Burgerlijk procesrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Burgerlijk procesrecht"

Transcriptie

1 de methode van schadebegroting, rechtvaardigt de aard van zodanige schade dat het de rechter vrijstaat bij het begroten daarvan te abstraheren van bepaalde, de bijzondere situatie van de benadeelde eigenaar betreffende omstandigheden. In het bijzonder kan buiten beschouwing worden gelaten dat de eigenaar de woningen niet heeft verkocht (vgl. het onder 5.1 overwogene in HR 9 oktober 1992, nr , NJ 1994, 286). Indien en voorzover echter ten tijde van de vaststelling van de schade door de rechter, de aanvankelijk opgetreden waardevermindering van de woningen ongedaan blijkt te zijn gemaakt door een van overheidswege uitgevoerde bodemsanering in het gebied waar de woningen zich bevinden, is dit waardeherstel een niet met de individuele situatie samenhangende omstandigheid die redelijkerwijs in aanmerking behoort te worden genomen om te voorkomen dat meer dan de werkelijk geleden schade wordt vergoed. De Hoge Raad laat derhalve de abstracte schadeberekening niet los, doch karakteriseert de sanering als een niet-concrete niet met de individuele situatie samenhangende omstandigheid zodat daarmee bij de (abstracte) schadeberekening rekening kan worden gehouden. Volgt vernietiging en verwijzing. 3 HR 12 mei 2000, RvdW 2000, 124C; aansprakelijkheid accountant/belastingadviseur Robu Holding BV is een bedrijf dat handelt in vleeswaren. Sinds haar oprichting 1968 heeft zij gebruik gemaakt van de accountantsdiensten van E. Vanaf 1975 werden deze diensten verricht door twee mede door E. opgerichte accountantmaatschappen. Als blijkt van nalatigheden bij de aacountantwerkzaamheden, wordt in 1985 de contractuele relatie beëindigd en vordert Robu op grond van onrechtmatige daad vergoeding van de ontstane schade. In cassatie komt onder meer de vraag aan de orde of E. persoonlijk voor de schade aansprakelijk kan worden gesteld. De Hoge Raad: Ten aanzien van deze klacht wordt om te beginnen aangetekend dat uit de enkele omstandigheid dat sedert de oprichtingsdata contractuele relaties zijn ontstaan tussen Robu en de twee door E. opgerichte en bestuurde vennootschappen, nog niet volgt dat de eerdere, van 1968 daterende contractuele relatie tussen E. en Robu daarmee geheel was beëindigd. Beslissend is echter (...) of E. persoonlijk heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij als bestuurder van de beide dienstverlenende vennootschappen naar verkeersopvattingen jegens Robu als opdrachtgever van die vennootschappen in acht had moeten nemen; zo ja, dan volgt daaruit dat E. persoonlijk jegens Robu aansprakelijk is. De zorgvuldigheidsnorm wordt in een geval als het onderhavige (...) mede bepaald door de sedert 1968 bestaande relatie tussen E. en Robu. Volgt vernietiging en verwijzing. Literatuur J.E. Tielens, Afgeleide schade revisited, een leidraad voor de aandeelhouder die vergoeding van afgeleide schade vordert, WPNR 6407 (2000), pp ; V. van den Brink, Aansprakelijkheid voor onrechtmatige rechtspraak, NJB, afl. 15, pp ; W.H. van Boom en J.M. Barendrecht, Gedrag van toen, normen van nu?, in BWKJ 16 (2000), pp Burgerlijk procesrecht R.J.C. Flach Wetgeving Voorstellen voor een nieuw burgerlijk procesrecht in eerste aanleg (III) Wetsvoorstel behelst voorstellen tot herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg. In het voorjaar van 2000 is het voorlopig verslag verschenen (TK , , nr. 1 e.v.). In deze katern worden daaruit enkele vernieuwingen gesignaleerd. Voor een eerste commentaar: W.A.J.P. van den Reek, TCR 2000, p. 1 (uit de eerste hand) en R.J.B. Boonekamp en C.J.J. van Maanen, TCR 2000, p. 6. Openbaar Ministerie en de procureur-generaal bij de Hoge Raad Voor het OM is in de civiele procedure een beperkte rol weggelegd: soms treedt het als partij op, soms wil het OM enkel geïnformeerd worden, soms wordt het OM gehoord of gebruikt als bron van relevante bescheiden. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om de huidige aan het OM gewijde titel 5 in het Eerste Boek WvBRv te laten vervallen. De inhoud wordt verplaatst naar de vijfde afdeling van de eerste titel (algemene bepalingen), terwijl tegelijkertijd de regeling wordt herzien. Rekening is gehouden met de reorganisatie van het OM waarbij de P-G bij de Hoge Raad niet langer tot het OM wordt gere KATERN 76

2 kend. Het OM is bevoegd om op elke terechtzitting aanwezig te zijn en/of alle op een zaak betrekking hebbende bescheiden in te zien. Op verzoek van de rechter of een partij kan het OM bescheiden inbrengen. Bij deugdelijk gemotiveerde beslissing kan dit worden geweigerd. Treedt het OM op als partij in een civiel geding dan geschiedt de inleiding en de behandeling van de zaak volgens de gewone regels. De vordering behoort dus voortaan tot het verleden. Wel gelden enige bijzondere regels: in feitelijke instanties is procureurstelling niet verplicht. In cassatie moet het OM vertegenwoordigd zijn door een advocaat. Duidelijkheid is geschapen door en tegen wie hoger beroep en cassatie moet worden ingesteld, te weten de ambtenaar van het OM bij het gerecht dat de beslissing waarvan beroep heeft genomen. In cassatie blijft dat zo, in hoger beroep treedt voor de behandeling de ambtenaar die het hoger beroep behandelt in de plaats. Treedt het OM niet als partij op dan wordt het gehoord zodra het de wens daartoe te kennen heeft gegeven. De huidige opsomming van zaken in artikel 324 Rv zal verdwijnen. In cassatie is horen regel. Tenslotte is onder invloed van het EVRM aan partijen het recht gegeven om binnen twee weken na het nemen van de conclusie dan wel verzending daarvan aan partijen schriftelijk commentaar te mogen leveren. Achtergrond is de Borgers-uitspraak (EHRM 30 oktober 1991, NJ 1992, 73). Invloed EVRM Op diverse plaatsen is de invloed van het EVRM te bespeuren omdat het huidige recht tekortschiet. Gewezen is al op het recht van partijen om binnen twee weken na het nemen van een conclusie door het OM dan wel na verzending daarvan aan partijen schriftelijk commentaar te mogen leveren. Ook de schrapping van de beperkte bewijskracht van de partijverklaring hetzij als getuige omtrent door hem waargenomen feiten (art. 213 lid 1 Rv) hetzij als partij naar aanleiding van door de rechter of wederpartij gestelde vragen ter gelegenheid van een getuigenverhoor (art. 205 lid 4 Rv) wordt, al dan niet terecht, gemotiveerd met een beroep op artikel 6 EVRM zoals uitgelegd in EHRM 27 oktober 1993, NJ 1994, 534 (Dombo). In HR 11 februari 2000, RvdW 2000, 48 (Civil Construction/Resort) moest de Hoge Raad de Dombo-uitspraak nog eens in stelling brengen om de niet-toelating van een statutair directeur van de ene procespartij naar Antilliaans bewijsrecht, dat het partijgetuigeverbod nog kent, recht te trekken omdat een voormalig directeur van de andere procespartij wel mocht getuigen. Met de komst van het nieuwe Antilliaanse WvBRv zal het verbod binnenkort verdwijnen. Zie daarover A.I.M. van Mierlo, Nieuw Arubaans Burgerlijk Procesrecht, Boom, Den Haag 1999 (Rede Universiteit van Aruba). Hoewel niet genoemd in de toelichting zal ook de toepasselijkverklaring van de regels van bewijs op verzoekschriftprocedures althans ten dele verklaard kunnen worden door de invloed van artikel 6 EVRM. Dat zal vooral voor de contentieuze verzoekschriftprocedures gelden. Zie H.J. Snijders in zijn noot onder HR 28 mei 1999, NJ 1999, 694. Het laten beginnen van de termijn van verzet als het verstekvonnis niet in persoon is betekend met de dag waarop het vonnis ten uitvoer is gelegd is eveneens te verklaren vanuit artikel 6 EVRM. Zie HR 25 februari 2000, RvdW 2000, 72 C (Stienstra/Weijters). Geen tekortschieten maar rechtstreekse invloed is te vinden in de nieuwe afdeling 3 van de eerste titel van het Eerste Boek WvBRv met algemene bepalingen. Daarin worden een aantal beginselen vastgelegd en uitgewerkt die ook in artikel 6 EVRM besloten liggen. Aan het uit artikel 6 EVRM voortvloeiende recht van partijen om hun zaak mondeling voor de rechter te bepleiten (recht op oral hearing ) is het ongetwijfeld te danken dat het recht op pleidooi niet geheel verdwenen is. Wel is het ernstig gekortwiekt als partijen op een comparitie het woord hebben kunnen voeren. Nieuwe algemene bepalingen (Afd. 1.3 WvBRv) Voorgesteld wordt om in de eerste titel van het Eerste Boek van het WvBRv een afdeling op te nemen om daarin een aantal Algemene voorschriften voor procedures bijeen te brengen. De belangrijkste veranderingen zitten in de artikelen 4 en 5 (processuele mededelingsplichten) en in de artikelen 9, 10 en 10a (openbaarheid zitting en uitspraak). De afdeling begint met de klaroenstoet van het hoor en wederhoor: de rechter mag pas beslissen als de procespartijen gelijkelijk in de gelegenheid zijn geweest om hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten (art. 1). Verder moeten zij zich over elkaars standpunten en over de in de procedure gebrachte bescheiden hebben kunnen uitlaten. Artikel 2 bouwt voort op het beginsel van een redelijke termijn zoals neergelegd in artikel 6 EVRM: de rechter moet waken tegen een onredelijke vertraging van de procedure ter- KATERN

3 wijl ook partijen op dit punt verplichtingen tegenover elkaar hebben. In artikel 3 is op partijen een onomwonden geformuleerde waarheidsplicht gelegd: partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. De rechter kan uit de gebleken (bewuste) onvolledigheid of onwaarheid de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. Verzwaring van de processuele mededelingsplichten van partijen is een van de kurken waarop het wetsvoorstel drijft. Zo voorziet artikel 4 in een straks algemeen geldende verplichting van partijen om in elke stand van het geding op bevel van de rechter bepaalde stellingen toe te lichten of bepaalde, op de zaak betrekking hebbende bescheiden, over te leggen (een soort van disclosure order ). Ook de verplichting in artikel 843a Rv om op vordering van de wederpartij bepaalde bescheiden ter inzage dan wel daarvan afschrift of uittreksel te geven (exhibitieplicht) wordt uitgebreid. Ook andere bescheiden dan onderhandse akten, in het algemeen: alle gegevensdragers, zullen straks opgevraagd kunnen worden. Gewichtige redenen (ter beoordeling van de rechter) kunnen anders meebrengen, de eis of order kan alleen bepaalde stellingen of bescheiden betreffen en het moet van belang zijn voor de beslissing van het geschil. De exhibitieplicht is aan nog meer voorwaarden onderworpen: de wederpartij moet een rechtmatig belang hebben, het moet gaan om bescheiden die betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarin de wederpartij of zijn rechtsvoorganger partij zijn, de te exhiberen bescheiden moeten de partij te zijner beschikking staan of onder hem berusten, geheimhoudingsplichten uit hoofde van ambt, beroep of betrekking moeten worden gerespecteerd en een behoorlijke rechtspleging kan meebrengen dat ook op andere wijze wordt voorzien in verschaffing van de gevraagde gegevens (bijvoorbeeld door middel van getuigen). Op de verzwaring van de stelplicht in de dagvaarding (verweer; bewijsmiddelen) en conclusie van antwoord (bewijsmiddelen), is in een eerder katern al gewezen evenals op het feit dat partijen minder tijd en gelegenheid wordt gegund om aan die verzwaarde mededelingsplichten te voldoen (inperking recht op re- en dupliek en pleidooi, strakker rolreglement zie het inmiddels totstandgekomen Landelijk reglement voor de civiele rol bij de rechtbanken dat op 1 oktober 2000 in werking moet treden). Artikel 5 verplicht de rechter te beslissen op alles wat partijen hebben gevorderd of verzocht, artikel 6 bindt hem daarbij aan de grondslag van de eis, verzoek of verweer (lijdelijkheid-partijautonomie), artikel 7 dat hij ambtshalve de rechtsgronden moet aanvullen (ius curia novit) en artikel 8 dat hij niet mag weigeren te beslissen (ministerieplicht). De volgende vier artikelen concretiseren het in artikel 121 Grondwet neergelegde openbaarheidsen, het daarmee samenhangende, motiveringsbeginsel. Wat de openbaarheid van de zitting betreft (art. 9), is aan de rechter de bevoegdheid gegeven alleen sluiting van de deuren of toelating van slechts bepaalde personen te bevelen als een van de volgende zes belangen dat eist: openbare orde, goede zeden, Staatsveiligheid, belang minderjarige, persoonlijke levenssfeer partijen of goede rechtspleging. Ordeverstoring kan reden zijn tot verwijdering. De openbaarheid van uitspraak (art. 10) wordt geconcretiseerd in een recht jegens de griffier op afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen met de daaraan gehechte stukken (andere processtukken niet). Partijen, verzoeker en belanghebbende hebben daar ongeclausuleerd en zonder kosten recht op, derden moeten betalen en kunnen geconfronteerd worden met een weigering ter bescherming van zwaarwegende belangen van anderen. Is de zitting met gesloten deuren gehouden dan worden slechts geanonimiseerde afschriften of uittreksels verstrekt en ligt op partijen een geheimhoudingsplicht ten aanzien van het aldaar verhandelde. Nieuw is de mogelijkheid voor de rechter om een soort van protective order te geven ten aanzien van bepaalde gegevens uit de procedure in het belang van de privacy of bedrijfsgeheimen van betrokkenen (art. 10a). De motiveringsplicht geldt voor vonnissen, arresten en beschikkingen met inbegrip, aldus de toelichting, van de tussenbeslissingen (art. 11). De beperkingen die het wetsvoorstel aanbrengt op het openbaarheidsbeginsel houden verband met de verzwaring van de processuele mededelingsplichten. De afdeling besluit met een aantal bepalingen van meer praktische aard. De artikelen 12 en 13 bieden de mogelijkheid tot herstel en aanvulling van vonnissen en dergelijke bij kennelijke vergissingen die zich voor eenvoudig herstel lenen respectievelijk bij verzuimen om over een onderdeel van het gevorderde of verzochte te beslissen. Artikel 14 stelt voor het hele land de openingstijden van de civiele griffies vast op 9.00 tot uur. Ondanks bezwaren is de verlenging van de termijn tot bij indiening door middel van de 3878 KATERN 76

4 fax gehandhaafd. Van de gelegenheid is geen gebruik gemaakt om de indiening per electronische post mogelijk te maken zoals Rule 5.3 en 6.5 (4d) van de per 26 april 1999 in werking getreden Engelse Civil Procedural Rules 1998 dat al wel doen (althans niet uitsluiten) (Jongbloed, in: Van Nederlands naar Europees procesrecht?!, Kluwer, Deventer 2000, p. 161). Artikel 15 regelt de overlegging en overgang van stukken als de zaak na verwijzing of toepassing van een rechtsmiddel voor een andere rechter wordt voortgezet. Rechtspraak Bevoegdheid burgerlijke rechter en bestuursrechter bij onrechtmatige overheidsdaad; kosten rechtsbijstand bestuurlijke voorprocedures Een beslissing die in de literatuur veel aandacht heeft getrokken is HR 17 december 1999, NJ 2000, 87 (Gemeente Groningen/Raatgever). Mw. Raatgever wordt geconfronteerd met een weigering om nog langer bijzondere bijstand uit te keren. Bijgestaan door een advocaat dient zij een bezwaarschrift in. De gemeente herziet haar besluit, maar weigert de kosten van rechtsbijstand te vergoeden. Mw. Raatgever bestrijdt dit. Zij volgt daarbij niet de bestuursrechtelijke rechtsgang van bezwaar en beroep, maar stelt een vordering in bij de burgerlijke rechter en vordert schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen. Eerste vraag is of de jurisprudentiële regel dat de burgerlijke rechter gebonden is aan een besluit van een bestuursorgaan als daartegen een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft opengestaan zonder dat daar daadwerkelijk gebruik van is gemaakt (beginsel van de formele rechtskracht) ook geldt bij zuivere schadebesluiten (art. 8:73 Abw). Dat zijn besluiten die ten principale betrekking hebben op een (zelfstandig) verzoek om schadevergoeding waartegen beroep bij de bestuursrechter mogelijk is. Er is goede grond, aldus de Hoge Raad, om aan te nemen dat het beginsel van formele rechtskracht bij zuivere schadebesluiten niet geldt. Artikel 8:73 Abw laat de benadeelde partij de keuzevrijheid of hij voor de bestuursrechter of voor de burgerlijke rechter wil procederen. Alleen als hij voor de bestuursrechtelijke weg kiest en die zover volgt dat het tot een uitspraak van de bestuursrechter komt waarin deze het beroep ongegrond verklaart, kan, op straffe van niet ontvankelijkheid, niet alsnog de rechtsgang bij de burgerlijke rechter gevolgd worden. Nadat aldus de ontvankelijkheid van Raatgever vaststond, was de volgende vraag of de gemeente onrechtmatig had gehandeld en dit haar kon worden toegerekend (art. 6:162 BW). Niet elke herroeping van een primair besluit na gemaakt bezwaar betekent naar huidig recht dat sprake is van een toerekenbare onrechtmatige daad. Dat hangt van de redenen af die tot herroeping hebben geleid en van de omstandigheden waaronder het primaire besluit tot stand is gekomen. Onjuiste uitleg van de wet komt in ieder geval voor rekening van de overheid (HR 20 februari 1998, NJ 1998, 526). In de zaak Raatgever was de rechtbank uitgegaan van een aan de overheid toe te rekenen onrechtmatige daad hetgeen in cassatie door de gemeente niet was bestreden. Wel dat daarmee ook recht zou bestaan op volledige vergoeding van de kosten van rechtsbijstand die in de bezwaarfase waren gemaakt. Ook in dit opzicht is de Hoge Raad het niet met de gemeente eens: als het redelijk is rechtsbijstand in te roepen en als de omvang van de gemaakte kosten eveneens redelijk is, dan komen deze volledig als kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid in de zin van artikel 6:96 lid 2 onder b BW voor vergoeding in aanmerking. Van de vele commentaren noem ik: de noot van A.R. Bloembergen, NJ 2000, 88; A.Q.C. Tak, NJB 2000, p. 271 en T. Hartlief, AA 2000, p Als reactie op de beslissing omtrent de kosten van rechtsbijstand heeft de regering een wetsvoorstel ingediend om de gevolgen ervan terug te dringen. Pas als blijkt dat het bestreden besluit onrechtmatig is en het bestuursorgaan in ernstige mate onzorgvuldig heeft gehandeld, is er volgens dit voorstel plaats voor vergoeding en dan nog niet volledig, maar volgens een bepaald forfaitair bepaald bedrag (TK , , nr. 1 e.v.). Kritisch hierover T. Hartlief, NJB 2000, p Zuiver emotionele belangen: rechtens relevante belangen om te mogen procederen? Een mevrouw met de Nederlandse en Portugese nationaliteit trouwt in 1991 in Nederland met een man die de Chileense nationaliteit bezit. In 1996 eindigt het huwelijk door echtscheiding. In 1997 verzoekt de vrouw om het huwelijk met terugwerkende kracht nietig te verklaren op de grond dat haar inmiddels is gebleken dat de man al gehuwd was toen zij in 1991 met hem trouwde. Het verzoek wordt onder toepassing van Nederlands recht afgewezen omdat het huwelijk al geëindigd is. Artikel 1:69 lid 1 onder b BW verklaart slechts echtgenoten bevoegd om een der- KATERN

5 Faillissementsrecht gelijk verzoek in te dienen. Gewezen echtgenoten vallen daar niet onder, aldus HR 5 november 1999, NJ 2000, 63. Evenmin kan de vrouw beschouwd worden als een persoon met een onmiddellijk rechtsbelang in de zin van letter c, nu ze slechts een zuiver emotioneel belang bij het verzoek heeft. In zijn noot stelt A.R. Bloembergen, mede naar aanleiding van het in Katern 71 gesignaleerde HR 9 oktober 1998, NJ 1998, 853 (Jeffrey), dat in de literatuur nogal wat commentaar heeft uitgelokt, zich de vraag of ontzegging van de toegang tot de rechter wel een adequate reactie is gelet op de huidige stand van de rechtsontwikkeling. Daarbij wijst hij op de mogelijkheid om immateriële schadevergoeding te krijgen (art. 6:106 BW) en om collectief belang acties in te stellen (art. 3:305a BW) waarbij het ook gaat om ideële belangen. Bloembergen weegt de argumenten pro en contra en onderzoekt of er niet andere mogelijkheden zijn zoals toepassing van het leerstuk van misbruik van bevoegdheid of toelating maar afwijzing van de eis of het verzoek. Zijn conclusie is dat beide arresten een verkeerd signaal geven: een overwaardering van het belangvereiste en een onderwaardering van emotionele belangen. Literatuur De volgende literatuur wordt hier kort gesignaleerd: L.M. Coenraad, Hoor en wederhoor in het Romeinse procesrecht, Gouda Quint, Deventer 2000 (diss. EUR); Naar Nederlands naar Europees procesrecht?! Liber Amicorum Paul Meijknecht, red. E.H. Hondius, A.W. Jongbloed en R.Ch. Verschuur, Kluwer, Deventer 2000; B. Tjong Tjin Tai, Verrassingsbeslissingen door de civiele rechter, NJB 2000, p. 259; D.J. van der Kwaak, Uitgangspunten voor toepassing van het rechtsmisbruik en de onrechtmatige daad in het beslagrecht, Trema 2000, p. 11; G. Snijders, Onrechtmatige rechtspraak, in: De landsadvocaat, voor deze. Opstellen voor De Wijkerslooth, red. A.G. Castermans, E.J. Daalder et alia, Boom, Den Haag Faillissementsrecht Mr. S.H. van Dijk Wetgeving Herziening Faillissementswet I Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel aanhangig tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de mogelijkheid tot vereenvoudigde afwikkeling van een faillissement (Kamerstukken II, ). Ik maakte in Katern 74, p. 3725, reeds melding van het voornemen om een dergelijke regeling op te stellen. Achtergrond van het wetsvoorstel is de ontstane praktijk, waarin faillissementen worden opgeheven wegens de toestand van de boedel overeenkomstig artikel 16 Fw nadat preferente schuldeisers (met name fiscus en uitvoeringsinstanties sociale zekerheid) al dan niet geheel zijn voldaan. Het wetsvoorstel beoogt deze gang van zaken als volgt nader te regelen. Indien aannemelijk is dat de vermogensbestanddelen van de faillissementsboedel niet toereikend zijn om enige uitkering aan de concurrente schuldeisers te doen, kan worden bepaald dat de afhandeling van de concurrente vorderingen achterwege blijft en er geen verificatievergadering wordt gehouden. Verder is een voorziening opgenomen voor de situatie, dat tijdens de vereenvoudigde afwikkeling alsnog baten opkomen waardoor een uitkering aan de concurrente schuldeisers kan plaatsvinden. Voorts zijn enkele waarborgen voor de belangen van de (concurrente) schuldeisers en de gefailleerde opgenomen. Ten slotte vermeld ik dat de vereenvoudigde afwikkeling zal worden opgedragen aan een rechter-commissaris en niet aan de rechtbank, zoals thans bij artikel 16 Fw het geval is. Herziening Faillissementswet II In eerdere Katernen heb ik aangegeven dat een wetsvoorstel tot (algehele) herziening van de Faillissementswet in voorbereiding is om het reorganiserend vermogen van deze wet voor insolvabele ondernemingen te versterken. In twee delen (fasen) zou het voorstel moeten worden uitgewerkt en ingevoerd. Naar verluid heeft de Raad van State inmiddels over het eerste deel een advies uitgebracht. A.W.A. Boot en J.E. Ligterink trachten in de studie De efficiëntie van de Nederlandse faillissementswetgeving een bijdrage te geven aan de 3880 KATERN 76

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 bijlage(n)

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens Bijlage 7 Reglement van Orde van het College van Beroep voor de Examens Regeling ter uitvoering van het bepaalde in artikel 54 van de Structuurregeling van de Radboud Universiteit Nijmegen. HOOFDSTUK 1.

Nadere informatie

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips 18 december 2015 Dirk Vergunst 1 Artikel 45 Rechtsvordering 1. Exploten (pv van ambtshandeling) worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN EERSTE KAMER ARREST

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN EERSTE KAMER ARREST HOGE RAAD DER NEDERLANDEN EERSTE KAMER Nr. C98/080HR ARREST in de zaak van: DE GEMEENTE GRONINGEN,gevestigd te Groningen, EISERES tot cassatie, voorwaardelijk incidenteel verweerster, advocaat: voorheen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege Reglement van het Veterinair Tuchtcollege Dit reglement geldt in aanvulling op het bepaalde in de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 c.q. in aanvulling op de Wet Dieren (nadat de daarin

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Reglement van de Commissie van Beroep

Reglement van de Commissie van Beroep Reglement van de Commissie van Beroep 1 januari 2019 Artikel 1 De in dit Reglement van Beroep voorkomende begrippen hebben de betekenis als daaraan toegekend in de Statuten en het Algemeen Reglement en

Nadere informatie

Faillissementsrecht. Faillissementsrecht

Faillissementsrecht. Faillissementsrecht gelijk verzoek in te dienen. Gewezen echtgenoten vallen daar niet onder, aldus HR 5 november 1999, NJ 2000, 63. Evenmin kan de vrouw beschouwd worden als een persoon met een onmiddellijk rechtsbelang in

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep September 2002 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Welk recht is van toepassing Hoofdstuk 2 Vergoedingscriterium en te vergoeden kosten 2.1 Vergoedingscriterium 2.2 Besluit proceskosten bestuursrecht 2.3

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda; REGLEMENT ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN van het Samenwerkingsverband VO/VSO Midden Holland en Rijnstreek ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking.

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-017 d.d. 8 mei 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. W.J.J. Los, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Stand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak

Stand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak Modernisering van de rechtspraak Programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) Prof. mr. Margreet Ahsmann Uitgangspunten KEI wetgeving Eenvoudige, uniformere basisprocedure voor zowel vorderingen als verzoeken

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene.

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-80 d.d. 19 maart 2013 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. A.W.H. Vink, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Procederen in familiezaken. 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen

Procederen in familiezaken. 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen Procederen in familiezaken 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen Introductie Doel van de middag: leren van elkaar! Uw sprekers Familierechtelijke conflict Bijzondere aard van het

Nadere informatie

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle Het bevoegd gezag, zijnde het College van Bestuur van de Openbare Rechtspersoon Openbaar

Nadere informatie

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-148 d.d. 31 maart 2014. (mr. H.J. Schepen, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen, secretaris).

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 42 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof.mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Autoverzekering. Verzwijging

Nadere informatie

Bezwarenprocedure Winkler Prins 2017

Bezwarenprocedure Winkler Prins 2017 Bezwarenprocedure Winkler Prins 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Soorten klachten... 3 1.2. Verschil klacht, bezwaar en beroep... 3 2. Begripsbepalingen... 4 3. Bezwarenprocedure voor personele

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 Rapport Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 2 Klacht Op 10 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer F. te Eindhoven, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

de naamloze vennootschap F. van Lanschot bankiers N.V., gevestigd te Den Bosch, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap F. van Lanschot bankiers N.V., gevestigd te Den Bosch, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-149 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mevrouw mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,

Nadere informatie

Concernstaf. Reglement Geschillenadviescommissie Hogeschool Rotterdam

Concernstaf. Reglement Geschillenadviescommissie Hogeschool Rotterdam Concernstaf Reglement Geschillenadviescommissie Hogeschool Rotterdam Dit reglement voorziet in het instellen van een Geschillenadviescommissie als bedoeld in artikel 7.63a van de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van het Samenwerkingsverband PasVOrm

Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van het Samenwerkingsverband PasVOrm Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van het Samenwerkingsverband PasVOrm Reglement Reglement van de bezwaarcommissie Samenwerkingsverband PasVOrm, vastgesteld door het toezichthoudend bestuur van

Nadere informatie

Reglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten

Reglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten Reglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten I. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder : - bezwaarschrift : een schrijven, ingediend door de (adspirant) cursist

Nadere informatie

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Reglement bezwaarprocedure SVWN Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden

Nadere informatie

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-11-2012 Datum publicatie 20-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 12-1613 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAAR TLV

REGLEMENT BEZWAAR TLV REGLEMENT BEZWAAR TLV Inleiding Per 1 augustus 2014 beslist het samenwerkingsverband Plein 013 door middel van een toelaatbaarheidsverklaring of een leerling toelaatbaar is tot een school voor speciaal

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

KLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE

KLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE KLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE Inhoudsopgave KLACHTENPROCEDURE... 3 Artikel 1. Klachtenregeling... 3 Artikel 2. Behandeling van de klacht... 3 Artikel 3. Beroep op het bestuur... 3 Artikel 4. Beroep

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 01-10-2014 Zaaknummer 201309659/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3463

ECLI:NL:CRVB:2014:3463 ECLI:NL:CRVB:2014:3463 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3170

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-09-2011 Datum publicatie 14-09-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 497590 / KG ZA 11-1292 MvW/JWR

Nadere informatie

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO Artikel 1: Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan: a. Besluit: een schriftelijke beslissing

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:GHARL:2013:8624 ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS ROC A12 (Onderdeel van de Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland Midden) 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur op 4 juli 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197 Rapport Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (verder: het CBR): bij het ten uitvoer brengen van de Educatieve Maatregel

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB

Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB IN EERSTE AANLEG Artikel 1 De aspirant- en de gewone leden van NOAB zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen. a) ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met de

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. en mr. [ ] in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten (123b/13) klager

RAAD VAN DISCIPLINE. en mr. [ ] in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten (123b/13) klager 123a/13 ECLI:NL:TADRARL:2014:235 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 123a/13 Beslissing van 23 mei 2014 in de zaak 123a/13 en 123b/13 naar aanleiding van de klacht van: de heer

Nadere informatie

verklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht.

verklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement klachten- en geschillenprocedure Artikel 1. Begripsbepalingen De in de statuten en het pensioenreglement gebruikte begripsbepalingen worden geacht deel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 Instantie Datum uitspraak 14-04-2005 Datum publicatie 14-04-2005 Zaaknummer KG 05/243 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda; REGLEMENT ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN van het Samenwerkingsverband VO/VSO Midden Holland en Rijnstreek ----------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009. Nummer:

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009. Nummer: Nummer: Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009 Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, 15te bis KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST

Nadere informatie

Reglement klachten- en geschillenprocedure Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Reglement klachten- en geschillenprocedure Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Reglement klachten- en geschillenprocedure Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen november 2007 Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begripsomschrijvingen zoals

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Reglement rekestzaken van de civiele kamer van de Hoge Raad der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Reglement rekestzaken van de civiele kamer van de Hoge Raad der Nederlanden STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10677 4 juni 2012 Reglement rekestzaken van de civiele kamer van de Hoge Raad der Nederlanden 28 maart 2012 Reikwijdte

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2362 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Tijdig beroep op ontbindende voorwaarde? Klager/koper deed op de dag dat het financieringsbeding

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de mogelijkheid ambtshalve gegevens toe te voegen aan het procesdossier van een minderjarige MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1.

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6082 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 16-02-2012 Zaaknummer 200.089.788-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17). SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-381 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 175 Aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

REGLEMENT 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE

REGLEMENT 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE Vastgesteld bij collegebesluit van 19 juni 2007, nr. 6a. Datum bekendmaking: 27 juni 2007. Datum inwerkingtreding: 28 juni 2007. Gemeenteblad

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.A.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.A. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-518 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.A. Blom, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 oktober 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 237 (R2054) Aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van urgerlijke Rechtsvordering en

Nadere informatie

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING TENEINDE DE AFWIKKELING VAN MASSASCHADE IN EEN COLLECTIEVE ACTIE MOGELIJK TE MAKEN VOORONTWERP

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen: LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.

Nadere informatie