R10 instellen via de Web Interface

Transcriptie

1 R10 instellen via de Web Interface Een beschrijving van hoe er verbinding kan worden gemaakt met de Web Interface van een R10 en een overzicht van veel voorkomende instellingen die gemaakt kunnen worden via de Web Interface.

2 Inhoud... 1 Inhoud... 2 Inleiding... 3 Terugzetten naar fabrieksinstellingen... 3 Verbinden met het R10 WiFi access point... 3 De R10 verbinden met het internet... 5 Verbinden met een VRS service... 6 Instellingen opslaan in een applicatie bestand... 8 NMEA uitvoer aanzetten op poorten... 9 Extern apparaat verbinden met een Bluetooth poort Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 2

3 Inleiding Dit document beschrijft hoe instellingen gemaakt kunnen worden via de Web Interface van een R10. Om toegang tot de Web Interface te krijgen moet er een verbinding worden gemaakt via WiFi. Standaard staat de R10 ingesteld als WiFi access point. Mocht dit niet het geval zijn dan is dit eenvoudig te herstellen door de R10 te resetten naar fabrieksinstellingen. Terugzetten naar fabrieksinstellingen Houdt de aan/uit knop ingedrukt voor 15 seconden. Na 2 seconden zullen de radio, satelliet en WiFi LED uitgaan, de power LED blijft aan. Na 15 seconden zal de satelliet LED aangaan om aan te geven dat het tijd is om de aan/uit knop los te laten. Verbinden met het R10 WiFi access point Standaard zal de R10 bij beschikbare WiFi netwerkverbindingen tevoorschijn komen als Trimble GNSS xxxx, waar xxxx staat voor de laatste 4 cijfers van het serienummer van de R10. Klik op Verbinding maken. Klik met de rechtermuisknop op de actieve verbinding met de R10 en klik op Status. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 3

4 Klik op Details. Noteer het IP adres van de IPv4-standaardgateway. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 4

5 Vul het IP adres van de IPv4-standaardgateway in, in de adresbalk van een Internet Browser, b.v. Google Chrome. Als er om een gebruikersnaam en wachtwoord wordt gevraagd dan zijn dat: Gebruikersnaam: admin Paswoord: password De R10 verbinden met het internet De R10 heeft een ingebouwd GPRS modem. Onder de batterijklep bevindt zich een SIM kaart houder. In de Web Interface kan de status van het GPRS signaal gecontroleerd worden onder GSM/GPRS modem Summary. Als de SIM Status OK is en er voldoende signaal kwaliteit is kunnen onder GSM/GPRS Modem Configuration instellingen worden gemaakt om de R10 daadwerkelijk met het internet te verbinden. Kies de juiste instellingen voor Country, Provider en Plan (SIM kaart afhankelijk). De rest van de instellingen zullen automatisch ingevuld worden. Als laatste stappen dienen Auto Restart aangevinkt Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 5

6 te worden en op Save te worden geklikt. De R10 zal nu de instellingen opslaan en verbinding maken met het internet. De summary zal aangeven dat er een verbinding is met het internet door bij PPP aan te geven Up and connected. Verbinden met een VRS service Klik op I/O Configuration en vervolgens op IBSS/NTRIP Client 1. Maak de instellingen zoals hieronder en klik op Get Mount Points. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 6

7 Als er een lijst verschijnt met Mount Points dan betekent dat in ieder geval dat er goede verbinding is met zowel het internet als de VRS server. Het caster adres, de gebruikersnaam en het wachtwoord kunnen per gebruiker verschillen. Het adres van de 06GPS VRS service is ntrip.06-gps.nl:2101. Klik na het kiezen van het Mount Point op OK. Voor VRSNow wordt doorgaans gekozen voor TVN_CMR_X als Mount Point. In het geval van 06GPS is 06GPSVRSGLO31 het standaard Mount Point. Als de verbinding met de VRS service tot stand is gebracht en er een geldige gebruikersnaam en wachtwoord is gebruikt, zal er CMR of RTCM vetgedrukt als input komen te staan op de IBSS/NTRIP Client 1 poort en zal de balk groen kleuren. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 7

8 Instellingen opslaan in een applicatie bestand Wijzigingen worden standaard door de R10 bewaard en na het in- en uitschakelen van de ontvanger zullen instellingen doorgaans niet verloren gaan. Er zijn echter uitzonderingen en daarvoor is er de mogelijkheid om instellingen op te slaan in een Application File. Als er bijvoorbeeld een verbinding wordt gemaakt tussen een R10 en een veld boek met Trimble Access of Survey Controller, zullen de instellingen verloren gaan. Klik op Receiver Configuration Application Files om naar de pagina te gaan waar Application Files kunnen worden gemaakt en opgeslagen. Om de huidige configuratie op te slaan in een bestand moet onder Operation worden gekozen voor Store Current File. Vervolgens kan er een naam worden gegeven aan het bestand. Na het klikken op OK worden de instellingen opgeslagen in een bestand. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 8

9 Er kan een willekeurige naam gegeven worden aan het bestand, maar er kan ook gebruik worden gemaakt van een speciale naam die herkent wordt door de R10. Als de naam POWER_UP wordt gebruikt dan zal de R10 altijd opstarten met de instellingen, zoals die in het POWER_UP bestand staan. NMEA uitvoer aanzetten op poorten Onder I/O Configuration kunnen er uitvoer berichten worden aangezet. Door te klikken op de naam van één van de poorten verschijnt de configuratie pagina van die specifieke poort. In het voorbeeld hieronder wordt een NMEA GGA bericht aangezet die 1 keer per seconde zal worden uitgevoerd over Bluetooth poort 1. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 9

10 Extern apparaat verbinden met een Bluetooth poort Berichten die door de R10 worden uitgevoerd over b.v. een Bluetooth poort kunnen worden opgevangen door externe apparatuur, zoals een PC of een tablet. Onderstaand voorbeeld laat zien hoe dat gaat als er gebruikt wordt gemaakt van Windows 7. Ga vanuit Start naar Apparaten en printers. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 10

11 Klik op Een apparaat toevoegen. Windows zal gaan zoeken naar Bluetooth apparaten en als de R10 binnen Bluetooth bereik is zal deze worden weergeven bij de gevonden apparaten. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 11

12 Selecteer de R10 en klik op Volgende. Klik in het volgende scherm op De koppelingscode van het apparaat opgeven. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 12

13 De standaard koppelingscode is Klik op Volgende. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 13

14 De stuurprogramma s zullen nu geïnstalleerd worden. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 14

15 Onder Apparaten en printers kan worden opgevraagd welke Bluetooth poorten beschikbaar zijn op de R10 door eerst met de rechtermuisknop op de specifieke R10 te klikken en vervolgens op Eigenschappen. Onder het tabblad Services staan de beschikbare poorten. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 15

16 In dit geval, waar een uitvoer aangezet is op Bluetooth Poort 1 van de R10, moet het externe apparaat verbinding maken met COM46. In het geval er een uitvoer was aangezet op Bluetooth Poort 2, had het externe apparaat verbinding moeten maken met COM48. Windows heeft de beschikbare Bluetooth Poorten van de R10 (1, 2, en 3) herkent en heeft daar vervolgens een eigen COM poort nummer aan gehangen waar software gebruik van kan maken om de berichten mee in te lezen, b.v. Hyper Terminal. Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 16

17 Naam document: Webinterface R10 Versie: 1.00 Datum: Auteur: Geometius 17