De behandeling van de vragen vangt aan om uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Bart Laeremans.

Transcriptie

1 CRABV 52 COM /02/ COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN, HET WETENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS, DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND EN DE LANDBOUW van WOENSDAG 18 FEBRUARI 2009 Voormiddag COMMISSION DE L'ECONOMIE, DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE, DE L'EDUCATION, DES INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES ET DE L'AGRICULTURE du MERCREDI 18 FÉVRIER 2009 Matin De behandeling van de vragen vangt aan om uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Bart Laeremans. 01 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de verhoging van de bierprijs bij InBev" (nr ) Jean-Luc Crucke (MR): De brouwer InBev kondigde aan dat de bierprijs met 3,5 procent zal worden verhoogd. In tien jaar tijd is de bierprijs bij InBev met 49,53 procent gestegen, terwijl de inflatie nagenoeg 20 procent bedroeg. De brouwer schrijft die verhogingen toe aan de stijgende grondstofprijzen en zijn poging om de markt nieuw leven in te blazen. De Federatie van Belgische Drankenhandelaars vindt die verklaringen discutabel en klaagt de dominante positie van InBev aan. Zou de zaak niet bij het prijzenobservatorium aanhangig kunnen worden gemaakt? Ontving de FOD Economie klachten hieromtrent? Voorzitter: mevrouw Liesbeth van der Auwera Minister Vincent Van Quickenborne (Frans): Behalve in enkele sectoren worden de prijzen in België vastgesteld door de economische operatoren, volgens de wet van vraag en aanbod. InBev mag dan wel een dominante positie innemen, maar, uit het oogpunt van het mededingingsrecht, moet ook nog worden aangetoond dat het daar misbruik van maakt. De Raad voor de Mededinging, een onafhankelijk administratief rechtscollege, zal zich over dit probleem buigen en me zijn bevindingen bezorgen. De taak van het Prijzenobservatorium bestaat erin de prijzen op te volgen en te analyseren. De prijs van pils is in de detailhandel tussen januari 1999 en januari 2009 met 23 procent gestegen, wat iets minder is dan de index. Volgens onze gegevens is de prijs van bier op café, waarin uiteraard ook de loon-, de energie- en de infrastructuurkosten vervat zijn, met 52 procent toegenomen. Indien uit het onderzoek van het auditoraat blijkt dat er sprake is van concurrentievervalsing, zal de Raad voor de Mededinging daar tegen optreden. Volgens de Algemene Directie Controle en Bemiddeling, ten slotte, werd tot op heden geen enkele klacht ingediend Jean-Luc Crucke (MR): Ik vraag dat u de commissie op de hoogte zou brengen van de conclusies van het auditoraat. Wanneer hoopt u die te ontvangen?

2 2 18/02/2009 CRABV 52 COM 463 Voorts verbaast het me dat de Unie van de Belgische Brouwers de zaak niet bij de FOD heeft aangekaart Minister Vincent Van Quickenborne (Frans): Ook ik ben verwonderd dat er geen enkele klacht werd ingediend. Niets belet u om dat te doen! Het auditoraat voert een informeel onderzoek, dat enkele maanden in beslag zou moeten nemen. Gelet op de mogelijke gevolgen van dat dossier, bijvoorbeeld voor de kosten van festiviteiten, zal ik erop aandringen dat dit onderzoek zo snel mogelijk zou worden gevoerd. Het incident is gesloten. 02 Vraag van de heer François Bellot aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de door Europa aan Nederland verleende toelating voor het openstellen van de kabeldistributie voor concurrentie" (nr ) François Bellot (MR): Onlangs heeft de Europese Commissie toestemming gegeven aan Opta, de Nederlandse telecomregulator, om de teledistributienetwerken open te stellen voor de concurrentie. Terwijl de dominante operatoren het klassieke draadnetwerk nog moeten openstellen voor de concurrentie, gebeurt in België niets voor de netwerken voor kabeldistributie, die nochtans gebruikt worden voor breedband internetdiensten en telefonie. Bovendien heffen de Gewesten een bijzondere belasting op de ondergrondse installaties en de installaties van teledistributiebedrijven. De consumentenverenigingen en uzelf klagen over de hoge tarieven voor de telecommunicatiediensten in België. De openstelling van de teledistributienetwerken zou een middel zijn om de concurrentie aan te zwengelen en de dominante operatoren op gelijke voet te behandelen. Wat is uw standpunt in deze materie? Zult u de overheden die belast zijn met de regulering van de markt opdracht geven om de procedure op te starten voor het openstellen van de teledistributienetwerken voor de concurrentie, zoals in Nederland? Minister Vincent Van Quickenborne (Frans): In het door u aangehaalde geval in Nederland, gaat het om de transmissie van de radio-omroep van vier Nederlandse kabeloperatoren en om de toegang tot het transmissieplatform van twee onder hen. Die verplichting heeft geen betrekking op de internettoegang of de telefoondiensten. In ons land zouden dergelijke verplichtingen niet op het federale niveau, maar op dat van de taalgemeenschappen worden opgelegd. Het BIPT onderzoekt op dit ogenblik de markten met betrekking tot de ontbundeling van de lokale lus en het binair debiet. Er wordt gekozen voor een uit een technologisch oogpunt neutrale aanpak, zonder a priori s, ook niet wat de mogelijke openstelling van de kabelnetwerken betreft. De resultaten van dat onderzoek zouden nog tijdens de eerste helft van dit jaar bekend moeten zijn. Zodra we over het verslag beschikken, kan het debat van start gaan François Bellot (MR): Vandaag wordt die dienst al aangeboden door de kabeldistributeurs. Het is een weerkerend probleem, dat door Belgacom al aan de kaak werd gesteld. Technisch gezien zijn het dus al concurrenten, maar de voorwaarden verschillen, aangezien ze niet door dezelfde organen worden gecontroleerd. De wet zal moeten worden aangepast om concurrentievervalsing te voorkomen. Is het trouwens in deze commissie dat dat dossier moet worden behandeld? Zal de regeling van de technische problemen en van de problemen inzake regulering de mededinging beïnvloeden of omgekeerd? Besprekingen over de beveiliging van internet worden in de commissie voor de Justitie gehouden. De mededinging komt hier aan bod. De voorwaarden inzake de regulatoren en de normen worden dan weer in de commissie voor de Infrastructuur behandeld. Een en ander leidt tot problemen, waarvoor een oplossing zal moeten worden gevonden. Het zou interessant zijn dat de twee commissies zich eerst samen over het onderwerp zouden kunnen buigen. Daarna kan elke commissie apart dat aspect van het dossier behandelen dat tot haar bevoegdheden behoort.

3 CRABV 52 COM /02/ Het incident is gesloten. 03 Samengevoegde vragen van - de heer Denis Ducarme aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de klachten tegen de reclamecampagne van het Belgisch Nucleair Forum" (nr ) - de heer Philippe Henry aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de klachten inzake de reclamecampagne van het Belgisch Nucleair Forum" (nr ) Denis Ducarme (MR): Het Belgisch Nucleair Forum heeft een reclamecampagne op touw gezet waarin het publiek attent wordt gemaakt op de voordelen van kernenergie. Ik vind het een goede campagne, want ze wijst op de voor- en nadelen van kernenergie en stelt de bevolking in staat zich een mening te vormen zonder al te veel vooroordelen. Men kan die organisatie haar recht op vrije meningsuiting niet ontzeggen. Andere organisaties hebben daartegen echter klacht ingediend bij de Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame. Kan u ons daarover meer toelichtingen verstrekken? Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Die campagne is bijzonder agressief en dient om de publieke opinie te manipuleren. In de campagne worden de argumenten voor en tegen kernenergie in twee kolommen tegenover elkaar geplaatst. En de conclusies liggen uiteraard in de lijn der verwachtingen. Is dat een kwestie van vrije meningsuiting of van vrijheid van handel? Het is overduidelijk dat de opdrachtgevers van die campagne er een economisch belang bij hebben. Ik zou graag vernemen hoeveel klachten er bij de Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame werden ingediend, door wie ze werden ingediend, welke procedure er gevolgd wordt en hoe het tijdpad van de opeenvolgende fasen eruitziet. Hoe staat u tegenover het commercieel karakter van die campagne? Hoe kan die gereglementeerd worden? Minister Vincent Van Quickenborne (Frans): Ik zal mijn antwoord beperken tot mijn bevoegdheden. De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame is een vzw waarvan de werking steunt op de vrijwillige medewerking van haar leden. Ik beschik niet over gegevens betreffende de bij de JEP ingediende klachten omdat ik daar niet bevoegd voor ben. In verband met de onderhavige zaak ontving ik alleen een brief van minister Magnette met het verzoek van de vzw Respire om een vordering tot staking tegen het Nucleair Forum in te stellen. De FOD Economie was van oordeel dat er onvoldoende rechtsgrond is om zo n vordering in te stellen. Volgens mijn bestuur valt die mededeling niet onder de definitie van reclame zoals vervat in de wet op de handelspraktijken Denis Ducarme (MR): Het Nucleair Forum bestaat uit organismen die er, elk om zijn eigen redenen, belang bij hebben dat kernenergie een toekomst heeft, maar ook om wat zij als het algemeen belang beschouwen. De vrijheid van meningsuiting moet worden gerespecteerd en uw antwoord is volkomen bevredigend. Die campagne lijkt me bovendien evenwichtig, en doet niet meer aan manipulatie dan de verkiezingscampagnes van Ecolo of Groen! Kunt u, aangezien de JEP onafhankelijk werk verricht over kwesties die vergelijkbaar zijn met wat aan uw bevoegdheid voorgelegd wordt, geen inlichtingen inwinnen bij die instelling om de afloop van uw dossier te kennen? Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Ik deel de mening van de heer Ducarme in verband met de commerciële strekking en de vrijheid van meningsuiting helemaal niet. Het slaat nergens op de verantwoordelijkheid van een instelling als het Nucleair Forum te vergelijken met campagnes van partijen of verenigingen, die vrij hun mening kunnen uiten. De voornaamste leden van het Nucleair Forum en de financiers van deze campagne zijn economische actoren die er rechtstreeks belang bij hebben dat kernenergie blijft bestaan. Het gaat hier niet om de vrijheid van meningsuiting. De slotsom is dat de regelgeving inzake reclame tot problemen leidt. Het is bijzonder erg dat openbare instellingen, die objectief en neutraal moeten zijn, meewerken aan een propagandacampagne ter bestendiging en ter ontwikkeling van die sector, terwijl ze in het kader van dit debat

4 4 18/02/2009 CRABV 52 COM 463 aan de bevolking en de beleidslieden opheldering moeten geven over kernenergie. Dáár plaats ik vraagtekens bij, niet bij de keuze van Electrabel zelf. Ik stel me vragen bij de opvatting als zou Electrabel, in het kader van een campagne als deze, geen economische onderneming zijn. Dat toont aan dat de regelgeving tekortschiet Minister Vincent Van Quickenborne (Frans): Wij zullen inlichtingen inwinnen bij de JEP. Ik hoop die informatie te kunnen verkrijgen en zal ze u zo spoedig mogelijk bezorgen Denis Ducarme (MR): Ik maak me zorgen over de visie van sommige partijen in ons Parlement op de vrijheid van meningsuiting Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Ik maak me dan weer zorgen over de visie van sommigen op het algemeen belang. Het incident is gesloten. 04 Vraag van de heer Jean Cornil aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de doeltreffendheid van de nationale helpdesk inzake de reglementaire en technische aspecten van de REACH-verordening" (nr ) Jean Cornil (PS): In het kader van de REACH-verordening moet een helpdesk worden ingevoerd om de bedrijven te informeren of de stoffen die ze wensen in de handel te brengen al of niet toxisch zijn, maar ook om die bedrijven te helpen en te begeleiden. De werking van de Belgische helpdesk, die blijkbaar overstelpt wordt met vragen, lijkt voor problemen te zorgen. Hoeveel aanvragen voor bijstand werden door die structuur behandeld? Wat zijn de gemiddelde wachttijden om de vragen te beantwoorden? Bevestigt u dat tal van Belgische bedrijven de helpdesk in Nederland aangesproken hebben om de nodige informatie te krijgen? Is de Belgische helpdesk voldoende bemand? Minister Vincent Van Quickenborne (Frans): In 2005 kwamen er twaalf aanvragen binnen, in , in en in Vanaf februari 2007 voorzag de Commissie in een Europese coördinatie voor wederzijdse bijstand en harmonisering van de antwoorden. De Belgische helpdesk speelde daar een beslissende rol in. In 2008 steeg het aantal aanvragen. Het vertrek van de enige Nederlandstalige helpdeskmedewerkster in september 2008 had een wanverhouding tot gevolg. De antwoorden moesten opgesteld worden met de hulp van een andere dienst. Er werd voorrang verleend aan de vragen betreffende de preregistratie. Wegens de verlenging van de termijnen werd er op de website van het departement een link toegevoegd naar de website van de helpdesk in Nederland. Zodra die Nederlandse helpdesk vaststelde dat Belgische ondernemingen vragen doorstuurden, werd die informatie echter verwijderd. De samenwerking tussen de Franstalige helpdesks en die tussen de Ierse en Engelse helpdesks werd voortgezet. De Nederlandse helpdesk verstrekte geen informatie over het aantal vragen vanuit België en onze helpdesk deed dat ook niet voor de vragen van Nederlandse ondernemingen. De technische samenwerking met de Nederlandse helpdesk werd voortgezet. Voorts konden er dankzij de snelle opleiding van nieuwe Nederlandstalige medewerkers meer vragen in die taal beantwoord worden. Vele niet-europese ondernemingen werden, op grond van de taal waarin de vraag gesteld werd, doorverwezen naar de Belgische helpdesk. Niettegenstaande een dertigtal informatiebijeenkomsten overtrof het aantal vragen de verwachtingen en op dat moment besliste een van de drie medewerkers bovendien om die dienst te verlaten.

5 CRABV 52 COM /02/ Er werden maatregelen getroffen met het oog op een tijdelijke versterking. Ik heb de voorzitter gevraagd de beschikbare middelen aan te wenden om een optimale werking te verzekeren. In april zal een nieuwe medewerkster de dienst komen vervoegen. Om de toekomstige piek van potentiële aanvragen op te vangen, vóór december 2010, zullen analyses van de mogelijke vragen worden verricht en zal er dienaangaande een coördinatie op Europees vlak plaatsvinden. De Belgische helpdesk neemt het voorzitterschap van de werkgroep communicatie waar Jean Cornil (PS): Het verheugt me dat u zoveel belang hecht aan die kwestie, die allesbehalve onbelangrijk is. Zelfs indien de helpdesk er in april een medewerkster bij krijgt, dan telt die dienst nog maar vier medewerkers terwijl het aantal aanvragen fors is gestegen. Indien het aantal aanvragen blijft stijgen, hoop ik dat er nog meer personeel zal kunnen worden ingezet. Volgens de inlichtingen waarover ik beschik, krijgen de ondernemingen geen antwoorden op belangrijke vragen met betrekking tot de volksgezondheid en het leefmilieu. Het incident is gesloten. 05 Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de sponsoring door mobieletelefonieoperatoren" (nr ) Marie-Martine Schyns (cdh): Sinds enkele weken lijken de gsm-operatoren een manier gevonden te hebben om het verbod op de koppelverkoop te omzeilen via het aanbieden van gratis gsm-toestellen aan klanten die peter worden van iemand die een abonnement wil nemen. Gaat het hier niet om koppelverkoop? Kan er worden nagegaan of de houder van de gsm en de nieuwe klant die hij aanbrengt, niet een en dezelfde persoon zijn? Trekken uw diensten ten slotte een en ander na bij de gsm-operatoren? Minister Vincent Van Quickenborne (Frans): Volgens de wettelijke definitie is er sprake van een gezamenlijk aanbod, wanneer de al dan niet kosteloze verkrijging van producten, diensten, alle andere voordelen, of titels waarmee de consument die kan verwerven, gebonden is aan de verkrijging van andere zelfs gelijke producten of diensten. Er is geen sprake van een gezamenlijk aanbod, wanneer de verkrijging van een voordeel door de consument gebonden is aan de verkrijging van andere producten of diensten door een andere consument. We moeten er uiteraard op toezien dat het zogeheten peterschap geen verkapte vorm van koppelverkoop is en dat de aangeboden gsm in werkelijkheid niet aan de nieuwe klant wordt geschonken. In de concurrentiële omgeving van de mobiele telefonie zou een dergelijke praktijk echter snel door de concurrenten aan het licht worden gebracht. Daarom voeren de bevoegde diensten dergelijke controles niet uit Marie-Martine Schyns (cdh): Men rekent dus in feite op de concurrentie om praktijken aan het licht te brengen waar uw diensten eigenlijk zelf op zouden moeten toezien. We moeten ter zake de nodige waakzaamheid aan de dag leggen en volgens mij stapt u er nogal licht overheen. Het incident is gesloten. 06 Samengevoegde vragen van - de heer Jean-Jacques Flahaux aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "het verbeteren van de ticketverkoop voor grote culturele en sportevenementen" (nr ) - mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "het verbod op tussenhandel" (nr ) - de heer Jef Van den Bergh aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de zwarte markt voor concerttickets" (nr ) Jef Van den Bergh (CD&V): Ondanks initiatieven van de ministers Verwilghen en Moerman blijft het probleem van de zwarte markt voor concerttickets floreren. De officiële ticketverkoop werd ondertussen door middel van een gentlemen s agreement zodanig georganiseerd dat de illegale verkoop minder gemakkelijk zou worden. Dat akkoord dateert van april 2006 en is dus dringend aan evaluatie toe. Het is immers duidelijk dat er woekerprijzen blijven circuleren. Er zijn wel inspectiediensten, maar hun taak is niet eenvoudig en het federale parket maakt hiervan zeker geen prioriteit.

6 6 18/02/2009 CRABV 52 COM 463 Twee jaar geleden werd door de heer Stijn Bex voorgesteld om de regel van de voetbalwet hierop toe te passen: tickets mogen daar niet doorverkocht worden met winstoogmerk. Minister Verwilghen wou dat voorstel toen niet volgen, maar deze minister lijkt dit idee meer genegen te zijn. Is de evaluatie van het gentlemen s agreement reeds gebeurd? Wat zal de wettelijke regeling die de minister heeft aangekondigd, concreet inhouden? Liesbeth Van der Auwera (CD&V): De minister is voldoende op de hoogte van de feiten. De tussenhandel is ondertussen steeds meer toegenomen en geprofessionaliseerd. Hoe zal de minister deze materie concreet regelen? Hoe kan een wettelijke regeling afgedwongen en gecontroleerd worden? Kan dit probleem op een strikt Belgisch vlak opgelost worden? Wat zijn de resultaten van het convenant dat in 2006 met de organisatoren werd afgesloten? Hoeveel controles gebeuren er daarop en welke resultaten leveren die controles op? Minister Vincent Van Quickenborne (Nederlands): In 2006 werd er een convenant afgesloten met de organisatoren en ticketverdelers om doorverkoop zoveel mogelijk tegen te gaan. Het belangrijkste hierin was de verplichting om de naam van de aankoper verplicht te vermelden op de tickets. Daarnaast werd afgesproken dat op de tickets ook moest staan dat ze niet mochten worden doorverkocht. Einde vorig jaar werd dit convenant positief geëvalueerd. De vermelding van de naam van de aankoper bleek een efficiënte methode om doorverkoop te belemmeren. Op basis van controles werd in 2008 aan 711 tickets de toegang geweigerd. Een sluitende controle is echter onmogelijk te organiseren omdat een consequente identiteitscontrole de toegang tot een evenement te zeer vertraagt en omdat het mogelijk moet blijven om bij ziekte een ticket door te geven of om tickets te kopen voor een vriendengroep. Bij de evaluatie werd er dan ook beslist om het probleem aan de aanbodzijde aan te pakken, namelijk bij de buitenlandse doorverkoopsites die via stromannen tickets aankopen om ze vervolgens massaal door te verkopen op het internet. De nieuwe wettelijke regeling zal bestaan uit het principieel toelaten van doorverkoop om bona fide concertgangers niet te bestraffen, gekoppeld aan een expliciet verbod om tickets door te verkopen tegen een hogere prijs dan de oorspronkelijke verkoopsprijs. De handhaving van deze wet zal gebeuren in nauwe samenwerking met de inspectiediensten van het thuisland van de doorverkoopsites. Ik hoop deze regeling nog voor de zomer door het Parlement te laten goedkeuren. In andere landen lopen gelijkaardige initiatieven. Een duidelijk wettelijk verbod op woekerwinsten bij doorverkoop, met een goede handhaving in samenwerking met binnen- en buitenlandse inspectiediensten, is het juiste antwoord op dit reële probleem Jef Van den Bergh (CD&V): Ik ben blij dat het gentlemen s agreement na een positieve evaluatie werd hernieuwd. Ik betreur het wel dat concertgangers die nu een ticket proberen te verkrijgen, worden gestraft voor hun enthousiasme om een optreden bij te wonen. Er moet dus inderdaad ook iets gebeuren aan de aanbodzijde. Volgens het gentlemen s agreement moeten de tickets zo dicht mogelijk bij de concertdatum worden verstuurd, maar in de praktijk worden ze vaak al veel eerder verstuurd. Dat geeft de verkoopsorganisaties de nodige tijd om hun handeltje op te zetten Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Wij gaan graag in op het voorstel om zo snel mogelijk tot een regeling te komen Minister Vincent Van Quickenborne (Nederlands): Met de Economische Inspectie en de organisatoren is afgesproken dat de tickets voor concerten in maart 2009 pas eind januari - begin februari worden verstuurd. Ook voor andere risicoconcerten, waaronder dat van Madonna, zal die regeling worden toegepast.

7 CRABV 52 COM /02/ Met de Nederlandse doorverkoopsites werd afgesproken dat op de site of in de algemene voorwaarden vermeld wordt dat de verkoop via dit soort sites niet conform is met de wet van vraag en aanbod. De Nederlandse sites verbinden zich ertoe het ticket terug te betalen bij een toegangsweigering. Dat is de afspraak, nu valt af te wachten in welke mate ze wordt nageleefd. Het incident is gesloten. De openbare commissievergadering wordt gesloten om uur. La discussion des questions est ouverte à 11 h 17 par M. Bart Laeremans, président. 01 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "l'augmentation du prix de la bière chez InBev" (n 10985) Jean-Luc Crucke (MR) : Le brasseur InBev a annoncé une nouvelle hausse de 3,5 % du prix de la bière. En dix ans, celui-ci a augmenté de 49,53 % chez InBev, pour une inflation proche de 20 %. Le brasseur explique ces augmentations par la hausse des matières premières et par sa volonté de relancer le marché. La Fédération belge des distributeurs de boissons estime que ces justifications sont contestables et elle dénonce la position dominante d'inbev. L'Observatoire des prix ne pourrait-il pas être saisi? Le SPF Économie a-t-il reçu des plaintes en la matière? Présidente : Mme Liesbeth Van der Auwera Vincent Van Quickenborne, ministre (en français) : En Belgique, sauf dans quelques secteurs, les prix sont fixés par les opérateurs économiques selon la loi de l'offre et de la demande. Si InBev jouit d'une position dominante, encore faut-il démontrer, au regard du droit de la concurrence, que le brasseur en abuse. Le Conseil de la concurrence, juridiction administrative indépendante, examinera cette problématique et me fera parvenir ses conclusions. L'Observatoire des prix a pour mission l'observation et l'analyse des prix. Le prix de la pils dans le commerce de détail a augmenté de 23 % entre janvier 1999 et janvier 2009, soit un peu moins que l'index. Selon nos données, le prix de la bière dans un café, qui comprend évidemment des coûts salariaux, énergétiques et d'infrastructure, a quant à lui augmenté de 52 %. S'il ressort de l enquête de l auditorat qu'il y a distorsion de la concurrence, celle-ci sera pénalisée par le Conseil de la concurrence. Enfin, selon la Direction générale Contrôle et médiation, aucune plainte n'a été déposée à ce jour Jean-Luc Crucke (MR) : Je vous demande de tenir la commission informée des conclusions de l'auditorat. Quand pouvons-nous espérer les recevoir? Par ailleurs, je m étonne que la Fédération des brasseurs n ait pas saisi le SPF Vincent Van Quickenborne, ministre (en français) : Je suis aussi étonné que vous qu aucune plainte n ait été déposée. Rien ne vous empêche de le faire! L auditorat mène une enquête informelle, qui devrait prendre quelques mois. Vu les répercussions de ce dossier, par exemple sur le coût des fêtes, j insisterai pour que cette enquête soit menée le plus vite possible. L'incident est clos. 02 Question de M. François Bellot au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "l'autorisation accordée par l'europe aux Pays-Bas d'ouvrir à la concurrence les réseaux de cablodistribution" (n 11095) François Bellot (MR) : Récemment, la Commission européenne a autorisé Opta, le régulateur télécoms néerlandais, à ouvrir à la concurrence les réseaux de télédistribution.

8 8 18/02/2009 CRABV 52 COM 463 En Belgique, alors que les opérateurs dominants doivent ouvrir à la concurrence leur réseau filaire classique, il n'en est rien pour les réseaux de télédistribution par câble, pourtant utilisés pour les services internet large bande et la téléphonie. Les Régions appliquent, en outre, une taxation particulière pour les installations souterraines et les installations des télé-distributeurs. Les associations de consommateurs et vous-même vous plaignez des tarifs élevés des services de télécommunications en Belgique. L'ouverture des réseaux de télédistribution serait un moyen de stimuler la concurrence et de mettre les opérateurs dominants sur un pied d'égalité. Quelle est votre position sur ce sujet? Allez-vous charger les autorités de régulation du marché de lancer la procédure d'ouverture à la concurrence des réseaux de télédistribution, comme aux Pays-Bas? Vincent Van Quickenborne, ministre (en français) : Dans le cas néerlandais, il s'agit de la transmission de la radiodiffusion de quatre câblo-opérateurs néerlandais et de l'accès à la plate-forme de transmission de deux de ceux-ci. Cette obligation ne concerne ni l'accès à Internet, ni les services téléphoniques. Chez nous, l'imposition de telles obligations ne se ferait pas au niveau fédéral mais à celui des Communautés linguistiques. L'IBPT analyse actuellement les marchés de dégroupage de la boucle locale et du débit binaire. Une approche technologiquement neutre est adoptée et rien n'est exclu, ni même l'ouverture des réseaux câblés. Les résultats de cette analyse seront connus durant ce semestre. Le débat s ouvrira dès que nous serons en possession du rapport François Bellot (MR) : Aujourd'hui, les câblodistributeurs offrent déjà le service chez nous. C'est un problème récurrent qui a été dénoncé par Belgacom. Techniquement, ils sont déjà concurrents mais avec des conditions différentes puisqu'ils ne relèvent pas des mêmes organes de contrôle. La loi va devoir être adaptée pour qu'il n'y ait pas distorsion de la concurrence. Par ailleurs, est-ce au sein de cette commission que ce dossier doit être débattu? Le règlement des problèmes techniques et de régulation va-t-il entraîner une adaptation de la concurrence, ou l inverse? Lorsqu'on parle de la protection d'internet, les débats ont lieu en commission de la Justice. Pour la concurrence, c'est ici. Pour les conditions relatives aux régulateurs et aux normes, c'est en commission de l'infrastructure. Cela pose des difficultés. Il va falloir trouver une solution. Il serait intéressant de regrouper les deux commissions et que chacune traite ses domaines par la suite. L'incident est clos. 03 Questions jointes de - M. Denis Ducarme au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "les plaintes déposées à l'encontre de la campagne publicitaire organisée par le Forum nucléaire belge" (n 11197) - M. Philippe Henry au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "les plaintes relatives à la campagne publicitaire du Forum nucléaire belge" (n 11236) Denis Ducarme (MR) : Le Forum nucléaire belge a lancé une campagne publicitaire qui sensibilise l'opinion aux avantages de l'énergie nucléaire. Je la trouve bien faite car elle en présente les avantages et les inconvénients et permet à la population de se faire une idée sans trop de préjugés. On ne peut retirer à cet organisme sa liberté d'expression. Néanmoins, d autres organismes ont déposé plainte devant le Jury d'éthique publicitaire. Avez-vous des précisions à ce sujet? Philippe Henry (Ecolo-Groen!) : Cette campagne est particulièrement agressive. Elle manipule

9 CRABV 52 COM /02/ l opinion. Elle classe en deux colonnes les arguments pour et contre le nucléaire, tout en allant dans le sens auquel on pouvait s attendre. Cela relève-t-il de la liberté d'expression ou du commerce? Ses commanditaires y ont clairement un intérêt économique. Je souhaiterais avoir des renseignements sur le nombre de plaintes déposées devant le Jury d éthique publicitaire, les déposants, la procédure et le calendrier des différentes étapes. Quel est votre sentiment sur la nature commerciale de cette campagne? Comment peut-elle être régulée? Vincent Van Quickenborne, ministre (en français) : Je limiterai ma réponse à mes compétences. Le Jury d'éthique publicitaire (JEP) est une ASBL dont le fonctionnement repose sur la collaboration volontaire de ses membres. Je n ai aucune information sur les plaintes auprès du JEP, qui ne relèvent pas de ma compétence. Dans ce dossier, la seule chose que j'ai reçue, c'est un courrier du ministre Magnette, avec une question de l'asbl Respire, qui demandait l introduction d une action en cessation contre le Forum nucléaire. Le SPF Économie a estimé qu'il y avait trop peu de fondement juridique pour entamer une telle action. Selon mon administration, cette communication ne tombe pas sous la définition de publicité dans la loi sur les pratiques de commerce Denis Ducarme (MR) : Le Forum nucléaire est constitué d organismes qui ont intérêt à ce que l'énergie nucléaire ait un avenir, pour des motifs qui leur sont propres mais aussi pour ce qu'ils envisagent comme l'intérêt général. La liberté d'expression doit être respectée et votre réponse me satisfait pleinement. Cette campagne me semble en outre équilibrée, pas plus manipulatrice que les campagnes électorales d'ecolo ou de Groen!. Par ailleurs, puisque le JEP réalise un travail indépendant sur des questions comparables à celles soumises à votre compétence, ne pourriez-vous pas vous informer auprès de cet organisme pour connaître l'issue réservée à votre dossier? Philippe Henry (Ecolo-Groen!) : Je ne partage pas du tout l avis de M. Ducarme concernant le caractère commercial et la liberté d'expression. Comparer la responsabilité d'une institution comme le Forum nucléaire à des campagnes de partis ou d'associations, qui bénéficient de la liberté d'expression, n'a aucun sens. Les acteurs principaux du Forum nucléaire et ceux qui financent cette campagne sont des acteurs économiques qui ont un intérêt direct dans la poursuite du nucléaire. Il ne s'agit pas là de liberté d'expression. Cela signifie qu'un problème se pose au niveau de la régulation de la publicité. Il est très grave que des institutions publiques, ayant une mission de neutralité et d'objectivité et devant intervenir dans les débats pour éclairer la population et les décideurs sur les enjeux du nucléaire, participent à une campagne de propagande en faveur de la poursuite et du développement de ce secteur. C'est à ce niveau que je me pose des questions, pas au niveau du choix direct d'electrabel. Considérer que l'implication d'une entreprise comme Electrabel n'est pas économique dans une campagne comme celle dont il est question m'interpelle. Cela prouve qu'un manque de régulation est à déplorer Vincent Van Quickenborne, ministre (en français) : Nous irons nous informer auprès du JEP. J'espère pouvoir obtenir ces informations et vous les transmettre au plus vite Denis Ducarme (MR) : Je suis inquiet de la vision de la liberté d'expression de certains partis de notre parlement Philippe Henry (Ecolo-Groen!) : Je suis pour ma part inquiet de la vision qu ont certains de l'intérêt général. L'incident est clos.

10 10 18/02/2009 CRABV 52 COM Question de M. Jean Cornil au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "l'efficacité du service national d'assistance sur les aspects réglementaires et techniques du règlement REACH" (n 10941) Jean Cornil (PS) : Dans le cadre du règlement REACH, un helpdesk doit être mis en place pour informer les entreprises sur le caractère toxique ou non des substances qu'elles souhaitent commercialiser, mais aussi pour aider et accompagner ces entreprises. Le fonctionnement du helpdesk belge, vraisemblablement submergé, semble poser problème. Combien de demandes d'assistance ont-elle été traitées par cette structure? Quels sont les délais d'attente moyens pour répondre aux demandes? Confirmez-vous que de nombreuses entreprises belges se sont adressées au helpdesk des Pays-Bas pour obtenir les informations nécessaires? Les effectifs du helpdesk belge sont-ils suffisants? Vincent Van Quickenborne, ministre (en français) : Douze demandes sont parvenues en 2005, 33 en 2006, 381 en 2007, en Dès février 2007, la Commission a mis en place une coordination européenne en matière d'assistance mutuelle et d'harmonisation des réponses. Le helpdesk belge y a joué un rôle déterminant. En 2008, le nombre de demandes introduites a augmenté. Vu le départ de la seule collaboratrice néerlandophone du helpdesk en septembre 2008, un déséquilibre s'est établi. Les réponses ont dû être rédigées avec un service associé. Une priorité a été accordée aux questions relatives au pré-enregistrement. Vu l allongement des délais, un lien a été ajouté sur le site Internet du département vers le site du helpdesk néerlandais. Mais dès que ce helpdesk néerlandais a appris que des entreprises belges envoyaient des questions, cette information a été retirée. La coopération entre les helpdesks francophones, ainsi qu'entre les helpdesks irlandais et anglais, a été maintenue. Le helpdesk néerlandais n'a pas fourni d'information sur le nombre de questions en provenance de Belgique, ni notre helpesk sur les questions d'entreprises néerlandaises. La coopération technique avec le helpdesk néerlandais a été maintenue. En outre, la formation rapide de nouveaux collaborateurs néerlandophones a permis de couvrir plus de demandes en cette langue. Sur base de la langue des questions, nombre d'entreprises non européennes ont été dirigées vers le helpdesk belge. Malgré une trentaine de séances d'information, le nombre de demandes a dépassé les prévisions, alors qu une des trois personnes affectées à ce service décidait de le quitter. Des mesures de renforcement temporaire ont été prises. J'ai demandé au président d'utiliser les moyens disponibles pour assurer un bon fonctionnement. Une nouvelle collaboratrice rejoindra le service en avril. Pour faire face au futur pic de demandes potentielles, avant décembre 2010, des analyses des questions potentielles seront menées et coordonnées au niveau européen. Le helpdesk belge assure la présidence du sous-groupe de travail «communication» Jean Cornil (PS) : Je me réjouis que vous accordiez un tel intérêt à cette question qui est loin d'être anodine. Même si une nouvelle collaboratrice intégrera le helpdesk belge en avril, cela fera quatre agents pour une augmentation des demandes très significative. Si le nombre de demandes continue à croître, j'espère qu'on pourra affecter du personnel en conséquence. D'après mes informations, des entreprises n'ont pas de réponse à des questions importantes en termes de santé publique et d'environnement. L'incident est clos. 05 Question de Mme Marie-Martine Schyns au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "les

11 CRABV 52 COM /02/ pratiques de parrainage des opérateurs de téléphonie mobile" (n 10898) Marie-Martine Schyns (cdh) : Depuis quelques semaines, il semble que les opérateurs gsm aient trouvé ce qui serait peut-être une parade à l'interdiction de la vente couplée via des offres pour des gsm gratuits si l'on parraine une personne qui s'engage à prendre un abonnement. Ne s'agit-il pas d'une vente couplée? Des moyens permettant de vérifier que le détenteur du gsm n'est pas le client parrainé existentils? Enfin, vos services effectuent-ils des vérifications auprès des opérateurs de téléphonie mobile? Vincent Van Quickenborne, ministre (en français) : La définition légale de l'offre conjointe suppose qu'un même consommateur ne puisse acquérir, gratuitement ou non, un produit, un service ou tout autre avantage sans acquérir d'autres produits ou services, même identiques. Il n'y a pas offre conjointe lorsque l'acquisition d'un avantage par le consommateur est liée à l'acquisition par un autre consommateur d'autres produits ou services. Il faut évidemment veiller à ce qu'une action dite de parrainage ne constitue pas une offre conjointe déguisée et que le gsm offert ne soit en réalité donné au nouveau client. Toutefois dans un environnement concurrentiel comme celui de la téléphonie mobile, une telle pratique serait rapidement dénoncée par les concurrents eux-mêmes. C'est la raison pour laquelle les services compétents ne procèdent pas à de telles vérifications Marie-Martine Schyns (cdh) : D'une certaine manière, on compte sur la concurrence pour dénoncer des pratiques que les services devraient eux-mêmes vérifier. Il convient d'être prudent dans cette matière et cette manière de faire me paraît un peu légère. L'incident est clos. 06 Questions jointes de - M. Jean-Jacques Flahaux au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "l'amélioration de la vente de billets lors d'événements culturels et sportifs majeurs" (n 11059) - Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "l'interdiction du commerce intermédiaire" (n 11096) - M. Jef Van den Bergh au ministre pour l'entreprise et la Simplification sur "le marché noir pour les tickets de concert" (n 11162) Jef Van den Bergh (CD&V) : En dépit de certaines initiatives des ministres Verwilghen et Moerman, les billets de concert continuent plus que jamais de se négocier au marché noir. Quant à la vente officielle de ces billets, elle a été organisée, en vertu d un modus vivendi, de façon à rendre moins aisée les transactions illégales. Ce modus vivendi, qui date d avril 2006, doit donc être soumis d urgence à une évaluation car il est indéniable que les billets de concert se vendent encore à des prix prohibitifs. Il existe, certes, des services d inspection mais leur tâche n est pas simple et la lutte contre ce phénomène ne fait absolument pas partie des priorités du parquet fédéral. Il y a deux ans, M. Stijn Bex avait proposé d appliquer aux billets de concert la règle prescrite par la loi sur le football conformément à laquelle les billets ne peuvent être revendus dans un but de lucre. Le ministre Verwilghen n avait pas souhaité à l époque suivre cette piste mais le ministre actuel semble plus convaincu de l opportunité d une telle initiative. Ce modus vivendi a-t-il déjà été évalué? Quelle sera concrètement la teneur de la réglementation annoncée par le ministre? Liesbeth Van der Auwera (CD&V) : Le ministre est suffisamment informé des faits. Le commerce intermédiaire n a cessé de prendre de l extension et de se professionnaliser. Comment le ministre compte-t-il concrètement régler cette matière? Comment peut-on imposer et contrôler une réglementation légale? Ce problème peut-il se résoudre au niveau strictement belge? Sur quels résultats a débouché le protocole d accord conclu avec les organisateurs en 2006? Combien de contrôles ont été

12 12 18/02/2009 CRABV 52 COM 463 menés et quels résultats ont-ils donnés? Vincent Van Quickenborne, ministre (en néerlandais) : En 2006, un protocole d accord a été conclu avec les organisateurs et les distributeurs de tickets pour combattre autant que possible la revente. L élément principal de cet accord portait sur l obligation de rendre les tickets nominatifs. Il a également été convenu que les tickets mentionneraient qu il est interdit de les revendre. A la fin de l année passée, ce protocole d accord a fait l objet d une évaluation positive. La mention du nom de l acheteur sur le ticket semble être une méthode efficace pour en limiter la revente. Sur la base de contrôles menés en 2008, 711 tickets ont donné lieu à un refus d accès. Il est cependant illusoire de vouloir mettre en place un contrôle infaillible étant donné qu'un contrôle d'identité systématique ralentirait l'accès à un événement et qu'il doit être possible de donner un billet à une autre personne en cas de maladie ou d'acheter des billets pour un groupe d'amis. Il a dès lors été décidé, lors de l'évaluation, de s'attaquer au problème du côté de l'offre, à savoir au niveau des sites de revente étrangers qui achètent des billets par l'intermédiaire d'hommes de paille pour les revendre ensuite en masse sur l'internet. Le nouveau règlement légal autorisera le principe de la revente, dans le but de ne pas pénaliser les spectateurs de bonne foi, tout en interdisant explicitement de revendre des billets à un prix supérieur au tarif initial. Le contrôle du respect de cette loi sera effectué en étroite collaboration avec les services d'inspection du pays où sont hébergés les sites de revente. J'espère faire adopter ce règlement par le Parlement avant l'été. Des initiatives comparables ont été prises dans d'autres pays. Une loi interdisant catégoriquement les bénéfices excessifs en cas de revente, appuyée par un contrôle efficace en collaboration avec des services d'inspection nationaux et étrangers, constitue une réponse adéquate à ce problème dont la réalité n'est plus à démontrer Jef Van den Bergh (CD&V) : Le renouvellement du gentlemen s agreement après une évaluation positive est une bonne chose. Je regrette en revanche que les amateurs de concert qui essaient actuellement d acheter un billet sont sanctionnés pour l enthousiasme dont ils font preuve pour assister à un concert. Des initiatives doivent en effet aussi être prises au niveau de l offre. Selon le gentlemen s agreement, les billets doivent être envoyés peu de temps avant la date du concert mais, dans la pratique, ils sont souvent envoyés beaucoup plus tôt, ce qui permet aux organismes de vente d organiser leur commerce Liesbeth Van der Auwera (CD&V) : Nous nous ferons un plaisir de donner suite à votre proposition de régler la question dans les meilleurs délais Vincent Van Quickenborne, ministre (en néerlandais) : Il a été convenu avec l Inspection économique et les organisateurs que les billets pour des concerts programmés en mars 2009 seraient envoyés seulement fin janvier début février. Cette disposition vaudra également pour d autres concerts «à risques», comme celui de Madonna. Il a été convenu avec les gestionnaires des sites néerlandais de revente que ceux-ci mentionneraient sur leur site ou dans leurs conditions générales que la vente par le biais de ce type de sites n est pas conforme à la loi de l offre et de la demande. Les sites néerlandais s engagent à rembourser les billets aux personnes qui se verraient refuser l accès. Tel est en tout cas l accord qui a été conclu ; l avenir nous dira dans quelle mesure il sera observé. L'incident est clos. La réunion publique de commission est levée à 12 h 10.