Kinderen zullen zich onderwerpen aan het gezag van Gods Woord en het volledig gehoorzamen.

Transcriptie

1 1 SAMUËL 13:1-14; 15:1-34 KERN VAN DE LES Kinderen zullen zich onderwerpen aan het gezag van Gods Woord en het volledig gehoorzamen. DOELSTELLINGEN VAN DE LES Kinderen zullen in staat zijn om: Het zondige handelen van Saul te omschrijven. Uit te leggen hoe Saul werd gestraft voor zijn rebellie. Samen te vatten waarom het handelen van Saul en de zijn verantwoording ervan de Here misnoegde. Te evalueren of Saul werkelijk berouw toonde. MEMORIEVERS 2 Sam.7:16 Uw huis en uw koningschap zullen voor immer bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal vast staan voor altijd. TOEPASSINGEN Onderwerp je aan Gods Woord en gehoorzaam het volledig. Onderzoek je leven naar gebieden waar je gehoorzaamheid nog niet volledig is en toon berouw. Besef dat rebellie en koppigheid ernstig zijn in de ogen van de Heer. VOLGENDE WEEK GOD ZIET HET HART VAN DAVID Lees 1 Samuël 16 1

2 ACHTERGROND Toen het volk Israël zondigde door God te verwerpen als hun koning gaf Hij hun exact de koning die ze wilden. Vanuit menselijk perspectief was Saul de perfecte koning. Hij was groot en knap (1 Sam.9:2) en een bekwaam militaire leider (1 Sam.11). Hij was ook goed voorbereid door God om de koning van Israël te worden. De Heer zalfde Saul (1 Sam.10:1) en bevestigde zijn zalving door wonderlijke tekenen (1 Sam.10:2-16), speciale verkiezing (1 Sam.10:10-24) en de bekrachtiging van de Geest (1 Sam.11:6). Ook al versmaadde Israël het recht van de Heer om over Zijn volk te regeren, toch stelde God in genade Saul aan als koning over Israël. Ondanks hun zonde kon Israël nog steeds gezegend worden mits zowel hun koning als zijzelf gehoorzaam bleven aan de geboden van de Heer (1 Sam.12:13-15,20-25). In 1 Samuël 13:1-14 en 15:1-34 liet Saul zien dat hij niet bekwaam was om de koning van Israël te worden omdat hij zich niet volledig wou onderwerpen aan Gods geboden. Door zijn zonde verwierp God Saul als koning over Israël. De eerste rebellie van Saul (1 Sam.13:1-12) Nadat de zoon van Saul, Jonatan, de Filistijnen had aangevallen (1 Sam. 13:3) planden de Filistijnen een grootse wraakactie tegen Israël (13:5). Het overweldigende aantal Filistijnen zorgde ervoor dat Israël zich verstrooide, sommigen staken zelfs de Jordaan over om te ontsnappen (13:6-7). Gehoorzamend aan het gebod van Samuël wachtte Saul met zijn verzamelde troepen zeven dagen in Gilgal (13:8). Toen de zevende dag aanbrak en Samuël nog steeds niet was gearriveerd begonnen de bevende troepen van Saul te vertrekken (13:7-8). Saul besliste om het brand- en vredeoffer te brengen zonder langer op Samuël te wachten (13:9). Voordat Saul het vredeoffer kon brengen arriveerde Samuël (13:10). Op welk exact punt Saul ongehoorzaam was is moeilijk te bepalen. Het is onwaarschijnlijk dat Saul had gezondigd door het offer te brengen omdat later zowel David als Salomo dit eveneens zouden doen zonder vermaning (2 Sam.24:24; 1 Kon.8:62-64). Hoogstwaarschijnlijk had Saul gezondigd door niet te wachten tot Samuël arriveerde. Saul kwam al gauw af met drie excuses om zijn zonde: het volk beefde, Samuël was niet aangekomen op het afgesproken tijdstip en de bedreiging van de Filistijnen werd groter (1 Sam.13:11-12). Saul wou de strijd niet beginnen zonder eerst de gunst des HEREN te zoeken door een offer te brengen en was ongehoorzaam aan God omdat hij zich hiertoe genoodzaakt voelde (13:12). Saul verheerlijkte zijn eigen inzichten en ogenschijnlijke noden boven het Woord van God. Het begin van Gods verwerping (1 Sam.13:13-14) De vermaning van Samuël naar Saul was ernstig. Samuël zei: Gij hebt dwaas gehandeld; gij hebt niet in acht genomen het gebod van de HERE, uw God, dat Hij u geboden heeft, anders zou de HERE uw koningschap over Israël voor altijd bevestigd hebben (1 Sam.13:13). Sauls verwerping van Gods Woord had ernstige gevolgen. De Heer was bereid om het koningschap van Saul op te richten als hij gehoorzaam was geweest, maar nu zou het koningschap van Saul niet verder gezet worden. De nakomelingen van Saul zouden door de zonde van Saul niet meer het voorrecht krijgen om te mogen regeren over Israël. God had in de plaats een man uitgezocht naar zijn hart en hem tot een vorst over zijn volk aangesteld (13:14). God had reeds beslist wie de volgende koning over Israël zou zijn. Wat een verschrikkelijke gevolgen voor de familie van Saul! Saul trachtte om de Heer te aanbidden zonder zich te onderwerpen aan Zijn geboden. Maar dit onteerde de Heer veel eerder dan dat het Hem verheerlijkte. De koning van Israël werd niet toegelaten om de soevereine Koning zo openlijk te negeren. De Heer was op zoek naar een koning die een hoog beeld had van Hemzelf. De tweede rebellie van Saul (1 Sam.15:1-9) De Heer was nog niet klaar met Saul. Samuël kwam tot hem met een speciale opdracht van de Heer en herinnerde hem aan het feit dat de Heer hem gezalfd had. Samuël zei tot Saul: luister naar de woorden des HEREN (1 Sam.15:1). De Heer had Saul gekozen als instrument om zijn reeds lang aangekondigde vernietiging van de Amakelieten te vervullen, het volk dat Israël het eerst had aangevallen nadat ze Egypte hadden verlaten (Ex.17:8-16). Hij had het bevel gekregen om Amelek volledig te vernietigen en iedere persoon en dier te doden (1 Sam.15:3). De Heer had de familie van Saul afgestoten van de heerschappij over Israël, maar Saul had nog steeds de verantwoordelijkheid en het voorrecht om de geboden van de Heer te gehoorzamen. In de plaats van God te verheerlijken koos Saul ervoor om ongehoorzaam te zijn aan God. Saul echter en het volk spaarden Agag en het beste van het kleinvee en van de runderen, ook het naastbeste, verder de lammeren, kortom al wat waardevol was; dat wilden zij niet met de ban slaan. Maar al het vee dat waardeloos 2

3 was en ondeugdelijk, sloegen zij met de ban (1 Sam.15:9). God had de totale overwinning geschonken, maar Saul schoot te kort aan totale gehoorzaamheid. De aankondiging van de verwerping van de Heer (1 Sam.15:10-34) Samuël hoorde het eerst over de ongehoorzaamheid van Saul via de Heer. De Heer zei tot Samuël: Het berouwt Mij, dat Ik Saul tot koning heb aangesteld, want hij heeft zich van Mij afgekeerd en mijn bevelen niet uitgevoerd (1 Sam.15:11). Hoe ongelooflijk dat God, die Zijn gedachten nooit verandert (15:29), nog steeds bewogen wordt door de zonde van de mensen! Door hetzelfde woord te gebruiken dat Hij gebruikte om Zijn verdriet te omschrijven nadat Hij de mens had geschapen (Gen.6:6), drukte de Heer aan Samuël Zijn soeverein berouw uit over de zonde van Saul. De Heer wilde dat Saul Hem zou gehoorzamen! Hij wist dat Saul ongehoorzaam zou zijn, toch werd Hij nog steeds bedroefd over de verwerping van Zijn gezag door Saul. Die nacht leerde Samuël de straf van de Heer kennen (1 Sam.15:16,23). Samuël werd ontroerd door de boodschap van God en hij riep tot de HERE de gehele nacht (15:11), mogelijk om te bemiddelen voor zowel het volk van Israël als haar koning. Toen Samuël Saul ontmoette te Gilgal zei Saul: Wees gezegend door de HERE; ik heb het bevel des HEREN uitgevoerd 1 Sam.15:13). De groet van Saul laat ofwel een bedrieglijk hart zien ofwel een hart dat geloofde dat gedeeltelijke gehoorzaamheid God kon behagen. Samuël confronteerde Saul al gauw met zijn zonde door te vragen waar de schapen vandaan kwamen (15:14). Saul begon zijn daden te rechtvaardigen door het volk te verwijten en te zeggen dat de kudde en het vee bedoeld waren als offerandes voor de Heer (15:15). Samuël herinnerde Saul er aan dat hij enkel koning was geworden door de keuze van de Heer. Hij vroeg hem waarom hij ongehoorzaam was geweest en slecht had gedaan in de ogen van de Heer (15:16-19). Opnieuw beweerde Saul dat hij gehoorzaam was geweest aan de Heer en verweet hij het volk dat ze de dieren hadden meegenomen om te offeren, alsof dat de handeling zou rechtvaardigen (15:20-21). Samuël deed de zelfrechtvaardiging van Saul teniet door te vertellen dat de Heer zich eerder verheugt in gehoorzaamheid dan in offerandes (15:22). Saul wilde aanbidden zoals hij dacht dat het goed was en niet zoals de Heer dat wilde. Dit was geen gedeeltelijke gehoorzaamheid, maar ongehoorzaamheid en rebellie. De woorden van Samuël zijn door merg en been snijdend: Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is afgoderij en dienen van terafim (15:23). Saul kon zich niet schuilen achter de schone schijn van aanbidding; hij had een hart vol van zelfverheerlijking. Samuël kondigde de straf van Saul aan: Omdat gij het woord des HEREN verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn (15:23). Na het horen van Gods oordeel gaf Saul toe dat hij gezondigd had door zijn verklaring: ik vreesde het volk en ik heb naar hen geluisterd (1 Sam.15:24). De belijdenis van Saul werd gevolgd door een verzoek aan Samuël om terug bij hem te komen zodat hij de Heer kon aanbidden (15:25). Saul was wanhopig om in de aanwezigheid van Samuël te zijn, zodat hij zijn geloofwaardigheid bij het volk niet zou verliezen. Samuël doorzag de poging van Saul om zijn koningschap terug te winnen en verkondigde opnieuw Gods oordeel dat Hij Saul had verworpen als koning (15:26). Het besef van de onomkeerbaarheid van Gods oordeel werd teveel voor Saul. Toen Samuël wilde vertrekken greep Saul zijn mantel waardoor deze scheurde. Verwijzend naar het afgescheurde stuk mantel in de hand van Saul, zei Samuël tot hem: De HERE heeft heden het koningschap over Israël van u afgescheurd en heeft het gegeven aan uw naaste, die beter is dan gij (15:28). De berisping van Samuël dat God niet iemand was die zich zomaar laat vermurwen (15:29) laat zien wat Saul werkelijk wou: dat God van gedachten zou veranderen. Saul gaf nogmaals toe dat hij had gezondigd en gaf openlijker toe dat hij wilde dat Samuël hem vergezelde bij de aanbidding zodat hij niet onteerd zou worden bij de oudsten en het volk van Israël. Saul had zijn troon verloren in de ogen van de Heer maar was niet bereid om het respect van het volk te verliezen. Samuël keerde terug en vervolledigde de vernietiging van de Amakelieten door koning Agag te vermoorden (15:31-33). De relatie tussen Saul en Samuël was blijvend gebroken (15:34-35). De aankondiging van het oordeel bracht Samuël geen vreugde, die bedroefd was over Saul. Hoewel God nooit Zijn gedachten verandert en altijd doet wat Hem behaagt, had Hij berouw, dat Hij Saul tot koning over Israël had aangesteld (15:35). Conclusie Hoewel God een koning voor Israël had gekozen, was Zijn soevereiniteit nooit gestopt met de gebeurtenissen te besturen. Hij had Saul als koning gekozen, wetende dat hij te trots zou zijn om God te gehoorzamen zoals Hij dat vereiste. Saul dacht dat het beter was om de dieren en de koning te sparen dan Gods gebod om de Amakelieten volledig te vernietigen te gehoorzamen. De aanbidding van Saul was louter opgesmukte afgoderij en zijn rebellie was vermomde toverij. Saul was niet de juiste koning voor Israël, omdat hij zijn eigen 3

4 wil verheerlijkte boven die van God; zijn gehoorzaamheid was nooit volledig. Gods verwerping van Saul was al bepaald in de eeuwigheid verleden, maar toch verlangde God dat Saul zou gehoorzamen. Hij was bedroefd om de zonde van Saul. God wil dat de mensen Hem aanbidden zoals Hij dat beveelt en niet zoals ze dat zelf willen. Saul had nooit werkelijk berouw gehad over zijn zonde en God koos een andere man om in zijn plaats koning te worden, een man naar Zijn hart. MOEILIJKE WOORDEN Bedrieglijk Behagen Bewogen Exact Opsmukken Overweldigen Perspectief Vermurwen Versmaden Misleidend. Genoegen, welgevallen. Ontroerd, aangedaan. Nauwkeurig, stipt. Tooien, versieren. Met geweld in zijn macht krijgen. Vergezicht, uitzicht. Tot medelijden overhalen. Beneden zijn stand achten en daarom afslaan. 4

5 BIJBELLES INLEIDING Iedereen weet dat ze gehoorzaam zouden moeten zijn aan God. Een ieder weet wat God wil dat ze doen en niet doen. Maar gehoorzaamt ieder ook altijd? Nee! Wij zijn vaak ongehoorzaam en vergeten hoe zondig en verkeerd het is om God ongehoorzaam te zijn. In deze les leren we wat er gebeurde toen Saul ongehoorzaam naar God was. LEZEN VAN HET BIJBELGEDEELTE Lees gedeelten uit 1 Sam.13:1-14 en 15:1-34. BEGELEIDENDE VRAGEN Wat gebeurde er nadat Saul en zijn zoon Jonathan de Filistijnen aanvielen? Na de aanval vochten de Filistijnen nog harder terug en maakten de Israëlieten bang, zodat ze uiteen gejaagd werden. Hoe reageerde Saul op de verzwakking van Israëls macht? Saul was bang dat Israël niet bij machte zou zijn om tegen de Filistijnen te vechten, als ze uiteen gejaagd waren. Hem werd verteld om 7 dagen te wachten, totdat Samuël kwam om een brandoffer en een vredeoffer. Samuël kwam niet zoals Saul verwacht had, dus besloot Saul om het zelf te doen. Net op het moment dat hij de offers wilde brengen kwam Samuël. Wat zei Samuël tegen Saul toen hij aankwam? Samuël berispte Saul voor zijn ongehoorzaamheid. Hij zei, U bent dwaas geweest, U hebt zich niet gehouden aan het gebod dat de Heer, uw God, u heeft opgelegd (1 Sam.13:13). Wat waren de gevolgen voor de ongehoorzaamheid van Saul? Samuël vertelde Saul dat zijn koningschap niet stand zou houden. De nakomelingen van Saul zouden niet het voorrecht hebben om over Israël te regeren door zijn zonde. Saul probeerde om de Heer te aanbidden, zonder onderdanig te zijn aan Zijn gebod. God zegt dat Hij liever gehoorzaamheid heeft dan offers. Wie sprak er met Saul aan het begin van 1 Sam.15? Samuël, de profeet, sprak met koning Saul. Maar Samuël zei niet zomaar wat hij wilde; hij vertelde Saul de woorden van de Heer. De Heer had een boodschap aan Samuël gegeven om door te geven aan Saul. Wat was het eerste deel van de boodschap van de Heer die Samuël aan Saul gaf? Saul moest eigenlijk iedere man en vrouw, kind en baby, os en schaap, kameel en ezel doodden. Ook al kan het vreemd zijn dat God wilde dat al deze mensen en dieren gedood werden, moeten we herinneren dat God altijd doet wat goed is, zelfs wanneer we het niet begrijpen. In dit geval strafte God de Amalekieten, omdat ze iets slechts gedaan hadden tegen Zijn volk, de Israëlieten. Ook waren de Amalekieten geen goede mensen; ze waren slecht. Dit komt overeen met wat God zei dat het volk moest doen aan de stad Jericho en vele andere steden en volken in het beloofde land (Joz.6; 8). Hoeveel (voet-) volk en mannen van Juda gingen met Saul mee? De Bijbel zegt dat er soldaten en mannen van Juda met Saul gingen. Wat deed Saul voordat hij de Amalekieten aanviel? Saul waarschuwde de Kenieten om weg te gaan, zodat wanneer ze de Amalekieten aanvielen en verwoestten, dat geen van de Kenieten met hen zou vergaan. Doodde Saul alle mensen van Amalek? Nee! Saul doodde iedereen behalve de koning van de Amalekieten, wiens naam Agag was. Doodde Saul al de dieren dat de Heer gezegd had dat hij moest doden? Nee! Saul doodde alleen de dieren die waardeloos waren. Maar hij doodde de beste schapen, geiten en koeien, zelfs de tweede keus en de jonge rammen, kortom alles wat waarde had niet (1 Sam.15:9). Was Saul gehoorzaam aan God? 5

6 Nee! God had hem verteld om al de mensen, de koeien, de schapen, de kamelen en de ezels te doden, maar hij liet sommige in leven (1 Sam.15:8-9). Toen Saul Samuël zag, wat zei Saul tegen hem? Saul zei tegen Samuël, Het bevel van de Heer heb ik uitgevoerd (1 Sam.15:13). Hoe wist Samuël dat Saul niet het bevel van de Heer had uitgevoerd? Samuël hoorde het blaten van de schapen en het loeien van de runderen (1 Sam.15:14). Samuël hoorde het geluid dat de dieren maakten. Hoewel Saul zei dat hij God had gehoorzaamd, wat zei de Heer (door Samuël)? De Heer zei dat Saul Hem niet had gehoorzaamt. Wat was het excuus van Saul om de dieren niet te doden? Saul zei dat de beste dieren gespaard waren om ze te offeren voor God. Wat zegt 1 Sam.15:22 over wat Saul deed? Vers 22 zegt, gehoorzaamheid is beter dan offers; luisteren gaat boven het vet van rammen. In Gods ogen zou gehoorzaamheid beter geweest zijn dan al de offers van de beste dieren die Saul gespaard had. Saul had God moeten gehoorzamen en precies moeten doen wat God gezegd had. Saul had niet iets naders moeten doen. Als het volk offers bracht aan God was het soms omdat ze gezondigd hadden en was er een offer nodig. Andere keren was het omdat ze God wilden aanbidden. Maar God wil niet dat mensen Hem aanbidden en niet gehoorzamen. God wil dat mensen Hem aanbidden en gehoorzaam zijn. Saul kon precies hebben gedaan wat God opgedragen had; dan kon hij offers brengen aan God van het beste van zijn eigen dieren. Wat deed God vanwege de ongehoorzaamheid van Saul? Samuël vertelde Saul dat omdat hij het woord van de Heer afgewezen had, dat God hem had afgewezen om koning te zijn (1 Sam.15:23). Omdat Saul niet naar God luisterde en opstandig was, heeft God hem aan de kant gezet om nog koning over Israël te zijn. Wat deed Samuël met Agag, de koning van de Amalekieten? Hij doodde Agag. Waarom doodde Samuël Agag? Het was erg belangrijk voor Samuël dat de geboden van God gehoorzaamd werden. Zelfs nadat Samuël Saul had berispt over zijn ongehoorzaamheid, doodde Saul Agag niet. Samuël deed het wel. Vele dingen nu zijn anders dan in de dagen van Saul. Maar er is een ding dat altijd waar blijft: we moeten God gehoorzaam zijn. Saul dacht dat het niet belangrijk was om God te gehoorzamen en deed wat hij wilde. Gewoonlijk was het goed om aan God te offeren en Hem het beste te geven. Maar in dit geval wilde God geen offers; Hij wilde gehoorzaamheid. SAMENVATTING God gebood koning Saul om de Amalekieten te vernietigen. Maar Saul besloot dat hij Agag, de koning van de Amalekieten, niet wilde doodden of het beste van de runderen en schapen te vernietigen. Hoewel Saul aan Samuël vertelde dat hij gehoorzaam aan God was geweest, vertelde God aan Saul, door Samuël, dat hij niet gedaan had wat hem was opgedragen. God oordeelde Saul hiervoor en zette hem als koning van Israël aan de kant. Uiteindelijk, omdat Saul Agag niet had gedood, deed Samuël dit. Samuël wist dat gehoorzaamheid aan God belangrijk was en zo deed hij wat Saul weigerde om te doen. Soms doen we hetzelfde als wat Saul deed. We gehoorzamen God niet en denken we dat door goede dingen doen het allemaal wel goed zal laten komen. We denken dat God blij is met onze goede werken en we onze zonden en onze ongehoorzaamheid vergeten. Maar God zegt iets anders. 1 Sam.15:22 zegt dat eender welk offer of goed werk gedaan wordt aan God, Hij wil dat we eerst gehoorzaam zijn. Bijvoorbeeld, wanneer onze ouders vragen om het vuil bij de weg te zetten, maar je hebt daarvoor in de plaats het gras afgedaan, ben je ongehoorzaam geweest naar je ouders. Het gras afdoen voor je ouders is een goed ding om te doen voor je ouders, maar het is niet wat ze gevraagd hebben. Als eerste zet je het vuil bij de weg en als het lukt, kun je daarna het gras afhalen. Niet alleen zullen je ouders blij zijn, maar God is ook verheugd over jou. 6

7 CRECHELES Koning Saul was eerst een goede koning. Maar dat duurde niet heel lang, want toen de Filistijnen kwamen om te vechten tegen de Israëlieten, ging het verkeerd met koning Saul. De Filistijnen waren met heel veel soldaten en de Israëlieten werden bang voor hen en heel veel gingen vluchten. Sommige van de Israëlieten bleven bij Saul om met hem te vechten, maar er was ook een probleem. Samuël had beloofd om Saul te ontmoeten en een offer aan God te brengen voordat ze gingen vechten. Saul wachtte een dag, hij wachtte twee dagen, hij wachtte drie dagen,... Toen hij zeven dagen had gewacht en Samuël er nog niet was ging Saul zelf maar offers brengen. Maar oei, was Saul nu wel gehoorzaam? Nee, hij had moeten wachten op Samuël, want dat was zo afgesproken. Wat hebt u gedaan? vroeg Samuël nadat hij gekomen was, je hebt je niet gehouden aan het gebod van God, daarom mogen jij en je kinderen geen koning meer zijn over Israel. Saul zou hebben moeten leren van zijn fout, maar dat deed hij niet. Samuël vertelde aan Saul dat hij moest luisteren naar God. God zou de Amalekieten straffen omdat ze Israël aangevallen hadden. God zei, Versla alle Amalekieten en vernietig het alles. Spaar hen niet, maar dood alle mannen en vrouwen, kinderen en baby s, koeien en schapen, kamelen en ezels. Saul ging strijden tegen de Amalekieten, maar hij nam koning Agag van Amalek levend gevangen, maar doodde alle mensen van Amalek. Hij en zijn mannen lieten koning Agag leven en ook de beste schapen, geiten en koeien. Was Saul gehoorzaam? Nee, hij luisterde niet naar God en deed niet wat God gezegd had. God vertelde aan Samuël wat er gebeurd was. Samuël was heel verdrietig en riep de hele nacht tot God. Toen Samuël bij Saul aankwam, zei Saul tegen hem: U kunt God danken: het is gelukt! Het bevel van de Heer heb ik uitgevoerd. Hoe kan ik dan schapen horen blaten en koeien horen loeien? vroeg Samuël. Die hebben ze uit Amalek meegebracht, antwoordde Saul. Het volk heeft de beste schapen en runderen gespaard om ze aan de Heer, uw God, te offeren. De rest hebben we vernietigd. Waarom hebt u dan niet naar de Heer geluisterd? vroeg Samuël. Ik heb wel naar de Heer geluisterd, antwoordde Saul, al Gods aanwijzingen heb ik opgevolgd. Koning Agag van Amalek heb ik meegevoerd, maar de Amalekieten zelf heb ik vernietigd. Maar het volk heeft de beste schapen en koeien voor vernietiging gespaard om die in Gilgal te offeren aan de Heer, uw God. Saul maakte excuses, hij gaf eigenlijk het volk de schuld dat de dieren er nog waren. Samuël zegt tegen koning Saul, Gehoorzamen is beter dan offers brengen. U hebt niet naar God geluisterd, daarom heeft hij u aan de kant gezet, u zult niet langer koning zijn. Tot zijn dood toe heeft Samuël Saul nooit meer ontmoet. Samuël treurde over Saul. 7

8 MEMORIEVERS 1 Sam.7:16 Uw huis en uw koningschap zullen voor immer bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal vast staan voor altijd. Laat enkele kinderen proberen het vers op te zeggen. Weten ze nog wat het vers betekent (zie voor uitleg memorievers Samuël Les 1). Verstop in het lokaal de volgende afbeeldingen: een troon, een huis en het land Israël. Heb van elke afbeelding er twee verstopt. Laat de kinderen de afbeeldingen zoeken en laat de kinderen met dezelfde afbeelding bijeen staan. De ene afbeelding komt uit het Oude Testament en de andere is de vervulling uit het Nieuwe Testament. Laat de kinderen de afbeeldingen op volgorde leggen, zoals in het vers. Herhaal samen het vers en toon de afbeeldingen op de gepaste tijd. Variatie: schrijf of print de woorden van het vers op kaartjes en doe ze door elkaar. Laat de kinderen in groepjes werken om het vers op de juiste volgorde te leggen. IJSBREKERTJES Je zonde verdedigen De les van deze week is een goed voorbeeld van een mens zijn poging om zijn zonde te rechtvaardigen. Wij verdedigen onze zonde wanneer we proberen om excuses te maken of iemand anders de schuld ervoor te geven. Vraag de kinderen voor enige excuses die ze soms hebben voor hun zonden. Je kunt hen helpen om hen dit te laten herkennen ( ik luisterde niet omdat Julie tegen me sprak ; mijn zus begon ; ik heb niet opgeruimd omdat ik het vergeten was ; ik ben ondankbaar omdat ik niet zoveel heb als andere kinderen ; etc.) Leg uit dat we onze zonden nog erger maken wanneer we proberen het te verdedigen (1 Joh.1:8-9). We moeten onze zonden belijden aan God zo snel als dat we er bewust van worden. Gehoorzaamheid behaagt God Vraag de kinderen of ze ooit geprobeerd hebben om iets goed te doen, en dat het alleen maar verkeerd ging (bijvoorbeeld, proberen een cake te bakken en het mislukte; koffie maken voor mama en daarna knoeien; helpen om iets te dragen en het daarna te laten vallen). Als we God willen behagen, kunnen we het niet doen zoals wij denken dat goed is; we moeten Gods Woord volledig gehoorzamen. God is meer verheugd door onze gehoorzaamheid dan eender wat we doen voor Hem (1 Sam.15:22-23). Je kunt het verhaal van Achan uit Jozua 7 vertellen, welke God niet volledig gehoorzaamde; zijn zonde resulteerde in de nederlaag van Israël tijdens de strijd. Berouw Berouw tonen betekent letterlijk omkeren of van gedachten veranderen. Leg aan de kinderen uit dat wanneer we gezondigd hebben, dat God verwacht dat we berouw tonen. Dat betekent dat we onze zonden moeten belijden aan God en ons af moeten keren van de zonde en in de tegenovergestelde richting gaan. Afkeren van zonde betekent dat we er alles aan doen om nooit dezelfde zonde weer te doen. In de tegenovergestelde richting gaan betekent dat we in de plaats van zonde een goed iets doen. We kunnen zelfzuchtigheid vervangen met vriendelijkheid, liegen met het vertellen van de waarheid, luiheid met hard werken, etc. (Ef.4:17-32). Gebruik deze gelegenheid om aan de kinderen uit te leggen dat ze zich naar Christus keren en vergeving vragen en vragen om de mogelijkheid om te gehoorzamen. 8

9 Rebellie Rebellie of opstandigheid is heel ernstig in de ogen van God. In 1 Sam.15:23 wordt het vergeleken met de zonde van waarzeggerij. Waarzeggerij is eender welke mystiek (bovenzinnelijk: geestelijk, niet waarneembaar, boven het bereik van de zinnen) of metafysisch (wat zich bezighoudt met bovenzinnelijke gronden der dingen en werkingen) poging om de toekomst te bepalen of het geestelijke rijk te contacteren. Waarzeggerij werd gepraktiseerd door de omliggende landen en wordt beschreven in andere Schriftgedeelten als een gruwel voor de Heer (Deut.18:11-12). Het was verboden en werd gestraft met de dood (Ex.22:18). Dat God rebellie gelijk achtte met de zonde van waarzeggerij was een ernstige aanklacht. Wie is slimmer, de mens of God? Doorheen de geschiedenis zijn er vele slimme mensen geweest. Ze hebben nieuwe melkwegstelsels ontdekt en geneesmiddelen voor ziektes. Maar niemand van deze mensen was net zo slim als God. God weet niet alleen alles, maar Hij heeft ook alles geschapen. In de les vandaag zien we dat Saul dacht dat hij slimmer was dan God. Hij dacht dat hij beter wist wat goed was dan God had opgedragen. Hij luisterde niet volledig naar God en God nam dat zeer ernstig. God vond het zo ernstig dat Hij Saul of zijn toekomstige familie niet langer toeliet om over Israël te regeren. Het juiste doen Gehoorzaamheid betekent volledig Gods opdracht volgen. Om dit te illustreren, bak je drie verschillende koekjes: een dat de verkeerde ingrediënten heeft, een dat niet lang genoeg gebakken is en een die goed is. Laat de koekjes aan de kinderen zien of laat enkele naar voor komen en de koekjes proberen (breek stukjes af voor het proeven). Leg uit wat er verkeerd is met elk koekje. God eist dat we Zijn recepten boek erg zorgvuldig volgen. Dit is een mooie gelegenheid om het evangelie te delen, uitleggende dat alleen Jezus Gods opdrachten volledig kon volgen. Gehoorzaam volledig Neem een cassettebandje of cd mee met geluiden van koeien of schapen. Dit kan gedownload worden van het internet of thuis opgenomen worden. (je vind misschien wel een speelgoed met deze geluiden.) op de juiste tijd in de les (1 Sam.15:13-14), laat je de geluiden horen waar de kinderen het niet kunnen zien. Op precieze tijd dat Saul zei dat hij gehoorzaamt had, hoorde Samuël de dieren en wist dat Gods opdracht niet was nagevolgd. KNUTSELWERKJES Schaap Geef elk kind een kopie van het blad Saul was niet volledig gehoorzaam en laat de kinderen wattenbolletjes op het schaap plakken om deze te vullen. Lees de teksten voor die op het blad staan. Vuil kleed Ongehoorzaam zijn is net als een kleedje dat vuil wordt. Hoe meer zonden we doen, hoe vuiler als het ware ons kleed wordt. Geef elk kind een kopie van het blad vuil kleed en laat hen het middelste kleedje zuiver laten, de andere twee kleedjes een aantal vlekken op kleuren of beplakken met bruin papier. Deel met hen het evangelie. Hoe kunnen wij weer zuiver worden? God gehoorzamen Geef elk kind een blad papier. Schrijf de woorden ik zal God gehoorzamen bovenaan het blad. Laat hen dan verschillende plaatsen tekenen waar ze God kunnen gehoorzamen. Voorbeelden kunnen zijn: thuis, op school, 9

10 in de kerk of in de speeltuin. Je kunt eventueel ook tijdschriften meenemen en hieruit afbeeldingen laten knippen en deze laten opplakken. KNUTSELACTIVITEITJES Houden of weg ermee! Neem drie lunchzakjes mee, waar elk ongeveer voorwerpen in zitten die de kinderen waardevol vinden (een stuiterbal, waskrijt, sticker, etc.) of afval (een snoeppapiertje, potloodstompje, gebruikte postzegel, etc.). Plaats een tafel vooraan in het lokaal. Kies drie kinderen uit, die ieder op zijn beurt, de inhoud van zijn zakje op tafel gooien en daarna doorheen de voorwerpen gaan om te beslissen welke te houden en welke weg te doen. Kind 1 zou de afvalvoorwerpen weg moeten gooien en de rest voor zichzelf moet houden. (Laat het kind de groep vertellen waarom hij die keuze heeft gemaakt.) Kind 2 zou de afvalvoorwerpen moet weggooien en de gebruiksvoorwerpen aan andere mensen of aan de kerk moeten geven. (Hij zou voorbereid moeten zijn om de rest van de kinderen te vertellen welk voorwerp hij aan iemand wil geven en waarom.) Kind 3 zou alles weg moet gooien, ook de gebruiksvoorwerpen. Hij zal de groep vertellen dat hij dit deed omdat de lesgever hem dit zei te doen en dat hij de instructies die gegeven zijn gehoorzaamde. Vertel de kinderen dat kind 1 rebelleerde; kind 2 gedeeltelijk gehoorzaam was en kind 3 gehoorzaam was. Instructies volgen Plaats een snoepje voor elk kind terwijl het kleurt of wacht voor de les te beginnen. Vertel de kinderen dat ze het snoepje niet mogen aanraken, totdat je aangeeft dat ze het mogen. Als een kind ongehoorzaam is, neem dan het snoepje weg. Leg uit dat ze het snoepje kwijtraakten, omdat ze deden wat zij wilden in plaats van de instructies te volgen. In het verhaal vandaag werd Saul afgewezen als koning, omdat hij ongehoorzaam was en niet deed wat er gevraagd werd. De klok Wanneer je begint met les te geven over Sauls eerste ongehoorzaamheid in 1 Sam.13:1-2, laat de kinderen een (kook) wekker zien. Zet de wekker en vertel hen dat ze moeten wachten totdat het afgaat, voordat ze iets mogen doen (bijvoorbeeld het eten van een koekje die ze al hebben gekregen of praten). Spreek met hen over de opdracht die Samuël aan Saul gaf (vers 8). Spreek ook over hoe lang Saul wachtte, maar uiteindelijk deed wat hij wilde. 10

11 GEHOORZAAM GOD IN ALLE DINGEN! ONGEHOORZAAM ZIJN IS NET ALS EEN KLEEDJE DAT VUIL IS ONGEHOORZAAM GEHOORZAAM ONGEHOORZAAM 11

12 SAUL WAS NIET VOLLEDIG GEHOORZAAM! Trek dus tegen Amalek op, versla het en vernietig het geheel en al. Spaar het niet, maar dood alle mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels. (1Sam.15:3) Het volk heeft de beste schapen en runderen gespaard om ze aan de Heer, uw God, te offeren. De rest hebben we vernietigd, Antwoordde Saul. (1Sam.15:15) Maar Samuël zei: Zijn offers de Heer even lief als gehoorzaamheid aan zijn bevelen? Nee, gehoorzaamheid is beter dan offers; luisteren gaat boven het vet van rammen. (1Sam.15:21) 12

13 SAUL GEHOORZAAMT GOD NIET (HANDREIKING KINDEREN) 1SAMUËL 13:1-14; 15:1-34 MEMORIEVERS 2 Sam.7:16 Uw huis en uw koningschap zullen voor immer bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal vast staan voor altijd. Sssst MIJN EIGEN STILLE TIJD 1 Samuël 10:8 vertelt ons dat Saul na de Filistijnen te hebben aangevallen dagen moest wachten om het offer te brengen. Deed Saul wat God hem had geboden? Juist of fout: Saul deed het juiste toen hij voor God een offer bracht en Samuël was erg tevreden. Omdat Saul ongehoorzaam was geweest aan de geboden van de Heer, zou zijn niet verder worden gezet (1 Sam.13:14). In 1 Samuël 15 kreeg Saul de opdracht om Amakelieten te doden. ALLE DE MEESTE GEEN DUIZEND Gehoorzaamde Saul het gebod van God? In 1 Samuël 15:22 staat dat beter is dan. (Vraag aan je papa en/of mama of jouw antwoorden juist zijn!) 13

14 KLEURPLAAT 1 14

15 KLEURPLAAT 2 15