CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG"

Transcriptie

1 c ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2149 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C van: A., verzekeringsarts, wonende te B., appellant, verweerder in eerste aanleg, gemachtigde: mr. A.C. de Die, advocaat te Amsterdam, tegen C., wonende te D., verweerder in beroep, klager in eerste aanleg, gemachtigde: mr. R. Plieger, advocaat te Arnhem. 1. Verloop van de procedure C. - hierna de klager - heeft op 26 januari 2010 bij het Regionaal Tuchtcollege te s- Gravenhage tegen verzekeringsarts A. - hierna te noemen de arts - een klacht ingediend. De klacht is doorgestuurd naar het bevoegde Regionaal Tuchtcollege Amsterdam alwaar het op 4 maart 2010 is ingekomen. Bij beslissing van 28 juni 2011, onder nummer 10/044 heeft dat College - zakelijk weergegeven - de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd en de publicatie van de beslissing gelast. De arts is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. Klager heeft geen verweerschrift in hoger beroep ingediend. De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 27 maart 2012 tezamen met de zaak A. tegen E. (C ). De zaken zijn niet gevoegd. Ter terechtzitting zijn verschenen: de arts bijgestaan door mr. A.C. de Die voornoemd. De klager en zijn gemachtigde zijn, hoewel behoorlijk daartoe opgeroepen, niet verschenen.bij brief van 13 maart 2012 (ingekomen op 15 maart 2012) heeft mr. R. Plieger laten weten dat hij en zijn cliënt niet ter terechtzitting zullen verschijnen. 2. Beslissing in eerste aanleg 2.1 De in eerste aanleg vastgestelde feiten. 2. De feiten. Op grond van de stukken en hetgeen op de terechtzittingen heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan: 2.1 Klager, geboren op 1 juli 1973, heeft de F.-se nationaliteit en verblijft met zijn gezin in een asielzoekerscentrum. Klager is aanvankelijk eerst vanuit F. naar G. gevlucht en daarna naar Nederland gekomen. 2.2 Verweerder is als medisch adviseur werkzaam bij H. te B In het kader van de Verordening (EG) Nr. 343/2003 diende klager uiterlijk op 15 januari 2010 aan de G.-se autoriteiten te worden overgedragen. In verband daarmee heeft klager destijds de Staatsecretaris van Justitie verzocht om hem uitstel van het vertrek te verlenen vanwege de medische behandeling die hij in Nederland ondergaat. 2.4 Bij brief van 21 oktober 2009 heeft de IND aan het Bureau Medische Advisering (verder: BMA) gevraagd om advies uit te brengen met betrekking tot de vraag of uitzetting 1/7

2 van klager, gelet op de gezondheidstoestand van klager of diens gezinsleden, achterwege diende te blijven. Het als bijlage bij die brief gevoegde Compleet patientdossier d.d. 12 oktober 2009 vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende: Datum Diagnose Slapeloosheid/andere slaapstoornis S Met I. tel tolk: toename nachtmerries, wordt schreeuwend wakker met hoofdpijn. Durft niet in slaap te vallen vanwege nachtmerries. Terugkerende beelden de dromen over mishandeling in G. (geslagen met stok), ook over gevangenschap in F. (drie dagen vastgezeten en mishandeld). Temazepam heeft in het geheel niet geholpen. Snel boos en geïrriteerd. 2.5 BMA heeft verweerder ingeschakeld om het door de IND gevraagde advies op te stellen. 2.6 Bij brief van 23 oktober 2009 zijn klager en diens zoon opgeroepen op het spreekuur van een medisch adviseur van het Ambulante Artsen Team van BMA op 28 oktober 2009 van tot uur in het J. te D.. Vervolgens heeft verweerder klager op 28 oktober 2009 op dat spreekuur onderzocht. Tijdens dat onderzoek was een tolk K. aanwezig. De door verweerder opgestelde medische rapportage van dat onderzoek vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende: ONDERZOEKSACTIVITEITEN Dossierstudie Client wordt gehinderd door slaapstoornissen met nachtmerries en herbelevingen aan mishandelingen die hij in G. en F. heeft meegemaakt., onlangs is besloten hem door een psychiater te laten onderzoeken daar er mogelijk sprake is van een posttraumatische stresstoornis. Anamnese Sinds ongeveer 5 maanden wordt cliënt door de klachten gehinderd, ze treden niet elke nacht op en zonodig gebruikt hij Temazepam om de nachtrust te verbeteren. Vorig jaar is hij enkele maanden door de L. gevangen genomen geweest en mishandeld. Tijdens zijn vlucht is hij circa 3 weken met zijn gezien in G. vastgehouden. AANDOENING/STOORNIS Aanpassingstoornis, d.d. posttraumatisch stresstoornis. BESCHOUWING Bij cliënt is sprake van psychische problematiek in de vorm van een aanpassingsstoornis danwel van een post traumatische stresstoornis.. CONCLUSIE Betrokkene is in staat te reizen. Tijdens de reis dient hij over de medicatie te kunnen beschikken en is een schriftelijke overdracht van de behandeling te adviseren. 2.7Bij brief van 2 december 2009 heeft verweerder een medisch advies over klager aan de IND uitgebracht. Verweerder heeft daarbij de door de IND gestelde vragen, voor zover hier van belang, als volgt beantwoord: A. Persoonsgebonden vragen 1a. Heeft betrokkenen één of meerdere medische klachten? Ja. 1b. Zo ja, wat is de aard van de klachten? Cliënt geeft aan gehinderd te worden door nachtmerries waardoor de slaap verstoord is, prikkelbaarheid, suïcide gedachten, de neiging om met zijn hoofd teven de muur te bonken of zichzelf met een mes te snijden. Daarbij momenten van nek- en rugklachten ten gevolge van stijve spieren. 2/7

3 De behandeling is op het ogenblik gericht op een aanpassingstoornis. Het voornemen van deze behandelaar is om cliënt door een psychiater te laten onderzoeken ter bevestiging danwel ter uitsluiting of er sprake is van een posttraumatische stresstoornis. B. Landgebonden vragen 5. Is behandeling, in algemene medisch-technische zin, voor de onder 1a en 1b beschreven klachten, op enige plaats in G. aanwezig? (land van bestemming) Hier is geen nader onderzoek naar gedaan aangezien G. tot de EU behoort en aangenomen mag worden dat de medische behandelmogelijkheden aldaar voldoende zijn. 2.2 De in eerste aanleg ingediende klacht en het daartegen gevoerde verweer houden het volgende in. 3. Het standpunt van klager en de klacht. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder: 3.1 Geen zelfstandig onderzoek heeft verricht naar de behandelmogelijkheden van klager in G., 3.2 Evenmin heeft onderzocht of een behandeling in G., gelet op de aard van de psychische klachten, adequaat en effectief voor klager is. 4. Het standpunt van verweerder. Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan. 2.3 Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn voormelde beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd. 5. De overwegingen van het college. 5.1 Het College stelt voorop dat de Staatssecretaris van Justitie beslist over het verblijf van een vreemdeling in Nederland. Het is de taak van de (door BMA) ingeschakelde arts om een medisch advies uit te brengen indien de IND dat in het kader van een vreemdelingenrechtelijke procedure verzoekt. De arts die een zodanig advies uitbrengt begeeft zich daarmee op het gebied van de individuele gezondheidszorg. Volgens vaste tuchtrechtelijke jurisprudentie dient een zodanig medisch advies vanuit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid aan de navolgende eisen te voldoen: a. in het advies moet op heldere en consistente wijze zijn uiteengezet op welke gronden de conclusie en het advies zijn gebaseerd; b. de in het advies uiteengezette gronden vinden aantoonbaar voldoende steun in de feiten, omstandigheden en bevindingen, vermeld in het advies; c. de bedoelde gronden kunnen de daaruit getrokken conclusies rechtvaardigen; d. de rapportage beperkt zich tot het deskundigengebied van de rapporteur en e. de methode van onderzoek om tot beantwoording van de voorgelegde vraagstelling te komen kan tot het beoogde doel leiden en de rapporteur heeft daarbij de grenzen van redelijkheid en billijkheid niet overschreden. Het College toetst daarbij ten volle of het onderzoek uit een oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de toets der kritiek kan doorstaan. Ten aanzien van de conclusies van de rapportage vindt slechts een marginale toetsing plaats. 5.2 De zorgvuldigheid die de arts jegens de aanvrager van een verblijfsvergunning verschuldigd is brengt naar het oordeel van het College mee dat, indien in een individueel geval de gegevens in het dossier van de aanvrager de arts aanleiding geven tot gerede twijfel over de effectiviteit voor de aanvrager van de in het algemeen verkrijgbare medi- 3/7

4 sche behandeling of te leveren zorg in het land van herkomst, althans van verwijdering, de arts zo mogelijk daarnaar nader onderzoek verricht, bijvoorbeeld door (nadere) raadpleging daaromtrent van de vertrouwensarts in dat land. De arts dient in zijn rapportage melding te maken van die gerede twijfel en van de resultaten van het door hem verrichte nadere onderzoek en, indien en voor zover dat onderzoek niet mogelijk was, van de redenen daarvan. 5.3 Het college realiseert zich dat de effectiviteit van een behandeling afhankelijk is van tal van factoren. Het college realiseert zich ook dat een (door BMA ingeschakelde) arts omtrent diverse factoren geen (deugdelijk onderbouwde) uitspraak kan doen, reeds omdat de arts omtrent die factoren onvoldoende kennis of deskundigheid bezit. Dat neemt echter niet weg dat het tot de professionele verantwoordelijkheid van de arts behoort in de rapportage onder ogen te zien of er gerede twijfel kan bestaan over de effectiviteit van de behandeling in het land van herkomst, met name gelet op de aard van het trauma en de omstandigheden waaronder dat is veroorzaakt, althans gelet op die omstandigheden waarover de arts wel geacht kan worden zich uit te laten. 5.4 De klachten van klager richten zich tegen de wijze van beantwoording door verweerder van de door de IND op 21 oktober 2009 in onderdeel B. gestelde vraag. Door de IND is in dat onderdeel onder 5. gevraagd om een advies uit te brengen met betrekking tot de vraag of voor de bij klager aanwezige klachten een behandeling in G. aanwezig is. Het daarop door verweerder op 2 december 2009 gegeven antwoord luidt Hier is geen nader onderzoek naar gedaan aangezien G. tot de EU behoort en aangenomen mag worden dat de medische behandelmogelijkheden aldaar voldoende zijn.. Klager stelt dat verweerder de door IND gestelde vraag aldus onvoldoende heeft beantwoord. Verweerder heeft zich in zijn verweer beroepen op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, hetgeen naar hij stelt op medisch vlak inhoudt dat de medische voorzieningen in beginsel vergelijkbaar worden verondersteld tusseneu-lidstaten en dat de voorzieningen ook ter beschikking staan voor een zogenoemde Dublin-claimant als klager. Slechts wanneer de betrokkene aannemelijk maakt dat dit uitgangspunt in zijn geval niet opgaat, lijdt dit beginsel uitzondering, hetgeen met betrekking tot klager niet het geval is, aldus verweerder. 5.5 Het college overweegt dat klager aanvoert dat zijn post traumatische klachten mede het gevolg zijn van zijn gevangenschap en mishandeling in G., hetgeen weliswaar niet vast staat, maar ook niet geheel kan worden uitgesloten. In het licht daarvan is het voor het college niet zonder meer aannemelijk dat G. een veilige omgeving zal zijn voor de behandeling van de PTTS klachten van klager, te meer nu de behandeling door G. van asielzoekers en de leefomstandigheden van asielzoekers in G. al een aantal jaren door diverse internationale organisaties zeer kritisch wordt gevolgd. Ook het Europese hof voor de Rechten van de Mens heeft, in de zaak M., op 21 januari 2011 onder meer heeft geoordeeld dat er sprake is van schending van artikel 3 EVRM door G. vanwege de omstandigheden in gevangenschap en leefomstandigheden van de in die zaak klagende persoon. Ter terechtzitting van 26 april 2011 heeft verweerder in verband daarmee gesteld dat ook hij bij het zien van G. als eventuele bestemming van klager enige twijfel heeft gehad bij de voor klager beschikbare voorzieningen aldaar. In verband daarmee stelt hij de landeninformatie van de IND te hebben geraadpleegd, internet te hebben gecheckt en overleg met collega s te hebben gehad. Daarin stelt hij echter geen aanwijzingen voor twijfel over de behandelingsmogelijkheden voor klager in G. te hebben gevonden. 5.6 Uit het door verweerder aan de IND op 2 december 2009 uitgebrachte advies blijkt echter in het geheel niet van het door hem gestelde onderzoek naar behandelingsmo- 4/7

5 gelijkheden voor klager in G.. Sterker nog, bij de beantwoording van de door de IND gestelde vraag naar de behandelingsmogelijkheden in G. heeft verweerder geantwoord dat hij daar geen nader onderzoek naar heeft gedaan (zie hiervoor onder 2.7). De door de IND gestelde vraag heeft verweerder in zijn advies op dit punt dus kennelijk niet naar waarheid beantwoord, zodat daarover terecht is geklaagd. Daarnaast is het college van oordeel dat verweerder, nu hij stelt aanvankelijk enige twijfel te hebben gehad over de behandelingsmogelijkheden voor klager in G., die twijfel in het advies naar voren had moeten brengen en gemotiveerd had moeten melden op grond waarvan die twijfel bij hem was weggenomen. Het door verweerder gestelde interstatelijk vertrouwensbeginsel tussen EU-lidstaten maakt dat niet anders. Dit ontneemt verweerder niet zijn professionele verantwoordelijkheid als arts om een medisch advies van een deugdelijke op de individuele patiënt gerichte motivering te voorzien. Het ging immers om de vraag of specifiek voor de medische klachten van klager in het algemeen een behandeling in G. aanwezig is en niet om de gezondheidszorg in G. in het algemeen. Het had dan ook op de weg van verweerder gelegen om die vraag in relatie tot de medische klachten van klager te beantwoorden en, nu klager stelt dat de PTTS klachten gedeeltelijk hun oorzaak in G. vinden, dat gegeven in zijn bevindingen te betrekken en zich daarover bij de beantwoording van vraag 5 uit te laten. Met het thans op vraag 5 gegeven antwoord heeft verweerder blijk gegeven van een te enge opvatting over de omvang van de door hem aan klager te verlenen zorg. 5.7 De conclusie van het voorgaande is dat de klacht in al haar onderdelen gegrond is. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ingevolge artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg jegens klager had behoren te betrachten. 5.8 De oplegging van na te melden maatregel, die een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van de handelwijze naar voren brengt zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken, is gelet op hetgeen daarover hiervoor is overwogen, passend en toereikend. 5.9 Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal de beslissing zodra zij onherroepelijk is op na te melden wijze worden bekendgemaakt. 3. Vaststaande feiten en omstandigheden Het Centraal Tuchtcollege gaat voor de beoordeling van het hoger beroep uit van de feiten en de omstandigheden zoals zijn vastgesteld door het Regionaal Tuchtcollege en hierboven onder 2.1 staan weergegeven. 4. Beoordeling van het hoger beroep 4.1 Het gaat in deze zaak kort gezegd om het volgende. In het kader van de voorgenomen uitzetting van klager naar G. heeft de arts op verzoek van de IND bij brief van 2 december 2009 over hem een medisch advies uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de door klager tegen de arts ingediende klacht gegrond verklaard omdat (a) in het geheel niet blijkt van het door de arts gestelde onderzoek naar behandelingsmogelijkheden voor klager in G. en (b) de arts de twijfel die hij had over behandelingsmogelijkheden voor klager in G. in het advies naar voren had moeten brengen en gemotiveerd had moeten melden op grond waarvan die twijfel bij hem was weggenomen. Het door de arts gestelde interstatelijk vertrouwensbeginsel tussen EU-lidstaten maakt dat volgens het Regionaal Tuchtcollege niet anders. Bij beslissing van 26 april 2011 heeft het Regionaal Tuchtcollege de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. 4.2 De arts is onder aanvoering van vijf grieven ( gronden van beroep ) in beroep gekomen. 5/7

6 4.3 Klager heeft geen verweer gevoerd. 4.4 De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Zoals het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen is het de taak van een BMA-arts om medisch advies uit te brengen wanneer de IND dat in het kader van een vreemdelingenrechtelijke procedure verzoekt. De BMA-arts die een zodanig advies uitbrengt, begeeft zich daarmee op het gebied van de individuele gezondheidszorg. Volgens vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege dient een zodanig medisch advies vanuit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid aan de navolgende eisen te voldoen: 1) In het rapport wordt op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusie van het rapport steunt, 2) De in het rapport uiteengezette gronden vinden aantoonbaar voldoende steun in de feiten, omstandigheden en bevindingen van het rapport, 3) Bedoelde gronden kunnen de daaruit getrokken conclusie rechtvaardigen, 4) De rapportage beperkt zich tot de deskundigheid van de rapporteur en 5) De methode van onderzoek om tot beantwoording van de voorgelegde vraagstelling te komen kan tot het beoogde doel leiden en de rapporteur heeft daarbij de grenzen van redelijkheid en billijkheid niet overschreden. Het Centraal Tuchtcollege toetst daarbij ten volle of het onderzoek uit een oogpunt van vakkundigheid de toets der kritiek kan doorstaan. Ten aanzien van de conclusie van de rapportage vindt slechts een marginale toetsing plaats. 4.5 Zoals het Centraal Tuchtcollege eerder heeft geoordeeld brengt de zorgvuldigheid die de BMA-arts jegens de aanvrager van een verblijfsvergunning verschuldigd is mee dat, wanneer in een individueel geval de gegevens in het dossier van de aanvrager voor de BMA-arts aanleiding moeten zijn gerede twijfel te hebben over de effectiviteit voor de aanvrager van de in het algemeen verkrijgbare medische behandeling of te leveren zorg in het land van herkomst, althans van verwijdering, de BMA-arts zo mogelijk daarnaar nader onderzoek verricht, bijvoorbeeld door (nadere) raadpleging daaromtrent van een deskundige, bijvoorbeeld een vertrouwensarts in dat land. Wanneer geen nader onderzoek wordt of kan worden verricht, dient de arts in zijn rapportage in elk geval melding te maken van die gerede twijfel. Het Centraal Tuchtcollege realiseert zich dat de effectiviteit van een behandeling afhankelijk is van tal van factoren. Het Centraal Tuchtcollege realiseert zich ook dat een BMA-arts omtrent diverse factoren geen (deugdelijk onderbouwde) uitspraak kan doen, reeds omdat de arts omtrent die factoren onvoldoende kennis of deskundigheid bezit. Dat neemt echter niet weg dat het tot de professionele verantwoordelijkheid van de BMA-arts behoort in de rapportage onder ogen te zien of er gerede twijfel kan bestaan over de effectiviteit van de behandeling in het land van herkomst, althans van verwijdering, met name gelet op de aard van het trauma en de omstandigheden waaronder dat is veroorzaakt, althans gelet op die omstandigheden waaromtrent de arts wel geacht kan worden zich over uit te laten. 4.6 Uit de door de arts opgestelde medische rapportage blijkt dat bij klager sprake is van een psychische problematiek in de vorm van een aanpassingsstoornis dan wel een posttraumatische stressstoornis. De arts heeft deze diagnose in zijn rapportage gerelateerd aan mishandelingen die klager in G. en F. heeft meegemaakt. Niet gebleken is dat deze bevindingen, waarop de arts zijn advies van 2 december 2009 heeft gebaseerd, onjuist, onvoldoende recent, onduidelijk of onvolledig waren. De arts heeft over de behandeling in het land van verwijdering van klager als zogenoemde 'Dublinclaimant', G., in zijn advies vermeld dat daar geen 'nader onderzoek' naar is gedaan 'aangezien G. tot de EU behoort en aangenomen mag worden dat de medische behandelmogelijkheden aldaar voldoende zijn'. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de arts er, gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, 6/7

7 terecht van is uitgegaan dat de medische voorzieningen in beginsel vergelijkbaar mogen worden verondersteld tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het interstatelijk vertrouwensbeginsel gaat er eveneens van uit dat de voorzieningen in de lidstaten - indien geïndiceerd - ook ter beschikking staan voor de Dublinclaimant. Nader onderzoek door de arts kon daarom in beginsel achterwege blijven. Dit lijdt blijkens Vc 2000, C3/ slechts uitzondering indien de betrokken vreemdeling met concrete aanwijzingen aannemelijk maakt dat dit uitgangspunt in zijn of haar geval niet opgaat. Zodanige concrete aanwijzingen zijn door klager echter niet gesteld. In het verlengde daarvan geldt voorts dat niet is gebleken dat de gegevens in het dossier van klager bij de arts gerede twijfel zouden hebben moeten wekken over de effectiviteit van een eventuele (psychiatrische) behandeling van klager in G.. De omstandigheid dat klager in G. zou zijn mishandeld en de arts zijn diagnose (mede) aan die omstandigheid heeft gerelateerd is onvoldoende om reeds op grond daarvan aan te nemen dat bij de arts gerede twijfel had moeten ontstaan over de vraag of behandeling van klager in G. adequaat en effectief zou zijn. 4.7 Het voorgaande brengt mee dat de medische rapportage en het daarop gebaseerde advies voldoen aan de onder 4.4 vermelde criteria. Daaruit volgt dat de arts ten aanzien van het door hem uitgebrachte rapport en advies geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt en dat het beroep slaagt. De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege kan niet in stand blijven. Het Centraal Tuchtcollege zal, opnieuw recht doende, de klacht ongegrond verklaren. De door het Regionaal Tuchtcollege aan de arts opgelegde maatregel van waarschuwing komt hiermee te vervallen. 4.8 Om redenen aan het algemeen belang ontleend zal publicatie van deze beslissing worden bepaald. 5. Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep; en opnieuw rechtdoende: wijst de klacht alsnog af; bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheids- recht, Gezondheidszorg Jurisprudentie, Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde en Medisch Contact met het verzoek tot plaatsing. Deze beslissing is gegeven door: mr. E.J. van Sandick, voorzitter, mr. R.A. van der Pol en mr. M. Zandbergen, leden-juristen en mr.drs. W.A. Faas en mr.drs. J.A.W. Dekker, leden-beroepsgenoten en mr. H.J. Lutgert, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 21 juni Voorzitter w.g. Secretaris w.g. 7/7

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9115 3 april 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.229 Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.154 ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.154 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2903 4 februari 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.333 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

http://www.legalintelligence.com/documents/7327309?srcfrm=basi...

http://www.legalintelligence.com/documents/7327309?srcfrm=basi... Page 1 of 8 GJ 2012/104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 08-05-2012, C2011.221, LJN YG2002 BMA-arts, Beoordeling medische noodsituatie, Posttraumatische stressstoornis, Gerede twijfel effectiviteit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32053 13 november 2014 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2013.442 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469 Instantie Datum uitspraak 06-07-2007 Datum publicatie 17-10-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/32293 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

http://www.legalintelligence.com/documents/5599931?srcfrm=basi...

http://www.legalintelligence.com/documents/5599931?srcfrm=basi... Page 1 of 14 GJ 2011/71 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 10-02-2011, C2009.260, LJN YG0906 Arts, medisch adviseur, Aanvraag verblijfsvergunning wegens medisch noodsituatie, Posttraumatische

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200803598/1. Datum uitspraak: 20 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/320 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/320 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 17/1303 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.486 ECLI:NL:TGZCTG:2017:220 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.486 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181

ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181 ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 17-06-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer Awb 07 / 24619 en 07 / 24620 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op van: 1 februari 2017 binnengekomen klacht verblijvende te Venray

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2279

ECLI:NL:RVS:2016:2279 ECLI:NL:RVS:2016:2279 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602806/1/V3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27340 1 september 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.362 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.150 ECLI:NL:TGZCTG:2016:357 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.150 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B.

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. 1. Verloop van de procedure. 2. Beslissing in eerste aanleg

STAATSCOURANT. Nr Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. 1. Verloop van de procedure. 2. Beslissing in eerste aanleg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5863 5 april 2011 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.126

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107901/1/V1. Datum uitspraak: 15 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 oktober 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304 ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304 Instantie Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 24-01-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/28862 en AWB 06/29047 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676 ECLI:NL:RVS:2009:BH4676 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2009 Datum publicatie 04-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200809278/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.223 ECLI:NL:TGZCTG:2019:142 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.223 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.100 ECLI:NL:TGZCTG:2014:17 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.100 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 20 november 2003 in de zaak onder rekestnummer 330/2003 GDW van: X gerechtsdeurwaarder te APPELLANT, t e g e n Y Bewindvoerder,

Nadere informatie

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:4258

ECLI:NL:CRVB:2015:4258 ECLI:NL:CRVB:2015:4258 Instantie Datum uitspraak 26-10-2015 Datum publicatie 03-12-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/3047 WAO Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B.

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen F., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2009 Datum publicatie 27-03-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200901359/1/V3 Eerste

Nadere informatie

1.3. Klager heeft op 9 april 2003 een verweerschrift ingediend.

1.3. Klager heeft op 9 april 2003 een verweerschrift ingediend. GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 9 oktober 2003 in de zaak onder rekestnummer 326/2003 GDW van: --------------------, gerechtsdeurwaarder te --------------------,

Nadere informatie

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 Raad vanstate 200800545/1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

2007/119 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/119 van: A., neuroloog, wonende en

2007/119 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/119 van: A., neuroloog, wonende en C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., neuroloog, wonende en werkzaam te B., appellant, verweerder in eerste aanleg, raadsman mr. E.J.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder.

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. HOF VAN DISCIPLINE No. 4516 ------------ HET HOF VAN DISCIPLINE heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. Bij beslissing van 6 februari 2006 heeft de Raad

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2014.459 ECLI:NL:TGZCTG:2016:23 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2014.459 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom.

Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom. RAAD VAN TOEZICHT WEST Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom. Verkopers zijn van mening dat hun makelaar te kort schoot toen de kopers

Nadere informatie

Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Rechtsbijstand / Het bestuur van de Raad heeft het advies van de Commissie Rechtsbijstand Asiel en Onderwerp : gegrondverklaring klacht mevrouw, Tel. 088-787 1000 Fax 088-787 1000 besluit waarschuwing Namens het bestuur

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014

ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014 ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014 Instantie Datum uitspraak 08-04-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Zaaknummer 11/8490 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Rechtsbijstand Internet Www.rvr.org Postbus 24080 3502 MB Utrecht Crocsckan 35 3521 BJ Utrocht Centraal kantoor Utrecht Raad voor Rechtsbijstand TeL 068-7871000. Fax088-787 10 8 Doorkiesnr. : 088-7871020 Datum : 30 juli

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 97 29 mei 2009 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. 2008/157 Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van X, gevestigd te [plaats1], K L A A G S T E R, gemachtigde: [A],

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg Amsterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg Amsterdam STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37525 6 juli 2018 Regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg Amsterdam Beslissing naar aanleiding van de op 15 januari

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:2145

ECLI:NL:RBDHA:2016:2145 ECLI:NL:RBDHA:2016:2145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02-03-2016 Datum publicatie 07-03-2016 Zaaknummer VK-16/1627 t/m 16/1630 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108625/1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:9745

ECLI:NL:RBDHA:2013:9745 ECLI:NL:RBDHA:2013:9745 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 31-07-2013 Datum publicatie 05-08-2013 Zaaknummer 12_33915 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste

Nadere informatie

Juridische valkuilen rond een tuchtklacht

Juridische valkuilen rond een tuchtklacht Juridische valkuilen rond een tuchtklacht VIA, 16 juni 2014 mr. Hilde van der Meer Adviseur gezondheidsrecht KNMG Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110052/1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter. Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter. Klaagster verwijt beklaagde dat hij haar woning veel te laag gewaardeerd heeft. Klaagster wijst daarbij

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB 15/15988 en AWB 15/15989 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie