EUROPEES PARLEMENT DELEGATIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT. BIJ DE EUROPESE CONVENTIE - Secretariaat WERKGROEPEN VAN DE CONVENTIE

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT DELEGATIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT BIJ DE EUROPESE CONVENTIE - Secretariaat WERKGROEPEN VAN DE CONVENTIE Overzicht stand van zaken op 11 februari 2003 (versie 6) Secretariaat van de delegatie van het EP bij de Europese Conventie DT\ doc PE /rev.5

2 DELEGATIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT BIJ DE EUROPESE CONVENTIE Werkgroepen van de Conventie Overzicht op 11/2/2003 WERKGROEP DATA VOORLOPIGE STAND VAN DE WERKZAAMHEDEN 1 SUBSIDIARITEIT Voorzitter: MENDEZ DE VIGO Debat over de conclusies op 4 oktober Indiening conclusies op 4/10 gevolgd door debat. De vorming van een "ad-hocorgaan" werd verworpen (ondanks een blijvende sterke voorkeur in die richting). De benoeming van een "Commissaris subsidiariteit" werd verworpen. Er is overeenstemming bereikt over uitbreiding van de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel en over verbetering van het Protocol subsidiariteit. Overeenstemming over een politieke controle "ex ante", in de vorm van een vroegtijdig waarschuwingssysteem. Er is overeenstemming bereikt over rechterlijke toetsing "ex post" door het EHvJ met een recht op beroep voor de nationale parlementen en het Comité van de regio's. Ter discussie staat nog de gedetailleerde functionering van het vroegtijdige waarschuwingssysteem: mogelijkheid voor elke kamer afzonderlijk om het "early warning system" te activeren; drempelniveau (1/3 van de parlementen of meer?) waarop Commissie voorstellen zou moeten heroverwegen; koppeling tussen vroegtijdige waarschuwing en beroepsrecht; eventuele opening systeem voor regionale entiteiten. Na het debat zal het PE /rev.5 2/10 DT\ doc

3 2 HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN Voorzitter: VITORINO 3 RECHTSPERSOOIJKHEID Voorzitter: AMATO 4 NATIONALE PARLEMENTEN Voorzitter: STUART 5 COMPLEMENTAIRE BEVOEGDHEDEN Voorzitter: CHRISTOPHERSEN Debat over de conclusies in de Conventie op 28/29 oktober Debat over de conclusies op 3 oktober Indiening conclusies op 28/29 oktober Indiening conclusies op 7/8 november presidium met een synthesevoorstel komen. Indiening conclusies in de Conventie op 29/10 gevolgd door debat. Akkoord over opneming van het Handvest in de Verdragen (met bindende werking) en voor toetreding tot het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens van de Raad van Europa. Open blijft de kwestie of het handvest gedeeltelijk of integraal moet worden opgenomen in het constitutionele verdrag. Nieuwe formulering in studie voor horizontale clausules, i.e. toepassingssfeer en inachtneming bevoegdheden (art. 51 t/m 54). Het presidium zal een integraal voorstel doen. Indiening conclusies op 3/10 gevolgd door debat. Er is overeenstemming over de invoering van één enkele expliciete rechtspersoonlijkheid voor de Unie en de Gemeenschap. De weg staat open voor een samensmelting van de verdragen in één tekst in twee delen. Het presidium zal de voorstellen van de werkgroep formaliseren. Indiening conclusies in de Conventie op 29/10, gevolgd door een debat. Oprichting van een "ad hoc orgaan" (type congres): kwestie blijft open. Er is overeenstemming over meer controle van de nationale parlementen op hun regeringen en over meer rechtstreekse informatieverstrekking door de Commissie. Hervorming COSAC (samenstelling, besluitvormingsprocedure en secretariaat) gewenst. Steun voor Early Warning System voor subsidiariteit. Het presidium zal een integraal voorstel doen. Indiening conclusies in de Conventie op 8 november. Tamelijk omstreden eindverslag. Akkoord over opname van een nieuwe titel in het constitutionele verdrag over bevoegdheden in het algemeen en over een betere definitie van complementaire bevoegdheden en DT\ doc 3/10 PE /rev.5

4 6 ECONOMISCH BESTUUR (achter gesloten deuren) Voorzitter: HÄNSCH Indiening conclusies op 7/8 november daarmee verband houdende procedures. Duidelijk verschil van mening over de conclusie die wordt voorgestaan dat de EU geen wetgeving op dit gebied mag uitvaardigen, behoudens in het Verdrag voorziene uitzonderingen (sterk in verband gebracht met de vereenvoudiging van de juridische instrumenten). Onenigheid over de onderwerpen die in de lijst met complementaire bevoegdheden moeten worden opgenomen). Er is overeenstemming om art. 308 (verschil van inzicht over de eventuele mogelijkheid tot een beroep bij de rechter ex ante) en het idee van functionele bevoegdheden te behouden (bijv. interne markt), maar het gebruik ervan te beperken. Onenigheid over de clausule ter eerbiediging van de nationale identiteiten. Diverse leden vrezen reïntroductie van een lijst met nationale bevoegdheden. Polemiek over handhaving van de clausule over een "ever closer Union". In het rapport wordt een eventuele wijziging voorgesteld. Het presidium zal naar aanleiding van het debat met voorstellen komen waarin ook rekening zal worden gehouden met de resultaten van de werkgroep vereenvoudiging. Indiening conclusies op 7 november in het kader van het sociaal debat. De groep is verdeeld over alle eventuele wijzigingen van het Verdrag, met name die welke grotere coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten en de institutionalisering van de ECOFIN-Raad van de Eurozone beogen. Er is overeenstemming in de groep over instandhouding van de huidige verdeling van de bevoegdheden. Het presidium zal naar aanleiding van het debat met integrale voorstellen komen in samenhang met het werk van de werkgroep sociale vraagstukken. PE /rev.5 4/10 DT\ doc

5 7 EXTERN OPTREDEN Voorzitter: DEHAENE Start: september Einde: begin december De op 20 december ingediende conclusies vonden brede instemming in de plenaire vergadering. In de tekst wordt de nadruk gelegd op een verbetering van de doeltreffendheid en de samenhang van het extern optreden van de EU, waarbij vooral de aanbevelingen van de werkgroep inzake de rechtspersoonlijkheid als uitgangspunt zijn genomen. De volgende tendensen tekenen zich af: erkenning van een expliciete exclusieve bevoegdheid van de EU als zij over een interne bevoegdheid beschikt; procedure voor het sluiten van overeenkomsten; stemming bij gekwalificeerde meerderheid; handhaving van de procedure van artikel 24 voor internationale overeenkomsten in het kader van de 2e en 3e pijler en mogelijkheid van hetzij gemengde akkoorden die onder meer pijlers vallen, hetzij afzonderlijke akkoorden; vraagstukken die onder de 1e pijler vallen (i.e. het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) blijven behandeld volgens de communautaire methode; sterke tendens voor stemming bij gekwalificeerde meerderheid bij het GBVB - behalve bij defensie - en noodzaak van versterkte controle door Parlement; brede tendens voor de uitoefening van de functie van Hoge Vertegenwoordiger van het GBVB en de functie van commissaris voor het extern beleid door een "Europees DT\ doc 5/10 PE /rev.5

6 vertegenwoordiger voor externe aangelegenheden" (één persoon met twee petten op) als vice-voorzitter van de Europese Commissie, te benoemen met gekwalificeerde meerderheid door de Europese Raad, na goedkeuring door de voorzitter van de Commissie en het Europees Parlement; deze vertegenwoordiger zou moeten beschikken over een dubbel mandaat: één van de Europese Raad of van de Raad van ministers van Buitenlandse Zaken voor kwesties van intergouvernementele aard en één van de Europese Commissie voor kwesties van communautaire aard waarbij hij een initiatiefrecht heeft; opdeling van de huidige Raad algemene zaken (waarin de ministers van Buitenlandse Zaken opgaan) in twee afzonderlijke formaties: een Raad algemene zaken in de eigenlijke zin des woords die zich bezighoudt met zijn oorspronkelijke functie, i.e. coördinatie en voorbereiding van de vergaderingen van de Europese Raad en een Raad buitenlandse zaken die zich bezighoudt met aangelegenheden op het gebied van de internationale politiek (eventueel voorgezeten door de Europese Vertegenwoordiger voor externe aangelegenheden). Integratie van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in de begroting van de EU en soepeler begrotingsprocedures om snel actie te kunnen ondernemen. 8 DEFENSIE (achter gesloten deuren) Start: september Einde: december De op 20 december ingediende conclusies vonden brede instemming in de plenaire vergadering. PE /rev.5 6/10 DT\ doc

7 Voorzitter: BARNIER In de conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan: vergroting van de capaciteit tot crisisbeheer door de rol van de Hoge Vertegenwoordiger te versterken en te zorgen voor een commando-eenheid op het veld (speciale vertegenwoordigers) en versoepeling van de begrotingsprocedures; handhaving en versterking van de bestaande institutionele structuren op het gebied van het EVDB; installatie bij de Raad van een prominente politicus die onder de auspiciën van de Raad leiding geeft aan het optreden van de EU en de inspanningen van de lidstaten coördineert; invoering parlementaire controle; invoering van een nieuwe solidariteitsclausule om alle in de EU beschikbare instrumenten - militair, politieel, justitieel en burgerbescherming - te kunnen inzetten ter bestrijding van het terrorisme; in hetzelfde kader, invoering van een clausule inzake collectieve verdediging, naar het voorbeeld van de clausule in artikel 5 van het WEU-Verdrag; oprichting van een pool op het gebied van burgerbescherming; DT\ doc 7/10 PE /rev.5

8 9 VEREENVOUDIGING VAN DE PROCEDURES Voorzitter: AMATO Start: september Einde: 5-6 december actualisering van de Petersbergopdrachten 1 die zouden kunnen worden aangevuld met opdrachten ter preventie en stabilisering van conflicten; invoering in de besluitvorming van het beginsel van instemming i.p.v. consensus en constructieve onthouding en instelling van een soort Eurozone op defensiegebied; oprichting van een Europees Wapenbureau en een gemeenschappelijk capaciteitsbureau. Conclusies goed ontvangen door Conventie, zij het met enig voorbehoud ten aanzien van de begrotingsprocedure en de opheffing van unanimiteit. Het verslag bevat een bijlage II met de minderheidsstandpunten en een bijlage III waarin kwesties aan de orde worden gesteld die buiten het mandaat vallen maar die vaak door een meerderheid worden gesteund. In het verslag wordt het volgende voorgesteld: - beperking van het aantal instrumenten (5 in totaal) en wijziging van hun benaming: Europese wet en Europese kaderwet; - invoering van een duidelijke hiërarchie van normen tussen wetgevings- en uitvoeringbesluiten en invoering van een categorie "gedelegeerde" besluiten met terugroepprocedure ("call back"); - vereenvoudiging van de procedures, met name door generalisering van medebeslissing met gekwalificeerde meerderheid in Raad en afschaffing van de 1 Volgens de Verklaring van Petersberg (19/6/1992) gaat het om humanitaire en reddingsopdrachten, vredeshandhavingsopdrachten (peace keeping) en opdrachten van strijdkrachten op het gebied van crisisbeheersing, met inbegrip van het tot stand brengen van vrede (peace enforcing). PE /rev.5 8/10 DT\ doc

9 10 VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID Voorzitter: BRUTON Start: september Indiening conclusies op 5/6 december samenwerkingsprocedure; - reorganisatie van de begrotingsprocedure door het laatste woord inzake de middelen aan de Raad en het laatste woord inzake de uitgaven aan het Parlement te geven (vereenvoudigde medebeslissingsprocedure): afschaffing van het onderscheid tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven. In bijlage II is een verwijzing naar organieke wetten en in bijlage III een uitdrukkelijk pleidooi voor wijziging van art. 202 opgenomen. Conclusies goed ontvangen door Conventie, zij het met enig voorbehoud ten aanzien van de opheffing van unanimiteit. Belangrijkste conclusies: - aanzienlijke uitbreiding van stemming bij gekwalificeerde meerderheid in combinatie met medebeslissingsprocedure (asiel, immigratie, visa, overschrijding buitengrenzen, justitiële samenwerking bij civiele zaken, inclusief bepaalde aspecten van het familierecht); - gebruik van normale rechtsinstrumenten (met name opheffing van verdragen); - precisering van de toepassingssfeer van het recht van de Unie en van de intensiteit van het optreden van de Unie (criteria voor de harmonisering van wetgeving op het punt van de inhoudelijke aspecten van strafbare feiten en straffen), - formalisering van het beginsel van wederzijdse erkenning; - optreden van de Unie ingekaderd in een bindend strategisch meerjarenprogramma; - opening in de richting van de instelling van een Europese openbare aanklager. DT\ doc 9/10 PE /rev.5

10 11 SOCIAAL EUROPA Voorzitter: KATIFORIS Begin: december Indiening conclusies: 5-6 februari. De aanbevelingen van de werkgroep hebben betrekking op de volgende punten: belangrijkste waarden op sociaal gebied die zouden moeten worden opgenomen in artikel 2 van het constitutioneel verdrag, met name sociale rechtvaardigheid, solidariteit, gelijkheid tussen man en vrouw; vermelding bij de belangrijkste streefdoelen van de EU - dus in artikel 3 van het constitutioneel verdrag - van volledige werkgelegenheid, bestrijding van sociale uitsluiting, sociale markteconomie, economische en sociale samenhang, bevordering gelijkheid tussen man en vrouw, hoog sociaal beschermingsniveau, duurzame ontwikkeling en diensten van algemeen belang; handhaving van de huidige bevoegdheden van de EU, m.u.v. art. 152 (bioterrorisme en besmettelijke ziekten); rol van de open coördinatiemethode die moet worden opgenomen in het verdrag; nauwere koppeling tussen de coördinatie van het economisch beleid en van het sociaal beleid; mogelijke uitbreiding van medebeslissing en stemming bij gekwalificeerde meerderheid tot onderwerpen waarover thans unanimiteit is vereist (m.n. overdracht van rechten tussen socialezekerheidsstelsels bij grensoverschrijdende activiteiten); erkenning van de rol van de sociale partners. PE /rev.5 10/10 DT\ doc