Hoe maak je een werkstuk over de brandweer? Bedenk allereerst maar eens waarom je het werkstuk nu juist over de brandweer wilt maken.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoe maak je een werkstuk over de brandweer? Bedenk allereerst maar eens waarom je het werkstuk nu juist over de brandweer wilt maken."

Transcriptie

1 Hoe maak je een werkstuk over de brandweer? STAP VOOR STAP! IN ZEVEN STAPPEN! Een werkstuk maken is bijna hetzelfde als een boek schrijven. En dat gaat niet vanzelf. Daar moet je heel wat voor doen. Deze lesbrief gaat je helpen met het maken van dat werkstuk. Alleen maar helpen, want het werk, dat moet je zelf doen. We bouwen het werkstuk langzaam op, stap voor stap. Als je alle stappen goed gedaan hebt, weet je zeker dat je een behoorlijk compleet werkstuk gemaakt hebt. Je eerste opdracht: Bedenk allereerst maar eens waarom je het werkstuk nu juist over de brandweer wilt maken. Stap 1: De inleiding In de inleiding schrijf je, waarom je dit onderwerp gekozen hebt. Je schrijft precies op wat JOUW reden is! Misschien vind je het wel spannend, om later zelf bij de brandweer te gaan. Of misschien heb je wel eens een brand van dichtbij meegemaakt of gezien? Werkt je vader of moeder misschien bij de brandweer? Of heb je nog een andere reden om voor dit onderwerp te kiezen? 1

2 Stap 2: Wat wil ik allemaal opschrijven over de brandweer? Eerst moet je even iets nagaan: Heeft je leerkracht dit onderwerp opgegeven, of heb je het zelf gekozen? o Als je leerkracht je de opdracht heeft gegeven, kan hij of zij je ook vertellen, wat er allemaal in moet komen. o Als je zelf hebt gekozen voor de brandweer, kun jij bepalen wat je gaat behandelen. o Denk ook eens aan de mogelijkheid een brandweerman te interviewen. Dan doe je net weer iets extra s. Hieronder vind je een lijst met van alles, waar je wat over kunt schrijven. Natuurlijk hoef je niet alles te doen. Je kiest een aantal onderwerpen, die jij belangrijk vindt. En denk eraan: als je heel veel doet, hoeft het nog niet altijd goed te zijn; maar als het heel goed is, hoeft het bijna nooit veel te zijn! Hierna (volgende blad) vind je een schema van hoe je een spreekbeurt of werkstuk kunt opzetten. Dat schema kun je als kapstok gebruiken. Je kunt er van alles aanhangen. Maar het is nu wel erg kaal. Je moet het zelf helemaal aankleden met teksten (of wat je wilt vertellen) en zorg in ieder geval voor voldoende plaatjes (liefst goede foto s). 2

3 De onderwerpen waar je uit kunt kiezen: o Wat is vuur eigenlijk? o Als je hieraan wilt gaan werken, moet je gaan naar de werkbladen van thema1 o Wat is brand eigenlijk? o Als je hieraan wilt gaan werken, moet je gaan naar de werkbladen van thema 2 o De brandweer vroeger = de geschiedenis van de brandweer o Als je hieraan wilt gaan werken, moet je gaan naar werkbladen van thema 3 o Wij behandelen op die werkbladen de volgende onderwerpen: Romeinen hadden al een georganiseerde brandweer Brandbestrijding in de middeleeuwen emmerketting, muren omhalen, daken afdekken met zeilen enz. De eerste brandspuiten - met vast waterkanon erop Jan van der Heijden slangenbrandspuit Stoombrandspuiten Autospuiten en autoladders o De brandweer nu o Als je hieraan wilt gaan werken, moet je gaan naar werkbladen van thema 4 o Wij behandelen op die werkbladen de volgende onderwerpen: Beroeps- en vrijwillige brandweer Wat doet de brandweer? Branden blussen Brandpreventie Hulpverlening Rampenbestrijding Brandweervoertuigen nu Kleding van brandweermensen? 3

4 Stap 3: Controle Je weet nu al waarom je het werkstuk wilt maken en je weet al waar je het over wilt gaan hebben. Dat is het belangrijkste, maar: wie zegt dat je juf of meester het daarmee eens is? Daarom controleer je dat altijd even. Heel eenvoudig: je gaat naar je leerkracht en laat hem zien wat je hebt opgeschreven. Je vraagt, of hij of zij het daarmee eens is. o Is dat niet zo, dan vraag je, welke onderwerpen hij of zij er ook nog bij wil hebben. Dat schrijf je precies op. o Is je leerkracht het wel met je keuze eens, dan kun je zonder meer aan de slag. Je hebt dan het groene licht gekregen! Het is veilig om verder te gaan! Dan ga je nu de onderwerpen opzoeken en uitwerken. Dat uitwerken is heel belangrijk. Eigenlijk begin je nu pas met het eigenlijke schrijven van je werkstuk! SUCCES! 4

5 Stap 4: Teksten zoeken en zelf uitwerken Bij deze handleiding zit een aantal werkbladen. Die mag je gerust gebruiken. Maar let op: gebruiken betekent niet: overschrijven. Veel kinderen gebruiken de taal die op de werkbladen staat. Dat is eigenlijk niet goed. Het is veel beter om te begrijpen waarover het gaat en het vervolgens in je eigen woorden neer te schrijven. Doe je dat niet, dan val je door de mand; een leraar ziet echt wel of je het zelf hebt gedaan of dat je gewoon iets hebt overgeschreven. Maar je hoeft natuurlijk helemaal geen gebruik te maken van deze werkbladen. Er zijn mogelijkheden genoeg. Er zijn heel veel goede boeken en boekjes over brandweer, voor elke leeftijdscategorie. En op school hebben ze vast wel een documentatiecentrum of bibliotheek, waar je het nodige kunt vinden. Via de site van de Werkgroep Brandweer Historie is een hele literatuurlijst op te vragen met moderne en oude(re) boekwerken voor de jeugd. Daarin staan leesboeken, maar ook boekjes met informatie over de brandweer. 5

6 Stap 5: Plaatjes zoeken Zoek bij de teksten ook plaatjes; met een moeilijk woord heet dat illustraties. Dat kunnen foto s of tekeningen zijn, die je van internet hebt gehaald of foto s die je zelf of een van je familieleden heeft gemaakt. Heb je internet nodig, dan vind je geschikte plaatjes op de sites: o Dat is de site waarop je nu zit. Om het je gemakkelijk te maken hebben we alvast wat werkbladen voor je gemaakt, waarmee je aan de slag kunt. Uitprinten mag, daarna kun je de plaatjes uitknippen. o geschiedenis o Via kennisnet kom je ook allerlei leuke spreekbeurten en werkstukken tegen die je kunt gebruiken. o Ook op de sites van de brandweren van Amsterdam en Rotterdam staan bruikbare afbeeldingen. o En anders kun je natuurlijk een zoekmachine als Google gebruiken. 6

7 Stap 6: Ordenen van je teksten Nu heb je inmiddels heel wat bij elkaar gesprokkeld. Je weet al heel veel af van bepaalde onderwerpen van de brandweer. Want als je het zo gedaan hebt als we het hier hebben geschreven, dan heb je echt gestudeerd. Nu moet het allemaal nog in een boekvorm komen. Je moet goed nadenken, in welke volgorde je de diverse onderdelen wilt plaatsen. Enkele voorbeelden? o Je zou kunnen beginnen met: 1. wat is vuur?, daarna 2. wat is brand? en dan bijvoorbeeld 3. Wat doet de brandweer? o Maar je kunt ook beginnen met een verhaal over een brand, dan uitleggen wat brand is (en dan moet je wel uitleggen wat vuur is) en dan pas over brandweer gaan schrijven. Wat je ook als volgorde kiest: zorg dat je kunt uitleggen WAAROM je voor die volgorde gekozen hebt. Heb je de teksten in een bepaalde volgorde staan, dan ga je kijken welke plaatjes bij die tekst horen. o Zet ze op de goede plaats in de tekst. o Zet er een kort onderschrift bij (wat staat er op dit plaatje?). 7

8 Stap 7: Controle en inhoudsopgave Je werkstuk is nu bijna klaar. Je hebt de teksten klaar en de illustraties verzameld. Alles staat in de goede volgorde. Nu controleer je de hele tekst nog een keer op fouten. o Niet alleen kijken of wat je vertelt goed is, o maar ook controleren of je geen taalfouten gemaakt hebt. o Als je het werkstuk op de computer hebt gemaakt, dat laat je de spellingcontrole nog eens extra zijn werk doen. Inhoudsopgave: Dan ga je de inhoudsopgave maken. Je maakt een lijst van de hoofdstukken en je zet erachter op welke bladzijde elk hoofdstuk begint. Die inhoudsopgave mag voorin je werkstuk staan maar ook achterin. Het is maar net waarvoor je kiest. Bronvermelding: Een moeilijk woord, dat eigenlijk niets anders betekent dan: Welke boeken, internetsites en andere dingen heb ik gebruikt voor dit werkstuk? Achterin je werkstuk plaats je de bronvermelding; daar geef je dus aan, welke boeken en sites je gebruikt hebt voor het maken van dit werkstuk. KLAAR! EINDELIJK!!! Kaft: Nu ben je klaar met je werkstuk en kun je het gaan inleveren. Het is erg netjes, als je om het werkstuk een nette kaft maakt, met daarop wat afbeeldingen, de titel en je naam. Ook het jaar wanneer je het werkstuk gemaakt hebt, moet erop staan. Mogelijkheden: Misschien mag je er ook wel een spreekbeurt over houden. Dan moet je zorgen voor plaatjes die groter zijn dan die in je boekje. Ook kun je contact opnemen met de brandweer in je woonplaats. Misschien hebben die wel spulletjes die je mag lenen om ze aan de groep te laten zien. En als je het kunt: probeer eens met behulp van je werkstuk een PowerPoint presentatie te maken. Dat doet het altijd heel goed. 8

9 HIERNA VOLGEN DE WERKBLADEN LET OP! Druk niet alles af, maar alleen wat je nodig hebt. Dus: denk goed na voordat je gaat printen: wat heb je nodig en wat niet? 9

10 THEMA Wat is vuur? Antwoord: Vuur is een reactie van een aantal stoffen op elkaar. Uitleg: Wanneer een kind jou uitscheldt, reageer je daar op. Misschien ga je huilen, of je loopt weg, je voelt je rot, of misschien ik hoop het niet scheld je terug. Dat is een reactie. Er gebeurt iets met je. Misschien reageer je wel anders in de winter (als het koud is) dan in de zomer (wanneer je het al zo warm hebt). Wie weet? En nu de natuurkunde: Met bepaalde stoffen die in de natuur voorkomen gebeurt dat ook. Als die bij elkaar komen, reageren ze op elkaar. En ook daar maakt het verschil hoe warm het is. We maken dat duidelijk met de zogenaamde BRANDDRIEHOEK. Er zijn namelijk altijd drie dingen nodig, om vuur te krijgen: 1. Een stof die kan branden (de BRANDSTOF) 2. En ZUURSTOF 3. En die twee doen alleen iets met elkaar als de TEMPERATUUR (de warmte) hoog genoeg is. Zuurstof is een gas, dat in de lucht zit. We ademen het allemaal in en het is nodig om te kunnen leven. Je kunt het niet ruiken en niet proeven. Maar het is er wel. 10

11 Heb je nu een brandbare stof (bijvoorbeeld hout) en kan daar lucht bijkomen, dan mag het niet te heet worden, want dan kan er vuur ontstaan. Te heet worden kan bijvoorbeeld, door er een lucifer bij te houden. 1-2 Vuur uitmaken Nu weet je hoe vuur kan ontstaan. Weten: Het is altijd een combinatie van drie dingen: Brandbare stof Zuurstof Bepaalde temperatuur Vraag: Antwoord: Hoe zou je nu dat vuur kunnen uitmaken? Juist, door een van die drie dingen weg te halen! Ook dat kun je weer uitleggen met de hulp van de branddriehoek. Want haal je een, twee of drie van die pootjes van de driehoek weg, dan kan er geen vuur meer zijn! In deze plaatjes kun je dat laten zien: Plaatje 1 plaatje 2 plaatje 3 Vragen: Wat hebben we bij plaatje 1 weggehaald? Wat hebben we bij plaatje 2 weggehaald? Wat hebben we bij plaatje 3 weggehaald? En wat zie je: het vuurtje is dan altijd! 11

12 1-3 Blussen = vuur uitmaken In werkelijkheid gebeurt dat ook zo. Als we de warmte weghalen, gaat het vuur uit. De brandweer doet dat bijvoorbeeld, door water op het vuur te spuiten. Dat koelt lekker af en de brand gaat uit. Soms moet de brandweer ook de brandstof weghalen. Bij een brand in een hooiberg bijvoorbeeld, zie je de brandweer het hooi er allemaal afhalen. Zit er geen riet meer, dan kan de brand ook niet verder. Ook kun je de zuurstof weghalen. Daarvoor heeft de brandweer dan blusapparaten die dat kunnen. Ze spuiten koolzuurgas over het vuur zodat er geen lucht meer bij kan. Of ze leggen er schuim over; dat werkt als een deken. Bij vlam in de pan is dit het enige dat helpt; je legt de deksel erop en er kan geen zuurstof meer bijkomen. Het vuur gaat dan uit. Je kunt dat eenvoudig aan je groep uitleggen. Neem een klein kaarsje of waxinelichtje. Dat is de brandstof. Zet het op de tafel zodat het stevig staat en niets anders in brand kan steken. Steek het kaarsje aan. De vlam is de hitte. Er kan nu lucht bij, dus ook zuurstof. Pak nu een glas en zet dit over het kaarsje. Er kan nu geen zuurstof meer bij. Het vlammetje gaat uit! 12

13 THEMA Eigenschappen van vuur Vuur kan rare dingen doen. Vraag: Wat komt er allemaal van vuur af? Antwoord: VUUR is VRIEND & VIJAND tegelijk! 1. Door die dingen kan vuur ONZE VRIEND zijn! We zouden haast niet zonder vuur kunnen leven. Opdracht: Schrijf nu eens op waarom vuur onze vriend zou kunnen zijn. Denk aan wat hierboven als antwoord staat. Geef voorbeelden van: die warmte (denk aan de winter), van dat licht (denk aan gezelligheid) en zoek ook een voorbeeld waarvoor rook wel eens gebruikt wordt (denk aan eten). Als je dit gebruikt in je werkstuk, zoek dan ook plaatjes bij je voorbeelden. 2. Maar vuur kan ook ONZE VIJAND zijn! Je wil geen vuur in de gordijnen van je kamer, of in de prullenbak op school. Weten: Wanneer er vuur is op een plaats waar geen vuur hoort te zijn, spreken we van brand. Bedenk nu zelf eens enkele situaties waarin je duidelijk van BRAND kunt spreken, dus vuur op een plaats waar het niet hoort te zijn. Als je dit gebruikt in je werkstuk, zoek dan ook plaatjes bij je voorbeelden. 13

14 THEMA 3 GESCHIEDENIS VAN DE BRANDWEER 3-1 Heel lang geleden Heel vroeger blusten de mensen met alles waar maar water in kon. Schalen, kookpotten, vazen, als er maar vloeistof in bleef zitten dan kon je er water mee naar de brand slingeren. Je kunt je voorstellen dat dit nou niet altijd zo heel goed afliep. Er was toen ook nog geen brandweer. De mensen uit de buurt hielpen elkaar. De eerste echte brandweer werd opgericht in de tijd van de Romeinen. Dat is nu zo n tweeduizend jaar geleden. Die brandweer had emmers en natte doeken om mee te blussen. En voor de rest hadden ze zeilen, om de huizen naast een brandend huis mee af te dekken zodat het geen vlam kon vatten. En ze hadden spullen om huizen te slopen. Want brandstof weghalen, dat kon ook natuurlijk. Ze hadden zelfs spuiten, die precies hetzelfde werkten als de spuitjes van de dokter. Alleen waren ze veel groter. De mensen hier in ons land waren nog niet zo ver. Maar al gauw kregen ze toch in de gaten, dat ze maar beter het water met emmers naar een brand konden vervoeren. Emmerketting Eerst waren die emmers meestal van hout. Maar het ging niet altijd rustig toe op het brandterrein en er werd in de paniek nog wel eens met emmers gegooid. Je zult me maar een houten emmer op je hoofd krijgen. Daarom maakten ze wat verder in de tijd speciale brandemmers van leer en nog later van linnen. Men maakte een lange rij van het water naar de brand. De mensen dicht bij het water schepten het water op en gaven het emmertje door aan de volgende in de rij, net zolang tot het water bij de brand was aangekomen. De laatste in de rij moest dan het beetje water dat nog in de emmer zat in de brand mikken. In een tweede rij ging het emmertje weer terug naar de waterkant. Dan kon het opnieuw gevuld worden. 14

15 PLAATJESVEL 1 EMMERS & HANDSPUITEN 15

16 3-2 Pompen Al in de Griekse oudheid (dus honderden jaren voor het begin van onze jaartelling) moet er een soort van pomp geweest zijn. Maar die pomp kenden de mensen hier in ons land nog niet. Laat in de middeleeuwen werd er in Neurenberg (dat ligt in Duitsland) een pomp uitgevonden, die gebruikt werd voor het blussen van branden. Die pomp moest bediend worden door mensen (mannen in die tijd) die de lange stokken van de pomp op en neer moesten bewegen. Zo n pomp noemen we nu een handbrandspuit. Dat was zwaar werk. Er was nog altijd geen echte brandweer. Als er brand was, moesten de mensen een emmertje (soms met water) buitenzetten en alle mannen moesten naar de brand gaan om te helpen. Geoefend werd er soms, één keer per jaar. Dus de mannen waren niet echt geoefend om de brand te blussen. Die eerste pompen hadden een vaste straalpijp, waaruit het water spoot. Je moest de pomp dus zo neerzetten, dat die straalpijp naar het huis van de brand gericht was. En dan moest je ook nog proberen, om die straal in het vuur te mikken. Die pompen werden gevuld met emmertjes water. Dus als de brand groter werd, werden de mensen steeds meer vermoeid. Dat ging niet altijd goed. Hele steden zijn in die tijd platgebrand. Dat was ook niet zo verwonderlijk, want de huizen stonden in die steden dicht op elkaar (met heel nauwe straatjes), ze waren vaak van hout gebouwd en op de daken lag stro of riet. En als dat eenmaal brandt Jan van der Heijden In Amsterdam woonde een kunstenaar en uitvinder, Jan van der Heijden. Hij zag de zwakke punten in de brandbestrijding van die tijd en - samen met zijn broer Nicolaas slaagde erin verbeteringen aan te brengen. In 1672 wordt hij, samen met zijn broer, tot stadsbrandmeester benoemd, een soort 'chef technische dienst'. Hij moet dan zorgen voor de oude spuiten en de blusgereedschappen van de stad. Later, in 1685 toen hij benoemd werd tot Generale Brandmeester, begon hij te reorganiseren. Hij ontwikkelde een echte brandweer, waarvan hij zelf de baas was. Iedereen die bij de brandbestrijding betrokken was, moest weten wat hij doen moest. De chaos, die vaak op het brandterrein heerste, diende voorgoed tot het verleden te behoren. Er moest sneller en beter gewerkt worden dan voorheen. 16

17 Elke brandbestrijder kreeg een penning, die diende tot legitimatie. Bij aankomst op het brandterrein leverde men die penning in bij de brandmeester, waardoor men snel wist wie aanwezig was en bovendien na afloop van de actie kon nagaan, wie zich nog op het brandterrein bevond. Voor de mannen, die gewond waren geraakt bij de brandbestrijding, waren voorzieningen getroffen, waardoor zij verzekerd waren van geneeskundige hulp en zelfs van een inkomen wanneer men invalide zou worden. Maar behalve met de organisatie hield hij zich bezig met de verbetering van het materieel. In plaats van de trechterbak voor het vullen van de pompen, vond hij een zuigpomp uit waarmee het water uit de grachten kon worden opgezogen. Het principe van deze pomp was al lang bekend, maar was nog nooit eerder toegepast voor de bestrijding van branden. Tevens bevatte dit apparaat een persgedeelte, waardoor het opgepompte water ook inderdaad de brandspuiten kon bereiken. In plaats van de onbeweeglijke "bluskanonnen" op de spuiten, kwam Van der Heyden op het idee met buizen te werken. Soepele buizen van leer of doek waren al bekend en onder andere in gebruik bij wijnhandelaren. Hij noemde dat brandslangen. In 1679 koopt Jan van der Heyden een terrein aan de Koestraat in Amsterdam, om daar een brandspuitfabriek en een woonhuis te bouwen. De leuningen van het trapje naar dit woonhuis worden - heel toepasselijk - uitgevoerd in de vorm van slangen, de naam die Van der Heyden gegeven had aan de soepele buizen, die het water van de brandspuit naar de brand vervoerden. Ze zijn bewaard gebleven en te bewonderen in het Nationaal Brandweermuseum te Hellevoetsluis. 3-3 Stoombrandspuiten Die brandspuiten die door mannen bediend werden bleven nog heel lang in gebruik. Maar halverwege de negentiende eeuw bedacht men, dat men stoom ook kon gebruiken voor brandspuiten. Stoom is de damp van kokend water. Stoom werd al eerder gebruikt om schepen te laten varen en om treinen te laten rijden. Nu probeerde men een brandspuit te bouwen, die op stoom werkte. Dat lukte en een goede zestig jaar lang gebruikten veel brandweerkorpsen stoomspuiten. En toen werd de auto uitgevonden. 17

18 PLAATJESVEL 2 STOOMBRANDSPUITEN Stoombrandspuit moet door paarden worden getrokken Deze brandweerwagen reed op stoom en ook de pomp werkte op stoom. De brandweer rukt uit met een stoomspuit, door paarden getrokken. 18

19 3-4 BRANDWEERAUTO S Toen de auto eenmaal was uitgevonden, duurde het niet lang, of de brandweer ging ook gebruik maken van auto s. Die auto s reden met behulp van benzinemotoren. Behalve auto s kwamen er ook pompen die op benzine werkten. Sommige van die pompen werden nog net als de stoomspuit en sommige handspuiten door paarden getrokken. Maar paarden waren erg duur. Paarden eten nu eenmaal veel, ook als er geen brand is. En ze moeten goed verzorgd worden. Als ze ziek zijn, moet de dierenarts komen. Daarom gingen veel brandweerkorpsen nadenken over auto s. Die waren wel duur als je ze moest kopen, maar daarna kostten ze bijna niks meer. De benzine in die tijd was ook erg goedkoop. In het begin waren veel brandweermensen nog een beetje bang voor die auto s; dat komt omdat ze dachten: In die auto zit benzine. Dat is toch gevaarlijk bij een brand! Maar ondanks alle twijfel kwamen die auto s er toch. Die zagen er wel heel anders uit dan nu. Meestal waren ze open. De brandweermannen moesten in de open lucht zitten. Dat was geen pretje als het koud was of als het regende. Naast auto s met pompen (bij de brandweer noemen we die autospuiten ) kwamen er ook auto s met lange ladders ( autoladders ) en ook gereedschappenwagens. De auto s werden steeds moderner en ook de brandweer kreeg dus steeds moderner auto s. Aan de auto s kun je zien, welke heel oud, wat minder oud en wat nieuwer zijn. Kijk maar eens op plaatjesvel 3. Kun jij ze in de goede volgorde zetten? 19

20 PLAATJESVEL 3 BRANDWEERWAGENS VAN VROEGER 20

21 THEMA 4 DE BRANDWEER NU De brandweer van nu ziet er heel anders uit dan die van vroeger. 4-1 Vaklieden Om te beginnen bestaat een brandweer uit mannen en vrouwen, die allemaal een vak beheersen. Vroeger moest dat altijd een technisch vak zijn, maar tegenwoordig hoeft dat niet altijd zo te zijn. Enige kennis van de techniek is natuurlijk wel handig. Als je een auto uit elkaar moet halen omdat er nog iemand in zit die je moet redden, is het handig als je ongeveer weet, waar je moet beginnen met knippen. Je moet ook iets van natuurkunde afweten. Een brand is een opeenstapeling van dingen, die met natuurkunde te maken hebben; verbranding, rook, gassen die van brand afkomen, het zijn allemaal zaken waar je mee te maken krijgt. Brandweerlieden hebben altijd een uitgebreide opleiding gehad. Ze hebben veel geleerd over wat brand is, over hoe je moet blussen, hoe je mensen kunt redden, hoe je jezelf kunt redden uit gevaarlijke situaties, hoe je een brandend gebouw in moet gaan, hoe je hulp moet verlenen bij auto-ongelukken, hoe je met dieren moet omgaan, welke bescherming jijzelf als brandweerman of vrouw moet gebruiken en nog veel meer. We hebben twee soorten brandweer: De beroepsbrandweer: mannen en vrouwen die van brandweer hun beroep hebben gemaakt en die in de brandweerkazerne klaar zijn, als het alarm gaat. Die beroepsbrandweerlieden zitten echt niet de hele dag te kaarten, tot het alarm afgaat. Ze zijn aan het eigen werk, studeren, oefenen, of krijgen lessen. Ze hebben een druk programma dat ze echt wel de hele diensttijd bezig houdt. Maar als het alarm gaat, dan zijn ze vliegensvlug bij de wagen, trekken bluskleding aan, zetten hun helmen op en stappen in. Binnen één minuut rukt de brandweerwagen uit. 21

22 De vrijwillige brandweer: mannen en vrouwen die hun eigen werk (thuis of bij een baas) hebben, maar als het nodig is, worden ze plotseling brandweerman of vrouw. Ze kunnen allerlei werk hebben in hun gewone leven: leraar, kok, winkeljuffrouw, automonteur noem maar op. Maar bij alarm spoeden ze zich naar de kazerne, kleden zich snel om, stappen in de brandweerwagen en weg zijn ze. Op weg naar de brand of naar de hulpverlening. Of je nu vrijwillig of beroepsbrandweerman (of -vrouw) bent, je opleiding is in Nederland altijd dezelfde. Je kunt altijd evenveel weten en kunnen. Maar dat gaat niet zomaar. Je moet veel cursussen (= lessen) volgen en heel vaak oefenen. Je moet precies weten waar alles voor dient, hoe het werkt en waar het op de wagens ligt. De tijd dat je alleen maar hoefde te weten hoe je een slang moet uitrollen en hoe je een straalpijp moet vasthouden, die tijd is allang voorbij! 22

23 4-2 Wat doet de brandweer allemaal? 1. Op de eerste plaats natuurlijk branden blussen. Maar dat is maar een klein deel van het werk. Zo vaak is er geen brand. En als er wel een brand is, is het lang niet altijd een grote brand. Er zijn brandjes bij, die je met een emmertje water kunt blussen. Maar soms, een paar keer per jaar, krijg je een echte brand, waar je best wel een tijdje mee zoet bent. 2. Brand blussen is goed. Maar veel beter is het, brand te voorkomen. Dat betekent: zorgen dat er geen brand komt. Met een moeilijk woord heet dat brandpreventie. Ook daaraan doet de brandweer veel. Ze kijken in scholen, bejaardencentra, fabrieken en in hotels en ziekenhuizen, of alles wel veilig is. Ze kijken dan naar de vluchtwegen, de weg die de mensen moeten nemen om uit een gebouw te komen, als er iets aan de hand is. Zijn de nooduitgangen vrij? Zijn er blusapparaten in de buurt? Is er een alarm dat je waarschuwt als er brand is? Eigenlijk is het een beetje gek dat de brandweer dat moet doen. Eigenlijk is het de taak van ieder van ons, om daarvoor te zorgen. OPDRACHT: Heb jij thuis al wel eens gekeken, of jullie huis veilig is? Hebben jullie thuis een rookmelder (op elke verdieping)? Als er een brand zou zijn, weet jij dan hoe jij naar buiten kunt komen? Hebben jullie thuis met elkaar afgesproken, wat je moet doen als er ooit eens een brand zou zijn? Hebben de kaarsen een stevige houder waarin ze staan? Liggen er losse stroomdraden in je huis? Hebben jullie thuis brandblusmiddelen? De kans op brand is niet zo heel groot, maar als er ooit brand mocht komen is het toch wel handig, als je er te voren eens over hebt nagedacht wat je moet doen! 23

24 PLAATJESVEL 4 Wat betekenen de volgende pictogrammen (bordjes)? 24

25 PLAATJESVEL 5 PREVENTIE 25

26 Brandweer is niet alleen vechten tegen vuur In het vorige stukje hebben we al gelezen, dat de brandweer zich bezighoudt met branden blussen en branden voorkomen. Maar dat is niet het enige. 3. Hier gaan we het hebben over technische hulpverlening, het redden van mensen en dieren. Als er een ongeluk is gebeurd en de mensen zitten klem in hun auto, dan komt de brandweer om ze te bevrijden. De brandweermensen hebben daar speciale gereedschappen voor. Zoals een soort grote schaar, waarmee ze zelfs het dak van een auto kunnen afknippen. Soms is het nodig om deze schaar te gebruiken bij voorbeeld als iemand klem zit in een auto. Die schaar noemen we de redschaar. Als er een auto in de sloot is gereden, komt de brandweer. Er zijn brandweermannen/vrouwen die ook kunnen duiken onder water. Ze zijn brandweerduiker en hebben speciaal geleerd hoe je mensen uit hun auto moet krijgen die in het water is gereden. Wanneer een auto olie heeft verloren, wordt de weg heel erg glad. Dat is natuurlijk gevaarlijk. De brandweer wordt dan geroepen, want zij heeft speciale spullen om de weg schoon te maken, zodat de andere auto's niet slippen. Vrachtauto's vervoeren ook stoffen die gevaarlijk zijn. Als er een lek is, komt die stof op de weg en dat is gevaarlijk. Je kunt de damp ervan inademen en dat is niet gezond. Om die gevaarlijke stoffen op te ruimen komt ook de brandweer. De brandweermensen hebben speciale pakken: de chemicaliënpakken. Die trekken de brandweermensen aan om zichzelf tegen de giftige stoffen te beschermen. Ook dragen ze ademlucht, zodat ze de giftige dampen niet inademen terwijl ze aan het werk zijn. De brandweer is er ook om dieren te redden. Het gebeurt wel eens dat er een poes hoog in de boom zit en er niet uit durft. Dan kan je de brandweer bellen. Die komt dan met een autoladder of hoogwerker en soms ook wel met een gewone brandweerwagen waarop een ladder ligt. 26

27 Het komt ook wel eens voor dat er een paard of een koe in de sloot is gegleden en niet zelf meer op de kant kan komen. Ook dan komt de brandweer. Die heeft speciale takels om het dier op de kant te brengen. 4. Rampenbestrijding Soms gebeurt er een heel groot ongeluk. Dat noemen we een ramp. Ook daarbij helpt de brandweer. Denk bijvoorbeeld maar eens aan ingestorte gebouwen, een vliegtuig dat is neergestort of een groot treinongeluk, of een brand waarbij veel gevaarlijke stoffen vrijkomen. Bij rampen helpt de brandweer ook. Ze moeten dan goed samenwerken met de mensen van de ziekenwagens en van de politie. De commandant van de brandweer is altijd de baas op het rampterrein. 27

28 4-3 De auto s van de brandweer Vroeger hoefde de brandweer alleen maar branden te blussen. Ze hadden toen genoeg aan brandweerauto s met een pomp om te blussen. Maar nu de brandweer veel meer dingen moet doen, hebben ze natuurlijk ook een heleboel verschillende auto s nodig. Elke brandweerwagen heeft zijn speciale mogelijkheden. We zullen ze eens op een rijtje zetten. a. De tankautospuit Een auto waarin meestal zes brandweerlieden zitten. Een van hen is de chauffeur, die bij een brand ook de pomp moet bedienen. Naast hem zit de bevelvoerder. Die is de baas over wat er moet gebeuren, als ze op de plaats van het ongeluk zijn aangekomen. Achterin zitten de mensen, die het werk moeten doen. Zij moeten redden en blussen, slangen uitrollen en zo voort. b. Het redvoertuig Een auto met een lange ladder (meestal 30 meter) die we autoladder noemen. Of dat gebeurt tegenwoordig meestal een hoogwerker. Die heeft een lange arm met een mand eraan, waarin de brandweermannen kunnen gaan staan als ze hoog moeten werken. c. De hulpverleningswagen Een wagen boordevol gereedschappen en materialen, die de brandweer soms nodig heeft. Redscharen, kussens om gekantelde vrachtwagens op te tillen, houten balken om ergens onder te zetten, hamers en bijlen, je kunt het zo gek niet bedenken of het ligt op deze wagen. Het is een rijdende voorraadkamer voor de brandweer, zodat ze alle spullen snel kunnen pakken. d. De waterongevallenwagen Die wordt ook wel duikwagen genoemd, omdat hiermee de duikers naar de plaats van het ongeval worden gebracht. Meestal hangt achter de duikwagen ook een aanhanger met een boot. e. De schuim- poederbluswagen Sommige branden (bijvoorbeeld benzine) kun je niet met water blussen. Daarvoor heb je speciale blusmiddelen nodig. Die blusmiddelen zijn schuim en poeder. Deze wagen heeft heel veel water, schuimmiddel en poeder bij zich. Altijd handig als je hem toevallig nodig hebt. f. De verbindingen en commandowagen 28

29 Dit is een grote auto, waarop een soort van caravan gebouwd is. Je zou hem kunnen vergelijken met een camper. Soms is het een soort van bus. Maar deze wagen is niet om in te slapen als je op vakantie gaat. Deze heeft allerlei radioapparatuur in zich, zodat de brandweermensen, de politie en de ambulancemensen met elkaar in verbinding staan op het brandterrein of het rampgebied. Ook de commandant kan daarin gaan zitten, om zo zijn mensen opdrachten te geven, die dan weer over de radio worden doorgegeven. g. Het haakarmbakvoertuig Een moeilijk woord voor wat we gewoonlijk een containerwagen noemen. De brandweer maakt ook gebruik van containers. Zo hoeven ze niet voor elk klusje een aparte wagen te hebben. Er zijn heel veel containers. Je hebt: gewone lege bakken, om spullen in te vervoeren slangencontainers pompcontainers commandocontainers verzorgingscontainers (met wc en hoek voor koffie en frisdranken) reddingscontainers bosbrandcontainers containers met grote tanks voor water oefencontainers containers met hout om bij instortingen de gebouwen dicht te maken of te steunen en nog veel, heel veel meer soorten. h. Dienstauto Vaak een personenauto, ingericht voor de brandweer, met allerlei spullen aan boord. Ook de officier die bij grotere inzetten de baas moet zijn, heeft een eigen dienstauto; dat noemen we de auto Officier van Dienst (OvD-auto). 29

30 PLAATJESVEL 6 Brandweerauto s nu Autoladder Hoogwerker Hulpverleningswagen Tankautospuit Hulpverleningswagen (open) Schuim - poederbluswagen Verbindings-commandowagen Verbindings-commandowagen (groot model) Wil je nog meer plaatjes? Kijk dan op deze site onder afdeling fotografie. Daar vind je er een massa! 30

31 4-4 De kleding van de brandweer Elke brandweerman of brandweervrouw herken je onmiddellijk als ze in dienst zijn. Ze dragen namelijk een uniform. Uniform wil zeggen, dat ze allemaal hetzelfde kostuum dragen. Natuurlijk is dat pak voor mannen en vrouwen verschillend. uitgaansuniform Je hebt twee soorten kleding: Voor dagelijks gebruik: o Het uitgaansuniform, voor speciale gelegenheden, maar in ieder geval wanneer ze niet moeten werken bij brand of hulpverlening; o Het kazerne uniform: voor het werken in de kazerne o Het sportuniform het uitrukuniform, ook wel bluspak genoemd, dat ze aantrekken bij het werk. kazerne tenue sport tenue 31

32 Het bluspak (ook wel uitrukuniform genoemd) Het werk van de brandweer kan gevaarlijk zijn. Ten slotte gaan ze naar plaatsen toe, waar anderen weglopen, zoals een brand of een ongeluk. Die andere mensen vluchten voor het gevaar. Maar de brandweer gaat helpen. Daarom moeten ze ook beschermd worden. Dat beschermen doet ook hun kleding. foto: oefening Geldrop-Mierlo Over de kazernekleding hebben de brandweermensen een beschermende kleding, die bestaat uit een jas en een broek. Ook hebben ze speciale brandweerlaarzen en handschoenen. Op het hoofd hebben ze een helm. Deze brandweermensen hebben ook ademluchtapparatuur. Daarmee kunnen ze (net als een duiker onder water) ademen, ook als er veel rook is of er giftige dampen in de lucht zitten. Bij speciale werkzaamheden dragen ze speciale pakken. Zo is er een gaspak. Dat wordt aangetrokken als er heel gevaarlijke stoffen in het spel zijn. 32

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 1 Vera Kleuskens groep 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 1. Wat is E.H.B.O... 5 2. E.H.B.O. vereniging... 6 3. Cursus... 7+8+9 4. Reanimatie en A.E.D....

Nadere informatie

Ik ga mijn spreekbeurt houden over vuur. Ik heb alvast op het bord geplakt waar ik het over ga hebben:

Ik ga mijn spreekbeurt houden over vuur. Ik heb alvast op het bord geplakt waar ik het over ga hebben: Ik ga mijn spreekbeurt houden over vuur. Ik heb alvast op het bord geplakt waar ik het over ga hebben: Op het bord 1. Blij met vuur 2. Wat is vuur? 3. Vuur maken 4. Lekker warm 5. Verbranden zonder vlammen

Nadere informatie

Spreekbeurt, en werkstuk

Spreekbeurt, en werkstuk Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Educatieve uitgave Brandweer Den Haag. Kleur- en doeboek. Haaglanden Den Haag

Educatieve uitgave Brandweer Den Haag. Kleur- en doeboek. Haaglanden Den Haag 42585_doeboek 27-07-2004 16:41 Pagina A Educatieve uitgave Brandweer Den Haag Kleur- en doeboek Haaglanden Den Haag 42585_doeboek 27-07-2004 16:41 Pagina 1 Voorwoord Beste jongens en meisjes, Dit is het

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Hoe maak ik... Naam: Groep: Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: de brandweer

Auditieve oefeningen bij het thema: de brandweer Auditieve oefeningen bij het thema: de brandweer Boek van de week: 1; De brandweer; kijkdoos 2; Piro en de brandweer 3; Vijf brandweermannetjes 4; Snuffie en de brand Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Help, ik moet een werkstuk maken!

Help, ik moet een werkstuk maken! Help, ik moet een werkstuk maken! Je gaat de komende tijd bezig met het maken van een werkstuk. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp?

Nadere informatie

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn. Werkstukwijzer Deze werkstukwijzer helpt je om een werkstuk in elkaar te zetten. Je vult eerst een formulier in. Op dit formulier komt te staan waar je werkstuk over gaat en hoe je het aanpakt. Met behulp

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2

TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2 TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2 GEFELICITEERD! JIJ BENT NU GETRAIND IN HET HERKENNEN EN BESTRIJDEN VAN BRANDGEVAAR. DAT IS EEN GEWELDIGE WINST VOOR

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Spelactiviteiten voor groep 1-2: Vertelspel tafel: Spelactiviteiten:

Spelactiviteiten voor groep 1-2: Vertelspel tafel: Spelactiviteiten: Spelactiviteiten: Hieronder heb ik verschillende spelactiviteiten uitgewerkt in het thema de brandweer. Dit zijn verschillende activiteiten die in de kring, in de speelzaal/gymzaal of in de hoeken uitgevoerd

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een

Nadere informatie

Bijlage W2 groep 7 1

Bijlage W2 groep 7 1 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding: Waarom ik een werkstuk maak 2 Zo begin ik met mijn werkstuk 3 De onderdelen van het werkstuk 4 Waaraan moet mijn werkstuk voldoen? 4 Beoordelingsschema voor je werkstuk 5 Hoe

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

6,5. Spreekbeurt door een scholier 1958 woorden 11 april keer beoordeeld. Nederlands

6,5. Spreekbeurt door een scholier 1958 woorden 11 april keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 1958 woorden 11 april 2007 6,5 314 keer beoordeeld Vak Nederlands De brandweer Ik heb het onderwerp brandweer gekozen omdat ik er niet zo veel van wist, en dat wilde ik veranderen.dit

Nadere informatie

Lesbrief. Introductie

Lesbrief. Introductie Lesbrief Introductie Deze lesbrief hoort bij Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen en Sverre Fredriksen. Dit boek bestaat uit 20 brieven en antwoorden van filosoof Stine. Deze lesbrief bestaat uit

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care

Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care Op bezoek S bij Sam op de Intensive Care Hoi, ik ben Sam en ik lig op de Intensive Care S Ik heb een fotoboekje gemaakt. Zo kun je alvast zien waar ik ben en wat iedereen op de afdeling doet. Natuurlijk

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Vuur De geschiedenis van het vuur Vuur is niet iets dat uitgevonden is. Het was er altijd al. Vroeger dachten de ouden Grieken dat de goden het aan de mensen hadden gegeven. In de oertijd was vuur een

Nadere informatie

1Wat is examenvrees eigenlijk?

1Wat is examenvrees eigenlijk? 8 1Wat is examenvrees eigenlijk? Lars is bang voor spinnen. Toen hij de foto op dit werkboek zag, kreeg hij kippenvel en ging hij anders ademhalen. Toen we Lars vroegen of de spin hem kon bijten, riep

Nadere informatie

Afval Anne en de Sorteerbrigade

Afval Anne en de Sorteerbrigade Afval Anne en de Sorteerbrigade Verhaal ontwikkeld voor educatieproject Afval groep 3 School en Cultuur Veenendaal 2014 Geschreven door: Sanne Heymann Tekeningen door: Sjoerd Kreijns Dit is Afval Anne.

Nadere informatie

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig. Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het

Nadere informatie

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen? Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het

Nadere informatie

Naam: De huisarts. 1 Wat past het best op plaats 1? een patiënt naar huis sturen een specialist bellen een patiënt onderzoeken een patiënt bezoeken

Naam: De huisarts. 1 Wat past het best op plaats 1? een patiënt naar huis sturen een specialist bellen een patiënt onderzoeken een patiënt bezoeken Naam: e huisarts 1 e huisarts helpt mensen die ziek zijn of zich ziek voelen. Er komen 2 mensen bij hem op het spreekuur met een gebroken arm of met een 3 visgraat in hun keel. an is het wel duidelijk

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Knabbel en Babbeltijd.

Knabbel en Babbeltijd. Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte

Nadere informatie

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Tijdsplanning werkstuk groep 5 Naam: Groep 5 Tijdsplanning werkstuk groep 5 Wat wanneer Aan de juf het onderwerp van maandag 21 januari 2013 mijn werkstuk doorgeven inleveren opdracht 1 maandag 28 januari 2013 inleveren opdracht 2 donderdag

Nadere informatie

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? WERKBOEK WIKIKIDS Welkom bij het werkboek van WikiKids. In dit werkboek staan opdrachten waarmee je stap voor stap leert werken met WikiKids. Er staan 15 opdrachten

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Hoe maak ik een werkstuk?

Hoe maak ik een werkstuk? Hoe maak ik een werkstuk? Stap 1: Onderwerp en vraag Voordat je kunt beginnen met het maken van een werkstuk, moet je natuurlijk een onderwerp kiezen. Als je een onderwerp hebt gekozen ga je bedenken wat

Nadere informatie

Thema: kom er maar eens achter. Moeilijkheid : **** Tijdsduur : *** Juf Yvonne. Natuurkunde en techniek Licht en geluid Geluid&communicatie

Thema: kom er maar eens achter. Moeilijkheid : **** Tijdsduur : *** Juf Yvonne. Natuurkunde en techniek Licht en geluid Geluid&communicatie Thema: kom er maar eens achter Natuurkunde en techniek Licht en geluid Geluid&communicatie Moeilijkheid : **** Tijdsduur : *** Juf Yvonne Doel: Na deze opdracht weet je hoe de ontwikkeling van tele-communicatie

Nadere informatie

NASCHOOLSE DAGBEHANDELING. Figaro. Welkom! Waarom kom jij naar de groep? Informatieboekje voor kinderen die komen kennismaken. Dit boekje is van:

NASCHOOLSE DAGBEHANDELING. Figaro. Welkom! Waarom kom jij naar de groep? Informatieboekje voor kinderen die komen kennismaken. Dit boekje is van: NASCHOOLSE DAGBEHANDELING Figaro Welkom! Binnenkort kom je kennismaken op Figaro. In dit boekje leggen we je alvast wat dingen uit. Het boekje is gemaakt voor kinderen die hier voor de eerste keer komen,

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Inhoud Slaapkamer 6 Opwarming 8 Een jaar later 10 Genoeg 12 Terrorist 14 Geheim 16 Olie 20 R.O.A. 23 Betty 26 Vertrouwen 29 Feiten 32 G.O.F. 35 Protest 38 Warm 42 Reuzenmachine 44 Een bewaker! 47 Terrorist?

Nadere informatie

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Onder druk Geen uitweg voor Aïsha

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Onder druk Geen uitweg voor Aïsha Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Onder druk Geen uitweg voor Aïsha Lees blz. 5, 6, 7, 8 Wat denk je dat Aïsha wilde doen? Waarom is dat niet gelukt? Is het goed dat de deur van het dak altijd op slot

Nadere informatie

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg Stap 6: Deel 2 6.2.1 Dealen met afleiding onderweg In het tweede deel van jullie experiment ga je verder met het ondernemen van ACTies die je met de anderen hebt afgesproken te doen. Daarnaast krijg je

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor zelfstandig wonen met zorg Maak de zorg brandveilig TIPS OM Brandveiligheid is een belangrijk

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

Werkwijzer Verslagkring:

Werkwijzer Verslagkring: Werkwijzer Verslagkring: 1. Je maakt een tweetal. 2. Met zijn tweeën kies je een onderwerp, waarin jullie je willen verdiepen en waarover jullie meer willen weten. 3. Samen ga je op zoek naar informatie

Nadere informatie

Lees Zoek op Om over na te denken

Lees Zoek op Om over na te denken Welkom bij de Online Bijbelcursus van Praise De bijbelcursus is wat voor jou als je: 1. Als je wilt weten wat christenen geloven. 2. Als je meer wilt begrijpen van de bijbel. 3. Als je wilt groeien in

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Tips voor een goede spreekbeurt

Tips voor een goede spreekbeurt Diabetes?! Een spreekbeurt die je alles vertelt over diabetes: Wat is het? Hoe ontstaat het? En vooral ook: Wat betekent het voor jou, je broer, zus, vader of moeder. Tips voor een goede spreekbeurt Vertel

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor zelfstandig wonen met zorg Brochure-IkMaakDeZorgBrandveilig_AB3-v3.indd 1 20-06-17 09:33 Maak

Nadere informatie

antwoordmodel brandgevaar Binnenbrand 4.

antwoordmodel brandgevaar Binnenbrand 4. brandgevaar 6. Omdat het lastig blussen is als het gebouw hoog is. Er kunnen zich meer mensen in het gebouw begeven op verschillende verdiepingen waardoor het redden van de mensen lastiger kan zijn. Bij

Nadere informatie

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012 HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk bladzijde 1. Inleiding De huiswerkgids 3 2. Hoe maak en leer je huiswerk? 4 3. Het leren van woorden (spelling/engels) 5 4. Het leren van topografie

Nadere informatie

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven. Water Egypte In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven. Ik ga naar een restaurant in Nederland. Daar bestel ik een glas water. De ober vraagt

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE. Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:.

WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE. Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:. WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE De Middeleeuwen Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:. 1 Hoi! Ik ben Tim de Wekker! Ik wil graag weten hoe vaak en hoe lang je bezig bent met een taak. Daarom heb ik een

Nadere informatie

VERVANGTAAK LICHAMELIJKE OPVOEDING VOOR LANGDURIG GEBLESSEERDEN

VERVANGTAAK LICHAMELIJKE OPVOEDING VOOR LANGDURIG GEBLESSEERDEN VERVANGTAAK LICHAMELIJKE OPVOEDING VOOR LANGDURIG GEBLESSEERDEN Je maakt een werkstuk over een (voor jou) niet zo bekende sport. Je maakt het werkstuk op aan de hand van onderstaande handleiding. Veel

Nadere informatie

SCHOOLKRANT GROEP 7 & 8

SCHOOLKRANT GROEP 7 & 8 SCHOOLKRANT GROEP 7 & 8 Spreekbeurt week: Kwade Hoek Jack en ik deden een spreekbeurt over De Kwade Hoek. We zijn begonnen met werken tijdens docu. Later kregen we te horen dat we hem op vrijdag 16 mei

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

Zintuigen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/58369

Zintuigen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/58369 Auteur Iris Kikkert Laatst gewijzigd 11 March 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/58369 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Zonnepanelen op school Team 5: Natuur Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Jullie gaan onderzoeken of de plant een zonnecel is en wie daar gebruik van maken 1. SAMENWERKEN IN EEN TEAM Jullie gaan samenwerken

Nadere informatie

HANDIG EEN BIJTEND KONIJN

HANDIG EEN BIJTEND KONIJN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG EEN BIJTEND KONIJN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER BIJTENDE KONIJNEN. JE KUNT

Nadere informatie

Project Alcohol 2014

Project Alcohol 2014 Project Alcohol 2014 Naam: Jong geleerd is oud gedaan!!!! Laat je niet Naam: F L s E s E N Klas:!!! 1 Inleiding De carnaval komt eraan. Een feest dat gevierd moet worden. Maar is het feestje van plezier

Nadere informatie

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum boekenkring Inleverdatum werkstukken (groep 6 t/m 8) Werkstuk 1: woensdag 22 november Werkstuk 2: woensdag 18

Nadere informatie

BIC WERKBOEKJE. Naam: Voornaam: Brandweer Informatie Centrum

BIC WERKBOEKJE. Naam: Voornaam: Brandweer Informatie Centrum BIC Brandweer Informatie Centrum WERKBOEKJE Naam: Voornaam: Klas: School: 2609562_BW_BIC_Werkboekje_V4.indd 1 20/06/13 15:22 INHOUD Op interventie 4 Een goede noodoproep 6 Verbrande voorwerpen en brandweermateriaal

Nadere informatie

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk!

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk! Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk! Hoe werk je met een spreekbeurtwerkplan? Het eerste deel bestaat uit vragen. Met een moeilijk woord noemen we dat theoretisch onderzoek. In het tweede deel vind

Nadere informatie

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach Instructieboek Koken Voor de Mpower-coach juni 2014 Mpower-coach Instructieboek Versie 1.2014 blz. 2 Inhoud: Inhoudsopgave blz. 3 Mpower-coach blz. 5 Thema koken : blz. 7 Module 0: Beginnen met koken blz.

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Geheimen van het brandalarm. Meester, brand! www.praktischtechniek.nl. Techniek ervaren en beleven in het basisonderwijs.

Geheimen van het brandalarm. Meester, brand! www.praktischtechniek.nl. Techniek ervaren en beleven in het basisonderwijs. Geheimen van het brandalarm Meester, brand! www.praktischtechniek.nl Techniek ervaren en beleven in het basisonderwijs. Spreekbeurtkaart Spreekbeurtkaart: geheimen van het brandalarm Spreekbeurtkaart:

Nadere informatie

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak. De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak. 2 juli 2014 KBS De Hoeksteen 11QH Olmendreef 100 3137 CR Vlaardingen Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Hoe maak

Nadere informatie

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak. Tik-tak - Lees het gedicht tik-tak voor. Doe dit in het strakke ritme van een langzaam tikkende klok: Tik - tak - tik - tak Ik tik - de tijd - op mijn - gemak. Enzovoort. - Laat de kinderen vrij op het

Nadere informatie

Het maken van een werkstuk

Het maken van een werkstuk Het maken van een werkstuk Deze papieren geven informatie over: A. De verzorging : Hoe hoort een werkstuk er uit te zien? B. De indeling : Hoe wordt een werkstuk ingedeeld? C. Het onderwerp : Waarover

Nadere informatie

LESPAKKET BRANDGEVAAR

LESPAKKET BRANDGEVAAR # LESPAKKET BRANDGEVAAR Dit lespakket diept een aantal thema s uit het stripboek verder uit. Het is er op gericht leerlingen kennis te laten verwerven over brandveiligheid en de oorzaken en gevolgen van

Nadere informatie

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Hoe maak ik een Spreekbeurt? Hoe maak ik een Spreekbeurt? Stap 1: Kies een onderwerp. Voordat je kunt beginnen met het maken van een spreekbeurt, moet je natuurlijk een onderwerp kiezen. Het hoeft niet perse een hobby van je te zijn,

Nadere informatie

Thema beroepen. Deze werkbundel is van:

Thema beroepen. Deze werkbundel is van: Deze werkbundel is van: Tel hoeveel je er ziet van elk beroep. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de dokter: de piloot: de brandweerman: de zakenman: de politieagente: de poetsvrouw: OPLOSSING

Nadere informatie

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen

Nadere informatie

Wie heeft die rare knopen erin gelegd? vraagt hij. Ik, geeft Bibi eerlijk toe. Vorige week waaide het nogal hard. Dus toen heb ik de rubberboot en

Wie heeft die rare knopen erin gelegd? vraagt hij. Ik, geeft Bibi eerlijk toe. Vorige week waaide het nogal hard. Dus toen heb ik de rubberboot en Het plan van Bart Dobber, niet doen! Bibi staat op het dek van het schip en kijkt naar haar hond die een kat achterna zit op de kade. Haar broer Bart ligt op de loopplank en peutert aan het touw van de

Nadere informatie

Brand en explosiegevaar

Brand en explosiegevaar Brand en explosiegevaar Door brand en explosie tijdens werkzaamheden vallen er jaarlijks tientallen doden en gewonden. Dus moet je brand en explosies zien te voorkomen. Mede doordat deze zeer onvoorspelbaar

Nadere informatie

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Waarom zijn er ongelukkige mensen?

Waarom zijn er ongelukkige mensen? Eerste Communieproject 8 Waarom zijn er ongelukkige mensen? De mensen doen niet wat God wil Je hebt gezien wat geluk is. Als mensen van jou houden, word je gelukkig. Niet iedereen is gelukkig. Als andere

Nadere informatie

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN AMIGA4LIFE Hooggevoelig, wat is dat? 7-10 jaar WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN 1 voorlichtingsbrochure hooggevoeligheid - www.amiga4life.nl Ik heb een talent! Ik kan goed

Nadere informatie

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen! 1 Wil je wel leren? Opdracht 1a Wat heb jij vanzelf geleerd? 7 Opdracht 1b Van externe naar interne motivatie 7 Opdracht 1c Wat willen jullie graag leren? 8 2 Kun je wel leren? Opdracht 2a Op wie lijk

Nadere informatie

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje Rijd als een auto achteruit door de klas en geef iedereen een autodropje Zing het liedje gaan we

Nadere informatie