd half-open landschap, waarbij met name de afwezigheid van drukke verkeerswegen en voldoende openheid van belang is. Van normaal agrarisch gebruik van een gebied is geen verstorend effect te verwachten. Op grond van de veldobservatie dat Steenuilen erg honkvast zijn, wordt aangenomen dat ze na vestiging relatief weinig verstoringsgevoelig zijn voor bouw- of sloopwerkzaamheden ruim buiten de grenzen van het leefgebied, voor zo ver deze niet gepaard gaan met extreem langdurige, harde geluiden of effecten van licht die het gebruik van het leefgebied ernstig beperken. Er zijn geen empirisch vastgestelde verstoringsafstanden of grenswaarden voor geluid of licht bekend. Verstoring is aan de orde voor het territorium nr. 1 doordat de werkzaamheden zich afspelen in de directe nabijheid van en in het huidige territorium. Daarnaast speelt aantasting van het leefgebied (zie 5.2). Verstoring zou aan de orde kunnen zijn bij steenuilterritorium nr. 4 ten noorden van Het Klooster en wordt daarom volledigheidshalve hier besproken. De werkzaamheden om het Lekkanaal te verbreden bestaan o.a. uit graafwerkzaamheden en heiwerkzaamheden ten behoeve van meerpalen en damwanden. De werkzaamheden spelen zich af op circa 300 m vanaf het centrum van het territorium en de waarschijnlijke nestplaats en circa 200 m van de uiterste westgrens van het territorium. In het recente verleden is direct aangrenzend aan de oostzijde van het territorium een logistiek centrum gebouwd met bijbehorend verkeer, zonder dat de huidige Steenuilen zijn verdwenen (pers. med. A. Koopman). Gezien het feit dat het huidige leefgebied niet fysiek wordt aangetast als gevolg van de werkzaamheden, dat er voldoende foerageer- rust- en nestgelegenheid is (kwaliteit en omvang) en dat de werkzaamheden zich afspelen op 300 m vanaf de mogelijke nestlocatie is het zeer aannemelijk dat er geen directe verstoring plaats vindt als gevolg van de werkzaamheden. 5.2 Aantasting van het leefgebied Als gevolg van de geplande werkzaamheden wordt het huidige leefgebied van het broedpaar bij de kazemat Vreeswijk-Oost (steenuilterritorium nr 1) grotendeels ongeschikt. Het complete erf gelegen op de zuidwestpunt bij de Lekdijk-Oost zal verdwijnen door de werkzaamheden. De mogelijke broedplaatsen (kazemat, gebouwen op erf, bomen met holtes) verdwijnen als gevolg van de werkzaamheden. Ook verdwijnt een aanzienlijk deel van het foerageergebied. 19

24 Sovon-rapport 2013/ Conclusie m.b.t. Ff-wet Artikel 11 van de Ff-wet wordt overtreden indien geen aanvullende maatregelen worden genomen om de lokale populatie in stand te houden. In de volgende hoofdstukken worden mogelijke mitigerende en compenserende maatregelen beschreven, die in het kader van dit project noodzakelijk zijn om de gunstige staat van instandhouding van de lokale populatie te garanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de mogelijkheid of noodzaak om een ontheffing aan te vragen. 20

25 Compensatieplan Steenuil (Athene noctua) i.v.m. verbreding Lekkanaal en bouw derde kolk Beatrixsluis 6. Mitigerende en compenserende maatregelen 6.1 Inleiding Onderstaand wordt beschreven welke maatregelen van belang zijn om te voorkomen dat de lokale stand van de steenuilpopulatie niet verslechtert. Bij het nemen van maatregelen wordt eerst gezocht naar de mogelijkheden voor mitigerende maatregelen en vervolgens compenserende maatregelen. Onder mitigerende maatregelen verstaan we verzachtende maatregelen voor de individuen/populatie die verstoord wordt. Deze moeten ervoor zorgen dat de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaatsen op elk moment behouden blijft. Hierbij moet, naast het eigenlijke nest, ook rekening gehouden worden met geschikt gebied om te foerageren en voldoende dekking voor schuilmogelijkheden. Mitigatie vindt plaats in of aansluitend bij het bestaande leefgebied. Wanneer dat niet mogelijk is en een verblijfplaats met de functionele leefomgeving verdwijnt nagenoeg volledig, dan worden maatregelen getroffen die gericht zijn op de lokale populatie. Dit plan wordt een compensatieplan genoemd en de daarin beschreven maatregelen worden aangeduid als compenserende maatregelen. Daarnaast dient de zorgplicht in acht te worden genomen. 6.2 Algemene richtlijnen Het is niet mogelijk middels mitigerende maatregelen overtreding van de Ffw geheel te voorkomen, daar de vermoedelijke nestplaats en een groot deel van het foerageergebied verdwijnt. Door te zorgen dat het territorium niet in de broedtijd vernietigd wordt en door te trachten het betreffende steenuilpaar voor aanvang van de werkzaamheden naar het mitigatie- of compensatiegebied te laten verhuizen wordt invulling gegeven aan de zorgplicht. Schade aan de gunstige staat van instandhouding van de lokale populatie wordt voorkomen door middel van mitigerende en compenserende maatregelen. Bij mitigatie zijn de volgende richtlijnen en maatregelen van belang: - Mitigerende maatregelen dienen uitgevoerd te zijn en te functioneren voordat de werkzaamheden van start gaan. - Werkzaamheden die leiden tot mogelijke verstoring en aantasting van het steenuilterritorium dienen uitgevoerd te worden in de voor de Steenuil minst kwetsbare periode te weten buiten het broedseizoen. Het broedseizoen voor Steenuil loopt van half april t/m half september 3. - Indien deze werkzaamheden in het broedseizoen niet voorkomen kunnen worden, is het van belang om het territorium voor aanvang van het broedseizoen ongeschikt te maken bijvoorbeeld door middel van het afsluiten van holtes in bomen, nissen in muren e.d. - Door middel van monitoring kan vastgesteld worden of de mitigerende maatregelen functioneren. Bij compensatie zijn de volgende richtlijnen en maatregelen van belang: - Essentieel voor de lokale gunstige staat van instandhouding is dat de getroffen aanvullende maatregelen functioneren, voordat het oorspronkelijke onderdeel van het leefgebied wordt aangetast. Ook moet er voldoende invulling aan de zorgplicht worden gegeven. 3 De Flora- en faunawet gaat uit van daadwerkelijk aanwezige broedgevallen en hanteert geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het broedseizoen kan bijvoorbeeld verschuiven onder invloed van weersomstandigheden. In het kader van de Ffw wordt het begin van nestelen als het begin van het broedseizoen gezien. Dat is de periode dat er eieren of jongen aanwezig zijn in of rond het nest. 21

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en

Nadere informatie

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) 5 november 2011 Wat doen DR en DLG Dienst Regelingen is namens

Nadere informatie

Steenuil Athene Noctua

Steenuil Athene Noctua Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Soortenstandaard Steenuil Athene Noctua Versie 2.0, december 2014 Steenuil Athene noctua Soortenstandaard Versie 2.0 december 2014 Inhoud Leeswijzer 3 Inleiding 4

Nadere informatie

Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT

Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT rapportnr. 2017.2529

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t

N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t Opdrachtgever: Gemeente Heusden projectnummer: 099.00.29.00.00.00 Van: dhr. H. Kloen en dhr. B. Omon Onderwerp: Nader onderzoek

Nadere informatie

Projectplan steenuil. Fabrieksterrein Beckers, Meijel

Projectplan steenuil. Fabrieksterrein Beckers, Meijel Projectplan steenuil Fabrieksterrein Beckers, Meijel Arnhem, 17 maart 2015 P a g i n a 2 Colofon Titel Subtitel : Projectplan steenuil : Fabrieksterrein Beckers, Meijel Projectnummer : 14.077a Datum :

Nadere informatie

Soortenstandaard. Steenuil Athene noctua

Soortenstandaard. Steenuil Athene noctua Soortenstandaard Steenuil Athene noctua Inhoud Inleiding 3 Deel 1 De steenuil 7 1 Informatie over de steenuil 8 1.1 Soortkenmerken 8 1.2 Leefwijze 8 1.3 Voedsel 10 1.4 Beschrijving habitat 11 1.5 Verspreiding

Nadere informatie

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht Notitie Contactpersoon Datum 16 december 2016 Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van de gemeente Utrecht heeft Tauw onderzoek gedaan

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout. Kader

Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout. Kader Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout Datum : 5 september 2016 Projectnummer : 16-0080 Opdrachtgever : KlokBouwOntwikkeling bv Postbus 40018 6504 AA Nijmegen Opgesteld door :

Nadere informatie

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven Gemeente Eindhoven T.a.v. Mw. Babette van de Padt Nachtegaallaan 15 5613 CM Eindhoven Datum: 2 maart 2016 Behandeld door: Johan Zwanenburg Ons kenmerk: P2016/15 Uw kenmerk: Notitie quickscan beschermde

Nadere informatie

Nader onderzoek huismussen. Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel

Nader onderzoek huismussen. Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel Nader onderzoek huismussen Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel te Kaatsheuvel blad 1 INHOUD blz. 1 INLEIDING 2 1.1 Aanleiding en doelstelling 2 1.2 Leeswijzer 2 2 SITUATIE EN PLANVORMING

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk Notitie Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Natuur-Wetenschappelijk Centrum 078-6213921 nwcadvies@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl Aanvullend

Nadere informatie

2. Biotoop ( habitat = de natuurlijke woonomgeving ) is ideaal met de volgende kenmerken:

2. Biotoop ( habitat = de natuurlijke woonomgeving ) is ideaal met de volgende kenmerken: De steenuil. 1. Paspoort: Athena noctua vidalii ( Godin van de nacht ) Vanuit de Griekse mythologie verwijzend naar Athene ( de godin van de wijsheid ). Hier komt een ondersoort van de Athena noctua noctua

Nadere informatie

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht Notitie aan J. de Waard (Trivire Wonen) van A. de Baerdemaeker betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht project 0619 datum 2 augustus 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon: 010-436

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 30-08-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/30.08 Versie:

Nadere informatie

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2012 Notitie Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 29 februari 2012 Inhoud Blz 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen

Nadere informatie

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen Datum : 3 november 2017 Projectnummer : 17-0148 Opdrachtgever : BIK bouw bv Opgesteld

Nadere informatie

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik NOTA Bestemd voor: Afkomstig van: Golfclub De Haar Sovon Vogelonderzoek Nederland Datum: november 2016 Betreft: Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en

Nadere informatie

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s W e r k p r o t o c o l h u i s m u s Z w a r t e w e g 8 t V e l d I n l e i d i n g In december 2012 is een ecologische inventarisatie uitgevoerd

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 Notitie Concept Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 8 mei 2013 Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 In het kader van de Flora- en faunawet ontheffingsaanvraag

Nadere informatie

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden Verkenning flora- en fauna Lage Veldweg 5 en 10 In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden Uitvoering Opdr.gvr. Locatie Ruimte voor Advies - J. Mossink Deventerstraat 179, 8171 NS Vaassen Lowijk advies

Nadere informatie

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40219 8004 DE Zwolle Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD Postbus 40219 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Beslissing

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg In opdracht van: SAB BV Oktober 2014 Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s-heerenberg Colofon: J.H.S. Rijsdijk MSc Natuurkompas Ecologisch

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. INDIENING Steller vragen: Joke Ruitenberg-Alphenaar, PvdA Datum:16-01-12012 Onderwerp:

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477 Notitie Quickscan natuuronderzoek Parallelweg 9 in Neede In het kader van de Flora- en faunawet Dit rapport is gedrukt op 100% FSC-papier oktober rapportnr: 13477 In opdracht van: Gemeente Berkelland Postbus

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

De steenuil Een bijzonder tuingast die angstvallig wordt beschermd.

De steenuil Een bijzonder tuingast die angstvallig wordt beschermd. De steenuil Een bijzonder tuingast die angstvallig wordt beschermd. 1. Paspoort Athena noctua vidalii (Godin van de nacht) Vanuit de Griekse mythologie verwijzend naar Athene (de godin van de wijsheid).

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: De heer J. Arends SAB RIJS/110571 datum: 20 april 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Opheusden (gemeente Neder-Betuwe, provincie Gelderland)

Nadere informatie

Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen. Gemeente Waddinxveen

Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen. Gemeente Waddinxveen Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen Gemeente Waddinxveen Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen Gemeente Waddinxveen Concept Rapportnummer: 211X07671 Datum:

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 10-10-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/10.10 Versie: Definitief

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg aan de Geul Reinaldstraat 7-9 (foto: www.tvvalkenburg.nl) 1 Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen 17 juli 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder

Nadere informatie

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april

Nadere informatie

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2012 Gemert Heuvel 21 Notitie Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 16 januari 2012 Inhoud Blz 1 Inleiding

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter Datum: 15-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

asbest bodem ecologie

asbest bodem ecologie asbest bodem ecologie De heer Spronck Datum 25 april 2013 Onderwerp Onderzoek aanwezigheid das groenstrook nabij Withuis 16A te Eijsden In verband met de aanstaande uitbreiding van een kantooraccommodatie,

Nadere informatie

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Opdrachtgever: Gemeente Borger Odoorn Contactpersoon: Rapport: Alewijn Brouwer Projectleiding: Projectnummer: Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Inhoudsopgave

Nadere informatie

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht HOI 77 w G*~ I W / ƒ # 2 6 NOV. 2012 Beh. Ambt.: (O, Omgevingsdienst regio Utrecht ISO «J01 en 14001 gocerthfcwrd Streefdat.: Afschr.: B.V.O. Gemeente Woerden 12.021577 Onderzoek beschermde fauna Arsenaal

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Varikse Driehoek te Heerewaarden Datum : 1 september 2015 Projectnummer : 15-0092 Opdrachtgever : Woonstichting De kernen, Korenstraat 1, 5321

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Aanvullend ecologisch onderzoek reconstructie N366 traject Veendam- Stadskanaal A&W-rapport 1939

Aanvullend ecologisch onderzoek reconstructie N366 traject Veendam- Stadskanaal A&W-rapport 1939 Aanvullend ecologisch onderzoek reconstructie N366 traject Veendam- Stadskanaal A&W-rapport 1939 in opdracht van Aanvullend ecologisch onderzoek reconstructie N366 traject Veendam- Stadskanaal A&W-rapport

Nadere informatie

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus 95089 1090 HB AMSTERDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl

Nadere informatie

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle J. Bosch Buntlaan11 3941 MG DOORN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Kenmerk

Nadere informatie

Memo Aanleiding Werkwijze

Memo Aanleiding Werkwijze Memo nummer 1 datum 25 juli 2011 aan Erik Riphagen van Michel Braad kopie project Vervolgonderzoeken Tull en 't Waal projectnummer 239575 betreft Resultaten vervolgonderzoek vogels en vleermuizen Aanleiding

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Aan: Van: Kopie: M. de Visser (Kubiek Ruimtelijke Plannen) F.A. van Meurs (Ecoresult) L. Boon (Ecoresult)

Nadere informatie

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Steenuil Athene Noctua

Steenuil Athene Noctua Leidseveer 2 3511 SB Utrecht t 085-486 22 22 f 085-486 22 33 info@bij12.nl bij12.nl Kennisdocument Steenuil Athene Noctua Versie 1.0, juli 2017 Dit is een publicatie van BIJ12 Inhoudsopgave Leeswijzer

Nadere informatie

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat 98 6438 JX OIRSBEEK Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Omgevingscheck De Del te Rozendaal. categorie 5 nesten: koolmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper en grote bonte specht

Omgevingscheck De Del te Rozendaal. categorie 5 nesten: koolmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper en grote bonte specht Omgevingscheck De Del te Rozendaal categorie 5 nesten: koolmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper en grote bonte specht Omgevingscheck De Del te Rozendaal categorie 5 nesten: koolmees,

Nadere informatie

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde In opdracht van: SAB BV Oktober 2013 Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Colofon:

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 08-11-2008 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Kenmerk: vlm2008/10

Nadere informatie

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg.

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Montferland SAB ZON/GEST/140400 datum: 20 januari 2015 betreft: vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis'

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status: Terneuzen Quickscan Flora en fauna Wulpenbek 16 te Hoek identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 16-09-2016 concept projectnummer: auteur I. Dekker MSc. Inhoud van

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Inhoud Rapport en bijlagen 8 oktober 2014 Projectnummer

Nadere informatie

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer.toek.js Betreft

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Oude Wolbers-Timmerhuis Projecten VOF E. Evers Postbus AB VRIEZENVEEN

Oude Wolbers-Timmerhuis Projecten VOF E. Evers Postbus AB VRIEZENVEEN Dienst Regelingen Oude Wolbers-Timmerhuis Projecten VOF E. Evers Postbus 75 7670 AB VRIEZENVEEN uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 4 juli 2008 Devri/RZ.08.308 FF/75C/2008/0335. bes.afw.sh onderwerp

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP Vleermuizen vliegroutes en foerageergebied Eindrapport Adviesbureau E.C.O. Logisch Nieuwerkerk a/d IJssel, 16-11-2016 VERANTWOORDING Opdrachtgever: Aveco de Bondt Contactpersoon:

Nadere informatie

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011 Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011 Bureau Meervelt, Ecologisch onderzoek en advies Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard (2.1) 2011 Status: definitief In opdracht van: Molenparc bv Contactpersoon:

Nadere informatie

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst John Mulder Colofon Mulder,J.(2018): Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. Ecologisch Adviesbureau Mulder, Beemte Broekland. Opdrachtgever: dhr. H. Visscher. Status

Nadere informatie

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 Notitie Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 22 mei 2013 Kenmerk N011-1212596BJF-V01 Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 In het kader van de Flora-

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 29 januari 2016 ONS KENMERK: UW KENMERK: -- AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-879/16.00623/RalSm R.R. Smits G. Hoefsloot

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

Mitigatieplan Kerkuil realisatie Lodesteijn College te Barneveld

Mitigatieplan Kerkuil realisatie Lodesteijn College te Barneveld Notitie Concept Contactpersoon Herman Bouman Datum 7 december 2011 Kenmerk N003-4753937OUM-mya-V01 Mitigatieplan Kerkuil realisatie Lodesteijn College te Barneveld 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente

Nadere informatie

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF BM-RAPPORT 2011- Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus Oranjebuurt Strijen T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september 2011. DEFINITIEF Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze en inspanning 3 2.1 Vleermuizen

Nadere informatie

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen Om de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan te toetsen, is een ecologische inventarisatie

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Terreingebruik en voedselkeus van broedende Steenuilen in de Achterhoek

Terreingebruik en voedselkeus van broedende Steenuilen in de Achterhoek Terreingebruik en voedselkeus van broedende Steenuilen in de Achterhoek Loes van den Bremer, SOVON Vogelonderzoek Nederland m.m.v. Ronald van Harxen & Pascal Stroeken, STONE Steenuiloverleg Nederland Opbouw

Nadere informatie

Quick scan ecologie. terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn. 21 februari 2018

Quick scan ecologie. terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn. 21 februari 2018 Quick scan ecologie terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn 21 februari 2018 1 Quick scan ecologie terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg te Tuitjenhorn Auteur Opdrachtgever Foto omslag Philippine Brouwer-Stam,

Nadere informatie

Notitie quickscan Flora en fauna

Notitie quickscan Flora en fauna Notitie quickscan Flora en fauna Prins Bernardstraat 2, Oldenzaal Projectnummer: 8399 Datum: 5-9-2017 Opgesteld: V. de Lenne Inleiding De initiatiefnemer is voornemens de woning aan de Prins Bernhardstraat

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Opdrachtgever : DG Groep Rapporteur : R. van der Kuil Status : concept Datum : 27 augustus 2011 Stichting CREX Boekenburglaan 54 2215 AE Voorhout 06-48410531

Nadere informatie

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Inhoud Rapport en bijlagen 21 juli 2010 Projectnummer 015.36.02.71.00 I n h o u d s o

Nadere informatie

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Colofon Titel Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Projectnummer 12364 Opdrachtgever

Nadere informatie

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181)

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemeente Werkendam t.a.v. C.A.A.M. de Jong Postbus 16 4250 DA Werkendam Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemert, 5 augustus 2010 Geachte heer/mevrouw

Nadere informatie

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter Notitie Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter Auteurs: ing. M. Wallink Project: 06307 Datum: 10 september 2007 Status: definitief ecogroen advies bv Postbus 625, 8000 AP Zwolle

Nadere informatie