INHOUDSOPGAVE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WIERDEN 2016

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WIERDEN 2016 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 5 Artikel 1:1 Begripsbepalingen Artikel 1:2 Beslistermijn Artikel 1:3 Indienen aanvraag Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing Artikel 1:6 Intrekken of wijzigen van vergunning of ontheffing Artikel 1:7 Termijnen Artikel 1:8 Weigeringsgronden Hoofdstuk 2. Openbare orde 6 Afdeling 1. Bestrijden van ongeregeldheden Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden Afdeling 2. Betoging Artikel 2:2 Optochten Artikel 2:3 Melden betogingen op openbare plaatsen Artikel 2:4 Afwijken termijn Artikel 2:5 Het verstrekken van gegevens Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken Artikel 2:6 Beperken aanbieden van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 7 Afdeling 4. Vertoningen op de weg Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd Artikel 2:8 Dienstverlening Artikel 2:9 Straatartiest Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg Artikel 2:11 Het aanleggen, het beschadigen en het veranderen van een weg Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg Afdeling 6. Veiligheid op de weg Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid (modder) Artikel 2:14 Winkelwagentjes Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp 8 Artikel 2:16 Openen straatkolken Artikel 2:17 Kelderingangen Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp Artikel 2:20 Vallende voorwerpen Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs Afdeling 7. Evenementen Artikel 2:24 Begripsbepaling Artikel 2:25 Evenement Artikel 2:26 Ordeverstoring 9 Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen Artikel 2:27 Begripsbepalingen Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting Artikel 2:28a Terrassen Artikel 2:29 Sluitingstijd 10 Artikel 2:30 Afwijken sluitingstijd; tijdelijk sluiten Artikel 2:31 Verboden gedrag Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan 1

2 Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Artikel 2:34 Begripsbepaling Artikel 2:35 Melden exploitatie Artikel 2:36 Nachtregister Artikel 2:37 Verschaffen gegevens nachtregister Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden Artikel 2:38 Speelgelegenheden 11 Artikel 2:39 Kansspelautomaten Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid Artikel 2:40 Betreden gesloten woning of lokaal Artikel 2:41 Plakken en kladden Artikel 2:42 Vervoer plakgereedschap 12 Artikel 2:43 Vervoer inbrekerswerktuigen Artikel 2:44 Betreden van plantsoenen Artikel 2:45 Rijden over bermen Artikel 2:46 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen Artikel 2:47 Verboden drankgebruik Artikel 2:48 Verboden gedrag bij of in gebouwen Artikel 2:49 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten Artikel 2:50 Neerzetten van fietsen Artikel 2:51 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein Artikel 2:52 Bespieden van personen 13 Artikel 2:53 Bewakingsapparatuur Artikel 2:54 Nodeloos alarmeren Artikel 2:55 Alarminstallaties Artikel 2:56 Loslopende honden Artikel 2:57 Verontreinigen door honden Artikel 2:58 Gevaarlijke honden Artikel 2:59 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren Artikel 2:60 Wilde dieren Artikel 2:61 Loslopend vee Artikel 2:62 Duiven Artikel 2:63 Bijen Artikel 2:64 Bedelarij 14 Afdeling 12. Bepalingen voor het bestrijden van heling van goederen Artikel 2:65 Begripsbepaling Artikel 2:66 Verplichtingen over het verkoopregister Artikel 2:67 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht Artikel 2:68 Het vervreemden van door opkoop verkregen goederen Artikel 2:69 Handel in horecabedrijven Afdeling 13. Vuurwerk Artikel 2:70 Begripsbepaling Artikel 2:71 Het beschikbaar stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen. 15 Artikel 2:72 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling Afdeling 14. Drugsoverlast Artikel 2:73 Drugshandel op straat Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen Artikel 2:74 Bestuurlijke ophouding Artikel 2:75 Veiligheidsrisicogebieden Artikel 2:76 Cameratoezicht op openbare plaatsen Artikel 2:77 Gebiedsontzeggingen Afdeling 16. Carbid Artikel 2:78 Begripsbepalingen Artikel 2:79 Verbod 16 Artikel 2:80 gebruik carbid Artikel 2:81 Bevoegd gezag 2

3 Hoofdstuk 3. Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie 17 Afdeling 1. Begripsbepalingen Artikel 3:1 Begripsbepalingen Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan Artikel 3:3 Nadere regels Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels Artikel 3:4 Seksinrichtingen Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder Artikel 3:6 Sluitingstijden 18 Artikel 3:7 Tijdelijk afwijken sluitingstijden; (tijdelijk) sluiten Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder Artikel 3:9 Straatprostitutie Artikel 3:10 Sekswinkels Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch29 pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke Afdeling 3. Beslistermijn: weigeringsgronden 19 Artikel 3:12 Beslistermijn Artikel 3:13 Weigeringsgronden Afdeling 4. Beëindigen exploitatie; wijzigen beheer Artikel 3:14 Beëindigen exploitatie Artikel 3:15 Wijzigen beheer Hoofdstuk 4. Beschermen van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting Artikel 4:1 Begripsbepalingen Artikel 4:2 Aanwijzen collectieve festiviteiten Artikel 4:3 Melden incidentele festiviteiten Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten 20 Artikel 4:5 Onversterkte muziek Artikel 4:6 Overige geluidhinder Artikel 4:6a (Geluid)hinder door dieren Artikel 4:6b (Geluid)hinder door vrachtauto s Artikel 4:6c Routering Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging Artikel 4:7 Straatvegen Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden Afdeling 4. Maatregelen tegen het ontsieren en stankoverlast Artikel 4:10 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen Artikel 4:11 Stankoverlast door gebruik van meststoffen 21 Artikel 4:12 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame Artikel 4:13 Vergunningplicht lichtreclame Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen over de huishouding van de gemeente Afdeling 1. Parkeerexcessen Artikel 5:1 Begripsbepalingen Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 22 Artikel 5:4 Defecte voertuigen Artikel 5:5 Voertuigwrakken 3

4 Artikel 5:6 Kampeermiddelen Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen Artikel 5:9 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stank verspreidende stoffen 23 Artikel 5:11 Aantasten groenvoorziening door voertuigen Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets Afdeling 2. Collecteren Artikel 5:13 Inzamelen van geld of goederen Afdeling 3. Venten Afdeling 4. Standplaatsen Artikel 5:14 Begripsbepaling Artikel 5:15 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden Artikel 5:16 Toestemming rechthebbende 24 Artikel 5:17 Afbakeningsbepalingen Artikel 5:18 Aanhoudingsplicht Afdeling 5. Snuffelmarkten Artikel 5:19 Begripsbepaling Artikel 5:20 Organiseren van een snuffelmarkt Afdeling 6. Openbaar water Artikel 5:21 Voorwerpen op, in of boven openbaar water Artikel 5:22 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen Artikel 5:23 Aanwijzen ligplaats 25 Artikel 5:24 Verbod innemen ligplaats Artikel 5:25 Beschadigen van waterstaatswerken Artikel 5:26 Reddingsmiddelen Artikel 5:27 Veiligheid op het water Artikel 5:28 Overlast aan vaartuigen Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden Artikel 5:29 Begripsbepalingen 26 Artikel 5:30 Crossterreinen Artikel 5:31 Beperken verkeer in natuurgebieden Afdeling 8. Verbod vuur te stoken 27 Artikel 5:32 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anders vuur te stoken Afdeling 9. Verstrooien van as Artikel 5:33 Begripsbepaling Artikel 5:34 Verboden plaatsen Artikel 5:35 Hinder of overlast Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepaling Artikel 6:1 Strafbepaling Artikel 6:2 Toezichthouders Artikel 6:3 Binnentreden woningen Artikel 6:4 Intrekken oude verordening Artikel 6:5 Overgangsbepaling 28 Artikel 6.6 Inwerkingtreden Artikel 6:7 Citeertitel 4

5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN EN PROCEDUREVOORSCHRIFTEN Artikel 1:1 Wat betekent wat In de regelgeving komen we een aantal woorden tegen die vragen om uitleg. Hieronder vind je deze woorden en daarachter staat de betekenis Bebouwde kom: Vergunning Ontheffing De gemeente De gemeente Wierden bestaat uit gebieden waar gebouwen staan en gebieden waar geen gebouwen staan. Om de gebieden waar de meeste gebouwen staan hebben we lijnen getrokken. Daar binnen noemen we het de bebouwde kom. Bij de APV zit een kaartje. Op dat kaartje staan de gebieden die we bebouwde kom noemen. We praten over binnen de bebouwde kom en buitende bebouwde kom omdat per gebied soms andere regels gelden. toestemming (je mag alleen iets doen als je toestemming hebt) toestemming (wat je wilt is verboden, maar met toestemming mag het toch) De ene keer is de burgemeester degene die een vergunning kan afgeven. De andere keer is dat het college van burgemeester en wethouders. Voor de aanvrager is het van belang om te weten dat hij/ zij op het gemeentehuis moet zijn. Daarom staat er in alle gevallen de gemeente. Artikel 1:2 Hoe lang duurt het voordat er een beslissing wordt genomen Een besluit over een vergunning of ontheffing kan acht weken duren. We rekenen vanaf de datum dat de gemeente de aanvraag heeft ontvangen. De gemeente kan ook besluiten dat het acht weken langer gaat duren. Dat doet de gemeente alleen als het nodig is. Bijvoorbeeld als er onderzoek nodig is. Artikel 1:3 Indienen aanvraag Als een aanvraag voor een vergunning of ontheffing korter dan twaalf weken van te voren wordt ingediend, kan de gemeente besluiten de aanvraag niet te behandelen. Voor sommige vergunningen of ontheffingen is dat zelfs twintig weken. De gemeente kan je vertellen wanneer er twintig weken nodig zijn. Artikel 1:4 Voorwaarden In een vergunning of ontheffing kan de gemeente ook aangeven wat er niet mag. Dat doet de gemeente om de natuur of belangen van anderen te beschermen. Als je een vergunning of ontheffing krijgt, moet je je houden aan de spelregels. Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing wordt verleend aan een persoon. Als dat niet het geval is, dan geeft de gemeente dat aan. Artikel 1:6 Intrekken of wijzigen van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of aangepast: als er onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt als na het verlenen belangrijke wijzigingen hebben plaatsgevonden die dat nodig maken 5

6 als je je niet aan de spelregels houdt als je er geen gebruik meer van maakt op verzoek van de aanvrager. Artikel 1:7 Geldigheidsduur Aan de geldigheid van een vergunning of ontheffing zit geen einddatum, tenzij het anders is geregeld. Artikel 1:8 Weigeringsgronden De gemeente kan de vergunning of ontheffing weigeren omdat dat nodig is in verband met de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en / of de bescherming van het milieu. HOOFDSTUK 2 OPENBARE ORDE AFDELING 1: Bestrijden van ongeregeldheden Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden Het is verboden in het openbaar deel te nemen aan samenscholing. Je mag je ook niet uitdagend gedragen. Vooral niet als dat leidt tot ongeregeldheden. Als je dat wel doet, kan de politie je wegsturen. Je mag ook niet naar openbare plaatsen die de politie heeft afgezet om ongeregeldheden te voorkomen. De gemeente geeft toestemming voor uitzonderingen. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld betogingen, vergaderingen en godsdienstige samenkomsten. Afdeling 2: Betoging Artikel 2:2 Optochten Artikel 2:3 Melden betogingen op openbare plaatsen Als je een betoging wilt houden, moet dit je dit schriftelijk melden bij de gemeente, tenminste 48 uur voordat de betoging plaatsvindt. Valt de betoging op een dag dat het gemeentehuis dicht is, kom dan een dag eerder vóór uur. De aanvrager krijgt een ontvangstbevestiging. Op de melding van de aanvrager moet in ieder geval staan: de naam en het adres van degene die de betoging houdt het doel van de betoging de datum van de betoging de begintijd van de betoging de eindtijd van de betoging de plaats de route de plaats van beëindiging de samenstelling maatregelen om alles goed te laten verlopen Artikel 2:4 Afwijken termijn (Vervallen; opgenomen in artikel 2:3) Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens (Vervallen; opgenomen in artikel 2:3) 6

7 Afdeling 3: Verspreiden van gedrukte stukken Artikel 2:6 Beperking aanbieden van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen Afdeling 4: Vertoningen op de weg Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd Artikel 2:8 Dienstverlening Artikel 2:9 Straatartiest, straatmuzikant, straatfotograaf Afdeling 5: Bruikbaarheid en aanzien van de weg Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg Je mag op een openbare plaats geen schade veroorzaken. Je mag normaal gebruik, beheer of onderhoud van een openbare plaats niet tegenhouden. Dat geldt niet voor evenementen, standplaatsen voor marktkramen e.d. of in het geval er een vergunning is verleend. Het geldt meestal ook niet voor winkeluitstallingen en reclameborden. De gemeente kan aanvullende voorwaarden stellen voor terrassen, uitstallingen en reclameborden. Artikel 2:11 Vergunning voor het veranderen van een weg Voor het aanleggen of veranderen van een weg heb je een vergunning nodig. Meestal verleent de gemeente de vergunning. De vergunning is niet nodig als de gemeente zelf de opdrachtgever is voor de aanleg of de aanpassing van de weg. Soms is de toestemming al geregeld in de wet. Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg Je mag zonder toestemming van de gemeente geen uitweg maken of een bestaande uitweg veranderen. De gemeente geeft geen toestemming als de uitweg: gevaarlijk is voor het verkeer ten koste gaat van een parkeerplaats ten koste gaat van openbaar groen Als je toestemming hebt gevraagd en je krijgt niet binnen vier weken antwoord, dan mag je de uitweg aanleggen. Afdeling 6: Veiligheid op de weg Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid (modder) (gereserveerd. Is geregeld in artikel 21 van de Afvalstoffenverordening) Artikel 2:14 Winkelwagentjes Vervallen 7

8 Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp Wegverkeer moet vrij uitzicht hebben. De weg moet toegankelijk zijn voor mindervaliden. Je mag dan ook geen voorwerpen of planten neerzetten waardoor hinder ontstaat. Artikel 2:16 Openen straatkolken Artikel 2:17 Kelderingangen Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen Je mag niet roken in de buitenlucht in bossen, op heidegronden of veengronden en ook niet binnen dertig meter daar vandaan. Binnen 100 meter mag je geen brandende of smeulende voorwerpen achterlaten. Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp Je mag op wegen voor voetgangers, fietsers en bromfietsers geen draad of scherpe voorwerpen aanbrengen die lager hangen dan 2.20 meter. Als afscheiding mag dat wel. Maar dan tenminste een meter vanaf de weg. Artikel 2:20 Vallende voorwerpen Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting De eigenaar van een gebouw moet toestaan dat aan zijn gebouw voorwerpen, borden of voorzieningen voor het verkeer of de openbare verlichting wordt aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd. Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs Afdeling 7: Evenementen Artikel 2:24 Wat is een evenement Een evenement is vermaak voor publiek, zoals een herdenkingsplechtigheid, een braderie, een optocht, een feest, muziekvoorstelling of een wedstrijd op of aan de weg, een (straat)feest of buurtbarbecue op één dag en een vechtsportgala. Een evenement is niet een bioscoopvoorstelling, een markt, een kansspel, een discotheek, een betoging of een vergadering. Artikel 2:25 Evenement Voor een evenement heb je een vergunning nodig van de gemeente. Voor een klein evenement is dat niet nodig. Een klein evenement is een evenement met maximaal 250 personen 8

9 dat plaatsvindt tussen uur en uur zonder muziek vóór uur en na uur dat niet op de openbare weg wordt gehouden de doorgang niet blokkeert voor verkeer en de hulpdiensten waarbij een podium of springkussen e.d. niet groter is dan 125m2 met een organisator dat tenminste drie dagen van te voren door de organisator is gemeld bij de gemeente met geluid tot 70 db(a) en 80 db(c) De gemeente kan binnen drie dagen na de melding besluiten een klein evenement te verbieden als de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. Artikel 2:26 Ordeverstoring Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren. Afdeling 8: Toezicht op openbare inrichtingen Artikel 2:27 Wat is een openbare inrichting; wat is een terras Een openbare inrichting is een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar of discotheek of andere plek waar je tegen betaling kan slapen, eten en of drinken. Een terras is een deel van de openbare inrichting buiten het gebouw waar je kan staan of zitten en tegen betaling kan eten of drinken. Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting Voor een openbare inrichting heb je een vergunning nodig van de gemeente. De gemeente kan een vergunning weigeren als er een plan of besluit is waarin staat dat de openbare inrichting daar niet mag zijn. De gemeente kan de vergunning ook geheel of gedeeltelijk weigeren als de openbare orde in die omgeving gevaar loopt. Als de openbare inrichting een klein onderdeel is van een winkel, dan heb je geen exploitatievergunning nodig. Je hebt ook geen vergunning nodig voor een zorginstelling, een museum, een bedrijfskantine of bedrijfsrestaurant. In het algemeen verleent de gemeente de vergunning als in de zes maanden voor de aanvraag geen problemen zijn geweest (geweld, overlast op straat of drugs) of andere redenen. Als je de vergunning al hebt en er gebeurt toch wat, dan kan de vergunning worden ingetrokken. Artikel 2:28a Terrassen Je mag een terras bij een horecabedrijf hebben als: het terras geen gevaar of hinder voor de omgeving oplevert het terras geen schade toebrengt aan de weg het beheer en onderhoud van openbare ruimte mogelijk blijft het terras voldoet aan eisen van welstand je minimaal twee weken van te voren de afmeting en de periode hebt gemeld bij de gemeente De gemeente kan nadere regels stellen in het belang van: de openbare orde 9

10 de verkeersveiligheid het uiterlijk aanzien van de gemeente het uiterlijk aanzien van de woon- en leefomgeving. Artikel 2:29 Sluitingstijd Openbare inrichtingen zijn gesloten op maandag tot en met vrijdag tussen uur en uur, en op zaterdag en zondag tussen uur en uur (sluitingstijd). Na sluitingstijd mogen er geen bezoekers meer zijn. Op 1 januari gelden er andere tijden. De gemeente gaat over de uitzonderingen en kan voorwaarden stellen. open dicht Maandag uur uur uur uur Dinsdag uur uur uur uur Woensdag uur uur uur uur Donderdag uur uur uur uur Vrijdag uur uur uur uur Zaterdag uur uur uur uur Zondag uur uur uur uur Artikel 2:30 Afwijken sluitingstijd; tijdelijk sluiten De gemeente kan in verband met de openbare orde, (openbare) veiligheid, gezondheid of in bijzondere omstandigheden tijdelijk andere sluitingstijden vaststellen. Artikel 2:31 Verboden gedragingen Je mag in een openbare inrichting de orde niet verstoren. Je mag op een terras geen eten of drinken verkopen aan personen die geen gebruik maken van het terras. Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen Een handelaar is iemand die waren inkoop en verkoopt met het doel winst te maken. In een openbare inrichting mogen geen handelaren aan het werk zijn. Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan Als een openbare inrichting niet een openbaar gebouw is, neemt niet de burgemeester maar de burgemeester én de wethouders de besluiten over vergunning in artikel 2:28 tot en met 2:30. Afdeling 9: Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Artikel 2:34 Begripsbepaling Vervallen Artikel 2:35 Kennisgeving exploitatie Vervallen Artikel 2:36 Nachtregister Vervallen Artikel 2:37 Verschaffen gegevens nachtregister Vervallen Afdeling 10: Toezicht op speelgelegenheden 10

11 Artikel 2:38 Speelgelegenheden Een speelgelegenheid is een openbare ruimte waar je spellen kan spelen. Met dat spel kan je geld winnen of verliezen. Bijvoorbeeld een casino. Je mag zo n bedrijf alleen hebben als je een vergunning hebt van de gemeente. Er zijn enkele uitzonderingen. Dat zijn bedrijven die al van iemand anders of op basis van een andere wet een vergunning hebben gekregen. Dat zijn speelautomatenhallen speelgelegenheden waarvoor een vergunning is afgegeven door de minister van veiligheid & justitie speelgelegenheden waarvoor een vergunning is afgegeven door de Kamer van Koophandel Kleine kansspelen Een klein kansspel is een spel met prijzen tot 400,- voor een spelronde, of 1550,- per bijeenkomst. Een klein kansspel wordt georganiseerd door een vereniging die tenminste drie jaar bestaat. In de regels van de vereniging staat het doel van de opbrengst. Een klein kansspel moet ten minste veertien dagen van te voren worden gemeld bij de gemeente met plaats en tijdstip. De gemeente weigert de vergunning voor een speelgelegenheid als: de woonsituatie in gevaar is de leefsituatie in gevaar is de openbare orde in gevaar is de speelgelegenheid plaatsvindt op een plek waar het niet mag Artikel 2:39 Kansspelautomaten Het verschil tussen een kansspel en een behendigheidsspel is dat je bij een kansspel geen invloed kan uitoefenen op de kans om te winnen. Bij een behendigheidsspel kan dat wel. Een kansspelautomaat is dus een apparaat waarbij het er niet om gaat hoe handig je bent. De wet waarin dit is geregeld is de Wet op de kansspelen. Dan zijn er nog laagdrempelige en hoogdrempelige inrichtingen. Laagdrempelige inrichtingen zijn bijvoorbeeld een cafetaria, snackbar, shoarmazaak, grillroom, broodjeszaak, lunchroom, koffie- en theehuizen, discotheken, sportkantines, -hallen, -complexen, buurt- en clubhuizen en horeca-inrichtingen met vier of meer biljarttafels, of met zaalverhuur. In laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan Een hoogdrempelige inrichting is een inrichting waar het café of restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden. In de inrichting zijn de activiteiten gericht op personen van 18 jaar en ouder. In hoogdrempelige inrichtingen zijn twee kansspelautomaten toegestaan Afdeling 11: Maatregelen tegen overlast en baldadigheid 2:40 Betreden gesloten woning of lokaal De gemeente kan een woning of een andere ruimte sluiten als er mensen zijn die daar de openbare orde verstoren. Als de gemeente dat doet, mag niemand meer naar binnen, behalve degene die daarvoor toestemming heeft. Artikel 2:41 Plakken en kladden Je mag gebouwen en bouwwerken niet bekrassen of bekladden. Zonder toestemming mag je ook geen aanplakbiljetten opplakken of aanpassen. Tenzij in de wet staat dat het wél mag. De 11

12 gemeente kan aanplakborden aanwijzen. Op die borden mag je geen handelsreclame aanbrengen. Als je toestemming hebt gekregen, dan moet je die kunnen laten zien als daarom wordt gevraagd. Artikel 2:42 Vervoer plakgereedschap Je mag in de openbare ruimte geen aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur of verfstof of verfgereedschap bij je hebben als je van plan bent de dingen te doen die hiervoor zijn genoemd. Je mag wel ongebruikte materialen en gereedschappen bij je hebben. Artikel 2:43 Vervoer inbrekerswerktuigen Je mag in de openbare ruimte geen inbrekerswerktuigen bij je hebben. Je mag wel nieuw gereedschap bij je hebben en gereedschap dat niet is bedoeld om in te breken, inbreken gemakkelijker te maken of sporen van braak te wissen. Artikel 2:44 Betreden van plantsoenen Als je er niets te zoeken hebt, mag je zonder toestemming van de gemeente niet buiten de paden komen van parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken. Artikel 2:45 Rijden over bermen Artikel 2:46 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen Je mag in het openbaar niet klimmen op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair of straatmeubilair dat daar niet voor bedoeld is. Je mag in de openbare ruimte ook niet tot last zijn van andere gebruikers van de openbare ruimte of bewoners. Artikel 2:47 Verboden drankgebruik Personen vanaf 18 jaar mogen in het openbaar geen alcohol drinken of aangebroken flessen of blikjes met alcoholhoudende drank bij zich hebben. Dat geldt niet voor een horecabedrijf, een bijbehorende terras, en plaatsen waarvoor een ontheffing is verleend. Artikel 2:48 Verboden gedrag bij of in gebouwen Je mag niet zonder reden in een portiek of poort zijn. Je mag niet zonder doel in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of liggen. Je mag zonder een goede reden niet in een gemeenschappelijke ruimte komen van een flat of appartementengebouw. Artikel 2:49 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten Je mag zonder reden niet in portalen, parkeergarages en rijwielstallingen, of een andere openbare ruimte komen. Je mag die ruimte niet vuil maken of anders gebruiken dan waarvoor die is bedoeld. Artikel 2:50 Neerzetten van fietsen Fietsen en bromfietsen mogen op een openbare plaats niet tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek staan als de gebruiker van het gebouw dat niet wil of als daardoor de doorgang wordt versperd. Artikel 2:51 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein Als er markt, kermis, een uitvoering, een bijeenkomst of een plechtigheid is, dan mag je daar op dat moment niet komen met een fiets of een bromfiets. Artikel 2:52 Bespieden van personen 12

13 Je mag iemand in een gebouw, woonwagen of woonschip niet bespieden. Artikel 2:53 Bewakingsapparatuur Vervallen Artikel 2:54 Nodeloos alarmeren Vervallen Artikel 2:55 Alarminstallaties Vervallen Artikel 2:56 Loslopende honden Binnen de bebouwde kom moet een hond aan de lijn. Een hond moet een halsband dragen of iets anders waaruit blijkt wie de eigenaar is. Honden mogen niet lopen op akkers en in weilanden. De gemeente geeft aan waar het wel mag. Onder het verbod vallen niet geleide honden, sociale hulphonden of honden die hiervoor in opleiding zijn. Artikel 2:57 Verontreiniging door honden en paarden Je hond of je paard mag niet in het openbaar poepen. Maar daar trekt die hond of dat paard zich niets van aan. Dus doet hij het toch, dan moet je het opruimen. Dit geldt niet voor degene die vanwege een handicap met een geleidehond of sociale hulphond loopt. Artikel 2:58 Gevaarlijke honden Als de gemeente een hond gevaarlijk vindt, kan de gemeente de eigenaar of houder verplichten de hond in het openbaar aan de lijn te doen of een muilkorf aan te doen. Een lijn is maximaal 1,50 meter. De hond mag de lijn niet zelf af kunnen doen. Een muilkorf is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen. Met korf kan de hond niet bijten. Een hond heeft een uniek identificatienummer met een microchip die met een chipreader leesbaar is. Artikel 2:59 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren De gemeente geeft aan waar bepaalde dieren mogen verblijven om overlast te voorkomen of op te heffen of schade aan de openbare gezondheid te voorkomen. Artikel 2:60 Wilde dieren Vervallen Artikel 2:61 Loslopend vee Degen die vee houdt, moet met een hek er voor zorgen dat het vee niet op de openbare weg kan komen. Artikel 2:62 Duiven Artikel 2:63 Bijen Je mag geen bijen houden binnen een afstand van 30 meter van woningen of andere gebouwen waar overdag mensen verblijven en ook niet binnen een afstand van 30 meter van de weg. Het mag wél als: je op een afstand van ten hoogste zes meter vanaf de korven of kasten een afscheiding plaatst van tenminste twee meter hoogte de gebouwen die dichterbij staan van de bijenhouder zijn 13

14 de provincie iets anders heeft bepaald de gemeente een ontheffing heeft verleend Artikel 2:64 Bedelarij Vervallen Afdeling 12: Bepalingen voor het bestrijden van heling van goederen Artikel 2:65 Begripsbepaling Een handelaar is iemand die waren inkoopt en verkoopt met het doel winst te maken. In een openbare inrichting mogen geen handelaren aan het werk zijn. Artikel 2:66 Verplichtingen voor het verkoopregister Een handelaar legt vast: wat hij inkoopt en verkoopt het volgnummer van de aantekening over het goed de datum van verkoop of overdracht van het goed een omschrijving van het goed (soort, merk en nummer) de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen De gemeente kan vrijstelling verlenen van deze verplichtingen. Artikel 2:67 (zie ook artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht) De handelaar of een iemand die namens die handelaar handelt, moet binnen zeven dagen de gemeente vertellen dat hij het beroep van handelaar uitoefent. De handelaar moet ook melden: zijn woonadres het adres van de onderneming een verandering van het woonadres of adres van de onderneming als hij stop met handelen als hij aan goederen kan komen die van een misdrijf afkomstig zijn als hij aan goederen kan komen die een ander is kwijtgeraakt Als de gemeente daar om vraagt, moet de handelaar zijn administratie laten zien. Bij de hoofdingang van het bedrijf moet zijn naam staan en wat voor soort bedrijf het is. Als de handelaar een goed koopt, moet hij de eerste vijf dagen het goed in bewaring houden in dezelfde staat waarin het gekocht is. Artikel 2:68 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen Artikel 2:69 Handel in horecabedrijven Dit artikel is verplaatst naar afdeling 8 (Toezicht op openbare inrichtingen) onder artikel 2:32. Afdeling 13: Vuurwerk Artikel 2:70 Begripsbepalingen Vuurwerk is karton en/of papier en/of plastic en/of metaal met daarin ontplofbare en/of brandbare mengsels van chemische stoffen die bij ontsteking zorgen voor licht, geluid, rook of beweging. Consumentenvuurwerk is vuurwerk dat openbaar mag worden verkocht. 14

15 Artikel 2:71 Het beschikbaar stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen. Als je vuurwerk wil verkopen, heb je een vergunning nodig van de gemeente. Artikel 2:72 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling Je mag vuurwerk gebruiken in het openbaar tenzij je daarmee gevaar, schade of overlast kan veroorzaken; of als de plaats waar je vuurwerk gebruikt door de gemeente is aangewezen als een plaats waar je geen vuurwerk mag gebruiken. NB. Je mag vuurwerk alleen afsteken tussen uur s avonds en uur s nachts. Afdeling 14: Drugsoverlast Artikel 2:73 Drugshandel op straat Je mag in het openbaar geen drugs verkopen, afleveren, aanbieden of verwerven. Je mag daarbij ook niet bemiddelen of behulpzaam zijn. Afdeling 15: Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging Artikel 2:74 Bestuurlijke ophouding De gemeente kan besluiten om groepen personen een plaats aan te wijzen waar zij moeten verblijven als dat om veiligheidsredenen noodzakelijk is. Artikel 2:75 Veiligheidsrisicogebieden De gemeente kan bij (verwachte) verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens een gebied met openbare gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied. Artikel 2:76 Cameratoezicht op openbare plaatsen De gemeente kan camera s plaatsen voor toezicht op openbare plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn en door de gemeenteraad zijn aangewezen. Artikel 2:77 Gebiedsontzeggingen De gemeente kan iemand die strafbare feiten begaat maximaal 24 uur wegsturen uit het aangewezen gebied. De gemeente kan iemand die de openbare orde verstoort, maximaal 24 uur wegsturen uit het aangewezen gebied. De gemeente doet dat: in het belang van de openbare orde om overlast te voorkomen of te beperken om aantasting van het woon- of leefklimaat te voorkomen om de veiligheid van personen of goederen te waarborgen de gezondheid of de zedelijkheid te beschermen Als de gemeente je heeft weggestuurd en je verricht binnen zes maanden opnieuw strafbare feiten in het aangewezen gebied, dan kan de gemeente je acht weken wegsturen. De gemeente bepaalt ook de uitzonderingen op deze regel. Afdeling 16: Carbid Artikel 2:78 Begripsbepalingen Bevoegd bestuursorgaan het college van burgemeester en wethouders of 15

16 Bus Carbidschieten de burgemeester. Hierna te noemen gemeente een (originele)(melk)bus van staal/ijzer, container, opslagvat of ander daarmee gelijk te stellen voorwerp; in een bus op explosieve wijze verbranden van acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen. Artikel 2:79 Verbod In het algemeen is het verboden carbid te schieten. Er zijn wetten die een uitzondering toelaten en zie ook artikel 2:80. Artikel 2:80 Gebruik carbid Onder voorwaarden mag je carbidschieten. Die voorwaarden zijn: je mag carbidschieten op 31 december tussen uur en uur je mag alleen buiten de bebouwde kom carbidschieten je kan gebruik maken van melkbussen je kan gebruik maken van vergelijkbare voorwerpen tot 40 liter inhoud je mag gebruikmaken van acetyleengas, afkomstig van een reactie tussen calciumcarbid (carbid) en water of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen je mag geen handelingen verrichten of iets nalaten waarvan je redelijkerwijs kan vermoeden dat daardoor gevaar, schade of hinder kan optreden voor personen of voor de omgeving De plaats vanwaar wordt geschoten wordt, ligt: op een afstand van ten minste 100 meter van woonbebouwing op een afstand van ten minste 300 meter van zorginstellingen op een afstand van ten minste 300 meter van in gebruik zijnde voorzieningen voor het houden van dieren op een afstand van ten minste 500 meter van een vogelbeschermingsgebied. Je mag schieten: in een richting die tegengesteld is aan de richting waarin de dichtstbijzijnde woonbebouwing is gelegen en de toeschouwers zich bevinden als het vrijschootsveld minimaal 75 meter is en hierin geen verharde openbare wegen of paden liggen als er geen busdeksels of soortgelijke projectielen worden gebruikt om met behulp van carbid weg te schieten als het gebruik van (voet)ballen of andere afsluitingen geen schade aan mens, dier of goed kan veroorzaken als het schietterrein wordt afgezet met touw, lint of hekken als binnen een cirkel met een straal van 100 meter rond de plaats waar het carbidschieten plaatsvindt niet meer dan tien bussen worden gebruikt of gebruiksklaar zijn als (melk)bussen/containers/opslagvaten stevig zijn verankerd in de bodem of in een frame, of op andere wijze zodat terugslag wordt voorkomen als er wordt geschoten onder toezicht van tenminste één persoon van 18 jaar of ouder die niet onder invloed van alcohol en/of drugs is. Deze moet de eigen veiligheid en die van aanwezigen waarborgen. HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE 16

17 Afdeling 1: Begripsbepalingen Artikel 3:1 Prostitutie Prostituee Seksinrichting Escortbedrijf Sekswinkel Exploitant Beheerder Bezoeker Begripsbepalingen is het verrichten van seksuele handelingen tegen betaling. is iemand die seksuele handelingen verricht tegen betaling. is een besloten ruimte waar bedrijfsmatig seksuele handelingen worden verricht of porno wordt getoond. Voorbeelden zijn een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub en een bordeel. is een bedrijf dat prostitutie aanbiedt op een andere plaats dan in de seksinrichting. is een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin erotischpornografische goederen worden verkocht of verhuurd. is degene die de seksinrichting uitbaat. is degene die in de seksinrichting of bij het escortbedrijf de leiding heeft. is een klant. Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan Het bevoegd bestuursorgaan is de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders. Hierna te noemen de gemeente. Artikel 3:3 Nadere regels In het belang van de openbare orde kan de gemeente nadere regels stellen. Afdeling 2: Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke Artikel 3:4 Seksinrichtingen Voor een seksinrichting of escortbedrijf heb je een vergunning nodig. De gemeente bepaalt hoeveel vergunningen worden verleend. In de vergunning staan de persoonsgegevens van de exploitant de persoonsgegevens van de beheerder de aard van de seksinrichting of het escortbedrijf de plaatsaanduiding een plattegrond van de seksinrichting een bewijs dat de exploitant de ruimte mag gebruiken Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder De exploitant en de beheerder: staan niet onder toezicht van een rechter zijn niet ontzet uit de ouderlijke macht of de voogdij vertonen geen slecht gedrag zijn eenentwintig jaar of ouder zijn niet in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst zijn niet ter beschikking gesteld zijn niet binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer zijn niet binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500,- of meer zijn niet binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld of tot een andere hoofdstraf of voor overtreding van Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid 17

18 vreemdelingen, het Wetboek van Strafrecht, de Wegenverkeerswet; de Wet op de Kansspelen, de Wet op de weerkorpsen, de Wet wapens en munitie Zijn de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting die of escortbedrijf dat voor ten minste een maand door de gemeente is gesloten of waarvan de vergunning is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat exploitant of de beheerder geen verwijt treft. Onder veroordeling valt ook: een vrijwillige betaling van een afkoopsom groter dan 375,00 een bevel tot het uitvoeren van een voorwaardelijke straf. Artikel 3:6 Sluitingstijden Een seksinrichting is gesloten op maandag tot en met vrijdag tussen en uur en op zaterdag en zondag tussen uur en uur. De gemeente kan voor verschillende seksinrichtingen andere sluitingstijden vaststellen. In een gesloten seksinrichting mogen geen bezoekers komen. open dicht Maandag uur uur uur uur Dinsdag uur uur uur uur Woensdag uur uur uur uur Donderdag uur uur uur uur Vrijdag uur uur uur uur Zaterdag uur uur uur uur Zondag uur uur uur uur Artikel 3:7 Tijdelijk afwijken sluitingstijden; (tijdelijk) sluiten De gemeente kan tijdelijk andere sluitingstijden vaststellen of een seksinrichting gedeeltelijk sluiten. Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder In een seksinrichting is onder openingstijd altijd de exploitant of de beheerder aanwezig. De exploitant en de beheerder zorgen dat in de seksinrichting geen strafbare feiten plaatsvinden. Zij zorgen er ook voor dat geen prostitutie wordt uitgeoefend in strijd met de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet. Artikel 3:9 Straatprostitutie Je mag alleen op de aangegeven plaatsen en tijden voorbijgangers uitnodigen of verleiden om gebruik te maken van de diensten van een prostituee. Als je je niet aan deze regels houdt, kan de politie je wegsturen. Komt het vaker voor, dan kan de gemeente je wegsturen voor een langere periode. Artikel 3:10 Sekswinkels De gemeente bepaalt waar een sekswinkel mag komen. Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen en afbeeldingen Op een onroerende zaak mogen geen voorwerpen, teksten of afbeeldingen staan van erotisch-pornografische aard als de gemeente vindt dat je daarmee de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt. Dit verbod is niet van toepassing als het gaat om vrijheid van meningsuiting. 18

19 Afdeling 3: Beslistermijn Artikel 3:12 Beslistermijn Bij een aanvraag om een vergunning beslist de gemeente binnen veertien dagen. Maar dat besluit kan ook maximaal twaalf weken worden uitgesteld. Artikel 3:13 Weigeringsgronden De vergunning wordt geweigerd: als de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de gedragseisen als de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met een bestemmingsplan of een andere regeling voor de leefomgeving als er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting of het escortbedrijf personen werken die daar niet mogen werken volgens het Wetboek van Strafrecht of de Wet arbeid Vreemdelingen of de Vreemdelingenwet; als het maximaal af te geven aantal vergunningen voor seksinrichtingen of escortbedrijven is verleend. De gemeente kan voor seksinrichtingen en escortbedrijven de vergunning ook weigeren om overlast te voorkomen of te beperken om aantasting van het woon- en leefklimaat te voorkomen of te beperken in het belang van de veiligheid van personen of goederen in het belang van de verkeersvrijheid of veiligheid in het belang van de gezondheid of zedelijkheid in het belang van de arbeidsomstandigheden van de prostituee Afdeling 4: Beëindigen exploitatie; wijzigen beheer Artikel 3:14 Beëindigen exploitatie De vergunning vervalt zodra exploitant stopt met de seksinrichting of het escortbedrijf. Binnen een week na het beëindigen informeert de exploitant de gemeente schriftelijk. Artikel 3:15 Wijzigen beheer Als de beheerder het beheer van de seksinrichting of het escortbedrijf beëindigt, informeert de exploitant de gemeente schriftelijk. Voor een nieuwe beheerder kan de gemeente op aanvraag van de exploitant de vergunning aanpassen. Tussen het moment van de aanvraag en het besluit van de gemeente kan de nieuwe beheerder gewoon zijn werk doen. HOOFDSTUK 4 BESCHERMEN VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE Afdeling 1: Geluidhinder en verlichting Artikel 4:1 Begripsbepalingen Artikel 4:2 Aanwijzen collectieve festiviteiten Artikel 4:3 Melden incidentele festiviteiten Een inrichting mag maximaal twaalf festiviteiten per kalenderjaar houden. Als de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang, de festiviteit bij de gemeente meldt, gelden er ruimere regels voor het licht en het geluid. 19

20 Ramen en deuren zijn dicht. Ramen en deuren gaan alleen open om personen of goederen door te laten. Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten Artikel 4:5 Onversterkte muziek Artikel 4:6 Overige geluidhinder Een inrichting mag geen toestellen of geluidsapparaten in werking hebben die geluidhinder veroorzaken voor een omwonende of voor de omgeving. De gemeente kan uitzonderingen maken. Soms is er al toestemming op grond van een andere wet. Artikel 4:6a (Geluid)hinder door dieren Degene die zorgt voor een dier, moet voorkomen dat dit dier voor een omwonende of voor de omgeving (geluid)hinder veroorzaakt. Artikel 4:6b (Geluid)hinder door vrachtauto s Het is verboden een vrachtauto zodanig te laden of te lossen dat daardoor voor een omwonende of voor de omgeving (geluid)hinder wordt veroorzaakt. De gemeente kan uitzonderingen maken. Artikel 4:6c Routering Vervallen Afdeling 2: Bodem-, weg- en milieuverontreiniging Artikel 4:7 Straatvegen Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen Je mag binnen de bebouwde kom alleen je behoefte doen op een toilet. Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen Sloten, ander water en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen geen gevaar opleveren voor de veiligheid, nadeel opleveren voor de gezondheid of hinder opleveren voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen. Afdeling 3: Het bewaren van houtopstanden Dit is geregeld in de Bomenverordening gemeente Wierden 2010 Afdeling 4: Maatregelen tegen het ontsieren en stankoverlast Artikel 4:10 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest en afvalstoffen. De gemeente kan plaatsen aanwijzen waar het verboden is te plaatsen: voertuigen, ook al worden ze niet meer gebruikt als voertuig vaartuigen, ook al worden ze niet meer gebruikt als vaartuig 20

21 onderdelen van voertuigen onderdelen van vaartuigen bromfietsen, fietsen, motorvoertuigen of onderdelen daarvan kampeermiddelen of onderdelen daarvan voor verkoop of verhuur mestopslag, gierkelders of andere verzamelplaatsen van vuil een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten afbraakmaterialen en oude metalen. Deze regels hebben tot doel om er voor te zorgen dat: de gemeente er goed uitziet er geen overlast ontstaan er geen schade ontstaat voor de openbare gezondheid De gemeente kan bij het aanwijzen nadere regels stellen. Artikel 4:11 Stankoverlast door gebruik van meststoffen Artikel 4:12 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame Je mag geen reclame maken op een onroerende zaak als je daarmee het verkeer in gevaar brengt of als er ernstige hinder ontstaat voor de omgeving. Artikel 4:13 Vergunningplicht lichtreclame Dit is geregeld in het Activiteitenbesluit Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen Dit is geregeld in de Kampeerverordening Wierden HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN OVER DE HUISHOUDING VAN DE GEMEENTE Afdeling 1: Parkeerexcessen Artikel 5:1 Begripsbepalingen Voertuigen zijn fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens. Kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen vallen er niet onder. Parkeren is een voertuig ergens langere tijd neerzetten. In- en uitstappen en laden & lossen vallen niet onder parkeren. Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf Een voertuig is niet een fiets, bromfiets, gehandicaptenvoertuig, motorvoertuig, tram of wagen waaraan herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal niet meer dan een uur vragen en die tijd ook wordt gebruikt voor deze werkzaamheden Een voertuig is ook geen fiets, bromfiets, gehandicaptenvoertuig, motorvoertuig, tram of wagen die dient voor het persoonlijk gebruik van degene die voertuigen stalt, herstelt, sloopt, verhuurt of verhandelt. Degene die regelmatig voertuigen stalt, herstelt, sloopt, verhuurt of verhandelt mag niet drie of meer voertuigen op de weg parkeren binnen 25 meter van elkaar. Je mag de weg ook niet als werkplaats voor voertuigen te gebruiken. Onder verhuur vallen ook een lesauto en een taxi. De gemeente kan uitzonderingen maken. 21

22 Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen Je mag niet overal een voertuig parkeren en daar te koop aanbieden. De gemeente kan uitzonderingen maken. Artikel 5:4 Defecte voertuigen Je mag een kapot voertuig niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg parkeren. Artikel 5:5 Voertuigwrakken Je mag een voertuig dat verwaarloosd is, niet op de weg parkeren Je mag een voertuig dat rijtechnisch in slechte staat verkeert, niet op de weg parkeren. Artikel 5:6 Kampeermiddelen Dit artikel gaat over voertuigen die voor recreatie worden gebruikt en voertuigen die voor andere doeleinden dan verkeersdoeleinden worden gebruikt. Deze voertuigen mogen niet langer dan zeven achtereenvolgende dagen binnen de bebouwde kom op de openbare weg staan als dit buitensporig is met het oog op het verdelen van beschikbare parkeerruimte schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Ze mogen ook niet binnen de bebouwde worden geparkeerd als dat schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente. De gemeente kan uitzonderingen maken. Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen Je mag een voertuig met reclame niet op de weg parkeren met het doel reclame te maken. De gemeente kan hierop uitzonderingen maken. Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen Je mag voertuigen langer dan 6 meter of hoger dan 2.40 meter niet op de weg parkeren binnen de bebouwde kom. De lengte van de lading moet je meerekenen Van maandag tot en met zaterdag, dagelijks tussen uur en uur mag dat wel. Dus maandag tot en met zaterdag, dagelijks tussen uur en uur mag het niet. En ook niet op zondag. Er zijn uitzonderingen. Campers, kampeerauto s, caravans en kampeerwagens vallen niet onder het verbod. Maar deze voertuigen mogen dan weer niet langer dan zeven achtereenvolgende dagen op de weg staan. De gemeente kan op deze regeling uitzonderingen maken. Toegestaan Verboden Maandag uur uur uur uur Dinsdag uur uur uur uur Woensdag uur uur uur uur Donderdag uur uur uur uur Vrijdag uur uur uur uur Zaterdag uur uur uur uur Zondag Altijd Artikel 5:9 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen Je mag voertuigen langer dan 6 meter of hoger dan 2.40 meter niet parkeren binnen een afstand van tien meter van een woning of ander dagelijks gebruikt gebouw als daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers wordt gehinderd of belemmerd Er is een uitzondering. Het voertuig mag daar wel staan als het voertuig daar moet staan 22

23 voor het uitvoeren van werkzaamheden en dan alleen zo lang als de werkzaamheden duren. Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen Artikel 5:11 Aantasten groenvoorzieningen door voertuigen Je mag met een voertuig niet in een park of een plantsoen of op een groenstrook komen. Voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden van de gemeente mogen daar wel komen. En voertuigen die met toestemming een standplaats innemen mogen er ook komen. De gemeente kan uitzonderingen maken. Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets Je mag fietsen en bromfietsen neerzetten op plaatsen die de gemeente heeft aangewezen. Buiten die plaatsen mag je geen fietsen of bromfietsen onbeheerd laten staan. Dat is: in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente ter voorkoming of opheffing van overlast ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid Afdeling 2: Collecteren Artikel 5:13 Inzamelen van geld of goederen 1. Zonder vergunning van de gemeente mag je niet: Geld inzamelen Goederen inzamelen Een intekenlijst aanbieden om geld of goederen in te zamelen Voor een goed doel geschreven of gedrukte stukken aanbieden tegen betaling Voor een goed doel diensten aanbieden tegen betaling Uitzonderingen: Inzamelen in besloten kring Plaatselijke verenigingen en stichtingen met een algemeen gemeenschapsbelang Afdeling 3: Venten Afdeling 4: Standplaatsen Artikel 5:14 Begripsbepaling Een standplaats is een vaste plaats in de openbare ruimte en in de openlucht waar je goederen of diensten te koop aanbiedt, verkoopt of aflevert. Je gebruikt daarbij hulpmiddelen zoals een kraam, een tafel of een wagen. Deze regeling geldt niet voor een vaste plaats op een markt of op een evenement. Artikel 5:15 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden Voor een standplaats heb je een vergunning nodig van de gemeente. De gemeente geeft de vergunning niet af als er al een plan of regeling is die dat niet toe laat. De gemeente kan de vergunning weigeren als de standplaats niet voldoet aan de regels. De gemeente geeft geen standplaatsvergunning af als daardoor het verzorgingsniveau 23