Juridische aspecten van samenwerking in de zorg Oktober Herman Nys & Ellen Vanermen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Juridische aspecten van samenwerking in de zorg Oktober Herman Nys & Ellen Vanermen"

Transcriptie

1 Juridische aspecten van samenwerking in de zorg Oktober 2017 Herman Nys & Ellen Vanermen

2 Inhoud Inleiding Wetgeving over de uitoefening van zorgberoepen en samenwerking Wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen Vlaams decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening Beroepsgeheim en samenwerking Patiëntenrechten en samenwerking Aansprakelijkheid en samenwerking Het foutbegrip Burgerrechtelijke verhaalsmogelijkheden van de patiënt/cliënt Conclusies... 35

3 Juridische aspecten van samenwerking in de zorg Inleiding Vaak zijn meerdere zorgverleners betrokken bij de zorgverlening aan eenzelfde persoon. Dat geldt niet in het minst voor wat betreft personen met een of meerdere chronische aandoeningen, van wie de zorg- en ondersteuningsnoden de tussenkomst van meerdere zorgverleners kunnen verlangen. We hebben het dan zowel over professionele zorgverleners (bijvoorbeeld de huisarts, arts-specialist, psycholoog, verzorgende van de dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, verpleegkundige van de dienst voor thuisverpleging, sociaal werker enzoverder) als over informele zorgverleners, meer bepaald mantelzorgers en vrijwilligers. Dit rapport wil het juridisch kader schetsen waarbinnen zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg aan eenzelfde persoon en daarbij een goede samenwerking tot stand willen brengen, zich begeven. Er komen vier thema s aan bod: wetgeving over de uitoefening van zorgberoepen (deel 1), beroepsgeheim (deel 2), patiëntenrechten (deel 3) en aansprakelijkheid (deel 4). Dit rapport heeft de feitelijke samenwerking rond concrete personen voor ogen, wat onnoemelijk veel vormen kan aannemen. Een juridische analyse van allerhande bestendige samenwerkingsverbanden en netwerken (bijvoorbeeld groepspraktijken, wijkgezondheidscentra, samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg, artikel 107-netwerken in de geestelijke gezondheidszorg, ziekenhuisnetwerken enzoverder) valt buiten het bestek van dit rapport. 1. Wetgeving over de uitoefening van zorgberoepen en samenwerking 1. INTRODUCTIE EN STRUCTUUR DEEL I - We gaan van start met een bespreking van de twee belangrijkste wetten over de beroepsuitoefening in de zorgsector: de federale wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (deel 1.1.) en het Vlaams decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening (deel 1.2.). Deze wetten zijn van belang voor samenwerking omdat ze grenzen stellen met betrekking tot welke zorgverlener welke taken onder welke modaliteiten mag opnemen Wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen 2. DE WUG IN EEN NOTENDOP - De gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen 1 (verder: WUG), die velen kennen als het KB nr. 78 2, en haar uitvoeringsbesluiten regelen wie de geneeskunde, tandheelkunde, artsenijbereidkunde of farmacie, kinesitherapie, verpleegkunde, het beroep van zorgkundige, van vroedvrouw en van hulpverlenerambulancier, de klinische psychologie, klinische orthopedagogiek en psychotherapie 3 en de paramedische beroepen mag uitoefenen onder welke modaliteiten. 4 Taakverdelingen bij 1 BS 18 juni Oorspronkelijk gepubliceerd als KB nr november 1967 betreffende de geneeskunst, de uitoefening van de daaraan verbonden beroepen en de geneeskundige commissies, BS 14 november 1967, Dit genummerde koninklijk besluit (dat is een KB met dezelfde waarde als een wet) werd in 2015 gecoördineerd: KB 10 mei 2015 houdende coördinatie van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, BS 18 juni De WUG voorziet voorts in de mogelijkheid voor de Koning om ondersteunende geestelijke gezondheidszorgberoepen te regelen, maar Hij maakte nog geen gebruik van deze mogelijkheid. 4 Wie een of meerdere door de WUG gereguleerde activiteiten verricht zonder daarvoor een bevoegdheid aan die wet te ontlenen, kan zich schuldig maken aan een misdrijf. Daarvoor is wel vereist dat er sprake is van 1

4 samenwerking moeten verenigbaar zijn met deze wetgeving, die beperkingen stelt aan welke zorgverlener welke rol bij de zorgverlening aan een persoon mag vervullen. Zo mag een verpleegkundige-diabeteseducator geen (onderhouds-)medicatie voorschrijven en mag een zorgkundige werkzaam op een ziekenhuisdienst geriatrie of in een woonzorgcentrum niet de bloedsuikerspiegel van patiënten/bewoners meten. Voor de goede orde: de WUG en haar uitvoeringsbesluiten regelen niet voor alle activiteiten in de (gezondheids)zorg wie ze mag uitoefenen. Dat geldt in de eerste plaats voor activiteiten van zorg- en bijstandsverlening die buiten de door de WUG geregelde handelingsgebieden vallen (infra, nr. 16). 5 Ook regelt de WUG niet wie coördinatie van zorg of case management op zich mag nemen. 6 Zolang de activiteiten die een zorgcoördinator of gewoonlijk handelen. Het is aan de rechter om te beoordelen of dit voorhanden is; er kan vrij snel (bij een beperkte frequentie dus) sprake zijn van een gewoonte in deze context. Voor enkele activiteiten (de verpleegkundige A-activiteiten) geldt een andere drempel dan gewoonte om strafbaar te zijn, meer bepaald handelen met de bedoeling er financieel voordeel uit te halen. De wetsartikelen waarin onwettige uitoefening strafbaar wordt gesteld zijn art. 122, 124 en 126 WUG. 5 Een ander voorbeeld is dat de beroepsactiviteiten van de dentaaltechnicus en de opticien geregeld worden door KB 21 december 2006 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus en begrafenisondernemer, BS 23 maart Dit KB wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2018 (BVR 14 juli 2017 tot opheffing van koninklijke besluiten betreffende de beroepsbekwaamheden van slager-groothandelaar, droogkuiser-verver, restaurateur of traiteur-banketaannemer, brood- en banketbakker, kapper, schoonheidsspecialist, masseur, voetverzorging, opticien, dentaaltechnicus, begrafenisondernemer, beenhouwer-spekslager en met betrekking tot de uitoefening van zelfstandige activiteiten met betrekking tot fietsen en motorvoertuigen, BS 9 augustus 2017). 6 Dergelijke rollen zijn in opmars. In het kader van de pilootprojecten geïntegreerde zorg voor chronisch zieken is één van de componenten die in het kader daarvan ontwikkeld moeten worden case management : dit betreft het beheer en de coördinatie van alle medische, paramedische of welzijnszorgen die nodig zijn om aan de behoeften van de patiënt te voldoen; in veel situaties neemt de patiënt zelf dit beheer op, eventueel ondersteund door een mantelzorger; in andere gevallen zal een zorgprofessional (dikwijls de huisarts, maar ook andere gezondheidsprofessionals) dit opnemen, zie Gids pilootprojecten geïntegreerde zorg, januari 2016, zie ook Gemeenschappelijk plan voor chronisch zieken. Geïntegreerde zorg voor een betere gezondheid, 11 en over case management. Over de coördinatie-opdrachten die vandaag reeds bestaan zegt het Gemeenschappelijk plan voor chronisch zieken. Geïntegreerde zorg voor een betere gezondheid het volgende: Extra-, intra- en transmurale zorgcontinuïteit: vandaag bestaan er verschillende organisaties en personen die een specifieke coördinatie-opdracht hebben, zowel voor extra- en intramurale als voor transmurale zorgcontinuïteit: de sociale diensten, de ontslagmanager, de externe liaison, diensten maatschappelijk werk, zorgcoördinator, zorgbemiddelaar, Toch blijft hun werking vaak (te) beperkt, soms door een gebrek aan afstemming, maar vooral doordat hun opdracht gefragmenteerd is ofwel omdat ze gericht is op een specifieke patiëntengroep (bv geriatrie of psychiatrie), ofwel op een bepaalde periode in de behandeling (bv het ontslag uit het ziekenhuis) (p. 12). In het eindrapport van de werkgroep Modellen voor integrale zorg ter voorbereiding van de Eerstelijnsconferentie op donderdag 16 februari 2017, komen zorgcoördinatie en case management eveneens aan bod: De persoon met een zorgnood neemt naar eigen draagkracht de regie over de benodigde zorg en ondersteuning. Als hij dit niet zelf wenst of kan opnemen dan kan de mantelzorger, mits akkoord van de persoon met een zorgnood, een regierol opnemen. Bij meerdere aandoeningen, problemen of zorgen van medische, psychologische of sociale aard kan het zijn dat dit niet volstaat. Op dat moment kan het aangewezen zijn dat een professionele zorgaanbieder deze rol overneemt. In dit onderdeel gaan we dieper in op deze coördinatie door een professionele zorgaanbieder. We maken hierbij een onderscheid tussen zorgcoördinator/zorgbemiddelaar en casemanager. In de bijlage wordt dieper ingegaan op de taken, randvoorwaarden, doelgroepen, profielen en competenties hiervan., zie Bouwstenen voor een Vlaamse geïntegreerde eerstelijnszorg voor personen met een complexe zorgnood. Eindrapport, 6 december 2016, In het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg (BS 31 maart 2009 (ed. 1)) is een definitie van zorgbemiddelaar opgenomen: art. 1, 17 : zorgbemiddelaar: persoon, aangewezen door een gebruiker of mantelzorger, die de taken van de zorgaanbieders, mantelzorgers en vrijwilligers op elkaar afstemt en op de behoeften van de gebruiker. In het koninklijk besluit van 27 maart 2012 tot vaststelling van de voorwaarden 2

5 casemanager verricht niet onder de noemer geneeskunst, verpleegkunde of paramedische prestaties vallen, vallen zij buiten het toepassingsgebied van de WUG. Hieronder overlopen we kort wat iedere beroepsgroep die ressorteert onder de WUG onder welke modaliteiten mag. Sommige beroepsgroepen mogen de activiteiten die tot hun bevoegdheidsdomein behoren autonoom uitoefenen deze beroepsgroepen komen eerst aan bod, voor de andere beroepsgroepen geldt dat zij minstens een onderdeel van die activiteiten slechts onder bepaalde modaliteiten mogen verrichten, zoals moeten handelen aan de hand van procedures of in een bepaalde relatie met een andere zorgverlener, meestal de arts. 3. DE ARTS, TANDARTS, KLINISCH PSYCHOLOOG, KLINISCH ORTHOPEDAGOOG EN APOTHEKER 7 - Over de arts, tandarts, klinisch psycholoog, klinisch orthopedagoog en de apotheker kunnen we kort zijn. Ze zijn allen bevoegd om de activiteiten behorende tot hun bevoegdheidsdomein respectievelijk de geneeskunde, tandheelkunde, klinische psychologie, klinische orthopedagogiek en artsenijbereidkunde/farmacie autonoom uit te oefenen, met die nuance dat de apotheker bepaalde medicatie slechts mag afleveren mits er een voorschrift van een arts, tandarts of vroedvrouw voorhanden is. De geneeskunde, tandheelkunde en artsenijbereidkunde werden reeds in de oorspronkelijke versie van het KB nr. 78 van 1967 geregeld, de opname van een regeling voor de klinische psychologie en de klinische orthopedagogiek in de WUG is van recentere datum. Die regeling trad op 1 september 2016 in werking. 4. DE PARAMEDISCHE BEROEPEN 8 - Al van in 1967 bevatte de WUG een blauwdruk aan de hand waarvan de Koning een beroepsgroep als paramedisch beroep kan regelen. De Koning kan zo n beroepsgroep twee waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, 2, eerste lid, 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de deelname aan overleg rond een psychiatrische patiënt, de organisatie en coördinatie van dit overleg en de functie van referentiepersoon (BS 30 maart 2012 (ed. 3)) worden de verantwoordelijkheden van de referentiepersoon in de ggz toegelicht en wordt vastgelegd wie deze rol kan vervullen (art. 10 en 11). 7 Hoofdstuk 2 en 6/1 WUG. 8 Hoofdstuk 7 WUG; KB 2 juni 1993 betreffende het beroep van medisch laboratorium technoloog, BS 10 juli 1993; KB 20 oktober 1994 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van logopedist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de logopedist door een arts kan worden belast, BS 6 december 1994; KB 8 juli 1996 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van ergotherapeut en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties, BS 4 september 1996; KB 5 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutischtechnisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast, BS 2 juli 1997; KB 19 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de diëtist door een arts kan worden belast, BS 4 juni 1997; KB 28 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van technoloog medische beeldvorming en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een arts kan worden belast, BS 7 juni 1997; KB 6 maart 1997 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van bandagist, van orthesist, van prothesist en houdende vaststelling van de lijst van technische prestaties en de lijst van handelingen waarmee een bandagist, orthesist, prothesist door een arts kan worden belast, BS 16 mei 1997; KB 4 juli 2004 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van audioloog en van audicien en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de audioloog en de audicien door een arts kan worden belast, BS 9 augustus 2004; KB 2 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van de paramedische beroepen, BS 17 augustus 2009; KB 7 maart 2016 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de technische prestaties en van de handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast, BS 4 april 2016; KB 7 juli 2017 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep 3

6 soorten handelingen toedichten: toevertrouwde handelingen enerzijds en technische prestaties anderzijds. 9 TOEVERTROUWDE HANDELINGEN - Voor de medisch laboratorium technoloog, logopedist, bandagist, orthesist en prothesist, diëtist, farmaceutisch-technisch assistent, technoloog medische beeldvorming, audioloog, podoloog en orthoptist heeft de Koning vastgesteld met welke geneeskundige of farmaceutische handelingen een arts soms moet het om een arts met een zekere specialisatie gaan 10 of apotheker hen op eigen verantwoordelijkheid en onder eigen toezicht kan belasten. 11 Op welke manier dit belasten moet gebeuren, heeft de Koning alleen voor de podoloog geregeld. 12 Eveneens uitsluitend voor de podoloog geldt de verplichting om over bepaalde toevertrouwde handelingen verslag uit te brengen aan de voorschrijvende arts. 13 Onder de toevertrouwde handelingen van de medisch laboratorium technoloog, audioloog, podoloog en orthoptist is er soms sprake van assistentie of van assistentie en instrumentatie. Voor de podoloog heeft de Koning verduidelijkt dat dit veronderstelt dat arts en podoloog samen handelingen verrichten bij een patiënt waarbij er visueel en verbaal contact tussen hen bestaat. 14 Voor die andere beroepen heeft Hij dit niet omschreven. TECHNISCHE PRESTATIES - Voor de logopedist, ergotherapeut, bandagist, orthesist en prothesist, diëtist, audicien en audioloog, podoloog en orthoptist heeft de Koning vastgesteld welke technische hulpprestaties die verband houden met het stellen van een diagnose of met het uitvoeren van een behandeling zij verrichten. 15 Bijna altijd is een omstandig geneeskundig voorschrift vereist voor het verrichten van deze prestaties. Er is één uitzondering: een aantal technische prestaties van de podoloog vereisen niet noodzakelijk een voorschrift van een arts. 16 Meestal weidt de Koning niet uit over het vereiste omstandig geneeskundig voorschrift, alleen voor de podoloog heeft Hij hieraan van orthoptist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de orthoptist door een arts kan worden belast, BS 14 augustus Deze terminologie ontlenen we aan de Koninklijke besluiten die de beroepen van podoloog en orthoptist regelen. 10 Audioloog: art. 6 KB 4 juli 2004, BS 9 augustus 2004; podoloog: art. 7, 2, tweede en derde lid KB 7 maart 2016, BS 4 april 2016; orthoptist: art. 5, 2 KB 7 juli 2017, BS 14 augustus De wettelijke basis hiervoor is art. 23, 1, eerste en derde lid (delegatie van geneeskundige handelingen door arts) en art. 24 (delegatie van farmaceutische handelingen door apotheker) WUG. Daarnaast vormt art. 23, 2, derde en vierde lid WUG de wettelijke basis voor de Koning om de voorwaarden te bepalen waaronder de apothekers en de licentiaten/masters in de scheikunde wetenschappen, die gemachtigd zijn om de analyses van klinische biologie te verrichten, op eigen verantwoordelijkheid en onder eigen toezicht, personen die een paramedisch beroep uitoefenen kunnen belasten met het verrichten van bepaalde handelingen die betrekking hebben op de klinische biologie. Alleen het koninklijk besluit over de medisch laboratorium technoloog is hier deels op gebaseerd. 12 Art. 8, 1 3 KB 7 maart 2016, BS 4 april 2016: 1 De toevertrouwde handelingen worden opgedragen door middel van: 1 een geschreven, eventueel elektronisch of via telefax, omstandig geneeskundig voorschrift of 2 een mondeling geformuleerd omstandig geneeskundig voorschrift, eventueel telefonisch, radiofonisch of via webcam meegedeeld. 2 Bij het geschreven geneeskundig voorschrift houdt de arts rekening met de volgende regels: ( ) 3 Bij het voorschrift door de arts aan de podoloog mondeling medegedeeld en in aanwezigheid van de arts uit te voeren, herhaalt de podoloog het voorschrift en verwittigt hij de arts wanneer hij het uitvoert. De arts bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk het voorschrift. 13 Art. 8, 5 KB 7 maart 2016, BS 4 april 2016: De toevertrouwde handelingen bedoeld in bijlage 2. a), in bijlage 2. b) en bijlage 2. c) [deze verwijzingen lijken niet correct, zodat onduidelijk is welke toevertrouwde handelingen bedoeld worden] vereisen steeds de opstelling en de verzending door de podoloog aan de voorschrijvende arts van: 1 een definitief verslag en 2 een tussentijds verslag wanneer de risicoklasse van de voet is gewijzigd. 14 Art. 1, 14 KB 7 maart 2016, BS 4 april De wettelijke basis daarvoor is art. 71, 1 WUG. 16 Art. 5, 2, derde lid KB 7 maart 2016, BS 4 april

7 bepaalde eisen gesteld. 17 In een aantal gevallen mag het omstandig geneeskundig voorschrift overigens niet uitgaan van om het even welke arts, maar moet het om een arts met een bepaalde specialisatie gaan. 18 Soms heeft de Koning bovenop de vereiste van een omstandig geneeskundig voorschrift nog andere voorwaarden bedongen. Zo dienen de technische prestaties van de ergotherapeut te kaderen in het totale revalidatieplan van de patiënt, opgemaakt door een multidisciplinair team onder de leiding van een arts 19 en moeten bepaalde technische prestaties van de audicien en audioloog plaatsvinden in een daartoe bestemd en ingericht lokaal 20. Voor de podoloog geldt de verplichting om over bepaalde technische prestaties verslag uit te brengen aan de voorschrijvende arts. 21 Voor de logopedist, ergotherapeut, diëtist en audicien en audioloog, blijkt uit de bijlagen van de Koninklijke besluiten met lijsten van technische prestaties dat hun technische prestaties eveneens gepaard gaan met verslagen gericht aan de voorschrijvende arts. NIEUW: WETTELIJKE BASIS VOOR DELEGATIE VAN TANDHEELKUNDIGE HANDELINGEN DOOR DE TANDARTS - Een wet van 10 juli heeft het mogelijk gemaakt voor de Koning om vast te leggen welke tandheelkundige handelingen een tandarts aan paramedici kan toevertrouwen. In het verleden sloot de WUG dit uit. Geneeskundige 23 handelingen aan paramedici delegeren kon alleen door artsen gebeuren. Vermoedelijk zal de Koning in de (nabije?) toekomst van de nieuwe mogelijkheid gebruik maken, met name bij het regelen van het beroepsdomein mond- en tandzorg, dat eerder dit jaar aan de lijst van paramedische beroepen werd toegevoegd. 24 Wat de technische prestaties betreft werd de WUG niet aangepast door de wet van 10 juli 2017, hun omschrijving is dusdanig dat ze ook verband kunnen houden met de tandheelkunde DE VERPLEEGKUNDIGE 26 - In 1974 kwam er een wettelijke regeling voor de verpleegkundige. De verpleegkundige is bevoegd voor drie soorten activiteiten. 27 Ten eerste zijn er de verpleegkundige A- 17 Art. 6, 1-2 KB 7 maart 2016, BS 4 april 2016: 1 De technische prestaties bedoeld in bijlage 1 en in bijlage 2 worden verricht indien er een geschreven, eventueel elektronisch of via telefax, omstandig geneeskundig voorschrift voorhanden is. 2 Bij het geschreven geneeskundig voorschrift houdt de arts rekening met de volgende regels: ( ). 18 Audicien en audioloog: art. 5, 2, eerste lid KB 4 juli 2004, BS 9 augustus 2004; podoloog: art. 5, 2, tweede lid KB 7 maart 2016, BS 4 april 2016; orthoptist: art. 4, 2, tweede, derde en vierde lid KB 7 juli 2017, BS 14 augustus Art. 4, 1, tweede lid KB 8 juli 1996, BS 4 september Art. 5, 3 KB 4 juli 2004, BS 9 augustus 2004: De technische prestaties bedoeld in bijlage I a) 1 mogen alleen plaatsvinden in een daartoe bestemd en ingericht lokaal, behalve indien de patiënt met een medisch attest kan bewijzen dat hij zich niet kan verplaatsen. Deze inrichting moet beantwoorden aan de voorwaarden, zoals bepaald in bijlage III bij dit besluit. 21 Art. 6, 4 KB 7 maart 2016, BS 4 april 2016: De technische prestaties bedoeld in bijlage 1 en bedoeld in bijlage 2 vereisen steeds de opstelling en de verzending door de podoloog aan de voorschrijvende arts van: 1 een definitief verslag en 2 een tussentijds verslag wanneer de risicoklasse van de voet is gewijzigd. 22 Art. 25 Wet 11 augustus 2017 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, BS 28 augustus Tandheelkunde is een onderdeel van de geneeskunde: art. 1 WUG. 24 Art. 1, 2 KB 20 februari 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van de paramedische beroepen, BS 20 maart 2017 (ed. 2). 25 Art. 69, 1 WUG. 26 Hoofdstuk 4 WUG; KB 18 juni 1990 houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen, BS 26 juli Deze activiteiten worden meestal aangeduid als de verpleegkundige A-, B- en C-activiteiten omdat het vroegere wetsartikel die de verpleegkunde omschreef de indeling a), b), c) hanteerde. Sinds de coördinatie van de WUG gaat het echter om een 1, 2, 3 indeling. 5

8 activiteiten (bijvoorbeeld verlenen van stervensbegeleiding), die de verpleegkundige autonoom mag verrichten. 28 Daarnaast is de verpleegkundige bevoegd voor de technisch-verpleegkundige verstrekkingen of verpleegkundige B-activiteiten; de Koning heeft deze opgesomd. 29 Een deel van deze verstrekkingen mag de verpleegkundige zonder medisch voorschrift verrichten (B1-handelingen, bijvoorbeeld meting van de glycemie door capillaire bloedafname), voor de andere wordt een geschreven of mondeling medisch voorschrift vereist of een schriftelijk staand order (B2-handelingen, bijvoorbeeld voorbereiding en toediening van medicatie). 30 Bij enkele technisch-verpleegkundige verstrekkingen spreekt de Koning over assistentie, wat veronderstelt dat arts en verpleegkundige samen handelingen uitvoeren bij een patiënt, waarbij er direct visueel en verbaal contact tussen hen bestaat. 31 Alle technisch-verpleegkundige verstrekkingen moeten worden verricht aan de hand van standaardverpleegplannen en/of procedures; die voor de B2-activiteiten moeten worden opgesteld in samenspraak tussen de arts en de verpleegkundige. 32 Ten slotte is de verpleegkundige bevoegd voor de door de Koning opgesomde geneeskundige handelingen die een arts aan hem of haar toevertrouwt op basis van een geschreven of mondeling medisch voorschrift of een schriftelijk staand order. 33 Deze 28 Art. 46, 1, 1 WUG. 29 Art. 46, 1, 2 en 3 WUG; bijlagen I en IV KB 18 juni 1990, BS 26 juli Art. 7quater KB 18 juni 1990, BS 26 juli 1990: 1 De technische verpleegkundige verstrekkingen met aanduiding B2 en de handelingen die door een arts kunnen worden toevertrouwd worden uitgevoerd op basis van: een geschreven medisch voorschrift, eventueel elektronisch of via telefax; een mondeling geformuleerd medisch voorschrift, eventueel telefonisch, radiofonisch of via webcam meegedeeld; een schriftelijk staand order. ( ) 2 Bij het geschreven medisch voorschrift houdt de arts rekening met de volgende regels: ( ) 3 Bij het voorschrift door de arts aan de verpleegkundige mondeling meegedeeld en in aanwezigheid van een arts uit te voeren, herhaalt de verpleegkundige het voorschrift en verwittigt hij de arts wanneer hij het uitvoert. De arts bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk het voorschrift. 4 Uitsluitend in dringende gevallen kan het mondeling geformuleerd voorschrift uitgevoerd worden in afwezigheid van de arts. In dit geval zijn de volgende regels van toepassing: ( ) 5 Een staand order is een door de arts vooraf vastgesteld schriftelijk behandelingsschema, waarin desgevallend verwezen wordt naar standaardverpleegplannen of procedures. De arts moet met naam aangeven bij welke patiënt een staand order moet worden toegepast. Wordt dit voorschrift schriftelijk gegeven, dan zijn de regels in 2, punten a), b), c), d) en e) van toepassing. Wordt dit voorschrift mondeling gegeven, dan zijn de regels in 4, punten a) en b) van toepassing. De arts vermeldt in het staand order de voorwaarden waarin de beoefenaar van de verpleegkunde deze handelingen kan toepassen. De beoefenaar van de verpleegkunde beoordeelt of deze voorwaarden vervuld zijn en enkel in dat geval voert hij de voorgeschreven handelingen uit. In tegengesteld geval is hij verplicht de arts in te lichten. Uitsluitend in dringende omstandigheden mag een welbepaald staand order worden toegepast zonder de patiënt bij naam aan te duiden. 31 Art. 1, tweede lid KB 18 juni 1990, BS 26 juli Ook onder de C-handelingen is er eenmaal sprake van assistentie. De definitie van art. 1, tweede lid is echter tot de B-handelingen beperkt. 32 Art. 7ter, eerste lid KB 18 juni 1990, BS 26 juli 1990; art. 7ter, derde, vierde en vijfde lid: Het standaardverpleegplan laat toe om een patiënt met bepaalde gezondheidsproblemen systematisch te benaderen en te verplegen. Een procedure beschrijft de uitvoeringswijze van een bepaalde technische verpleegkundige verstrekking of van een bepaalde handelingen [sic] die door een arts kunnen worden toevertrouwd. Eventueel kunnen één of meerdere procedures deel uitmaken van een standaardverpleegplan of een staand order, zoals omschreven in artikel 7quater, 5. De procedures voor de technische verpleegkundige verstrekkingen B2, zoals opgenomen in bijlage I, B2, en de handelingen die door een arts kunnen worden toevertrouwd, zoals opgenomen in bijlage II en bijlage IV, worden in samenspraak tussen de arts en de beoefenaar van de verpleegkunde opgesteld. 33 Art. 23, 1, tweede en derde lid en 46, 1, 3 WUG; art. 7quater (m.b.t. geschreven/mondeling voorschrift en staand order, zie voetnoot 30) en bijlagen II en IV KB 18 juni 1990, BS 26 juli

9 verpleegkundige C-activiteiten moeten aan de hand van procedures worden verricht, die moeten worden opgesteld in samenspraak tussen de arts en de verpleegkundige. 34 NIEUW: TECHNISCH-VERPLEEGKUNDIGE VERSTREKKINGEN KUNNEN VERBAND HOUDEN MET TANDHEELKUNDE EN WETTELIJKE BASIS VOOR DELEGATIE VAN TANDHEELKUNDIGE HANDELINGEN DOOR DE TANDARTS - Een wet van 11 augustus 2017 heeft de omschrijving van de technisch-verpleegkundige verstrekkingen in die zin aangepast dat deze voortaan niet alleen verband kunnen houden met de diagnosestelling door een arts of de uitvoering van een door een arts voorgeschreven behandeling, maar ook met de diagnosestelling door een tandarts of de uitvoering van een door een tandarts voorgeschreven behandeling. 35 Daarnaast heeft deze wet de mogelijkheid gecreëerd voor de Koning om tandheelkundige handelingen aan te wijzen die een tandarts aan verpleegkundigen kan toevertrouwen. 36 In het verleden sloot de WUG dit uit; geneeskundige handelingen aan verpleegkundigen delegeren kon alleen door artsen gebeuren. 6. DE KINESITHERAPEUT 37 - In 1995 kwam er een wettelijke regeling voor de kinesitherapeut. Deze kan de kinesitherapie maar uitoefenen ten aanzien van patiënten die op grond van een voorschrift van een arts of tandarts werden verwezen. 38 Dat voorschrift moet schriftelijk 39 zijn en moet bevatten: de diagnose of diagnostische gegevens, het maximumaantal behandelbeurten bij de kinesitherapeut en eventuele contra-indicaties voor bepaalde behandelingswijzen. De (tand)arts kan daarnaast aangeven welke prestatie(s) hij verricht wil zien bij de patiënt, maar hij mag dit ook openlaten zodat de kinesitherapeut zelf kan bepalen welke kinesitherapeutische behandeling hij toepast. Indien de (tand)arts wel (een) prestatie(s) in zijn voorschrift heeft vermeld, mag de kinesitherapeut daar toch van afwijken op voorwaarde dat de (tand)arts daarmee instemt. Indien de (tand)arts daarom vraagt, moet de kinesitherapeut hem een verslag over de uitvoering van de behandeling en de verkregen resultaten bezorgen. De WUG bevat een bepaling die de Koning de mogelijkheid geeft om vast te stellen om welke redenen en in welke situaties de kinesitherapeut zonder voorschrift van een (tand)arts kan handelen, maar Hij maakte daar tot op heden geen gebruik van. 7. DE ZORGKUNDIGE 40 - Sinds 2001 bevat de WUG een regeling voor de zorgkundige. Deze mag de achttien verpleegkundige A- en B-activiteiten verrichten die de Koning heeft aangewezen, mits naleving van een aantal voorwaarden. 41 Een verpleegkundige moet de activiteit aan de zorgkundige hebben toevertrouwd en de zorgkundige moet werken binnen een gestructureerde equipe. Die equipe moet aan een aantal eisen voldoen. Zo moet deze zodanig zijn opgesteld dat de verpleegkundige toezicht kan uitoefenen op de activiteiten van de zorgkundige. Dat houdt in dat de verpleegkundige erop toeziet dat de aan de zorgkundige toevertrouwde activiteiten correct worden uitgevoerd. De aanwezigheid van de verpleegkundige bij de uitvoering van de activiteiten door de zorgkundige is niet 34 Art. 7ter, tweede en vijfde lid KB 18 juni 1990, BS 26 juli Art. 26 Wet 11 augustus 2017 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, BS 28 augustus Art. 27 Wet 11 augustus 2017 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, BS 28 augustus Hoofdstuk 3 WUG. 38 Art. 43, 6 WUG. 39 Eventueel onder elektronische vorm of telefax. 40 Art Hoofdstuk 4 WUG; KB 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen, BS 3 februari 2006 (ed. 2). 41 De meeste van de door de Koning opgesomde verpleegkundige A- en B-activiteiten die zorgkundigen mogen uitoefenen zijn enger omschreven dan deze waarvan ze de afgeleide zijn (de zorgkundige is bijv. bevoegd voor het meten van de polsslag en de lichaamstemperatuur en het meedelen van de resultaten, terwijl de verpleegkundige bevoegd is voor meting van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels ). 7

10 steeds vereist. De verpleegkundige moet wel bereikbaar zijn om de nodige informatie en ondersteuning te geven aan de zorgkundige. Verder organiseert de gestructureerde equipe het gezamenlijk patiëntenoverleg en voert het een samenwerkingsprocedure in tussen verpleegkundigen en zorgkundigen. Zorgkundigen rapporteren nog dezelfde dag aan de verpleegkundige die toezicht houdt op hun activiteiten. 8. DE VROEDVROUW 42 - In 2006 kreeg de WUG een nieuw hoofdstuk over de vroedvrouw. Voordien was de vroedvrouw niet afwezig in de WUG, maar waren de wettelijke bepalingen met betrekking tot dat beroep beknopt. Ten eerste is de vroedvrouw bevoegd om een aantal activiteiten autonoom uit te oefenen, waaronder: diagnose van de zwangerschap, het opvolgen van normale zwangerschappen, het verrichten van normale bevallingen en het verlenen van de eerste zorg aan pasgeborenen en gezonde zuigelingen en preventieve maatregelen, het opsporen van risico s bij moeder en kind. 43 De vroedvrouw die aan bepaalde criteria voldoet mag in het kader van de opvolging van normale zwangerschappen, de praktijk van normale bevallingen en de zorg aan gezonde pasgeborenen in en buiten het ziekenhuis autonoom bepaalde geneesmiddelen voorschrijven. 44 Indien de vroedvrouw pathologische tekens vaststelt gedurende het toezicht op het verloop van de zwangerschap, de verschillende stadia van de bevalling of het post-partum, moet hij/zij een beroep doen op een arts of tot overbrenging naar het ziekenhuis beslissen. 45 Ten tweede is de vroedvrouw bevoegd om mee te werken, samen met de arts en onder diens verantwoordelijkheid, aan de opvang en de behandeling van vruchtbaarheidsproblemen, van zwangerschappen en bevallingen met verhoogd risico en van pasgeborenen die in levensbedreigende of bijzondere ziektecondities verkeren, alsook aan de zorg die in die gevallen moet worden verleend. 46 In principe is het de vroedvrouw verboden om algemene, regionale of lokale verdoving uit te voeren of in stand te houden. 47 In afwijking daarvan mag de vroedvrouw echter de medicamenteuze onderhoudsdoses voorbereiden en toedienen via een door de arts geplaatste epidurale katheter met als doel anelgesie te bekomen tijdens de arbeid, de bevalling en het post-partum, op medisch voorschrift. 48 Deze behandeling moet in elke instelling beschreven worden in een procedure en het is vereist dat een arts-anesthesist beschikbaar is in de instelling om eventuele problemen op te lossen. 42 Art. 3, 2 WUG (de vroedvrouw komt voor in het hoofdstuk over de uitoefening van de geneeskunde, omdat de vroedvrouw een onderdeel van de geneeskunde, de normale bevallingen, mag uitoefenen); art. 45, 2 WUG: De drager van de beroepstitel van vroedvrouw die haar of zijn diploma heeft behaald voor 1 oktober 2018, mag van rechtswege de verpleegkunde uitoefenen onder dezelfde voorwaarden als de dragers van de beroepstitel van gegradueerde verpleegkundige. De drager van de beroepstitel van vroedvrouw die haar of zijn diploma heeft behaald na 1 oktober 2018, mag van rechtswege de technische verpleegkundige verstrekkingen en de toevertrouwde medische handelingen die tot de verpleegkunde behoren, uitvoeren binnen het terrein van de verloskunde, de fertiliteitsbehandeling, de gynaecologie en de neonatologie. ; hoofdstuk 5 WUG; KB 1 februari 1991 betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw, BS 6 april Art. 62, 1, 1 WUG. 44 Art. 62, 3 WUG; KB 15 december 2013 tot bepaling van de nadere regels en de bijzondere kwalificatiecriteria die de houder van de beroepstitel van vroedvrouw de mogelijkheid geven geneesmiddelen voor te schrijven, BS 14 januari 2014; KB 15 december 2013 bepalende de lijst van de geneesmiddelen die door de vroedvrouwen autonoom mogen worden voorgeschreven in het kader van de opvolging van normale zwangerschappen, de praktijk van normale bevallingen en de zorg aan gezonde pasgeborene in en buiten het ziekenhuis, BS 14 januari Art. 7 KB 1 februari 1991, BS 6 april Art. 62, 1, 2 WUG. 47 Art. 6, 1, 3 KB 1 februari 1991, BS 6 april Onverminderd de mogelijkheid om de anesthesist tijdens de anelgesie of de anesthesie te helpen en bij te staan: art. 6, 2 KB 1 februari 1991, BS 6 april

11 9. DE HULPVERLENER-AMBULANCIER 49 - Sinds 2008 bevat de WUG een wettelijke regeling voor de hulpverlener-ambulancier. Deze mag de verpleegkundige activiteiten verrichten die de Koning heeft aangewezen, mits naleving van een aantal voorwaarden. Ten eerste staat de hulpverlener-ambulancier de arts of verpleegkundige bij of staat hij onder hun toezicht in voor het vervoer van de patiënt bedoeld in de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. 50 Ten tweede voert hij deze activiteiten uit aan de hand van een staand order opgesteld door een verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg, vast verbonden aan de ambulancedienst, onder supervisie en in samenwerking met het medisch diensthoofd van een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg, gelegen in de normale werkzone van de ambulancedienst. Ten derde moeten de verpleegkundige activiteiten verricht worden aan de hand van procedures, die worden opgesteld in samenwerking met of goedgekeurd worden door de verpleegkundige en het medisch diensthoofd die bevoegd zijn voor de staande orders. Uit de omschrijving van de verpleegkundige activiteiten die de hulpverlener-ambulancier mag verrichten blijkt voorts dat sommige activiteiten in de aanwezigheid van een arts of verpleegkundige moeten worden uitgeoefend, een mondeling voorschrift van een MUG-arts vereisen 51 of in hulp bij activiteiten bestaan. 10. DE PSYCHOTHERAPIE 52 - Op 1 september 2016 is de wettelijke regeling van de psychotherapie in werking getreden. De psychotherapie wordt niet als een op zichzelf staand beroep geregeld, maar als een behandelingsvorm waarin beoefenaren van bepaalde beroepen zich kunnen specialiseren. De WUG bepaalt dat de psychotherapie slechts mag worden uitgeoefend door artsen, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen die een opleiding psychotherapie hebben gevolgd. Er wordt wel in een overgangsregeling voorzien voor wie daarbuiten valt en aan bepaalde voorwaarden voldoet, voor beoefenaren van een WUG-beroep enerzijds en voor andere personen anderzijds. 53 De eerste categorie mag de psychotherapie op autonome wijze uitoefenen, de tweede categorie mag de psychotherapie uitoefenen mits naleving van twee voorwaarden. Ten eerste moet het gaan om nietautonome uitoefening van de psychotherapie onder toezicht van een beoefenaar van een WUGberoep die de psychotherapie autonoom mag uitoefenen. Ten tweede moet de uitoefening plaatshebben in interdisciplinair verband met intervisie. 11. DE ONDERSTEUNENDE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN 54 - De WUG bevat sinds 2016 een wettelijke basis voor de Koning om ondersteunende geestelijke gezondheidszorgberoepen te regelen die geen autonome diagnostische en therapeutische handelingen mogen stellen, maar voorschriften uitvoeren op verzoek en onder supervisie van artsen, klinisch psychologen, klinisch psychologen of andere beoefenaren van een WUG-beroep die de psychotherapie autonoom mogen uitoefenen. Tot op heden maakte de Koning geen gebruik van deze mogelijkheid. 49 Hoofdstuk 6 WUG; KB 21 februari 2014 tot bepaling van de activiteiten vermeld in artikel 21quinquies, 1, a), b) en c), van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen die de hulpverlener-ambulancier kan uitvoeren, en tot vaststelling van de nadere regels waaronder de hulpverlener-ambulancier deze handelingen kan stellen die verband houden met zijn functie, BS 8 april BS 25 juli Conform art. 7quater, 4 KB 18 juni 1990, BS 26 juli 1990: Uitsluitend in dringende gevallen kan het mondeling geformuleerd voorschrift uitgevoerd worden in afwezigheid van de arts. In dit geval zijn de volgende regels van toepassing: ( ). 52 Art. 68/2/1 WUG. 53 De voorwaarden voor de niet-wuggers moeten worden versoepeld als gevolg van een vernietigingsarrest van het Grondwettelijk Hof: GWH 16 maart 2017, nr. 39/ Art. 68/2/2 WUG. 9

12 12. BIJZONDERE BEROEPSTITELS EN BEROEPSBEKWAAMHEDEN EN DE VERWIJZINGSPLICHT - Voor een aantal gezondheidszorgberoepen bestaat er in het kader van de WUG een regeling van bijzondere beroepstitels en -bekwaamheden. 55 In de regel mag een beroepsbeoefenaar zonder een bepaalde specialisatie niet minder dan een beoefenaar van hetzelfde beroep met die specialisatie. 56 Soms hangt de bevoegdheid om een bepaalde activiteit te mogen verrichten echter wel af van het bezit van een bijzondere beroepstitel of -bekwaamheid. 57 Daarnaast bevat de WUG sinds kort een bepaling die voorschrijft dat elke beoefenaar van een gezondheidszorgberoep de verantwoordelijkheid heeft om de patiënt te verwijzen naar een andere ter zake bevoegde beoefenaar van een gezondheidszorgberoep wanneer de gezondheidsproblematiek waarvoor een ingreep is vereist de grenzen van het eigen competentiegebied overschrijdt (artikel 31/1 WUG). Die andere beoefenaar kan zowel een beoefenaar van een ander WUG-beroep zijn (bijvoorbeeld arts klinisch psycholoog) als een beoefenaar van hetzelfde WUG-beroep met een ander expertisedomein (bijvoorbeeld artspsychiater arts-neuroloog). Uit besprekingen in het parlement blijkt dat de verwijzingsplicht een uiting is van de nood aan een interdisciplinaire benadering van patiëntenproblemen: vaak is het onmogelijk voor één beroepsbeoefenaar om alle aspecten van een patiëntbehandeling voor zijn rekening te nemen en zal de behandeling een grotere kans op slagen hebben naarmate de behandelend beroepsbeoefenaar een beroep doet op de expertise van andere beroepsbeoefenaren voor die aspecten waarvoor hij zich niet of onvoldoende competent acht. 58 Daarnaast suggereren de parlementaire documenten dat de verwijzingsplicht niet betekent dat de patiënt steeds fysiek moet worden doorgestuurd, maar dat overleg plegen met, met advies worden bijgestaan door of aftoetsen bij andere zorgverleners soms volstaat. 59 De principes vooropgesteld door artikel 31/1 WUG en de parlementaire werkzaamheden - zo nodig verwijzen of anderszins een beroep doen op andere, ter zake meer bekwame zorgverleners - kwamen voor de betrokken wetswijziging reeds tot uiting in de aansprakelijkheidsrechtspraak Met name voor artsen en tandartsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten en apothekers, zie Hoofdstuk 8 WUG en de besluiten aangenomen ter uitvoering van dit hoofdstuk. 56 De terugbetaling door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging van prestaties kan wel voorbehouden zijn aan beroepsbeoefenaren met een bepaalde bijzondere beroepstitel of beroepsbekwaamheid. Dit betreft echter een andere vraag dan het bevoegdheidsvraagstuk. 57 Zo mag het voorschrijven van bepaalde geneesmiddelen alleen door artsen met een bepaalde specialisatie gebeuren: art. 3, 1 KB 27 december 2004 houdende regeling van het voorschrijven en het afleveren van cisapridehoudende geneesmiddelen, BS 7 januari 2005 (ed. 2) dat uitvoering geeft aan art. 31, zevende lid WUG. Voor een aantal paramedische beroepen mag een opdracht slechts van artsen met een bepaalde specialisatie uitgaan, zie voetnoten 10 en 18. Alleen artsen met een bepaalde specialisatie mogen ingrepen van nietheelkundige esthetische geneeskunde en esthetische heelkunde uit voeren: art. 9 wet 23 mei 2013 tot regeling van de vereiste kwalificaties om ingrepen van niet-heelkundige esthetische geneeskunde en esthetische heelkunde uit te voeren en tot regeling van de reclame en informatie betreffende die ingrepen, BS 2 juli Een aantal verpleegkundige B- en C-handelingen zijn voorbehouden aan verpleegkundigen met een bepaalde bijzondere beroepstitel, zie art. 7bis en bijlage IV KB 18 juni 1990, BS 26 juli Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen enerzijds en tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 anderzijds, Parl.St. Kamer , nr. 1848/001, 16; Verslag van de eerste lezing namens de Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke hernieuwing uitgebracht door mevrouw Nathalie MUYLLE, Parl.St. Kamer , nr. 1848/003, Parl.St. Kamer , nr. 1848/001, 16; Parl.St. Kamer , nr. 1848/003, T. VANSWEEVELT, Rechtsverhoudingen, aansprakelijkheid en schadevergoeding in de gezondheidszorg in T. VANSWEEVELT en F. DEWALLENS (eds.), Handboek Gezondheidsrecht, I, Antwerpen, Intersentia, 2014, (1255) (dit onderdeel is gewijd aan grenzen aan bekwaamheid arts: consult van of verwijzing naar een collega/ziekenhuis ). 10

13 13. DE MANTELZORGER EN DE PROFESSIONAL DIE ORIËNTERENDE DIAGNOSTISCHE TESTS AFNEEMT - In 2014 werd in het wetsartikel waarin onwettige uitoefening van de verpleegkunde strafbaar wordt gesteld, een uitzondering ingevoegd op grond waarvan een mantelzorger een of meerdere technischverpleegkundige verstrekkingen kan verrichten zonder daarvoor strafbaar te zijn, mits een reeks voorwaarden vervuld is. 61 Het is vereist dat een arts of verpleegkundige de mantelzorger opleidt, een procedure of verpleegplan opstelt, de mantelzorger toelating geeft en een controledocument ter zake opstelt. 62 Niet zo lang geleden werd in hetzelfde wetsartikel een soortgelijke bepaling als voor de mantelzorger ingevoegd voor personen die bij derden diagnostische oriëntatietests afnemen (bijvoorbeeld de sociaal werker werkzaam in een VZW voor HIV-preventie). Daardoor kunnen zij een of meerdere technisch-verpleegkundige verstrekkingen verrichten noodzakelijk om die tests af te nemen, mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. 63 Voor de volledigheid vermelden we nog een andere uitzonderingsregeling waar de sociaal werker onder valt. Sociaal werkers, alsook artsen, verpleegkundigen, psychologen en paramedici, die verbonden zijn aan een gespecialiseerd centrum 64 zijn gemachtigd om bepaalde materialen (steriel injectiemateriaal, ontsmettingsmiddelen en steriel verband) te koop aan te bieden, in detail te verkopen of ter hand te stellen. 65 Dat volgt uit een koninklijk besluit dat uitvoering geeft aan een van de uitzonderingen geformuleerd in artikel 6, 2 WUG op de regel dat alleen gediplomeerde apothekers, met een visum en een inschrijving op de lijst van de Orde van apothekers de artsenijbereidkunde mogen uitoefenen. Deze uitzondering op het verbod op onwettige uitoefening van de artsenijbereidkunde, is juridisch zuiverder dan de eerder vermelde uitzonderingen, waarbij ervoor werd gekozen om deze niet als uitzonderingen op het verbod op 61 Wat de verpleegkundige A-activiteiten betreft, is het onbevoegd verrichten daarvan slechts strafbaar indien dat gebeurt met de bedoeling er financieel voordeel uit te halen, zodat mantelzorgers buiten de reikwijdte van die strafbaarstelling vallen. 62 De bepaling die onwettige uitoefening van de verpleegkunde strafbaar stelt is niet van toepassing op personen die deel uitmaken van de omgeving van de patiënt en die, buiten de uitoefening van een beroep, na een door een arts of een verpleegkundige gegeven opleiding, en in het kader van een door deze opgestelde procedure of een verpleegplan, van deze laatsten de toelating krijgen om bij deze welbepaalde patiënt één of meer in artikel 46, 1, 2, bedoelde technische verstrekkingen [te verrichten]. Een door de arts of de verpleegkundige opgesteld document vermeldt de identiteit van de patiënt en van de persoon die de toelating heeft gekregen. Dit document wijst eveneens de toegelaten technische verstrekkingen, de duur van de toelating evenals de eventuele bijkomende voorwaarden aan die door de arts of de verpleegkundige gesteld worden voor het uitoefenen van de technische verstrekkingen (art. 124, 1, vierde lid WUG). 63 De bepaling die onwettige uitoefening van de verpleegkunde strafbaar stelt is niet van toepassing op personen die bij derden diagnostische oriëntatietests afnemen, na een opleiding gegeven door een arts of een verpleegkundige en nadat ze van die laatsten de toelating hebben gekregen om bij derden een of meerdere technische prestaties te verrichten zoals bedoeld in artikel 46, 1, 2, en die noodzakelijk zijn om bovengenoemde oriëntatietests te kunnen afnemen. Het document dat de arts of de verpleegkundige aflevert, vermeldt de identiteit van de persoon die de nodige toestemming krijgt om de toegelaten technische prestaties te verrichten alsook de duur van die toestemming en de eventuele bijkomende voorwaarden die de arts of de verpleegkundige oplegt om de technische prestaties te verrichten. De Koning legt de lijst van de betrokken diagnostische oriëntatietests en de finaliteiten van die tests, de voorwaarden voor het verrichten van die tests vast alsook de voorwaarden waaraan de opleiding en de toestemming die aan het eind daarvan verleend wordt, moeten voldoen (art. 124, 1, vijfde lid WUG). 64 Onder gespecialiseerd centrum verstaat men elke structuur, door de bevoegde overheid erkend of gesubsidieerd, die kan aantonen een praktijk te voeren inzake de therapeutische opvang en sociale begeleiding van druggebruikers of inzake de preventie van overdraagbare aandoeningen (art. 2, tweede lid KB 5 juni 2000, BS 7 juli 2000). 65 KB 5 juni 2000 tot uitvoering van artikel 4, 2, 6 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, BS 7 juli

14 onwettige uitoefening van de verpleegkunde te formuleren 66, maar als uitzonderingen op de strafbaarstelling van schendingen van dat verbod. 14. DE WUG EN SAMENWERKING - Doordat de WUG en haar uitvoeringsbesluiten vastleggen wie geneeskundige, farmaceutische, verpleegkundige en paramedische activiteiten onder welke modaliteiten mag verrichten, structureren ze in niet onbelangrijke mate voor hoe de zorgverlening en samenwerking daarbij rond een concrete persoon er kan uitzien. We hebben gezien dat verschillende zorgverleners (bepaalde van) hun activiteiten slechts mogen uitoefenen in een bepaalde relatie met een andere zorgverlener, meestal de arts, soms de apotheker, tandarts of verpleegkundige. Welke vorm die relatie moet aannemen is afhankelijk van de betrokken zorgverleners en activiteiten. De meest voorkomende zijn de opdracht (die verschillende vormen kan aannemen: schriftelijk voorschrift, dat open of concreet kan zijn, mondeling voorschrift of staand order), toezicht, verslaggeving en daadwerkelijk samen handelen. Afgezien van de bepalingen die een bepaalde relatie tussen zorgverleners voorschrijven, bevatten de WUG en haar uitvoeringsbesluiten weinig voorschriften met betrekking tot samenwerking. De WUG bevat wel een artikel met betrekking tot de overdracht van informatie tussen bepaalde zorgverleners (infra, nr. 20). Voorts wordt in de bepaling van de WUG die de functie van de apotheker toelicht, overleg met andere zorgverleners of interprofessioneel overleg, voorgesteld als een onderdeel van die functie. 67 Dat wordt bevestigd door het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers, waarin overleg, contact of communicatie met andere zorgverstrekkers op enkele plaatsen terugkomt. 68 Verder omschrijft de WUG de psychotherapie als een behandelingsvorm waarvan interdisciplinaire samenwerking een constitutief element vormt. 69 Ten slotte wordt samenwerking met andere zorgverleners of interdisciplinair werken, voor de verpleegkundige, vroedvrouw en orthoptist vermeld als aspect waarin de opleiding tot dat beroep de zorgverlener moet bekwamen HERVORMING WUG OP TIL - Het federale regeerakkoord van 2014 heeft een grondige herziening van de WUG aangekondigd. Tot dusver kwam er geen wetsontwerp tot stand. Minister De Block maakte wel reeds de grote lijnen van haar hervormingsplannen bekend. 71 Voortaan zou slechts het beroepshalve verrichten van gezondheidszorgverstrekkingen voorbehouden worden aan beoefenaren van gezondheidszorgberoepen, zodat mantelzorg ontregeld wordt. Over de vraag in hoeverre de bevoegdheden en de mate van autonomie van de gezondheidszorgberoepen zouden wijzigingen, is in deze fase van de hervorming weinig bekend. Vermeldenswaard is wel dat multidisciplinaire samenwerking een van de pijlers van de hervorming wordt genoemd. Voorts zou er een groepsvoorschrift komen, waardoor het mogelijk zou worden voor een arts om een takenpakket toe te vertrouwen aan een (multidisciplinair) team dat zelf zal bepalen wie welk aspect van het behandelplan voor zijn rekening neemt. 72 Ten slotte zou samenwerking een van de zeven bekwaamheden worden die elke gezondheidszorgberoepsbeoefenaar dient te bezitten. 66 Voor de vroedvrouw is er wel zo n uitzondering voorhanden, meer bepaald in art. 45, 2 WUG, zie voetnoot Art. 7, eerste lid WUG. 68 Art. 17 en Bijlage I Gids voor de goede officinale farmaceutische praktijken KB 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers, BS 30 januari 2009 (ed. 2). 69 Art. 68/2/1, 1 WUG; Parl.St. Kamer , nr. 1848/001, Art. 45, 1, vijfde lid en 63, derde lid WUG; art. 3, 1, a), xiii KB 7 juli 2017, BS 14 augustus Hand. Kamer Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing , 14 maart 2017, nr De arts die dit behandelplan toevertrouwt, neemt niet noodzakelijk de leiding in de uitvoering van het plan. Dit kan evengoed door een andere, daartoe bekwame gezondheidszorgberoepsbeoefenaar gebeuren. 12

The Royal Decree 78: preparation of the reform and its legal aspects. Herman NYS KU Leuven

The Royal Decree 78: preparation of the reform and its legal aspects. Herman NYS KU Leuven The Royal Decree 78: preparation of the reform and its legal aspects Herman NYS KU Leuven WET UITOEFENING GEZONDHEIDSZORG BEROEPEN (WUG) KB 10 mei 2015 houdende coördinatie van het KB nr. 78 van 10 november

Nadere informatie

Verpleegkunde in de wet

Verpleegkunde in de wet Trefpunt Verpleegkunde 2018 Verpleegkunde in de wet Marc Van Bouwelen Gegr. verpleegk., lic. med.-soc. Voorzitter TCV 1967 Ex K.B. nr. 78 Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van

Nadere informatie

Wet houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid 13 december 2006 Verschenen in het Belgisch Staatsblad

Wet houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid 13 december 2006 Verschenen in het Belgisch Staatsblad Wet houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid 13 december 2006 Verschenen in het Belgisch Staatsblad 22.12.2006 A. Omkadering De Gezondheidswet werd goedgekeurd op 13 december 2006 en is gepubliceerd

Nadere informatie

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven. HOOFDSTUK 1 Geestelijke gezondheidszorg-beroepen Afdeling 1 Wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr.78

Nadere informatie

Aansprakelijkheid en bevoegdheid van de vroedvrouw. Bornem 18 oktober 2012 20 oktober 2012. Jan Vande Moortel Lector en advocaat

Aansprakelijkheid en bevoegdheid van de vroedvrouw. Bornem 18 oktober 2012 20 oktober 2012. Jan Vande Moortel Lector en advocaat Aansprakelijkheid en bevoegdheid van de vroedvrouw Bornem 18 oktober 2012 20 oktober 2012 Jan Vande Moortel Lector en advocaat 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten

Nadere informatie

Week Verpleegkunde Procedures. Marc Van Bouwelen JAG

Week Verpleegkunde Procedures. Marc Van Bouwelen JAG Week Verpleegkunde 2017 Procedures Marc Van Bouwelen JAG NVKVV 2017 Procedures stabiele juridische constructie NVKVV 2017 1967 Ex Wet Uitoefening Geneeskunst - K.B. nr. 78 Gecoördineerde wet van 10 mei

Nadere informatie

Aanpassing van het KB nr. 78 door de Gezondheidswet 2014: naar een kwaliteitsvolle verpleegkunde

Aanpassing van het KB nr. 78 door de Gezondheidswet 2014: naar een kwaliteitsvolle verpleegkunde 1 Trefpunt verpleegkunde 13 mei 2014 Aanpassing van het KB nr. 78 door de Gezondheidswet 2014: naar een kwaliteitsvolle verpleegkunde A. Cools V. Verdin FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen

Nadere informatie

NIET VERPLEEGKUNDIGEN OP OK MONIQUE VAN HIEL

NIET VERPLEEGKUNDIGEN OP OK MONIQUE VAN HIEL Een standpunt NIET VERPLEEGKUNDIGEN OP OK MONIQUE VAN HIEL Wie? Chirurgen Anesthesisten Assistenten Stagiaires Administratie Logistiek Techniekers Vroedvrouwen Kinesitherapeuten Zorgkundigen Vertegenwoordigers

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2016-07-29 Numac : 2016024159 FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 10 JULI 2016. - Wet tot wijziging van

Nadere informatie

Wie riskeert wat? Juridische aspecten van medicatie en andere drugs. Marc Van Bouwelen

Wie riskeert wat? Juridische aspecten van medicatie en andere drugs. Marc Van Bouwelen Wie riskeert wat? Juridische aspecten van medicatie en andere drugs Marc Van Bouwelen Beroepswetgeving Wie mag wat? 1967 1974 Wet op de Uitoefening van de Geneeskunst Wet op de verpleegkunde KB nr.78 van

Nadere informatie

24 APRIL 2013. - Ministerieel besluit. tot vaststelling van de criteria voor erkenning. waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde

24 APRIL 2013. - Ministerieel besluit. tot vaststelling van de criteria voor erkenning. waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde 24 APRIL 2013. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel te dragen van verpleegkundige

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 1 februari 1991 betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw (officieuze coördinatie).

Koninklijk besluit van 1 februari 1991 betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw (officieuze coördinatie). Koninklijk besluit van 1 februari 1991 betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw (officieuze coördinatie). ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze

Nadere informatie

Voorstel voor Amendement op het

Voorstel voor Amendement op het Voorstel voor Amendement op het Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen met het oog op de reglementering

Nadere informatie

Inhoud. Voorbericht 17. Deel I. Uitoefening van de gezondheidszorgberoepen 19

Inhoud. Voorbericht 17. Deel I. Uitoefening van de gezondheidszorgberoepen 19 Voorbericht 17 Deel I. Uitoefening van de gezondheidszorgberoepen 19 Titel 1. Gemeenschappelijke bepalingen 19 1.1. 10 november 1967. Koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen

Nadere informatie

Coordinatie--Bijzondere-Beroepstitel-verpleegk -Intensieve--Spoed--MB doc

Coordinatie--Bijzondere-Beroepstitel-verpleegk -Intensieve--Spoed--MB doc 19 APRIL 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd

Nadere informatie

Attest voor het uitvoeren van een verpleegtechnische verstrekking door een mantelzorger

Attest voor het uitvoeren van een verpleegtechnische verstrekking door een mantelzorger Attest voor het uitvoeren van een verpleegtechnische verstrekking door een mantelzorger Exemplaar patiënt Aangeleerde verpleegtechnische verstrekking Rechtvaardiging van de machtiging van de bevoegdheid

Nadere informatie

t Zitemzo... met het informed consent & minderjarige patiënten

t Zitemzo... met het informed consent & minderjarige patiënten Nele Desmet Juriste Kinderrechtswinkel vzw t Zitemzo... met het informed consent & minderjarige patiënten Principiële onbekwaamheid minderjarigen uitzonderlijke bekwaamheid voor minderjarige patiënten

Nadere informatie

1 FEBRUARI 1991. - Koninklijk besluit betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw.

1 FEBRUARI 1991. - Koninklijk besluit betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw. 1 FEBRUARI 1991. - Koninklijk besluit betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw. BS 06/04/1991 in voege 16/04/1991 Gewijzigd door: KB 08/06/2007 gdp 1 / 5 Artikel 1. 1. De houder of houdster

Nadere informatie

1. Periodische personeelsregistratie

1. Periodische personeelsregistratie Bijlage 1. Periodische personeelsregistratie De periodische personeelsregistratie wordt éénmaal per registratieperiode opgevraagd, telkens de eerste dag van de maanden maart, juni, september en december.

Nadere informatie

Aanwezigheid van externen in het OK. Juridische aandachtspunten

Aanwezigheid van externen in het OK. Juridische aandachtspunten Aanwezigheid van externen in het OK. Juridische aandachtspunten Herman Nys Directeur, Centrum voor biomedische ethiek en recht KU Leuven Inleiding 1.Onwettige beroepsuitoefening in de gezondheidszorg 2.Verbod

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement ombudsfunctie UZ Brussel

Huishoudelijk reglement ombudsfunctie UZ Brussel Huishoudelijk reglement ombudsfunctie UZ Brussel Wettelijk kader: De wet van 22 augustus 2002 op de patiëntenrechten bepaalt dat elke patiënt klacht kan neerleggen bij de bevoegde ombudsfunctie met betrekking

Nadere informatie

16 FEBRUARI Ministerieel besluit. tot vaststelling van de criteria voor erkenning

16 FEBRUARI Ministerieel besluit. tot vaststelling van de criteria voor erkenning 16 FEBRUARI 2012. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel te dragen BS 13/03/2012

Nadere informatie

FAQ: Graad Functies toepasselijk van 1/1/2010

FAQ: Graad Functies toepasselijk van 1/1/2010 FAQ: Graad Functies toepasselijk van 1/1/2010 Sleutelwoorden Vraag Antwoord 1. WETENSCHAPPELIJK KADER Tandarts Welke graad/functie kan gebruikt worden voor een tandarts LTH? Psycholoog niet verbonden aan

Nadere informatie

31/05/ : In Art. 21septies van KB nr. 78 wordt al bepaald hoe de registratie van de zorgkundigen moet gebeuren.

31/05/ : In Art. 21septies van KB nr. 78 wordt al bepaald hoe de registratie van de zorgkundigen moet gebeuren. Bespreking van het ontwerp van K.B. tot legalisering en harmonisering van het verzorgend personeel in ROB/RVT/PVT als zorgkundigen overeenkomstig de wet van 10/8/2001, tot vaststelling van de verpleegkundige

Nadere informatie

- het vereenvoudigen van de lijst van titels en bekwamingen door enkel het begrip «bijzondere beroepstitel» in aanmerking te nemen en,

- het vereenvoudigen van de lijst van titels en bekwamingen door enkel het begrip «bijzondere beroepstitel» in aanmerking te nemen en, Advies betreffende het ontwerp tot wijziging van het KB van 18 januari 1994 «houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwamingen voor de beoefenaars van de verpleegkunde», gewijzigd

Nadere informatie

BS 20/05/2014. HOOFDSTUK 3. - Psychotherapie. Afdeling 1. - Uitoefening van de psychotherapie

BS 20/05/2014. HOOFDSTUK 3. - Psychotherapie. Afdeling 1. - Uitoefening van de psychotherapie 4 APRIL 2014. Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen

Nadere informatie

Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen

Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen Gent, 1 oktober 2009 Jan Vande Moortel Lector en advocaat AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn We

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.091/3 van 4 april 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een

Nadere informatie

Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt

Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt Blankenberge 27 maart 2009 Jan Vande Moortel Lector en advocaat AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals

Nadere informatie

Limburgse Code tot coördinatie voor SEL/ GDT Genk en SEL/ GDT Hasselt

Limburgse Code tot coördinatie voor SEL/ GDT Genk en SEL/ GDT Hasselt Pagina 1 van 6 Limburgse Code tot coördinatie voor SEL/ GDT Genk en SEL/ GDT Hasselt Coördinatie en ondersteuning van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen 1. REGELGEVING VAN DE VLAAMSE EN FEDERALE

Nadere informatie

Advies Avis. Plenumvergadering Réunion plénière.

Advies Avis. Plenumvergadering Réunion plénière. Bespreking van het ontwerp van K.B. tot legalisering en harmonisering van het verzorgend personeel in ROB/RVT/PVT als zorgkundigen overeenkomstig de wet van 10/8/2001, tot vaststelling van de verpleegkundige

Nadere informatie

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken 9 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de biobanken BS 05/02/2018 Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 "de wet" : de wet van 19 december 2008 betreffende het

Nadere informatie

KLINISCHE BIOLOGIE BLOEDAFNAMEN

KLINISCHE BIOLOGIE BLOEDAFNAMEN Klinische biologie - Bloedafnamen Doc: a029028 Tijdschrift: 29 p. 63 Datum: 01/01/1981 Origine: NR Thema's: Biologie (Klinische-) Bloedafname KLINISCHE BIOLOGIE BLOEDAFNAMEN BLOEDAFNAMEN IN EEN LABORATORIUM

Nadere informatie

We leven in een rechtsstaat

We leven in een rechtsstaat Juridische aspecten bij het klaarzetten en toedienen van medicatie in de thuisverpleging Oostende, 29 maart 2011 Jan Vande Moortel Juridisch adviseur NVKVV www.advamo.com We leven in een rechtsstaat Bescherming

Nadere informatie

Het beroep van de medisch laboratoriumtechnoloog

Het beroep van de medisch laboratoriumtechnoloog 1 Het beroep van de medisch laboratoriumtechnoloog Hanne Van Herp Secretaris Nationale Raad voor de paramedische beroepen Secretaris Commissie van beroep voor de paramedische beroepen Attaché Gezondheidszorgberoepen

Nadere informatie

CONSEIL NATIONAL DE L ART INFIRMIER NATIONALE RAAD VOOR VERPLEEGKUNDE. beroepsbekwaamheden.

CONSEIL NATIONAL DE L ART INFIRMIER NATIONALE RAAD VOOR VERPLEEGKUNDE. beroepsbekwaamheden. Advies betreffende het ontwerp tot wijziging van het KB van 18 januari 1994 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwamingen voor de beoefenaars van de verpleegkunde, gewijzigd

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu ZORGKUNDIGE Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundige kan uitvoeren

Nadere informatie

Publicatie KB omtrent zorgkundige

Publicatie KB omtrent zorgkundige Publicatie KB omtrent zorgkundige Op 3 februari 2006 verscheen in het Staatsblad het KB van 12 januari 2006 omtrent de verpleegkundige activiteiten die zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder

Nadere informatie

Een nieuw wettelijk kader voor de geestelijke gezondheidszorgberoepen en voor de uitoefening van de psychotherapie

Een nieuw wettelijk kader voor de geestelijke gezondheidszorgberoepen en voor de uitoefening van de psychotherapie Een nieuw wettelijk kader voor de geestelijke gezondheidszorgberoepen en voor de uitoefening van de psychotherapie Impact voor klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen in de gezondheidszorg. N.

Nadere informatie

Organisatie van de Zorg

Organisatie van de Zorg Organisatie van de Zorg Voorstelling Sabine Victor zorgcoach- casemanager 051 24 91 62 0492 58 01 95 sabine.victor@zbroeselare.be www.zbroeselare.be dienst Thuiszorg Zorgbedrijf directie dienstencentra

Nadere informatie

[Artikel 1. K.B. van 10 augustus 1998, art. 2 (inw. 1 januari 1999) (B.S ) - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

[Artikel 1. K.B. van 10 augustus 1998, art. 2 (inw. 1 januari 1999) (B.S ) - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : KONINKLIJK BESLUIT VAN 2 APRIL 1965 HOUDENDE VASTSTELLING VAN DE MODALITEITEN TOT INRICHTING VAN DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING EN HOUDENDE AANWIJZING VAN DE GEMEENTEN ALS CENTRA VAN HET EENVORMIG

Nadere informatie

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven BS 08/08/2014 HOOFDSTUK 1. - Algemene

Nadere informatie

VR MED.0159/1

VR MED.0159/1 VR 2017 2104 MED.0159/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Grondwettelijk Hof rolnrs. 6605, 6606, 6607, 6608 en 6609 (samengevoegde zaken):

Nadere informatie

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, 12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.513/3 van 23 december 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen 2/7 advies

Nadere informatie

29 JANUARI Ministerieel besluit tot vaststelling. van de bijkomende erkenningscriteria. voor kandidaten, stagemeesters en stagediensten

29 JANUARI Ministerieel besluit tot vaststelling. van de bijkomende erkenningscriteria. voor kandidaten, stagemeesters en stagediensten 29 JANUARI 2010. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijkomende erkenningscriteria voor kandidaten, stagemeesters en stagediensten voor de beroepsbekwaamheid in de oncologie specifiek voor geneesheren-specialisten,

Nadere informatie

De verantwoordelijkheden van de thuisverpleegkundige in evolutie

De verantwoordelijkheden van de thuisverpleegkundige in evolutie De verantwoordelijkheden van de thuisverpleegkundige in evolutie Herman Nys KU Leuven Situering binnen Vlaamse beleidsvoornemens 1 Regeerakkoord 2014-2019 De zorg in Vlaanderen zal evolueren naar een meer

Nadere informatie

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen 12 NOVEMBER 1993. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren - specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de URGENTIEGENEESKUNDE, alsook

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc 18 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische hematologie, alsmede

Nadere informatie

Wondzorg en wetgeving

Wondzorg en wetgeving AXIOMA S Wondzorg en wetgeving 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn Jan Vande Moortel advocaat en lector BEROEPSUITOEFENING BESCHERMING VAN TITEL - BESCHERMING

Nadere informatie

WONDZORG. Aansprakelijkheid bij het ontstaan van een decubituswonde. Jan Vande Moortel

WONDZORG. Aansprakelijkheid bij het ontstaan van een decubituswonde. Jan Vande Moortel WONDZORG Aansprakelijkheid bij het ontstaan van een decubituswonde Jan Vande Moortel AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn We leven in een rechtsstaat

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg en tot integratie van de geïntegreerde

Nadere informatie

Gewijzigd bij: K.B B.S ed. 1 [K.B B.S ] Afdeling I Definities

Gewijzigd bij: K.B B.S ed. 1 [K.B B.S ] Afdeling I Definities [KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 MEI 2003 TOT VASTSTELLING VAN DE VERSTREKKINGEN OMSCHREVEN IN ARTIKEL 34, EERSTE LID, 13, VAN DE WET BETREFFENDE DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING EN UITKERINGEN,

Nadere informatie

Bijlage A VG-MZG PERSONEELSREGISTRATIE SYNTHESE

Bijlage A VG-MZG PERSONEELSREGISTRATIE SYNTHESE Bijlage A VG-MZG PERSONEELSREGISTRATIE SYNTHESE * De woorden in cursief verwijzen naar een definitie van dat concept. Periodieke registratie Dagelijkse registratie Doelstelling : het aantal (bezoldigde

Nadere informatie

2010 4/05/2010 NRV/2010/ADVIES-4 Ontwerp van advies betreffende de registratie van de zorgkundigen (discussie en stemming).

2010 4/05/2010 NRV/2010/ADVIES-4 Ontwerp van advies betreffende de registratie van de zorgkundigen (discussie en stemming). 2010 4/05/2010 NRV/2010/ADVIES-4 Ontwerp van advies betreffende de registratie van de zorgkundigen (discussie en stemming). 2010 15/06/2010 NRV/2010/ADVIES-5 Ontwerp van advies betreffende de erkenning

Nadere informatie

FMO de procedures en de praktijk. D. Weyns Antwerpen 01/02/2014

FMO de procedures en de praktijk. D. Weyns Antwerpen 01/02/2014 FMO de procedures en de praktijk D. Weyns Antwerpen 01/02/2014 Een overzicht 1. Een aanvraag indienen 2. De verhouding tussen de burgerlijke vordering en de aanvraag bij FMO 3. Administratieve & juridische

Nadere informatie

BS 31/05/2002 in voege 01/06/2002. Gewijzigd door: MB 16/01/2006 BS 10/02/2006 MB 23/03/2007 BS 05/04/2007

BS 31/05/2002 in voege 01/06/2002. Gewijzigd door: MB 16/01/2006 BS 10/02/2006 MB 23/03/2007 BS 05/04/2007 29 MAART 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van beoefenaars van de tandheelkunde, houders van de bijzondere beroepstitel van algemeen tandarts BS 31/05/2002

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 4 APRIL 2014. - Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZG/11/134 BERAADSLAGING NR 11/088 VAN 18 OKTOBER 2011 MET BETREKKING TOT DE NOTA BETREFFENDE DE ELEKTRONISCHE BEWIJSMIDDELEN

Nadere informatie

2 dienst medische beeldvorming : een dienst erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986;

2 dienst medische beeldvorming : een dienst erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986; 25 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend BS 11/12/2006

Nadere informatie

BIJZONDERE BEROEPSTITELS EN BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEDEN VOOR DE BEOEFENAARS VAN DE VERPLEEGKUNDE.

BIJZONDERE BEROEPSTITELS EN BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEDEN VOOR DE BEOEFENAARS VAN DE VERPLEEGKUNDE. Wettelijk kader. BIJZONDERE BEROEPSTITELS EN BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEDEN VOOR DE BEOEFENAARS VAN DE VERPLEEGKUNDE. 1) K.B. nr. 78, artikel 35ter: De Koning stelt de lijst van bijzondere beroepstitels

Nadere informatie

WONDZORG. Wetgeving: verpleging en wondzorg AXIOMA S. 1. We leven in een rechtsstaat. 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn

WONDZORG. Wetgeving: verpleging en wondzorg AXIOMA S. 1. We leven in een rechtsstaat. 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn WONDZORG AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat Wetgeving: verpleging en wondzorg 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn We leven in een rechtsstaat Bescherming van de titel Bescherming van

Nadere informatie

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5,

Nadere informatie

10 DECEMBER Wet tot reorganisatie van de gezondheidszorg

10 DECEMBER Wet tot reorganisatie van de gezondheidszorg Informatieve Coördinatie PAX Medica 1 10 DECEMBER 1997. Wet tot reorganisatie van de gezondheidszorg BS 29/01/1998 in voege 29/02/1998 (PAX MEDICA Wet Colla) HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

De geestelijke gezondheidszorgberoepen: nieuwkomers in de wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen

De geestelijke gezondheidszorgberoepen: nieuwkomers in de wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen De geestelijke gezondheidszorgberoepen: nieuwkomers in de wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen Ellen VANERMEN en Herman NYS KU Leuven Een wet van 4 april 2014 en een wet van 10 juli 2016

Nadere informatie

Recent KB met aanpassing van het Zorgprogramma Geriatrie 19-03-2014 J.P.Baeyens. AZ Alma Eeklo

Recent KB met aanpassing van het Zorgprogramma Geriatrie 19-03-2014 J.P.Baeyens. AZ Alma Eeklo Recent KB met aanpassing van het Zorgprogramma Geriatrie 19-03-2014 J.P.Baeyens AZ Alma Eeklo Algemeen Verzorgenden zorgkundigen Verpleger verpleegkundige Hoofdverpleegkundige eenheid G: die op 1/5/2014

Nadere informatie

Juridische aspecten ivm geld en genot

Juridische aspecten ivm geld en genot TABOES IN DE OUDERENZORG Juridische aspecten ivm geld en genot AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn Structuur wetgeving VERDRAG GRONDWET KB nummer =

Nadere informatie

Coordinatie--ZIV--KB forfaitaire-honoraria-klinische-biologie--niet-in-ziekenhuis.doc

Coordinatie--ZIV--KB forfaitaire-honoraria-klinische-biologie--niet-in-ziekenhuis.doc 24 SEPTEMBER 1992. - Koninklijk besluit tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis

Nadere informatie

30 MEI Koninklijk besluit betreffende de planning van het medisch aanbod.

30 MEI Koninklijk besluit betreffende de planning van het medisch aanbod. 30 MEI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de planning van het medisch aanbod. BS 14/06/2002 Gewijzigd door: KB 11/07/2005 BS 03/08/2005 KB 08/12/2006 BS 22/12/2006 KB 26/04/2007 BS 16/05/2007 KB 26/04/2007

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. 14 FEBRUARI 2005. Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, van geneesherenspecialisten

Nadere informatie

t Zitemzo met het recht op instemming in de integrale jeugdhulp Nele Desmet Juriste tzitemzo

t Zitemzo met het recht op instemming in de integrale jeugdhulp Nele Desmet Juriste tzitemzo t Zitemzo met het recht op instemming in de integrale jeugdhulp Nele Desmet Juriste tzitemzo 01.12.2017 Minderjarigen in moeilijkheden Buitengerechtelijke hulpverlening 1. Sectoren/diensten IJH (CAW, CLB,

Nadere informatie

15 DECEMBER Koninklijk besluit. houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17. van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd

15 DECEMBER Koninklijk besluit. houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17. van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd 15 DECEMBER 1987. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17 van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd door het koninklijk besluit van 7 augustus 1987. BS 25/12/1987in

Nadere informatie

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S Artikel 9 VERLOSSINGEN K.B. 9.11.2015 In werking 1.2.2016 B.S. 9.12.2015 Wijzigen Invoegen Verwijderen c) wanneer daarvoor de bekwaming van geneesheer-specialist voor gynecologie en verloskunde (DG) vereist

Nadere informatie

FAQ ZORGKUNDIGE. 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006?

FAQ ZORGKUNDIGE. 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006? 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006? 2. Wat is er veranderd met de publicatie van het KB van 27 februari 2019? 3. Om welke

Nadere informatie

Diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld. Maximum aantal en erkenningsnormen

Diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld. Maximum aantal en erkenningsnormen 27 APRIL 2005. - Wet betreffende de beheersing van de begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake gezondheid BS 20/05/2005 inwerkingtreding: Diensten waarin een magnetische resonantie

Nadere informatie

De patiënt als partner in zorg: ook in medicatie!

De patiënt als partner in zorg: ook in medicatie! De patiënt als partner in zorg: ook in medicatie! 13 november 1015 Studiedag MFC Ilse Weeghmans Voorstelling Vlaams Patiëntenplatform vzw (VPP) (Fr tegenhanger LUSS) Platform van 100 patiëntenverenigingen

Nadere informatie

Technische Commissie voor de paramedische beroepen

Technische Commissie voor de paramedische beroepen Technische Commissie voor de paramedische beroepen Vragen en antwoorden 2014-2015 Directoraat-generaal Gezondheidszorg Strategie van de zorgberoepen Technische Commissie voor de paramedische beroepen Victor

Nadere informatie

HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS

HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS Viviane Gendreike Anne-Marie Van Campenhout 11 december 2007 1 PROGRAMMA 1. Het Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF): wat, voor wie? 2. In welke gevallen kunt u een beroep

Nadere informatie

Gelet op de voorstellen van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen;

Gelet op de voorstellen van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen; Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van kindergeneeskunde, gewijzigd bij

Nadere informatie

Clustervergadering Eerstelijnszone AMALO 12 maart 2019

Clustervergadering Eerstelijnszone AMALO 12 maart 2019 Clustervergadering Eerstelijnszone AMALO 12 maart 2019 Agenda Agenda 1. Informatie geven over de stand van zaken op Vlaams niveau en van eerstelijnszone Amalo 2. Informeren over richtlijnen voor de samenstelling

Nadere informatie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV: Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht

Nadere informatie

Geconsolideerd advies «Medische Praktijkassistent in de eerstelijnsgezondheidszorg»

Geconsolideerd advies «Medische Praktijkassistent in de eerstelijnsgezondheidszorg» Geconsolideerd advies «Medische Praktijkassistent in de eerstelijnsgezondheidszorg» De visietekst van de werkgroep van Prof. Jan De Maeseneer, die een profielbeschrijving voor de «Praktijkassistent» bevat,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZG/15/088 BERAADSLAGING NR 11/088 VAN 18 OKTOBER 2011, GEWIJZIGD OP 9 JUNI 2015, MET BETREKKING TOT DE NOTA BETREFFENDE

Nadere informatie

Inhoudsopgave BEVOEGDHEID INZAKE GEZONDHEIDSZORG AANBOD IN DE ZORG. Ziekenhuizen. Programmatie en planning. Algemeen.

Inhoudsopgave BEVOEGDHEID INZAKE GEZONDHEIDSZORG AANBOD IN DE ZORG. Ziekenhuizen. Programmatie en planning. Algemeen. BEVOEGDHEID INZAKE GEZONDHEIDSZORG Verdrag 25 maart 1957 Geconsolideerde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (PB. C 321 E, 29 december 2006).. 1 Grondwet 7 februari 1831 Gecoördineerde

Nadere informatie

ADVIES M.B.T. DE UITOEFENING VAN DE NIEUWE GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN

ADVIES M.B.T. DE UITOEFENING VAN DE NIEUWE GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 04/12/2008 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN --------

Nadere informatie

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen 15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen BS 25/03/1999 in voege vanaf 04/04/1999 Gewijzigd door: KB12/08/2000 BS 29/08/2000

Nadere informatie

Gelet op artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en zevende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Gelet op artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en zevende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg; (Tekst geldend op: 05-03-2012) Regeling van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 maart 2009, MEVA/BO-2819721, houdende regels inzake de periodieke registratie op grond van de Wet op

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/9 Advies nr 08/2012 van 8 februari 2012 Betreft: Advies betreffende een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader medicatieveiligheid Utrecht, oktober 2018 Begrip Verklaring Bekwaam en bevoegd Bekwaam zijn houdt in het beschikken over kennis en vaardigheid: kennis over de

Nadere informatie

FAQ: Graad Functies toepasselijk van 1/1/2010

FAQ: Graad Functies toepasselijk van 1/1/2010 FAQ: Graad Functies toepasselijk van 1/1/2010 Sleutelwoorden Vraag Antwoord 1. WETENSCHAPPELIJK KADER Tandarts Psycholoog niet verbonden aan een verpleegeenheid Criminoloog niet verbonden aan een verpleegeenheid

Nadere informatie

Art. 3. De hoofdgeneesheer dient over de mogelijkheden te beschikken om de kwaliteitszorg in het ziekenhuis te bevorderen.

Art. 3. De hoofdgeneesheer dient over de mogelijkheden te beschikken om de kwaliteitszorg in het ziekenhuis te bevorderen. Koninklijk besluit van 15 december 1987 houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17 van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd door het koninklijk besluit van 7 augustus 1987. (B.S. 25.12.1987)

Nadere informatie

Coordinatie--Bijzondere-beroepstitel-verpleegk -gespecialiseerd--geriatrie--mb-19-04-2007.doc

Coordinatie--Bijzondere-beroepstitel-verpleegk -gespecialiseerd--geriatrie--mb-19-04-2007.doc 19 APRIL 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel te dragen van verpleegkundige

Nadere informatie

Het mantelzorgattest: mogelijkheden en valkuilen

Het mantelzorgattest: mogelijkheden en valkuilen Het mantelzorgattest: mogelijkheden en valkuilen Luc Heirstrate, Luc Van Leemput Zorgbeleid WGK Antwerpen Juridische Adviesgroep NVKVV Wie is mantelzorger? Mantelzorger of naaste is een begrip dat ruimer

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/09/039 ADVIES NR 09/06 VAN 21 APRIL 2009 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT REGELING VAN

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid SCSZG/12/146 BERAADSLAGING NR 12/047 VAN 19 JUNI 2012 MET BETREKKING TOT DE GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING VAN EEN BETROKKENE

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Inwendige geneeskunde

Hoofdstuk I. Inwendige geneeskunde 9 MAART 1979. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteiten van inwendige geneeskunde,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.882/1/V van 31 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de waarborgregeling in het secundair onderwijs in het schooljaar

Nadere informatie

VR DOC.0566/1BIS

VR DOC.0566/1BIS VR 2017 0906 DOC.0566/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot vrijstelling van

Nadere informatie

Coordinatie--ziekenhuizen--hoofdgeneesheer--geneesheer-diensthoofd--KB

Coordinatie--ziekenhuizen--hoofdgeneesheer--geneesheer-diensthoofd--KB 15 DECEMBER 1987. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17 van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd door het koninklijk besluit van 7 augustus 1987. BS 25/12/1987

Nadere informatie