Vergadernotitie ten behoeve van de vergadering van de Drechtraad op 5 april 2006

Transcriptie

1 bijlage 1 Vergadernotitie ten behoeve van de vergadering van de Drechtraad op 5 april 2006 Onderwerp Vaststellen samenvattend verslag van 11 januari 2006 Bijlagen -samenvattend verslag Drechtraad d.d. 11 januari 2006 agendapunt 5 datum 26 maart 2006 steller S.M. van der Stel doorkiesnummer svanderstel@regiozhz.nl Gevraagde beslissing Ter vaststelling g:\alg best zkn\drechtraad\2006\5 april 2006\stukken website\bijlage 1 verslag 11 jan.doc

2 pagina 2, agendapunt Samenvattend verslag van de Drechtraad op 11 januari Opening en mededelingen De voorzitter, de heer R.J.G. Bandell, heet iedereen van harte welkom en stelt de agenda vast. Mededeling over de stand van zaken Gemeenschappelijke regeling De heer G. Veldhuijzen memoreert dat bespreking van de Gemeenschappelijk Regeling in de bijeenkomst van 5 oktober van de Drechtraad heeft geleid tot aanpassing. Het Drechtstedenbestuur is in de vergadering van 27 oktober 2005 akkoord gegaan met deze aanpassing. Er is echter nog één punt toegevoegd. Bij de vorming van de eerste keer van het Drechtstedenbestuur zal uit iedere gemeente één collegelid worden toegevoegd. Zes van de zeven gemeenteraden hebben inmiddels ingestemd. In s-gravendeel staat dit onderwerp in de raadsvergadering van januari op de agenda. De raad van Sliedrecht geeft in een brief aan dat zij geen behoefte heeft aan externe leden in het Drechtstedenbestuur. De heer Veldhuijzen zegt dat in het antwoord op deze brief vermeld wordt dat de nieuwe Drechtraad, die na de verkiezingen wordt gevormd, hierover beslist. De Zwijndrechtse gemeenteraad geeft in een brief aan dat een aantal opmerkingen ten aanzien van het Investeringsfonds niet in regeling zijn verwerkt. De heer Veldhuijzen antwoordt dat dit klopt, aangezien een aantal opmerkingen zich niet lenen voor de Gemeenschappelijk Regeling. maar worden opgenomen in de regeling voorziene verordening voor het Investeringsfonds. Deze verordening komt in de nieuwe Drechtraad aan de orde. De Drechtraad wordt op de hoogte gehouden van de genoemde briefwisselingen. De heer Loos uit Zwijndrecht vraagt aandacht voor de opmerking in de brief van Zwijndrecht over de data van de begroting en de jaarrekening. Zoals het nu in de regeling staat, moet de rekening binnen zes weken door de Drechtraad worden vastgesteld. Dit betekent dat de Drechtraad een keer extra moet vergaderen. De heer Veldhuijzen beaamt dat dit inderdaad een potentieel probleem kan zijn. Om dit te voorkomen moet de nieuwe Drechtraad bekijken of er een kleine wijziging in de Regeling kan worden aangebracht. De voorzitter voegt hieraan toe dat er voor het huidige jaar geen probleem zal zijn, aangezien de rekening van de Drechtsteden 2005 nog onder de verantwoording van de Gemeenschappelijke Regeling Zuid-Holland Zuid valt. De voorzitter stelt voor dat de ingediende motie over Walstroom van de heer Vissers uit Zwijndrecht en de vragen van de heer Loos uit Zwijndrecht en de heer Van der Heide uit H.I.Ambacht bij het vragenhalfuur aan de orde komen. De vergadering gaat hiermee akkoord. 2. Ingekomen stukken 1.Mededeling inzake uitstel behandeling regionaal beleidskader WMO. Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.. 2.Mededeling betreft stand van zaken haalbaarheidsonderzoek 1 e fase, ontwikkeling HKS/Heuvelman te s -Gravendeel. Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen. De rapportage wordt in de vergadering van de Agendacommissie van 12 januari behandeld. 3.Brief Alblasserdam inzake Regionale Bestuurskrachtmeting. Deze brief zal worden behandeld bij agendapunt 8. van deze vergadering. 3. Vaststellen samenvattend verslag van 5 oktober 2005 Het verslag wordt vastgesteld met onderstaande tekstuele wijziging. De zin op pagina 7, laatste alinea, laatste zin: het ingediend amendement in Zwijndrecht moet zijn : het ingediend amendement in de Drechtraad. 4. Vragenhalfuur Vraag over Walstroom aan binnenvaartschepen: De door dhr. E.Vissers van de gemeenteraad van Zwijndrecht ingediende (richting Drechtraad aangepaste) motie, is op 10 januari aangenomen in de gemeenteraad van Zwijndrecht. Het Drechtstedenbestuur wordt gevraagd zich

3 pagina 3, agendapunt in te zetten voor het realiseren van levering van walstroom aan afgemeerde binnenvaartschepen. Momenteel wordt deze stroomvoorziening gerealiseerd door generatoren aan boord van de schepen zelf. hetgeen ten koste gaat van een goede luchtkwaliteit en woongenot van bewoners. Motie, zie bijlage 1. 1 Antwoord van de regionale portefeuillehouder: De heer M. Doodkorte (regionaal portefeuillehouder) is van mening dat deze (sympathieke) motie overbodig. Er is door de regionale portefeuillehouders een pakket van maatregelen bij het Ministerie van VROM neergelegd, waarin het onderwerp walstroom is verwerkt. Er is ook overleg geweest met het Havenbedrijf van Rotterdam, dat heeft toegezegd de kennis die zij hierover hebben, te delen. Het onderdeel walstroom wordt meegenomen rondom de regionale afspraken rondom de luchtkwaliteit. De voorzitter is van mening dat, nu blijkt dat het Drechtstedenbestuur voornemens is deze motie uit te voeren, de motie kan worden ingetrokken. Besluit: De heer Vissers vertrouwt er op dat het Drechtstedenbestuur zich volledig inzet om subsidie t.b.v.van het ministerie van VROM te verkrijgen en meent dat de motie, met instemming van de overige Drechtraadleden, kan worden ingetrokken. Aldus wordt besloten en de motie wordt ingetrokken. Vraag van de heer F. Loos van Gemeentebalngen Zwijndrecht: Uit het concept-verslag van het Drechtstedenbestuur van 27 oktober 2005, agendapunt 9, blijkt dat er voor є dekking wordt gevraagd voor het project Breedband uit het budget Bijzondere ontwikkelingen van het project Manden Maken. Volgens de notulen bedraagt het Budget bijzondere ontwikkelingen bestaat uit een bedrag є 2 miljoen. Het bedrag van dit budget is niet terug te vinden in de Overdrachtsbalans Manden maken.. Naar aanleiding daarvan worden de volgende vragen gesteld: - Hoe zijn de є 2 miljoen euro in het budget terechtgekomen? - Wie bepaalt welke projecten daaruit gefinancierd worden? - Wie bepaalt dat daar de bestemming bijzondere ontwikkeling aan wordt gegeven? - Op welke wijze wordt gemeenteraden c.q. de Drechtraad goedkeuring gevraagd voor de vorming van dit fonds? - Op welke wijze beslissen de gemeenteraden wat er met deze gelden gaat gebeuren? - Kan het Drechtstedenbestuur gelden beschikbaar stellen voor projecten zonder dat de gemeenteraden daarvan afweten? Antwoord van de portefeuillehouder financiën: De heer A. van den Bergh (portefeuillehouder financiën) geeft aan eerst de op 5 oktober door de heer Loos in de Drechtraad gestelde vragen te beantwoorden: N.a.v. de vraag over de rente van het Investeringsfonds geeft de heer Van den Berg het volgende antwoord: Op 8 december is in het Drechtstedenbestuur de begroting 2006 vastgesteld. Besloten is om de rente van het fonds in 2006 eenmalig ten gunste te brengen aan de exploitatierekening van de Drechtsteden. N.a.v. de vraag over uitbetaling van de gelden voor de uit te voeren projecten: Deze zullen achteraf plaatsvinden na besluitvorming in het Drechtstedenbestuur, onder voorbehoud dat er voldoende liquide middelen in het fonds aanwezig zijn en alle gemeenten hun bijdragen hebben voldaan. Verder merkt de portefeuillehouder op dat het reglement van het Investeringsfonds slechts een voorlopige regeling is. Ten behoeve van de Gemeenschappelijke Regeling wordt een nieuwe verordening gemaakt. Beantwoording van de op deze vergadering gestelde vragen: De portefeuillehouder merkt op dat bij aanvang van Manden Maken al bekend was dat niet al de gelden in het Investeringsfonds direct werd toebedeeld en er een reservebedrag aanwezig zou zijn. De heer Van den Bergh geeft aan dat er naar het oordeel van de Agendacommissie besluiten zijn genomen om geld ter beschikking te stellen aan projecten die passen in het concept van Manden Maken. In de Agendacommissie is inmiddels afgesproken om dergelijke investeringen voortaan de bespreken met alle portefeuillehouders financiën. De heer Loos benadrukt nogmaals dat er in de Overdrachtsbalans Manden Maken duidelijk vermeld had moeten staan dat deze gelden bestaan en hoe deze besteedt worden. De heer Van den Berg zegt toe dat dit in de volgende rapportages duidelijk vermeld gaat worden 1 De motie Luchtkwaliteit: walstroomvoorziening scheepvaart kunt u raadplegen via de website:

4 pagina 4, agendapunt Vraag van gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht:: De woordvoerder van de gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht vraagt of het mogelijk is dat de alle raden zoveel mogelijk aan de voorkant worden geïnformeerd over nieuwe regionale projecten. Hij noemt als voorbeeld de huidige informatievoorziening rond het Shared Service Centrum (SSC). Daarover is de ene gemeente wat meer geïnformeerd dan de andere. Antwoord van de voorzitter: De voorzitter antwoordt dat dit onderwerp ook aan de orde is gekomen bij de deze middag gehouden workshop Regionale bestuurskrachtmeting. Hij licht toe dat er op de op 10 januari gehouden collegeconferentie ook uitvoerig is gesproken over de stand van zaken rondom het SSC. Ook hier is duidelijk geworden dat er grote behoefte bestaat aan informatie. Bij sommigen bestond de indruk dat er onomkeerbare besluiten waren genomen.dit is totaal niet het geval. Er wordt momenteel echter een ambtelijke inventarisatie gemaakt (zgn. quick scan) van de lokale behoeften en mogelijkheden over deelname aan een SSC. De resultaten van deze inventarisatie worden opgenomen in een contourennotitie. Het nieuwe Drechtstedenbestuur zal zich verder over deze zaak buigen. 5. Vaststellen Herijking Ruimtelijk Visie De voorzitter geeft het woord aan de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening. Aan de hand van een historische kaart, vergelijkt de heer A.Scholten het omgaan met inspraak en maatschappelijke betrokkenheid van de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht van de 20 e eeuw, voor wat betreft de Ruimtelijke Ordening, met de intensieve samenwerking van de huidige tijd. Hij constateert tot zijn genoegen dat die met geen mogelijkheid te vergelijken zijn. Vragen en reacties: Vragen van de fractie van Groen Links Dordrecht: De woordvoerder stelt een vraag met betrekking tot pagina 10 en 11 van de Ontwerp-nota van wijzigingen. Daar staat vermeld dat bij het vrijkomen van bedrijfskavels door vertrek of bedrijfsbeëindiging, de eigenaar de gelegenheid wordt geboden het bedrijfskavel te herstructureren. Spreker heeft begrip voor de behoefte aan bedrijventerreinen, maar stelt dat door deze vermelding transformatie bijna uitgesloten is, mede omdat in de Ontwerp-nota ook staat vermeld dat een door de overheid geïnitieerde uitplaatsing voor geen enkel type bedrijf aan de orde is. Spreker vraagt echter meer flexibiliteit ten aanzien van een andere bestemming. Ook vraagt spreker zich af in hoeverre de door de CDA-fractie ingediende motie over de Groene grens in de Ontwerp-nota van wijzigingen is verwerkt. In deze motie wordt gesteld dat er niet buiten de Groene grens wordt gebouwd, anders dan met toestemming van de betrokken gemeente. Reactie van de meerderheid van de afvaardiging van Hendrik-Ido-Ambacht: De meerderheid van de afvaardiging van Hendrik-Ido-Ambacht stemt in met de visie en de Ontwerpnota van wijzigingen en beantwoording. Wel zijn er enkele opmerkingen c.q. aandachtspunten t.b.v. het uitvoeringsdocument: - Een evenwichtige verdeling van wonen, werken en groen zijn gewenst. - Eenmalige voorzieningen niet persé in de centrumgemeente. - Het milieu-aspect, met name fijnstofproblematiek en geluidsnormering, moet zwaar meewegen. Dit heeft grote impact op zowel bestaande als nieuwe activiteiten. - Goed openbaar vervoer (zowel lokaal als regionaal). Aansluiting op bestaande snelwegen en uitbreiding van openbaar vervoer t.b.v. een betere ontsluiting is onontbeerlijk. Spreker wenst de organisatie veel succes toe met het uitwerken van de ruimtelijke visie en wacht met belangstelling de voorstellen af. Vraag van de vertegenwoordiger van D66 Dordrecht namens de afvaardiging van Dordrecht: Spreker geeft aan dat politieke lokale belangen, zoals bv. woningbouw ten zuiden van de Wieldrechtsezeedijk te Dordrecht, een rol kunnen spelen in het vaststellen van de ruimtelijke visie. De rode contouren blijven vooralsnog gehandhaafd, maar tegelijkertijd wordt in het kader van het Strategisch Groenproject onderzocht of ook woningbouw mogelijk is. Dit lijkt spreker tegenstrijdig. T.a.v. de zin er dienen kaders te zijn geformuleerd door de individuele gemeenteraad als er buiten die contouren gelegen locaties ontwikkeld gaan worden voor woningbouw vraagt de woordvoerder of dit zo geïnterpreteerd kan worden dat het bouwen buiten de contouren een zaak is van de lokale gemeenteraad en niet van de regionale Drechtraad. De spreker vraagt hierover bevestiging door het Drechtstedenbestuur. Reactie en vraag van de gezamenlijke fracties van het CDA van de gemeenten Papendrecht, Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht:

5 pagina 5, agendapunt De woordvoerder zegt tevreden te zijn met het gelopen traject in de Drechtraad. Het door het CDA ingediende en vervolgens aangenomen amendement is goed in de definitieve tekst terechtgekomen. Naar aanleiding van de gevoerde discussie in de deze middag georganiseerde workshop, wordt een herbevestiging van de afspraak gevraagd over de verhouding van natte - en droge bedrijventerreinen. De aanleiding hiertoe is, dat een potentieel nat bedrijventerrein werd uitgegeven aan bedrijven die in feite zijn aangewezen zijn voor vestiging op een droog bedrijventerrein. Vraag: Het juridisch kader van de visie bindt niet rechtstreeks de burgers. Spreker vraagt de Drechtraad om met elkaar op lokaal niveau de set van afspraken te borgen en deze aan de lokale raden voor te leggen. 1 Reactie van SPA Alblasserdam: Spreker merkt op dat op bladzijde 43 van de Ontwerp-nota van beantwoording dat er een Streekplanwijziging is geweest. Bij navraag bij het college is spreker gerustgesteld dat deze wijziging geen veranderingen heeft gebracht in de rood/groene lijnen en ziet de Herijking Ruimtelijke Visie als hamerstuk in de eigen raadsvergadering. Reactie van de heer Scholten: De heer Scholten zet uiteen dat het ruimtelijk kader is ontwikkeld omdat de Drechtsteden ruimtelijk als eenheid te zien zijn. Er zijn afspraken gemaakt die belangrijk zijn voor het eigen beleid in de afzonderlijke gemeenten. Het te nemen besluit is binnen de Wet Ruimtelijke Ordening echter niet bindend voor de inwoners, aangezien het in de Drechtsteden gaat om verlengd lokaal bestuur. De vaststelling in de Drechtraad dient als basis voor de lokale raden; als leidraad voor het eigen structuur plan en mogelijk bestemmingsplan. De individuele raden geven zelf invulling, beslissen zelf om bijvoorbeeld over de rode contouren te gaan. Burgers kunnen geen rechten ontlenen aan het document, echter wel nadat het document is vastgesteld in de eigen gemeenteraad. Qua inhoud is het document niet zo, dat er een bestemmingsplan voor het buitengebied kan worden verwacht. Het gaat om een gedachtegang. Wel belangrijk is dat eenheid sterk maakt ten aanzien van aanpassingen van het streekplan van de provincie. De provincie vindt met name de aanpak interessant en vindt dat het uitgewerkt moet worden in programma s met wat meer marges in het gebied, waardoor meer uitruil mogelijk is voor grootschalige voorzieningen. De discussie over bedrijventerreinen is precair. Bij het bedrijfsleven is er kritiek en bestaat de indruk dat bedrijventerreinen aan de rand van een stedelijk gebied moeten worden ingeleverd voor woningbouw. Het Drechtstedenbestuur heeft besloten dat er op korte termijn bestuurlijk overleg zal plaatsvinden met diverse organisaties van het bedrijfsleven, om dit misverstand weg te nemen. Het is wel de bedoeling dat er sneller beslissingen moeten worden genomen over de invulling van jarenlang braakliggende (kleinere) bedrijventerreinen die dicht tegen een stedelijk gebied aanliggen. Dit betekent niet dat er actief over wordt gegaan tot (kostbaar) uitplaatsen van bedrijven. Naar aanleiding van een interruptie zegt de heer Scholten toe dat er in de programmatische uitwerkingen en voorbereiding de omschrijving van deze doelstelling nauwkeurig wordt beschreven. 1.1 Eenmalige voorzieningen In sommige gevallen is er al een spreiding van eenmalige voorzieningen (bv. het ziekenhuis). In de nota is wel aangegeven waar het goed zou zijn om voorzieningen te realiseren, bijv. grootschalige kantoren aan het Maasterras. Voorzieningen zoals Makro, Albert Heijn XL en een megabioscoop, moeten echter daar zijn waar ook een goede infrastructuur is, gezien de grote aantallen personen die er gebruik van maken. Enkele leden van de Drechtraad geven aan dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt in de ruimtelijke visie. Zij pleiten ervoor om zo helder mogelijk aan de gemeenteraden aan te geven hoe met deze afspraken moet worden omgegaan. Stemverklaring van ECO-Dordt: De fractie van ECO-Dordt geeft aan niet akkoord te gaan met twee punten.: 1. De fractie gaat niet akkoord met bebouwing over de Wieldrechtse Zeedijk 2. De fractie gaat niet akkoord met bebouwing in de Zuidpolder, Bovenpolder en de Smitsweglocatie.

6 pagina 6, agendapunt Stemverklaring van de gemeente Sliedrecht:: De raad van Sliedrecht kan zich in meerderheid vinden in de nota en zal deze accorderen. Pro Sliedrecht wil nadrukkelijk de aantekening dat zij niet mee zullen werken aan bebouwing boven de spoorlijn. Reactie van de heer Scholten: Spreker benadrukt dat er geen initiatieven worden ondernomen om wijzigingen in de ruimtelijke visie aan te brengen als in de eigen gemeenten over bijvoorbeeld de rode contouren anders wordt gedacht. Stemverklaring van BETER VOOR DORDT: De fractie gaat akkoord onder voorbehoud van enkele onderdelen t.a.v. de rode contouren. Stemverklaring van Fractie Katif: De fractie gaat akkoord onder voorbehoud van enkele onderdelen t.a.v. de rode contouren, zoals beschreven bij de stemverklaring van ECO-Dordt. Conclusies en besluiten: De voorzitter concludeert dat de Ontwerp-nota van beantwoording, de Ontwerp-nota van wijzigingen en het ruimtelijke kader Drechtsteden in de nota Ruimte Geven, met inachtneming van de Ontwerp-nota van wijzigingen door de Drechtraad zijn vastgesteld en ter bekrachtiging worden aangeboden aan de Drechtstedengemeenten. Het Drechtstedenbestuur krijgt de opdracht tot het uitwerken van het ruimtelijk kader in een actieprogramma en dit zal onderdeel worden van het regionale programma voor de komende periode. De voorzitter stelt tevens vast dat de vertegenwoordigers van ECO-Dordt, BETER VOOR DORDT, Fractie Katif en Pro Sliedrecht bij hun instemming een aantal kanttekeningen hebben gemaakt waardoor zij zich op die onderdelen niet met het plan kunnen verenigen. De voorzitter concludeert dat de Drechtraad een heel belangrijk besluit heeft genomen. Het besluit bindt niet, maar er wordt wel een belangrijke opdracht tot bekrachtiging van dit besluit meegenomen richting eigen gemeenteraden. De voorzitter dankt allen die de afgelopen tijd aan de nota hebben gewerkt en hij geeft ook aan dat de behandeling ervan in de Drechtraad een hele serieuze aangelegenheid is geweest en stelt dat dit een goede zaak is. 6. Overdrachtsbalans Manden Maken De voorzitter van de in de middag gehouden voorvergadering, de heer D. van Meeuwen, geeft een overzicht van de speerpunten en de daarbij behorende vragen die in de vergadering naar voren zijn gekomen. Algemeen: De belangrijkste algemene vraag gaat over het feit dat vanwege externe oorzaken er geen voortgang is bij sommige projecten. Soms is daarin de provincie een belangrijke speler. Gevraagd wordt wie de provincie aanspoort, om te voorkomen dat de streefdatum van de projecten niet wordt gehaald en de middelen daardoor verloren gaan. Voorgesteld wordt om voor de projecten objectieve criteria op te stellen zodat duidelijk is hoe te handelen als vanwege externe factoren een project niet door kan gaan. Shipping Valley: Hoe voorkom je dat 6 projecten onderling gaan concurreren? 1.2 Mercon Kloos/Haven Zuid Plenaire reactie vanuit gemeenteraad van Alblasserdam: De woordvoerder meldt blij te zijn met de gelden voor een aanlegsteiger voor grote schepen in Nieuw Lekkerland t.b.v. Kinderdijk, omdat dit betekent dat er in de toekomst minder verkeer over de dijk van Alblasserdam gaat. Verder zegt spreker verheugd te zijn dat de gelden voor Mercon Kloos en Haven Zuid inwisselbaar zijn, zodat kleinschalig toerisme mogelijk is bij Haven-Zuid, hetgeen ook een ontluchting voor het verkeer betekent. LOC Papendrecht/Alblasserdam:

7 pagina 7, agendapunt In de voorvergadering was met het er unaniem over eens dat dit een belangrijk project is. Gevraagd wordt hoe er een doorbraak te realiseren valt. Geconstateerd is ook dat de raden van Papendrecht en Alblasserdam hierin een grote verantwoordelijkheid hebben. Aansluiting A16: De Ambachtse zoom is een waardevolle lokale aanvulling voor de ontsluiting.gevraagd wordt hoe het staat met de ontsluiting van de A16 bij Hendrik-Ido-Ambacht gelet op de toename van het aantal inwoners. Europese subsidies: Gevraagd wordt naar de stand van zaken over subsidies van ministeries en Europa. Vragen en reacties vanuit de plenaire vergadering: Reactie namens de gemeenteraad van Hendrik-IdoAmbacht: De woordvoerder spreekt namens de raad zijn vertrouwen over de voortgang van Manden Maken. Wel wordt gevraagd om er alles aan te doen om de ontsluiting van de A-!6 tot ontwikkeling te brengen Beantwoording: Algemeen: De voorzitter concludeert dat veel projecten op koers liggen, een aantal heeft nog een extra duwtje nodig. Voor wat betreft de projecten die vertraging oplopen wegens externe factoren waarbij de provincie betrokken is, zegt de voorzitter toe de provincie persoonlijk via de gebiedsgedeputeerde hierop aan te spreken. De provincie kan geen blokkade opwerpen, aangezien zij zich heeft gecommitteerd met de projecten en de bijbehorende datum van 31 december De voorzitter wil de discussie over trekkingsrechten niet overdoen, maar geeft aan dat bij vertraging door externe factoren, zoals fijnstofproblematiek, er binnen het bestuur begrip voor is. Een voorbeeld van voortschrijdend inzicht is immers ook de uitruil van Mercon Kloos en Haven Zuid in Alblasserdam Verder stelt hij voor om in een volgende periode te kiezen voor het (beperkt) opstellen van criteria rondom het al dan niet doorgaan van projecten. LOC Papendrecht/Alblasserdam: De heer G. Veldhuijzen (portefeuillehouder onderwijs), acht het van groot belang dat de gemeenteraden van Papendrecht en Alblasserdam beleidsmatig nadenken hoe het beroepsonderwijs vorm wordt gegeven en daarover beleid formuleert. Spreker memoreert dat een afvaardiging van de Bestuurlijke Commissie Sociaal in 2005 in een brief advies aan de gemeentebesturen van Papendrecht en Alblasserdam heeft uitgebracht. Daarin werd geadviseerd om de schoolbesturen bij elkaar te brengen. Spreker maakt zich echter zorgen over de termijn waarop dit gaat lukken. Hij roept beide raden op actie te ondernemen. Er volgt een discussie over de verantwoordelijkheid voor de bewaking van de voortgang van projecten. De voorzitter concludeert dat in eerste instantie de deelnemende colleges van de lokale gemeenten de voortgang van een project dient te bewaken. Vervolgens Bureau Drechtsteden en de bestuurlijk portefeuillehouder. De portefeuillehouder merkt op dat hij zich verantwoordelijk voelt tegenover de Drechtraad en daarom deze zaak heeft aangekaart. Aansluitend wordt een discussie gevoerd over het al dan niet oprekken van de uitvoeringsdatum van 31 december 2007, vanwege vertraging door externe factoren. De voorzitter merkt op dat op 1 juni 2006 opnieuw een tussenrapportage Manden Maken komt en dat dit het moment zal zijn voor verdere discussie. Deze zal worden ingebed in de reguliere planning- en controlecyclus.

8 pagina 8, agendapunt De directeur van Bureau Drechtsteden, de heer G.J. Vogelaar reageert op de overige aan de orde gekomen onderwerpen: Europese subsidies: De heer Vogelaar zegt dat samen met de gemeente Dordrecht en de provincie een rapport ingediend bij de regering. Voor 1 juli aanstaande moet de regering de aanvraag bij Europa indienen. Via de provincie zorgen wij ervoor in deze aanvraag terecht te komen. In juli is bekend of de regering projecten van de Drechtsteden in de aanvraag heeft opgenomen. Aansluiting A16 Mede namens de portefeuillehouder de heer Dekker en kwartiermaker H. Klein, heeft de heer Vogelaar een paar opmerkingen over de ontsluiting van de A16. Zorg over de aansluiting A16 is reëel. Dit geldt ook voor de A3 bij Dordrecht en de A3/A15. Zowel voor de ontsluiting als economisch gezien. Bij alle drie zijn vergaande studies gaande over oplossingen. Wij moeten er voor zorgen dat het bij Rijkswaterstaat op de agenda komt. Ook moeten er financieringen komen, aangezien de Drechtsteden niet kunnen en willen betalen. In de voortgangsrapportage wordt hier uitvoerig op ingegaan. Shipping Valley: Om te voorkomen dat we elkaar beconcurreren is besloten dat de portefeuillehouders van Shipping Valley en Economie nauw met elkaar samenwerken. Er is op dit project ook één kwartiermaker aangesteld die ook alle studies van de projecten begeleidt. Dit geldt voor locaties van clustering van scheepsreparatiebedrijven als voor herstructurering van bedrijven. Het gat om de samenhang en het versterken van elkaar, Voortaan wordt er over alle afzonderlijke ontwikkelingen en projecten van Shipping Valley worden gerapporteerd. Ook wordt scherper gerapporteerd over mogelijke prioritering. Het ziet er nu niet nar uit, maar de mogelijkheid bestaat dat er gekozen wordt om bijvoorbeeld drie projecten heel goed uit te voeren in plaats van zes projecten met een mindere kwaliteit. Conclusie en besluit: De voorzitter besluit dat de Overdrachtsbalans voor kennisgeving wordt aangenomen en wordt overgedragen aan de nieuwe Drechtraad. De heer van Meeuwen voegt hier aan toe dat er tijdens de voorvergadering nog andere punten aan de orde zijn geweest, maar dat besloten is dat hierop tijdens de plenaire vergadering niet zou worden teruggekomen. 7. Voorbereidingen nieuwe Drechtraadperiode a.inspraakverordening Drechtsteden en b. Burgerpanel Drechtsteden De voorzitter vraagt de Drechtraad of deze zich kan vinden in het voorstel dat is gemaakt naar aanleiding van de in de vergadering van Drechtraad van 5 oktober jl. aangenomen motie t.a.v. de inspraakverordening. De vertegenwoordiger van Alblasserdam wil graag informatie-uitwisseling met de gemeente Dordrecht over hun ervaringen met burgerpanel. De vertegenwoordiger van H.I. Ambacht zegt met de griffier te hebben overlegd om het onderwerp in een raadscommissie te bespreken en vraagt meer tijd m een mening te vormen. De vertegenwoordiger van Sliedrecht sluit zich bij de vorige sprekers aan. Conclusie en besluit: De voorzitter concludeert dat kan worden doorgegaan met de voorbereidingen van de Inspraakverordening. Verder stelt hij voor om de inspraakverordening in de lokale raden te bespreken en terug te koppelen naar de Drechtraad, zodat deze in de eerstkomende Drechtraad kan worden vastgesteld. De voorzitter stelt voor dat de gezamenlijke griffiers overleggen met het Sociaal Geografisch Bureau van Dordrecht over een te houden presentatie over het burgerpanel. Daarin komen ook de financiële consequenties aan de orde. Deze presentatie kan plaatsvinden in een eventueel te organiseren workshop voorafgaande aan de volgende Drechtraad. De Drechtraad stemt met deze voorstellen in. 8. Terugkoppeling workshops middagprogramma

9 pagina 9, agendapunt Workshop evaluatie Drechtraad: De heer J. Paans, coördinerend griffier van de Drechtraad, geeft een toelichting over de besproken onderdelen: Vergaderfrequentie: De vergaderfrequentie van vier keer per jaar is over het algemeen goed bevallen. Wel wordt door sommige Drechtraadleden enige flexibiliteit gevraagd ten aanzien van de aanvangstijd van uur Agenda en agendaonderdelen: De agenda moet vooral compact worden gehouden. Gelet moet worden op een goede formulering door de woordvoerder over de terugkoppeling vanuit de diverse voorbereidende sessies. Er moet duidelijker worden aangegeven wat de status is van de agendaonderdelen; of deze opiniërend, informatief of kaderstellend zijn. Dit moet goed gekoppeld worden met het in januari 2005 vastgestelde stappenplan over besluitvorming in de Drechtraad. Iedereen vindt dat de bijeenkomsten meer inhouden dan vergaderen alleen. Er is voldoende ruimte rondom de programma s om te werken aan het regionale netwerk Spelregels - Er wordt gepleit voor een ruimere verslaglegging van de vergaderingen, met name ten aanzien van de woordvoering..afgesproken is dat door de woordvoerders voortaan duidelijk wordt aangegeven namens wie het spreekmandaat is afgegeven, aangezien er verschillende modaliteiten zijn: bijvoorbeeld individueel, namens een fractie of namens een gemeenteraad. Dit wordt voortaan in het verslag opgenomen. - Stemmingen in de Drechtraad markeren nadrukkelijk de positie van de Drechtraadleden. - Over het algemeen vinden de Drechtraadleden dat er voldoende ruimte is voor discussie. - Ten aanzien van de informatieplicht van het Drechtstedenbestuur richting Drechtraad wordt door de griffiers samen met het Bureau Drechtsteden gekeken of het mogelijk is om, naar Dordts voorbeeld, een raadsinformatiebrief op te stellen. - Daaraan gekoppeld is het onderscheid in verantwoordelijkheden tussen het Drechtstedenbestuur en Drechtraad. In de toekomst moet goed worden aangeven waar die verantwoordelijkheden liggen. Dynamische jaaragenda: - De dynamische jaaragenda is grotendeels gerealiseerd.. Er zijn ook nieuwe ontwikkelingen opgestart die de Drechtraadleden naar eigen zeggen, geen aanleiding hebben gegeven om in de agenda te laten opnemen. Toch blijkt er behoefte te bestaan hierover meer informatie te krijgen of om hierover een opvatting kenbaar te maken, zoals bijvoorbeeld over het SSC (Shared Service Centrum). Informatievoorziening en communicatie: - De informatie moet nog bondiger. - Er moet duidelijk worden aangeven wat de status is van de stukken - Ook is gediscussieerd over de communicatie met de burgers. Er is gedaan wat is afgesproken, maar sommigen willen dat de communicatie gebeurt. - Een zelfstandig communicatiebeleid van het Drechtstedenbestuur richting Drechtraad wordt gemist. Men wacht de inmiddels genomen initiatieven af. - Er bestaat onvoldoende duidelijkheid over de opbouw van het communicatiebudget. Een aantal Drechtraadleden bleek niet op de hoogte te zijn dat de kosten voor de Drechtraad hierin zijn opgenomen. Het is wenselijk dit in de toekomst meer specificaties worden opgenomen. Conclusies - Vooral doorgaan met de huidige opzet van de conferenties. - Aandacht voor verbetermogelijkheden van programma s. - Zelf actiever met de spelregels (kansen en mogelijkheden) omgaan. - Er is ambitie getoond tot meer kaderstellen en richting geven - De Drechtraad heeft zichzelf positie verworven en wil de resultaten en markeringspunten actiever naar buiten uitdragen. - Het is wenselijk dat de communicatie met het maatschappelijk middenveld, burgers en de pers wordt uitgebreid De voorzitter concludeert dat buiten de slag die nog met communicatie moet worden gemaakt, er over het algemeen tevredenheid is over de vorm en de frequentie de van de Drechtraadconferenties.

10 pagina 10, agendapunt Workshop Regionale Bestuurskracht en doorpakken in de Drechtsteden: De voorzitter geeft aan dat In de workshop nadrukkelijk aan de orde is geweest dat het jammer zou zijn als het resultaat van de bestuurskrachtmetingen gaat vervluchtigen. In de gaten moet worden gehouden dat de resultaten worden geïmplementeerd. De gemeenteraad van Alblasserdam heeft in een brief aan het college van Alblasserdam een motie ingediend waarin gevraagd om in het eerste kwartaal van 2006 een plan van aanpak op te stellen waarin de aanbevelingen van de bestuurskrachtmeting worden verwerkt en meetbaar kunnen worden gemaakt.. In aansluiting hierop verzoekt de woordvoerder van de gemeenteraad van Alblasserdam of het Drechtstedenbestuur om de effecten naar aanleiding van de aanbevelingen van de regionale bestuurskrachtmeting, eveneens in het eerste kwartaal van 2006 meetbaar te maken. Conclusie en besluit: De voorzitter constateert verder dat er al zo her en der over Shared Services gesproken is. Hij vindt het van belang dat de bevindingen van de bestuurskrachtmetingen, lokaal, juist waar het ook gaat om de staat en stand van de organisatie, ook een relatie krijgen met vragen rond shared services, zodat dat niet allemaal weer afzonderlijke trajecten gaan worden, maar dat je probeert daar eens wat samenhang in te krijgen en dat we dat ook aan de voorkant met elkaar blijven.bespreken. Hij zegt graag toe dat eerst tot zo n implementatieplan wordt gekomen en dat het wordt gerapporteerd aan de nieuwe Drechtraad. De voorzitter is van mening dat naar aanleiding van de aanbevelingen van de regionale bestuurskrachtmeting ook een plan van aanpak moet worden gemaakt en zegt toe dat dit gaat gebeuren.de rapportage hiervan wordt aan de nieuwe Drechtraad wordt voorgelegd. Aan de leden van de Drechtraad wordt een afschrift van de brief van Alblasserdam toegezegd. 9. Sluiting. De voorzitter bedankt alle leden van de Drechtraad voor hun inzet en zegt dat hij met plezier de Drechtraadconferenties heeft voorgezeten. Om zijn dank kracht bij te zetten ontvangen alle leden een kleine attentie ter herinnering aan de eerste (experimentele) Drechtraad. Hij dankt daarbij ook de heer Van Meeuwen voor zijn rol als plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter nodigt hierna alle aanwezigen uit elkaar te ontmoeten in de Raedtskelder in het Stadhuis

11 bijlage 2 Vergadernotitie ten behoeve van de vergadering van de Drechtraad op 5 april 2006 Onderwerp Reglement van Orde Bijlagen - Reglement van orde voor de Drechtraad agendapunt 6 datum 22 maart 2006 steller S.M. van der Stel doorkiesnummer svanderstel@regiozhz.nl Gevraagde beslissing Vaststellen van het Reglement van Orde Verdere procedure Het reglement van orde gebruiken tijdens de vergaderingen van de Drechtraad als opvolger van het Drechtraadmanifest. Het reglement ter kennisgeving toesturen aan de gemeenteraden volgens artikel 13 van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Communicatie Zie verdere procedure Financiële consequenties Niet van toepassing Toelichting Bij de start van de Drechtraad in de experimentele fase in december 2004 is door een werkgroep van raadsleden een voorstel gedaan met spelregels voor de Drechtraad. Het Drechtraadmanifest was daarvan het resultaat. Dit manifest, met daarin de spelregels, is vastgesteld op 19 januari 2005 tijdens de eerste officiële vergadering van de Drechtraad. Het manifest vormde de basis voor de bijeenkomsten van de Drechtraad tot het moment waarop de Drechtsteden een eigen zelfstandige regeling vormen en de werkwijze en de bevoegdheden van de Drechtraad formeel worden vastgelegd. Met de inwerkingtreding van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden op 8 maart 2006 worden die bevoegdheden van de Drechtraad geregeld. Volgens artikel 13 van de Gemeenschappelijke Regeling moet de Drechtraad beschikken over een reglement van orde voor zijn vergadering. Het reglement is opgesteld op basis van het Drechtraadmanifest en voorbereid door de gezamenlijke griffiers. In het reglement worden zaken geregeld met betrekking tot het functioneren van de Drechtraad voor zover deze niet zijn vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling.

12 pagina 2, agendapunt Reglement van orde voor de Drechtraad 1. Drechtraad 1.1 De Drechtraad komt in conferentievorm bijeen. Voorafgaande aan de formele vergadering van de Drechtraad is er in diverse werkvormen gelegenheid om op een open en transparante wijze vorm te geven aan het regionaal bestuur in de Drechtsteden en daarbij de blik zoveel mogelijk naar buiten te richten. 1.2 Raadsleden uit de deelnemende gemeenten, die geen zitting hebben in de Drechtraad, worden in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan alle conferentieonderdelen. De plenaire vergadering kunnen zij bijwonen als toehoorder. 1.3 Extra vergaderingen worden belegd op uitnodiging van de voorzitter, op verzoek van het Drechtstedenbestuur of een vijfde van het aantal leden, waarbij het verzoek schriftelijk met opgaaf van redenen wordt ingediend bij de coördinerend griffier. 2. Agenda 2.1 De Drechtraad besluit zelf over zijn agenda. In de laatste reguliere vergadering van het jaar stelt de Drechtraad op voorstel van de voorzitter de jaaragenda voor het volgende jaar vast. Bij iedere Drechtraadvergadering wordt de (voorlopige) agenda voor de volgende vergadering vastgesteld. 2.2 Diverse onderwerpen kunnen door de Drechtraad worden besproken: voorstellen van het Drechtstedenbestuur, rapportages over de voortgang van regionale projecten, voorstellen van de leden van de Drechtraad of van de raden van de deelnemende gemeenten. Sommige onderwerpen worden besproken in de plenaire zitting van de Drechtraad, een ander deel krijgt een plaats in het programma voorafgaand aan de plenaire vergadering van de Drechtraad. 2.3 De leden van de Drechtraad krijgen de agenda en de stukken voor de Drechtraad uiterlijk 4 weken voor de vergaderdag, zodat er voldoende gelegenheid is voor de deelnemende gemeenten om de stukken voorafgaand aan de Drechtraad in hun commissie- of raadsvergadering te bespreken. 2.4 Raadsleden, die geen lid zijn van de Drechtraad, ontvangen de stukken via hun eigen griffie op de voor die gemeente gebruikelijke wijze.

13 pagina 3, agendapunt 2.5 Alle bestuursorganen van de deelnemende gemeenten ontvangen een agenda met daarbij behorende stukken. 3. Voorzitter 3.1 De voorzitter leidt de plenaire vergadering van de Drechtraad. 3.2 De Drechtraad benoemt op voordracht van de voorzitter vijf leden van de Drechtraad, die naast de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden belast met het technisch leiden van de overige onderdelen van de Drechtraadconferenties. 4. Vergadering 4.1 Onderwerpen die worden besproken in de Drechtraad geven soms aanleiding tot gezamenlijke woordvoering van vertegenwoordigers van fracties van dezelfde of verwante politieke partijen. Andere onderwerpen raken de belangen van de deelnemende gemeenten op een manier die gezamenlijke woordvoering van de leden van één gemeente logisch maakt. Wanneer de leden van de Drechtraad het woord voeren, geven ze daarom aan namens wie zij spreken. 4.2 De zitplaatsen van de leden van de Drechtraad kunnen door de voorzitter worden aangewezen. 4.3 Vóór aanvang van de vergadering tekenen de leden van de Drechtraad de presentielijst. De voorzitter meldt bij de opening de afwezige leden en hun aanwezige plaatsvervangers. Als bij aanvang van de vergadering het aantal leden dat nodig is om een besluit te kunnen nemen niet aanwezig is, bepaalt de voorzitter het tijdstip van de volgende vergadering die ongeacht het dan aanwezige aantal leden doorgaat. 4.4 Na de opening van de vergadering van de Drechtraad kunnen aanwezige insprekers het woord voeren over geagendeerde onderwerpen (totaal maximaal 30 minuten en per spreker maximaal 5 minuten), waarbij onderwerpen waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat en benoemingen zijn uitgesloten. Aanmelden dient vooraf te geschieden bij de coördinerend griffier tot een half uur vóór aanvang van de vergadering. 4.5 De concept-notulen van de vorige vergadering van de Drechtraad worden gelijk met de overige agendapunten aan de leden van de Drechtraad toegestuurd en bevatten tenminste vermelding van de aanwezige leden, samenvattingen van de

14 pagina 4, agendapunt woordvoeringen met de aanduiding wie er namens wie het woord heeft gevoerd. 4.6 Voor het vragenhalfuurtje (onderwerpen die tot het werkterrein van de Drechtsteden behoren en niet op de agenda staan) kunnen de leden zich aanmelden bij de coördinerend griffier tot uiterlijk uur 2 werkdagen voor de Drechtraad. 5 Rechten van de leden 5.1 De gemeenschappelijke regeling regelt de rechten van de leden. In verband met een ordentelijk en efficiënt verloop van de vergadering worden de leden van de Drechtraad gevraagd digitale teksten van moties en amendementen uiterlijk een half uur vóór aanvang van de Drechtraad beschikbaar te stellen aan de coördinerend griffier. 6. Stemmingen 6.1 Na het sluiten van de beraadslagingen en voordat er wordt gestemd, heeft ieder lid het recht een stemverklaring te geven. 6.2 Volgorde van stemmen: subamendementen, amendementen, voorstel en daarna over moties. Bij meerdere (sub-)amendementen wordt eerst gestemd over het verstrekkende (sub-)amendement. De voorzitter bepaalt hierbij de volgorde. 6.3 Als geen lid stemming vraagt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. 6.4 Als één of meerdere leden stemming verlangen, roept de coördinerend griffier de leden bij naam op hun stem uit te brengen. Bij de eerste stemming in een vergadering bepaalt de voorzitter d.m.v. het lot, welk lid er begint met stemmen. Vervolgens wordt aan de hand van de volgorde van de stemlijst (lijst waarop alfabetisch per gemeente en vervolgens op fractiegrootte) gestemd, waarbij elk bij de vergadering aanwezig lid is verplicht zijn stem uit te brengen door voor of tegen uit te spreken. Met instemming van de leden van de Drechtraad kan er ook d.m.v. stemkastjes worden gestemd. 6.5 Over personen wordt schriftelijk dan wel met instemming van de leden van de Drechtraad met de stemkastjes gestemd. Hiertoe benoemt de voorzitter uit de leden van de Drechtraad een stembureau van drie leden, die zorgdragen voor een correct verloop van de stemming. 6.6 Bij ordevoorstellen en schriftelijke stemmingen heeft elk lid één stem en geldt dat voor besluitvorming tenminste 60% van de uitgebrachte stemmen heeft

15 pagina 5, agendapunt ingestemd met het voorstel. 6.7 Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid worden leden geacht geen stem te hebben uitgebracht als er sprake is van: - een blanco stembriefje; - een ondertekend stembriefje; - een stembriefje waarop meer namen dan het aantal te benoemen personen is ingevuld; - een stembriefje waarbij als het om een benoeming op voordracht gaat op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen; - een stembriefje waarbij op een andere persoon is gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt. Wanneer bij een eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft gekregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. Wanneer ook bij de tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen kregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatsvinden. Als bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Hiertoe worden de namen door de voorzitter op 2 afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven die op gelijke wijze worden gevouwen. De briefjes gaan in een stembokaal en worden geschud. Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen. 7. Regiogriffie en ondersteuning 7.1 De Drechtraad regelt op voorstel van de voorzitter de vervanging van de coördinerend griffier bij zijn afwezigheid in de Drechtraad. 7.2 De regiogriffie bereidt aan de hand van de jaaragenda en de voorlopig vastgestelde agenda de volgende Drechtraadconferentie voor. Zij zorgen voor het tijdig en compleet toesturen van vergaderstukken en zijn verantwoordelijk voor de website van de Drechtraad. 7.3 Het secretariaat van de regiogriffie wordt gevoerd door de organisatie van de Drechtsteden. Zij zorgen ook waar nodig voor ondersteuning van de griffie. 7.4 De instructie voor de regiogriffie wordt door de Drechtraad vastgesteld.

16 pagina 6, agendapunt 8. Drechtstedenbestuur 8.1 De leden van het Drechtstedenbestuur worden, voorzover zij niet in de Drechtraad zijn benoemd, voor de Drechtraadconferenties uitgenodigd en krijgen alle vergaderstukken die naar de leden van de Drechtraad gaan. Bij de behandeling van voorstellen van het Drechtstedenbestuur worden zij in de gelegenheid gesteld na elke discussieronde van de Drechtraad te reageren. Bij alle overige voorstellen worden zij in elk geval vóór de besluitvorming, als zij aangeven daartoe behoefte te hebben, in de gelegenheid gesteld het woord te voeren. 9. Informatie 9.1 De informatievoorziening, inclusief de voorstellen aan de leden van de Drechtraad, is helder en bondig en beperkt zich daarom tot de hoofdlijnen. Een actuele website met vergaderstukken, achtergrondinformatie, reactiemogelijkheden en informatie uit de gemeenten ondersteunt het functioneren van de leden van de Drechtraad. 10. Communicatie 10.1 Alle bijeenkomsten en vergaderingen van de Drechtraad zijn openbaar, tenzij op grond van artikel 12 van de gemeenschappelijke regeling besloten wordt om in beslotenheid te vergaderen. Zowel over de onderwerpen die aan de orde zijn als over de besluiten die door de Drechtraad zijn genomen, communiceert de Drechtraad actief met inwoners, bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. In de fase van meningsvorming, voorafgaande aan de besluitvorming in de Drechtraad, kunnen de raden van de deelnemende gemeenten een beroep doen op het Bureau Drechtsteden voor advies en ondersteuning bij het organiseren van de betrokkenheid van burgers en het maatschappelijk middenveld in de gemeenten.

17 Aan de leden van de Drechtraad bijlage 3 agendapunt 7.1 datum 27 maart 2006 steller S.M. van der Stel Vergadernotitie ten behoeve van de vergadering van de Drechtraad op 5 april 2006 doorkiesnummer svanderstel@regiozhz.nl Onderwerp Benoeming formateur t.b.v. de vorming van het Drechtstedenbestuur Bijlagen -voorstel benoeming formateur inclusief opdrachtomschrijving Gevraagde beslissing Instemming met de benoeming van de heer R.J.G. Bandell tot formateur ten behoeve van de vorming van het Drechtstedenbestuur. De opdrachtomschrijving van de formateur komt in agendapunt 8 van deze vergadering aan de orde. Verdere procedure Rapportage van de formateur in de vergadering van de Drechtraad op 24 mei Communicatie Gemeenteraden en colleges zullen via de rubriek voortgangsberichten formatie Drechtstedenbestuur op de website van de Drechtraad over de voortgang in het formatieproces op de hoogte gehouden worden. Daarnaast zullen persberichten worden uitgebracht wanneer de stand van zaken in het formatieproces daar aanleiding toe geeft. Financiële consequenties Niet van toepassing Toelichting De Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) is op 8 maart jl. in werking getreden. In deze regeling (artikel 17) staat dat de Drechtraad in zijn eerste vergadering een formateur de opdracht geeft om een voorstel te maken voor de samenstelling van het Drechtstedenbestuur. Op voorstel van de formateur benoemt de Drechtraad vervolgens het Drechtstedenbestuur. De formateur dient op de installatievergadering van de Drechtraad op 5 april 2006 te worden aangewezen.

18 pagina 2, agendapunt Geachte leden van de Drechtraad, De Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) is op 8 maart jl. in werking getreden. In deze regeling (artikel 17) staat dat de Drechtraad in zijn eerste vergadering een formateur de opdracht geeft om een voorstel te maken voor de samenstelling van het Drechtstedenbestuur. Op voorstel van de formateur benoemt de Drechtraad vervolgens het Drechtstedenbestuur. De formateur dient op de installatievergadering van de Drechtraad op 5 april 2006 te worden aangewezen. Na enig overleg met diverse personen over de goede voortgang van dit proces in deze (nog steeds experimentele) fase van de Drechtraad, kwam naar voren dat het van belang is dat de politiek hierin het initiatief neemt. Als de Drechtraad haar duale rol goed wil oppakken, zal ze juist in het beginstadium kaderstellend bezig willen zijn. Als demissionair plaatsvervangend voorzitter van de Drechtraad stel ik u voor de heer R.J.G. Bandell te benoemen tot formateur van het Drechtstedenbestuur. De heer Bandell geniet het brede vertrouwen van de zeven gemeenteraden en colleges om deze formatie succesvol uit te voeren. datum 28 maart 2005 behandeld door S.M. van der Stel ons kenmerk 2006/03678 doorkiesnummer svanderstel@regiozhz.nl onderwerp voordracht & opdracht formateur bijlage(n) - Daarnaast stel ik voor om de heer Bandell aan te wijzen als beoogd voorzitter van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur, tot het moment waarop hij officieel in die rollen kan worden benoemd. Op grond van artikel 20, lid 4, van de Gemeenschappelijke Regeling is tijdens de periode van de formatie de burgemeester van Dordrecht, zijnde de heer Bandell, voorzitter van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur. Tevens wordt voorgesteld hem hierbij ambtelijk te laten ondersteunen door de beoogd secretaris van het Drechtstedenbestuur, de heer G.J. Vogelaar en voor wat betreft zaken die betrekking hebben op de Drechtraad de ondersteuning te laten verzorgen door de beoogd coördinerend griffier, de heer J.G.A. Paans. Daarnaast krijgt de formateur een opdracht mee die door de nieuwe Drechtraad is opgesteld. Deze opdracht luidt: 1. Formeer een Drechtstedenbestuur met tenminste een lid van elk van de colleges van de Drechtsteden, exclusief de voorzitter, bestaande uit minimaal acht leden (zeven leden plus de voorzitter) en maximaal negen leden (acht leden plus de voorzitter). Voor de samenstelling van het eerste Drechtstedenbestuur binnen de gemeenschappelijke regeling doet de Drechtraad een aanbeveling waarbij uit elk der colleges van de Drechtsteden een lid in het Drechtstedenbestuur zitting neemt (artikel 45). Bij de samenstelling van het Drechtstedenbestuur moet rekening worden gehouden met: - bestuurlijke kwaliteit; - evenwichtige spreiding op basis van de politieke achtergrond van de beoogde leden; 2. Maak een voorstel voor een portefeuilleverdeling zoals het Drechtstedenbestuur die zou kunnen vaststellen; 3. Doe voorstellen omtrent het functioneren van het Drechtstedenbestuur, waarbij daadkracht en draagvlak met elkaar in evenwicht zijn. Hierbij zijn de volgende aandachtspunten van belang: - de rol van portefeuillehoudersoverleggen ten opzichte van het Drechtstedenbestuur en het aantal gewenste overleggen; - de personele invulling van portefeuilles van diverse regionale onderwerpen door leden uit diverse colleges die geen lid zijn van het Drechtstedenbestuur; - de verhouding tussen de in te richten Bestuurscommissie Intergemeentelijke Sociale Dienst en het portefeuillehoudersoverleg Sociaal; - de vormgeving van een regionaal portefeuillehoudersoverleg Middelen;