Gebruikershandleiding Doseerpomp ProMinent EXtronic EXBb

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruikershandleiding Doseerpomp ProMinent EXtronic EXBb"

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding Doseerpomp ProMinent EXtronic EXBb NL 0158 EXBb Hier a.u.b. de identcode van het apparaat invullen! Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten. De nieuwste versie van een gebruikershandleiding is beschikbaar op onze homepage. Artikelnummer Originele gebruikershandleiding (2006/42/EG) BA EX /15 NL

2 Aanvullende aanwijzingen

3 Aanvullende aanwijzingen 1 - Aandrijfeenheid met besturing 2 - Persaansluiting 3 - Kopschijf 4 - Doseereenheid 5 - Ontluchtingsventiel (alleen bij de typen NP en PP) 6 - Bypass-slangpilaar (alleen bij de typen NP en PP) 7 - Zuigaansluiting 8 - Typeplaatje 9 - Indicator voor 'In bedrijf' 10 - Kijkvenster slaglengte-instelknop 11 - Externe aansluiting 12 - Netaansluiting 13 - Netschakelaar (niet bij 500 V versie) 14 - Slaglengte-instelknop 15 - Vergrendelingspal 16 - Instelknop voor slagfrequentie, resp. toets/drukschakelaar voor aanzuigen 17 - Transparant deksel 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Algemene gebruikersinstructies Toepassing van de doseerpomp Veiligheid Veiligheidsaanwijzingen Toegepaste richtlijnen / normen Keuringen en keurmerken Opbouw en werking Werkingsprincipe Opbouw / functiebeschrijving membraanbreukmelder (optie) Pompcapaciteit Besturingstypen Technische gegevens Identcode Maten en gewichten Maatschets Gewichten Capaciteitsgegevens Nauwkeurigheid Materiaalgegevens Elektrische gegevens Elektrische gegevens besturingsstroomkring Elektrische gegevens voedingsstroomkring Membraanbreukmelder, intrinsiek veilig (optie) Elektrische gegevens, details Mechanische gegevens van de gebruikte kabels Omgevingsvoorwaarden Uitpakken Montage en installatie Doseerpomp monteren Slangleidingen installeren Installeren van de zuigleiding Installeren van de persleiding Installeren van bypass-ontluchtingsleiding (zie afb. achter dekblad) Installatievoorbeelden mechanisch/hydraulisch Aanwijzingen voor installatie aan de zuigzijde Aanwijzingen voor installatie aan de perszijde Speciale installatieaanwijzingen Onjuiste installatie Elektrische installatie Bedrijf en bediening Inbedrijfstelling Bepalen van de pompcapaciteit Nomogrammen Instellen van de pompcapaciteit Onderhoud

5 Inhoudsopgave 10 Reparaties Werkmembraan / hulpmembraan vervangen Membraanbreuksensor repareren Membraanbreuksensor controleren Scheidingsmembraan van de membraanbreuksensor vervangen Storingen Bedrijfs-/pulsindicatie brandt niet, geen pompslag De pomp zuigt ondanks volledige pompslag en ontluchting niet meer aan Pomp doseert niet meer, hoewel bedrijfs-/pulsindicatie brandt Bij de kopschijf ontsnapt vloeistof Pomp bouwt geen druk op of zuigt ondanks volledige pompslag niet aan Membraanbreuksignalering geeft alarm Afvoeren van oude onderdelen Doorsnede EXtronic Installatiegegevens Garantieclaim Veiligheidscertificaat EG-conformiteitsverklaring voor machines EG-verklaring van EG-typeonderzoek

6 Algemene gebruikersinstructies 1 Algemene gebruikersinstructies De volgende gebruikersinstructies doorlezen a.u.b.! Wanneer u deze kent, doet u daarmee uw voordeel tijdens het gebruik van de gebruikershandleiding. In de tekst zijn de volgende onderdelen geaccentueerd: Opsommingen Aanwijzingen Werktips: Een tip is bedoeld om uw werkzaamheden gemakkelijker te maken. en veiligheidsaanwijzingen: WAARSCHUWING! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie zich voordoet, bent u in levensgevaar of kunt u zeer ernstig letsel oplopen. VOORZICHTIG! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. Als de situatie zich voordoet, kan dat licht of middelmatig letsel of materiële schade tot gevolg hebben. AANWIJZING! Duidt op een mogelijkerwijze schadelijke situatie. Als de situatie zich voordoet, kan dat materiële schade tot gevolg hebben. 6

7 Toepassing van de doseerpomp 2 Toepassing van de doseerpomp De ProMinent EXtronic EXBb is een elektronisch aangestuurde, explosieveilige membraan-doseerpomp met korteslagelektromagneet. vloeibare media Deze dient voor dosering van vloeibare media: in explosiegevaarlijke opstellingsruimten in zone 1, apparaatcategorie II 2 G van de explosiegroep II C, (EXBbG) volgens EG-richtlijnen voor gebruik in mijnbouw, groeven waarbij bliksemgevaar besaat van de explosiegroep I, apparaatcategorie 1 M 2 (EXBbM) volgens EG-richtlijnen In explosiegevaarlijke opstellingsruimten volgens FM en CSAstandaards Doseerkoppen van verschillende materialen dekken vrijwel alle toepassingen: Polypropyleen (PP) PVC Acrylglas PTFE-Teflon RVS uitgassende media Voor dosering van uitgassende media, zijn er zelfontluchtend doseerkoppen van acrylglas of PVC. brandbare media WAARSCHUWING! Voor brandbare media alleen de doseerkop "SB" gebruiken. AANWIJZING! De pomp is niet bestemd voor het doseren van gasvormige media of vaste stoffen. Spanningen Uitvoeringen voor verschillende spanningen en frequenties zijn beschikbaar: 230 V, 115 V, 500 V, 100 V en 200 V; 50/ Hz. Compatibiliteit De ProMinent EXtronic EXBb is een voortzetting van de eerdere EXBa-serie: De uitwendige afmetingen en bevestigingboringen zijn identiek, ook het hydraulisch toebehoren van deze serie kan worden gebruikt. De doseerkoppen zijn compatibel met de andere membraan-doseerpompen, met uitzondering van de uitvoering "SB _" en " M" (zie identcode). 7

8 Veiligheid 3 Veiligheid 3.1 Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Schakel de pomp direct uit in een noodgeval! Gebruik daarvoor de netschakelaar van de pomp of de dichtstbijzijnde noodschakelaar! Voor de installatie van de doseerpomp de voorschriften voor installatie in explosiegevaarlijke zones, in Europa de Europese fabrikantenrichtlijn 99/92/EG (ATEX 137) en de ATEX-productrichtlijn 94/9/EG (ATEX 95) opvolgen! In België en Nederland is deze richtlijn opgenomen in de ARAB- respectievelijk ARBO-wetgeving! Voor het gebruik van de doseerpomp voor het doseren van brandbare media de Europese fabrikantenrichtlijn 99/92/EG (ATEX 137, voorheen ATEX118a) opvolgen. In België en Nederland is deze richtlijn opgenomen in de ARAB- respectievelijk ARBO-wetgeving, resp. de richtlijn gevaarlijke stoffen. Ook de geldende normen zoals DIN EN /14 en DIN EN voor installaties in Ex-gevaarlijke zones, evenals DIN VDE 0118 voor het ontwerpen van elektrische installaties in explosiegevaarlijke zones in de mijnbouw opvolgen! Bij het installeren in het buitenland, de geldende nationale voorschriften opvolgen! 8

9 Veiligheid VOORZICHTIG! Pompen moeten op elk moment toegankelijk zijn voor de bediening en het onderhoud. Zorg dat toegangen niet worden geblokkeerd! Doseerpompen en betreffende randapparatuur mogen uitsluitend door deskundige en daarvoor bevoegde personen worden onderhouden en gerepareerd! Vóór werkzaamheden aan de pomp altijd eerst de doseerkop drukloos maken! Maak vóór werkzaamheden aan de pomp de doseerkop leeg en spoel deze als gevaarlijke of onbekende doseermedia zijn gebruikt! De informatie in de veiligheidsinformatiebladen opvolgen! Draag tijdens het hanteren van gevaarlijke en/of onbekende vloeistoffen beschermende kleding (veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen)! Dit geldt met name voor werkzaamheden aan de doseerkop! Het is niet toegestaan om ProMinent -doseerpompen uit te rusten met onderdelen van derden die niet door ProMinent zijn getest en aanbevolen. Dat kan leiden tot persoonlijk letsel en/of materiële schade waarvoor ProMinent niet aansprakelijk gesteld kan worden! AANWIJZING! Het instellen van de slaglengte alleen bij draaiende pomp uitvoeren (wanneer de instelschroef van de doseerslag korte tijd niet belast is)! Voor het instellen van de slaglengte de vergrendeling losmaken! Het toepassen van kleinere slangmaten moet worden vermeden! Bij lange leidingen en hoogviskeuze media, de eerst volgende grotere leidingdoorsnede of een pulsatiedemper gebruiken! 3.2 Toegepaste richtlijnen / normen zie EG-conformiteitsverklaring 3.3 Keuringen en keurmerken Ex-beveiliging Het conformiteitscertificaat van de "DMT-Gesellschaft für Forschung und Prüfung mbh, Fachstelle für Sicherheit elektrischer Betriebsmittel, Bergbau-Versuchsstrecke", vindt u in de bijlagen. 9

10 Veiligheid Apparaattype Aanduiding Keurmerk EXBbG EXBbG, intrinsiek veilig II 2G Ex d IIC T6 Gb II 2(1)G Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb II 2G c IIC T6 Gb II 2G c IIC T6 Gb DMT 03 ATEX E 023 DMT 03 ATEX E 023 EXBbM I M2 Ex d I Mb I M2 c I Mb DMT 03 ATEX E 023 EXBbM, intrinsiek veilig EXBbG EXBbG I M2(M1) Ex d [ia Ma] I Mb Class l, Div.1, Group B, C en D, T6 Class l, Div.1, Group B, C en D, T6 I M2 c I Mb DMT 03 ATEX E 023 FMR CSA 10

11 Opbouw en werking 4 Opbouw en werking Het overzicht van de doseerpomp en de benamingen van de functionele eenheden vindt u achter het dekblad. De doseerpomp ProMinent EXtronic bestaat uit de hoofdcomponenten: Aandrijfeenheid (1) met elektronische besturing en magneet, netaansluiting (10) en ingang "Externe aansturing" (optie) (11). Doseereenheid kopschijf (3) met membraan, dat met een stalen kern is gebalanceerd. Doseerkop (4) met persaansluiting (2) en zuigaansluiting (7), bij de typen NP en PP met bypass-slangpilaar (6) en ontluchtingsventiel (5). Bedieningseenheid met bedrijfs-/pulsindicatie (9), netschakelaar (niet bij 500 V versie) (13), instelknop voor slaglengte (14) met kijkvenster (10), vergrendelingspal (15), Instelknop voor slagfrequentie, resp. toets/drukschakelaar voor aanzuigen (16) en transparant deksel (17). 4.1 Werkingsprincipe De dosering gebeurt pulsgewijs: Een puls veroorzaakt een magnetisch veld rondom de magneet, de magneet trekt een bewegend opgehangen drukstuk aan, het membraan verdringt daarbij het medium in de doseerkop via een persventiel. Het ventiel aan de zuigzijde sluit. Na beëindiging van de inschakelpuls valt het magnetisch veld af. Het drukstuk van de magneet wordt door de retourveer teruggebracht. Het membraan keert terug naar zijn begin positie, waardoor een zuigslag ontstaat, die het persventiel sluit en de medium aan de zuigzijde aanzuigt. 4.2 Opbouw / functiebeschrijving membraanbreukmelder (optie) De membraanbreuksignalering bewaakt de lekdichtheid van het werkmembraan. De doseereenheid van de EXBb met membraanbreuksignalering, heeft in plaats van slechts één werkmembraan een hulpmembraan, bestaande uit het werkmembraan en een extra veiligheidsmembraan en is uitgerust met een intrinsiek veilige membraanbreuksensor, zie weitere Informationen Afb

12 Opbouw en werking Het veiligheidsmembraan is tussen de kopschijf en een tussenschijf geplaatst en vormt samen met het werkmembraan een gesloten tussenruimte. Taak Dit dient als bewaking tegen breuk van het werkmembraan en ter bescherming van de aandrijving tegen corrosie en het milieu tegen chemicaliënlekkage bij membraanbreuk. Deze doseereenheid kan ook na membraanbreuk, in noodbedrijf lekkagevrij en met de volledige bedrijfsdruk verder werken Afb. 1 1 Kopschijf 2 Adapter 3 Tussenbus 4 Veiligheidsmembraan (hulpmembraan) 5 Tussenschijf 6 Werkmembraan 7 Doseerkop 8 Bevestigingsschroef 9 Membraanbreukmelder 10 Aanvoerkanaal VOORZICHTIG! Pas vanaf een tegendruk van de installatie van ca. 2 bar wordt bij een membraanbreuk een elektrisch signaal geactiveerd. 12

13 Opbouw en werking VOORZICHTIG! Na het scheuren van het werkmembraan kan geen nauwkeurige pompcapaciteit meer worden gegarandeerd. 4.3 Pompcapaciteit De pompcapaciteit is afhankelijk van de slaglengte en de slagfrequentie. De slaglengte wordt met de instelknop voor slaglengte (14) tijdens bedrijf traploos van 100 % tot 10 % ingesteld en vergrendeld. De maximale slaglengte is 1,25 mm, 0,63 mm bij het type EXBb_1000. Met de instelknop voor de slagfrequentie (16) kunnen handmatig 0 tot 110 (120) slagen/min worden ingesteld. Bij max. slaglengte en -frequentie en een max. tegendruk van 1,5 bar tot 25 bar, pompen de membraan-doseerpompen 0,2 l/h tot l/h. 4.4 Besturingstypen Uitvoering "Interne slagfrequentie-instelling" (identcode-kenmerk "Besturingstype": 0): De stuurpuls wordt intern gegenereerd, slaglengte en slagfrequentie zijn handmatig instelbaar met de instelknoppen op het bedieningspaneel. Uitvoeringen "Externe contact-aansturing" (identcode-kenmerk "Besturingstype": 1, 4): De stuurpuls wordt extern via een potentiaalvrij of halfgeleidercontact gegeven en via de aansturing "Extern aansturing" aan de aandrijfeenheid toegevoerd. Voorbeelden zijn contactwatermeters of DULCOMETER besturingen. Uitvoeringen "Analoge aansturing x - 20 ma" (identcode-kenmerk "Besturingstype": 2, 3, 5, 6): Een extern, analoog signaal wordt via de aansluiting "Externe aansturing" van de aandrijfeenheid toegevoerd. De slagfrequentie wijzigt proportioneel met het ma resp ma-signaal. Uitvoeringen "Interne slagfrequentie-instelling met pauzefunctie" (identcode-kenmerk "Besturingstype": 7, 8): Net als bij "Interne slagfrequentie-instelling", er is echter nog een extra mogelijkheid de dosering via een extern halfgeleidercontact of potentiaalvrij contact uit- en in te schakelen. 13

14 Opbouw en werking Alle besturingstypen, die via een ingang kunnen worden aangestuurd, kunnen met een ingang "Externe aansturing"in "Niet intrinsiek veilig" of "Intrinsiek veilig" [i, a] worden geleverd. 14

15 Technische gegevens 5 Technische gegevens 5.1 Identcode Serie ProMinent EXtronic, versie b EXBb Beschermingsgraad G M Gas-explosieveilig, explosiegroep IIC, apparaatgroep / -categorie II 2G Mijnbouw / onweer- en gasexplosieveilig expl.-groep I / IIC) apparaatgroep / -categorie I M2 U. II 2G Pomptype bar l/h zie typeplaatje Materiaal doseerkop NP1 NP3 NS3 PP1 PP4 PS3 Acryl met ontluchting, O-ring: FPM-A Acryl met ontluchting, O-ring: FPM-A Acryl zelfontluchtend, O-ring: FPM-A PP met ontluchting, O-ring: EPDM PP met ontluchting/hv, O-ring: EPDM PVC zelfontluchtend, O-ring: FPM-A SB1 RVS met inwendige schroefdraad 1/4" resp. 1/2" SS1 SS2 SSM SBM SS2 TT1 RVS met klemring, pakking: PTFE RVS met inwendige schroefdraad 1/4"-NPT, afdichting: PTFE net als SS1, met membraanbreuksensor net als SB1, met membraanbreuksensor RVS met inwendige schroefdraad 1/4"-NPT, pakking: PTFE PTFE + 25 % koolstof, pakking: PTFE Ventielveer 0 Met ventielveer 1 Met 2 ventielveren (1.4571), 0,1 bar Elektrische aansluiting A B C D E 230 V, 50/ Hz, open uiteinden 115 V, 50/ Hz, open uiteinden 200 V, 50/ Hz, open uiteinden 100 V, 50/ Hz, open uiteinden 500 V, 50/ Hz, open uiteinden Besturingstype 0 Interne slagfrequentie-instelling 1 Externe contact-aansturing 2 Analoge aansturing 0 20 ma 3 Analoge aansturing 4 20 ma 4 Externe contact-aansturing [i,a] 15

16 30 70 Technische gegevens Serie ProMinent EXtronic, versie b 5 Analoge aansturing 0 20 ma [i,a] 6 Analoge aansturing 4 20 ma [i,a] 7 Interne slagfrequentie-instelling met pauzefunctie 8 Interne slagfrequentie-instelling met pauzefunctie [i,a] Besturingsvariant 0 Met potentiometer 1 Met drukknop voor max. frequentie 2 Met toets voor max. frequentie Goedkeuring/spanning/taal 0 BVS-Europa / V / Duits 1 BVS-Europa / V / Engels 2 FM-USA / V / Engels 3 CSA-Canada / V / Engels 5.2 Maten en gewichten Maatschets ProMinent EXtronic EXBb Maten in mm NP=13 PP=11,5 * C 149 D G E B Ø 5, A 16

17 Technische gegevens 31 F 81 F Version,,NS, PS Version,,SB Type 1000, 11, 1201, , 0308, 2502, 2505, 1006 Materiaaluitvoering A B C Ø D E Ø F G NP x NP x , x , x DN DN , 11, 1201, , 0308, 1006 PP x x x , x DN DN PP DN DN DN DN , 11, 1201 TT x x

18 Technische gegevens Type 1002, 0308, 1006 Materiaaluitvoering A B C Ø D E Ø F G x x , x DN DN , 11, 1201 SS x x , 0308, 2502, 2505, x , x , x DN DN , 2501 SSM x SB Rp 1/ , 1201, , 0308, 2502, 2505, Rp 1/ Rp 1/ , Rp 1/ , Rp 1/ Rp 1/ Rp 1/ , 2501 SBM Rp 1/ , 1201, 0803 NS * 6x * 6x , 1201, 0803 PS * 6x * 6x

19 Technische gegevens Gewichten Pomptype Materiaal EXBbG EXBbM 1000, 2501,11, 1201, 0803, 1002, 0308 NP, PP, TT / SS, SB 2502, 1006, 0613, 0417 NP, PP, TT / SS, SB 2505, 1310, 0814, 0430, 02 NP, PP, TT / SS, SB ca. 12/16 kg ca. 13/17 kg ca. 16/20 kg ca. 26/30 kg ca. 27/31 kg ca. 30/34 kg 5.3 Capaciteitsgegevens Pomptype Max. pompcapaciteit bij maximale tegendruk Max. pompcapaciteit bij middelmatige tegendruk EXBb bar l/h psi gph ml/slag bar l/h psi gph ml/slag , ,051 0,03 5 0,27 72,5 0,071 0, SSM 11 SSM 25 1,14 362,5 0,301 0, , ,369 0, , ,346 0,18 8 1, ,443 0, , ,265 0,14 8 1, ,343 0, , ,451 0,24 6 2,0 87 0,528 0, , ,981 0,51 4 3,9 58 1,029 0, , ,610 0,32 5 2,7 72,5 0,713 0, , 44 2,281 1,20 1,5 10, ,719 1, ,00 362,5 0,528 0, , ,633 0, ,20 362,5 1,110 0, , ,399 0, , ,590 0,83 5 7,2 72,5 1,901 1, ,50 188,5 2,783 1, ,9 94 3,141 1, , ,472 1, ,9 43 3,933 2, , ,710 1, ,4 58 4,065 2, ,5 17,40 50,75 4,611 2, ,9 25,3 4,725 2, ,5 27,00 50,75 7,155 4, ,5 25,3 7,788 4,7 02 1,5,00 21,75 15,90 9, Type 1000 met keramische schijven in alle materiaaluitvoeringen. 19

20 Technische gegevens Type 2502, 2505, 1310 nu in uitvoering NP en SS Pomptype Slagfrequentie Aansluitdiameter uitw. Ø x inw. Ø Zuighoogte* Aanzuighoogte** EXBb Slagen/min mm m wk m wk bar x4 1,5 0,5 8, SSM 120 6x4 5 1,8 8,0 11 SSM 120 6x4 5 1,8 8, x4 5 1,8 8, x4 5 2,5 5, x4 5 2,8 3, x5 5 1,0 3, x5 5 1,8 1, x5 5 1,0 8, x5 5 1,5 3, x5 5 1,3 3, x5 5 1,9 2, x5 5,5 1,9 2, x9 5 2,0 1, x9 4,5 2,0 1, DN10 5 1,8 0, DN15 1,5 1,5 0,8 * Zuighoogte: bij gevulde zuigleiding ** Aanzuighoogte: bij niet gevulde zuigleiding Doseerpompen voor hoogviskeuze media "HV" Toegestane voordruk zuigzijde Pomptype Max. pompcapaciteit bij maximale tegendruk EXBb bar l/h psi gph ml / slag Max. pompcapaciteit bij middelmatige tegendruk bar l/h psi gph ml / slag , ,7 0,31 5 2,7 72,5 0,713 0, , ,585 0,83 5 7,2 72,5 1,902 1,00 20

21 Technische gegevens Pomptype Max. pompcapaciteit bij maximale tegendruk EXBb bar l/h psi gph ml / slag Max. pompcapaciteit bij middelmatige tegendruk bar l/h psi gph ml / slag , ,773 1, ,9 87 3,143 1, , ,698 2, ,4 58 4,068 2,33 Pomptype Slagfrequentie Aansluitdiameter uitw. Ø x inw. Ø Zuighoogte* Aanzuighoogte** EXBb Slagen/min mm m wk m wk bar DN10 1,0-3, DN15 1,3-3, DN15 1,9-2, DN15 2,0-1,5 * Zuighoogte: bij gevulde zuigleiding ** Aanzuighoogte: bij niet gevulde zuigleiding Doseerpompen met zelfontluchtende doseerkop *** Toegestane voordruk zuigzijde Pomptype Max. pompcapaciteit bij maximale tegendruk EXBb bar l/h psi gph ml / slag Max. pompcapaciteit bij middelmatige tegendruk bar l/h psi gph ml / slag , ,174 0, , ,265 0, , ,634 0, , ,476 0, *** De gespecificeerde capaciteitsgegevens zijn gewaarborgde minimumwaarden, die zijn verkregen met het medium water op kamertemperatuur Pomptype Slagfrequentie Aansluitdiameter uitw. Ø x inw. Ø Zuighoogte* Aanzuighoogte** EXBb Slagen/min mm m wk m wk bar x4-1,8 0, x4-2,0 0, x4-2,8 0, x4-2,0 0,2 * Zuighoogte: bij gevulde zuigleiding ** Aanzuighoogte: bij niet gevulde zuigleiding Toegestane voordruk zuigzijde 21

22 Technische gegevens 5.4 Nauwkeurigheid min.: -5 %, max.: niet gespecificeerd bij max. slaglengte en max. tegendruk bij alle materiaaluitvoeringen. beter dan ± 2 % bij gelijkblijvende verhoudingen en minimaal 30 % slaglengte. De volgende aanwijzingen moeten worden opgevolgd: Alle informatie is gebaseerd of doseerhoeveelheden met water bij 20 C. Gelijkblijvende tegendruk, indien mogelijk boven 1 bar. Wordt bij een vrije uitloop gedoseerd, moet een drukhoudventiel worden gemonteerd voor een tegendruk van minimaal 1,5 bar (zie de installatievoorbeelden). Zuig- en doseerleidingen indien mogelijk altijd stijgend leggen. Ligt het vloeistofpeil van de voorraadtank in de bedrijfstoestand boven de pomp, is voordruk aanwezig aan de zuigzijde. In dit geval moet de tegendruk zo hoog zijn, dat er een minimale tegendruk van 1,5 ontstaat, anders een drukhoudventiel of een veerbelast doseerventiel met de betreffende voordruk toepassen. Een drukhoudventiel of een veerbelast doseerventiel zijn geen absoluut sluitende afsluitorganen. Daarom moet bij voordruk aan de zuigzijde een afsluitventiel worden geïnstalleerd, dat bij stilstand van de doseerpomp gesloten is. 5.5 Materiaalgegevens PP1 PP4 PC5 NP1 /NP3 NS3 PS3 TT1 SS Doseerko p Polypropyleen Afdichtingen Kogels Ø6... Ø 12 Kogels DN10... DN15 Polypropyleen Polypropyleen Zuig- / persaansluiting Polypropyleen PVC Acrylglas Acrylglas PVC PTFE met koolstof PVC PVC PVC PVC PTFE met koolstof RVS RVS EPDM EPDM FPM-A FPM-A/B FPM-B FPM-B PTFE PTFE Keramiek - Keramiek Keramiek Keramiek Keramiek Keramiek Keramiek Glas Keramiek - Glas - - Keramiek RVS Type 1000: met keramische schijven in alle materiaaluitvoeringen PP4: met ventielveren van Hastelloy C DEVELOPAN doseermembraan met PTFE-coating in alle uitvoeringen 22

23 Technische gegevens 5.6 Elektrische gegevens Elektrische gegevens besturingsstroomkring Bij uitvoering "Niet intrinsiek veilig" en "Intrinsiek veilig" ma-ingang, bij identcode-kenmerk "Besturingstype": Max. spanning: Max. stroomsterkte: Ingangsweerstand ca.: 2, 3, 5*, 6* 6 V 30 ma 94 Ω Contact-/pauze-ingang, identcode-kenmerk "Besturingstype": 1, 4*, 7, 8* Spanning bij open contact ca.: Ingangsweerstand ca.: 5 V 4,7 kω Aansturing via potentiaalvrij contact of halfgeleiderschakelaar: Max. reststroom (contact open): Max. contactweerstand (gesloten): of Max. spanningsval: Max. pulsfrequentie: Min. pulsbreedte: 70 μa 10 kω 3 V 40 puls/s 10 ms * Voor het waarborgen van de intrinsieke veiligheid, zie Ä Hoofdstuk bij uitvoering "Intrinsiek veilig" op pagina bij uitvoering "Intrinsiek veilig" Uitgangswaarde alle uitvoeringen "[ia]" Maximale uitgangsspanning U 0 Maximale uitgangsstroom I 0 Maximaal uitgangsvermogen U 0 Inwendige weerstand R i (trapezevormige uitgangskarakteristiek) Maximaal uitwendige inductiviteit L 0 Maximaal uitwendige capaciteit L 0 7,14 V 5 ma 23.3 mw 4296 Ω 1 H 13,5 μf Voor het aansluiten van een intrinsiek veilige stroomkring Maximale ingangsstroom I i Maximale uitgangsspanning U i 280 ma 30 VDC 23

24 Technische gegevens Maximaal ingangsvermogen P i Effectieve inwendige inductiviteit L i Effectieve inwendige capaciteit C i 2 W verwaarloosbaar verwaarloosbaar Elektrische gegevens voedingsstroomkring Bij uitvoering "Niet intrinsiek veilig" Nominale spanning: 100, 115 ± 10 % 200, 230 ± 10 % 500 ± 10 % VAC VAC VAC Maximale stroomopname I eff *: 1,5 A Max. piekstroom tijdens een slag I piek : 8 A Maximaal opgenomen vermogen P eff *: 50 W * Bij middeling van meerdere slagen bij maximale slagfrequentie bij uitvoering "Intrinsiek veilig" Nominale spanning: 100, 115 ± 10 % 200, 230 ± 10 % % -10 % VAC VAC VAC Maximale stroomopname I eff *: 1,5 A Max. piekstroom tijdens een slag I piek : 8 A Maximaal opgenomen vermogen P eff *: 50 W * Bij middeling van meerdere slagen bij maximale slagfrequentie Membraanbreukmelder, intrinsiek veilig (optie) Type: Pepperl+Fuchs, NJ1,5-8GM-N-V1 Nominale spanning (Ri ca. 1 kω) Stroomopname bij normaal bedrijf Stroomopname bij membraanbreuk 8,2 V 1mA min. 3 ma Voor gedetailleerde gegevens en bij gebruik in explosiegevaarlijke zone, de gebruikershandleiding en de verklaring van EG-typeonderzoek van de membraanbreuksensor raadplegen. 24

25 Technische gegevens Elektrische gegevens, details Pompentype 1000, 2501,11, 1201, 0803, 1002, 0308 Netaansluiting (V) Max. stroomopname*** (A) Effectieve stroomopname 1 (A) Gemiddelde opgenomen vermogen (W) Zekering pos. 65* waarde (A) / type Zekering pos. 66** waarde (A) / type 1,6 1,4 0,7 0,8 0,3 0,27 0,29 0,14 0,17 0, ,0T 0,63T 0,4T 0,315T 0,319 0,16T 0,16T 0,16T 0,16T - Pomptypen 2502, 1006, 0613, 0417, Netaansluiting (V) Max. stroomopname*** (A) Effectieve stroomopname 1 (A) Gemiddelde opgenomen vermogen (W) Zekering pos. 65* waarde (A) / type Zekering pos. 66** waarde (A) / type 3,0 2,7 1,8 1,8 0,6 0,70 0,70 0,33 0,41 0, ,5T 2,0T 1,25T 0,8T 0,63 0,16T 0,16T 0,16T 0,16T - Pomptype 2505, 1310, 0814, 0430, 02 Netaansluiting (V) Max. stroomopname*** (A) Effectieve stroomopname 1 (A) Gemiddelde opgenomen vermogen (W) Zekering pos. 65* waarde (A) / type Zekering pos. 66** waarde (A) / type 4,1 3,6 2,2 2,5 1,1 0,95 0,84 0,47 0,53 0, ,15T 2,5T 1,6T 1,25T 1,25 0,16T 0,16T 0,16T 0,16T - * Speciale zekering met hoog schakelvermogen: alleen originele zekering gebruiken ** Alleen originele zekering gebruiken *** Effectieve waarde tijdens een slag 1 Gemiddelde van meerdere slagen bij maximale slagfrequentie 25

26 Technische gegevens 2 Bij materiaaluitvoering PP4. Bestelnummers zekeringen - zie hfst. "Bestelinformatie zekeringen". VOORZICHTIG! Op het typeplaatje is alleen de effectieve stroomopname gegeven. 5.7 Mechanische gegevens van de gebruikte kabels Pomptype Spanning Kabel Kabeltype Kleur u Ø [V] [mm] EXBbG tot 250 Netvoedingskabel EXBbG > 250 Netvoedingskabel EXBbM Alles Netvoedingskabel EXBbG < Externe/analoge kabel EXBbG < Externe/analoge kabel EXBbM < Externe/analoge kabel EXBb_ 8 Membraanbreuksensor H 07 RNF 3G1,5 Zwart 10,0 NSSHÖU 3x1,5 Geel 12,5 NSSHÖU 3x1,5 +3x1,5/3E Geel 14,0 Ölflex 110 Grijs 6,3 Ölflex EB blauw 5,9 L-YY (zg) Y Grijs 11,4 blauw in "FM"- en "CSA"-uitvoering H07 RNF tot 500 V de leidinginvoer heeft in deze uitvoering een inwendige schroefdraad 1/2" NPT voor het aansluiten op het Noord-Amerikaanse leidingsysteem. 5.8 Omgevingsvoorwaarden Temperaturen Toegestane opslagtemperatuur: C -4 F F Toegestane omgevingstemperatuur: C -4 F F Toegestane mediumtemperatuur: -10 C C (volgens IEC ) -4 F F (volgens IEC ) Doseereenheden Materiaaluitvoering Langdurig bij max. tegendruk Korte tijd * PP_ 50 C (122 F) C (140 F) NP_ 45 C (113 F) C (140 F) 26

27 Technische gegevens Materiaaluitvoering Langdurig bij max. tegendruk Korte tijd * TT_ 50 C (122 F) C (140 F) SS_ 50 C (122 F) C (140 F) * Max. temperatuur gedurende 15 minuten bij max. 2 bar, afhankelijk van de omgevingstemperatuur Klimaat Toegestane luchtvochtigheid: 92 % niet condenserend Belasting in vochtig wisselend klimaat: IEC Beschermingsgraad Beschermingsgraad IP 65 (IEC 529) Geluidsdrukniveau Geluidsdrukniveau 70 db (A), 1 m afstand, volgens EN

28 Uitpakken 6 Uitpakken Styropor-delen zijn herbruikbaar. Ze horen niet in het huishoudelijk afval! 1. We raden aan de omverpakking compleet met styropor-delen te bewaren, om de doseerpomp bij reparatie- en garantiegevallen weer te kunnen terugsturen. 2. Vergelijk de pakbon met de doosinhoud. 3. Controleer of de informatie op het typeplaatje (8) van de doseerpomp overeenkomt met uw bestelgegevens! 4. Neem contact op met uw ProMinent- vestiging of -dealer bij problemen! De adressen staan op de achterkant van de gebruikershandleiding. 5. Vermeld de identcode en het serienummer dat u op het typeplaatje vindt, wanneer u vragen heeft of reserveonderdelen wilt bestellen. Alleen dan kunnen pomptype en materiaalvarianten duidelijk worden vastgesteld. Leveromvang Doseerpomp met voedingskabel Gebruikershandleiding met conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring voor Namur-sensor (alleen bij membraanbreukmelder) 28

29 Montage en installatie 7 Montage en installatie WAARSCHUWING! Voor de installatie van de doseerpomp de voorschriften voor installatie in explosiegevaarlijke zones, in Europa de Europese fabrikantenrichtlijn 99/92/EG (ATEX 137) en de ATEX-productrichtlijn 94/9/EG (ATEX 95) opvolgen! In België en Nederland is deze richtlijn opgenomen in de ARAB- respectievelijk ARBO-wetgeving! Voor het gebruik van de doseerpomp voor het doseren van brandbare media de Europese fabrikantenrichtlijn 99/92/EG (ATEX 137, voorheen ATEX118a) opvolgen. In België en Nederland is deze richtlijn opgenomen in de ARAB- respectievelijk ARBO-wetgeving, resp. de richtlijn gevaarlijke stoffen. Bij het installeren in het buitenland de geldende nationale voorschriften opvolgen! Bij doseermedia die niet met water in aanraking mogen komen, de doseerkop van alle water ontdoen, voordat de pomp in bedrijf wordt genomen! De doseerkop van de doseerpomp kan nog waterresten bevatten die zijn achtergebleven bij de controle in de fabriek. 7.1 Doseerpomp monteren AANWIJZING! Bevestig de doseerpomp zodanig dat geen trillingen kunnen optreden! Vrije toegang voor bediening en het onderhoud waarborgen! De ventielen van de doseerkop moeten verticaal staan! Doseerpomp met schroeven en onderlegringen Ø 6 mm op een horizontale, stevige ondergrond bevestigen. 29

30 Montage en installatie 7.2 Slangleidingen installeren Zuig- en persleidingen zo leggen en bevestigen, dat ze niet kunnen schuren! Zuig- en persleidingen mechanisch spanningsvrij leggen! Leidingen zo leggen, dat de pomp en de doseerkop indien nodig vanaf de zijkant kunnen worden verwijderd! Bij doseren van extreem agressieve of gevaarlijke media moet een ontluchting met retourleiding naar de tank, evenals een afsluitventiel aan de pers- en zuigzijde worden voorzien! Zorg voor duurzame verbindingen: Gebruik alleen de voor de betreffende slangdiameter bedoelde klemringen en slangpilaren. Gebruik alleen slangen met de voorgeschreven slangafmetingen en wanddikten! Het toepassen van kleinere slangmaten vermijden: Bij lange leidingen en hoogviskeuze media, de eerst volgende grotere leidingdoorsnede gebruiken, resp. een perswindketel of membraanpulsatiedemper gebruiken! Slangleidingen monteren Wartelmoer Klemring Slang Slangpilaar Ventiel Afb Is de zuig-/persaansluiting voorzien van een stop, verwijder deze dan. 2. Het slangeinde haaks afsnijden. 30

31 Montage en installatie 3. Wartelmoer en klemring over de slang trekken. 4. Slanguiteinde tot de aanslag over de slangpilaar schuiven, indien nodig het slanguiteinde wijder maken. 5. Slang met de slangpilaar op het ventiel plaatsen. 6. Slangaansluiting vastklemmen: De wartelmoer vastdraaien en tegelijk de slang aandrukken 7. Slangaansluiting naklemmen: Kort aan de slang die aan de doseerkop is bevestigd trekken, daarna de wartelmoer nogmaals vastdraaien. RVS-pijpaansluitingen monteren Pijp Wartelmoer achterste Klemring voorste Klemring Ventiel Afb Wartelmoer en de klemringen (ca. 10 mm uitstekend) over de pijp schuiven. 2. De pijp tot aan de aanslag in het ventiel steken. 3. Wartelmoer vastdraaien. PE- of PTFE-leidingen aan RVS-ventielen monteren Daarnaast een RVS-steunhuls in de kunststofhuls steken. 31

32 Montage en installatie Installeren van de zuigleiding De zuigleiding moet zo kort mogelijk zijn. De zuigleiding stijgend leggen, om de vorming van luchtbellen te voorkomen! Bij bochten indien mogelijk bochtstukken gebruiken, geen haakse nippels! Doorsnede en lengte zo dimensioneren, dat de bij het zuigen ontstane onderdruk niet de dampdruk van het te doseren medium bereikt! Een te hoge onderdruk aan de zuigzijde wordt in extreme gevallen duidelijk door het afbreken van de vloeistofkolom of door een onvolledige retourslag. De maximaal toegestane voordruk aan de zuigzijde niet overschrijden! Aanhouden: Zuighoogte x dichtheid van het medium max. zuighoogte in m wk Zie de installatievoorbeelden! Voetventiel monteren Het vrije uiteinde van de zuigleiding zo afsnijden, dat het voetventiel net boven de tankbodem hangt. Bij doseeroplossingen met verontreinigingen of bezinksel moet het voetventiel op voldoende hoogte boven de bodem van de tank resp. boven het bezinksel hangen Installeren van de persleiding AANWIJZING! Wordt de pomp tegen een gesloten afsluitelement aan de perszijde in gebruikt, kan een meervoud van de maximaal toegestane werkdruk ontstaan. Hierdoor kan de persleiding springen! Om dit te voorkomen een overstortventiel installeren, bijv. een ProMinent-multifunctieventiel. Ontwerp de persleidingen zodanig, dat de drukpieken tijdens de doseerslag niet de max. toegestane bedrijfsdruk overschrijden! Lengte en doorsnede controleren! Eventueel overstortventiel, perswindketel of membraan-pulsatiedemper toepassen! Zie de installatievoorbeelden! Wordt bij een vrije uitloop gedoseerd, moet een doseerventiel met een voordruk van 0,5 bar worden gemonteerd aan het leidinguiteinde. Of een drukhoudventiel voor het verzorgen en handhaven van een tegendruk van ca. 1,5 bar direct bij de doseerkop worden gemonteerd. Ligt het vloeistofpeil van de voorraadtank in de bedrijfstoestand boven de pomp, is voordruk aanwezig aan de zuigzijde. In dit geval moet de tegendruk zo hoog zijn, dat er een minimale verschildruk van 1,5 ontstaat. Anders een drukhoudventiel of een veerbelast doseerventiel met de betreffende voordruk toepassen. 32

33 Montage en installatie Een drukhoudventiel of een veerbelast doseerventiel is geen absoluut sluitend afsluitorgaan! Daarom moet aan de zuigzijde een afsluitventiel worden geïnstalleerd, dat bij stilstand van de doseerpomp gesloten is! Installeren van bypass-ontluchtingsleiding (zie afb. achter dekblad) Bij doseerkop van pomptypen bij de typen NP en PP is een ontluchtingsventiel (5) met bypass (6) aanwezig. Bij voordruk op de zuigzijde moet in de bypass-leiding minimaal dezelfde druk heersen. Bedrijf met voordruk in de bypass en een drukloze toestand aan de zuigzijde is mogelijk. 1. Slangleiding met Ø inw. = 4 mm (max. 6 mm) op de bypassslangpilaar steken, zacht-pvc 6x4 wordt aanbevolen. 2. Bij PE-leidingen met enkele bindbandjes tegen wegglijden vastzetten. 3. Voer het vrije uiteinde van de leiding terugleiden naar de voorraadtank. 4. De bypass-leiding zo afkorten dat deze niet kan onderdompelen in het doseermedium. 7.3 Installatievoorbeelden mechanisch/hydraulisch Betekenis van de symbolen Verklaring Doseerpomp Symbool Symbool Verklaring Voetventiel met zeef Doseerventiel Instelbaar drukhoudventiel (ook als overstortventiel gebruikt) Multifunctieventiel Afsluitventiel Magneetafsluiter Tussenvat met vlotterventiel Kogelterugslagventiel Vuilvanger Niveauschakelaar Manometer Vulinrichting Hevelvat 33

34 Montage en installatie 1 2 P_EX_0021_SW Afb. 4: Standaardinstallatie 1 Hoofdleiding 2 Voorraadtank Aanwijzingen voor installatie aan de zuigzijde Hoogteverschil, zuigzijde Afb. 5 P_MAZ_002_SW h Hoogte h (zie afbeelding) mag alleen kleiner dan of gelijk aan de zuighoogte van de pomp P gedeeld door de dichtheid rho van het doseermedium zijn: h (in m) P (in mwk) / rho (in g/cm 3 ) Bepaal de hoogte h - zie afbeelding - en de diameter van de zuigleiding zodanig dat de bij het zuigen ontstane onderdruk niet gelijk wordt aan de dampdruk van het doseermedium (cavitatie!). Dit wordt in extreme gevallen duidelijk door het afbreken van de vloeistofkolom of door onvolledige terugslag. Voorkomen van het leeglopen van de zuigleiding h Installeer aan het einde van de zuigleiding een voetventiel wanneer de pomp hoger staat dan het maximumvloeistofpeil in de voorraadtank. Kort het vrije einde van de zuigleiding slechts zo ver af dat het voetventiel net boven de bodem van de tank hangt. P_MAZ_002_SW Afb. 6 34

35 Montage en installatie Aanwijzingen voor installatie aan de perszijde Bij terugloop uit de hoofdleiding Installeer een terugslagventiel wanneer het doseermedium niet door de doseerpomp mag worden geperst. Een doseerpomp is geen absoluut dicht afsluitend afsluitelement. Installeer op het doseerpunt een doseerventiel om te voorkomen dat een ongewenste vermenging van water en doseermedium in de persleiding ontstaat. Afb. 7 P_MAZ_0008_SW Overschrijding van de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk voorkomen Als beveiliging tegen overbelasting van de persleiding is een overstortventiel met retourleiding in de voorraadtank aan te bevelen; installeer bijv. een ProMinent multifunctieventiel. Demp bij lange persleidingen de drukpieken tijdens een doseerslag met een pulsatiedemper of vergroot de leidingdiameter. P_MOZ_0029_SW Afb. 8 * PD * Ventilatieleiding bij windketels PD Pulsatiedemper P_MOZ_0001_SW Afb Speciale installatieaanwijzingen Bij hoge druk aan de zuigzijde 1 Leg het einde van de persleiding hoger dan het vloeistofpeil in de voorraadtank om overbelasting te voorkomen. Afb. 10 P_MAZ_0013_SW 35

36 Montage en installatie Bij hoge druk aan de zuigzijde 2 Leg de uitloop van de persleiding van de pomp hoger dan het vloeistofpeil in de voorraadtank. P_MAZ_0014_SW Afb. 11 Bij hoge druk aan de zuigzijde 3 Installeer in de persleiding een instelbaar drukhoudventiel en in de zuigleiding een afsluitventiel, dat bij stilstand van de pomp gesloten moet worden (bij voorkeur een magneetventiel). P_MAZ_0015_SW Afb. 12 Bij wisselende druk aan de zuigzijde 1 Gebruik wanneer uit leidingen met wisselende druk wordt aangezogen een tussenvat met vlotterventiel om voor een regelmatige doseerstroom te zorgen. P_MAZ_0016_SW Afb. 13 Bij wisselende druk aan de zuigzijde 2 Gebruik wanneer uit een hoog toevoerniveau met wisselende druk wordt aangezogen een tussenvat met vlotterventiel om voor een regelmatige doseerstroom te zorgen. P_MAZ_0010_SW Afb

37 Montage en installatie Bij onderdruk in de hoofdleiding Installeer bij doseren in een hoofdleiding waarin onderdruk heerst een multifunctieventiel, een drukhoudventiel (DHV-RM) of een doseerventiel in de persleiding om ervoor te zorgen dat het doseermedium niet wordt doorgeheveld. P_MAZ_0010_SW Afb Onjuiste installatie Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen De zuigleiding kan niet worden ontlucht. Er zit een luchtinsluiting (zie pijl) in de zuigleiding. Voorkom de luchtinsluiting of installeer zoals in Ä Bij hoge druk aan de zuigzijde 1 op pagina 35. Afb. 16 P_MAZ_0009_SW Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen Bij gevulde leiding stroomt het doseermedium ongecontroleerd. Hevelwerking door te laag aflopende persleiding. Onderbreek de persleiding zoals in Ä Bij hoge druk aan de zuigzijde 2 op pagina 36 Afb. 17 P_MAZ_0010_SW 37

38 Montage en installatie Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen Doseermedium wordt door de doseereenheid geperst. De voordruk aan de zuigzijde is te hoog door negatief drukverschil tussen persen zuigzijde. Installeer zoals in Ä Bij hoge druk aan de zuigzijde 3 op pagina 36. P_MAZ_0011_SW Afb. 18 Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen De zuigleiding kan afscheuren. De doseerpomp doseert het doseermedium in een omloop. De overstortleiding wordt in de zuigleiding teruggeleid, die met een voetventiel beveiligd kan zijn of verstopt kan zijn. De overstortleiding wordt in de zuigleiding teruggeleid, waardoor het multifunctieventiel na openen mogelijk niet meer sluit. Installeer zoals in Ä Overschrijding van de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk voorkomen op pagina 35. Installeer zoals in Ä Overschrijding van de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk voorkomen op pagina 35. Afb. 19 P_MOZ_0030_SW 38

39 Montage en installatie 7.4 Elektrische installatie AANWIJZING! Alleen geautoriseerde "deskundige" personen mogen de doseerpomp elektrisch installeren! Voor de installatie van de doseerpomp de voorschriften voor installatie in explosiegevaarlijke zones, in Europa de Europese fabrikantenrichtlijn 99/92/EG (ATEX 137) en de ATEX-productrichtlijn 94/9/EG (ATEX 95) opvolgen! In België en Nederland is deze richtlijn opgenomen in de ARAB- respectievelijk ARBO-wetgeving! Ook de geldende normen zoals DIN EN 079, DIN EN , DIN VDE 0118 voor het ontwerpen van elektrische installaties in explosiegevaarlijke zones opvolgen DIN EN ! Bij het installeren in het buitenland, de geldende nationale voorschriften opvolgen! Een intrinsiek veilige installatie moet door een "erkende, deskundige persoon" worden gekeurd! Geen netspanning aansluiten op de externe aansluiting (11)! De inwendige smeltzekering heeft een schakelvermogen van 1500 A. Kan de kortsluitstroom in het voedingsnet hoger worden dan 1500 A, moet de pomp met een geschikte voorzekering met een hoger schakelvermogen (nominale stroom kleiner dan 1500 A) worden afgezekerd. Netaansluiting Elektrische gegevens, zie hoofdstuk "Technische gegevens" De aansluitklem (23) voor de potentiaalvereffeningsleiding bevindt zich op de behuizing naast de netaansluiting (12). 12 Netaansluiting 23 Aansluitklem potentiaalvereffening EXBbG L1: Fase bruin 40 N: Nulleider blauw 23 PE: Aardleiding geel / groen 12 EXBbM L1: Fase bruin N: Nulleider blauw -: Vrij zwart * PE: Aardleiding geel / groen ** * Inwendig geïsoleerd, uitwendig aansluiten op een vrije klem. ** De drie losse aardleidingen in elkaar draaien, met geel/groene slang overtrekken en op de aardklem aansluiten. 39

40 Montage en installatie Inductiespanningen Is de pomp parallel aan inductieve verbruikers in het net aangesloten (bijv. magneetventiel, motor), moet deze elektrisch worden gescheiden van deze verbruikers, om schade door inductiespanningen bij het uitschakelen te voorkomen. 1. Eigen contacten voorzien, stroomvoorziening via een hulpcontactor of relais aansluiten. 2. Bij de 100-V- tot 230-V-uitvoeringen varistor (U N = 275 V) of RC-kring (0,22 µf / 220 Ω) parallel schakelen. a) b) EXtronic 2 Inductieve verbruikers 3 Varistor Inschakelen Met netschakelaar (13), bij de 500 V uitvoering moet door de installateur een netschakelaar worden voorzien. Externe, contact-, analoge en pauze-ingang niet intrinsiek veilig EXBbG Ingang (+) zwart (1) Ingang (-) zwart (2) EXBbM Ingang (+) blauw Ingang (-) Zwart Externe, contact-, analoge en pauze-ingang intrinsiek veilig, mantelkleur blauw EXBbG en EXBbM Ingang (+) zwart (1) Ingang (-) zwart (2) El. aansluiting membraanbreukmelder, intrinsiek veilig, mantelkleur blauw! EXBbG en EXBbM Ingang (+) bruin (1) Ingang (-) blauw (2) 40

41 Bedrijf en bediening 8 Bedrijf en bediening 8.1 Inbedrijfstelling WAARSCHUWING! Bij de omgang met gevaarlijke media veiligheidsbril en beschermende kleding dragen! De doseerkop van de doseerpomp kan nog waterresten bevatten die zijn achtergebleven bij de controle in de fabriek. Bij media die niet met water in aanraking mogen komen, voor het in bedrijf nemende doseerkop van water ontdoen! Instellingen alleen bij draaiende pomp uitvoeren! Voor het instellen van de slaglengte de vergrendeling losmaken! De aanzuighoogte bij lege doseerkop is afhankelijk van het slagvolume: De pomp moet bij slaglengte = 100 % aanzuigen. Moet de pomp bij lagere instelling zonder wijzigen van de slaglengte worden geleegd en zelfaanzuigend weer in bedrijf worden genomen, de aanzuighoogte overeenkomstig lager kiezen. De pomp kan niet tegen druk aanzuigen! Na stilstand van de pomp kan geen absoluut betrouwbare dosering worden gegarandeerd. Een regelmatige controle is noodzakelijk! Voor inbedrijfstelling 1. De werking van het overdrukventiel controleren. 2. Controleer de pompaansluitingen en de verbindingen op dichtheid. Doseerkop ontwateren Bij omgang met media die niet met water in aanraking mogen komen: 1. Pomp 180 draaien. 2. Doseerkop leegmaken. 3. Van boven via de zuigaansluiting met een geschikt medium spoelen. Doseerkop vullen Bij doseerkop zonder ontluchtingsventiel: 1. Zuigleiding, maar nog niet de persleiding aan de doseerkop aansluiten. 2. De pomp met de netschakelaar inschakelen en deze met maximale slaglengte en slagfrequentie werken, tot de doseereenheid volledig en zonder luchtbellen is gevuld. 3. Pomp met de netschakelaar (13) uitschakelen. 4. Persleiding aansluiten op de doseerkop. De pomp is bedrijfsklaar. 41

42 Bedrijf en bediening Doseerkop vullen, snelle ontluchting Bij doseerkop met ontluchtingsventiel: 1. Zuig- en persleiding aansluiten op de doseerkop. 2. Bypass-leiding aansluiten. 3. Ontluchtingsventiel (5) door de stergreep één slag rechtsom te draaien openen, de weg voor de grove afzuigontluchting via de bypass (6) is vrij. 4. De pomp met de netschakelaar inschakelen en deze met maximale slaglengte en slagfrequentie laten werken, tot de doseereenheid volledig en zonder luchtbellen is gevuld (zodra het doseermedium in de ontluchtings- resp. persleiding zichtbaar wordt). 5. Het ontluchtingsventiel sluiten. 6. Pomp met de netschakelaar (13) uitschakelen. De pomp is bedrijfsklaar. Fijne ontluchting instellen Bij de dosering eenvoudig uitgassende media: Een deelstroom van het doseervolume wordt constant teruggeleid naar de voorraadtank. Het retourvolume moet ca. 20 % van het doseervolume zijn. De media moeten dunvloeibaar en zonder aandeel vaste stof zijn. Eindigt de retourleiding boven het vloeistofpeil, werkt het fijnontluchtingsventiel als een vacuümbreker en verhindert zo het leegzuigen van de voorraadtank bij het ontstaan van een vacuüm in de doseerleiding. Na 24 bedrijfsuren de schroeven in de doseerkop natrekken! 1. Stergreep van het ontluchtingsventiel (5) trekken. 2. De schroef in het ontluchtingsventiel met een schroevendraaier ca. 1 slag linksom draaien. 3. Stergreep op het ontluchtingsventiel (5) schuiven. Doseerkop ontluchten Bij HV-uitvoering: het voor het eerst aanzuigen en ontluchten wordt bij nog droge ventielen en de ventielveren bemoeilijkt. Daarom een zo kort mogelijke aanzuighoogte kiezen of voor toevoer, resp. voordruk aan de perszijde zorgen en de doseerkop ontluchten. Heeft dit geen resultaat, de pomp kort zonder ventielveer in het persventiel gebruiken: 1. De persaansluiting losschroeven en de kogel wegdrukken van de O-ring. 2. De doseerkop met water of een geschikt medium vullen. 3. De persaansluiting zonder ventielveer monteren. 4. Een kort stuk PVC-slang (100 mm) op de slangpilaar steken en tot de helft met water of een geschikt medium vullen. 5. Laat de pomp draaien met maximale slaglengte, tot doseermedium in het stuk slang zichtbaar wordt. 42

43 Bedrijf en bediening 6. De ventielveer weer plaatsen het kantelen verhinderen, door een drevel van 4 mm Ø door het persventiel te steken, die de veer in de middenpositie houdt. 7. De persleiding weer aansluiten. Doseerkop ontluchten Doseert de pomp in een druksysteem en is lucht aangezogen: 1. De ontluchting aan de perszijde instellen: De doseerleiding losmaken of het ontluchtingsventiel openen. 2. De pomp inschakelen en bij een slaglengte 100 % ontluchten. 8.2 Bepalen van de pompcapaciteit De werkelijke pompcapaciteit is afhankelijk van de slaglengte, slagfrequentie en tegendruk in de doseerleiding. De relatie pompcapaciteit / slaglengte / slagfrequentie is in het nomogram van elk pomptype weergegeven. In de grafiek die de verandering van de pompcapaciteit bij tegendruk toont, is een correctiefactor afleesbaar. De metingen voor het bepalen van de nomogrammen zijn met water uitgevoerd en de correctiefactor is bij een slaglengte van 70 % bepaald. De strooiing van de pompcapaciteit binnen alle materiaaluitvoeringen is -5 % (geen informatie voor bovengrens). 1. De gewenste pompcapaciteit in het waardenbereik van het pomptype kiezen (zie capaciteitsgegevens) 2. Het nomogram en het diagram van het pomptype kiezen. 3. Op de abcis van de grafiek de tegendruk in het doseersysteem markeren en de bijbehorende correctiefactor op de ordinaat aflezen. 4. Deel de gewenste pompcapaciteit door de afgelezen correctiefactor. 5. Met een liniaal de zo bepaalde pompcapaciteit op de middelste schaal van het nomogram markeren. 6. Een lijn trekken door alle drie schalen zo horizontaal mogelijk, echter zodanig dat minimaal één van de beiden buitenste schalen wordt gesneden, hierbij op de slaglengteschaal een deelstreepje met een grote waarde kiezen. Het snijpunt van de lijn met de rechter schaal toont de in te stellen slagfrequentie, het snijpunt van de lijn met de linker schaal toont de in te stellen slaglengte. Pompcapaciteit bij middelmatige tegendruk: Gewenste pompcapaciteit: Tegendruk: 11,9 l/h (zie capaciteitsgegevens) 6 l/h 8 bar -> correctiefactor volgens diagram: 0,9 -> in te stellen pompcapaciteit: 6 l/h / 0,9 = 6,66 l/h -> slaglengte volgens nomogram: 80 % -> slagfrequentie volgens nomogram: 80 slagen/min 43

44 Bedrijf en bediening Voor hoogviskeuze media en uitgassende media, een grote slaglengte en een lage slagfrequentie kiezen. Bij uitgassende media met viscositeit 20 mpa s zelfontluchtende doseerkop gebruiken. Voor een optimale vermenging kleine slaglengte en hoge slagfrequentie kiezen. Voor een nauwkeurige dosering de slaglengte, indien mogelijk, niet kleiner instellen dan 30 %. Bij max. druk slaglengte % bij type 11, 40 % bij type 1201 en 1002, 20 % bij type Bij lagere druk kan de slaglengte verder worden gereduceerd. Bij pompen met geopende fijnontluchting de slaglengte groter instellen. 8.3 Nomogrammen EXBb_1000 Correctiefactor Slaglengte(mm) 0,625 0,563 0,500 0,438 0,375 0,313 0,250 0,188 1,5 1,0 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 0,30 0,25 0,20 0,15 0,12 0,09 0,07 0,05 0,04 0,03 0,02 0,015 0,012 0,01 0,005 0,004 5,04 4,00 3,00 2,00 1,50 1,00 0,70 0,50 0,40 0,30 0,20 0,15 0,10 0,07 Pompcapaciteit (ml/min) 0 1, Slagfrequentie (schaal) Tegendruk (bar) Slagfrequentie (slagen/min) Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 0,27 l/h bij middelmatige tegendruk van 5 bar Pompcapaciteit 0,19 l/h bij maximale tegendruk van 10 bar 44

45 Bedrijf en bediening EXBb_2501 Afb. 20 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 1,30 l/h bij middelmatige tegendruk van 16 bar Pompcapaciteit 1,10 l/h bij maximale tegendruk van 25 bar EXBb_11 Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 1,30 0,90 0, 0,40 0,26 0,18 0,13 0,10 0,08 0,06 0,04 0,03 0,02 0,015 0,01 21,67 16,00 13,00 10,00 8,00 6,50 5,50 4,33 3,50 2,70 2,17 1,50 1,00 0,80 0, 0,40 0,30 0,20 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) Slagfrequentie (slagen/min) Correctiefactor 1,5 1 0,5 0 1, Tegendruk (bar) Afb. 21 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 1,30 l/h bij middelmatige tegendruk van 8 bar Pompcapaciteit 1,00 l/h bij maximale tegendruk van 16 bar 45

46 Bedrijf en bediening EXBb_1201 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0,375 1,5 1 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 2,00 1, 1,30 1,00 0,76 0, 0,50 0,35 0,25 0,20 0,15 0,10 0,08 0,06 0,04 0,03 33,33 28,00 24,00 20,00 17,00 15,00 12,67 9,50 7,50 6,00 4,50 3,33 2,50 2,00 1,50 1,25 1,00 0,80 0,70 0, Pompcapaciteit (ml/min) 0 1 1, Slagfrequentie (schaal) Tegendruk (bar) Slagfrequentie (slagen/min) Afb. 22 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 2,0 l/h bij middelmatige tegendruk van 6 bar Pompcapaciteit 1,70 l/h bij maximale tegendruk van 12 bar EXBb_0803 Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 3,90 3,40 3,00 2,50 2,00 1,70 1,42 1,20 1,00 0,80 0, 0,50 0,39 0,30 0,25 0,20 0,15 0,12 0,10 0,08 0,06 65,00 58,00 50,00 40,00 35,00 27,00 23,67 20,00 15,00 11,50 10,00 8,00 6,50 5,00 4,00 3,00 2,50 2,00 1, 1,30 1,00 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) Slagfrequentie (slagen/min) Correctiefactor 1,5 1 0, , Tegendruk (bar) Afb. 23 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 3,9 l/h bij middelmatige tegendruk van 4 bar Pompcapaciteit 3,70 l/h bij maximale tegendruk van 8 bar 46

47 Bedrijf en bediening EXBb_1002 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0,375 1,5 1 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 2,70 2,30 1,80 1,50 1,20 1,00 0,83 0,70 0, 0,50 0,40 0,33 0,27 0,20 0,15 0,10 0,08 0,06 0,04 45,00 38,00 30,00 25,00 20,00 17,00 13,30 10,00 8,00 6,00 4,50 3, 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,80 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) Slagfrequentie (slagen/min) 0 1, Tegendruk (bar) Afb. 24 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 2,70 l/h bij middelmatige tegendruk van 5 bar Pompcapaciteit 2,30 l/h bij maximale tegendruk van 10 bar EXBb_0308 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0,375 1,5 1 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 10,30 8,00 6,00 5,00 4,00 3,42 2,50 2,00 1,50 1,03 0,80 0, 0,50 0,40 0,30 0,20 0,15 171,67 150,00 120,00 100,00 80,00 65,00 57,00 47,00 40,00 30,00 25,00 20,00 17,17 13,00 10,00 8,00 6,00 5,00 4,00 3,00 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) Slagfrequentie (slagen/min) 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 Tegendruk (bar) Afb. 25 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 10,3 l/h bij middelmatige tegendruk van 1,5 bar Pompcapaciteit 8,70 l/h bij maximale tegendruk van 3 bar 47

48 Bedrijf en bediening EXBb_2502 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0, ,5 2 1,5 1 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 2,20 1,40 1,00 0,70 0,50 0,39 0,25 0,19 0,15 0,10 0,06 0,04 0,03 0,02 36,66 22,00 15,00 10,00 6,50 4,50 3,17 2,20 1,50 1,00 0,70 0,50 0,40 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) Slagfrequentie (slagen/min) 0 2,5 5 7, , , ,5 25 Tegendruk (bar) Afb. 26 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 2,20 l/h bij middelmatige tegendruk van 20 bar Pompcapaciteit 2,00 l/h bij maximale tegendruk van 25 bar EXBb_2505 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0, ,5 2 1,5 1 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 4,80 3,80 3,00 2,50 2,00 1,65 1,30 1,00 0,85 0, 0,45 0,35 0,25 0,20 0,15 0,10 0,08 0,06 0,04 80,00,00 45,00 35,00 25,00 19,00 14,17 10,00 7,57 6,00 4,00 3,00 2,00 1,50 1,00 0,08 Pompcapaciteit (ml/min) 0 2,5 5 7, , , ,5 25 Slagfrequentie (schaal) Tegendruk (bar) ,5 Slagfrequentie (slagen/min) Afb. 27 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 4,80 l/h bij middelmatige tegendruk van 20 bar Pompcapaciteit 4,20 l/h bij maximale tegendruk van 25 bar 48

49 Bedrijf en bediening EXBb_1006 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0,375 1,5 1 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 7,20 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,53 1,20 0,90 0,72 0,50 0,40 0,30 0,20 0,15 0,10 0,06 120,00 100,00 80,00,00 50,00 40,00 30,00 25,50 20,00 16,00 12,00 10,00 8,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,50 1,00 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) Tegendruk (bar) Slagfrequentie (slagen/min) Afb. 28 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 7,20 l/h bij middelmatige tegendruk van 5 bar Pompcapaciteit 6,00 l/h bij maximale tegendruk van 10 bar EXBb_1310 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0,375 1,5 1 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 11,90 10,00 8,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,30 1,80 1,50 1,19 0,90 0,70 0,50 0,40 0,30 0,20 0,15 0,10 198,33 1,00 120,00 100,00 80,00,00 50,00 38,33 28,00 19,83 15,00 10,00 8,00 6,00 4,00 3,00 2,00 1,50 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) Tegendruk (bar) ,5 Slagfrequentie (slagen/min) Afb. 29 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 11,90 l/h bij middelmatige tegendruk van 6 bar Pompcapaciteit 10,50 l/h bij maximale tegendruk van 13 bar 49

50 Bedrijf en bediening EXBb_0613 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0,375 1,3 1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 14,90 12,00 9,00 6,50 5,00 3, 2,80 2,00 1,49 1,20 0,90 0,70 0,50 0,40 0,30 0,20 0,15 248,33 190,00 150,00 120,00 100,00 80,00,00 45,00 35,00 24,83 18,00 14,00 10,00 8,00 6,00 4,00 3,00 Pompcapaciteit (ml/min) 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 Slagfrequentie (schaal) Tegendruk (bar) Slagfrequentie (slagen/min) Afb. 30 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 14,90 l/h bij middelmatige tegendruk van 3 bar Pompcapaciteit 13,10 l/h bij maximale tegendruk van 6 bar EXBb_0814 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0, , Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 15,40 12,50 10,00 8,00 6,00 4,11 3,00 2,00 1,54 1,00 0,80 0, 0,40 0,30 0, ,67 200,00 1,00 120,00 90,00 68,50 55,00 40,00 25,67 20,00 15,00 11,00 8,00 6,00 4,00 3,00 Pompcapaciteit (ml/min) Tegendruk (bar) Slagfrequentie (schaal) ,5 Slagfrequentie (slagen/min) Afb. 31 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 15,40 l/h bij middelmatige tegendruk van 5 bar Pompcapaciteit 14,00 l/h bij maximale tegendruk van 8 bar 50

51 Bedrijf en bediening EXBb_0417 Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 17,90 13,00 10,00 8,00 6,00 4,50 3,00 2,40 1,79 1,30 1,00 0,80 0, 0,40 0,30 0,20 298,33 250,00 200,00 150,00 120,00 90,00 75,00,00 40,00 29,83 20,00 15,00 10,00 8,00 6,00 4,00 3,00 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) Slagfrequentie (slagen/min) bar Correctiefactor 1,3 1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0,7 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 Tegendruk (bar) Afb. 32 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 17,90 l/h bij middelmatige tegendruk van 2 bar Pompcapaciteit 17,40 l/h bij maximale tegendruk van 3,5 bar EXBb_0430 Correctiefactor Slaglengte(mm) 1,250 1,125 1,000 0,875 0,750 0,625 0,500 0,375 1,3 1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit(l/h) 29,50 20,00 15,00 10,00 6, 5,00 4,00 2,95 2,40 1,80 1,40 1,00 0,80 0, 0,40 0,30 491,67 380,00 300,00 200,00 135,00 110,00 70,00 49,17 35,00 25,00 20,00 15,00 11,00 8,50 6,00 5,00 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 Pompcapaciteit(ml/min) Tegendruk (bar) Slagfrequentie (schaal) ,5 Slagfrequentie(slagen/min) Afb. 33 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit 29,50 l/h bij middelmatige tegendruk van 2 bar Pompcapaciteit 27,00 l/h bij maximale tegendruk van 3,5 bar 51

52 Bedrijf en bediening EXBb_02 1,250 1,125 1, ,00 45,00 35, ,00 800,00 0, Slaglengte(mm) 0,875 0,750 0,625 0,500 0, Slaglengte(%) Pompcapaciteit (l/h) 25,00 16,70 13,00 9,00 6,00 4,50 3,00 2,00 1,50 1,00 0,70 450,00 350,00 278,33 200,00 1,00 130,00 10,00 80,00,00 40,00 30,00 20,00 15,00 Pompcapaciteit (ml/min) Slagfrequentie (schaal) ,5 Slagfrequentie (slagen/min) Afb. 34 Pompcapaciteit in relatie tot de tegendruk Pompcapaciteit,00 l/h bij maximale tegendruk van 1,5 bar 8.4 Instellen van de pompcapaciteit De slaglengte alleen instellen bij draaiende pomp! Wordt de slaglengte-instelknop (14) bediend zonder eerst de vergrendeling (15) los te maken, wordt de afstelling van de slaglengte-instelknop versteld. Worden de instelinstructies niet opgevolgd, is een foutieve dosering mogelijk. Het installeren en de inbedrijfstelling van de pomp is afgesloten. De instelwaarden zijn op basis van het nomogram bepaald. Inschakelen 1. Transparant deksel (17) opklappen. 2. Pomp met de netschakelaar (13) inschakelen. Slaglengte instellen 1. Voor het instellen van de slaglengte de vergrendeling losmaken: De vergrendelingspal (15) naar boven drukken. 2. Bepaalde slaglengte met de instelknop (14) instellen. De ringschaal op de instelknop (14) heeft een 0,01 mm verdeling in het kijkvenster (10) wordt de slaglengte in mm weergegeven. Het totale instelbereik voor de slaglengte is 0 tot 1,25 mm (0,63 bij pomptype 1000), in het kijkvenster (10) zijn dus alleen de standen 0 en 1 mogelijk. 52

53 Bedrijf en bediening 3. Slaginstelknop (14) vergrendelen: De vergrendelingspal (15) naar beneden drukken. Slagfrequentie instellen Bepaalde slagfrequentie met de instelknop (16) instellen. Eén deelstreepje komt overeen met 1 slag/min. Correcties voor een nauwkeurige dosering 1. Pompcapaciteit aan de zuigzijde van de doseerpomp met een kalibratiebuis of door afwegen bepalen. 2. Instelling van de pomp corrigeren. 53

54 Onderhoud 9 Onderhoud AANWIJZING! EXtronic doseerpompen mogen alleen door geautoriseerde personen worden onderhouden! AANWIJZING! Bij de omgang met gevaarlijke media veiligheidsbril en beschermende kleding dragen! Onderhoudsmaatregelen Controleer of de doseerkopschroeven goed vast zitten. Na 24 bedrijfsuren de schroeven in de doseerkop natrekken. Controleer of de doseerleidingen goed vast zitten. Controleer of het pers- en zuigventiel goed vastzitten. De lekdichtheid van de totale doseereenheid controleren. Correcte pompwerking controleren: de pomp kort laten aanzuigen. Bij zware belasting (bijv. continubedrijf): kortere intervallen. Bij de zelfontluchtende doseerkop: Controleren of de bypass-leiding en aansluiting goed vast zitten. Controleer of het veerbelaste persventiel goed vast zit. Ontluchtingsfunctie controleren. Onderhoudsintervallen Elk kwartaal Bij zware belasting (bijv. continubedrijf), kortere intervallen. AANWIJZING! Het hulpmembraan is een slijtdeel en moet na breuk van het tweede werkmembraan of na pompbedrijfsuren worden vervangen. Het scheidingsmembraan van de membraanbreukmelder moet bij elke breuk van het werkmembraan worden vervangen. Bij elke vervanging van het werkmembraan moet een visuele controle van de toestand van het veiligheidsmembraan (hulpmembraan) worden uitgevoerd. 54

55 Reparaties 10 Reparaties Veiligheidsaanwijzingen Alleen originele reserveonderdelen gebruiken! Bij de omgang met gevaarlijke media een veiligheidsbril en beschermende kleding dragen! WAARSCHUWING! Bij EXtronic doseerpompen mogen de volgende reparatiemaatregelen alleen door deskundige personen of in de fabriek van de fabrikant worden uitgevoerd: Ex-relevante onderdelen vervangen Beschadigde netsnoeren vervangen Zekeringen en elektronische besturing vervangen Reparaties aan doseerpompen voor brandbare media, ook bij de doseerkop Ombouwen naar een andere capaciteit of besturingstype zijn alleen in de fabriek van de fabrikant mogelijk. Neem contact op met uw ProMinent-vestiging of -dealer! De adressen staan op de achterkant van deze gebruikershandleiding. Stuur de doseerpomp voor reparatie alleen in gereinigde toestand en met gespoelde doseerkop terug! WAARSCHUWING! Het is verboden om pompen voor radioactieve media te verzenden! Stuur de doseerpompen voor reparatie alleen in gereinigde toestand en met gespoelde doseereenheid terug! De doseerpomp uitsluitend vergezeld van een volledig ingevulde decontaminatieverklaring opsturen. De decontaminatieverklaring maakt deel uit van de inspectie- of reparatieopdracht. De pomp wordt alleen geïnspecteerd of gerepareerd wanneer een door bevoegde en gekwalificeerd personeel van de pompexploitant juist en volledig ingevulde decontaminatieverklaring is bijgevoegd. Het formulier "Decontaminatieverklaring" vindt u in de bijlage of op 55

56 Reparaties 10.1 Werkmembraan / hulpmembraan vervangen WAARSCHUWING! Bij gevaarlijke doseermedia de doseerkop vooraf spoelen. Hiervoor water of een geschikt spoelmiddel met een spuitfles door de zuigaansluiting van de doseerkop drukken. Bescherm uzelf en anderen tegen het doseermedium als het een gevaarlijk of onbekend doseermedium betreft! Na een membraanbreuk zit er ook doseermedium in de membraanbreukmelder en het aanvoerkanaal in de tussenschijf (5). 1. De slaglengte bij draaiende pomp met de slaglengte-instelknop (14) naar "0"draaien. De pomp uitschakelen. 2. Doseerkopschroeven losdraaien en doseerkop met bevestigingsschroeven demonteren. 3. Daarna het werkmembraan (6) (zie afb. 1) met beide handen met een ruk linksom draaien van de adapter (2) losdraaien en afschroeven. 4. De behuizing en de kopschijf (3) in de linkerhand houden en met de rechterhand de doseerkop (4) met een lichte ruk naar links draaien, zodat het doseermembraan (25) loskomt van de aandrijfas. 5. Tussenschijf (5) verwijderen en de toestand van het veiligheidsmembraan (4) controleren. 6. Is het veiligheidsmembraan gebroken, het membraan vervangen door een nieuwe (zie ook Ä Hoofdstuk 10 Reparaties op pagina 55). 7. Tussenschijf (5) op de kopschijf plaatsen. 8. Nieuwe werkmembraan (6) met beide handen handvast vastdraaien. 9. Voor de verdere montage, zie Ä Hoofdstuk 10 Reparaties op pagina Membraanbreuksensor repareren WAARSCHUWING! Koppel de membraanbreuksensor los van het analyseapparaat. Bescherm uzelf en anderen tegen het doseermedium als het een gevaarlijk of onbekend doseermedium betreft. Na een membraanbreuk zit er ook doseermedium in de membraanbreuksensor en het aanvoerkanaal in de kopschijf (3). De membraanbreuksensor moet na elke membraanbreuk worden gecontroleerd en indien nodig moet het scheidingsmembraan worden vervangen (bijv. als het doseermedium uitkristalliseert of vuil en deeltjes meevoert). 56

57 Reparaties Bij het uit- en inschroeven van de membraanbreuksensor erop letten dat de kabel niet teveel verdraait. Het analyseapparaat aansluiten voor het controleren van de elektrische geleiding Membraanbreuksensor controleren Bij het uit- en inschroeven van de membraanbreuksensor erop letten dat de kabel niet teveel verdraait. Het analyseapparaat aansluiten voor het controleren van de elektrische geleiding. 1. Schroef voor het vervangen van het membraan de membraanbreuksensor uit de doseerkop. 2. Controleer of het analyseapparaat geen membraanbreuk weergeeft: 3. Druk met een stompe, isolerende pen (Ø mm, zonder scherpe randen) in het kanaal van de membraanbreuksensor. ð Het analyseapparaat moet een membraanbreuk aangeven. 4. Laat de stift weer los. ð Het analyseapparaat mag geen membraanbreuk meer aangeven. 5. Herhaal deze test meerdere malen. 6. Wanneer alles in orde is, kunt u de membraanbreuksensor met een nieuwe afdichting (1) in de doseerkop monteren. 7. Ga naar de volgende paragraaf als dat niet het geval is. 57

58 Reparaties 10.4 Scheidingsmembraan van de membraanbreuksensor vervangen a Afb. 35 P_HY_0015_SW 1. Koppel de membraanbreuksensor los van het analyseapparaat. 2. Schroef voor het vervangen van het membraan de membraanbreuksensor uit de doseerkop. 3. Pak de membraanbreuksensor bij het bovendeel (2) vast. Het is niet toegestaan om de met lak verzegelde moer te verdraaien. 4. Zet het sensorlichaam (5) vast met een steeksleutel. 5. Schroef de membraanbreuksensor open. 6. Reinig de verontreinigde delen. 7. Leg het nieuwe scheidingsmembraan (3) met de lichte zijde (PTFE) naar voren in het bovenste deel (2). 8. Leg de schijf (4) in het bovenste deel (2). 9. Plaats de veer in het sensorlichaam (5). 10. Breng het sensorlichaam (5) dichter bij het bovenste deel (2). ð De veer (6) moet goed op de veerzitting (3a) zitten. 11. Schroef het sensorlichaam (5) in het bovenste deel en draai dit goed vast. 12. Sluit de membraanbreuksensor weer aan op het analyseapparaat. 13. Controleer de membraanbreuksensor zoals onder "Membraanbreuksensor controleren" wordt beschreven. 14. Wanneer de membraanbreuksensor niet zuiver en betrouwbaar werkt, moet u absoluut een nieuwe membraanbreuksensor monteren. 58

59 Storingen 11 Storingen AANWIJZING! Bij de omgang met gevaarlijke media veiligheidsbril en beschermende kleding dragen! De veiligheidsinformatiebladen van de doseervloeistoffen opvolgen! Doseerkop leegmaken en indien nodig met een neutraal middel spoelen! Vóór werkzaamheden aan de pomp altijd eerst de doseerleiding drukloos maken! 11.1 Bedrijfs-/pulsindicatie brandt niet, geen pompslag Oorzaak Verkeerde of geen netspanning Verhelpen Zorgen voor de voorgeschreven netspanning volgens de spanningsgegevens op het typeplaatje Oorzaak Zekering defect Verhelpen Neem contact op met uw ProMinent- vestiging of -dealer! De adressen staan op onze homepage De pomp zuigt ondanks volledige pompslag en ontluchting niet meer aan Oorzaak Kristallijne afzettingen op de kogelzitting door het uitdrogen van de ventielen Verhelpen Zuigslang uit de doseertank halen. Ontluchtingsventiel openen. Doseerkop goed doorspoelen. Lukt dit niet, ventielen uitbouwen en reinigen Pomp doseert niet meer, hoewel bedrijfs-/pulsindicatie brandt Mogelijke oorzaak Vulniveau in de tank te laag Verhelpen Bijvullen. Mogelijke oorzaak Te geringe slaglengte ingesteld Verhelpen Slaglengte met de instelknop (14) vergroten. 59

60 Storingen Mogelijke oorzaak Verhelpen Luchtinsluiting in doseerkop Verhelpen bij doseerkop zonder ontluchting: Ontluchting aan perszijde instellen via overstroom- of veiligheidsventiel, resp. doseerleiding bij doseerventiel of persaansluiting losmaken. Pomp inschakelen en bij slaglengte 100 % ontluchten. Verhelpen bij doseerkop met ontluchting: Het ontluchtingsventiel (5) max. 1 slag linksom openen. Aanzuigen, tot de zuigleiding en doseerkop gevuld zijn zonder luchtbellen. Ontluchtingsventiel (5) sluiten Bij de kopschijf ontsnapt vloeistof Mogelijke oorzaak Doseereenheid heeft een lekkage bij het membraan Verhelpen Schroeven (24) in de doseerkop kruislings natrekken AANWIJZING! Aanhaalmomenten aanhouden: bei schroeven M4 2,5 3 Nm bei schroeven M5 4,5-5 Nm Aanhaalmomenten na 24 bedrijfsuren controleren! Bij uitvoering PP aanhaalmomenten daarnaast elk kwartaal controleren! Lekt nog steeds vloeistof weg, is het membraan gescheurd en moet het worden vervangen. De levensduur van het doseermembraan is afhankelijk van: Tegendruk in de installatie Bedrijfstemperatuur Eigenschappen van het te doseren medium Bij schurende media is de levensduur van het membraan beperkt. Bij gevaarlijke doseermedia de doseerkop spoelen: 1. Hiervoor water of een geschikt spoelmiddel met een spuitfles door de zuigaansluiting van de doseerkop drukken 2. Slaglengte bij draaiende pomp met de instelknop (14) naar "0" draaien 3. Pomp uitschakelen 4. Schroeven (24) losdraaien

61 Storingen 5. Doseerkop (4) met schroeven (24) ca. 5 mm uit de kopschijf (3) en het pomphuis trekken, tot bij het proberen te draaien van de doseerkop (4) geen weerstand door de schroeven (24) meer merkbaar is 6. Behuizing en kopschijf (3) in de linkerhand houden en met de rechterhand de doseerkop (4) met een lichte ruk naar links draaien, zodat het membraan (25) loskomt van de aandrijfas 7. Doseerkop (4) met de schroeven (24) uit het membraan (25) trekken 8. Membraan (25) volledig van de aandrijfas afschroeven 9. Gangbaarheid van schroefdraad controleren, door het nieuwe membraan tot de aanslag van de aandrijfas vast en weer los te schroeven 10. Kopschijf (3) weer op behuizing plaatsen 11. Membraan (25) in de kopschijf (3) leggen en 2 schroefdraadgangen vastschroeven P_EX_0015_SW 3 Kopschijf 4 Doseerkop 24 Schroeven 25 Membraan 26 Aftapopening 12. AANWIJZING! Membraan (25) zo draaien, dat de 4 boringen van membraan (25) en kopschijf (3) exact zijn uitgelijnd! De aftapopening (26) van de kopschijf (3) moet naar beneden wijzen! 13. Doseerkop (4) met schroeven (24) zover op het membraan (25) en kopschijf (3) steken, dat de onderdelen nog kunnen draaien (ca. 5 mm afstand tussen doseerkop en kopschijf), de zuigaansluiting moet naar beneden wijzen 61

62 Storingen 14. Nu de onderdelen draaien, tot de draaiweerstand van de terugtrekveer merkbaar wordt en het membraan vastzit AANWIJZING! Membraan hierbij niet te ver doordraaien! 15. Pomp inschakelen 16. Slaglengte met instelknop (14) op 100 % instellen en de volledige doseereenheid rechtsom draaien, tot de zuigaansluiting verticaal naar beneden wijst 17. Pomp uitschakelen 18. Daarna de 4 schroeven (24) kruislings aanhalen AANWIJZING! Aanhaalmomenten aanhouden: bei schroeven M4 2,5 3 Nm bei schroeven M5 4,5-5 Nm Aanhaalmomenten na 24 bedrijfsuren controleren! Bij uitvoering PP aanhaalmomenten daarnaast elk kwartaal controleren! 11.5 Pomp bouwt geen druk op of zuigt ondanks volledige pompslag niet aan Oorzaak Het werkmembraan is gebroken zonder het alarm te activeren. Verhelpen Werkmembraan onmiddellijk vervangen (zie hfst. "Reparatie" - "Het membraan vervangen"). Scheidingsmembraan van de membraanbreukmelder vervangen (zie hfst. "Reparatie" - "Scheidingsmembraan van membraanbreuksensor vervangen"). Membraanbreuksensor elektrisch controleren (zie hfst. "Reparatie" - "Membraanbreuksensor controleren") Membraanbreuksignalering geeft alarm Oorzaak Het werkmembraan is gebroken. De kabel van de membraanbreukmelder is onderbroken. 62

63 Afvoeren van oude onderdelen 12 Afvoeren van oude onderdelen Doseerpompen horen niet in het huishoudelijk afval! Oude onderdelen volgens de wetgeving voor het voorkomen van afval afvoeren, resp. volgens de afvalrecyclingverordeningen aanbieden voor recycling! De voor u verantwoordelijke ProMinent-vestiging of vertegenwoordiging neemt de oude onderdelen tegen een geringe vergoeding in. 63

64 Doorsnede EXtronic 13 Doorsnede EXtronic C D B E Aanzicht "U" A F xx El. besturing Temperatuurzekering XE /46 51/ /5 3 Uitvoering "extern, analoog" "U" ProMinent Type: EXBb... Dosiertechnik GmbH SER.NR./TN.... Im Schuhmacherg El. aansluiting Heidelberg Piekstroom... Postfach 1017 Doseercapaciteit Bij reparatie spleetbreedte controleren, max 0,16 mm toegestaan Bij reparatie op centrering letten Thermozekering bij magneet V 500 V LET OP! Reparatie door bevoegden!

65 Doorsnede EXtronic Zekeringen Houd zekeringen op voorraad. Zekering pos. 65 Spanning Pomptypen Zekeringgegevens Bestelnr. 100 V 1000, 11, 1201, 0803, 1002, x20 T 1,0A (1,5kA) V 2502, 1006, 0613, 0417,1002HV 5x20 T 2.5A (1,5kA) V 2505, 1310, 0814, 0430, 02 5x20 T 3.15A (1,5kA) V 1000, 11, 1201, 0803, 1002, x20 T 630 ma (1,5kA) V 2502, 1006, 0613, 0417,1002HV 5x20 T 2,0 A (1,5kA) V 2505, 1310, 0814, 0430, 02 5x20 T 2,5 A (1,5kA) V 1000, 11, 1201, 0803, 1002, x20 T 400mA (1,5kA) V 2502, 1006, 0613, 0417, 1002HV 5x20 T 1.25A (1,5kA) V 2505, 1310, 0814, 0430, 02 5x20 T 1.6A (1,5kA) V 1000, 11, 1201, 0803, 1002, ,3x32 T 315 ma 500V (1,5kA) 230 V 2502, 1006, 0613, 0417,1002HV 6,3x32 T 800 ma 500V (1,5kA) V 2505,1310, 0814, 0430, 02 6,3x32 T 1,25 A 500V (1,5kA) V 1000, 11, 1201, 0803, 1002, ,3x32 T 315 ma 500V (1,5kA) 500 V 2502, 1006, 0613, 0417,1002HV 6,3x32 T 630 ma 500V (1,5kA) V 2505, 1310, 0814, 0430, 02 6,3x32 T 1,25 A 500V (1,5kA) Zekering pos. 66 Spanning Pomptypen Zekeringgegevens Bestelnr V Alles 5x20 T 1 ma (35A)

Algemene gebruikershandleiding ProMinent magneetdoseerpompen

Algemene gebruikershandleiding ProMinent magneetdoseerpompen T T Algemene gebruikershandleiding ProMinent magneetdoseerpompen ProMinent STOP STAR delta gamma/ L Beta Voor de veilige en juiste toepassing van deze doseerpompen heeft u twee bedieningsvoorschriften

Nadere informatie

ProMinent Multifunctieventiel

ProMinent Multifunctieventiel Montage- en gebruikershandleiding ProMinent Multifunctieventiel NL A1581 Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Sigma's met hygiënekop

Aanvullende handleiding Sigma's met hygiënekop Aanvullende handleiding Sigma's met hygiënekop NL Voor een veilig gebruik van de pomp zijn twee gebruikershandleidingen nodig: Deze aanvullende handleiding en de bijbehorende "Gebruikershandleiding membraan-doseerpomp

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Sigma's met hygiënekop

Aanvullende handleiding Sigma's met hygiënekop Aanvullende handleiding Sigma's met hygiënekop NL Voor een veilig gebruik van de pomp zijn twee gebruikershandleidingen nodig: Deze aanvullende handleiding en de bijbehorende "Gebruikershandleiding membraan-doseerpomp

Nadere informatie

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Uitvoering 3 Installatie 3 Vullen 5 Starten ( eerste keer) 5 Starten ( normaal gebruik) 5

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift Analoge doseerpomp TEKNA EVO APG serie

Bedieningsvoorschrift Analoge doseerpomp TEKNA EVO APG serie Bedieningsvoorschrift Analoge doseerpomp TEKNA EVO APG serie Hydrochemie-Conhag B.V. TEKNA EVO APG serie 032010-1 - Bedieningsvoorschrift voor de installatie en ingebruikname van de analoge magneet doseerpomp

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Doseerpompen Sigma/ 1 met meerlaagsveiligheidsmembraan

Aanvullende handleiding Doseerpompen Sigma/ 1 met meerlaagsveiligheidsmembraan anvullende handleiding Doseerpompen Sigma/ 1 met meerlaagsveiligheidsmembraan P_SI_0045_SW Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen! Nooit weggooien! De gebruiker is aansprakelijk bij

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift Bedieningsvoorschrift S1Ca rominent Sigma/ 1 S1Ba (Basis type) S1Ca (Besturings type) met doseereenheid links S1Ca S2Ca rominent Sigma/ 2 S2Ba (Basis type) S2Ca (Besturings type) S2Ba S3Ca rominent Sigma/

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Motorgedreven membraandoseerpomp Sigma/ 2 basistype S2Ba

Gebruikershandleiding Motorgedreven membraandoseerpomp Sigma/ 2 basistype S2Ba Gebruikershandleiding Motorgedreven membraandoseerpomp Sigma/ 2 basistype S2Ba P_SI_0074_SW Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen! Nooit weggooien! De gebruiker is aansprakelijk bij

Nadere informatie

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16 36 Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 6 VVG... Armatuur brons CC9K (Rg5) DN 5...DN 0 k vs 5...25 m 3 /h Vlak afdichtende buitendraadaansluiting G B volgens ISO 228/ Koppelingsets ALG 2 met draadaansluiting

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift Analoge doseerpomp TEKNA EVO AKL serie

Bedieningsvoorschrift Analoge doseerpomp TEKNA EVO AKL serie Bedieningsvoorschrift Analoge doseerpomp TEKNA EVO AKL serie Hydrochemie-Conhag B.V. TEKNA EVO AKL serie 02009-1 - Bedieningsvoorschrift voor de installatie en ingebruikname van de analoge magneet doseerpomp

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Documentatie. 2/2 weg magneetventiel G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O)... 220V

Documentatie. 2/2 weg magneetventiel G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O)... 220V G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O)... 220V 1. Inhoudsopgave 1. Inhoud...1 2. Technische specificaties...1 3. Schema van onderdelen...2 4. Ventiel-typen...2 5. Functie types...3 6. Waarschuwingen...3

Nadere informatie

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp 15-11-2016 Versie 2.0 Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp Pagina 1 van 9 blz.1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Uitvoeringen... 3 3. Installatie... 3 4. Inbedrijfstelling... 5 4.1.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Doseersysteem voor paneelmontage DULCODOS Panel, type DSWa

Gebruikershandleiding Doseersysteem voor paneelmontage DULCODOS Panel, type DSWa Gebruikershandleiding Doseersysteem voor paneelmontage DULCODOS Panel, type DSWa NL A1837 Hier a.u.b. de identcode van uw pomp invullen: DSWa Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen.

Nadere informatie

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2 7526 NL Installatie- en bedieningsvoorschrift 2002, Flamco Uitvoering A B C D E F G H J - draaibare vataansluitingen (ÜW 1!/2 - bu. 1!/4 ) - metalen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Motorgedreven membraandoseerpomp Sigma/ 3 Controltype S3Ca

Gebruikershandleiding Motorgedreven membraandoseerpomp Sigma/ 3 Controltype S3Ca Gebruikershandleiding Motorgedreven membraandoseerpomp Sigma/ 3 Controltype S3Ca P_SI_0076_SW Voor de veilige en juiste toepassing van deze doseerpompen heeft u twee bedieningsvoorschriften nodig: de gebruikershandleiding

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 02 / 2014

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 02 / 2014 Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 0 / 014 Aanwijzingen voor een veilig gebruik in explosiegevaarlijke bereiken 1 Gebruik Apparaten die stroomkringen met intrinsieke veiligheid

Nadere informatie

Magneetventielen type 3963

Magneetventielen type 3963 Inbouw- en bedieningsvoorschrift Magneetventielen type 3963 Fig. 1 Algemeen De instrumenten mogen alleen door vakpersoneel dat bekend is met de montage, de inbedrijfname en het bedrijf van dit product,

Nadere informatie

Neutralisatie-eenheid

Neutralisatie-eenheid Installatiehandleiding voor de installateur Neutralisatie-eenheid NE0.1 V3 6 720 643 202 (2010/03) NL Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Doseerpompen Vario, VAMc

Gebruikershandleiding Doseerpompen Vario, VAMc Gebruikershandleiding Doseerpompen Vario, VAMc NL Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten.

Nadere informatie

Montage- en Gebruikshandleiding

Montage- en Gebruikshandleiding Montage- en Gebruikshandleiding van GEP DPA Dubbele Pompinstallatie GEP Regenwatersystemen Tel. BE: +32(0)56-299701 Tel. NL: +31(0)183-610520 Info@regenwater.com www.regenwater.com Dubbele Pompinstallatie

Nadere informatie

Magneetklep DN15 t/m DN150

Magneetklep DN15 t/m DN150 Madas type EVP(C)/NC Magneetklep DN15 t/m DN150 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G1/2 t/m G2 EN10226 Aansluitingen flenzen DN25 t/m DN150 PN16 ISO 7005 Maximale inlaatdruk 200 mbar optioneel 360 mbar

Nadere informatie

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015 Installatie & Onderhoudsinstructies 1 10-2015 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen.

Nadere informatie

Multi Eco-Pro Productinformatie

Multi Eco-Pro Productinformatie Huishoudelijk waterleidingstation met schakelautomaat Multi Eco-Pro Productinformatie Impressum Productinformatie Multi Eco-Pro Alle rechten voorbehouden. De inhoud mag zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding

Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding Lees deze gebruikshandleiding aandachtig door en bewaar voor naslagdoeleinden! 15.750068-V1.0 Colofoon Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding Versie 1.0 Uitgever ALLDOS

Nadere informatie

Drukhoud- en overstortventielen

Drukhoud- en overstortventielen MB 1 25 01 / 1 Algemeen zijn armaturen voor doseerinstallaties. Ze worden toegepast ter verhogen van de doseernauwkeurigheid of ter bescherming van de installatie tegen een te hoge druk. Wanneer de toeloopdruk

Nadere informatie

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Neutralisatie-eenheid NE1.1 Voor gebruik bij condensatieketels voor gas 6 720 643 494 (2010/01) BE/NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting

Nadere informatie

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman 60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................

Nadere informatie

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp Voor gebruik aandachtig lezen Alle veiligheidsvoorschriften nakomen Voor toekomstig gebruik bewaren Deze montagehandleiding bevat belangrijke

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

Pompgroepen IC GPD IC GPM Gebuiksaanwijzingen

Pompgroepen IC GPD IC GPM Gebuiksaanwijzingen Pompgroepen IC GPD IC GPM Gebuiksaanwijzingen IC GPM met mengkraan gemotoriseerde via SM90.120.2CA 230VAC IC GPD zonder mengkraan Mengkraan met instelbare manuele bypass Servomotor 3-punts sturing Grundfos

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 2 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 2 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

Deurvergrendelingssysteem TVS

Deurvergrendelingssysteem TVS Deurvergrendelingssysteem TVS voor vluchtroutebeveiliging of toegangscontrole Het DICTATOR deurvergrendelingssyteem TVS is de ideale oplossing voor individuele vluchtdeuren, omdat het als Stand-Alone-oplossing

Nadere informatie

Installatie- en bedieningsinstructie. Table Stand DS (2018/08) nl

Installatie- en bedieningsinstructie. Table Stand DS (2018/08) nl Installatie- en bedieningsinstructie Table Stand DS-1 6720888222 (2018/08) nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting op de symbolen en veiligheidsinstructies...... 2 1 Toelichting van de symbolen......................

Nadere informatie

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type 42-14 type 42-18 Type 42-24 A type 42-28 A Type 42-24 B type 42-28 B Type 42-24 A Type 42-28 A figuur 1 Verschildrukregelaar 1. Constructie en werking De verschildrukregelaar

Nadere informatie

Rub-Block RB100DN met PT100 sensor

Rub-Block RB100DN met PT100 sensor Rub-Block RB100DN met PT100 sensor Inhoudsopgave 1. Toepassing 3 2. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing 3 3. Functie 3 3.1 Rub-Block met PT100 sensor 3 3.2 Meetomvormer optioneel 4 4.

Nadere informatie

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument

Nadere informatie

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Madas type EVO/NC Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G3/8, G1/2 of G3/4 Maximale inlaatdruk 200 mbar Temperatuur bereik - 15 o C tot + 60 o C, energiebesparende versie -

Nadere informatie

VOLT POT 1K R 220. OPEN FOR 60 Hz STAB. Spanningsregelaars R 220. Installatie en onderhoud

VOLT POT 1K R 220. OPEN FOR 60 Hz STAB. Spanningsregelaars R 220. Installatie en onderhoud VOLT POT 1K 110 0V E+ E- OPEN FOR 60 Hz STAB Deze handleiding is van toepassing op de regelaar van de alternator die u aangekocht hebt. We wensen uw aandacht te vestigen op de inhoud van deze onderhoudshandleiding.

Nadere informatie

Driewegkranen PN10 met buitendraad

Driewegkranen PN10 met buitendraad 4 233 SERIE 02 Driewegkranen PN10 met buitendraad VBG31... Driewegkranen PN10 met buitendraadaansluitingen Gietijzer GG-20 / GG-25 DN20... DN40 mm k vs 6,3... 25 m 3 /h Draaihoek 90 Buitendraadaansluitingen

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift Doseerpompen ProMinent Hydro/ 2 und Hydro/ 3. HP2a HP3a. Noteer hier de identcode van de pomp!

Bedieningsvoorschrift Doseerpompen ProMinent Hydro/ 2 und Hydro/ 3. HP2a HP3a. Noteer hier de identcode van de pomp! Bedieningsvoorschrift Doseerpompen ProMinent Hydro/ 2 und Hydro/ 3 HP2a HP3a Noteer hier de identcode van de pomp! Om de doseerpompen ProMinent Hydro veilig en correct te kunnen bedienen zijn twee bedieningsvoorschriften

Nadere informatie

Servomotoren voor kleine afsluiters

Servomotoren voor kleine afsluiters 4 891 Servomotoren voor kleine afsluiters met nominale slag 5,5 mm 80130 80117 SSB... zonder hulpschakelaar SSB...1 met hulpschakelaar Elektrische servomotoren voor kleine afsluiters VMP45..., VVP45...

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS / / 2013

Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS / / 2013 Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS3000 7097 / 01 07 / 2013 Inhoud 1 Inleiding...2 2 Veiligheidsaanwijzingen...3 3 Gebruik volgens de voorschriften... Montage....1 Montage

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Doseerstation DSBa

Gebruikershandleiding Doseerstation DSBa Gebruikershandleiding Doseerstation DSBa P_DD_0008_SW Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen! Nooit weggooien! De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en

Nadere informatie

Membraanpomp in kunststof PE geleidend

Membraanpomp in kunststof PE geleidend Membraanpomp in kunststof PE geleidend Algemene informatie De DMCX is een verdringer pomp die vloeistoffen overbrengt door middel van membraan bewegingen die aangedreven worden door perslucht. De behuizing

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK VEILIGHEIDSINSTRUCTIES De fabrikant adviseert een juiste toepassing van de verlichtingsarmaturen!

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat Bedieningshandleiding 1. Toepassingsgebied Voor het reguleren van de temperatuur van elektrische vloerverwarmingsinstallaties. 2. Functie De vloerthermostaat bestaat uit twee delen: Controleunit voor het

Nadere informatie

Montage handleiding Meskantafsluiters

Montage handleiding Meskantafsluiters Montage handleiding Meskantafsluiters MONTAGEKLARE ACCESSOIRES Montagekit Een groot assortiment accessoires beschikbaar in montagekit voor DN 300. Magneetklep Snelle montage van magneetklep Standmelding

Nadere informatie

CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2

CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2 CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2-1 - Het CAU-1 en CAU-1T afzuigsysteem is getest betreffende meetnauwkeurigheid door NMI Testcertificaat 1. VOORWOORD Deze

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Temperatuurregelaar Dubbel-thermostaat 30 tot 110 C Bestelnummer 7494 435 en 7494 436 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift Digitale doseerpomp TEKNA EVO TPG serie

Bedieningsvoorschrift Digitale doseerpomp TEKNA EVO TPG serie Bedieningsvoorschrift Digitale doseerpomp TEKNA EVO TPG serie Hydrochemie-Conhag B.V. TEKNA EVO TPG serie 022009-1 - Bedieningsvoorschrift voor de installatie en ingebruikname van de digitale magneet doseerpomp

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

Montagehandleiding. van drukdompelpomp

Montagehandleiding. van drukdompelpomp Montagehandleiding van drukdompelpomp GEP Benelux BV Kolk 52 NL-4241 TJ Arkel Tel: +31(0)183-610520 Fax: +31(0)183-610530 info@regenwater.com www.regenwater.com Drukdompelpomp pomp voor plaatsing in de

Nadere informatie

ContiComfortKit Handleiding

ContiComfortKit Handleiding Inleiding Dankzij de ContiComfortKit blijft u ook met een lekke band mobiel. De combinatie van een compressor met een afdichtmiddel maakt het mogelijk om snijbeschadigingen tot ongeveer 6 mm lang doeltreffend

Nadere informatie

Magneetventiel IR-DA serie

Magneetventiel IR-DA serie /-WEG DIRECT GESTUURD NORMAAL GESLOTEN KLEINE DEBIETEN Magneetventiel IR-DA serie De IR-DA serie bestaat uit direct gestuurde /-weg magneetventielen (werkt vanaf 0 bar). De uitgangspositie is normaal gesloten.

Nadere informatie

Aanwijzingen bij het technisch gegevensblad, veiligheidsaanwijzingen, gekwalificeerd geschoold personeel pagina 2

Aanwijzingen bij het technisch gegevensblad, veiligheidsaanwijzingen, gekwalificeerd geschoold personeel pagina 2 Driewegsafsluiter RB.. /. Doorgangsafsluiter RB..-BK Uitgave 17-07-2002 Wijzigingen voorbehouden Inhoud Aanwijzingen bij het technisch gegevensblad, veiligheidsaanwijzingen, gekwalificeerd geschoold personeel

Nadere informatie

Tuincontactdoos met piket

Tuincontactdoos met piket NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Algemene beschrijving en hydraulisch schakelschema Algemene beschrijving De hydraulisch aangedreven vetpomp BEKA HAMAX Systeem 2 wordt voornamelijk gebruikt voor het smeren van hydraulische hamers en alle

Nadere informatie

Typeoverzicht. R B2 nl wijzigingen voorbehouden 1

Typeoverzicht.   R B2 nl wijzigingen voorbehouden 1 Technische gegevens R30..-..-..-B2 Regelkogelkraan, 6-Weg, binnendraad Twee sequensen (koelen / verwarmen) met één aandrijving 90 waterzijdig omschakelen of modulerend regelen van verwarmings-/koelelementen

Nadere informatie

1. Funddamentele veiligheidsinstructies

1. Funddamentele veiligheidsinstructies 309699 NL Bewegingsmelder theluxa S360 WH 1010510 theluxa S360 BK 1010511 1. Funddamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische schokken of brand! Montage uitsluitend door

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834 Bedieningshandleiding Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS 2973 00 Oproepsysteem 834 Veiligheidsaanwijzingen Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.

Nadere informatie

INSTRUCTIEBOEKJE TP800P-TP800R-TP1200R. tuinpompen

INSTRUCTIEBOEKJE TP800P-TP800R-TP1200R. tuinpompen INSTRUCTIEBOEKJE TP800P-TP800R-TP1200R tuinpompen Hartelijk dank! 2 Hartelijk dank dat u voor een EUROM TP tuinpomp gekozen hebt. U hebt daarmee een goede keus gemaakt! Wij hopen dat hij tot uw volle tevredenheid

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

1. Funddamentele veiligheidsinstructies

1. Funddamentele veiligheidsinstructies 309691 NL Bewegingsmelder theluxa S150 WH 1010500 theluxa S150 BK 1010501 theluxa S180 WH 1010505 theluxa S180 BK 1010506 1. Funddamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift Digitale doseerpomp TEKNA EVO TPR serie (interne ph / redox regelaar)

Bedieningsvoorschrift Digitale doseerpomp TEKNA EVO TPR serie (interne ph / redox regelaar) Bedieningsvoorschrift Digitale doseerpomp TEKNA EVO TPR serie (interne ph / redox regelaar) Hydrochemie-Conhag B.V. TEKNA EVO TPR serie 02010-1 - Bedieningsvoorschrift voor de installatie en ingebruikname

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE SbS_Inst_102_00286_NL 23-04-2007 10:43 Pagina 20 AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE ALVORENS DE KOELKAST TE INSTALLEREN WATERAANSLUITING ELEKTRISCHE AANSLUITING NIVELLEREN VAN DE KOELKAST INSTALLATIE VAN

Nadere informatie

Gumax Terrasverwarmer

Gumax Terrasverwarmer Gumax Terrasverwarmer De energiezuinige terrasverwarmer op infraroodbasis zonder rode gloed Handleiding Model PAH-2011-1 3200 watt Lees alle instructies zorgvuldig door alvorens dit apparaat te installeren

Nadere informatie

Handleiding. Pool Basic Evo ph. Aandacht! OPGELET!

Handleiding. Pool Basic Evo ph. Aandacht! OPGELET! Handleiding Pool Basic Evo ph Aandacht! OPGELET! Alvorens ENIGE interventie te doen binnenin de stuurkast van de Pool Basic EVO dient u het toestel los te koppelen van zijn stroombron. INDIEN DE INSTRUCTIES

Nadere informatie

Magneetventiel IR-IA serie

Magneetventiel IR-IA serie 2/2-WEG INDIRECT GESTUURD NORMAAL GESLOTEN GESCHIKT VOOR IRRIGATIE Magneetventiel IR-IA serie De IR-IA serie bestaat uit indirect gestuurde 2/2-weg magneetventielen (werkend vanaf 0.5 bar). De uitgangspositie

Nadere informatie

Centrifugaalpomp. Multi Eco. Productinformatie

Centrifugaalpomp. Multi Eco. Productinformatie Centrifugaalpomp Productinformatie Impressum Productinformatie Alle rechten voorbehouden. De inhoud mag zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant niet worden verspreid, verveelvuldigd, bewerkt

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 LUCHTGORDIJN ECONOMIC B

GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 LUCHTGORDIJN ECONOMIC B GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke instructies en adviezen voor veilig gebruik. Om het product goed te laten functioneren en voor uw eigen veiligheid is het belangrijk dat

Nadere informatie

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 NRS 2-4 Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 Inhoudsopgave blz. Belangrijke instructies Veiligheidsinstructies...7 Waarschuwing...7 Verklaringen Verpakkingsinhoud...8 Systeembeschrijving...8

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Documentatie. magneetventielen

Documentatie. magneetventielen magneetventielen 1. Inhoudsopgave 2. Technische specificaties 3 3. Detail tekening 4 4. Kleptypes 5 5. Functie types 5 6. Omschrijving 5 7. Waarschuwingen 6 8. Installatie 7 9. Onderhoud 7 10. Afmetingen

Nadere informatie

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36 Alarmsirene Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

RVS 316 Elektrische Dubbele membraan pomp

RVS 316 Elektrische Dubbele membraan pomp RVS 316 Elektrische Dubbele membraan pomp Eten, drinken, farmaceutica, proces Afvalwater behandeling Chemie en petro chemie Poeder coaten Verf, hars en inktsoorten Mijnbouw en bouw industrie Olie & benzine

Nadere informatie

Documentatie. Terugslagventielen MS, RVS, Lab, ZF

Documentatie. Terugslagventielen MS, RVS, Lab, ZF Documentatie Terugslagventielen MS, RVS, Lab, ZF 1. Inhoudsopgave 2. Omschrijving 3 3. Type TERU 3 3.1 Artikelbetekenis 3 3.2 Technische data 3 3.3 Diagram 3 4. Type VO MS 6 5. Type TERU RVS 7 5.1 Gebruik

Nadere informatie

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

HANDLEIDING ATEX Explosionproof Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving

Nadere informatie

Gemotoriseerde vlinderkleppen, VHD2F.. Omschrijving

Gemotoriseerde vlinderkleppen, VHD2F.. Omschrijving 501 VHD2F080.M150.2S Gemotoriseerde vlinderkleppen, VHD2F.. Vlinderkleppen voor gesloten circuits in HVAC Nominale druk: PN16 Nominale diameter: DN25..DN200 Armatuur: grijs gietijzer GGG-40 Voering: EPDM

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1 URN 1 Gebruiksaanwijzing 810536-00 Stroomomvormer URN 1 Aansluitschema URN 1b 24 V= ± 25 % max. 15 W 24 V ±5% 10 VA Fig. 1 2 Overzicht A MAX 50 C Alarm MAX 95 % Entriegeln RESET Fig. 2 A B D E 112 85 C

Nadere informatie

ES-S7B. Buitensirene.

ES-S7B. Buitensirene. ES-S7B Buitensirene www.etiger.com Inhoud van de verpakking 1 x ES-S7B 1 x 12V adapter 1 x back-upbatterij (ingebouwd) 1 x siliconen frame Schroeven, pluggen en siliconen doppen Documentatie Belangrijke

Nadere informatie

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing CECH-ZHD1 7020228 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen

Nadere informatie

Inductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141

Inductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141 ATEX categorie II 1 G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 SIL2 volgens IEC 61508 schroefdraad, M12 x 1 roestvaststaal, 1.4301 DC 2-draads, nom. 8,2 VDC uitgang volgens DIN EN 60947-5-6 (NA- MUR)

Nadere informatie

De juiste dosis vooruitgang MAGDOS LT. Bedieningsvoorschrift Alvorens ingebruikname, bedieningsvoorschriften lezen! Zorgvuldig bewaren.

De juiste dosis vooruitgang MAGDOS LT. Bedieningsvoorschrift Alvorens ingebruikname, bedieningsvoorschriften lezen! Zorgvuldig bewaren. De juiste dosis vooruitgang MAGDOS LT Bedieningsvoorschrift Alvorens ingebruikname, bedieningsvoorschriften lezen! Zorgvuldig bewaren. Doseren Verplaatsen Regelen Vloeistoffen Drogestof Systemen Inhoud.

Nadere informatie

Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen

Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen Opmerking: De Capa Switch KLS 100 mag alleen worden toegepast zoals omschreven in deze gebruiksaanwijzing. De Capa Switch KLS 100 capacitieve niveauschakelaar

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

Huishoudelijk waterleidingstation met schakelautomaat. Multi Eco-Pro. Productinformatie

Huishoudelijk waterleidingstation met schakelautomaat. Multi Eco-Pro. Productinformatie Huishoudelijk waterleidingstation met schakelautomaat Multi Eco-Pro Productinformatie Impressum Productinformatie Multi Eco-Pro KSB Aktiengesellschaft Alle rechten voorbehouden. Inhoud mag zonder schriftelijke

Nadere informatie

Veiligheid GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie Elster GmbH Edition

Veiligheid GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie Elster GmbH Edition 0 Elster GmbH Edition 0. Vertaling uit het Duits 0 D GB F I E DK S N P GR TR CZ PL RUS H www.docuthek.com Bedieningsvoorschrift Magneetklep zonder demping ombouwen tot een magneetklep met demping of demper

Nadere informatie

De Box 10 komt overeen met de richtlijnen en voorschriften van de DIN en de drinkwaterverordening.

De Box 10 komt overeen met de richtlijnen en voorschriften van de DIN en de drinkwaterverordening. TECHNISCHE INFORMATIE / MONTAGEHANDLEIDING Box 10 Verzorgingsstation voor regenwaterinstallaties Functie De volautomatisch, aansluitingsklare Box 10 garandeert de zekere verzorging, met regenwater en de

Nadere informatie

2. Sololift2 WC-1. Kenmerken en voordelen. Capaciteitsgids. Toepassingen. Sololift2. Sololift2 WC-1

2. Sololift2 WC-1. Kenmerken en voordelen. Capaciteitsgids. Toepassingen. Sololift2. Sololift2 WC-1 Sololift. is een klein, compact, installatieklaar, automatisch hevelstation met ingebouwde professionele versnijder. Het is geschikt om pompwater met faecaliën van plaatsen in privéwoningen weg te pompen.

Nadere informatie

PE & PTFE elektrische Dubbele membraan pomp

PE & PTFE elektrische Dubbele membraan pomp PE & PTFE elektrische Dubbele membraan pomp Eten, drinken, farmaceutica, proces Afvalwater behandeling Chemie en petro chemie Poeder coaten Verf, hars en inktsoorten Mijnbouw en bouw industrie Olie & benzine

Nadere informatie

l/min 2 G1/ ,25 16D (2) xxxx*****

l/min 2 G1/ ,25 16D (2) xxxx***** SERIE 95000 Direct werkende / magneetafsluiters,5... 6 mm doorlaat (ND) /, NG/NO, G/4 erking vanaf 0 bar Geschikt voor vacuum, 0- mbar l/s Vrij van stoffen die de buitenlaag aantasten Voor spoelsystemen

Nadere informatie