Gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding Snel aan de slag Papier plaatsen Problemen oplossen Informatie over deze printer Voor een veilig en correct gebruik, dient u de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt.

2

3 INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat Snel aan de slag Voordat u begint...7 Hoe werkt deze handleiding?...7 Modelspecifieke informatie... 8 Lijst van opties...9 Namen en functies van onderdelen...11 Uitleg over de functie van de statuslamp Overzicht van apparaatopties...16 Overzicht van externe apparaatopties...16 Overzicht van interne apparaatopties Namen en functies van het bedieningspaneel...19 De taal van het display wijzigen...20 Het [Home]-scherm gebruiken...21 Belangrijkste pictogrammen in het [Home]-scherm Het scherm [Printer (klassiek)]...25 [Informatie]-scherm...26 Mogelijke bewerkingen in het scherm Pictogrammen toevoegen aan het [Home]-scherm Het apparaat aan-/uitzetten Het apparaat aan-/uitzetten Energie besparen...32 Gebruikersinstellingen openen De standaardinstellingen wijzigen Gebruikersinstellingen afsluiten Web Image Monitor gebruiken...37 Beginpagina weergeven...38 Gebruiksartikelen aanvullen en vervangen Toner toevoegen...40 Nietjes bijvullen...42 Andere verbruiksartikelen vervangen Papier plaatsen Papier plaatsen

4 Voorzorgsmaatregelen voor papier plaatsen...45 Papier in de papierladen plaatsen...45 Papier in de handinvoer plaatsen...47 Papier in lade 3 (LCT) plaatsen LPapier plaatsen in de bulklade (LCT)...50 Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier laden...51 Aanbevolen papier Aanbevolen papierformaten en -typen...53 Afdrukken via de handinvoer...64 Normale formaten instellen via het bedieningspaneel Papier met afwijkende afmetingen instellen via het bedieningspaneel...64 Dik papier, dun papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het bedieningspaneel Problemen oplossen Als het apparaat een piepgeluid maakt...67 Als een statuspictogram weergegeven wordt...68 Als het indicatielampje [Status controleren] brandt of knippert Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat...71 Als de USB-verbinding problemen vertoont Meldingen bij gebruik van de printer...76 Meldingen op het bedieningspaneel bij gebruik van de printer Meldingen in foutenlogboeken of rapporten bij gebruik van de printer Wanneer er andere meldingen worden weergegeven...82 Wanneer er problemen optreden met het inloggen Wanneer de gebruiker geen rechten heeft om een bewerking uit te voeren Als u niet kunt afdrukken...85 Overige afdrukproblemen...88 Verwijderen van vastgelopen papier Papierstoringen lokaliseren Informatie over deze printer Informatie over milieuwetgeving ENERGY STAR-programma Energiebesparingsfuncties

5 Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparatuur (voornamelijk Europa) Opmerking over het batterij- en/of accusymbool (alleen voor EU-landen) (voornamelijk Europa) Milieuadvies voor gebruikers (voornamelijk Europa) Opmerking voor gebruikers in de staat Californië(opmerking voor gebruikers in de Verenigde Staten) (voornamelijk Noord-Amerika) Handelsmerken INDEX

6 Handleidingen voor dit apparaat De gebruiksaanwijzing van dit apparaat wordt geleverd in de volgende vormen: Indeling Gedrukte handleidingen Cd-rom Internetpagina Handleidingen Lees dit eerst Snel aan de slag Verkorte Installatiehandleiding Installatiehandleiding stuurprogramma Lees dit eerst Gebruikershandleiding Gebruiksaanwijzing (HTML-handleidingen) Snel aan de slag Verkorte Installatiehandleiding Installatiehandleiding stuurprogramma Lees dit eerst Lees voordat u het apparaat gebruikt het gedeelte Veiligheidsinformatie van deze handleiding. Deze handleiding bevat de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op het gebruik van dit apparaat, maar ook bijvoorbeeld een beschrijving van de naleving van milieuwetten. Snel aan de slag Beschrijft hoe de handleidingen op het bedieningspaneel kunnen worden gelezen. Bevat ook meer informatie over inloggen op het apparaat. Gebruikershandleiding Er wordt voor elke gebruikershandleiding een samenvatting gegeven over het basisgebruik van dit apparaat, veelgebruikte functies, wat te doen als er een foutmelding verschijnt, enz. Gebruiksaanwijzing (HTML-handleidingen) Bevat informatie over hoe het apparaat moet worden geïnstalleerd voor gebruik, hoe de functie afdrukken werkt, onderhoud en specificaties, problemen oplossen, systeeminstellingen en veiligheidsfuncties. HTML-handleidingen zijn beschikbaar in Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Nederlands en Russisch. Gebruikershandleiding en veiligheidshandleiding zijn beschikbaar in bovenstaande zeven talen en andere talen. 4

7 Voor meer informatie over het gebruik van de HTML-handleidingen raadpleegt u de Bedieningshandleiding. Verkorte Installatiehandleiding Bevat procedures voor het uitpakken en installeren van het apparaat, waaronder het plaatsen van papier, het installeren van printcartridges, etc. Installatiehandleiding stuurprogramma Deze handleiding beschrijft hoe u elk stuurprogramma kunt installeren en kunt configureren. De handleiding staat op de cd-rom met stuurprogramma's. Zie de Veiligheidshandleiding voordat u de uitgebreide beveiligings- en verificatie-instellingen configureert. U kunt de volgende handleidingen op internet bekijken. Bijlage DHCP Option 204 5

8 6

9 1. Snel aan de slag In dit onderdeel wordt uitleg gegeven over de symbolen die worden gebruikt in de handleidingen die zijn meegeleverd met de printer, de beschikbare opties en de namen en functies van de onderdelen. Voordat u begint Hoe werkt deze handleiding? Symbolen in de handleiding De handleiding gebruikt de volgende symbolen: Geeft punten aan waar u rekening mee moet houden wanneer u het apparaat gebruikt en geeft een uitleg van mogelijke oorzaken voor het vastlopen van papier, schade aan originelen of gegevensverlies. Lees deze uitleg zorgvuldig door. Geeft een aanvullende uitleg van de functies van het apparaat aan en instructies voor het oplossen van fouten die door de gebruiker zijn gemaakt. [ ] Geeft de namen van de toetsen aan die op het display verschijnen of refereren naar de (plastic) knoppen op het bedieningspaneel van het apparaat. (voornamelijk Europa en Azië), (voornamelijk Europa) of (voornamelijk Azië) (voornamelijk in Noord-Amerika) De verschillen tussen de functies van Regio A- en Regio B-modellen worden aangegeven door de twee symbolen. Lees de informatie die wordt aangegeven door het symbool dat overeenkomt met de regio van het model dat u gebruikt. Voor meer informatie over welk symbool overeenkomt met het model dat u gebruikt, zie Pag. 8 "Modelspecifieke informatie". Disclaimer De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In geen enkel geval kan het bedrijf aansprakelijk worden gesteld voor directe, indirecte, speciale of toevallige schade of gevolgschade voortvloeiend uit het hanteren of het bedienen van het apparaat. 7

10 1. Snel aan de slag Opmerkingen De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade of kosten die kunnen voortvloeien uit het gebruik van onderdelen voor uw kantoorapparatuur die geen originele onderdelen van de fabrikant zijn. Voor een goede afdrukkwaliteit adviseert de fabrikant u om de originele toner van de fabrikant te gebruiken. Sommige afbeeldingen in deze handleiding tonen een enigszins andere versie van het apparaat. IP-adressen In deze handleiding verwijst 'IP-adres' naar zowel de IPv4- als de IPv6-omgeving. Lees de instructies door die betrekking hebben op de omgeving die u gebruikt. Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kunt controleren tot welke regio uw printer behoort. Op de achterkant van de printer bevindt zich een sticker, zie afbeelding hieronder. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw printer wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat. DUL004 De volgende informatie is regiospecifiek. Lees de informatie onder het symbool dat overeenkomt met de regio van uw printer. (voornamelijk in Europa en Azië) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio A-model: CODE XXXX V (voornamelijk in Noord-Amerika) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio B-model: CODE XXXX -17 8

11 Voordat u begint V De afmetingen in deze handleiding worden gegeven in twee meeteenheden: metrisch en in inches. Als uw printer een model uit regio A is, kijkt u naar de metrische meeteenheden. Is uw printer afkomstig uit regio B, kijk dan naar de Engelse meeteenheden. Lijst van opties In dit onderdeel wordt een overzicht gegeven van de opties die op deze printer mogelijk zijn en de namen die in deze handleiding worden gebruikt. Naam van de optie Paper Feed Unit PB3240 LCIT PB3260 LCIT RT3030 Mail Box CS3010 Internal Multi-fold Unit FD3000 Bridge Unit BU3070 Punch Unit PU3050 EU Punch Unit PU3050 NA Punch Unit PU3050 SC Punch Unit PU3060 EU Punch Unit PU3060 NA Punch Unit PU3060 SC Output Jogger Unit Type M25 Attention Light AL3000 HDD Option Type P13 IPDS Unit Type P13 XPS Direct Print Option Type P13 IEEE a/g/n Interface Unit Type M19 Beschrijving Onderste papierladen Lade 3 (bulklade) Bulklade (LCT) Mailbox Interne multivouweenheid Brugeenheid Perforeereenheid Uitvoerjogger-eenheid Statuslamp Harde schijf IPDS-eenheid XPS-kaart Draadloze LAN-kaart 9

12 1. Snel aan de slag Naam van de optie IEEE 1284 Interface Board Type M19 USB Device Server Option Type M19 Extended USB Board Type M19 VM CARD Type P13 PostScript3 Unit Type P13 Beschrijving IEEE 1284-interfacekaart USB-apparaatserver Uitgebreid USB-bord VM-kaart Adobe PostScript 3-eenheid 10

13 Namen en functies van onderdelen Namen en functies van onderdelen De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet geblokkeerd zijn. Als dit toch gebeurt, bestaat er kans op brand als gevolg van oververhitte interne elementen. Aanzicht vanaf de voor- en linkerkant DUL Hulplade op de plaats waar het papier wordt omgedraaid Trek deze lade uit om af te drukken op papier dat groter is dan A4 of 8 1 / Plaats waar het papier wordt omgedraaid Dit gebied wordt gebruikt om pagina's om te draaien als ze op beide zijden moeten worden bedrukt. 3. Bedieningspaneel Zie Pag. 19 "Namen en functies van het bedieningspaneel". 4. Hoofdstroomschakelaar Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld zijn. Als dit niet het geval is, opent u het klepje van de hoofdstroomschakelaar en schakelt u deze in. 5. Voorpaneel U kunt dit paneel openen om toegang te krijgen tot de binnenkant van het apparaat. 6. Papierladen (lade 1 2) Hier plaatst u het papier in. Voor meer informatie, zie Pag. 45 "Papier plaatsen". 11

14 1. Snel aan de slag 7. Onderste papierladen Hier plaatst u het papier in. Voor meer informatie, zie Pag. 45 "Papier plaatsen". 8. Ventilatiegaten De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt. 9. Interne lade 1 Hier wordt het afgedrukte papier afgeleverd. Aanzicht vanaf de voor- en rechterkant DUL Rechterpaneel Open dit paneel wanneer papier is vastgelopen. 2. Handinvoer Gebruik deze om af te drukken op OHP-transparanten, etiketten, en papier dat niet kan worden geplaatst in de papierladen. Voor meer informatie, zie Pag. 47 "Papier in de handinvoer plaatsen". 3. Papiergeleiders Als u papier in de handinvoer plaatst, zorg er dan voor dat de papiergeleiders tegen het papier aan staan. 4. Verlengstuk Trek dit verlengstuk uit als u vellen die groter zijn dan A4, 8 1 / 2 11 in de handinvoer plaatst. 5. Ventilatiegaten De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt. 12

15 Namen en functies van onderdelen 6. Paneel rechtsonder Open dit paneel wanneer papier is vastgelopen. Aanzicht vanaf de achter- en linkerkant 1 1 DUL Ventilatiegaten De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt. Uitleg over de functie van de statuslamp In dit gedeelte wordt de functie van de statuslamp uitgelegd. Duw niet tegen de statuslamp en trek er ook niet aan tijdens het installeren op het apparaat. Daardoor kan er schade of storing ontstaan aan de statuslamp van het apparaat. 13

16 1. Snel aan de slag CUV121 De statuslamp waarschuwt de gebruiker door middel van een lichtsignaal om te laten weten dat er een papierstoring is of wanneer het papier op is. De kleuren van de lamp en de betekenis ervan zijn als volgt: Lamp Status Het onderste lampje gaat blauw branden. Het onderste lampje knippert blauw. Het bovenste lampje brandt rood. Afdrukken Gegevensinvoer Fout opgetreden (Voorbeeld) Wanneer er een onderhoudsbericht wordt weergegeven Papierstoring Papier op Toner is op Geheugenoverloop Lees het bericht op het display en voer de vereiste handeling uit. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing: Pag. 76 "Meldingen bij gebruik van de printer" of Pag. 82 "Wanneer er andere meldingen worden weergegeven". 14

17 Namen en functies van onderdelen Lamp De bovenste lamp knippert geel. Waarschuwing (Voorbeeld) Toner is bijna op. Status De tonerafvalfles is bijna vol. Papier is bijna op. Lees het bericht op het display en voer de vereiste handeling uit. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing: Pag. 76 "Meldingen bij gebruik van de printer" of Pag. 82 "Wanneer er andere meldingen worden weergegeven". 15

18 1. Snel aan de slag Overzicht van apparaatopties Overzicht van externe apparaatopties DUL Lade 3 (LCT) Bestaat uit twee papierladen. U kunt papier zelfs plaatsen als lade 3 (bulklade) in gebruik is. U kunt de linkerhelft van de lade uittrekken terwijl lade 3 (bulklade) in gebruik is. 2. Bulklade (LCT) Hierin wordt het papier geplaatst. 3. Onderste papierladen Bestaat uit twee papierladen. 4. Koppelmodule Hiermee worden kopieën naar de finisher overgebracht. 16

19 Overzicht van apparaatopties 5. Interne multivouweenheid De interne multivouweenheid kan de volgende vouwen toepassen: Halve vouw, Briefvouw naar buiten, Briefvouw naar binnen en Z-vouw. 6. Mailbox Sorteert afgedrukt papier. Bestaat uit sorteerbakladen Finisher SR3210 Hiermee worden meerdere vellen papier gesorteerd, gestapeld en geniet. Bestaat uit de volgende papierladen: Bovenste lade finisher Staffellade finisher Kopieën kunnen geperforeerd worden als de optionele perforeereenheid op de finisher is geïnstalleerd. 8. Finisher SR3230 Hiermee worden meerdere vellen papier gesorteerd, gestapeld en geniet. Bestaat uit de volgende papierladen: Bovenste lade finisher Staffellade finisher Kopieën kunnen geperforeerd worden als de optionele perforeereenheid op de finisher is geïnstalleerd. 9. Uitvoerjogger Papiergeleider die ervoor zorgt dat de bladen recht in de staffeluitvoer van de finisher worden afgeleverd. 10. Statuslamp De statuslamp knippert of brandt om de gebruiker te attenderen op fouten tijdens het afdrukken, zoals een papierstoring of als het papier op is. Overzicht van interne apparaatopties Harde schijf Hiermee kunt u documenten opslaan die afgedrukt moeten worden. Adobe PostScript 3-eenheid Hiermee kunt u met het Adobe PostScript3-printerstuurprogramma afdrukken. Als u de optie Adobe PostScript 3 van uw apparaat verwijderd, werkt de PS/PDF-functie (een standaardfunctie) niet meer. VM-kaart Met deze kaart kunt u softwaretoepassingen installeren. IPDS-eenheid Hiermee kunt u afdrukken met behulp van IPDS (Intelligent Printer Data Stream). XPS-kaart Hiermee kunt u XPS-bestanden afdrukken. 17

20 1. Snel aan de slag USB-apparaatserver Hiermee kunt u een ethernetpoort aan de printer toevoegen en twee IP-adressen gelijktijdig gebruiken. Voor meer informatie over het bevestigen van deze optie, zie de Gebruiksaanwijzing. Uitgebreid USB-bord Hiermee kunt u een USB-poort toevoegen. Voor meer informatie over het bevestigen van deze optie, zie de Gebruiksaanwijzing. IEEE 1284-interfacekaart Hiermee kunt u het apparaat aansluiten op een IEEE 1284-kabel. Voor meer informatie over het bevestigen van deze optie, zie de Gebruiksaanwijzing. Draadloze LAN-kaart Hiermee kunt u via een draadloze LAN-verbinding communiceren. Voor meer informatie over het bevestigen van deze optie, zie de Gebruiksaanwijzing. 18

21 Namen en functies van het bedieningspaneel Namen en functies van het bedieningspaneel DNE Display Dit is een touchscreen display dat pictogrammen, toetsen, snelkoppelingen en widgets weergeeft waarmee u door de schermen van de verschillende functies en toepassingen kunt navigeren en informatie wordt gegeven over zowel de operationele toestand van het apparaat als andere berichten. Zie Pag. 21 "Het [Home]- scherm gebruiken". 2. Aan/uit-indicatielampje Het Aan/uit-indicatielampje gaat branden wanneer u de aan/uit-schakelaar inschakelt. Wanneer het apparaat in de slaapstand staat, knippert het Aan/uit-indicatielampje langzaam. In de Uitmodus fuseereenheid brandt het Aan/uit indicatielampje. 3. Statusindicatielampje Hier kunt u de status van het systeem bekijken. Het lampje blijft branden wanneer er een fout optreedt of de toner op raakt. 4. Indicatielampje Inkomende gegevens (printermodus) Knippert wanneer het apparaat afdrukopdrachten ontvangt van een computer. 5. Mediasleuven Gebruik deze om een USB-geheugenopslagapparaat- of een SD-kaart aan te sluiten. U vindt meer informatie in de Gebruiksaanwijzing. 6. Lampje voor mediatoegang Gaat branden wanneer er een SD-kaart in de mediasleuf wordt geplaatst. 19

22 1. Snel aan de slag De taal van het display wijzigen U kunt de taal die op het display wordt gebruikt, wijzigen. Engels is standaard ingesteld. 1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 2. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Talen wijzigen widget]. 3. Selecteer de gewenste taal. 4. Druk op [OK]. 20

23 Het [Home]-scherm gebruiken Het [Home]-scherm gebruiken Het [Home]-scherm is ingesteld als standaardscherm zodra het apparaat wordt ingeschakeld. Er is een pictogram aan elke functie toegewezen en deze worden weergegeven op het [Home]-scherm. U kunt snelkoppelingen naar veel gebruikte internetpagina's aan het [Home]-scherm toevoegen. Ook kunt u widgets zoals de Talen wijzigen widget registreren. Het [Home]-scherm en het scherm van elke functie kan verschillen afhankelijk van de optionele eenheden die geïnstalleerd zijn. Als u het [Home]-scherm wilt weergeven, drukt u op [Home] ( scherm. ) onderaan in het midden van het Pas geen overmatige druk of kracht toe op het scherm, want dan kan het beschadigen. Maximaal toelaatbare kracht is ongeveer 30 N (ongeveer 3 kgf). N = Newton, kgf = kilogramkracht. 1 kgf = 9,8 N. Om tussen schermen te wisselen, veegt u met uw vinger naar links of rechts op het scherm NL DUL Pictogram voor ingelogde gebruiker Als gebruikersverificatie is ingeschakeld, wordt er een pictogram weergegeven om aan te geven dat er gebruikers zijn ingelogd. Druk op het pictogram om de namen te zien van de gebruikers die momenteel zijn ingelogd. 2. Systeembericht Hiermee worden berichten van het systeem en de toepassingen van het apparaat weergeven. 3. [Inloggen]/[Uitloggen] Deze toetsen worden weergegeven wanneer gebruikersverificatie is ingeschakeld. Wanneer u op [Inloggen] drukt, verschijnt het verificatiescherm. Als u reeds bent ingelogd op het apparaat, verschijnt [Uitloggen]. Om uit te loggen, drukt u op [Uitloggen]. Voor meer informatie over hoe u kunt in- en uitloggen, zie de Gebruiksaanwijzing. 21

24 1. Snel aan de slag 4. [Energiespaarstand] Druk hierop om naar de slaapstand te gaan. Voor meer informatie over de modi, zie Pag. 32 "Energie besparen". 5. Pictogram van toepassingenlijst Druk hierop om de lijst met toepassingen weer te geven. U kunt snelkoppelingen maken naar de toepassingen op het [Home]-scherm. Als u een toepassing wilt gebruiken die wordt weergegeven op het tabblad [Widgets] en [Programmeren], maakt u een snelkoppeling voor de toepassing in het [Home]-scherm. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing.Home 6. Pictogrammen om tussen schermen te wisselen Druk hierop om tussen de vijf home-schermen te wisselen. De pictogrammen verschijnen aan de onderkant rechts en links van het scherm. Het aantal pictogrammen geeft het aantal schermen weer aan weerszijden van het huidige scherm. 7. [Stoppen] Druk op deze knop om een taak die wordt uitgevoerd te stoppen. 8. [Menu] Hiermee wordt het menuscherm weergegeven van de toepassing die u gebruikt. Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, is deze toets mogelijk niet beschikbaar. U kunt deze toets ook in het [Home]-scherm indrukken om de instellingen in het [Home]-scherm terug te zetten op de standaardwaarden. 9. [Home] Druk hierop om het [Home]-scherm weer te geven. 10. [Terug] Druk op deze toets om terug te gaan naar het vorige scherm terwijl Schermeigenschappen is ingeschakeld of er toepassingen worden gebruikt. Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, is deze toets mogelijk niet beschikbaar. U kunt in sommige toepassingen opgeven of deze toets moet worden ingeschakeld of niet. Voor meer informatie over de instellingen, zie de Gebruiksaanwijzing. 11. [Media-informatie] / Haal de aangesloten SD-kaart of het USB-geheugenopslagapparaat uit de mediasleuf. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. 12. [Status controleren] Druk op deze knop om de systeemstatus van het apparaat, de bedieningsstatus van elke functie en de huidige taken te bekijken. U kunt hier ook de taakgeschiedenis en de onderhoudsinformatie van het apparaat bekijken. 13. Pictogramweergavegebied Geeft de functie of pictogrammen en widgets van toepassingen weer. Weergegeven pictogrammen kunnen verschillen tussen de vijf startschermen. Voor meer informatie over pictogrammen op elk scherm, zie Pag. 23 "Belangrijkste pictogrammen in het [Home]-scherm". U kunt ook snelkoppelingen toevoegen en pictogrammen schikken met behulp van mappen. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. 22

25 Het [Home]-scherm gebruiken U kunt de achtergrond van het [Home]-scherm wijzigen. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing.Home U kunt van modus wisselen door op pictogrammen op het [Home]-scherm te drukken. U kunt ook van modus wisselen door op de functietoetsen te drukken. Voor meer informatie over de functietoetsen, zie de Gebruiksaanwijzing. In de volgende gevallen kan de modus niet worden gewijzigd: Bij het openen van de volgende schermen: Apparaateigenschappen Onderhoud: Afdrukken Onderhoud: Afbeelding Teller Informatie Adresboekmanagement Instellingen Papierlade Huidige taak / Taakhistorie Het [Home]-scherm is ingesteld als standaardscherm zodra het apparaat wordt ingeschakeld. U kunt deze standaardinstelling wijzigen bij Functieprioriteit. Zie de Gebruiksaanwijzing. Belangrijkste pictogrammen in het [Home]-scherm De volgende pictogrammen worden standaard weergegeven in het [Home]-scherm: Pictogram Beschrijving Printer Print (Memory Storage Device) Afdrukken snel vrijgeven Printer (klassiek) Internetbrowser Hiermee kunt u instellingen opgeven om het apparaat eenvoudig als printer te gebruiken. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Hiermee kunt u bestanden vanaf een geheugenopslagapparaat afdrukken. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Hiermee kunt u bestanden eenvoudig afdrukken. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Druk op deze toets om het apparaat als printer te gebruiken. Druk op deze toets om internetpagina's weer te geven. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. 23

26 1. Snel aan de slag Pictogram Gebruikershandleiding Adresboekbeheer Website met toepassingen Gebruikersinstellingen Systeembericht widget Talen wijzigen widget Voorraadinfo widget Papierlade-inform. Geïntegreerde softwaretoepassingen Beschrijving Druk hierop om de handleidingen voor het apparaat weer te geven. Druk hierop om het adresboek weer te geven. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Druk hierop om de Website met toepassingen weer te geven. Hier kunt u toepassingen voor uw machine downloaden. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Druk hierop om het scherm weer te geven van de systeeminstellingen van het apparaat. Hiermee worden berichten van het systeem en de toepassingen van het apparaat weergeven. Hiermee kunt u de taal op het scherm wijzigen. Geeft aan hoeveel toner er nog is. Hier worden de instellingen van de lade en de resterende hoeveelheid papier weergegeven. In de energiespaarstand wordt deze widget gedimd en reflecteert deze niet langer de lade-instellingen of de resterende hoeveelheid papier. Als er een geïntegreerde softwaretoepassing geïnstalleerd is, wordt er een functiepictogram voor de toepassing weergegeven op het [Home]-scherm. U kunt pictogrammen toevoegen aan het [Home]-scherm om het apparaat te personaliseren. Voor meer informatie over het toevoegen van pictogrammen aan het [Home]-scherm, zie Pag. 28 "Pictogrammen toevoegen aan het [Home]-scherm". 24

27 Het [Home]-scherm gebruiken Het scherm [Printer (klassiek)] NL DUL Statusmeldingen van papierladen De instellingen van de papierlade weergeven. 2. Gebruiksstatus of mededelingen Toont de huidige status van het apparaat, zoals "Gereed", "Offline" en "Afdrukken...". Informatie over de afdruktaak (gebruikers-id en documentnaam) verschijnt in deze sectie. 3. [Vanaf geheugenopslag afdrukken] Druk hierop om het scherm voor het rechtstreeks afdrukken van bestanden vanaf een geheugenstick of -kaart. 4. Voorraadinformatie Geeft aan hoeveel toner er nog is. 5. [Job reset] Druk op de bijbehorende toets als u de huidige afdruktaak wilt annuleren. Als u op deze toets drukt wanneer Hex dump geselecteerd is, wordt Hex dump geannuleerd. 6. [Taakbewerking] Druk hierop om een taak te onderbreken die op dat moment wordt verwerkt. 7. [Form Feed] Druk op deze toets om alle gegevens af te drukken die in de invoerbuffer van het apparaat zijn achtergebleven. 8. [Takenlijst spoolen] Druk hierop om de gespoolde taken weer te geven. 9. [Foutenlogboek] Druk hierop om de foutlogboeken weer te geven van de afdruktaken die vanaf een computer zijn verzonden. 25

28 1. Snel aan de slag 10. [Vereenv schrm] Druk hierop om over te schakelen naar het vereenvoudigde scherm. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. 11. [Afdruktak.] Druk hierop om de afdruktaken weer te geven die vanaf een computer zijn gestuurd. [Informatie]-scherm Om mensen bewust te maken van hun printgedrag, kunt u zorgen voor een vermindering van het papiergebruik door bepaalde instellingen op het apparaat te maken. Als gebruikersverificatie ingeschakeld is, wordt het scherm weergegeven wanneer u zich aanmeldt op het apparaat. Als gebruikersverificatie niet ingeschakeld is, wordt het scherm weergegeven als het apparaat ontwaakt uit de slaapstand of na een systeemreset. Het scherm [Informatie] verschijnt als het apparaat wordt aangezet, ongeacht de verificatie-instellingen NL DUL [Vorig] / [Huid. ] Druk hierop om heen en weer te schakelen tussen het scherm [Informatie] van de vorige telperiode en dat van de huidige telperiode. 2. Papiervermindering Toont de hoeveelheid papier die bespaard is door gebruik te maken van de functies voor dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken. Het cijfer staat voor het percentage bespaard papier ten opzichte van de totale hoeveelheid verbruikt papier. Hoe hoger het getal, hoe groter het aantal bomen. Als de papierreductieratio een bepaald niveau overschrijdt, groeit er fruit aan de bomen. Druk op [...] rechtsonder in de ballon om de volgende items weer te geven: Totaal aantal afgedrukte pagina's: Het totale aantal pagina's dat binnen de huidige telperiode is afgedrukt, wordt weergegeven. Dubbelzijdig gebruik: Hier wordt de verhouding van de dubbelzijdige afdrukken ten opzichte van het totale aantal afdrukken weergegeven. 26

29 Het [Home]-scherm gebruiken Hoe hoger de verhouding, hoe meer blaadjes er worden weergegeven. Gecombineerd gebruik: 3. [Sluiten] Hier wordt de verhouding van de gecombineerde afdrukken ten opzichte van het totale aantal afdrukken weergegeven. Hoe hoger de verhouding, hoe meer blaadjes er worden weergegeven. Druk hierop om het [Informatie]-scherm te sluiten en terug te keren naar het bedieningsscherm. 4. Tellerperiodes Hier worden de huidige en vorige tellerperiode weergegeven. 5. Meldingen Er wordt een melding van de beheerder weergegeven. Mogelijke bewerkingen in het scherm Samenknijpen Plaats uw duim en wijsvinger op het scherm en knijp vervolgens uw vingers samen om het scherm uit te zoomen. Dubbeltikken kan ook effectief zijn voor deze bewerking. Spreiden DNE103 Plaats uw duim en wijsvinger op het scherm en spreid uw vingers uit elkaar om het scherm in te zoomen. Dubbeltikken kan ook effectief zijn voor deze bewerking. Vegen DNE104 27

30 1. Snel aan de slag Veeg met uw vinger naar rechts of links op het scherm om tussen schermen te wisselen. Lang tikken DNE102 Plaats uw vinger op het scherm en houd deze op het scherm tot het volgende scherm wordt weergegeven. U kunt het menuscherm weergeven van de gebruikte toepassing. Slepen DNE101 Zet uw vinger op het scherm en sleep hem vervolgens over het scherm. U kunt pictogrammen, mappen, enz. naar een gewenste locatie verplaatsen. DNE111 Pictogrammen toevoegen aan het [Home]-scherm Snelkoppelingen aan het [Home]-scherm toevoegen U kunt snelkoppelingen toevoegen aan de functies van het apparaat. 28

31 Het [Home]-scherm gebruiken U kunt de pictogrammen van de apparaatfuncties en ingebouwde software weergeven nadat u ze heeft verwijderd uit het [Home]-scherm. 1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 2. Druk op. 3. Druk op het tabblad [Apps] om een snelkoppeling toe te voegen naar een andere toepassing dan de [Printer (klassiek)]. Druk op het tabblad [Programmeren] om een snelkoppeling toe te voegen aan [Printer (klassiek)]. 4. Druk enige tijd op het toepassingspictogram om een snelkoppeling toe te voegen naar een andere toepassing dan de [Printer (klassiek)]. Druk enige tijd op het pictogram [Oudere toepassingen] om een snelkoppeling toe te voegen naar [Printer (klassiek)]. De afbeelding van waar de snelkoppeling moet worden geplaatst in het [Home]-scherm wordt weergegeven. 5. Sleep het pictogram naar de gewenste plek in het scherm. Als u een snelkoppeling wilt maken naar de [Printer (klassiek)], gaat u verder met stap Selecteer [Printer (klassiek)]. Snelkoppelingen naar bladwijzers toevoegen in het[home]-scherm U kunt snelkoppelingen naar bladwijzers die zijn geregistreerd in favorieten in de Webbrowser toevoegen aan het [Home]-scherm. 1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 2. Druk op. 3. Druk op het tabblad [Programmeren]. 4. Druk enige tijd op het pictogram [Bladwijzer]. De afbeelding van waar de snelkoppeling moet worden geplaatst in het [Home]-scherm wordt weergegeven. 5. Sleep het pictogram naar de gewenste plek in het scherm. 6. Selecteer in de lijst met bladwijzers de bladwijzer die u wilt toevoegen. Widgets toevoegen aan het [Home]-scherm U kunt widgets aan het [Home]-scherm toevoegen om aan te geven hoeveel toner er nog is of u kunt de schermtaal wijzigen. 1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 2. Druk op. 3. Druk op het tabblad [Widget]. 29

32 1. Snel aan de slag 4. Druk enige tijd op het widgetpictogram dat u wilt toevoegen. De afbeelding van waar de widget moet worden geplaatst in het [Home]-scherm wordt weergegeven. 5. Sleep het pictogram naar de gewenste plek in het scherm. 30

33 Het apparaat aan-/uitzetten Het apparaat aan-/uitzetten Het apparaat aan-/uitzetten Nadat u op de hoofdstroomschakelaar heeft gedrukt, moet u ten minste 10 seconden wachten tot duidelijk is dat het Aan/uit-indicatielampje brandt of uit is. De hoofdstroomschakelaar bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat. Als deze schakelaar aangezet wordt, wordt het apparaat ingeschakeld en licht het Aan/uit-lampje aan de rechterkant van het bedieningspaneel op. Als deze schakelaar wordt uitgezet, wordt het apparaat uitgeschakeld en gaat het Aan/uit-indicatielampje aan de rechterkant van het bedieningspaneel uit. Wanneer dit is gedaan, gaat het apparaat uit. Dit apparaat schakelt automatisch over naar de stand Uitmodus fuseereenheid of de slaapstand wanneer u het een tijd lang niet gebruikt. Voor meer informatie, zie Pag. 32 "Energie besparen". De hoofdstroomschakelaar inschakelen 1. Zorg ervoor dat de stekker van het netsnoer stevig in het stopcontact zit. 2. Open het klepje van de hoofdstroomschakelaar en druk op de hoofdstroomschakelaar. Het Aan/uit-indicatielampje gaat branden. DLV015 Nadat u de hoofdstroomschakelaar heeft aangezet, verschijnt er mogelijk een scherm dat aangeeft dat het apparaat bezig is met initialiseren. Schakel de printer tijdens dit proces niet uit. Initialiseren duurt ongeveer 7 minuten. Toepassingspictogrammen worden weergegeven op het scherm [Home] wanneer de toepassing gestart is. 31

34 1. Snel aan de slag De hoofdstroomschakelaar uitschakelen Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, trek dan aan de stekker, niet aan het snoer. Als u aan het snoer trekt, kunt u het netsnoer beschadigen. Het gebruik van beschadigde netsnoeren kan resulteren in brand of een elektrische schok. Zet het apparaat niet uit als het apparaat bezig is met een bewerking. Houd de hoofdstroomschakelaar niet ingedrukt als de stroom uitgeschakeld wordt. Als u dit wel doet, wordt het apparaat geforceerd uitgeschakeld. Dit kan de harde schijf of het geheugen beschadigen en storingen veroorzaken. 1. Open het klepje van de hoofdstroomschakelaar en druk op de hoofdstroomschakelaar. Het Aan/uit-indicatielampje gaat uit. De stroom wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Als het scherm op het bedieningspaneel niet verdwijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Energie besparen Dit apparaat heeft de volgende functies om energie te besparen. Uitmodus fuseereenheid Als u het apparaat niet gebruikt wordt voor een bepaalde periode na een bewerking, maakt het apparaat een klikkend geluid en gaat het in de Uitmodus fuseereenheid. Wanneer het apparaat in de Uitmodus fuseereenheid staat, is het scherm ingeschakeld, maar de verwarming van de fuseereenheid staat uit om energie te besparen. In deze modus kunt u de apparaatinstellingen wijzigen op het bedieningspaneel. Het apparaat moet echter wel deze stand verlaten om af te drukken. U kunt de tijdsduur tot het apparaat overschakelt naar de stand Uitmodus fuseereenheid wijzigen bij [Uitmodus fus.eenh. (energiepaarstand) Aan/Uit]. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Om de uitmodus van de fuseereenheid te deactiveren, voert u een van de volgende handelingen uit: Slaapstand Start afdruktaken Als het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt of als [Spaarstand] ( ) wordt ingedrukt, schakelt het over naar de slaapstand om het elektriciteitsverbruik nog verder te verlagen. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. 32

35 Het apparaat aan-/uitzetten U kunt de tijdsduur tot het apparaat overschakelt naar de slaapstand wijzigen bij [Timer slaapstand]. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Om de slaapstand af te sluiten, voert u een van de volgende handelingen uit: Tik op het displaypaneel. Open het voorpaneel of rechterpaneel. Als het apparaat in de Uitmodus fuseereenheid staat, brandt het aan/uit-indicatielampje. In de slaapstand knippert het Aan/uit-indicatielampje langzaam. De energiespaarstandfuncties zullen niet werken in de volgende gevallen: Tijdens de vastgestelde opwarmperiode Wanneer bewerkingen worden geannuleerd tijdens het afdrukken Bij het weergeven van een waarschuwing (het apparaat gaat in de Uitmodus fuseereenheid tenzij het paneel open is) Bij vastgelopen papier (het apparaat gaat in de Uitmodus fuseereenheid, behalve wanneer het paneel open is) Wanneer het indicatielampje Inkomende gegevens (Data In) brandt of knippert In de volgende gevallen gaat het apparaat niet over op de slaapstand: Tijdens communicatie met externe apparatuur Wanneer de harde schijf bezig is met het uitvoeren van een bewerking Wanneer er een onderhoudsbericht wordt weergegeven Wanneer het bericht "Toner bijvullen" verschijnt Wanneer toner wordt bijgevuld Wanneer een van de volgende schermen wordt weergegeven: Apparaateigenschappen Teller Informatie Adresboekmanagement Instellingen Papierlade Wanneer er gegevens worden verwerkt Wanneer een ontvanger wordt opgenomen in de adreslijst of in een groepskieslijst Wanneer de testafdruk, de beveiligde afdruk of het opgeslagen afdrukscherm weergegeven wordt Wanneer het scherm van een document dat opgeslagen is in de printerfunctie verschijnt Wanneer de interne koelventilator draait 33

36 1. Snel aan de slag Wanneer u toegang tot het apparaat wilt krijgen met Web Image Monitor 34

37 Gebruikersinstellingen openen Gebruikersinstellingen openen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het menu Gebruikersinstellingen opent. Met Gebruikersinstellingen kunt u standaardinstellingen wijzigen of instellen. Er zijn acht soorten menu's: Schermeigenschappen Geef de instellingen van het bedieningspaneel op. Apparaateigenschappen Geef de instellingen van het apparaat op. Onderhoud: Afdrukken Geeft de instellingen die gemaakt zijn in het menu Onderhoud: Afdrukken weer. Onderhoud: Afbeelding Geeft de instellingen die gemaakt zijn in het menu Onderhoud: Afbeelding weer. Teller U kunt het aantal vellen bevestigen dat u heeft afgedrukt. Informatie U kunt de contactgegevens voor vragen bevestigen. Adresboekmanagement U kunt de gebruikersgegevens van de machine beheren. Instellingen Papierlade Geef de instellingen van het papier op. Het bepalen van systeeminstellingen gebeurt anders dan normaal. Verlaat de Gebruikersinstellingen altijd als u klaar bent. Wijzigingen die u maakt met Gebruikersinstellingen blijven van kracht, zelfs wanneer de hoofdschakelaar of de bedieningsschakelaar uitgezet wordt of wanneer [Energiespaarstand] of [Reset] wordt ingedrukt. De standaardinstellingen wijzigen Dit gedeelte beschrijft hoe u de instellingen van Gebruikersinstellingen kunt wijzigen. Als Beheerderverificatie management is opgegeven, neem dan contact op met uw beheerder. 1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 2. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ). 35

38 1. Snel aan de slag 3. Selecteer de instellingen die u wilt wijzigen. Druk op [Apparaateigenschappen] en vervolgens op [Systeeminstellingen] om de gebruikersinstelling in [Systeeminstellingen] te wijzigen. 4. Wijzig de instellingen door de instructies op het display te volgen en druk vervolgens op [OK]. Gebruikersinstellingen afsluiten Dit gedeelte beschrijft hoe u de instellingen van Gebruikersinstellingen afsluit. 1. Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm. Bij het opgeven van Schermeigenschappen Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Bij het configureren van Apparaateigenschappen, Onderhoud: Afdrukken, Teller, Informatie, Adresboekmanagement of Instell. papierlade Druk op [Gebruikersinstellingen] ( ) rechtsboven in het scherm en druk vervolgens op [Home] ( ) in het midden onder aan het scherm. Wanneer u Apparaateigenschappen, Onderhoud: Afdrukken, Onderhoud: Afbeelding, Teller, Informatie, Adresboekmanagement, or Instell. papierlade configureert, kunt u Gebruikersinstellingen ook afsluiten door op [Afsluiten] og [Sluiten] in de rechterbovenhoek van het scherm te drukken en [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 36

39 Web Image Monitor gebruiken Web Image Monitor gebruiken Met behulp van Web Image Monitor kunt u de status van het apparaat nakijken en instellingen wijzigen. U kunt de apparaatinstellingen niet configureren met behulp van Web Image Monitor vanaf een computer die is aangesloten op het netwerk van de USB-apparaatserver. Open Web Image Monitor vanaf een computer die met het netwerk van het apparaat is verbonden. Beschikbare bewerkingen De volgende bewerkingen kunnen op afstand vanaf een clientcomputer worden uitgevoerd met Web Image Monitor. De apparaatstatus of de instellingen weergeven De status of historie van afdruktaken controleren Actieve afdruktaken onderbreken Het apparaat resetten Het adresboek beheren Apparaatinstellingen invoeren Netwerkprotocolinstellingen opgeven Beveiligingsinstellingen opgeven Het apparaat configureren Voor het uitvoeren van deze bewerkingen met Web Image Monitor is TCP/IP vereist. Nadat het apparaat werd geconfigureerd om TCP/IP te gebruiken, worden de bewerkingen vanuit Web Image Monitor beschikbaar. Aanbevolen internetbrowsers Windows: Internet Explorer 7.0 of later Microsoft Edge 20 of later Firefox 10 en 15 of later Google Chrome versie 19 of later OS X: Firefox 10 en 15 of later Safari 3.0 of later Google Chrome versie 19 of later Web Image Monitor ondersteunt schermlezersoftware. Wij raden het gebruik van JAWS 7.0 of een latere versie aan. 37

40 1. Snel aan de slag Beginpagina weergeven In dit gedeelte wordt de beginpagina besproken en wordt uitgelegd hoe u Web Image Monitor kunt weergeven. Als u een IPv4-adres invoert, begin de onderdelen dan niet met een nul. Bijvoorbeeld: als het adres " " is, moet u het invoeren als " ". 1. Start uw internetbrowser. 2. Voer " of hostnaam van uw apparaat)/" in de URL-balk van uw internetbrowser in. De beginpagina van Web Image Monitor verschijnt. Als de hostnaam van het apparaat werd geregistreerd op de DNS- of WINS-server, kunt u het invoeren. Wanneer u SSL, een protocol voor gecodeerde communicatie, instelt in een omgeving waarin serververificatie wordt gebruikt, voer dan " of hostnaam van het apparaat)/" in. Web Image Monitor is onderverdeeld in de volgende gedeeltes: NL DUL Menugedeelte Als u een menuoptie selecteert, wordt de inhoud hiervan weergegeven. 2. Koptekstgebied Toont pictogrammen voor de Help- en zoekfunctie. Dit gebied toont ook [Inloggen] en [>Uitloggen], waarmee u kunt schakelen tussen de beheerders- en gastmodus. 3. Vernieuwen/Help (Vernieuwen): klik op rechtsboven in het werkgebied om de apparaatgegevens te updaten. Klik op de knop [Vernieuwen] van de internetbrowser om het volledige browserscherm bij te werken. (Help): gebruik Help om de inhoud van het Help-bestand weer te geven of te downloaden. 38

41 Web Image Monitor gebruiken 4. Basisgegevensgebied Toon de basisgegevens voor het apparaat. 5. Werkgebied Toont de inhoud van het item dat in het menugedeelte is geselecteerd. 39

42 1. Snel aan de slag Gebruiksartikelen aanvullen en vervangen In dit gedeelte worden de voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van toner- en nietcartridges beschreven. Er wordt in tevens uitgelegd hoe u de andere verbruiksartikelen moet vervangen. Toner toevoegen Verbrand toner (nieuw of gebruikt) of tonercartridges niet. Doet u dit wel, dan riskeert u brandwonden. Toner ontvlamt wanneer het in contact komt met open vuur. Sla toner (nieuw of gebruikt) of tonercartridges niet op in de buurt van open vuur. Doet u dit toch, dan ontstaat er een risico op brand en/of brandwonden. Toner ontvlamt wanneer het in contact komt met open vuur. Gebruik geen stofzuiger om gemorste toner mee op te zuigen (inclusief gebruikte toner). Opgezogen toner kan tot brand of een explosie leiden vanwege een elektrische contactvonk binnenin de stofzuiger. Het is echter wel mogelijk een stofzuiger te gebruiken als deze explosievrij en stofexplosievrij is. Als er toner op de vloer is gemorst, verwijder de gemorste toner dan langzaam met een natte doek zodat de toner niet wordt verspreid. Hieronder volgt een waarschuwing over de plastic zak die onderdeel is van het inpakmateriaal van het apparaat. Houd de plastic materialen (zakken, etc.) die met dit apparaat zijn meegeleverd, te allen tijde uit de buurt van baby's en kleine kinderen. Als plastic in contact komt met mond of neus, kan dit verstikking als gevolg hebben. Druk of knijp tonercartridges niet in elkaar. Doet u dit wel, dan riskeert u dat toner geknoeid wordt, hetgeen kan leiden tot het vies worden van de huid en kleding, of dat er zelfs per ongeluk toner ingeslikt wordt. Houd toner (nieuw of gebruikt), tonercartridges en onderdelen die in contact zijn geweest met toner, buiten het bereik van kinderen. Indien toner of gebruikte toner wordt ingeademd, gorgel dan met voldoende water en ga naar een omgeving met frisse lucht. Raadpleeg indien nodig een dokter. Indien toner of gebruikte toner in uw ogen komt, spoel deze dan onmiddellijk uit met grote hoeveelheden water. Raadpleeg indien nodig een dokter. 40

43 Gebruiksartikelen aanvullen en vervangen Als toner of gebruikte toner wordt doorgeslikt, verdun deze dan door grote hoeveelheden water te drinken. Raadpleeg indien nodig een dokter. Let er tijdens het verwijderen van vastgelopen papier of het vervangen van tonercartridges goed op dat er geen toner (nieuw of gebruikt) op uw kleding komt. Indien er toner op uw kleding komt, was de vlek dan met koud water. Wanneer u warm water gebruikt, dringt de toner zich in de stof van uw kleding waardoor de vlek niet meer kan worden verwijderd. Let er tijdens het verwijderen van vastgelopen papier of het vervangen van tonercartridges goed op dat er geen toner (nieuw of gebruikt) op uw huid komt. Als uw huid in contact komt met toner, moet u het betreffende gedeelte van de huid grondig wassen met water en zeep. Als toner, tonerafvalfles of verbruiksartikelen met toner moeten worden vervangen, zorg er dan voor dat u geen toner morst. Doe de verbruiksartikelen die u weg wilt gooien na verwijdering in een zak. Zorg er bij verbruiksartikelen met een deksel voor dat het deksel is gesloten. Vervang altijd de tonercartridge als er een melding op het apparaat verschijnt. Als u andere toner gebruikt dan van het aanbevolen type, kunnen er storingen optreden. Zet de hoofdstroom niet uit wanneer u toner bijvult. De instellingen gaan dan verloren. Bewaar toner op een plaats waar die niet direct aan zonlicht, een hogere temperatuur dan 35 C (95ºF) of een hoge luchtvochtigheid blootgesteld wordt. Bewaar de toner horizontaal. Na het verwijderen van de tonercartridge mag u de fles niet met de mond omlaag schudden. Er zouden namelijk restjes toner kunnen rondspatten. Installeer en verwijder tonercartridges niet herhaaldelijk. Hierdoor kan de tonercartridge gaan lekken. Volg de instructies op het scherm op wat betreft het vervangen van de tonercartridge. Als het bericht "Tonercartridge is bijna leeg. " in de systeemberichtwidget verschijnt, is de toner bijna op. Zorg dat u een vervangende tonercartridge bij de hand heeft. Als wordt weergegeven terwijl er nog genoeg toner is, pakt u de cartridge met de opening naar boven, schudt u deze goed en plaatst u de cartridge weer terug. Wanneer "Geen toner" verschijnt in de systeemberichtwidget, kunt u de naam van de vereiste toner en de vervangingsprocedure controleren in het scherm [ Toner bijvullen]. Als u het scherm [ Toner bijvullen.] wilt weergeven, drukt u op [Status controleren], waarna u op [Contr.] drukt in het gedeelte [Apparaatstatus] op het tabblad [App.-/toepassingsstatus]. 41

44 1. Snel aan de slag Voor meer informatie over het controleren van het telefoonnummer van de contactpersoon waar u voorraden kunt bestellen, zie de Gebruiksaanwijzing. Nietjes bijvullen Bij het sluiten van de finisher dient u uw handen weg te houden van de bovenkant van de finisher. Als u een andere nietcartridge gebruikt dan degene die wordt aanbevolen, kunnen er storingen of andere problemen optreden tijdens het nieten. Volg de instructie op het scherm voor het bijvullen van nietjes. Als u het bovenste gedeelte niet naar buiten kunt trekken, dan zitten er nog nietjes in de cartridge. Maak eerst alle nietjes op voordat u nietjes bijvult. Andere verbruiksartikelen vervangen Raadpleeg de onderhoudshandleiding die geleverd is bij de nieuwe onderdelen voor de vervanging. Verbrand toner (nieuw of gebruikt) of tonercartridges niet. Doet u dit wel, dan riskeert u brandwonden. Toner ontvlamt wanneer het in contact komt met open vuur. Houd toner (nieuw of gebruikt), tonercartridges en onderdelen die in contact zijn geweest met toner, buiten het bereik van kinderen. De fusereenheid wordt heel heet. Wanneer u een nieuwe fuseereenheid installeert, moet u de printer uitschakelen en ongeveer een uur wachten voordat u de oude fuseereenheid vervangt. Als u dit niet in acht neemt, kan dat tot brandwonden leiden. Blootstelling aan licht vermindert de prestaties van de drumeenheid. Vervang de eenheid zo snel mogelijk. Als u de drumeenheid te snel of met kracht naar buiten trekt, kan deze vallen. 42

45 Gebruiksartikelen aanvullen en vervangen Zorg ervoor dat niets in contact komt met het oppervlak van de fotogeleider van de drumeenheid. Zorg ervoor dat u de drumeenheid aan de greep bovenaan de eenheid vasthoudt wanneer u deze uit de doos haalt. Raak geen onderdelen van de drumeenheid aan. Plaats geen voorwerpen op het voorpaneel of binnenste paneel. Tonerafvalflessen kunnen niet worden hergebruikt. Het wordt aanbevolen om extra tonerafvalflessen aan te schaffen en te bewaren. Leg voordat u de gebruikte tonerafvalfles uit de printer haalt, papier of ander materiaal rond de printer neer om te voorkomen dat de toner de werkruimte vuil maakt. Onderhoudskit A Vervang onderhoudskit A als de volgende melding op het display verschijnt: "Replacement of Maintenance Kit A will soon be necessary. A new unit is required. Please contact your local vendor. " Als de volgende melding op het display verschijnt, moet u onderhoudskit A binnenkort vervangen. "Replacement of Maintenance Kit A is now necessary. Replace Maintenance Kit A. Press [Check Status]. " Onderhoudskit B Vervang onderhoudskit B als de volgende melding op het display verschijnt: "Replacement of Maintenance Kit B will soon be necessary. A new unit is required. Please contact your local vendor. " Als de volgende melding op het display verschijnt, moet u onderhoudskit B binnenkort vervangen. "Replacement of Maintenance Kit B is now necessary. Replace Maintenance Kit B. Press [Check Status]. " 43

46 44 1. Snel aan de slag

47 2. Papier plaatsen In dit hoofdstuk worden de beschikbare lades voor ieder papierformaat en -type beschreven en er wordt uitgelegd hoe u papier in de papierlades kunt plaatsen. Papier plaatsen Voorzorgsmaatregelen voor papier plaatsen Pas tijdens het bijvullen van papier op dat uw vingers niet vast komen te zitten of dat u ze verwondt. Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Wanneer de mailbox of interne multivouweenheid is geïnstalleerd, mag u niet meer dan één paperlade tegelijkertijd uittrekken. Om papierstoringen te voorkomen, moet u het papier loswaaieren voordat u het plaatst. Als u papier plaatst als er nog maar een paar vellen papier in de lade liggen, kan het voorkomen dat er meerdere vellen papier tegelijk worden ingevoerd. Verwijder al het papier, leg het op de stapel nieuwe vellen papier en waaier de hele papierstapel los voordat u het in de lade plaatst. Maak omgekruld of gevouwen papier recht voordat u het plaatst. Voor meer informatie over de papiersoorten en -formaten die kunnen worden gebruikt, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en -typen". Het is mogelijk dat u soms een ritselend geluid hoort van papier dat door het apparaat beweegt. Dit geluid duidt niet op slecht functioneren. Papier in de papierladen plaatsen Elke papierlade wordt op dezelfde wijze gevuld. In het volgende voorbeeld wordt papier in lade 2 geplaatst. Controleer of de rand van het papier aan de rechterzijde is uitgelijnd. Als een papierlade te hard dicht geduwd wordt, kunnen de zijwanden van de lade van hun plaats raken. 45

48 2. Papier plaatsen Wanneer u een klein aantal vellen plaatst, moet u ervoor zorgen dat u de zijgeleiders niet te ver naar binnen drukt. Als de zijgeleiders te strak tegen het papier aan worden gezet, kunnen de randen gaan krullen, kan dun papier kreukelen of kan het papier verkeerd worden ingevoerd. 1. Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en trek de lade dan voorzichtig open tot deze stopt. 2. Zorg dat het papier recht is en plaats het met de afdrukzijde naar boven. DRY222 Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. 3. Duw de achter- en zijgeleiders voorzichtig tegen het geplaatste papier aan. DUL049 Zorg ervoor dat er geen ruimte zit tussen het papier en de zijgeleiders of eindgeleider. DUL Schuif de papierlade langzaam volledig naar binnen. 46

49 Papier plaatsen U kunt diverse formaten papier in de papierladen plaatsen door de posities van de zijwanden en eindwand te wijzigen. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. U kunt enveloppen in de papierladen plaatsen. Als u enveloppen plaatst, moet u ze in de juiste richting plaatsen. Voor meer informatie, zie Pag. 61 "Enveloppen". Papier in de handinvoer plaatsen Gebruik de handinvoer om OHP-transparanten, etiketten, kalkpapier en papier dat niet in de papierladen kan worden geplaatst te gebruiken. Het maximale aantal vellen dat u in één keer kunt plaatsen, is afhankelijk van het type papier. Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Voor het maximale aantal vellen dat u kunt plaatsen, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en -typen". 1. Open de handinvoer. DUL Voer het papier met de bedrukte zijde naar beneden in totdat u een piep hoort. 3. Positioneer de papiergeleiders op basis van het papierformaat. Als de geleiders niet tegen het papier aandrukken, kunnen afbeeldingen verdraaid raken of wordt het papier verkeerd ingevoerd. 47

50 2. Papier plaatsen DCG018 Het wordt aanbevolen bij het gebruik van de handinvoer het papier te plaatsen in de richting. Sommige soorten papier kunnen mogelijk niet juist herkend worden wanneer deze geplaatst worden in de handinvoer. Wanneer dit gebeurt, dient u het papier eruit te halen en opnieuw in de handinvoer te plaatsen. Trek het verlengstuk uit als u vellen van A4-formaat, 8 1 / 2 11 of groter in de handinvoer plaatst. Wanneer u dik papier, dun papier of OHP-transparanten plaatst, dient u het papierformaat en - type in te stellen. Briefpapier moet in een specifieke richting worden geplaatst. Voor meer informatie, zie Pag. 51 "Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier laden". U kunt enveloppen in de handinvoer plaatsen. Enveloppen moeten in een specifieke richting worden geplaatst. Voor meer informatie, zie Pag. 61 "Enveloppen". Geef de papierformaten op die niet automatisch worden gedetecteerd. Voor meer informatie over de formaten die automatisch kunnen worden gedetecteerd, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en -typen". Voor meer informatie over het specificeren van formaten, zie Pag. 64 "Afdrukken via de handinvoer". Voor afdrukken vanaf een computer met behulp van de handinvoer, zie Pag. 64 "Afdrukken via de handinvoer". Wanneer het [Meldingsgeluid] is ingesteld op [Geen geluid], klinkt er geen geluid wanneer u papier invoert in de handinvoer. Voor meer informatie over [Meldingsgeluid], zie de Gebruiksaanwijzing. Papier in lade 3 (LCT) plaatsen (voornamelijk in Europa en Azië) Lade 3 (LCT) gebruikt alleen A4 -papier. Als u op 8 1 / 2 11 papier wilt afdrukken via lade 3 (LCT), neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. 48

51 Papier plaatsen (voornamelijk in Noord-Amerika) Lade 3 (LCT) is alleen geschikt voor 8 1 / papier. Als u op A4 -formaat vanuit lade 3 (LCT), neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. Wanneer het papier dat aan de rechterkant van lade 3 (LCT) is geplaatst, opraakt, wordt het papier aan de linkerkant automatisch naar rechts geschoven. Trek lade 3 (LCT) er niet uit terwijl de lade het papier aan het verplaatsen is. Wacht totdat u geen geluiden meer uit de lade hoort. Voor de rechterstapel lijnt u de rechterzijde van het papier uit met de rechterzijde van de lade. Voor de linkerstapel lijnt u de linkerzijde van het papier uit met de linkerzijde van de lade. 1. Trek de papierlade langzaam naar buiten tot deze niet verder kan. 2. Zorg dat het papier recht is en plaats het met de afdrukzijde naar boven. Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Gehele lade naar buiten getrokken CVA017 Linkerzijde van de lade uitgetrokken CVA018 49

52 2. Papier plaatsen CVA Schuif de papierlade langzaam volledig naar binnen. U kunt papier zelfs plaatsen als lade 3 (bulklade) in gebruik is. U kunt de linkerhelft van de lade uittrekken terwijl lade 3 (bulklade) in gebruik is. Plaats 30 of meer vellen papier in de linkerhelft van de lade. LPapier plaatsen in de bulklade (LCT) (voornamelijk in Europa en Azië) De bulklade (LCT) gebruikt alleen A4 -papier. Als u wilt afdrukken op 8 1 / 2 11 of B5 JIS vanuit de bulklade (LCT), neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. (voornamelijk in Noord-Amerika) De bulklade (LCT) is alleen geschikt voor 8 1 / 2 11 papier. Als u wilt afdrukken op A4 of B5 JIS - formaat via de bulklade (LCT), neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. Controleer of de papierranden aan de linkerzijde zijn uitgelijnd. 1. Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en open het rechterpaneel van de bulklade (LCT). DRY224 50

53 Papier plaatsen 2. Plaats papier in de papierlade met de afdrukzijde naar beneden. Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. DRY Sluit het rechterpaneel van de bulklade (LCT). Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier laden Het kan zijn dat er niet goed wordt afgedrukt op papier met een vaste afdrukrichting (van boven naar onder) of op dubbelzijdig papier (bijvoorbeeld briefpapier, geperforeerd papier of gekopieerd papier). Dit hangt af van de manier waarop de originelen en het papier zijn geplaatst. Instellingen voor Gebruikersinst. Geef [Automatische detectie] of [Aan (altijd)] op voor [Briefpapier instelling] in [Systeem] onder het menu Printereigenschappen en plaats dan het papier zoals hieronder is aangegeven. Voor meer informatie over briefpapierinstellingen, zie de Gebruiksaanwijzing. Papierrichting De betekenis van de pictogrammen is als volgt: Pictogram Betekenis Leg of plaats papier met de bedrukte zijde naar boven. Leg of plaats papier met de bedrukte zijde naar beneden. 51

54 2. Papier plaatsen Afdrukzi jde Lade 1 4 Lade 3 (bulklade) Bulklade (LCT) Handinvoer Enkelzij dig Dubbelz ijdig Om op papier met briefhoofd af te drukken als [Autodetectie] is gespecificeerd voor [Briefpapier instelling], moet u [Briefpapier] opgeven als het papiertype in de instellingen van het printerstuurprogramma. Als een afdruktaak halverwege het afdrukken wordt gewijzigd van enkelzijdig naar dubbelzijdig afdrukken, kan de enkelzijdige afdruk na de eerste afdruk op de andere zijde worden afgedrukt. Om ervoor te zorgen dat al het papier in dezelfde richting uitgevoerd wordt, raden wij u aan om verschillende laden op te geven voor enkelzijdige en dubbelzijdige afdruktaken. Let op dat dubbelzijdig afdrukken uitgeschakeld moet worden voor de lade die is opgegeven voor enkelzijdig afdrukken. Voor meer informatie over het maken van dubbelzijdige afdrukken, zie de Gebruiksaanwijzing. 52

55 Aanbevolen papier Aanbevolen papier Aanbevolen papierformaten en -typen Dit gedeelte geeft de aanbevolen papierformaten en -soorten. Als u gekruld papier gebruikt, omdat het te droog of te vochtig is, kan er een papierstoring optreden. Gebruik geen papier dat bedoeld is voor een inkjetprinter, omdat het aan de fuseereenheid kan blijven plakken en een papierstoring kan veroorzaken. Wanneer u overheadsheets plaatst, controleer de voor- en achterkant van de vellen en plaatst u ze correct. Anders kan er een storing ontstaan. Lade 1 t/m 4 Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit g/m 2 (16 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Normaal pap. 1 Dik papier 4 Papierformaten die automatisch kunnen worden gedetecteerd: *1 A3, A4, A5, B4 JIS, B5 JIS, 8 1 / vellen A4, A5, B5 JIS, 11 17, 8 1 / 2 14, 8 1 / 2 11, 7 1 / / 2, 8 1 / / 5 53

56 2. Papier plaatsen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit g/m 2 (16 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Normaal pap. 1 Dik papier 4 Selecteer het papierformaat via het menu Instell. papierlade: *1 A5, A6, B6 JIS, 11 17, 8 1 / 2 14, 8 1 / 2 13, 8 1 / 2 11, 8 1 / 4 14, 8 1 / 4 13, 8 13, 8 10, 7 1 / / 2, 5 1 / / 2, 8K, 16K, 11 15, 10 14, 8 1 / / vellen g/m 2 (16 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Normaal pap. 1 Dik papier 4 A3, A4, A5, A6, B4 JIS, B5 JIS, B6 JIS, 8 1 / 2 13, 8 1 / 4 14, 8 1 / 4 13, 8 13, 8 10, 7 1 / / 2, 5 1 / / 2, 8K, 16K, 11 15, Aangepast formaat *2 : Verticaal: 90,0 297,0 mm Horizontaal: 148,0 431,8 mm 550 vellen Verticaal: 3,55 11,69 inch Horizontaal: 5,83 17,00 inch 54

57 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Enveloppen Selecteer het papierformaat via het menu Instell. papierlade: 4 1 / / 2, 3 7 / / 2, C5 Env, C6 Env, DL Env : 50 vellen Dubbele flap: 15 vellen Enkelvoudige flap: 25 vellen Handinvoer *1 Pas de ondersteunende zijwand aan voordat u papier van B4 JIS -, A3 - of formaat in lade 3 4 plaatst. *2 Indien u papier plaatst in lade 1 met een verticale lengte van meer dan 279,4 mm (11,0 inch), zorg dan dat de horizontale breedte 420 mm (16,6 inch) of minder is. Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit g/m 2 (14 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Dun papier Dik papier 4 Papierformaten die automatisch kunnen worden waargenomen: A3, A4, A5, A6, B4 JIS, B5 JIS, B6 JIS 100 vellen (max. 10 mm hoog) Dik papier 1: 40 vellen Dik papier 2 Dik papier 3: 20 vellen Dik papier 4: 16 vellen A5, B5 JIS, 11 17, 8 1 / 2 11, 5 1 / / 2, 7 1 / / 2,

58 2. Papier plaatsen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit g/m 2 (14 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Dun papier Dik papier 4 * , 8 1 / 2 14, 8 1 / 2 13, 8 1 / 2 11, 8 1 / 4 14, 8 1 / 4 13, 8 13, 8 10, 7 1 / / 2, 5 1 / / 2, 8K, 16K, 12 18, 11 15, 10 14, 8 1 / / vellen (max. 10 mm hoog) Dik papier 1: 40 vellen Dik papier 2 Dik papier 3: 20 vellen Dik papier 4: 16 vellen g/m 2 (14 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Dun papier Dik papier 4 A3, A4, A5, A6, B4 JIS, B5 JIS, B6 JIS, 8 1 / 2 14, 8 1 / 2 13, 8 1 / 4 14, 8 1 / 4 13, 8 13, 8 10, 7 1 / / 2, 8K, 16K, 11 15, 10 14, 8 1 / / 5 Aangepast formaat *2 : Verticaal: 90,0 304,8 mm *3 Horizontaal: 148,0-600,0 mm *4 100 vellen (max. 10 mm hoog) Dik papier 1: 40 vellen Dik papier 2 Dik papier 3: 20 vellen Dik papier 4: 16 vellen Verticaal: 3,55 12,00 inch *3 Horizontaal: 5,83-23,62 inch *4 OHP-transparanten A4, 8 1 / vellen Halfdoorschijnend papier A3, A4, B4 JIS, B5 JIS 1 vel 56

59 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Etiketten (stickervellen) B4 JIS, A4 30 vellen Enveloppen *1 4 1 / / 2, 3 7 / / 2, C5 Env, C6 Env, DL Env 10 vellen Lade 3 (LCT) *1 Selecteer het papierformaat. Zie Pag. 64 "Normale formaten instellen via het bedieningspaneel". *2 Voer het papierformaat in. Zie Pag. 64 "Papier met afwijkende afmetingen instellen via het bedieningspaneel". *3 Wanneer alleen de interne multivouweenheid is geïnstalleerd, is het verticale formaat beperkt tot 90,0 297,0 mm (3,55 11,69 inch). *4 Papier met een horizontale lengte van 432 mm (17,1 inch) of langer kan gaan kreukelen, vastlopen en problemen veroorzaken bij het invoeren. Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit g/m 2 (16 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Normaal pap. 1 Dik papier g/m 2 (16 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Normaal pap. 1 Dik papier 4 A4 8 1 / 2 11 *1 8 1 / 2 11 A vellen vellen 2 *1 Om papier van een van de bovengenoemde formaten te plaatsen, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. 57

60 2. Papier plaatsen Bulklade (LCT) Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit g/m 2 (16 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Normaal pap. 1 Dik papier g/m 2 (16 lb. bankpost 110 lb. voor-/ achterblad) Normaal pap. 1 Dik papier 4 A4 8 1 / 2 11 *1 B5 JIS, 8 1 / 2 11 A4, B5 JIS 1500 vellen 1500 vellen Papierdikte *1 Om papier van een van de bovengenoemde formaten te plaatsen, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. Papierdikte *1 Dun papier *2 Norm. pap. 1 Normaal papier 2 Medium dik Dik papier 1 Dik papier 2 Dik papier 3 Dik papier 4 Papiergewicht g/m 2 (14-15 lb. bankpost) g/m 2 (16-20 lb. bankpost) g/m 2 (20 lb. bankpost) g/m 2 (20-28 lb. bankpost) g/m 2 (28 lb. bankpost - 90 lb. index) g/m 2 (65 80 lb. voorblad) g/m 2 (80 lb. voorblad lb. index) g/m 2 (140 lb. index lb. voor-/ achterblad) *1 De afdrukkwaliteit neemt af als het door u gebruikte papier dicht bij het minimale of maximale gewicht ligt. Wijzig de instelling voor het papiergewicht in dunner of dikker. *2 Afhankelijk van het type dun papier kunnen de randen gaan kreukelen of kan het papier verkeerd worden ingevoerd. 58

61 Aanbevolen papier Bepaalde papiertypen (zoals kalkpapier of OHP-transparanten) kunnen wat meer geluid bij het bedrukken veroorzaken dan normaal. Dit geluid wijst niet op een probleem en heeft geen invloed op de afdrukkwaliteit. De papiercapaciteit in de bovenstaande tabellen dient als voorbeeld. De werkelijke papiercapaciteit kan lager zijn, afhankelijk van het papiertype. Zorg er bij het plaatsen van papier voor dat de stapelhoogte niet boven het limietteken op de papierlade uitkomt. Als invoer van meerdere vellen plaatsvindt, waaiert u de vellen grondig of plaatst u de vellen een voor een. Strijk gekrulde vellen glad voordat u ze plaatst. De afdruksnelheid kan lager dan gewoonlijk liggen afhankelijk van het papierformaat en -type. Wanneer u dik papier plaatst van g/m 2 (28 lb. Bankpost-110 lb. voorblad), zie Pag. 60 "Dik papier". Zie bij het plaatsen van enveloppen Pag. 61 "Enveloppen". Wanneer u op briefpapier afdrukt, is de richting waarin u het papier plaatst afhankelijk van de functie die u gebruikt. Voor meer informatie, zie Pag. 51 "Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier laden". Bij het plaatsen van etikettenpapier: Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken. Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren. In het scherm [Papiertype: Handinvoerlade] onder [Instell. papierlade] selecteert u [Etiketten] in het gebied [Papiertype] en vervolgens de geschikte papierdikte in het gebied [Papierdikte]. Wanneer u OHP-transparanten plaatst: Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren. Wanneer u op OHP-transparanten wilt afdrukken vanaf de computer, zie Pag. 65 "Dik papier, dun papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het bedieningspaneel". Waaier OHP-transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen OHPtransparanten niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst. Verwijder afgedrukte vellen één voor één. Bij het plaatsen van doorzichtig papier: Bij het plaatsen van doorzichtig papier moet u altijd papier met een lange structuur gebruiken en de papierrichting instellen volgens de structuur. Doorzichtig papier absorbeert gemakkelijk vocht en gaat krullen. Verwijder de krul in het doorzichtig papier voordat u het plaatst. Verwijder afgedrukte vellen één voor één. 59

62 2. Papier plaatsen Als u doorlopend afdrukken op A5, A6, enveloppen of andere kleinere papierformaten heeft gemaakt, moet u mogelijk een minuut wachten op aanpassingen wanneer u op een ander papierformaat afdrukken wilt maken. Dik papier In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over dik papier. Wanneer u dik papier wilt plaatsen van g/m 2 (28 lb. bankpost 110 lb. voorblad), moet u de onderstaande aanbevelingen opvolgen om verkeerd ingevoerd papier en verlies van afdrukkwaliteit te voorkomen. Sla al uw papier op in dezelfde omgeving, een ruimte met een temperatuur van C (68-77 F) en een vochtigheidsgraad van 30-65%. Als u papier plaatst in de papierladen, moet u minstens 20 vellen plaatsen. Let er ook op dat de zijwanden tegen de papierstapel aangeschoven zijn. Er kunnen papierstoringen optreden en het papier kan verkeerd worden ingevoerd wanneer u op dikke gladde vellen afdrukt. Als u dergelijke problemen wilt voorkomen, moet u ervoor zorgen dat gladde vellen grondig worden uitgewaaierd voordat u ze plaatst. Als papier ook nadat u het grondig uitgewaaierd heeft, blijft vastlopen of samen wordt ingevoerd, plaatst u het papier vel voor vel in de lade voor handinvoer. Wanneer u dik papier plaatst, stel dan de richting van het papier in volgens de korrelstructuur van het papier aan de hand van onderstaande tabel. Richting van de papierkorrel Lade 1 4 Lade 3 (bulklade) Bulklade (LCT) Handinvoer Niet aanbevolen Niet aanbevolen Selecteer [Dik papier 1], [Dik papier 2], [Dik papier 3] of [Dik papier 4] als papierdikte bij [Instellingen papierlade]. Als dik papier wordt geplaatst zoals eerder is beschreven, kan het zijn dat - afhankelijk van het type papier - de normale bewerkingen niet kunnen worden uitgevoerd en dat de afdrukkwaliteit niet goed is. 60

63 Aanbevolen papier Afdrukken kunnen opvallende verticale vouwen vertonen. Afdrukken kunnen duidelijk zijn omgekruld. Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld. Enveloppen In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over enveloppen. Gebruik geen vensterenveloppen. Er kunnen papierstoringen optreden, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen. Alleen enveloppen die minstens 148 mm (5,9 inch) breed zijn met open flappen kunnen worden geplaatst in -richting. Als u enveloppen vastlopen. plaatst, moeten de flappen volledig open zijn. Anders kunnen ze misschien Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om lucht eruit te laten en de vier randen glad te maken. Strijk de voorste randen (de randen die het apparaat ingaan) van de enveloppen met een potlood of liniaal glad voordat u de enveloppen plaatst. De manier om enveloppen te plaatsen hangt af van de richting van de enveloppen. Bij het afdrukken op enveloppen plaatst u deze volgens de geschikte richting die hieronder wordt weergegeven: Enveloppen plaatsen Soorten enveloppen Lade 1 4 Handinvoer Enveloppen met een opening aan de zijkant Flappen: open Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat Te bedrukken zijde: naar boven Flappen: open Onderkant van enveloppen: naar de linkerkant van het apparaat Te bedrukken zijde: naar beneden 61

64 2. Papier plaatsen Soorten enveloppen Lade 1 4 Handinvoer Enveloppen met een opening aan de zijkant Flappen: gesloten Onderkant van enveloppen: naar de achterkant van het apparaat Te bedrukken zijde: naar boven Flappen: gesloten Onderkant van enveloppen: naar de achterkant van het apparaat Te bedrukken zijde: naar beneden Selecteer bij het plaatsen van enveloppen "Envelop" als papiertype met behulp van zowel [Instellingen papierlade] als het printerstuurprogramma, en geef de dikte van de enveloppen aan. Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing. Draai de afbeelding 180 graden door middel van het printerstuurprogramma om af te drukken op enveloppen die in de handinvoerlade liggen met de korte rand tegen het apparaat. Aanbevolen enveloppen Neem contact op met uw lokale dealer voor informatie over aanbevolen enveloppen. Voor meer informatie over het formaat van de enveloppen dat u kunt plaatsen, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en -typen". Plaats alleen enveloppen van hetzelfde formaat en soort. De functie Duplex kan niet voor enveloppen worden gebruikt. Om een betere afdrukkwaliteit te krijgen, raden wij u aan de rechter, linker, bovenste en onderste afdrukmarge ieder in te stellen op tenminste 15 mm (0,6 inch). De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren. Afgedrukte vellen worden afgeleverd in de interne lade, zelfs als u een andere lade hebt opgegeven. Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld. Controleer of de enveloppen niet vochtig zijn. Een hoge temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad reduceren de afdrukkwaliteit en zorgen ervoor dat de enveloppen gaan kreukelen. Afhankelijk van de omgeving kan het afdrukken op enveloppen deze kreukelen, zelfs als ze zijn aanbevolen. 62

65 Aanbevolen papier Bepaalde typen enveloppen kunnen mogelijk gekreukeld, besmeurd of met drukfouten uit het apparaat komen. Als u een effen kleur op een envelop afdrukt, kunnen er lijnen ontstaan waar de overlappende randen van de envelop het dikker maken. 63

66 2. Papier plaatsen Afdrukken via de handinvoer Wanneer u [Apparaatinstelling(en)] in [Handinvoer] onder [Prioriteit lade-instelling] in [Systeem] van Printereigenschappen selecteert, dan hebben de instellingen die zijn gemaakt via het bedieningspaneel prioriteit boven de instellingen van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. De standaard voor [Handinvoer] is [Driver/Opdracht]. Instellingen blijven geldig totdat ze gewijzigd worden. Voor afdrukken vanaf een computer, zie de Gebruiksaanwijzing. De standaardinstelling van [Printer handinvoer papierformaat] is [Autodetectie]. Normale formaten instellen via het bedieningspaneel 1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 2. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ). 3. Druk op [Instellingen papierlade]. 4. Druk op [Printer handinvoer papierformaat]. 5. Selecteer het papierformaat. 6. Druk op [OK]. 7. Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ( ). 8. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Papier met afwijkende afmetingen instellen via het bedieningspaneel 1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 2. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ). 64

67 Afdrukken via de handinvoer 3. Druk op [Instellingen papierlade]. 4. Druk op [Printer handinvoer papierformaat]. 5. Druk op [Ang.fr]. Indien er al een aangepast formaat is ingesteld, drukt u op [Formaat wijzigen]. 6. Druk op [Horizontaal]. 7. Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [ ]. 8. Druk op [Verticaal]. 9. Voer de verticale afmeting in met de cijfertoetsen en druk op [ ]. 10. Druk twee keer op [OK]. 11. Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ( ). 12. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Dik papier, dun papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het bedieningspaneel Gebruik OHP-transparanten van het formaat A4 of 8 1 / 2 11 en geef het formaat op. Meestal kan maar op één kant van OHP-transparanten worden afgedrukt. Plaats de transparanten met de afdrukzijde naar beneden. Indien u op transparanten afdrukt, dient u de afgedrukte vellen één voor één te verwijderen. 1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. 2. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ). 3. Druk op [Instellingen papierlade]. 4. Druk op [Papierformaat handinvoer] en selecteer vervolgens het papierformaat. 5. Druk op [OK]. 65

68 2. Papier plaatsen 6. Druk op [ Volg.]. 7. Druk op [Papiertype: Handinvoerlade]. 8. Selecteer de juiste items aan de hand van het papiertype dat u in wilt instellen. Druk op [OHP (transparant)] in het gebied [Papiertype] bij het invoeren van OHPtransparanten. Om dun of dik papier te plaatsen, drukt u op [Normaal: Verborgen] in het gebied [Papiertype] en kiest u vervolgens een geschikte papierdikte in het gebied [Papierdikte]. 9. Druk op [OK]. 10. Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ( ). 11. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Wij raden u aan de gespecificeerde transparanten te gebruiken. Voor meer informatie over de papierdikte, zie de Gebruiksaanwijzing. 66

69 3. Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden oplossingen voor veelvoorkomende problemen geboden en tevens uitgelegd hoe u slechte afdrukresultaten corrigeert. Als het apparaat een piepgeluid maakt De volgende tabel geeft uitleg over de betekenis van de verschillende geluidspatronen die het apparaat produceert om gebruikers te waarschuwen over achtergebleven originelen en overige apparaatomstandigheden. Signaalpatroon Betekenis Oorzaak Enkele korte pieptoon Korte en daarna lange pieptoon Twee lange pieptonen Vijf lange pieptonen, vier keer herhaald Vijf korte pieptonen, vijf keer herhaald. Paneel-/scherminvoer geaccepteerd. Paneel-/scherminvoer geweigerd. Het apparaat is opgewarmd. Zachte pieptoon Harde pieptoon Er is op een toets op het scherm gedrukt. De gebruiker heeft op een ongeldige toets op het scherm gedrukt, of het ingevoerde wachtwoord is onjuist. Wanneer het apparaat uitgezet wordt of het apparaat uit de slaapstand komt, is het apparaat volledig opgewarmd en klaar voor gebruik. Papierlade is leeg. Het apparaat vraagt de aandacht van de gebruiker, omdat er papier is vastgelopen, de toner moet worden bijgevuld of omdat er zich andere problemen hebben voorgedaan. Gebruikers kunnen de waarschuwingssignalen van het apparaat niet uitzetten. Wanneer het apparaat piept om gebruikers te waarschuwen over een papierstoring of verzoek om toner, of als de panelen van het apparaat binnen korte tijd meerdere malen worden geopend en gesloten, dan kan de geluidswaarschuwing blijven voortduren, zelfs nadat de normale status is hervat. U kunt geluidswaarschuwingen in- en uitschakelen. U vindt meer informatie over geluid in de Gebruiksaanwijzing. 67

70 3. Problemen oplossen Als een statuspictogram weergegeven wordt Dit gedeelte verklaart de statuspictogrammen die worden weergegeven als het apparaat de gebruiker vraagt om vastgelopen papier te verwijderen, papier bij te vullen of andere procedures uit te voeren. Statuspictogram Status : Papierstoring Verschijnt wanneer papier is vastgelopen. Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier raadpleegt u Pag. 99 "Verwijderen van vastgelopen papier". : Papier toevoegen Verschijnt als het papier op is. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Pag. 45 "Papier plaatsen". : Toner bijvullen Verschijnt als de toner op is. Voor informatie over het bijvullen van toner raadpleegt u Pag. 40 "Toner toevoegen". : Nietjes bijvullen Verschijnt als de nietjes op zijn. Voor informatie over het bijvullen van nietjes raadpleegt u Pag. 42 "Nietjes bijvullen". : Tonerafvalfles vol Verschijnt wanneer de tonerafvalfles vol is. Voor meer informatie over het vervangen van de tonerafvalfles, zie Maintenance Kit SP 8400A. : Perforatieopvangbak vol Verschijnt wanneer de perforatieopvangbak vol is. Voor meer informatie over het verwijderen van perforatorafval, zie de Gebruiksaanwijzing. : Service bellen Verschijnt wanneer het apparaat slecht functioneert of onderhoud nodig heeft. : Paneel open Verschijnt wanneer één of meer panelen van het apparaat open staan. 68

71 Als het indicatielampje [Status controleren] brandt of knippert Als het indicatielampje [Status controleren] brandt of knippert Als het indicatielampje van [Status controleren] brandt of knippert, drukt u op [Status controleren] om het scherm [Status controleren] weer te geven. Controleer de status van elke functie op het scherm [Status controleren]. Het scherm [Status controleren] NL DRA Tabblad [App.-/appl.status] Geeft de status van het apparaat en van elke functie aan. 2. [Contr.] Als er zich een fout voordoet in het apparaat of een functie, drukt u op [Contr.] om details te bekijken. Door op [Contr.] te drukken, verschijnt er een foutmelding op het overeenkomstige functiescherm. Controleer de foutmelding op het functiescherm en neem de nodige maatregelen. U vindt meer informatie voor het oplossen van de problemen die in de foutmeldingen worden beschreven in de Gebruiksaanwijzing, Pag. 76 "Meldingen bij gebruik van de printer" of Pag. 82 "Wanneer er andere meldingen worden weergegeven". 3. Meldingen Toont een bericht dat de status aangeeft van het apparaat en van elke functie. 4. Statuspictogrammen Elk statuspictogram dat kan worden weergegeven, wordt hieronder beschreven: : Deze functie voert een taak uit. : Het apparaat kan niet worden gebruikt, omdat er een fout in het apparaat is opgetreden. 69

72 3. Problemen oplossen : De functie kan niet worden gebruikt, omdat er een fout in de functie of het apparaat is opgetreden. Dit pictogram kan ook worden weergegeven als de toner bijna op is. In de volgende tabel worden problemen uitgelegd die ervoor zorgen dat het indicatielampje [Status controleren] gaat branden of knipperen. Probleem Oorzaak Oplossing Documenten en rapporten worden niet afgedrukt. Documenten en rapporten worden niet afgedrukt. Er is een fout opgetreden. Het apparaat kan geen verbinding met het netwerk maken. De papieruitvoerlade is vol. Er is geen kopieerpapier meer. Een functie die de status "Fout opgetreden" heeft in het scherm [Status controleren], heeft een probleem. Er is een netwerkfout opgetreden. Verwijder de afdrukken uit de uitvoerlade. Plaats papier in de laden. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Pag. 45 "Papier plaatsen". Druk op [Contr.] voor de functie waarbij een fout is opgetreden. Lees de melding die wordt weergegeven en neem gepaste maatregelen. U vindt meer informatie over foutmeldingen en hun oplossing in de Gebruiksaanwijzing, Pag. 76 "Meldingen bij gebruik van de printer" of Pag. 82 "Wanneer er andere meldingen worden weergegeven". U kunt overige functies normaal gebruiken. Controleer of het apparaat correct is aangesloten op het netwerk en of het apparaat correct is ingesteld. Voor informatie over de verbinding met het netwerk raadpleegt u de Gebruiksaanwijzing. Neem contact op met uw beheerder voor meer informatie over verbinding met het netwerk. Als het indicatielampje na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog brandt, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. 70

73 Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Probleem Oorzaak Oplossing Het indicatielampje blijft branden en het apparaat gaat niet naar de slaapstand, ook al is [Energiespaarstand] ingedrukt. Het display is uitgeschakeld. Er gebeurt niets als het display wordt aangeraakt. De stroom wordt automatisch uitgeschakeld. Het invoerscherm voor de gebruikerscode wordt weergegeven. Het verificatiescherm verschijnt. Ook als het vastgelopen papier is verwijderd, blijft de foutmelding staan. In bepaalde gevallen gaat het apparaat niet over in de slaapstand wanneer [Energiespaarstand] wordt ingedrukt. Het apparaat staat in de slaapstand. De stroom is uitgeschakeld. De instelling voor de wekelijkse timer is ingesteld op [Hoofdstroom uit]. Met Gebruikerscodeverificatie worden er beperkingen voor de gebruikers ingesteld. Gebruikersverificatie is ingesteld. Er zit nog steeds papier vast in de lade. Controleer voor u [Energiespaarstand] indrukt of de slaapstand ingeschakeld kan worden. Voor meer informatie over het inschakelen van de slaapstand, zie Gebruiksaanwijzing. Raak het display aan of open het voorpaneel of rechterpaneel. Zorg ervoor dat de hoofdstroomschakelaar is uitgeschakeld en schakel vervolgens de stroom weer in. Wijzig de instelling voor de wekelijkse timer. Voor meer informatie over het instellen van de Wekelijkse timer, zie de Gebruiksaanwijzing. Voor informatie over hoe u zich aanmeldt wanneer verificatie van de gebruikerscode geactiveerd is, zie de Gebruiksaanwijzing. Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing. Verwijder het vastgelopen papier door de procedures te volgen die op het bedieningspaneel worden weergegeven. Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier raadpleegt u Pag. 99 "Verwijderen van vastgelopen papier". 71

74 3. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Er wordt nog steeds een foutmelding weergegeven, zelfs wanneer het aangegeven paneel is gesloten. Afbeeldingen worden op de achterkant van het papier afgedrukt. Er treden geregeld papierstoringen op. Er treden geregeld papierstoringen op. Eén of meerdere panelen staan open, maar dit wordt niet aangegeven. U heeft wellicht het papier niet correct geplaatst. Het gebruik van gekreukt papier veroorzaakt vaak papierstoringen, vlekkerige papierranden of verschoven posities bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Wellicht is de zij- of eindafscheider van de lade niet juist ingesteld. Sluit alle panelen van het apparaat. Plaats het papier op de juiste wijze. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Pag. 45 "Papier plaatsen". Strijk het papier met uw handen glad om de krul eruit te halen. Plaats het papier ondersteboven, zodat de omgekrulde randen naar beneden liggen. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 53 "Aanbevolen papier". Leg losbladpapier op een glad oppervlak en laat het niet tegen een muur leunen. Dit is om te voorkomen dat het papier gaat krullen. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Verwijder het vastgelopen papier. Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier raadpleegt u Pag. 99 "Verwijderen van vastgelopen papier". Controleer of de zij- en eindafscheidingen correct zijn ingesteld. Controleer ook of de zijafscheidingen zijn vergrendeld. Voor meer informatie over het instellen van de zij- en eindafscheidingen, zie de Gebruiksaanwijzing. 72

75 Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Probleem Oorzaak Oplossing Er treden geregeld papierstoringen op. Er treden geregeld papierstoringen op. Kan niet in duplexmodus afdrukken. Kan niet in duplexmodus afdrukken. Er is papier van een formaat geplaatst dat niet herkend kon worden. Er zit een vreemd voorwerp in de lade van de finisher. U heeft een papierlade geselecteerd die niet is ingesteld voor dubbelzijdig afdrukken. U heeft een papiertype geselecteerd dat niet gebruikt kan worden om dubbelzijdig mee af te drukken. Verwijder het vastgelopen papier. Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier raadpleegt u Pag. 99 "Verwijderen van vastgelopen papier". Als u een papierformaat heeft geplaatst dat niet automatisch wordt geselecteerd, dient u het papierformaat met het bedieningspaneel op te geven. Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing voor informatie over het instellen van het papierformaat op het bedieningspaneel. Verwijder het vastgelopen papier. Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier raadpleegt u Pag. 99 "Verwijderen van vastgelopen papier". Plaats niets op de lade van de finisher. Wijzig de instelling voor "Duplex toepassen" in "Instell. papierlade" om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade. Voor meer informatie over de instelling "Duplex toepassen", zie de Gebruiksaanwijzing. Selecteer in "Instell. papierlade" een papiertype dat gebruikt kan worden voor dubbelzijdig afdrukken. Voor meer informatie over de instelling "Papiertype", zie de Gebruiksaanwijzing. 73

76 3. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat schakelt niet binnen 5 minuten uit nadat u hem uit heeft gezet. Er vond een fout plaats toen het adresboek gewijzigd werd via het display of Web Image Monitor. Het adresboek kan niet via het display worden gewijzigd. De functie functioneert niet of kan niet worden gebruikt. Papier is gebogen. Het apparaat kan de uitschakelprocedure niet uitvoeren. Het Adresboek kan niet gewijzigd worden wanneer er meerdere opgeslagen documenten gewist worden. Het adresboek kan niet gewijzigd worden als er tegelijkertijd een back-up wordt gemaakt vanuit Web Image Monitor of andere hulpprogramma's die op de computer draaien. De functie kan niet worden uitgevoerd als er tegelijkertijd een back-up van het adresboek wordt gemaakt vanuit Web Image Monitor of andere hulpprogramma's die op de computer draaien. Papier kan gebogen zijn wanneer deze uit de Finisher bovenuitvoer is geworpen. Herhaal de uitschakelprocedure. Als het apparaat niet uitgaat, neem dan contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger. Wacht even en probeer het dan nogmaals. Wacht tot de back-up van het adresboek is voltooid en probeer het adresboek dan opnieuw te wijzigen. Als er een SC997-fout optreedt, druk dan op [Afsluiten]. Wacht even. Als de back-up van het adresboek is voltooid, wordt de functie opnieuw uitgevoerd. Wijzig de uitvoerlade naar de staffellade van de Finisher. Soms wijken afbeeldingen af vanwege de gebruikte papiersoort, het papierformaat of problemen met de papiercapaciteit. Gebruik het aanbevolen papier. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en -typen". 74

77 Als de USB-verbinding problemen vertoont Als de USB-verbinding problemen vertoont Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat wordt niet automatisch herkend. Het apparaat wordt niet automatisch herkend. Het apparaat herkent de USB-verbinding niet, zelfs als de USB-kabel aangesloten is. De USB-kabel is niet op de juiste wijze aangesloten. Windows heeft de USBinstellingen al geconfigureerd. Als de USB-kabel aangesloten werd toen het apparaat uit was, dan kan het zijn dat het apparaat de USB-verbinding niet herkent. Haal de USB-kabel eruit, zet het apparaat uit en dan weer aan. Als het [Home]-scherm verschijnt, sluit dan opnieuw de USB-kabel aan. Controleer of de computer het apparaat heeft geïdentificeerd als een niet-ondersteund apparaat. Open Apparaatbeheer van Windows en verwijder onder [USB-controllers] alle conflicterende apparaten. De apparaten die voor conflicten zorgen worden aangegeven met een pictogram [!] of [?]. Let op dat u geen vereiste apparaten per ongeluk verwijdert. Voor meer informatie, zie de Windows Help-functie. Druk op [Status controleren] en koppel vervolgens de USB-kabel los. Druk na het ontkoppelen van de kabel nogmaals op [Status controleren]. Als het apparaat gereed is, sluit u de USBkabel weer aan. 75

78 3. Problemen oplossen Meldingen bij gebruik van de printer In dit gedeelte worden de meest gangbare meldingen beschreven die verschijnen op het display, in foutlogboekbestanden en foutrapporten. Indien er andere meldingen verschijnen, volg dan de instructies op die hierin worden gegeven. Meldingen op het bedieningspaneel bij gebruik van de printer Voordat u de stroom uitzet, zie Pag. 31 "Het apparaat aan-/uitzetten". Meldingen Oorzaak Oplossing "Hardwarefout: Ethernetkaart" "Hardwarefout: HDD" "Hardwarefout: USB" "Hardwarefout: Wireless kaart" Er wordt naar een "draadloze LAN-kaart" verwezen met "draadloze kaart". Er is een fout opgetreden in de Ethernet-interface. Er is een fout opgetreden in de harde schijf. Er is een fout opgetreden in de USB-interface. De draadloze LAN-kaart heeft een storing. De draadloze LAN-kaart die u gebruikt, is niet compatibel met dit apparaat. Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Schakel de stroom uit en controleer of de draadloze LAN-kaart correct is geplaatst. Zet vervolgens het apparaat weer aan. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. 76

79 Meldingen bij gebruik van de printer Meldingen Oorzaak Oplossing "Plaats papier in n Om toch af te drukken selecteert u een andere lade en drukt u op [Doorgaan]. " ("n" wordt vervangen door een cijfer) "Er bevindt zich nog papier in niet-eenheid. Open klep en verw. papier." "Papierformaat en type komen niet overeen. Sel. and. lade uit volg. en druk [Doorgaan]. Om taak te annuleren, druk [Taak reset]. Pap.form. en -type kunnen ook worden gewijz. in Gebruikersinst." Het printerstuurprogrammainstellingen zijn incorrect, of de lade bevat niet het papier van het formaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd. Als het afdrukken wordt gestopt voordat de taak is voltooid, kan er papier in de finisher achterblijven. De printerstuurprogrammainstellingen zijn incorrect, of de lade bevat niet het papier van het formaat of type dat geselecteerd is in het printerstuurprogramma. Controleer of de printerstuurprogramma-instellingen correct zijn en plaats dan het papierformaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd in de invoerlade. Voor meer informatie over het wijzigen van het papierformaat, zie de Gebruiksaanwijzing. Verwijder het papier dat zich nog in de finisher bevindt. Controleer of de printerstuurprogrammainstellingen correct zijn en plaats dan het papierformaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd in de invoerlade. Voor meer informatie over het wijzigen van het papierformaat, zie de Gebruiksaanwijzing. Selecteer de lade handmatig om verder te gaan met afdrukken of annuleer een afdruktaak. Voor informatie over het handmatig selecteren van de lade of het annuleren van een afdruktaak, zie de Gebruiksaanwijzing. 77

80 3. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Pap.type n komt niet overeen. Selecteer een andere lade en druk vervolgens op [Doorgaan]. Type pap. kan ook worden gewijz. in Gebr.inst." (n staat voor de naam van een lade). "Probleem met parallelle interfacekaart." "Printer- lettertypefout" "Kan niet afdruk., omdat lade van de alg. en tus.voeg- vel (hfdstk) hetz. is. Druk [Taak reset]" Het type papier in de lade komt niet overeen met het opgegeven type in het printerstuurprogramma. Er is een fout opgetreden op de IEEE 1284 interfacekaart. Er is een fout opgetreden in de lettertype-instellingen. De geselecteerde lade voor andere pagina's is dezelfde als die voor tussenbladen. Selecteer een lade waarin papier zit dat van hetzelfde type is als het opgegeven papiertype. Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Neem contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger voor een afspraak. Reset de taak. Zorg ervoor dat de door u geselecteerde lade voor tussenbladen geen papier aanvoert voor andere pagina's. 78

81 Meldingen bij gebruik van de printer Als u rechtstreeks afdrukken vanaf een geheugenopslagapparaat gebruikt Meldingen Oorzaak Oplossing "De limiet voor totale gegevensgrootte van de gesel. bestanden is overschreden. Kan geen bestanden meer selecteren." "Kan geen toegang tot het gespecificeerde geheugenapparaat krijgen." Het geselecteerde bestand is groter dan 1 GB. De totale grootte van de geselecteerde bestanden is groter dan 1 GB. Er is een fout opgetreden toen het apparaat toegang probeerde te krijgen tot het geheugenopslagappar aat of een bestand dat op het geheugenopslagappar aat was opgeslagen. Er is een fout opgetreden toen de gebruiker de functie rechtstreeks afdrukken gebruikte om vanaf een geheugenopslagappar aat af te drukken. Bestanden of een groep bestanden die groter dan 1 GB zijn, kunnen niet worden afgedrukt. Selecteer de bestanden één voor één als de totale grootte van de geselecteerde bestanden de 1 GB overschrijdt. Gebruik de functie voor rechtstreeks afdrukken niet vanaf geheugenopslagapparaten wanneer uw geselecteerde bestand groter is dan 1 GB. U kunt niet gelijktijdig meerdere bestanden met verschillende bestandsformaten selecteren. Sla het bestand op een ander geheugenopslagapparaat op en druk het bestand vervolgens opnieuw af. 79

82 3. Problemen oplossen Meldingen in foutenlogboeken of rapporten bij gebruik van de printer Dit onderdeel beschrijft de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor foutmeldingen die worden afgedrukt in het foutenlogboek of in rapporten. Als printopdrachten geannuleerd worden Meldingen Oorzaak Oplossing "91: Fout" Het afdrukken is geannuleerd door de automatische opdrachtannuleringsfunctie als gevolg van een opdrachtfout. Controleer of de gegevens geldig zijn. "Een taak via het netwerk is niet afgedrukt vanwege een fout. De taak is opgeslagen als een niet afgedrukte taak." "Fout opgetreden bij verwerken van ongeaut. kopieerpreventie-taak. Taak is geannul." "Fout opgetreden bij verwerken van ongeaut. kopieerpreventie-taak. Taak is geannul." Er zijn taken met fouten opgeslagen, omdat er een fout is opgetreden met een afdruktaak via het netwerk terwijl de functie voor het opslaan van taken was ingeschakeld. Het veld [Voer gebruikerstekst in:] in het scherm [Patroondetails voor voorkomen van onbevoegd kopiëren] is leeg. De resolutie is ingesteld op een waarde van minder dan 600 dpi terwijl [Voorkomen van onbevoegd kopiëren] is opgegeven. Neem contact op met uw beheerder om te controleren of het apparaat correct is aangesloten op het netwerk. Voor meer informatie over het controleren en afdrukken van taken wanneer er afdrukconfiguratiefouten zijn opgetreden, zie de Gebruiksaanwijzing. Op het tabblad [Gedetailleerde instellingen] van het printerstuurprogramma klikt u op [Effecten] in "Menu:". Selecteer [Voorkomen van onbevoegd kopiëren] en klik vervolgens op [Details] om [Patroondetails voor voorkomen van onbevoegd kopiëren] weer te geven. Voer een tekst in bij [Voer gebruikerstekst in:]. Stel in het printerstuurprogramma de resolutie in op 600 dpi of hoger of annuleer [Voorkomen van onbevoegd kopiëren]. 80

83 Meldingen bij gebruik van de printer Meldingen Oorzaak Oplossing "Fout opgetreden bij verwerken van ongeaut. kopieerpreventie-taak. Taak is geannul." Er is in [Beheerder toepassingen] onder [Systeeminstellingen] prioriteit gegeven aan Voorkomen van onbevoegd kopiëren dat is ingesteld op dit apparaat. Voorkomen van onbevoegd kopiëren annuleren voor het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het annuleren van de instellingen, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. "Sorteren geannuleerd" Het sorteren is geannuleerd. Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. "De gebruikslimiet is bereikt. Deze taak is geannuleerd." "Ontvangen gegevens mislukt." "Verzenden gegevens mislukt." "Het geselecteerde papiertype wordt niet ondersteund. Deze taak is geannuleerd." "Geselecteerde pap.type wordt niet ondersteund. Deze taak is geannuleerd." Het aantal pagina's dat de gebruiker mag afdrukken werd overschreden. Gegevensontvangst is gestopt. Het apparaat heeft van het printerstuurprogramma de opdracht gekregen om de verzending te stoppen. 'Taak reset' wordt automatisch uitgevoerd als het opgegeven papierformaat onjuist is. Er wordt automatisch een taakreset uitgevoerd als het opgegeven papiertype verkeerd is. Voor meer informatie over afdrukvolumelimieten, zie de Veiligheidshandleiding. Verstuur de gegevens nogmaals. Controleer of de computer goed werkt. Geef het juiste papierformaat op en druk het bestand nogmaals af. Geef het correcte papiertype op en druk het bestand vervolgens opnieuw af. 81

84 3. Problemen oplossen Wanneer er andere meldingen worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Firmware-update zal starten. Druk op [OK]. De update start autom. nadat 30 seconden zijn verstreken." "Kan geen verbinding maken met de draadloze kaart. Zet de hoofdschakelaar uit en controleer vervolgens de kaart." Er wordt naar een "draadloze LAN-kaart" verwezen met "draadloze kaart". "Lezen van het PDF-bestand is mislukt." Automatische firmwareupdate staat aan en het is tijd voor een automatische update. De draadloze LANkaart is niet geplaatst toen het apparaat werd ingeschakeld. De draadloze LANkaart is verwijderd nadat het apparaat was aangezet. De instellingen zijn niet bijgewerkt, hoewel de eenheid wel is waargenomen. Mogelijk wordt de PDFversie niet ondersteund door de PDF-viewer van de browser of is een nietondersteund coderingsniveau opgegeven. Indien u de firmware-update wilt starten, drukt u op [OK] of configureert u de instellingen zodanig dat de automatische firmware-update automatisch na 30 seconden start. Indien u de firmware-update niet wilt starten, drukt u op [Annuleren] voordat er 30 seconden zijn verstreken. Zet de aan/uit-knop niet uit tijdens de firmware-update. Zet het apparaat uit en controleer of de draadloze LAN-kaart correct is geplaatst. Zet het apparaat hierna weer aan. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Met de browser van dit apparaat kunt u alleen PDF-bestanden bekijken van de hieronder aangegeven versies en coderingsniveaus. PDF-versie: PDF-coderingsniveau: 128-bits AES of 256-bit AES 82

85 Wanneer er andere meldingen worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "De volgende uitvoerlade is vol. Verwijder het papier." "Interne ventilator is actief." "Zelfcontrole..." De uitvoerlade is vol. Grote afdruktaken veroorzaken hitte-opbouw binnenin het apparaat, waardoor de ventilator automatisch gaat draaien. Het apparaat voert beeldaanpassingsfuncties uit. Verwijder het papier uit de uitvoerlade zodat u het afdrukken kunt voortzetten. Druk op [Doorgaan] op het display om verder te gaan met afdrukken. De ventilator maakt geluid, maar dit is normaal en u kunt het apparaat gewoon gebruiken wanneer de ventilator aan het koelen is. De hoeveelheid papier die kan worden afgedrukt en de totale tijd voor de ventilator begint te draaien, hangen af van de temperatuur van de omgeving waarin het apparaat is geplaatst. Tijdens de werking kan het apparaat periodiek onderhoud doorvoeren. De frequentie en de duur van het onderhoud zijn afhankelijk van de vochtigheidsgraad, de temperatuur en afdrukfactoren zoals het aantal afdrukken, het papierformaat en het papiertype. Wacht tot het apparaat de bewerking hervat. Wanneer er problemen optreden met het inloggen Meldingen Oorzaak Oplossing "Verificatie is mislukt." "Verificatie is mislukt." De ingevoerde log-in gebruikersnaam of het log-in wachtwoord is niet juist. Het apparaat kan geen verificatie uitvoeren. Voor meer informatie over de correcte log-in gebruikersnaam en het wachtwoord, zie de Veiligheidshandleiding. Voor meer informatie over verificatie, zie de Veiligheidshandleiding. 83

86 3. Problemen oplossen Wanneer de gebruiker geen rechten heeft om een bewerking uit te voeren Meldingen Oorzaak Oplossing "U heeft niet de privileges om deze functie te gebruiken." De aangemelde gebruiker is niet gemachtigd om de geselecteerde functie te gebruiken. Voor meer informatie over het instellen van rechten, zie de Veiligheidshandleiding. 84

87 Als u niet kunt afdrukken Als u niet kunt afdrukken Oorzaak Het apparaat staat uit. De oorzaak wordt weergegeven op het scherm van het bedieningspaneel. De interfacekabel is niet correct aangesloten. Er is geen juiste interfacekabel gebruikt. De interfacekabel is aangesloten nadat de stroom is ingeschakeld. Als het apparaat draadloze LAN gebruikt, kan een zwak signaal leiden tot afdrukfouten. Oplossing Voor meer informatie over hoe de stroom ingeschakeld kan worden, raadpleegt u Pag. 31 "Het apparaat aan-/ uitzetten". Controleer de foutmelding of de status van de waarschuwing op het display en onderneem de vereiste actie. Voor meer informatie over oplossingen, zie Pag. 76 "Meldingen bij gebruik van de printer". Voor meer informatie over de wijze waarop de interfacekabels moeten worden aangesloten, zie de Gebruiksaanwijzing. Het type interfacekabel dat u moet gebruiken, is afhankelijk van de computer die u gebruikt. Zorg dat u de juiste interfacekabel gebruikt. Als de kabel is beschadigd of versleten is, moet u deze vervangen. Voor meer informatie over de interfacekabel, zie de Gebruiksaanwijzing. Sluit de interfacekabel aan voordat de stroom wordt ingeschakeld. Controleer de radiosignaalstatus van het draadloos LAN in [Systeeminstellingen]. Als de signaalsterkte onvoldoende is, verplaatst u het apparaat naar een locatie waar geen radiogolven zijn die mogelijk interferentie veroorzaken, of u verwijdert deze objecten die dit veroorzaken. U kunt de signaalstatus alleen controleren als u een draadloos LAN in de infrastructuurmodus gebruikt. Voor meer informatie over de radiosignaalstatus van het draadloos LAN, zie de Gebruiksaanwijzing. 85

88 3. Problemen oplossen Oorzaak Als het apparaat een draadloze LANinterface (IEEE b/g/n) gebruikt, kunnen radiogolven de draadloze communicatie verstoren. Dit probleem kan optreden als een magnetron, draadloze telefoon, machine of een wetenschappelijk of medisch instrument in de buurt van het apparaat hetzelfde frequentiebereik gebruikt. Als het apparaat gebruik maakt van een draadloos LAN, dan zijn de SSIDinstellingen onjuist. Als het apparaat gebruik maakt van een draadloos LAN, dan kan het MAC-adres van de ontvanger communicatie met het toegangspunt in de weg staan. De log-in gebruikersnaam, het log-in wachtwoord of de coderingssleutel voor het stuurprogramma is ongeldig. Geavanceerde codering is ingesteld tijdens gebruik van de uitgebreide beveiligingsfunctie. Er kan een mechanische fout zijn opgetreden. Oplossing Schakel andere apparaten of instrumenten uit die hetzelfde frequentiebereik gebruiken en probeer opnieuw af te drukken. Als het afdrukken gelukt is nadat u de stroomvoorziening heeft uitgeschakeld, is het mogelijk dat deze apparaten de oorzaak van de storing zijn. Verplaats de apparaten naar een locatie waar ze geen storing veroorzaken. Controleer of de SSID juist is ingesteld en gebruik hiervoor het display van het apparaat. Voor meer informatie over de SSID-instellingen, zie de Gebruiksaanwijzing. Controleer de instellingen van de toegangspunten als draadloos LAN wordt gebruikt in de Infrastructuurmodus. Afhankelijk van het toegangspunt kan het zijn dat toegang door een MAC-adres beperkt kan zijn. Controleer ook of er geen problemen zijn met verzending tussen het toegangspunt en clients met een normale verbinding, en tussen het toegangspunt en clients met een draadloze verbinding. Controleer de ingevoerde log-in gebruikersnaam, het log-in wachtwoord of de coderingssleutel voor het stuurprogramma. Controleer de instellingen van de uitgebreide beveiligingsfunctie. Voor meer informatie over instellingen voor uitgebreide beveiligingsfuncties, zie de Veiligheidshandleiding. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor een afspraak. 86

89 Als u niet kunt afdrukken Oorzaak De verzendmodus is niet correct geconfigureerd bij gebruik van draadloos LAN in de Ad-hoc modus. Als het indicatielampje Inkomende gegevens niet brandt of knippert nadat het afdrukken is gestart, dan zijn er geen gegevens naar het apparaat verzonden. Oplossing Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Voor meer informatie over hoe het apparaat in- en uitgeschakeld kan worden, zie Pag. 31 "Het apparaat aan-/uitzetten". Wijzig [Communicatiemodus] onder [Systeeminstellingen] in [ Ad hoc modus] en selecteer vervolgens [Uit] voor [Beveiligingsmethode]. Voor informatie over de Communicatiemodus, zie de Gebruiksaanwijzing. Wanneer er een kabel wordt gebruikt om de computer rechtstreeks op het apparaat aan te sluiten, controleer dan of de printpoorten correct zijn geconfigureerd. Wanneer er een computer op het netwerk is aangesloten, informeert u bij uw beheerder naar de netwerkverbinding van de computer. Als het afdrukken niet begint, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. 87

90 3. Problemen oplossen Overige afdrukproblemen In dit onderdeel worden de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor problemen die kunnen voorkomen als u afdrukt vanaf een computer beschreven. Als u geen duidelijke afdrukken kunt maken Probleem Oorzaak Oplossing De afgedrukte afbeelding is bevlekt. De hele afgedrukte pagina wordt vaag afgedrukt. De hele afgedrukte pagina wordt vaag afgedrukt. Instellingen voor dik papier zijn mogelijk niet gemaakt bij het afdrukken op dik papier in de handinvoer. Het papier is vochtig. Het papier is niet geschikt. PCL 5e Selecteer op het tabblad [Papier] van het printerstuurprogramma [Handinvoer] in de lijst "Invoerlade:". Selecteer dan in de lijst "Type:" het juiste papiertype. PCL 6 of PostScript 3 Op het tabblad [Gedetailleerde instellingen] van het printerstuurprogramma, klikt u op [Papier] in "Menu:" en selecteert u [Handinvoer] uit de lijst "Invoerlade:". Selecteer dan in de lijst "Papiersoort:" de juiste papiersoort. Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van het papier, zie de Gebruiksaanwijzing. Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Als u afdrukt op grof of bewerkt papier, dan kan dat leiden tot vage afdrukafbeeldingen. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en -typen". 88

91 Overige afdrukproblemen Probleem Oorzaak Oplossing De hele afgedrukte pagina wordt vaag afgedrukt. Afbeeldingen vlekken als men er over wrijft. De toner hecht dus niet goed. De afgedrukte afbeelding verschilt van de afbeelding op het computerdisplay. Wanneer u afbeeldingen afdrukt, dan is de uitvoer anders dan op het scherm. Als het selectievakje [Toner besparen] is aangevinkt in de instellingen van het printerstuurprogramma, dan zal de gehele pagina vaag worden afgedrukt. De opgegeven papiersoort en het daadwerkelijk geplaatste papier verschillen wellicht van elkaar. Er kan bijvoorbeeld dik papier zijn gebruikt, terwijl dit niet is opgegeven als de papiersoort. Afdrukken wordt uitgevoerd door de grafische verwerkingsfunctie van het apparaat. Als het printerstuurprogramma is geconfigureerd om de opdracht als 'afbeelding' te zien, dan wordt deze instelling van het apparaat gebruikt voor het afdrukken. Alleen wanneer PostScript 3 wordt gebruikt PCL 5e Klik op het tabblad [Uitgebreide Instelling] van het printerstuurprogramma op [Afdr.kwaliteit: Standrd] in "Menu:" en selecteer [Uit] in de lijst "Toner besparen:". Op het tabblad [Papier] van het printerstuurprogramma selecteert u de juiste papiersoort in het vak [Type:]. PCL 6 of PostScript 3 Op het tabblad [Uitgebreide Instelling] van het printerstuurprogramma, klikt u op [Papier] in "Menu:" en selecteert u vervolgens de juiste papiersoort uit de lijst "Papiersoort:". Alleen wanneer PCL 6 wordt gebruikt Klik op het tabblad [Gedetailleerde instellingen] van het printerstuurprogramma op [Afdr.kwaliteit: Geav.] in "Menu:" en selecteer vervolgens [Raster] in de lijst "Vector/Raster:". Als u nauwkeurig wilt afdrukken, stel dan het printerstuurprogramma in voor afdrukken zonder de opdracht 'Afbeelding' te gebruiken. Voor meer informatie over het instellen van het printerstuurprogramma, zie de Helpfunctie van het printerstuurprogramma. 89

92 3. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Lijnen lopen niet goed of er verschijnen ongewenste alfanumerieke tekens. Afbeeldingen worden afgebroken, of er worden marges afgedrukt. Afgedrukte foto's zijn onscherp. Een ononderbroken lijn wordt afgedrukt als een lijn met schuine strepen of lijkt wazig. Er verschijnen dunne of onregelmatige dikke lijnen of er verschijnen geen dunne lijnen. Er is mogelijk een onjuiste printertaal geselecteerd. Mogelijk gebruikt u papier dat kleiner is dan het formaat dat in de toepassing is geselecteerd. Sommige toepassingen drukken af met een lagere resolutie. Ditherpatronen komen niet overeen. Extreem dunne lijnen moeten worden gespecificeerd. Selecteer het juiste printerstuurprogramma en druk het bestand opnieuw af. Gebruik hetzelfde formaat papier als dat u in de toepassing heeft geselecteerd. Als u geen papier van het juiste formaat kunt plaatsen, gebruikt u de verkleiningsfunctie om de afbeelding te verkleinen en drukt u deze vervolgens af. Voor meer informatie over de verkleiningsfunctie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Gebruik de instellingen van de toepassing of van het printerstuurprogramma om een hogere resolutie op te geven. Voor meer informatie over de instellingen van het printerstuurprogramma, zie de Helpfunctie van het printerstuurprogramma. Wijzig de ditherinstellingen in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over de ditherinstellingen, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Wijzig de ditherinstellingen in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over de ditherinstellingen, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de dithering-instellingen heeft aangepast, gebruik dan de instellingen van de applicatie waarmee de afbeelding was gemaakt om de dikte van de lijnen te wijzigen. 90

93 Overige afdrukproblemen Probleem Oorzaak Oplossing Afbeeldingen verschijnen maar gedeeltelijk. De afbeelding op de achterzijde van de dubbelzijdige kopieën heeft vage blanke vlekken of is besmeurd. Het papier is vochtig. Missende plekken en vegen worden veroorzaakt door vocht dat uit het papier lekt. Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van het papier, zie de Gebruiksaanwijzing. Plaats het apparaat niet in koude ruimtes. Gebruik papier dat is opgeslagen in een ruimte die voldoet aan de voorschriften voor temperatuur en vochtigheid die wij aanbevelen. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van het papier, zie de Gebruiksaanwijzing. Plaats de optionele luchtontvochtigende verwarmer. Neem voor meer informatie over de luchtontvochtigende verwarmer contact op met uw servicevertegenwoordiger. 91

94 3. Problemen oplossen Als papier niet goed wordt ingevoerd Probleem Oorzaak Oplossing Het papier wordt niet vanuit de geselecteerde lade ingevoerd. Afbeeldingen worden scheef afgedrukt. Afbeeldingen worden scheef afgedrukt. Er treden geregeld papierstoringen op. Er treden geregeld papierstoringen op. Er treden geregeld papierstoringen op. Wanneer u een Windowsbesturingssysteem gebruikt, kunnen de instellingen van het printerstuurprogramma de instellingen die worden gebruikt op het bedieningspaneel overschrijven. Wellicht zijn de zijafscheidingen van de lade niet vergrendeld. Het papier wordt scheef ingevoerd. Het aantal geplaatste vellen overschrijdt de maximale capaciteit van het apparaat. De zijafscheiding van de papierlade is te strak ingesteld. Het papier is vochtig. PCL 5e Selecteer op het tabblad [Papier] van het printerstuurprogramma de gewenste invoerlade in de lijst "Invoerlade". PCL 6 of PostScript 3 Op het tabblad [Uitgebreide Instelling] van het printerstuurprogramma, klikt u op [Papier] in "Menu:" en selecteert u vervolgens de gewenste invoerlade uit de lijst "Invoerlade:". Controleer of de zijafscheidingen zijn vergrendeld. Voor meer informatie over het instellen van de zijafscheidingen, zie de Gebruiksaanwijzing. Plaats het papier op de juiste wijze. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Pag. 45 "Papier plaatsen". Stapel het papier tot aan de limietmarkering op de zijkanten van de papierlade of de markeringen op de papiergeleiders van de handinvoer. Druk zachtjes tegen de zijafscheiding en stel deze goed in. Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van het papier, zie de Gebruiksaanwijzing. 92

95 Overige afdrukproblemen Probleem Oorzaak Oplossing Er treden geregeld papierstoringen op. Er treden geregeld papierstoringen op. Er treden geregeld papierstoringen op. Er treden geregeld papierstoringen op. Vellen worden tegelijk ingevoerd, met papierstoringen als gevolg. Bedrukt papier raakt gekreukeld. Bedrukt papier raakt gekreukeld. Het papier is te dik of te dun. Het papier is verkreukeld, gevouwen of gekreukeld. Er wordt bedrukt papier gebruikt. Vellen kleven aan elkaar. Vellen kleven aan elkaar. Het papier is vochtig. Het papier is te dun. Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en - typen". Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en -typen". Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing. Plaats geen vellen die reeds gekopieerd of bedrukt zijn. Waaier de vellen grondig voordat u ze plaatst. Helpt dit niet, kijk dan of het lukt wanneer u de vellen één voor één invoert. Waaier de vellen grondig voordat u ze plaatst. Helpt dit niet, kijk dan of het lukt wanneer u de vellen één voor één invoert. Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van het papier, zie de Gebruiksaanwijzing. Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en - typen". 93

96 3. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Randen van de vellen zijn besmeurd. Randen van de vellen zijn besmeurd. Dubbelzijdig afdrukken kan niet toegepast worden. Dubbelzijdig afdrukken kan niet toegepast worden. Dubbelzijdig afdrukken kan niet toegepast worden. Er verschijnen witte strepen op de OHP-transparant. Het papier is vochtig. U gebruikt papier dat niet wordt aanbevolen. U heeft papier geplaatst dat te dik of te dun is. U heeft een papierlade geselecteerd die niet is ingesteld voor dubbelzijdig afdrukken. U heeft een papiertype geselecteerd dat niet gebruikt kan worden om dubbelzijdig mee af te drukken. Er zitten stukjes papier vast aan de OHP-transparant. Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van het papier, zie de Gebruiksaanwijzing. Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 53 "Aanbevolen papierformaten en - typen". Verander de papiersoort. Voor meer informatie over welk papiergewicht voor dubbelzijdig afdrukken kan worden gebruikt, zie de Gebruiksaanwijzing. Wijzig de instelling voor "Duplex toepassen" in "Instell. papierlade" om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade. Voor meer informatie over de instelling "Duplex toepassen", zie de Gebruiksaanwijzing. Selecteer in "Instell. papierlade" een papiertype dat gebruikt kan worden voor dubbelzijdig afdrukken. Voor meer informatie over de instelling "Papiertype", zie de Gebruiksaanwijzing. Gebruik een droge doek om papierdeeltjes van de achterkant van de OHP-transparant af te vegen. 94

97 Overige afdrukproblemen Overige afdrukproblemen Probleem Oorzaak Oplossing Het duurt erg lang voordat het afdrukken is voltooid. Het duurt erg lang voordat het afdrukken is voltooid. Als u afdrukt met de USBapparaatserver, kan een afdruktaak niet juist uitgevoerd worden. Afbeeldingen worden afgedrukt in de verkeerde richting. Slaapstand of Fuseereenheid uitmodus is mogelijk ingesteld. Het duurt lang voordat het apparaat foto's en andere pagina's met veel gegevens verwerkt heeft. Wacht totdat het afdrukken voltooid is. Zelfs als de USBapparaatserver de gegevens goed ontvangen heeft, kan het apparaat de afdruktaak niet goed voltooien omdat de timeoutperiode die op het apparaat is ingesteld te kort is. De invoerrichting die u heeft geselecteerd en de invoerrichting die is geselecteerd in de instellingen van het printerstuurprogramma zijn mogelijk niet identiek. Het apparaat heeft tijd nodig om op te warmen als het uit de Slaapstand of de Fuseereenheid uitmodus komt. U vindt meer informatie over de Slaapmodus en de modus Fuseereenheid uit Pag. 32 "Energie besparen". Als het indicatielampje Inkomende gegevens knippert, heeft de printer de gegevens ontvangen. Wacht een ogenblik. Door een lagere resolutie op te geven in het printerstuurprogramma, worden afdruktaken mogelijk sneller uitgevoerd. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Geef een langere periode op voor [I/O Timeout] in [Systeem] onder [Printereigenschappen]. Voor meer informatie over I/O time-out, zie de Gebruiksaanwijzing. Stel de invoerrichting in het apparaat en die in het printerstuurprogramma op elkaar af. Voor meer informatie over het instellingen van het printerstuurprogramma, zie de Helpfunctie. 95

98 3. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Optionele, aangesloten componenten van het apparaat worden niet herkend. Gecombineerd afdrukken of automatisch verkleinen/ vergroten geven niet het verwachte resultaat. Er is een afdrukopdracht uitgegeven vanaf de computer, maar het afdrukken startte niet. De bindrug gaat los als binden zonder nietjes gebruikt wordt. Er kunnen geen PDFbestanden afgedrukt worden of het direct afdrukken van de PDF kan niet uitgevoerd worden. Er kunnen geen PDFbestanden afgedrukt worden of het direct afdrukken van de PDF kan niet uitgevoerd worden. Het direct afdrukken van PDF's veroorzaakt verkeerde tekens. Bidirectionele communicatie werkt niet. De toepassing of instellingen voor het printerstuurprogramma zijn niet correct ingesteld. Er kan Gebruikersverificatie ingesteld zijn. Er wordt een afbeelding afgedrukt in de nietpositie. De PDF-bestanden zijn met een wachtwoord beveiligd. PDF-bestanden kunnen niet worden afgedrukt als in de instellingen voor PDFbestandsbeveiliging is opgegeven dat ze niet afgedrukt mogen worden. Lettertypen zijn niet ingesloten. Stel optionele apparaten in op het Eigenschappen-scherm van de printer. Voor meer informatie over het instellen van optionele apparaten, zie de Helpfunctie van het printerstuurprogramma. Zorg ervoor dat de instellingen voor het papierformaat en de richting van de toepassing overeenstemmen met die van het printerstuurprogramma. Als er een ander papierformaat en een andere richting zijn ingesteld, selecteer dan hetzelfde formaat en dezelfde richting. Voor meer informatie over gebruikersverificatie, zie de Veiligheidshandleiding. Pas de positie van de afbeelding op het origineel aan, zodat deze niet in de nietpositie wordt afgedrukt. Om wachtwoordbeveiligde PDFbestanden af te drukken, voert u het wachtwoord in bij het [PDF Menu] of bij Web Image Monitor. Voor meer informatie over het afdrukken van PDFbestanden, zie de Gebruiksaanwijzing of de Help-functie van Web Image Monitor. Wijzig de instelling voor PDFbestandsbeveiliging. Sluit lettertypen in het PDF-bestand in dat u wilt afdrukken en druk dit vervolgens af. 96

99 Overige afdrukproblemen Probleem Oorzaak Oplossing Het afdrukken is niet gestart, hoewel het opgegeven afdruktijdstip reeds is verstreken. Het afdrukken is niet gestart, hoewel het opgegeven afdruktijdstip reeds is verstreken. Het duurt lang voordat het afdrukken begint. Het afdrukproces met draadloos LAN is langzaam. [Taken niet afgedr omdat app. uit was] was ingesteld op [Niet afdrukken] in [Printereigenschappen], maar toen het opgegeven afdruktijdstip aangebroken was, was de stroom uitgeschakeld. De ingestelde tijd op het apparaat of de computer is niet correct. Het apparaat opent de USBinterface als een afdruktaak wordt ontvangen via het netwerk van de USBapparaatserver. In dit geval duurt het langer dan normaal voordat een taak wordt afgedrukt dan wanneer deze wordt ontvangen via het apparaatnetwerk. Het aantal taken overschrijdt de maximale capaciteit van het apparaat. Stel [Taken niet afgedr omdat app uit was] in op [Afdr indien app. aan] in [Printereigensch.]. Stel de correcte tijd in op het apparaat of op de computer. Geef een kortere periode op voor [I/O Timeout] in [Systeem] onder [Printereigenschappen]. Voor meer informatie over I/O time-out, zie de Gebruiksaanwijzing. Verminder het aantal taken. 97

100 3. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Het afdrukproces met draadloos LAN is langzaam. Er kan een communicatiefout zijn opgetreden. Interferentie van andere draadloze LAN-apparaten kan de gegevensoverdrachtsn elheid beïnvloeden. Als het apparaat een draadloze LANinterface(IEEE b/g/n) gebruikt, kunnen de radiogolven de draadloze communicatie verstoren. Dit probleem kan optreden als een magnetron, draadloze telefoon, machine of een wetenschappelijk of medisch instrument in de buurt van het apparaat hetzelfde frequentiebereik gebruikt. Zet het apparaat uit de buurt van het draadloze LAN-apparaat. Als er actieve, draadloze LANapparaten in de buurt staan, verplaats het apparaat dan of schakel deze apparaten uit. Zet andere apparaten of machines uit die hetzelfde frequentiebereik gebruiken en druk het dan opnieuw af om te controleren of er apparaten in de weg staan. Als het afdrukken gelukt is nadat u de stroomvoorziening heeft uitgeschakeld, is het mogelijk dat deze apparaten de oorzaak van de storing zijn. Verplaats de apparaten naar een locatie waar ze geen storing veroorzaken. Als het probleem niet kan worden opgelost, neem dan contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger. 98

101 Verwijderen van vastgelopen papier Verwijderen van vastgelopen papier De binnenkant van het apparaat kan erg heet zijn. Raak onderdelen met de sticker "hot surface" (heet oppervlak) niet aan. Als u dit wel doet, kunt u zich mogelijk verwonden. Bepaalde interne onderdelen van dit apparaat worden erg heet. Wees daarom voorzichtig wanneer u vastgelopen papier verwijdert. Als u de onderdelen wel aanraakt, kunt u brandwonden oplopen. Pas op dat uw vingers niet bekneld raken tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Laat geen stukjes papier in het apparaat achter om papierstoringen te voorkomen. Als het papier blijft vastlopen, raadpleeg dan Pag. 71 "Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat" en Pag. 88 "Overige afdrukproblemen" voor meer informatie over de oplossing van dit probleem. Als de stappen die in deze handleiding worden aanbevolen, het probleem niet oplossen, neem dan contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger. Als het bericht blijft staan, zelfs nadat u het vastgelopen papier heeft verwijderd, opent u het voorpaneel helemaal en sluit deze vervolgens. Als u vastgelopen papier verwijdert, zorg er dan voor dat u alleen die gebieden aanraakt die staan aangegeven in de handleiding. Verwijder de fuseereenheid niet. Dit kan resulteren in een mindere afdrukkwaliteit. Vastgelopen papier dat nog niet correct ingevoerd is in het fixatie-onderdeel, moet u via de onderkant van de fuseereenheid verwijderen. Wanneer het vastgelopen papier niet verwijderd kan worden via de onderkant van de fuseereenheid, verwijder het dan via de bovenkant. Wanneer u vastgelopen papier uit de postbus haalt, moet u de rechterklep helemaal openen en vasthouden. Als u de rechterklep loslaat terwijl hij open is, kan de band worden beschadigd waarmee de rechterklep wordt vastgehouden. Aan de binnenzijde van het voorpaneel of binnenin de finisher vindt u stickers of instructiesheets met aanwijzingen over hoe u het vastgelopen papier kunt verwijderen. Als er een gedetailleerde verwijderingsinstructie rechts op het scherm verschijnt, volg deze dan op. Voor het verwijderen van vastgelopen papier kunt u ook de procedure volgen die staat aangegeven bij [Status controleren]. 99

102 3. Problemen oplossen Papierstoringen lokaliseren Als er een papierstoring optreedt, verwijder dan het vastgelopen papier aan de hand van de aanwijzingen op het scherm, op de sticker of het instructievel binnenin het voorpaneel. Er is een papierstoring opgetreden op de plaats die overeenstemt met de letter die op het bedieningspaneel wordt weergegeven. DUL Verwijder het vastgelopen papier door de stappen te volgen die op het scherm worden weergegeven. Wanneer [Volg.] of [Vorige] op het scherm wordt weergegeven. Na iedere voltooide stap drukt u op [Volg.]. Om terug te keren naar de vorige stap, drukt u op [Vorige]. 2. Na het verwijderen van het vastgelopen papier, brengt u het apparaat weer terug in de originele staat. Er kunnen tegelijkertijd meerdere locaties aangegeven worden waar het papier is vastgelopen. Als dit gebeurt, controleer dan alle aangegeven gebieden. Als er geen papier is vastgelopen in het eerste deel dat u controleerde, kijk dan in de andere delen die aangegeven worden. 100

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u dit apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstige raadpleging. Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?... 2

Nadere informatie

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix Handleiding AirPrint Informatie over AirPrint Instelprocedure Afdrukken Appendix Inhoud Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2 1. Informatie over AirPrint

Nadere informatie

Handleiding Google Cloud Print

Handleiding Google Cloud Print Handleiding Google Cloud Print Informatie over Google Cloud Print Afdrukken met Google Cloud Print Appendix Inhoud Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2

Nadere informatie

Handleiding voor Drum Vervangen

Handleiding voor Drum Vervangen d r m v e r v a n g e n MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN Handleiding voor Drum Vervangen Vervang de beeld drum-cartridges. Stel de toner of de tonercartridge niet bloot aan vuur. De toner kan

Nadere informatie

Handleiding Wi-Fi Direct

Handleiding Wi-Fi Direct Handleiding Wi-Fi Direct Eenvoudige installatie via Wi-Fi Direct Problemen oplossen Appendix Inhoud Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2 1. Eenvoudige

Nadere informatie

Handleiding Wi-Fi Direct

Handleiding Wi-Fi Direct Handleiding Wi-Fi Direct Eenvoudige installatie via Wi-Fi Direct Problemen oplossen Inhoudsopgave Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2 1. Eenvoudige installatie

Nadere informatie

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n Naslagkaart voor de 5210n / 5310n 1 2 3 4 VOORZICHTIG: Neem zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in de Handleiding voor eigenaren door voordat u de Dell-printer gaat instellen en gebruiken. 5 6 7 8 1

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer...3 Opmerkingen...3 Taken die u kunt uitvoeren op de Website met

Nadere informatie

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen DX-C200 Verkorte Handleiding Namen en locaties De kopieerfunctie gebruiken De scannerfunctie gebruiken De faxfunctie gebruiken Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Inktcartridges Lees deze handleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Snel aan de slag Papier plaatsen Problemen oplossen Voor een veilig en correct gebruik, dient u de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt.

Nadere informatie

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken INHOUDSOPGAVE OVER DEZE HANDLEIDING............................................................................. 2 FUNCTIE AFDRUKVRIJGAVE...........................................................................

Nadere informatie

Installatiehandleiding software

Installatiehandleiding software Installatiehandleiding software In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de software via een USB- of netwerkverbinding installeert. Netwerkverbinding is niet beschikbaar voor de modellen SP 200/200S/203S/203SF/204SF.

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding Voor een veilig en correct gebruik, dient u de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt. INHOUDSOPGAVE 1. Firmware-updatehandleiding

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE 1. Introductie Overzicht van RemoteConnect Support... 3 Hoe werkt deze handleiding?... 5 Symbolen... 5 Disclaimer...5 Opmerkingen...5 Terminologie...

Nadere informatie

Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing

Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing Voor een veilig en correct gebruikt, dient u de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt. INHOUDSOPGAVE Hoe werkt

Nadere informatie

Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren

Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren INHOUDSOPGAVE 1. Voor alle gebruikers Inleiding...3 Hoe werkt deze handleiding?...3 Handelsmerken...4 Wat is Ricoh Smart

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding Voor een veilig en correct gebruik, dient u de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt. INHOUDSOPGAVE 1. Firmware-updatehandleiding

Nadere informatie

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken INHOUDSOPGAVE OVER DEZE HANDLEIDING............................................................................. 2 FUNCTIE AFDRUKVRIJGAVE...........................................................................

Nadere informatie

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel Hulp krijgen Voor informatie/assistentie, raadpleegt u het volgende: Handleiding voor de gebruiker voor informatie over het gebruik van de Xerox 4595. Ga voor online hulp naar: www.xerox.com Klik op de

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Snel aan de slag Afdrukken Problemen oplossen Aanvullen en vervangen van verbruiksartikelen Informatie die niet in deze handleiding staat, kunt u terugvinden in de HTML-/PDF-bestanden

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Faxen Afdrukken Scannen Documentserver Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Voor

Nadere informatie

Printerproblemen oplossen

Printerproblemen oplossen 1 De display op het bedieningspaneel is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven. Taken worden niet De zelftest van de printer is mislukt. De printer is niet gereed om gegevens te ontvangen. De aangegeven

Nadere informatie

Software-installatiehandleiding

Software-installatiehandleiding Software-installatiehandleiding In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de software via een USB- of netwerkverbinding installeert. Netwerkverbinding is niet beschikbaar voor de modellen SP 200/200S/203S/203SF/204SF.

Nadere informatie

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel Naslagkaart Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de laden voor 250 en 550 vel en de handmatige invoer. Het bevat tevens informatie over het

Nadere informatie

Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.

Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. Naslagkaart Papier in de printer plaatsen Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Afdrukken Scannen Documentserver Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Voor een

Nadere informatie

Eenvoudige afdruktaken

Eenvoudige afdruktaken Eenvoudige afdruktaken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Papier plaatsen in Lade 1 (MPT) voor enkelzijdig afdrukken" op pagina 2-9 "Papier plaatsen in laden 2-5 voor enkelzijdig afdrukken"

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u doen met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Fax Afdrukken Scannen Document Server Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Voor informatie die

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Snel aan de slag Papier plaatsen Problemen oplossen Informatie die niet in deze handleiding staat, kunt u terugvinden in de HTML-/PDF-bestanden op de meegeleverde cd-rom. Voor een

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Faxen Afdrukken Scannen Documentserver Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Voor

Nadere informatie

Breedformaatprinter Teriostar LP-2050-serie. Multifunctioneel model LP-2050-MF. Printermodel LP-2050. Snelle referentiegids U00123351603

Breedformaatprinter Teriostar LP-2050-serie. Multifunctioneel model LP-2050-MF. Printermodel LP-2050. Snelle referentiegids U00123351603 Breedformaatprinter Teriostar LP-2050-serie Multifunctioneel model LP-2050-MF Printermodel LP-2050 Snelle referentiegids U00123351603 Inleiding Uw printer is een Teriostar LP-2050-serie breedformaatprinter.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Informatie die niet in deze handleiding staat, kunt

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Fax Afdrukken Scannen Document Server Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Voor

Nadere informatie

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit Printerproblemen Een aantal printerproblemen is eenvoudig te verhelpen. Als de printer niet reageert, controleer dan eerst of: de printer is ingeschakeld; het netsnoer is aangesloten op het stopcontact;

Nadere informatie

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren. Naslagkaart Bezig met kopiëren Een kopie maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat. Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

De inhoud van de verpakking controleren

De inhoud van de verpakking controleren De inhoud van de verpakking controleren papiersteun cd-rom met printersoftware & Gebruikershandleiding pakket met cartridges (bevat zowel zwart-wit- als kleurencartridges.) printer Gids voor snelle starters

Nadere informatie

Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item:

Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Met het kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Signaalinstelling Spaarstand Auto doorgaan Afdruktimeout Taal op display Printertaal Laden

Nadere informatie

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken Naslagkaart Bezig met kopiëren Kopieën maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat. Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde zijn.

Nadere informatie

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer Hier beginnen Inktcartridges uitlijnen zonder een computer Volg de stappen in de installatiehandleiding om de installatie van de hardware te voltooien. Ga door met de volgende stappen om de afdrukkwaliteit

Nadere informatie

EPSON. Knowledge Base. Status- en foutberichten for Alc 4000

EPSON. Knowledge Base. Status- en foutberichten for Alc 4000 Status- en foutberichten for Alc 4000-1-Regulering printer -2-Annuleer afdruktaken -3-Afdruktaak annuleren -4-Duplex niet mogelijk -5-Controleer transp. -6-Contr. papierformaat -7-Contr. papiersoort -8-C-tonercrtg

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 4050 http://nl.yourpdfguides.com/dref/901693

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 4050 http://nl.yourpdfguides.com/dref/901693 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Faxen Afdrukken Scannen Documentserver Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Voor

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 4 5 Aanraakscherm

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Faxen Afdrukken Scannen Documentserver Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Voor

Nadere informatie

Referentie gids Korte uitleg van routine handelingen

Referentie gids Korte uitleg van routine handelingen Referentie gids Korte uitleg van routine handelingen HL-L2310D HL-L2350DW HL-L2357DW HL-L2370DN HL-L2375DW Brother adviseert u deze gids bij uw apparaat te houden voor een snelle referentie. Online Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 5 Ontgrendeling

Nadere informatie

Handleiding WiFi. RR Trading B.V.

Handleiding WiFi. RR Trading B.V. Handleiding WiFi RR Trading B.V. Rev.05 Inhoudsopgave 1. Voorbeeld van de werking... 3 2. Benodigde materialen en informatie... 3 3. Mededeling... 4 4. Gebruiksvoorwaarden... 4 5. Registreren... 5 6. Externe

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

Berichten op het voorpaneel

Berichten op het voorpaneel en op het voorpaneel In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Statusberichten" op pagina 4-61 "Foutberichten en waarschuwingen" op pagina 4-62 Het voorpaneel van de printer biedt informatie en hulp

Nadere informatie

Versie 1.0 09/10. Xerox ColorQube 9301/9302/9303 Internet Services

Versie 1.0 09/10. Xerox ColorQube 9301/9302/9303 Internet Services Versie 1.0 09/10 Xerox 2010 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Ongepubliceerde rechten voorbehouden onder de copyrightwetten van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u doen met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Fax Afdrukken Scannen Document Server Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Bijlage Informatie

Nadere informatie

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Speciale afdrukmethoden en - materialen Speciale afdrukmethoden en - materialen In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 16. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 19. Transparanten

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Faxen Afdrukken Scannen Documentserver Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Voor

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING BV Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de bestandsstructuur van uw

Nadere informatie

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425 LASERJET PRO 400 MFP Naslaggids M425 Kopieerkwaliteit optimaliseren De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Afdrukken Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Apparaatinformatie Informatie die niet in deze handleiding staat,

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Xerox AltaLink C8030/C8035/C8045/C8055/C8070 Multifunctionele kleurenprinter

Bedieningspaneel. Xerox AltaLink C8030/C8035/C8045/C8055/C8070 Multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel Beschikbare apps kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Voor meer informatie over apps en functies raadpleegt u de Handleiding voor de gebruiker. 5 9 8 7 6 0 5 6 7 8 9

Nadere informatie

Handleiding voor afdrukkwaliteit

Handleiding voor afdrukkwaliteit Pagina 1 van 7 Handleiding voor afdrukkwaliteit Veel problemen met de afdrukkwaliteit kunnen worden opgelost door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben

Nadere informatie

NETWERKHANDLEIDING. Afdruklogboek op netwerk opslaan. Versie 0 DUT

NETWERKHANDLEIDING. Afdruklogboek op netwerk opslaan. Versie 0 DUT NETWERKHANDLEIDING Afdruklogboek op netwerk opslaan Versie 0 DUT Definities van opmerkingen Overal in deze handleiding gebruiken we de volgende aanduiding: Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde

Nadere informatie

Xerox ColorQube 9301 / 9302 / 9303 Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 9301 / 9302 / 9303 Bedieningspaneel Xerox ColorQube 90 / 90 / 90 Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen.?

Nadere informatie

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding Gebruikershandleiding MFP kleur systemen Aanteken vel Het Bedieningspaneel Functie paneel Functietoetsen Geeft de keuze om te wisselen tussen de functies: Kopiëren - Doc. Server Faxen - Printen - Scannen

Nadere informatie

Handleiding NarrowCasting

Handleiding NarrowCasting Handleiding NarrowCasting http://portal.vebe-narrowcasting.nl september 2013 1 Inhoud Inloggen 3 Dia overzicht 4 Nieuwe dia toevoegen 5 Dia bewerken 9 Dia exporteren naar toonbankkaart 11 Presentatie exporteren

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding Laserprinter HL-1030/1240/1250/1270N Installatiehandleiding Lees deze handleiding voordat u de printer gaat gebruiken aandachtig door. U dient eerst de hardware op te stellen en de driver te installeren,

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Van start gaan. Inhoudsopgave. Quick User Guide - Nederlands

Van start gaan. Inhoudsopgave. Quick User Guide - Nederlands Van start gaan Deze verkorte handleiding helpt u om aan de slag te gaan met de IRIScan TM Anywhere Wifi. Lees deze handleiding aandachtig door voor u deze scanner en de bijbehorende software in gebruik

Nadere informatie

Breedformaatprinter Teriostar LP-1030-serie. Multifunctioneel model LP-1030-MF. Printermodel LP Snelle referentiegids U

Breedformaatprinter Teriostar LP-1030-serie. Multifunctioneel model LP-1030-MF. Printermodel LP Snelle referentiegids U Breedformaatprinter Teriostar LP-100-serie Multifunctioneel model LP-100-MF Printermodel LP-100 Snelle referentiegids U00125704 Inleiding Uw printer is een Teriostar LP-100-serie breedformaatprinter. In

Nadere informatie

Cijfers 1 t/m 4,8,16 hiermee kunt u van kanaal wisselen. Gebruik deze iconen om naar een split screen terug te gaan.

Cijfers 1 t/m 4,8,16 hiermee kunt u van kanaal wisselen. Gebruik deze iconen om naar een split screen terug te gaan. Inhoudsopgave 1. Belangrijke veiligheidsinstructies... 2 2. Mee geleverde producten voor de DVR... 2 3. Uitleg bedieningspaneel... 2 4. Uitleg afstandsbediening... 3 5. Aan de slag met de DVR... 3 5.1

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SCX-3205W

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SCX-3205W U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Installatie handleiding

Installatie handleiding Installatie handleiding Uitpakken Papier en folie laden Aansluiten Testen U kunt ook instructie video s and How To pagina s bekijken op www.idstation.eu Page 1 Uitpakken Installatie handleiding ID station

Nadere informatie

Naslaggids ZT210/ZT220/ZT230

Naslaggids ZT210/ZT220/ZT230 Naslaggids ZT210/ZT220/ZT230 Gebruik deze gids bij het dagelijks gebruik van uw printer. Voor gedetailleerde informatie raadpleegt u de Gebruikershandleiding. Printeronderdelen Op Afbeelding 1 worden de

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Afdrukken op deelpagina's" op pagina 2-68 "Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één)" op pagina 2-69 "Brochures afdrukken"

Nadere informatie

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk Pagina 1 van 8 Handleiding voor afdrukkwaliteit U kunt veel problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben bereikt.

Nadere informatie

Naslagkaart. Papier in de printer plaatsen. Laden vullen

Naslagkaart. Papier in de printer plaatsen. Laden vullen Naslagkaart 2 Stel de papiergeleiders in op het papierformaat dat u wilt plaatsen. 4 Plaats de stapel papier met de afdrukzijde naar beneden en zorg ervoor dat de zijgeleiders goed tegen het papier zitten.

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index

Bedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel. U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen

Nadere informatie

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Verbinding maken met whiteboard op afstand RICOH Interactive Whiteboard Client for ipad Snel aan de slag Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product in gebruik neemt. Bewaar de handleiding op een handige plek voor eventueel toekomstig

Nadere informatie

Menu Instellingen. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index

Menu Instellingen. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor meer informatie een menu-item: Signaalinstelling Spaarstand Auto doorgaan Afdruktimeout Taal op display Printertaal

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Snel aan de slag Afdrukken Problemen oplossen Aanvullen en vervangen van verbruiksartikelen Informatie die niet in deze handleiding staat, kunt u terugvinden in de HTML- /PDF-bestanden

Nadere informatie

Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.)

Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.) Insert % Shift Beknopte handleiding Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.) Garantiekaart D1 etikettencassette warranty card

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. AirPrint

Gebruikershandleiding. AirPrint Gebruikershandleiding AirPrint VOORWOORD We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van

Nadere informatie

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken Naslagkaart Bezig met kopiëren Kopieën maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde zijn. Zo voorkomt

Nadere informatie

Aan de slag met Klaslokaal 2.1. Een handleiding voor docenten over Klaslokaal voor ipad.

Aan de slag met Klaslokaal 2.1. Een handleiding voor docenten over Klaslokaal voor ipad. Aan de slag met Klaslokaal 2.1 Een handleiding voor docenten over Klaslokaal voor ipad. Inleiding Klaslokaal is een veelzijdige ipad-app waarmee u het leerproces kunt begeleiden, werk kunt uitwisselen

Nadere informatie

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN Français Deutsch English Português Español Italiano Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u dit apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstige raadpleging.

Nadere informatie

P-touch Editor starten

P-touch Editor starten P-touch Editor starten Versie 0 DUT Inleiding Belangrijke mededeling De inhoud van dit document en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast. Brother behoudt

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Eenvoudig zoeken Snel aan de slag Kopiëren Fax Afdrukken Scannen Document Server Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Informatie die niet in deze handleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Snel aan de slag Papier plaatsen Problemen oplossen Informatie die niet in deze handleiding staat, kunt u terugvinden in de HTML-/PDF-bestanden op de meegeleverde cd-rom. Voor een

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. ABC DEF Menu's GHI

Nadere informatie

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen Printerinstellingen In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen op pagina 1-14 Energiebesparing activeren op pagina 1-15 Bestandsbeveiligingssysteem

Nadere informatie

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Naslagkaart Wordt gekopieerd Kopieën maken Snel kopiëren 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op. 4 Als u het document op de glasplaat hebt gelegd, raakt u Finish the Job (Taak voltooien) aan

Nadere informatie

HD-CVI Verkorte handleiding

HD-CVI Verkorte handleiding HD-CVI Verkorte handleiding model 5104D-5208D-5216D Version 2.0.0 2015 HDCVI DVR Verkorte handleiding Welkom Dank u voor de aankoop van onze DVR! Deze verkorte handleiding helpt u wegwijs met onze DVR

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-21 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-21 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

Google cloud print handleiding

Google cloud print handleiding Google cloud print handleiding Versie 0 DUT Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding wordt de volgende aanduiding gebruikt: en leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Welkom bij de Picture Package Producer 2 Handleiding voor Picture Package Producer2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap

Nadere informatie

Gebieden waar het papier kan vastlopen

Gebieden waar het papier kan vastlopen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig de afdrukmedia te kiezen en deze media op de juiste manier te laden. Mocht het papier toch vastlopen, voer dan de stappen uit die in dit gedeelte

Nadere informatie

bizhub Evolution INSTALLATIE bizhub Evolution Installatiehandleiding Versie: 1.1

bizhub Evolution INSTALLATIE bizhub Evolution Installatiehandleiding Versie: 1.1 bizhub Evolution INSTALLATIE Installatiehandleiding Versie: 1.1 bizhub Evolution Inleiding Inleiding 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Over dit document... 3 Gebruikte afkortingen... 3 Opmerkingen over de

Nadere informatie

ATV Full HD TV Stick. Gebruikershandleiding.

ATV Full HD TV Stick. Gebruikershandleiding. ATV Full HD TV Stick Gebruikershandleiding http://europe.mygica.com 1 Inhoud Snelle installatiehandleiding...3 Stroom en HDMI aansluiten...4 KR-34 afstandsbediening...4 Eerste gebruik...5 Deel 1: Inschakelen...5

Nadere informatie

Medaillon. Gebruiksaanwijzing GSM/ GPS/ GPRS. www.anabell.nl

Medaillon. Gebruiksaanwijzing GSM/ GPS/ GPRS. www.anabell.nl Medaillon GSM/ GPS/ GPRS Gebruiksaanwijzing www.anabell.nl 1 Voorbereiden voor gebruik Installatie micro SIM Kaart - Installeer de micro SIM kaart in het toestel. De SIM kaart is nodig voor het opzetten

Nadere informatie

Handleiding VANAD Comvio SBC Windows

Handleiding VANAD Comvio SBC Windows Handleiding VANAD Comvio SBC Windows Toelichting In deze handleiding wordt beschreven hoe u te werk dient te gaan om uw computer voor te bereiden en in te loggen op VANAD Comvio SBC. Bestemming Dit document

Nadere informatie

Voer uw gegevens in en tik 'Account maken' Tik 'Akkoord' voor het accepteren van de gebruiksvoorwaarden

Voer uw gegevens in en tik 'Account maken' Tik 'Akkoord' voor het accepteren van de gebruiksvoorwaarden Dropbox Beschrijving Dropbox is een gratis Cloudopslag-toepassing. U krijgt bij aanmelden 2GB gratis opslagruimte, waarin u foto s, documenten, kan bewaren. U kunt deze bestanden gemakkelijk benaderen

Nadere informatie