Buitengebied Terneuzen, 150 kv kabelverbinding Zeeuws Vlaanderen. Definitief, december 2017

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Buitengebied Terneuzen, 150 kv kabelverbinding Zeeuws Vlaanderen. Definitief, december 2017"

Transcriptie

1 Buitengebied Terneuzen, 150 kv kabelverbinding Zeeuws V Planidentificatie: NL.IMRO.0715.BPBG22-VG01 Status: Definitief, december 2017

2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging plangebied 1.3 Vigerende bestemmingsplannen 1.4 Opzet van de toelichting Hoofdstuk2 Beleidskaders 2.1 Rijksbeleid 2.2 Provinciaal beleid 2.3 Gemeentelijk beleid Hoofdstuk3 Planbeschrijving 3.1 Inleiding 3.2 Nut en noodzaak 3.3 Tracékeuze 3.4 Tracé Terneuzen-Westdorpe 3.5 Materiaal en legmethode Hoofdstuk4 Kwaliteit van de leefomgeving 4.1 Algemeen 4.2 M.e.r.-beoordeling 4.3 Bodem 4.4 Watertoets 4.5 Archeologie 4.6 Cultuurhistorie 4.7 Natuur 4.8 (Externe) veiligheid 4.9 Geluid 4.10 Milieuzonering 4.11 Luchtkwaliteit Hoofdstuk5 Juridische aspecten 5.1 Inleiding 5.2 Planopzet Hoofdstuk6 Economische uitvoerbaarheid 6.1 Economische uitvoerbaarheid 6.2 Planschade 6.3 Planschade- en exploitatieovereenkomst 6.4 Vestiging zakelijk recht Hoofdstuk7 Maatschappelijke toetsing en overleg 7.1 Burgerparticipatie en vooroverleg 7.2 Zienswijzen 7.3 Gewijzigde vaststelling Regels 37 Hoofdstuk1 Artikel 1 Inleidende regels Begrippen Pagina 2 van 46

3 Hoofdstuk2 Artikel 2 Artikel 3 Bestemmingsregels Van toepassing verklaring Leiding - Hoogspanning Hoofdstuk3 Artikel 4 Algemene regels Anti-dubbeltelregel Hoofdstuk4 Artikel 5 Artikel 6 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Tracéstudie Versterken Zeeuws-V Bijlage 2 M.e.r.-beoordeling Bijlage 3 Milieuhygiënisch vooronderzoek Zeeuws-V Bijlage 4 Milieuhygiënisch bodemonderzoek (concept) Bijlage 5 Quick scan archeologie en cultuurhistorie - Artefact Bijlage 6 Natuurtoets Bijlage 7 Notitie NGE Bijlage 8 Antwoordnota zienswijzen Pagina 3 van 46

4 Pagina 4 van 46

5 Toelichting Pagina 5 van 46

6 Hoofdstuk Inleiding Aanleiding Het 150 kv-net in Zeeuws-V wordt gevoed via twee kabelcircuits onder de Westerschelde, tussen de stations Borssele en Terneuzen. Er is geen back-up van deze kabelcircuits meer aanwezig die voldoet aan het 100MW/6 uur-criterium, er ontstaat een knelpunt. Het 100MW/6u-criterium houdt in dat een stroomonderbreking tijdens onderhoud aan een 150 kv-verbinding qua duur en omvang beperkt blijft tot maximaal 6 uur en niet meer dan 100 MegaWatt, dit is vergelijkbaar met het verbruik van een kleine stad. Het doel van de norm is een hoog betrouwbaarheidsniveau van het elektriciteitsnet te garanderen, waarmee de leveringszekerheid van elektriciteit in Zeeuws-V wordt geborgd. Doordat er in de huidige situatie geen back-up aanwezig is, is onderhoud aan de 150 kv-verbinding Borssele-Terneuzen alleen mogelijk bij bijzonder VNB (Voorziene Niet Beschikbaarheid), oftewel een aangekondigde onderbreking van de elektriciteitsvoorziening wegens gepland onderhoud. Bovendien is er, in het geval van een calamiteit met één van beide 150 kv-circuits, momenteel geen extra capaciteit vanuit het onderliggend net aanwezig om dit op te vangen. Een dubbele storing zal leiden tot een onderbrekingsduur van meer dan 48 uur. Om deze ongewenste situatie op te lossen heeft TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) verschillende opties beschouwd (zie 3.2 Nut en noodzaak). Vervolgens is het besluit genomen om de twee bestaande ondergrondse 150 kv-kabelverbindingen (circuits) tussen Ellewoutsdijk en Terneuzen (Westerschelde), elk bestaande uit twee kabels per fase, aan de landzijden te splitsen naar vier circuits (één kabel per fase). Er wordt zo gebruik gemaakt van de bestaande infrastructuur onder de Westerschelde, een nieuwe doorkruising is niet nodig. Aan de noordzijde van de Westerschelde (Zuid-Beveland) dient ten behoeve van deze splitsing een nieuwe ondergrondse 150 kv-kabelverbinding, bestaande uit twee circuits, aangelegd te worden tussen het 150 kv-opstijgpunt Ellewoutsdijk en het 150 kv-station Goes de Poel. Opstijgpunt Ellewoutsdijk en 150 kv-station Goes de Poel dienen hiervoor te worden aangepast. Aan de zuidzijde van de Westerschelde (Zeeuws-V) dient ten behoeve van de splitsing een nieuwe ondergrondse 150 kv-kabelverbinding, bestaande uit één circuit, aangelegd te worden tussen het 150 kv-opstijgpunt mast 6 te Terneuzen en het 150 kv-station Westdorpe. Het bestaande opstijgpunt mast 6 te Terneuzen moet worden aangepast. De kabelverbinding zal ondergronds worden aangelegd, omdat dit technisch mogelijk is bij 150 kv-verbindingen en hiermee de landschappelijke impact aanzienlijk minder is dan bij een bovengrondse verbinding. Aangezien het planvoornemen niet mogelijk is binnen de vigerende bestemmingsplannen wordt een drietal nieuwe bestemmingsplannen opgesteld. De kabelverbinding bevindt zich binnen de gemeenten Borsele, Goes en Terneuzen. Voor elke gemeente wordt een afzonderlijk bestemmingsplan opgesteld ten einde de realisatie van de ondergrondse kabelverbinding en de benodigde aanpassingen van 150 kv-stations en 150 kv-opstijgpunten mogelijk te maken. Voorliggend bestemmingsplan maakt het planvoornemen, voor zover dat binnen het plangebied van de gemeente Terneuzen ligt, mogelijk. Pagina 6 van 46

7 1.2 Ligging plangebied Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan wordt gevormd door het tracé van de nieuwe ondergrondse 150 kv-kabelverbinding die loopt tussen het bestaande opstijgpunt mast 6 te Terneuzen en het 150 kv hoogspanningsstation Westdorpe. Het plangebied is dan ook een noord-zuid georiënteerde lijnverbinding. Het plangebied bestaat in de huidige situatie grotendeels uit landelijk gebied dat in gebruik is voor agrarische doeleinden, dat met name als bouwland wordt benut. Nabij het plangebied zijn enkele dorpen gelegen, waaronder Hoek en Sluiskil. Het plangebied kruist de dorpen echter niet. Daarnaast kruist het plangebied de weg N Vigerende bestemmingsplannen In het plangebied binnen de gemeente Terneuzen gelden momenteel de volgende bestemmingsplannen: Bestemmingsplan 'Buitengebied', vastgesteld door de gemeenteraad op 7 juli 2015; Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Drieschouwen, Vaartwijk en Stroodorpe', vastgesteld door de gemeenteraad op 25 juni 2013; Beheersverordening 'Dow, Mosselbanken en Logistiek Park', vastgesteld door de gemeenteraad op 25 juni Opzet van de toelichting Dit bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (plankaart), de regels en de toelichting. De toelichting dient als onderbouwing van het plan en kent geen rechtstreeks bindende werking. In de toelichting komen de elementen terug zoals vereist op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening. De toelichting is als volgt opgebouwd. Na dit inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 de geldende (ruimtelijke) beleidskaders. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens ingegaan op het project. Hoofdstuk 4 gaat in op de uitvoerbaarheid van het project in het kader van de kwaliteit van de leefomgeving. Hoofdstuk 5 bevat de toelichting op de regels. Hoofdstuk 6 en 7 bieden tot slot inzicht in respectievelijk de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het project. Pagina 7 van 46

8 Hoofdstuk 2 Beleidskaders 2.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (hierna: SVIR) van 2012 zet het Rijk de nationale belangen in het ruimtelijke en mobiliteitsdomein uiteen en wordt vermeld welke instrumenten hiervoor worden ingezet. Er wordt gestreefd naar een Nederland dat concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig is. Het Rijk stelt op het gebied van energie dat voor de opwekking en het transport van energie voldoende ruimte gereserveerd moet worden. Het Rijk kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op dertien nationale belangen, waarvoor zij verantwoordelijk is. Buiten deze dertien belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. In de SVIR wordt ten aanzien van energieontwikkelingen en transitie aangegeven dat een toekomstbestendige energievoorziening van vitaal belang is voor de Nederlandse economie. Daarin speelt leveringszekerheid van energie (gas, elektriciteit) een cruciale rol. De komende decennia groeit de vraag naar elektriciteit en gas in Nederland nog gestaag (uitgaande van Global Economy-scenario). Het opvangen van deze groei en het handhaven van het huidige hoge niveau van leveringszekerheid, vraagt om uitbreiding van het productievermogen en de energienetwerken. Het Rijk heeft drie hoofddoelen geformuleerd om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028). Eén van deze hoofddoelen is het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland. Subdoelen daarbij zijn onder andere het efficiënt gebruik van de ondergrond en ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie. De ruimtebehoefte en het beleid voor ruimtelijke inpassing voor de nationale elektriciteitsinfrastructuur (220 kv en meer) zijn uitgewerkt in het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (hierna: SEV III) en ruimtelijk geborgd in het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (hierna: Barro). Omdat de voorliggende ontwikkeling een 150 kv-verbinding betreft valt deze niet onder de nationale elektriciteitsinfrastructuur Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Het beleid dat in de SVIR is geformuleerd is in het Barro vastgelegd in regelgeving. In het Barro zijn nationale belangen vastgelegd waar provincies en gemeenten rekening mee moeten houden als zij inpassingsplannen en bestemmingsplannen opstellen. De elektriciteitsvoorziening is aangemerkt als een nationaal belang. Wat betreft de elektriciteitsvoorziening zijn bestaande hoogspanningsverbindingen opgenomen. Voor hoogspanningsverbindingen, waaronder ook de schakel- en transformatorstations vallen, zijn de volgende regels opgenomen: Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een hoogspanningsverbinding bevat het tracé van die hoogspanningsverbinding en laat het gebruik als hoogspanningsverbinding toe. Een bestemmingsplan wijst geen ander tracé van de hoogspanningsverbinding aan. In afwijking van het tweede punt kan, na schriftelijk advies van de beheerder van het hoogspanningsnet, een ander tracé voor de hoogspanningsverbinding worden aangewezen, mits de hoogspanningsverbinding als zodanig in het bestemmingsplan wordt gehandhaafd, het bestemmingsplan het gebruik van dat gewijzigde tracé als hoogspanningsverbinding toelaat en het tracé aansluit op het tracé van de hoogspanningsverbinding in de naastliggende Pagina 8 van 46

9 bestemmingsplannen. Het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan de regels van het Barro. 2.2 Provinciaal beleid Omgevingsplan Zeeland Op 28 september 2012 hebben Provinciale Staten van Zeeland het Omgevingsplan Zeeland vastgesteld. Met dit omgevingsplan wil de provincie economische groei in de komende jaren stimuleren. Op 11 maart 2016 hebben Provinciale Staten een herziening van het Omgevingsplan Zeeland en een eerste wijziging van de Verordening Ruimte vastgesteld. Er zijn onder andere wijzigingen aangebracht in het beleid voor zonneparken, kustbebouwing, landbouw en bedrijventerreinen. De provincie wordt in drie deelgebieden verdeeld, met elk een eigen thema: Produceren op Land aan Zee voor het centraal gelegen economisch gebied met zeehavens en industrie en steden, Beleven van Land en Zee voor het gebied grenzend aan de zee, en Bloeien op Land en in Zee voor het oostelijke deel van Zeeland. Het plangebied van dit bestemmingsplan ligt zowel binnen het centrale economische gebied als binnen het oostelijk gebied van Zeeland. In het Omgevingsplan is voor het op economie gerichte gebied aangegeven dat de kwaliteit van de zeehavens en een goede verbinding met omliggende regio's via spoor, weg en leidingen van belang zijn. Voor het oostelijk deel van de provincie richt het beleid zich op de synergie tussen bedrijvigheid en rust en ruimte. Het gebied heeft een belangrijke functie als grensgebied van Zeeland in de Zuidwestelijke Delta. De hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van de provincie Zeeland bestaan uit: 1. Sterke economie: het bevorderen van een gezonde regionale economie is een van de kerntaken van de provincie. Daarnaast ziet de provincie als kwaliteitsbewaker toe op grote en risicovolle bedrijvigheid vanuit haar verantwoordelijkheid voor het realiseren van Europese en nationale milieudoelstellingen; 2. Goed woon- en werkklimaat: Voor een goed woon- en werkklimaat zijn veel verschillende factoren van belang. Het gaat om de woningen en bedrijfspanden zelf, de directe omgeving en de toegang tot hoofdwegen en voorzieningen. 3. Water en landelijk gebied met kwaliteit: De provincie bewaakt de kwaliteit van natuur en water. De bodem en de diepe ondergrond worden voor veel doelen gebruikt. De provincie bewaakt de bodemkwaliteit en investeert in sanering. Eén van de thema's binnen de hoofdlijn 'sterke economie' is transportleidingen. De provinciale doelstelling is het bundelen van regionale en nationale ondergrondse buisleidingen en tevens het zoveel mogelijk bundelen van toekomstige hoogspanningslijnen in Zeeland. Daarnaast is opgenomen dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor het toepassen van het magneetveldvoorzorgsbeleid van het Rijk ten aanzien van bovengrondse hoogspanningslijnen. Het Omgevingsplan is uitsluitend bindend voor de provincie zelf en stelt daarmee niet rechtstreeks voorwaarden aan andere overheden en burgers. Om de doorwerking van de provinciale belangen te waarborgen heeft de provincie Zeeland de Verordening Ruimte opgesteld. Deze verordening heeft een juridisch bindende doorwerking naar gemeentelijke bestemmingsplannen. Het mogelijk maken van een ondergrondse 150 kv-kabelverbinding met onderhavig bestemmingsplan sluit aan bij het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie en draagt bij aan de bevordering van een gezonde regionale economie Verordening Ruimte In de Verordening Ruimte van de provincie Zeeland (vastgesteld 28 september 2012 en gewijzigd op 11 maart 2016) zijn regels gegeven waar de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen aan moet voldoen. Voorbeeld hiervan zijn de 'Algemene regels voor duurzame verstedelijking'. Pagina 9 van 46

10 Voor een aantal thema's, zoals recreatie of glastuinbouw, zijn specifieke regels opgenomen. Geen van de thema's is specifiek gericht op de ondergrondse kabelverbinding. 2.3 Gemeentelijk beleid Structuurvisie 2025 De gemeenteraad van Terneuzen heeft op 16 december 2010 de Structuurvisie 2025 vastgesteld. In de Structuurvisie is een duurzaam ruimtelijk streefbeeld vastgelegd. In de structuurvisie is het gemeentelijk grondgebied geanalyseerd aan de hand van de lagenbenadering. Eén van deze lagen is de infrastructurele laag, waarbij tevens aandacht is besteed aan de verschillende leidingen die op het grondgebied van Terneuzen lopen. Het gaat hierbij enerzijds om hoogspanningsleidingen ten behoeve van de stroomtoevoer die vanuit de centrales elders in Nederland via Zuid-Beveland naar Zeeuws-V wordt geleid. Anderzijds gaat het om industrieleidingen ten behoeve van het vervoer van uiteenlopende stoffen naar de industrie in Terneuzen. Een ander onderdeel van de structuurvisie is het duurzaam ruimtelijk streefbeeld. Deze lange-termijnbeelden vormen het fundament van Terneuzen. Dit streefbeeld bestaat uit een aantal schakels: Kanaalzone en Liniezone: het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld toont in de eerste plaats de hoofdgeleding van Terneuzen, waarin de economische ontwikkeling zich in noord-zuidrichting afspeelt en de ondergrond een sterke oost-westgerichte structuur kent. Deze confrontatie is in het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld neergezet als de confrontatie tussen de Kanaalzone en de Liniezone. Drager van de Kanaalzone is het Kanaal van Gent naar Terneuzen met de daarbij behorende infrastructuur, waaronder leidingen, en de daaraan gekoppelde grootschalige bedrijvigheid. Verder bestaat het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld uit de volgende elementen: Natte schakels: voor de ontwikkeling van Terneuzen is de Westerschelde essentieel, zowel vanuit economisch als natuur-landschappelijk perspectief. Natte schakels zijn dan ook van belang voor het evenwicht tussen natuur en economie, dat op verschillende schaalniveaus moet worden bewaakt. Hoofdinfrastructuur: de hoofdinfrastructuur bestaat primair uit het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de noord-zuidgeorienteerde hoofdwegeninfrastructuur. Landschapstypen: de kenmerkende landschapstypen zijn ook van belang voor het ruimtelijk structuurbeeld door de samenhang met bodem, grondwater en hoogte die daarin tot uitdrukking komt. Onderscheid is gemaakt tussen het coulissenlandschap in het zuidoosten van de gemeente en het meer open polderlandschap op de rest van het grondgebied. Industrieel-logistieke complex: in de kanaalzone bevinden zich bestaande industriële complexen die van groot belang zijn voor de Zeeuws-Vlaamse economie. Regionale voorzieningen: Terneuzen functioneert op een aantal fronten als centrum, waar een groot aantal voorzieningen met regionale uitstraling is geconcentreerd. Kernen: de gemeente kent elf kernen van meer dan inwoners, waar ook de concentraties van basisvoorzieningen aanwezig zijn Visiedocument Natuur De gemeenteraad van Terneuzen heeft op 26 mei 2009 het Visiedocument Natuur vastgesteld als onderdeel van het Milieubeleidsplan. In het visiedocument zijn de volgende hoofddoelstellingen vastgelegd voor de natuur in de gemeente Terneuzen: Het opstellen van een natuurwaardenkaart van het gemeentelijk grondgebied; Het realiseren van nieuwe natuur(gebieden); Het behoud van agrarisch cultuurlandschap; Het vergroten van de betrokkenheid bij de natuur van de inwoners van Terneuzen door middel van natuureducatie; Een positieve opstelling van de gemeente ten aanzien van particulier natuurbeheer. Pagina 10 van 46

11 Doel van het opstellen van de natuurwaardenkaart is het verkrijgen van een overzicht waar (strikt) beschermde soorten zich bevinden, of waar geschikt biotoop voor deze soorten aanwezig is. Daarnaast geeft de kaart de beschermde gebieden weer. De natuurwaardenkaart heeft mede ten grondslag gelegen aan het gekozen tracé en de afweging die hierbij is gemaakt met het oog op de bescherming van beschermde soorten en gebieden Beleidsnotitie voor het agrarisch gebied De gemeenteraad van Terneuzen heeft op 26 juni 2012 de Beleidsnota voor het agrarische gebied vastgesteld. In deze beleidsnotitie is aangegeven welke ontwikkelingen de gemeente wel en niet stimuleert en waarom. De notitie vormt bovendien de belangrijkste bouwsteen voor het bestemmingsplan Buitengebied. Door de (economische) ontwikkelingen en veranderende en toenemende regelgeving dienen ondernemers op het platteland nieuwe keuzes te maken. Schaalvergroting, verbreding of stoppen zijn hier voorbeelden van. De gemeente wil in het bestemmingsplan op deze ontwikkelingen inspelen om het platteland vitaal en aantrekkelijk te houden en om de agrarische en andere ondernemers op het platteland voldoende mogelijkheden te bieden. In de beleidsnotitie is een visie gegeven op hoe met functies als agrarische bedrijvigheid, wonen en bedrijven wordt omgegaan. Hoewel ook wordt ingegaan op overige en nevenfuncties, waaronder windenergie, wordt niet ingegaan op (ondergrondse) kabelverbindingen. De aanleg van ondergrondse 150 kv-hoogspanningsverbindingen die met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, zijn niet voorzien in de beleidsnotitie Bestemmingsplannen en beheersverordening gemeente Terneuzen De 150 kv-hoogspanningsverbinding wordt door middel van een dubbelbestemming planologisch geregeld. Hiermee worden de onderliggende bestemmingen van de hierboven genoemde vigerende ruimtelijke plannen van de gemeente Terneuzen in stand gelaten. Bestemmingsplan "Buitengebied" De gemeenteraad van Terneuzen heeft op 7 juli 2015 een bestemmingsplan vastgesteld voor het buitengebied. Dit plan is hoofdzakelijk conserverend van aard en legt daarmee de bestaande planologische situatie. Het plan is tevens in overeenstemming gebracht met de gewijzigde maatschappelijke betekenis van het buitengebied, nieuw ruimtelijk beleid en wettelijke kaders. Bestemmingsplan "Bedrijventerrein Drieschouwen, Vaartwijk en Stroodorpe" De gemeenteraad van Terneuzen heeft op 25 juni 2013 een bestemmingsplan vastgesteld voor een drietal bedrijventerreinen binnen de gemeente: Drieschouwen, Vaartwijk en Stroodorpe. Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend en maakt onderdeel uit van de bestemmingsplanactualisering binnen de gemeente Terneuzen. Beheersverordening "Dow, Mosselbanken en Logistiek Park" De gemeenteraad van Terneuzen heeft op 25 juni 2013 de beheersverordening Dow, Mosselbanken en Logistiek Park vastgesteld. De voorheen geldende bestemmingsplannen voor Dow, Mosselbanken en Logistiek Park zijn hiermee geactualiseerd. Het 150 kv kabeltracé kruist bestaande landschappelijke elementen en infrastructuur, zoals een aantal wegen, wateren en dijken. Voor de realisatie van het project zijn voor deze kruisingen vergunningen vereist van o.a. gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat en waterschappen. Pagina 11 van 46

12 Hoofdstuk Planbeschrijving Inleiding In dit hoofdstuk wordt een nadere beschrijving gegeven van het project dat onderwerp is van het bestemmingsplan. 3.2 Nut en noodzaak Het 150 kv-net in Zeeuws-V is verbonden met de rest van het 150 kv-net van Zeeland via twee kabelcircuits onder de Westerschelde. Deze kabelcircuits maken onderdeel uit van de verbinding tussen hoogspanningsstation Borssele en hoogspanningsstation Terneuzen. Tussen Borssele en Ellewoutsdijk loopt deze verbinding bovengronds. Bij Ellewoutsdijk is een zogenoemd opstijgpunt waar de bovengrondse verbinding overgaat in de ondergrondse kabel. Eén van de kabelcircuits gaat rechtstreeks naar het hoogspanningsstation Terneuzen en het andere circuit loopt via het opstijgpunt bij Ellewoutsdijk naar station Terneuzen. Ten tijde van onderhoud aan één van deze 150 kv-circuits diende in het verleden het onderliggende 50 kv-net als back-up voor het geval het tweede 150 kv-circuit zou uitvallen. Eén van de twee 50 kv-kabels is echter in 2013 vanwege de staat en kritieke ligging in de vaargeul van de Westerschelde uit bedrijf genomen. De tweede 50 kv-kabel is in 2015 gestoord geraakt en vanwege zeer hoge herstelkosten niet meer gerepareerd en ook uit bedrijf genomen. De regionale netbeheerder Enduris had de 50 kv-kabels onder de Westerschelde al niet meer nodig in verband met verdere uitbreiding van het 50 kv-net in Zeeuws-V. Daarnaast brachten deze kabels hoge instandhoudingskosten met zich mee en naderden de kabels het einde van hun levensduur. In overleg tussen TenneT en Enduris was de uitbedrijfname van de tweede 50 kv-kabel uitgesteld totdat er een oplossing in het 150 kv-net gerealiseerd zou zijn (naar verwachting eind 2019). Hiermee werd voorkomen dat er een actueel 100MW/6u-criterium knelpunt, zoals beschreven in de Energiewet 1998, zou ontstaan. Dit criterium schrijft onder meer voor dat wanneer tijdens onderhoud aan één circuit het andere circuit uitvalt er niet meer dan 100 MegaWatt (= 100 miljoen Watt) aan belasting mag uitvallen, voor een tijdsduur van maximaal 6 uur. Door het onverwacht vroegtijdig uit bedrijf nemen van de tweede 50 kv-kabel is dit knelpunt realiteit geworden. Het is daarom momenteel niet mogelijk voor TenneT om onderhoud uit te voeren aan de verbindingen Borssele-Terneuzen en Terneuzen-Westdorpe en daarbij te voldoen aan het 100MW/6u-criterium. Voor het oplossen van het 100MW/6u-criterium knelpunt zijn verschillende opties beschouwd. Bij elk van de opties is het uitgangspunt geweest dat de nieuwe verbinding van Zeeuws-V naar een ander hoogspanningsstation dan Borssele wordt aangelegd. Dit omdat een nieuwe verbinding van Zeeuws-V naar Borssele een te grote afhankelijkheid van één hoogspanningsstation introduceert. Door het aanleggen van een verbinding naar een ander hoogspanningsstation dan Borssele, wordt een ringstructuur gecreëerd. Deze ringstructuur zorgt voor een robuuste oplossing waarmee het 150 kv-net van Zeeland wordt versterkt. De volgende alternatieven zijn onderzocht: Huidige situatie handhaven: In dit alternatief wordt niet geïnvesteerd. Dit is geen acceptabele situatie omdat de leveringszekerheid hiermee in het geding komt. Daarbij voldoet TenneT hiermee niet aan de geldende wet- en regelgeving. Deze optie is dan ook afgevallen. 150 kv-verbinding tussen Nederland en België: Pagina 12 van 46

13 Hergebruik bestaande verbinding Oostburg-Maldegem als noodverbinding Deze verbinding is aan Belgische zijde losgekoppeld en kan niet zonder meer opnieuw aangesloten worden in verband met ontwikkelingen in het Belgische net in de regio Maldegem. Daarnaast staat de regelgeving een grensoverschrijdende noodverbinding niet toe. Het gevolg hiervan is dat de noodverbinding permanent ingezet moet worden ten behoeve van de vrije energiemarkt. Het permanent inzetten van de noodverbinding is echter niet mogelijk, is gebleken uit gesprekken met de Belgische netbeheerder Elia, in verband met beperkte transportcapaciteit in het Belgische beperkt. Daarmee is deze optie afgevallen. Nieuwe 150 kv-verbinding naar België Naast hergebruik van de bestaande verbinding is ook gekeken naar de mogelijkheid van een nieuwe 150 kv-verbinding naar België. De beperkte transportcapaciteit in België maakt het echter ook onmogelijk om een nieuwe verbinding naar België te realiseren. Dit zou tot gevolg hebben dat een knelpunt in het Nederlandse net wordt verschoven naar België. Daarmee is ook deze optie afgevallen. Nieuwe doorkruising van de Westerschelde: Er zijn twee mogelijkheden onderzocht waarbij een nieuwe doorkruising van de Westerschelde nodig is en een nieuwe 150 kv-kabel wordt aangelegd. De eerste mogelijkheid betreft een kabel tussen de stations Goes de Poel en Westdorpe en de tweede mogelijkheid een kabel tussen de stations Westdorpe en Rilland. Beide mogelijkheden lossen het knelpunt op en zijn technisch haalbaar, maar de kruising onder de Westerschelde door maakt dit een zeer kostbare operatie die zelden wordt uitgevoerd en waarvoor beperkte expertise aanwezig is. Daarnaast wordt er een Natura2000-gebied doorkruist en brengt een nieuwe Westerscheldekruising zeer hoge beheeren onderhoudskosten met zich mee in de vorm van reguliere bestortingen van de kabels. Daarmee valt ook deze optie af. Uitsplitsen bestaande Westerschelde kabels: In dit alternatief wordt gebruik gemaakt van de bestaande infrastructuur onder de Westerschelde. De huidige twee kabelcircuits onder de Westerschelde tussen Ellewoutsdijk en Terneuzen bestaan ieder feitelijk uit twee aan elkaar gekoppelde circuits. In het verleden toen deze kabels zijn gelegd, is er al rekening gehouden met toekomstige reserve. Door deze kabels in een andere configuratie aan te sluiten is het mogelijk om vier (in plaats van twee) circuits te creëren onder de Westerschelde. Hierdoor is er geen nieuwe doorkruising van de Westerschelde nodig. De twee nieuw gecreëerde circuits worden vervolgens ten noorden van de Westerschelde met een nieuwe 150 kv-kabelverbinding (bestaande uit twee circuits) aangesloten op 150 kv-station Goes de Poel. In Zeeuws-V wordt één van de nieuwe circuits op station Terneuzen aangesloten. Voor het tweede circuit wordt een nieuwe enkel circuit 150 kv-kabelverbinding naar hoogspanningsstation Westdorpe gelegd. Het uitsplitsen van de bestaande Westerschelde kabels is het gekozen oplossingsalternatief. Deze oplossing lost het 100MW/6u-criterium knelpunt voor Zeeuws-V volledig op, zonder dat er een nieuwe doorkruising van de Westerschelde nodig is. De totale transportcapaciteit tussen Zeeuws-V en de rest van het Zeeuwse 150 kv-net blijft nagenoeg gelijk aan de huidige situatie, maar wel wordt er extra reserve gecreëerd (van twee, naar vier circuits). De transportcapaciteit is gezien de verwachte ontwikkelingen op het gebied van belasting en productie in Zeeuws-V ruimschoots voldoende en daarmee toekomst vast. Het uitsplitsen van de bestaande Westerschelde kabels is een robuuste oplossing, waarmee een ringstructuur ontstaat tussen de stations Borssele, Terneuzen, Westdorpe en Goes de Poel. Door het hergebruik van de bestaande infrastructuur omvat dit alternatief tevens het kortste nieuw aan te leggen tracé, is er geen complexe doorkruising van de Westerschelde noodzakelijk en worden additionele hoge beheer- en onderhoudskosten voorkomen. Pagina 13 van 46

14 3.3 Tracékeuze Om te komen tot een nieuw tracé voor de nieuwe 150 kv-kabelverbinding, aan zowel de noord- als de zuidzijde van de Westerschelde, zijn in een tracéstudie verschillende tracévarianten onderzocht. In deze studie zijn tevens eventuele nieuwe locaties c.q. uitbreidingen van de bestaande opstijgpunten Ellewoutsdijk en Terneuzen mast 6 bekeken. Ook is gekeken naar de uitbreiding van het 150 kv-station Goes de Poel. De tracéstudie die is uitgevoerd is opgenomen als Bijlage 1. Allereerst is het studiegebied bepaald. Aan de noordzijde van de Westerschelde betreft het studiegebied circa 5 kilometer aan weerszijden van de bestaande bovengrondse hoogspanningslijn. Dit reikt aan de westzijde tot aan industrieterrein Vlissingen-Oost en aan de oostzijde tot aan de Zeedijk. Aan de zuidkant van de Westerschelde betreft het studiegebied circa 2 kilometer aan weerszijden van het bestaande leidingtracé. Het zuidelijk zoekgebied is minder breed dan het noordelijke zoekgebied in verband met de natuurlijke barrière die het kanaal Terneuzen-Gent vormt. Vervolgens heeft een expertmeeting plaatsgevonden waarbij experts gezamenlijk de technische en planologische uitgangspunten hebben bekeken aan de hand van GIS-kaarten. Voorafgaand aan de expertmeeting zijn met het oog op ecologische en archeologische waarden tracévarianten aangedragen die gebieden van hoge (verwachtings)waarde ontzien. Daarnaast is tijdens de expertmeeting voor het noordelijk studiegebied een variant aangedragen waarbij het tracé zoveel mogelijk een planologisch verankerde buisleidingstraat volgt. Na de expertmeeting zijn de verschillende tracévarianten samengevoegd tot drie tracévarianten aan zowel de noordzijde als de zuidzijde van de Westerschelde. 3.4 Tracé Terneuzen-Westdorpe Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan komt overeen met het tracé van de 150 kvkabelverbinding die loopt van het noorden tot aan het zuiden van de gemeente Terneuzen. De kabelverbinding kruist de weg N61. Aan de zuidzijde van de Westerschelde (Zeeuws-V) wordt de ondergrondse 150 kv-kabelverbinding aangelegd tussen het bestaande 150 kv-opstijgpunt mast 6 te Terneuzen en het bestaande 150 kv-station Westdorpe. Beide locaties dienen te worden aangepast. Het plangebied is een noord-zuid georiënteerde lijnverbinding. Pagina 14 van 46

15 Figuur 1: tracé ondergrondse 150 kv-verbinding 3.5 Materiaal en legmethode In voorliggend bestemmingsplan is een dubbelbestemming (met belemmerende strook) opgenomen. Deze strook is 11 meter breed (enkel circuit) en is 5,5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de verbinding. Uitgangspunt in agrarisch gebied is dat de kabels op een diepte van 1,80 meter onder maaiveld zijn afgedekt. Open ontgraving Voor het aanbrengen van de nieuwe kabel wordt in principe gewerkt met een open ontgraving. De ten behoeve van de open ontgraving in te zetten middelen worden hieronder weergegeven: Een graafmachine om de sleuf te graven en af te dichten en te assisteren bij het hijsen en op zijn plaats leggen van de kabels. De vrijkomende grond wordt naast de sleuf opgeslagen. Pagina 15 van 46

16 Een vrachtwagen voor levering van materiaal, waaronder rijplaten. Een dumptruck om eventueel overtollige grond af te voeren. Een triller om de grond te verdichten. De werkstrookbreedte van het tracé bij een open ontgraving is minimaal 25 en maximaal 35 meter. Gestuurde boring Op een aantal punten zal de kabel via een gestuurde boring worden aangebracht. Dit doet zich met name voor waar objecten worden gekruist waarvan aantasting moet worden voorkomen, zoals ecologische waarden, fruitboomgaarden en (weg)infrastructuur, waaronder waterkeringen. Daar waar de kabel wordt geboord zal geen ontgraving nodig zijn, dit met uitzondering van de punten waar de kabel ondergronds gaat en weer naar boven komt. De werkstrookbreedte van minimaal 25 en maximaal 35 meter op de boorlocaties zelf is gelijk aan die van de open ontgraving. Pagina 16 van 46

17 Hoofdstuk Kwaliteit van de leefomgeving Algemeen In dit hoofdstuk volgt de verantwoording voor de uitvoering van het project aan de hand van de uitkomsten van de m.e.r.-beoordeling en onderzoeken naar de relevante omgevingsaspecten. 4.2 M.e.r.-beoordeling M.e.r.-plicht De procedure van de m.e.r. is voorgeschreven op grond van nationale en Europese wetgeving, indien sprake is van activiteiten met potentieel aanzienlijke milieueffecten. Deze activiteiten zijn opgenomen in het Besluit milieueffectrapportage dat is gebaseerd op de Wet milieubeheer. Het doel van de m.e.r.-procedure is om milieu- en natuurbelangen naast andere belangen een volwaardige rol te laten spelen bij de besluitvorming. Voor de aanleg, wijziging of uitbreiding van een ondergrondse hoogspanningsleiding (categorie D24.2) geldt conform het Besluit milieueffectrapportage een m.e.r.-beoordelingsplicht wanneer sprake is van de onderstaande gevallen: Een spanning van 150 kilovolt of meer, en; Een lengte van 5 kilometer of meer in gevoelig gebied. Daarbij moet worden opgemerkt dat bovenstaande drempelwaarden niet als harde grenzen moeten worden gehanteerd, maar als indicatieve waarden. De ontwikkeling van de nieuwe 150 kv-kabelverbinding is vanwege de spanning en de lengte van meer dan 5 kilometer in gevoelig gebied m.e.r.-beoordelingsplichtig. In het Besluit milieueffectrapportage is aangegeven wanneer sprake is van een gevoelig gebied. Het gaat hier onder andere om gebieden die deel uit maken van een Natura 2000-gebied of van de Natuurnetwerk Nederland, die zijn aangeduid als Belvedèregebied of die zijn aangeduid voor het behoud en herstel van de bestaande landschapskwaliteit. Met name in het noordelijke deel van het tracé (in Zuid-Beveland) worden gevoelige gebieden doorsneden (natura 2000-gebied, Natuurnetwerk Nederland, gebieden voor behoud van landschap en Belvedèregebied). Hierdoor is het gehele initiatief Goes-Terneuzen m.e.r.-beoordelingsplichtig. Omdat sprake is van een m.e.r.-beoordelingsplicht moet het college van burgemeester en wethouders van elk van de betrokken gemeenten beoordelen of al dan niet een m.e.r.-procedure moet worden doorlopen op grond van artikel 7.17 lid 1 Wet milieubeheer. De m.e.r.-beoordeling is uitgevoerd op basis van de volgende criteria: 1. Kenmerken van het project: hierbij moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan een aantal aspecten zoals de omvang van het project, de cumulatie met andere projecten, het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, verontreiniging en hinder; 2. Plaats van het project: relevant in dit kader zijn het bestaande grondgebruik, de relatieve rijkdom aan en de kwaliteit en het regeneratievermogen van de natuurlijke hulpbronnen van het gebied en het opnamevermogen van het natuurlijke milieu. Bij dit laatste dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan bepaalde typen gebieden, zoals Natura 2000-gebieden; 3. Kenmerken van het potentiële effect: in samenhang met de hiervoor genoemde punten dienen het bereik van het effect, het grensoverschrijdend karakter, de waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van het effect te worden beschouwd. Deze criteria zijn opgenomen in de Europese richtlijn 85/33/EG, gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG. Pagina 17 van 46

18 Aan de hand hiervan is bekeken of er daadwerkelijk sprake is van belangrijke nadelige gevolgen. Indien er sprake is van een m.e.r.-beoordelingsplicht deelt de initiatiefnemer, hier TenneT, het bevoegd gezag, hier de afzonderlijke gemeenteraden van de gemeenten Borsele, Terneuzen en Goes, schriftelijk mee dat hij een activiteit wil gaan ondernemen die voorkomt in onderdeel D van het Besluit m.e.r.. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde aanmeldingsnotitie. De opgestelde aanmeldingsnotitie is opgenomen als Bijlage 2. In deze aanmeldingsnotitie worden de gevolgen voor het milieu omschreven van de ontwikkeling van een nieuwe 150 kv-kabelverbinding in en naar Zeeuws-V. Uitgangspunt bij de uitgevoerde m.e.r.-beoordeling is nee, tenzij. Dit houdt in dat er geen Milieueffectrapport (hierna: MER) dient te worden opgesteld, tenzij sprake is van mogelijke belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu op basis waarvan een MER wel noodzakelijk wordt geacht. De aanmeldingsnotitie is door de initiatiefnemer aangeboden aan de afzonderlijke bevoegde gezagen. Op 6 juni 2017 heeft het college van B&W van de gemeente Terneuzen het besluit genomen dat ten behoeve van het bestemmingsplan Buitengebied, 150 kv verbinding geen milieueffectrapportage moet worden opgesteld. Het besluit heeft vanaf 22 juni 2017 voor 6 weken ter inzage gelegen (tot en met 3 augustus 2017) Tracéalternatieven en voorkeurstracé Om te komen tot een nieuw tracé voor de nieuwe 150 kv-kabelverbinding, aan zowel de noord- als de zuidzijde van de Westerschelde, zijn in een tracéstudie verschillende tracévarianten onderzocht. In deze studie zijn tevens eventuele nieuwe locaties c.q. uitbreidingen van de bestaande opstijgpunten Ellewoutsdijk en Terneuzen mast 6 bekeken. Ook is gekeken naar de uitbreiding van het 150 kv-station Goes de Poel. Voor zowel het noordelijke als het zuidelijke deel van het plangebied zijn in de tracéstudie drie tracévarianten onderzocht en beoordeeld aan de hand van diverse beoordelingscriteria. Op basis hiervan is door TenneT uiteindelijk een keuze gemaakt voor het noordelijk en zuidelijke deel van het plangebied. In de uitgevoerde m.e.r.-beoordeling zijn deze voorkeurstracés beschouwd op hun milieueffecten. Het zuidelijke deel van het tracé is gelegen in de gemeente Terneuzen. Dit tracédeel loopt van 150 kv-station en opstijgpunt Terneuzen mast 6 naar 150 kv-station Westdorpe. Hier wordt een nieuwe ondergrondse 150 kv-kabelverbinding gerealiseerd, bestaande uit één circuit. Hiervoor worden opstijgpunt Terneuzen mast 6 en 150 kv-station Westdorpe aangepast. Ook het 150 kv-station Terneuzen moet worden aangepast. Bij de 150 kv-kabelverbinding zullen tevens over het gehele tracé tussen de 150 kv-hoogspanningsstations Goes de Poel en Westdorpe twee telecommunicatieverbindingen worden aangelegd. Deze verbindingen zijn bedoeld voor de bewaking, beveiliging en bediening van de hoogspanningsverbindingen en bijbehorende componenten Toetsing milieueffecten In de m.e.r.-beoordeling is ingegaan op de belangrijkste milieueffecten, zowel negatief als positief, die als gevolg van de nieuwe 150 kv-kabelverbindingen kunnen optreden. Voor zover relevant is daarbij onderscheid gemaakt tussen de aanleg- en gebruiksfase. Bijzondere aandacht is besteed aan gevoelige gebieden. De gevolgen voor de volgende milieuaspecten zijn in beeld gebracht en getoetst: Bodem; Water; Natuur; Landschap, cultuurhistorie en archeologie; Woon- en leefmilieu. Na het opstellen van de m.e.r.-beoordeling zijn voor een drietal milieuaspecten meer actuele onderzoeken verschenen ten behoeve van het bestemmingsplan. Op basis van de onderzoeken natuur, bodem en archeologie is meer gedetailleerde informatie beschikbaar gekomen over deze milieuaspecten. Deze informatie leidt tot nieuwe informatie maar niet tot een wijziging van de Pagina 18 van 46

19 conclusie van de uitgevoerde m.e.r.-beoordeling. De milieueffecten van het project zijn in beeld gebracht aan de hand van bovenstaande milieuaspecten. Gelet op de aard en omvang van de voorgenomen ontwikkeling en de wijze van realisatie, wordt het niet noodzakelijk geacht om ten behoeve van de besluitvorming over dit project een milieueffectrapportage op te stellen. Bij de voorgenomen ontwikkeling doen zich naar verwachting geen bijzondere omstandigheden voor die er toe leiden dat er sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. 4.3 Bodem Relevant kader In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient in het bestemmingsplan rekening te worden gehouden met de bodemkwaliteit. In het geval dat bodemverontreinigingen worden aangetroffen tijdens de aanleg van het kabeltracé is de Wet bodembescherming van kracht. Daarmee is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in relatie tot het project voldoende gewaarborgd Betekenis voor het bestemmingsplan Er is een milieuhygiënisch vooronderzoek uitgevoerd naar de bodemkwaliteit ter plaatse van de voorgenomen 150 kv-kabelverbinding voor zover die binnen Zeeuws-V ligt. Het milieuhygiënisch vooronderzoek is opgenomen als Bijlage 3. Doel van dit onderzoek is het nagaan of in de nabijheid van het te onderzoeken gebied bodembedreigende activiteiten plaatsvinden of hebben plaatsgevonden waardoor verontreinigende stoffen in de bodem terecht zijn gekomen. Op basis van deze informatie moet blijken of, en zo ja, welke onderzoeksstrategie moet worden gehanteerd tijdens het uit te voeren verkennend bodemonderzoek. De bodemkwaliteitskaart van Zeeuws-V is, naast andere beschikbare bronnen, geraadpleegd. Deze kaart is op basis van het zogenoemde generieke beleid vastgesteld. Ter plaatse van de voorgenomen 150 kv kabelverbinding is de gemiddelde bodemkwaliteit vastgesteld op achtergrondwaarde. Een aan de kaart gerelateerde inventarisatie (historische toets) naar potentiële verontreinigingsbronnen en/of bodembelastende gebeurtenissen is uitgevoerd. In het vooronderzoek zijn per te onderzoeken perceel de resultaten en conclusies weergegeven op basis waarvan de hypothese voor het vervolgonderzoek is gesteld. Op basis van het milieuhygiënisch vooronderzoek naar de bodemkwaliteit wordt voorafgaand aan realisatie van het project een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Met het verkennend bodemonderzoek, dat wordt uitgevoerd conform NEN 5740, wordt de milieuhygiënische bodemkwaliteit vastgesteld van het kabeltracé. Eventueel noodzakelijk asbestonderzoek wordt uitgevoerd conform NEN Bij sterke bodemverontreingingen zullen de noodzakelijke saneringsmaatregelen volgens de Wet bodembescherming worden getroffen. Het milieuhygiënisch bodemonderzoek voor het Zeeuws-Vse deel van de kabelverbinding is opgenomen als Bijlage 4. Het gedeelte van het tracé waarvan de bodem op basis van het vooronderzoek niet verdacht is op de aanwezigheid van een bodemverontreiniging is niet onderzocht. Het bodemonderzoek is uitgevoerd op basis van de NEN 5740 en het Grondonderzoeksplan. Doel van het onderzoek is om door middel van een steekproef na te gaan of de bodem (grond en grondwater) ter plaatse van het geplande tracé verontreinigende stoffen bevat in zodanige gehalten dat beperkingen dienen te worden gesteld aan het toekomstig gebruik van het tracé. Voor de deellocatie Boomgaarden zijn in de grond plaatselijk licht verhoogde gehalten aangetroffen, die geen aanleiding geven tot het verrichten van vervolgonderzoek. Gezien de in de grond aangetroffen asbest ter plaatse van één deellocatie dient hier eerst een asbestonderzoek conform de NEN5707 uitgevoerd te worden. Pagina 19 van 46

20 Ter plaatse van 4 van de verdachte deellocaties zijn in de grond plaatselijk met name licht verhoogde gehalten met PAK en zware metalen aangetroffen. In het grondwater van een groot deel van de peilbuizen zijn met name licht verhoogde concentraties met chloride, zware metalen en xylenen (som) aangetroffen. Ter plaatse van één peilbuis ( WM-2-1) is een matig verhoogde concentratie aan kwik aangetoond. Aangezien in dit monster sprake is van een verhoogde troebelheid, wordt aanbevolen deze peilbuis opnieuw te plaatsen en te bemonsteren. Op basis van de reeds uitgevoerde onderzoeken kan in zijn algemeenheid worden geconcludeerd dat de aanwezige bodemkwaliteit geen belemmeringen oplevert voor het bestemmingplan. Nog niet alle benodigde bodemonderzoeken zijn uitgevoerd, deze worden uitgevoerd voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad. Bij sterke verontreinigingen in de bodem worden maatregelen getroffen zodat de kwaliteit van de bodem voldoet aan de toekomstige kabelfunctie. 4.4 Watertoets Relevant kader Op grond van de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening worden de waterhuishoudkundige aspecten betrokken in de ruimtelijke plannen die daarvoor worden vastgesteld. Het is verplicht in beeld te brengen wat de effecten van de voorgenomen activiteit op de waterhuishouding zijn. Het gaat hier om zowel de waterkwaliteit als de waterkwantiteit. Het streven is er zoveel mogelijk op gericht om water op een goede manier in te passen in het ontwerp. In deze paragraaf zijn de relevante waterhuishoudkundige effecten beschreven. Waterbeleid 21e eeuw (Rijksbeleid) In het afgelopen decennium heeft Nederland meerdere keren te kampen gehad met wateroverlast. Dit heeft geresulteerd in een omslag in het waterbeleid en het denken over water. Het Rijk, de provincies, de waterschappen en de gemeenten zijn onder meer overeengekomen dat: het water zoveel mogelijk moet worden vastgehouden, daarna moet worden geborgen en daarna pas afgevoerd mag worden; voor ruimtelijke plannen een zogenaamde watertoets uitgevoerd dient te worden, hierin dienen de keuzes ten aanzien van waterhuishoudkundige aspecten gemotiveerd beschreven te worden. Deelstroomgebiedsvisie De deelstroomgebiedsvisie is een gezamenlijk product van de waterschappen, gemeenten en de provincie als trekker. Hierin spelen 'ruimte voor water' en 'water als ordenend principe' een belangrijke rol. De visie richt zich primair op het voorkomen van wateroverlast door overstroming door veel neerslag in een korte tijd. Hieruit volgen richtlijnen voor de ruimtelijke inrichting van het gebied om wateroverlast tegen te gaan en een aantal mogelijke technische maatregelen die kunnen worden ingezet. De maatregelen kunnen worden ingedeeld in de voorkeursvolgorde van 'vasthouden bergen - afvoeren'. De doelstelling van deze maatregelen is een afvoer te krijgen die niet groter is dan de landbouwkundige afvoer. Omgevingsplan Zeeland Het Omgevingsplan Zeeland bevat beleid voor grondwater, oppervlaktewater en waterveiligheid. In het Omgevingsplan wordt onder meer gestreefd naar het terugdringen van regionale wateroverlast in het landelijk en stedelijk gebied. Doelstellingen zijn: Een goede kwaliteit van het oppervlaktewater en waterbodems, een peilbeheer en een aanvaardbaar risico op wateroverlast dat is afgestemd op bestaande en toekomstige functies. Pagina 20 van 46

21 Een goede kwantitatieve en chemische toestand van het grondwater, afgestemd op de functies van het gebied. Een belangrijk aspect daarvan is de instandhouding van de zoetwatervoorkomens. Gevolgen van klimaatverandering op het grondwater worden opgevangen. Bij de uitvoering geldt de trits vasthouden-bergen-afvoeren als uitgangspunt. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt rekening gehouden met de mogelijkheden en beperkingen van het watersysteem. Op de waterkansenkaart is dat globaal inzichtelijk gemaakt. Indien nodig wordt een nadere toetsing op locatieniveau door het waterschap uitgevoerd. Deze kaarten zijn een hulpmiddel bij de watertoets. Waterbeheerplan De visie van het waterschap is: 'Doelmatig beheer van watersystemen en afvalwaterketen. Deze zijn robuust en toekomstbestendig ingericht'. Daarbij is als doel gesteld dat het watersysteem en de afvalwaterketen in het beheergebied in 2027 op orde zijn, ook voor de klimaatomstandigheden die worden verwacht. Overleg waterbeheerder Tijdens het planproces heeft overleg met het Waterschap Scheldestromen plaatsgevonden. De relevante aspecten met betrekking tot de waterhuishouding zijn onderstaand opgenomen Betekenis voor het bestemmingsplan Ten behoeve van de tracéstudie (zie paragraaf 3.3) zijn de verschillende varianten onderzocht in relatie tot het (geo)hydrologische systeem. Waterkwaliteit grondwater Kwalitatief goed zoet grondwater is schaars in het beheersgebied van Waterschap Scheldestromen. In het beleid van het waterschap is het voorkomen van zoet grondwater opgenomen in de Keur. Bij de aanleg van de kabel moet rekening worden gehouden dat het vergunningenbeleid gebaseerd is op het type grondwatersysteem. In de keuze voor het tracé zijn zoetwater- en brakwatervoorkomen zoveel mogelijk vermeden. Waterkwaliteit oppervlaktewater Het doorkruisen van een oppervlaktewaterlichaam brengt bepaalde verplichtingen met zich mee waaronder de diepte van kruisen en de aanlegmethode. Voor het lozen van onttrekkingswater van de bemaling op het oppervlaktewater is een lozingvergunning noodzakelijk. De benodigde vergunningen voor het lozen van onttrekkingswater van de bemaling op het oppervlaktewater zullen voorafgaande aan de uitvoering worden aangevraagd. Waterbergend vermogen Een toename van verharding heeft effect op het waterbergend vermogen. Door de realisatie van de verhardingen kan het hemelwater niet/nauwelijks infiltreren en de bodem. Het hemelwater van de verharde oppervlak kan snel afstromen en dat is niet acceptabel. Toename van verhard oppervlak dient in beginsel te worden gecompenseerd in de vorm van een toename van het waterbergend vermogen. Het kabeltracé leidt niet tot een toename van het verhard oppervlak, waardoor geen compensatie vereist is. Voor de aanleg van het kabeltracé worden geen sloten of vaarten gedempt. Waar bestaande sloten worden gekruist, worden voorzieningen getroffen zodat het water na de aanlegfase ongestoord kan stromen. Het bestaande watersysteem ondervindt daardoor geen hinder van het kabeltracé. Waterveiligheid en keringen Pagina 21 van 46

22 Het waterschap heeft beleid met betrekking tot de dimensionering en veiligheidszones van kruisingen met waterwerken (keringen) en watergangen. Dit beleid stelt de randvoorwaarden waarmee kruisingen worden ontworpen en waarop de vergunningaanvragen voor aanleg door het waterschap worden getoetst. Bij de aanleg van de kabels worden waterkeringen gekruist waarvoor een watervergunning dient te worden aangevraagd bij de beheerder van de waterkering. Het uitgangspunt van dit bestemmingsplan is dat de kabels altijd zo aangelegd worden dat de waterkerende functie van de dijk niet wordt aangetast. De kabels moeten altijd zo worden aangelegd, dat de waterkerende functie te allen tijde (tijdens de aanleg en tijdens de gebruiksfase) gewaarborgd is, dat er geen belemmering ontstaat voor het beheer, onderhoud en de bereikbaarheid van de waterkering en dat er geen belemmering ontstaat voor mogelijk toekomstige dijkverbetering. Deze afweging vindt plaats in het kader van de watervergunning. Afgewogen dient te worden bij welke watergangen de kabel moet worden aangelegd met een gestuurde boring en bij welke watergangen de kabel middels een open ontgraving kan worden aangelegd. Hierbij moet rekening worden gehouden met het achterliggende gebied (afvoerhoeveelheid) en de grootte van de watergang. Een belangrijk punt van aandacht daarbij is het beginpunt van het kabeltracé nabij mast 6, deze mast bevindt zich binnen beschermingszone B van de regionale waterkering. Ten aanzien van gestuurde boringen onder waterkeringen gelden op grond van de Keur en beleidsregels van het waterschap specifieke eisen en voorwaarden. 4.5 Archeologie Relevant kader Nieuwe ontwikkelingen kunnen archeologische of cultuurhistorische waarden aantasten. In het kader van het bestemmingsplan dienen dan ook de aanwezige of verwachte waarden beschouwd te worden. In de Monumentenwet 1988 is de bescherming van het archeologisch erfgoed geregeld (conform het Verdrag van Malta). Deze wet verplicht om bij de bestemming van de in het bestemmingsplan begrepen gronden, rekening te houden met de in de bodem aanwezige, dan wel te verwachten archeologische waarden. Archeologische waarden zijn in Nederland veelal onzichtbaar, aangezien ze grotendeels verborgen liggen in de bodem. Hierdoor zijn ze niet eenvoudig te karteren. Voor de onbekende waarden heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) opgesteld. Voor de bekende waarden is de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgesteld. Bij bodemverstoringen dient te worden getoetst of de archeologische waarden niet verstoord of beschadigd worden Betekenis voor het bestemmingsplan Er wordt archeologisch onderzoek verricht waarmee de archeologische verwachting binnen het plangebied wordt onderzocht. Het archeologisch onderzoek is nog niet afgerond voor besluitvorming over het bestemmingsplan. Daarom is vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek de planologische bescherming van archeologische waarden, zoals die is neergelegd in de vigerende bestemmingsplannen middels een dubbelbestemming Waarde - Archeologie, van overeenkomstige toepassing verklaard in voorliggend bestemmingsplan. Pagina 22 van 46

23 4.6 Cultuurhistorie Relevant kader Cultuurhistorie is net als archeologie een weerslag van menselijk handelen. Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is om het binnen een plangebied aanwezige cultuurhistorische erfgoed te behouden. Dit houdt in dat bescherming moet worden geboden aan de aanwezige Rijksmonumenten, provinciale en gemeentelijke monumenten. Met als doel cultuurhistorische belangen te laten meewegen in de ruimtelijke ordening is per 1 januari 2012 het Besluit ruimtelijke ordening gewijzigd. Daarmee zijn gemeenten verplicht in een bestemmingsplan een beschrijving op te nemen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden. Dat betekent dat een analyse moet worden verricht naar de cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied en dat daar conclusies aan moeten worden verbonden die in een bestemmingsplan verankerd worden Betekenis voor het bestemmingsplan Ten behoeve van de tracéstudie (zie paragraaf 3.3) heeft het bureau Artefact de mogelijke effecten van de verschillende varianten op het gebied ten aanzien van archeologische en cultuurhistorische aspecten in kaart gebracht. Een quick scan voor cultuurhistorie maakt onderdeel uit van deze rapportage, die is opgenomen als Bijlage 5. In het kader van de quick scan zijn voor het zuidelijk tracédeel, oftewel het grondgebied van de gemeente Terneuzen, de volgende elementen afgewogen: Cultuurhistorische Waardenkaart (Behoud, behoud door ontwikkeling en vernieuwing mogelijk) van de gemeente Terneuzen; Gemeentelijke bestemmingsplannen met daarop een aantal zones met een cultuurhistorische dubbelbestemming; Het voorkomen van (gebouwde) Rijksmonumenten (hard criterium); Het voorkomen van overige elementen van historische stedenbouw; Aardkundige waardevolle gebieden en het historisch landschap. Ten aanzien van de in het plangebied aanwezige cultuurhistorische elementen kan worden gesteld dat deze onlosmakelijk verbonden zijn met de locatie waar deze zich bevinden. Het verwijderen of verplaatsen van deze elementen doet dan ook afbreuk aan de waarde. Daarom wordt geadviseerd om te streven naar het behoud in situ van deze elementen. Wanneer bijvoorbeeld lijnvormige elementen of puntlocaties worden gekruist, dan is het wenselijk om te streven naar zo min mogelijk verstoring van deze waarden. Dat kan onder meer worden gerealiseerd door gebruik te maken van gestuurde boringen. Wanneer dergelijke elementen toch door middel van een open ontgraving worden doorsneden dan moeten deze in hun oorspronkelijke staat worden hersteld. De Cultuurhistorische Waardenkaart van de gemeente Terneuzen heeft geen bindende status voor bestemmingsplannen en het is dan ook niet verplicht om cultuurhistorische waarden op te nemen in voorliggend bestemmingsplan. De bestaande planologische bescherming van cultuurhistorische waarden, zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied blijft met voorliggend bestemmingsplan echter gewaarborgd. Bij het beoordelen van de effecten is het van belang dat het (cultuurhistorische) karakter van een gebied na de ingreep hersteld kan worden. De aantasting van de cultuurhistorische elementen door de aanleg van de kabels is beperkt. De aanleg van de kabels is een ingreep die bestaat uit het in de bodem leggen van de kabels. Na de ingreep zijn de kabels niet meer zichtbaar en wordt het karakter van het gebied niet meer aangetast. Pagina 23 van 46

24 4.7 Natuur Relevant kader Vanaf 1 januari 2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming in werking getreden. De Wet natuurbescherming vervangt de drie natuurwetten die tot 31 december 2016 functioneerden: Natuurbeschermingswet 1998; Flora- en faunawet; Boswet. De Wet natuurbescherming voorziet in de bescherming van gebieden, soorten en houtopstanden. Daarnaast zijn bepaalde gebieden beschermd als zijnde onderdeel van Natuurnetwerk Nederland, voorheen bekend als de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Wet natuurbescherming:soorten Ten aanzien van soortbescherming maakt de Wet natuurbescherming onderscheid in drie categorieën: Vogels: dit zijn alle van nature in Nederland in het wild levende vogels zoals bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn; Habitatrichtlijnsoorten: dit zijn soorten uit Bijlage IV van de Habitatrichtlijn, Bijlage I en II van het Verdrag van Bern en Bijlage II van het Verdrag van Bonn; Andere soorten: dit zijn soorten die genoemd zijn in Bijlage A van de Wet natuurbescherming. Het gaat hier om een aantal zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen, kevers en vaatplanten. Voortplantingsplaatsen en rustplaatsen (inclusief functionele leefomgeving zoals foerageergebieden of vliegroutes) van beschermde soorten uit de eerste en tweede categorie mogen niet (opzettelijk) verstoord of vernietigd worden. Daarnaast mag geen enkele beschermde soort (opzettelijk) worden gedood of verwond. Bij vogels zijn daarnaast de nesten van belang. Er zijn vijf categorieën broedvogels waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn (categorie 1-4) of waarvan de nesten beschermd zijn als er onvoldoende alternatieven zijn (categorie 5). De categorie andere soorten gaat om soorten die niet onder de Habitatrichtlijn of Vogelrichtlijn vallen. Het betreft een aantal zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen, kevers en vaatplanten voorkomend in Nederland, vermeld in de bijlage van de Wet natuurbescherming. Voor de zoogdier-, amfibie- en reptielsoorten opgenomen in deze bijlage geldt geen Europese verplichting tot bescherming. Deze soorten worden beschermd vanwege de breed in de maatschappij levende overtuiging dat deze dieren beschermd moeten worden. De overige soorten uit deze bijlage worden om ecologische redenen beschermd. Hiermee wordt door Nederland uitvoering gegeven aan het Biodiversiteitsverdrag om de staat van instandhouding van dier- en plantsoorten te garanderen. Omdat onder de categorie andere soorten ook veel algemene soorten vallen, heeft de provincie Zeeland een verordening opgesteld waarin een aantal soorten wordt vrijgesteld. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing worden aangevraagd van de verbodsbepalingen in artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming. De provincie heeft alle algemene soorten zoogdieren, amfibieën en reptielen op de vrijstellingslijst laten plaatsen. Voor deze soorten is derhalve geen ontheffing van de Wet natuurbescherming nodig wanneer als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen schade wordt toegebracht aan hun leefomgeving. Wel geldt de zorgplicht, wat inhoudt dat werkzaamheden, die nadelig kunnen zijn voor dieren en planten, in redelijkheid zo veel mogelijk na moeten worden gelaten of dat er maatregelen moeten worden genomen om onnodige schade aan dieren en planten te voorkomen. Pagina 24 van 46

25 Wet natuurbescherming:gebieden Ten aanzien van gebiedsbescherming geldt dat de wet de bescherming van Natura 2000-gebieden regelt. Het beschermingsregime voor Natura 2000-gebieden blijft nagenoeg gelijk aan de bepalingen uit de Natuurbeschermingswet Voor beschermde natuurmonumenten geldt echter dat de beschermingsstatus van deze gebieden in de nieuwe wet is komen te vervallen. Toetsing aan (oude doelen van) beschermde natuurmonumenten is derhalve niet meer noodzakelijk Wet natuurbescherming:houtopstanden Het beschermingsregime uit de voormalige Boswet is vrijwel ongewijzigd overgenomen in de Wet natuurbescherming. De wet is van toepassing op bos, maar ook op andere houtopstanden, zoals houtwallen, heester- en struikhagen, struwelen of beplantingen van bosplantsoenen. De wet is van toepassing als: de houtopstand buiten de door de gemeente vastgestelde 'bebouwde kom' ligt; de vegetatie groter is dan 10 are (1.000 m2), of; als het gaat om bomen in een rijbeplanting van 20 bomen of meer. In deze gevallen moet een kapmelding voor het kappen of rooien worden gedaan, of als de bomen en struiken door het handelen sterven of ernstig beschadigd zullen raken. Voor houtopstanden en bomen gelegen binnen de bebouwde kom is de gemeentelijke kapverordening aan de orde. Gemeenten leggen vast op welke bomen de kapverordening van toepassing is. Het kan daarbij gaan om bomen van een bepaalde omvang of om bomen die op een lijst van waardevolle bomen staan Natuurnetwerk Nederland Het Natuurnetwerk Nederland zorgt voor een aaneengesloten netwerk van natuurgebieden en natuurontwikkelingsgebieden die met elkaar verbonden worden door ecologische verbindingszones. In Zeeland is dit concept uitgewerkt tot het Zeeuws Natuurnetwerk. In het Nationaal Natuurnetwerk geldt het 'nee, tenzij- principe'. Dit houdt in dat ruimtelijke ingrepen niet zijn toegestaan, tenzij er geen alternatieven zijn en er sprake is van een groot openbaar belang. Als een voorgenomen ingreep de 'nee, tenzij'-afweging met positief gevolg doorloopt, kan de ingreep plaatsvinden op voorwaarde dat de eventuele nadelige gevolgen worden gemitigeerd en resterende schade wordt gecompenseerd. De provincie Zeeland volgt hiervoor de compensatieregeling die door het Rijk wordt gehanteerd en is vastgelegd in de Nota Ruimte. Indien een voorgenomen ingreep niet voldoet aan de voorwaarden uit het 'nee, tenzij'-regime dan kan de ingreep niet plaatsvinden Betekenis voor het bestemmingsplan Door middel van een natuurtoets zijn de mogelijke effecten van de realisatie van het kabeltracé op natuurwaarden onderzocht. De natuurtoets (in concept) is opgenomen als Bijlage 6. In de volgende subparagrafen worden de mogelijke effecten aan de hand van de relevante beleidskaders besproken Wet natuurbescherming:soorten Binnen het plangebied zijn met uitzondering van broedvogels geen strikt beschermde natuurwaarden aanwezig of te verwachten. Van verstoring van broedvogels zal geen sprake zijn. Het volledige werk zal niettemin worden uitgevoerd conform de Gedragscode Flora en Fauna van TenneT, waardoor een negatief significant effect op kwalificerende broedvogels als gevolg van de aanlegwerkzaamheden bij voorbaat volledig uit te sluiten is. Het aanvragen van een ontheffing voor strikt beschermde soorten is niet nodig. Pagina 25 van 46

26 Wet natuurbescherming:gebieden Er ligt geen op grond van de Wet natuurbescherming beschermd natuurgebied binnen het plangebied Wet natuurbescherming:houtopstanden De Wet natuurbescherming is evenmin van toepassing, omdat daar waar waardevolle houtopstanden aanwezig zijn, wordt geboord en dus geen houtopstanden worden geveld. De wet is niet van toepassing op de te vellen bomen en hagen in de fruitteelt. Ook daar wordt de kabelverbinding door middel van een boring worden gerealiseerd. De gemeentelijke kapverordening van Terneuzen is niet aan de orde. De tracés kruisen geen 'bebouwde kom', zoals is geformuleerd in de Wet natuurbescherming Natuurnetwerk Nederland In Zeeuws-V doorsnijdt het tracé een natuurgebied. Op alle landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische knelpunten in het tracé wordt de kabelverbinding door middel van een boring aangelegd. Dat betekent dat het natuurterrein dat deel uitmaakt van het Natuurnetwerk Zeeland in Zeeuws-V niet ontgraven wordt. Er sneuvelen geen bomen of andere natuurlijke vegetaties. 4.8 (Externe) veiligheid Inleiding Externe veiligheid heeft betrekking op situaties waar een ongeval kan plaatsvinden met gevaarlijke stoffen, waardoor mensen die verder niets met de risicodragende activiteit te maken hebben om het leven zouden kunnen komen. Onder het aspect (externe) veiligheid zijn voor dit bestemmingsplan drie deelaspecten van belang. Het eerste deelaspect omvat elektromagnetische velden, het tweede niet gesprongen explosieven (hierna: NGE) en derde aspect de externe veiligheid rondom de kabelverbinding Elektromagnetische en elektrische velden De sterkte van elektrische en magnetische velden is afhankelijk van de aanwezige spanning (elektrisch veld) of de stroomsterkte (magnetisch veld), maar is ook sterk afhankelijk van de afstand tot de bron. Net als bij een warmtebron geldt voor elektrische en magnetische velden dat de veldsterkte snel afneemt wanneer de afstand tot de bron groter is. Bij ondergrondse hoogspanningskabels spelen elektrische velden geen rol. Door de metalen beschermingsmantel om de kabel wordt het elektrisch veld afgeschermd. Voor wat betreft magneetvelden rond hoogspanningsinfrastructuur geldt een grenswaarde van maximaal 100 microtesla (mt). Deze waarde komt voort uit aanbevelingen van de Europese Unie en geldt als norm voor de maximale blootstelling van mt aan burgers. Het volledige hoogspanningsnet van TenneT voldoet aan deze norm. Het toenmalige ministerie van VROM (nu ministerie van Infrastructuur en Milieu) heeft aanvullend in 2005 een beleidsadvies1 aan gemeenten, provincies en netbeheerders voor bovengrondse hoogspanningslijnen gegeven. De kern van het beleidsadvies luidt als volgt: Op basis van het voorgaande adviseer ik u om bij de vaststelling van streek- en bestemmingsplannen en van de tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen, dan wel bij wijzigingen in bestaande plannen of van bestaande hoogspanningslijnen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig2 verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla (de magneetveldzone). Pagina 26 van 46

27 Het beleidsadvies is alleen van toepassing op bovengrondse hoogspanningsverbindingen. Andere elektrische infrastructuur of voorzieningen zoals ondergrondse hoogspanningsverbindingen, hoogspanningsstations, transformatorhuisjes, spoorlijnen, tramwegen en dergelijke vallen niet onder het beleidsadvies. Het beleidsadvies is dus niet van toepassing op de ondergrondse kabelverbinding, hoogspanningsstations en opstijgpunten, die mede in dit bestemmingsplan planologisch mogelijk worden gemaakt. Niettemin heeft TenneT op verzoek van de bevoegde gezagen (gemeenten Goes, Borsele en Terneuzen) de 0,4 mt zone van de onderhavig kabelverbinding in beeld gebracht conform de berekeningsmethodiek zoals is neergelegd in de Notitie 'Afspraken over de rekenmethodiek voor de magneetveldzone bij ondergrondse kabels en hoogspanningsstations behorende tot de Randstad 380 kv verbinding' van 3 november Uit deze berekeningen is gebleken dat er geen gevoelige functies in de 0,4 microtesla zone van de nieuwe 150 kv kabelverbinding aanwezig zijn Niet gesprongen explosieven Bij de aanleg van de kabels is het mogelijk dat er niet-gesprongen explosieven (NGE) worden aangetroffen. Ten behoeve van de tracéstudie (zie paragraaf 3.3) is onderzoek uitgevoerd om inzicht te verkrijgen in de risico's die zich voordoen op het gebied van NGE (ook wel Ongesprongen Conventionele Explosieven genoemd). Deze rapportage is opgenomen als Bijlage 7. De onderzochte tracés bevinden zich in een gebied waar verschillende en intensieve oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden en het betreft dan ook risicogebied. Deze handelingen hebben zich met name rond de kernen voltrokken. Het is aannemelijk dat er een grotere trefkans bestaat op NGE in de nabijheid van kernen en in de buurt van belangrijke infrastructurele werken. In het kader van de Arbowet wordt een vooronderzoek uitgevoerd conform de richtlijn WSCS_OCE 2012 inclusief Wijzigingsvoorstel Externe veiligheid kabelverbinding Externe veiligheid gaat over het beheersen van risico's die mensen lopen door opslag, productie, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen in de omgeving. Door een goede ruimtelijke ordening kan een afdoende scheiding tussen risicovolle activiteiten en kwetsbare objecten aangebracht worden. Mogelijke effecten op het gebied van externe veiligheid dienen in het kader van het bestemmingsplan dan ook worden beoordeeld. De ondergrondse kabel zorgt niet voor een toename van de kans op een incident bij risicobronnen als bijvoorbeeld Dow Benelux B.V.. Ook zorgt de kabel niet voor een toename van de effecten van een mogelijk incident. Zodoende is er geen verandering van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico in meerdere opzichten. De kabelverbinding valt niet onder één van de categorieën van inrichtingen waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing is. Een toets aan het Bevi is dan ook niet van toepassing. Daarnaast worden er met het project geen kwetsbare objecten gerealiseerd. 4.9 Geluid Relevant kader Indien een bestemmingsplan geluidgevoelige functies mogelijk maakt of voorziet in de geluidproducerende functies, dienen de akoestische effecten te worden beoordeeld met het oog op een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in het kader van de goede ruimtelijke ordening. Pagina 27 van 46

28 4.9.2 Betekenis voor het bestemmingsplan Het project voorziet in de aanleg van elektriciteitskabels. De ondergrondse 150 kv-kabelverbinding veroorzaakt geen geluidhinder in de gebruiksfase. De aanleg van de 150 kv-kabelverbinding heeft tijdelijke geluidseffecten. Tijdens de aanlegfase produceren verschillende bronnen geluid. De ene activiteit duurt langer dan de andere activiteit en iedere activiteit heeft een andere geluidssterkte. Het gaat hierbij om tijdelijk geluid veroorzaakt door vrachtverkeer, graven en boren. De Wet geluidhinder bevat geen regels voor dergelijke tijdelijke situaties. Tijdens de werkzaamheden zal geluidhinder zoveel mogelijk worden beperkt Milieuzonering Relevant kader Met het oog op een goede ruimtelijke ordening is een scheiding tussen milieubelastende activiteiten en milieugevoelige objecten wenselijk. Op deze manier wordt enerzijds hinder en gevaar op gevoelige functies, zoals woningen, voorkomen of zoveel mogelijk beperkt, en anderzijds wordt voldoende zekerheid geboden aan bedrijven, zodat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. De brochure 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG-brochure) uit het jaar 2009 geeft een advies over richtafstanden. Voor elektriciteitsdistributiebedrijven zijn enkel richtlijnen opgesteld voor distributiebedrijven met een transformatorvermogen, waarbij verschillende richtafstanden gelden ten opzichte van gevoelige functies, afhankelijk van het opgestelde transformatorvermogen (De SBI-2008 codes 35 C1 t/m C5). Het is van belang dat voor elk van de overlastgevende aspecten een specifieke minimale afstandsmaat is opgenomen. Uitsluitend de aspecten geluid en gevaar zijn hier relevant Betekenis voor het bestemmingsplan Binnen het plangebied worden geen voorzieningen mogelijk gemaakt in de categorie 'elektriciteitsdistributiebedrijven, met een bepaald transformatorvermogen', SBI-2008 codes 35 C1 t/m C5. Er wordt enkel een kabelverbinding mogelijk gemaakt, waar geen richtafstanden voor gelden vanuit milieuzonering. Uiteraard wordt er op grond van specifieke omgevings- en milieuaspecten de nodige afstand aangehouden tot overige functies in de omgeving Luchtkwaliteit Relevant kader Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer (Wm). De in de Wm gehanteerde normen zijn overal geldend, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing). Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wm in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en op welke wijze overschrijdingen van de luchtkwaliteit dienen te worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen, zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De minister van Infrastructuur en Milieu heeft overeenkomstig artikel 5.12 van de Wm het NSL vastgesteld. Op 1 augustus 2009 is het NSL vervolgens in werking getreden. Projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit, hoeven niet meer te worden getoetst aan de hiervoor geldende grenswaarden. De beoordelingscriteria of er voor een project sprake is van nibm zijn vastgelegd in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). In dit besluit is vastgelegd dat na vaststelling Pagina 28 van 46

29 van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd Betekenis voor het bestemmingsplan Met het bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen toegelaten die leiden tot een substantiële toename van verkeer. Enkel tijdens de aanleg van de 150 kv-kabelverbinding treden tijdelijk extra verkeersbewegingen op. Gezien de beperkte omvang van het aantal verkeersbewegingen, die uitsluitend optreden tijdens de realisatiefase, zijn er geen nadelige effecten voor de luchtkwaliteit te verwachten. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor dit project. Pagina 29 van 46

30 Hoofdstuk Juridische aspecten Inleiding In dit hoofdstuk wordt de juridische regeling van het bestemmingsplan toegelicht. In paragraaf 5.2 wordt een algemene toelichting op de planopzet en een artikelsgewijze toelichting op de regels gegeven. 5.2 Planopzet Plangebied Het plangebied van het bestemmingsplan omvat het gehele project 'Versterken 150 kv-net Zeeuws-V', voor zover het op grondgebied van de gemeente Terneuzen ligt. Voor de exacte locatie van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding van het bestemmingsplan. Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen Dit bestemmingsplan is opgezet conform de Wro en het Bro, zoals die gelden sinds 1 juli Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (hierna: SVBP 2012). De SVBP 2012 maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn conform deze standaarden opgesteld. Opbouw bestemmingsplan Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart) en planregels, vergezeld van een toelichting en bijlagen. De verbeelding en de planregels vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De verbeelding heeft de rol van visualisering van de bestemmingen. De planregels regelen de bouwmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van de gronden en gebouwen. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan en bij de uitleg van de verbeelding en de planregels. De planregels bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Inleidende regels Onderdeel van de inleidende regels zijn de begripsbepalingen waarin omschrijvingen worden gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze zijn opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. Alleen die begripsbepalingen zijn opgenomen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar kunnen zijn. Onder de inleidende regels is daarnaast de wijze van meten opgenomen. De wijze van meten bevat technische regelingen met betrekking tot het bepalen van oppervlaktes, percentages, hoogtes, diepten, breedtes en dergelijke waarmee op een eenduidige manier uitleg wordt gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Bestemmingsplanregels De opbouw van de (dubbel)bestemmingen in dit bestemmingsplan ziet er in beginsel als volgt uit: Pagina 30 van 46

31 Bestemmingsomschrijving; Bouwregels; Afwijken van de bouwregels; Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Per bestemming komen alleen de onderdelen terug die in de bestemming gebruikt worden. Algemene regels Algemene regels zijn regels die gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben. Het betreft in deze de anti-dubbeltelregel zoals opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening. Overgangs- en slotregels De overgangs- en slotregels zijn algemeen van aard en gelden voor alle bestemmingen. In de overgangsregels wordt vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht conform het Bro. De slotregel bevat zowel de titel van het plan als de vaststellingsbepaling als is bepaald in de SVBP. Systematiek planregels Als uitgangspunt is gehanteerd dat voorliggend bestemmingsplan zo min mogelijk ingrijpt in de geldende ruimtelijke plannen. Overal waar mogelijk blijft de geldende regeling in stand, alleen waar nodig wordt een nieuwe regeling toegevoegd. Het bestemmingsplan kent één dubbelbestemming: 'Leiding - Hoogspanning' voor de nieuwe ondergrondse hoogspanningsverbinding. De ondergrondse hoogspanningsverbinding is conform de SVBP2012 middels een dubbelbestemming geregeld. De onderliggende regeling blijft hierdoor in stand. Het gebruik bovengronds en de ruimte wijzigen immers niet door de aanleg van de verbinding. Op de betreffende gronden gelden straks dus twee bestemmingen: een bestemming vanuit het vigerende bestemmingsplan en de dubbelbestemming van voorliggend bestemmingsplan. Bestemmingen Artikel 2 Van toepassing verklaring Dit betreft een bepaling ten aanzien van de van toepassing verklaring van de bestemmingsplannen. De vigerende bestemmingsplannen blijven eveneens van kracht. Daarbij geldt dat bij strijdigheid van bepalingen, de bepalingen van dit bestemmingplan voor gaan op de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Een uitzondering hierop vormt archeologie: indien strijd ontstaat tussen de archeologische belangen en het bepaalde ten aanzien van 'Leiding - Hoogspanning', dan prevaleert de vigerende archeologische dubbelbestemming. Dit betekent dat de omgevingsvergunning voor de 150 kv-verbinding alleen kan worden verleend nadat de aanvrager heeft voldaan aan de gestelde voorwaarden ten aanzien van archeologie. Artikel 3 Leiding - Hoogspanning De bestemming 'Leiding - Hoogspanning' voorziet in de aanleg, het gebruik en de bescherming van de ondergrondse hoogspanningsverbinding. De bouwregels maken zeer beperkte bouwwerken ten dienste van de leiding mogelijk. Hiermee worden de kabels beschermd. Wel is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waarmee alsnog de bouwmogelijkheden van onderliggende bestemmingen gebruikt kunnen worden als die bebouwing verenigbaar is met de leiding. Naast bebouwing kunnen ook andere werken de hoogspanningsverbinding bedreigen. Er is dan ook een vergunningplicht opgenomen in het bestemmingsplan voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden die in aanleg schadelijk kunnen zijn voor de leiding. Hieronder vallen onder meer graafwerkzaamheden en de aanleg van diepwortelende beplanting. Algemene regels Om te voldoen aan de regels die worden gesteld in de Wro en het Bro geldt voor Pagina 31 van 46

32 bestemmingsplannen de anti-dubbeltelregel, zoals die is opgenomen in het Bro. Overige regels en slotregels Om te voldoen aan de regels die worden gesteld in de Wro en het Bro geldt voor bestemmingsplannen het overgangsrecht, zoals dat is opgenomen in het Bro. Tot slot is een slotregel opgenomen, oftewel de citeerregel, die aangeeft hoe de regels van dit bestemmingsplan aan te halen. Pagina 32 van 46

33 Hoofdstuk Economische uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Op grond van de Nederlandse Elektriciteitswet uit 1998 is TenneT aangewezen als enige netbeheerder van het hoogspanningsnet in Nederland. Dit betekent dat TenneT verantwoordelijk is voor het beheer van het transportnet, het verzorgen van verbindingen op het net, het transporteren van elektriciteit en het borgen van de energiebalans (het evenwicht tussen vraag en aanbod). Een van de diensten waarvoor TenneT verantwoordelijk is omvat het onderhouden, beheren en investeren in het hoogspanningsnetwerk (110 kv, 150 kv, 220 kv en 380 kv) in Nederland. In dat kader stelt de directie van TenneT financiële middelen beschikbaar voor uitvoering van dit bestemmingsplan. TenneT voert vrijwel uitsluitend gereguleerde taken uit. De kaders waarbinnen deze activiteit uitgevoerd worden, zijn vastgelegd in de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Omdat TenneT zowel in Nederland als in een aantal regio's in Duitsland een monopolie heeft als netbeheerder, worden de kerntaken gereguleerd door onafhankelijke toezichthouders, namelijk de Nederlandse Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de Duitse Bundesnetzagentur (BNetzA). Het is hun taak om de belangen van consumenten, bedrijven en netbeheerders af te wegen tegen de doelstellingen van betaalbaarheid, leveringszekerheid en duurzaamheid. Zij stimuleren een efficiënte bedrijfsvoering van netbeheerders door het toegestane rendement op geïnvesteerd vermogen te bepalen, waar mogelijk door middel van benchmarks. De belangrijkste parameters van de reguleringskaders in Nederland en Duitsland worden bepaald voor een periode van 5 jaar. De zevende Nederlandse reguleringsperiode is in 2017 van start gegaan en duurt tot en met In zowel Nederland als Duitsland maken de toezichthouders gebruik van stimuleringsmaatregelen. Over het algemeen maakt men voor deze vorm van regulering gebruik van boetes en beloningen om netbeheerders aan te moedigen tot het bereiken van de doelstellingen van de toezichthouder. Hierbij krijgt de netbeheerder (enige) vrijheid in de besluitvorming over de bedrijfsvoering en het bereiken van de bedrijfsdoelstellingen. De toegestane gereguleerde omzet wordt afgemeten aan de kosten van efficiënt netbeheer en bestaat uit een vergoeding van de bedrijfskosten, afschrijvingen en rendement op geïnvesteerd vermogen, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding. 6.2 Planschade Door wijzigingen van de planologische bestemming en de bijbehorende regels, kan er voor belanghebbenden (eigenaren, overige zakelijke gerechtigden en persoonlijk gerechtigden) in de nabijheid van het kabeltracé schade ontstaan. Deze schade wordt planschade genoemd. De grondslag voor de tegemoetkoming in planschade wordt gevormd door afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Tegemoetkoming is aan de orde indien schade ontstaat in de vorm van inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak door een wijziging van het planologisch regime, die leidt tot een planologisch nadeel voor een belanghebbende. Overigens leidt niet ieder planologisch nadeel tot (voor vergoeding in aanmerking komende) schade. Een tegemoetkoming wordt toegekend voor zover de schade redelijkerwijs niet voor Pagina 33 van 46

Versterken 150kV-net Zeeuws-Vlaanderen

Versterken 150kV-net Zeeuws-Vlaanderen Nut- en noodzaak project Ir. J.A. (Jorrit) Bos - Netstrateeg Inhoud Introductie en aanleiding Overzicht Zeeuws-Vlaanderen Wet- en regelgeving Aanleiding voor het project Afgevallen oplossingsrichtingen

Nadere informatie

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL PROVINCIE NOORD-BRABANT 4 juni 2012 076445727:0.8 - Definitief B01055.000582.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Overzicht reacties... 3 2 s in

Nadere informatie

TenneT Versterken 150 kv-net Zeeuws-Vlaanderen

TenneT Versterken 150 kv-net Zeeuws-Vlaanderen 349382 TenneT Versterken 150 kv-net Zeeuws-Vlaanderen Tracéstudie DO1 Sweco Nederland bv Definitief TenneT TSO B.V. Sweco Nederland B.V. Eindhoven, 22 december 2016 Verantwoording Titel : 349382 TenneT

Nadere informatie

TRACÉAFWEGING 150 KV-VERBINDING GEERVLIET-MIDDELHARNIS

TRACÉAFWEGING 150 KV-VERBINDING GEERVLIET-MIDDELHARNIS TRACÉAFWEGING 150 KV-VERBINDING GEERVLIET-MIDDELHARNIS TENNET 15 november 2012 076712539:B - Definitief B02047.000008.0200 Inhoud 1 Inleiding...3 1.1 Doelstelling...3 1.2 Leeswijzer...3 2 Uitgangspunten...5

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 2 10 COLOFON TITEL: Ruimtelijke Onderbouwing Schalkwijkseweg 22 STATUS: Definitief PROJECTNUMMER: NL.IMRO.0321.0012PBSCHLKWSWG22 DATUM: 11 februari 2010 AUTEUR:

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.). Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Startnotitie m.e.r.-procedure

Startnotitie m.e.r.-procedure Zuid West Publiekssamenvatting Startnotitie m.e.r.-procedure Zuid-West 380 kv hoogspanningsverbinding De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT aan de Zuid-West 380 kv-verbinding

Nadere informatie

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West Zuid West Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT TSO B.V. aan de Zuid-West 380 kv-verbinding. De landelijk netbeheerder TenneT

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek. Zuid West. Definitief

Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek. Zuid West. Definitief Zuid West Definitief Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek De minister van Economische Zaken en VROM werken samen met Tennet TSO B.V. aan de Zuid-West 80 kv-verbinding. Definitief

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) 1 1. Planbeschrijving 1.1 Beschrijving project Provincie

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Dordrecht, 10 september 2012 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Op het perceel aan de Rijksstraatweg

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017)

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017) Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017) Inleiding Het Rijk en TenneT zijn voornemens om de Zuid-West 380 kv hoogspanningsverbinding van Borssele naar Tilburg

Nadere informatie

Notitie. DNS Planvorming bv

Notitie. DNS Planvorming bv DNS Planvorming bv Van: Ronald Dekker Datum: 29 november 2017 Project De Nieuwe Tuinderij Oost, Zuidoostbeemster Betreft: Aanmeldingsnotitie 1. Aanleiding Op grond van de Wet milieubeheer is het verplicht

Nadere informatie

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens Samenvatting Startnotitie voor de milieueffectrapportage Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT

Nadere informatie

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Inhoud Toelichting op wijzigingsplan 1. Beschrijving van het plan 2. Beleidskader 3. Omgevingsaspecten

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Werken aan hoogspanning

Werken aan hoogspanning Werken aan hoogspanning Haalbaarheidsstudie aanpassingen 150 kv-net Best Best Endhoven Werken aan netversterking en netuitbreiding COBRAcable (Denemarken) NorNed (Noorwegen) Eemshaven Meeden Haalbaarheidsstudie

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

"Administratieve herziening Hoogspanningsleiding"

Administratieve herziening Hoogspanningsleiding Bestemmingsplan "Administratieve herziening Hoogspanningsleiding" Inhoud. Toelichting Regels Kaart nr. 090207 Procedure. Kennisgeving voorbereiden bestemmingsplan Gepubliceerd d.d. : 10 december 2009 Ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. BOUW RECLAMEMAST MCDONALDS HUDSONWEG TE GOES

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. BOUW RECLAMEMAST MCDONALDS HUDSONWEG TE GOES RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. BOUW RECLAMEMAST MCDONALDS HUDSONWEG TE GOES Hoofdstuk 1. Inleiding. 1.1 Aanleiding DRG Vastgoed is voornemens om langs de Rijksweg A58, ter hoogte van de nieuwe aansluiting

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een gedeelte van een woonwagen en voor een meterkast buiten de aangelegde woonwagenlocatie aan de Heelalstraat.

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie

Archeologie en cultuurhistorie Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Toetsingskader Verdrag van Valetta Monumentenwet 1988 Interimbeleid archeologie gemeente Terneuzen De onderste steen boven? Europees beleid Verdrag van Valetta

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Ruimtelijke onderbouwing behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Initiatiefnemer: IJsvereniging Samenwerking Marum-Nuis Aanvraagnummer:

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Inhoudsopgave NR 5. december 2016

Nieuwsbrief. Inhoudsopgave NR 5. december 2016 Nieuwsbrief NR 5 Ter inzage legging definitief inpassingsplan Het definitieve inpassingsplan voor het project Zuid-West 380 kv west ligt samen met de december 2016 Inhoudsopgave vergunningen die nodig

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld Vastgesteld 1 maart 2011 Voorschriften 3 e Zandwijkje 8 Hollandscheveld 1 maart 20111 Pagina

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Octrooiweg 4 tot en met 12 Gemeente: Vlissingen Titel: Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Status: Vastgesteld TOELICHTING 1

Nadere informatie

Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv

Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv Zienswijze indienen Hoe kunt u uw zienswijze kenbaar maken? Vanaf vrijdag 23 juni tot en met donderdag 3 augustus 2017 kan iedereen schriftelijk en mondeling zienswijzen

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Eneco Solar & Wind T.a.v. heer C. Scheele Postbus BA Rotterdam. Terneuzen, 24 juni Betreft: besluit op aanmeldnotitie

Eneco Solar & Wind T.a.v. heer C. Scheele Postbus BA Rotterdam. Terneuzen, 24 juni Betreft: besluit op aanmeldnotitie Eneco Solar & Wind T.a.v. heer C. Scheele Postbus 19020 3001 BA Rotterdam ons kenmerk : W-AVR190200/ 00218776 document nr. : 2019-464987 contactpersoon : de heer A.C. Cuperus tel. : (06) 51 200 303 e-mail

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

AANMELDNOTITIE MER RIVIERENLAAN 281, PURMEREND

AANMELDNOTITIE MER RIVIERENLAAN 281, PURMEREND AANMELDNOTITIE MER RIVIERENLAAN 281, PURMEREND Inhoud 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2 Beoordelingskader... 2 1.3 Procedure... 2 1.4 Vormvrije m.e.r.-beoordeling... 2 1.5 Opzet van de

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

Verkabeling Oegstgeest

Verkabeling Oegstgeest Informatiebijeenkomst omwonenden Harry Kraus Stay tuned. Safety first! Voor uw en onze veiligheid vragen we uw aandacht voor de volgende veiligheidsmaatregelen. In geval van een ontruiming van het pand:

Nadere informatie

Ontwerp Wijzigingsplan. Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland

Ontwerp Wijzigingsplan. Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland Ontwerp wijzigingsplan Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland Ontwerp wijzigingsplan Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Landelijk Gebied - Dalweg 12

Landelijk Gebied - Dalweg 12 Landelijk Gebied - Dalweg 12 blz. 2 blz. 3 Toelichting blz. 4 blz. 5 1. Inleiding Momenteel is aan de Dalweg 12 een kleinschalige kinderopvang, in de vorm van een gastouderopvang, gevestigd. Het perceel

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende,

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 december 2014, nr. DGETM-ED/14172990, tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van project transmissiesysteem op zee Borssele De Minister

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking

Nadere informatie

ANTWOORDNOTA ZIENSWIJZEN

ANTWOORDNOTA ZIENSWIJZEN ANTWOORDNOTA ZIENSWIJZEN ONDERWERP Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied, 150 kv-kabelverbinding Zeeuws Vlaanderen DATUM 08-12-2017 STATUS Antwoordnota zienswijzen Definitief Inleiding Het ontwerp bestemmingsplan

Nadere informatie

Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied.

Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied. Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied. 1. Inleiding Deze Toelichting baseert zich op het inpassingsplan Greenportlane, zoals

Nadere informatie

Eerste herziening inpassingsplan Greenportlane Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied

Eerste herziening inpassingsplan Greenportlane Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied Eerste herziening inpassingsplan Greenportlane Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied revisie 02 7 april 2010 Eerste herziening inpassingsplan Greenportlane:

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen NOTITIE AAN Dienst Regelingen VAN Sara Zehenpfenning ONDERWERP Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen TER BESLUITVORMING TER INFORMATIE Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Nadere informatie

Omgevingsdienst West Holland DEFINITIEF 6 mei 2013

Omgevingsdienst West Holland DEFINITIEF 6 mei 2013 Projectnaam 1) Kenmerken van het project Omvang van het project (relatie met drempel D lijst) Bestemmingsplan Kern Nieuwkoop Hoewel het bestemmingsplan voor een groot deel conserverend van aard is wordt

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013'

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' TOELICHTING In opdracht van Opgesteld door Auteur IMRO codering Datum Status Inhoudsopgave 1.1. Aanleiding en doel 1 1.2. Ligging van het plangebied

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren TOELICHTING op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren Inleiding Door de raad van de toenmalige gemeente Nederhorst den Berg, welke tegenwoordig

Nadere informatie

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel Ontwerp: 14 februari 2013 Inzage: 6 weken start: 22 februari 2013 einde: 4 april 2013 Vastgesteld: 23 april 2013

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023;

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023; De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Dat op grond van richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter

Nadere informatie

Werken aan hoogspanning

Werken aan hoogspanning Werken aan hoogspanning Versterken 150 kv-net Zeeuws-Vlaanderen Hollandse Kust (noord) Alpha Hollandse Kust (zuid) Alpha Hollandse Kust (zuid) Beta Westerlee BritNed (Groot-Brittannië) Maasvlakte Beta

Nadere informatie

GEMEENTE HALDERBERGE Bestemmingsplan Kom Hoeven Herziening 1

GEMEENTE HALDERBERGE Bestemmingsplan Kom Hoeven Herziening 1 GEMEENTE HALDERBERGE Bestemmingsplan Kom Hoeven Herziening 1 Toelichting NL.IMRO.1655.BP2008-C001 / vastgesteld Projectnr. 015-030 / 4 februari 2016 INHOUD BLZ 1. INLEIDING... 3 1.1. Aanleiding... 3 1.2.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse

Nadere informatie

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4 Nr. 14031673 Casenr. 2014-07033 Fazantlaan 4 Ruimtelijke onderbouwing pagina 2 van 5 Inleiding Initiatiefnemer wil de camping en het parkeerterrein van het recreatiepark De Haeghehorst uitbreiden. Deze

Nadere informatie

ONTWERP BESCHIKKING. Inhoudsopgave

ONTWERP BESCHIKKING. Inhoudsopgave ONTWERP BESCHIKKING Onderwerp (Ontwerp) Watervergunning Wijziging kabeltraject Windpark Fryslân deel ten oosten van Kornwerderzand tot het Friese vaste land Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften

Nadere informatie

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea 2 Inhoudsopgave Ruimtelijke Onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging plangebied 1.3. Geldend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk

Nadere informatie

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Planbeschrijving Hoofdstuk 3 Beleidskader Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpasbaarheid Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten Hoofdstuk

Nadere informatie

Nr Casenr Haspel 121. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Haspel 121

Nr Casenr Haspel 121. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Haspel 121 Nr. 14040153 Casenr. 2014-07033 Haspel 121 Ruimtelijke onderbouwing pagina 2 van 5 Inleiding Initiatiefnemer wil op het perceel Haspel 121 paarden mennen. Dat past niet binnen de huidige bestemming, daarom

Nadere informatie

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Gemeente Dordrecht fase: vastgesteld datum: november 2014 1 Toelichting Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Ligging

Nadere informatie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie