Over de vrijwillige verstrekking van camerabeelden aan de politie en het toepassingsbereik van artikel 43 Wbp
|
|
- Andrea de Valk
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rechtspraak Over de vrijwillige verstrekking van camerabeelden aan de politie en het toepassingsbereik van artikel 43 Wbp Mr. drs. M. Jansen* 5 De Hoge Raad heeft in het arrest van 20 november geoordeeld dat bij vrijwillige verstrekking van camerabeelden aan de politie artikel 126nd Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) niet van toepassing is en dat onder omstandigheden ook in het uitzonderingsartikel artikel 43 Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: Wbp) een grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 8 Wbp kan worden gevonden. Dit arrest zal hierna worden besproken en kort van commentaar worden voorzien. 1 Het arrest 1.1 Strafrechtelijke kwestie over diefstal In de nacht van 27 op 28 mei 2008 vindt in Rotterdam een inbraak plaats waarbij geld, een horloge en een mobiele telefoon uit een woning worden gestolen. Een getuige die op dat moment over de galerij van een nabijgelegen studentenflat loopt ziet de inbraak plaatsvinden. Deze getuige legt hierover op 4 juli 2008 een verklaring af bij de politie. De inbraak is ook gefilmd door een bewakingscamera die is bevestigd aan diezelfde studentenflat. Dit beeldmateriaal komt op een bepaald moment in handen van de politie. Het blijft onduidelijk hoe het materiaal bij de politie terechtkomt. Het lijkt erop dat het materiaal vrijwillig aan de politie is verstrekt. Kennelijk is op basis van deze video-opname de verdachte door de politie geïdentificeerd. Vervolgens is op 2 augustus 2008 een fotobewijsconfrontatie gehouden, waarbij in totaal elf foto s aan de getuige werden getoond. De getuige heeft tijdens die confrontatie de verdachte uitdrukkelijk aangewezen. In de strafzaak is voor de bewijsvoering onder meer gebruikgemaakt van deze identificatie door de getuige. 1.2 Klacht in hoger beroep over gebruik camerabeelden De raadsman van de verdachte klaagt in hoger beroep over het gebruik van de camerabeelden. De raadsman stelt dat op grond van artikel 126nd Sv camerabeelden alleen op vordering van de officier van justitie aan de politie hadden mogen worden verstrekt. Een dergelijke vordering ontbreekt in het dossier, zodat de verstrekking van de beelden niet rechtmatig is en ook het bewijs van de daaruit voortvloeiende fotoconfrontatie niet voor de bewijsvoering had mogen worden gebruikt. Het gerechtshof verwerpt het betoog van de raadsman, door (samengevat) te overwegen dat de grondslag voor de verstrekking van de camerabeelden aan de politie was gelegen in artikel 8 aanhef en onder e Wbp (gegevensuitwisseling met bestuursorganen 2 ), althans in artikel 43 aanhef en onder b Wbp (uitzondering voor voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten 3 ). De volledige overweging van het gerechtshof luidt als volgt: Anders dan de raadsman stelt, is er wel degelijk een wettelijke basis voor vrijwillige verstrekking van het betreffende beeldmateriaal aan opsporingsinstanties. De bewakingscamera s van de flat dienen naar kan worden aangenomen ter beveiliging van de flat tegen inbraak en andere strafbare feiten. Op grond van artikel 8 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is het degene die verantwoordelijk is voor het gebruik van de bewakingscamera s toegestaan hiertoe de beelden van de camera s te verwerken. Hieronder is op grond van artikel 8 aanhef en onder e, in verbinding met artikel 1, aanhef en onder b, van de Wbp begrepen het verstrekken van de beelden aan de politie indien zich daadwerkelijk een strafbaar feit heeft voorgedaan. Daarnaast biedt ook artikel 43, aanhef en onder b, van die wet een basis voor vrijwillige verstrekking, indien dit noodzakelijk is voor de opsporing van strafbare feiten. Het hof verwerpt het verweer. * Mark Jansen is advocaat bij Dirkzwager advocaten & notarissen N.V. HR 27 november 2012, LJN BY0215. Het artikel luidt, voor zover relevant, als volgt: Artikel 8. Persoonsgegevens mogen slechts worden verwerkt indien ( ) e. de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak door het desbetreffende bestuursorgaan dan wel het bestuursorgaan waaraan de gegevens worden verstrekt. Het artikel luidt, voor zover relevant, als volgt: Artikel 43. De verantwoordelijke kan de artikelen 9, eerste lid, 30, derde lid, 33, 34 en 35 buiten toepassing laten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van: ( ) b. de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten. 21
2 1.3 Advocaat-generaal over vrijwilliger verstrekking camerabeelden Ook in cassatie klaagt de raadsman wederom over het gebruik van de camerabeelden. De advocaat-generaal maakt in zijn conclusie een scherp onderscheid tussen enerzijds het door politie en/of Openbaar Ministerie (op)vragen van beelden en anderzijds het vrijwillig verstrekken van camerabeelden aan de opsporingsinstanties. Voor wat betreft het door de opsporingsinstanties opvragen van beelden wijst de A-G op de bestaande jurisprudentie van de Hoge Raad, die erop neerkomt dat opvragen van beelden altijd via de daartoe geëigende procedures dient te geschieden. Voor wat betreft het vrijwillig verstrekken van camerabeelden haalt A-G mr. Hofstee diverse passages uit de wetsgeschiedenis bij artikel 126nd Sv aan, waarin expliciet aandacht is geschonken aan deze kwestie. Het betreft drie passages met nagenoeg dezelfde strekking, vandaar dat ik hier slechts één van de drie passages citeer. Het (hierna te bespreken) oordeel van de Hoge Raad lijkt op deze overwegingen uit de wetsgeschiedenis te zijn geïnspireerd: 4 De opsporingsambtenaar of de officier van justitie die in het belang van een opsporingsonderzoek de beschikking wil krijgen over gegevens die bij derden beschikbaar zijn, dient daartoe de bevoegdheden als opgenomen in het wetsvoorstel aan te wenden. Dit ligt alleen anders zoals hierna nog uitvoerig aan de orde zal komen voor zover het betreft gegevens die niet begrepen zijn onder de reikwijdte van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Het staat hen niet vrij om van derden te vragen op vrijwillige basis mee te werken aan het verstrekken van gegevens. ( ) Dit neemt niet weg dat de WBP in artikel 43 ruimte biedt aan derden om op vrijwillige basis, dus zonder toepassing van strafvorderlijke bevoegdheden, gegevens aan politie en justitie te verstrekken. Niet ondenkbaar is dat een derde daartoe uit eigen beweging overgaat in een geval waarin er een evident en dringend opsporingsbelang aanwezig is. Het begrip noodzakelijk in artikel 43 WBP vereist dat de derde aan de hand van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit zelf afweegt of het verstrekken van de gegevens in het concrete geval noodzakelijk is voor één van de in artikel 43 genoemde doelen. Het is dus niet uitgesloten dat ook na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel in incidentele gevallen nog op vrijwillige basis gegevens verstrekt zullen worden aan politie en justitie. Het initiatief daartoe gaat dan niet uit van politie en justitie. De A-G concludeert dan ook dat de klacht in cassatie moet worden verworpen. Overigens merkt de A-G niets op over de overweging van het gerechtshof dat de grondslag voor de verstrekking van de camerabeelden in artikel 8 onder e Wbp gelegen zou kunnen zijn. 1.4 Klacht in cassatie verworpen De Hoge Raad volgt de lijn van de A-G en verwerpt het cassatieberoep. Evenals de A-G maakt de Hoge Raad in het arrest een duidelijk onderscheid tussen twee situaties: de onvrijwillige verstrekking van camerabeelden en de vrijwillige verstrekking van camerabeelden. Voor wat betreft de onvrijwillige verstrekking van camerabeelden herhaalt de Hoge Raad de overweging uit de bestaande jurisprudentie, te weten dat de politie en de officier van justitie in een dergelijk geval de beelden (overeenkomstig de daartoe geëigende procedures) moeten vorderen en niet mogen vragen de beelden vrijwillig te verstrekken: 3.4. Bij de beoordeling van de klacht tegen de verwerping door het Hof van het in het middel bedoelde verweer moet worden vooropgesteld dat beeldmateriaal als in dat verweer bedoeld, gelet op art. 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna Wbp) onder het bereik van die wet valt, en dat blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van art. 126nd Sv de opsporingsambtenaar of de officier van justitie niet mag vragen om op vrijwillige basis mee te werken aan verstrekking van dat beeldmateriaal (vgl. HR 21 december 2010, LJN BL7688, NJ 2012, 24). Worden de camerabeelden echter vrijwillig aan de politie verstrekt, dan is een vordering als bedoeld in artikel 126nd Sv niet noodzakelijk: 3.5. In zijn hiervoor onder weergegeven overwegingen ligt als de niet onbegrijpelijke vaststelling van het Hof besloten dat degene die verantwoordelijk is voor het gebruik van de onderhavige beelden van de bewakingscamera deze beelden eigener beweging en op vrijwillige basis aan de politie heeft verstrekt, althans dat die persoon niet door de politie is gevraagd om op vrijwillige basis deze beelden aan de politie te verstrekken. Het oordeel van het Hof dat in een zodanig geval geen vordering als bedoeld in art. 126nd Sv is vereist, is juist. Het Hof heeft het verweer dus terecht verworpen. Vervolgens overweegt de Hoge Raad, ten overvloede, dat de overweging van het gerechtshof met betrekking tot artikel 8 Wbp (grondslagvereiste) niet juist is. Het hof had immers overwogen dat de grondslag voor de verstrekking van de beelden gelegen kan zijn in artikel 8 onder e Wbp, terwijl artikel 8 onder e Wbp volgens de Hoge Raad slechts een grondslag vormt voor overdracht van zulke gegevens door het ene bestuursorgaan aan het andere bestuursorgaan 5 en de (rechts)persoon die de 4 5 Kamerstukken I, , nr. C. Daarover hierna in het commentaar meer. 22
3 camerabeelden aan de politie heeft verstrekt kennelijk in ieder geval niet als bestuursorgaan is aan te merken. 6 In die zin kan de overweging van het hof dan ook geen stand houden. De Hoge Raad overweegt dat de grondslag echter wel gelegen kan zijn in artikel 43 Wbp. In die overweging is verwijzing naar artikel 43 Wbp in de wetgeschiedenis bij artikel 126nd Sv duidelijk terug te zien. De volledige overweging van de Hoge Raad luidt als volgt: 3.6. Opmerking verdient nog het volgende. Het in de overwegingen van het Hof omschreven geval heeft klaarblijkelijk geen betrekking op verwerking van persoonsgegevens in de vorm van overdracht van zulke gegevens door het ene bestuursorgaan aan het andere bestuursorgaan. Daarom zou anders dan het Hof heeft aangenomen art. 8, aanhef en onder e Wbp geen grondslag kunnen vormen voor het ter beschikking van de opsporingsinstantie stellen van het desbetreffende beeldmateriaal. Voor dit ter beschikking van de opsporingsinstantie stellen van het door middel van beveiligingscamera s verkregen beeldmateriaal zou degene die daartoe toegang heeft (de verantwoordelijke of bewerker in de zin van art. 1 aanhef en onder d dan wel e Wbp) onder omstandigheden wel een grondslag kunnen ontlenen anders dan in de toelichting op het middel wordt betoogd aan het bepaalde in art. 43 in verbinding met art. 9, eerste lid, Wbp. 2 Commentaar Aangezien ik mij in de praktijk niet met strafrecht bezighoud, zal ik mijn commentaar beperken tot de privacyrechtelijke aspecten van dit arrest. De Hoge Raad maakt in het arrest een duidelijk onderscheid tussen de verplichte afgifte van videobeelden en de vrijwillige afgifte daarvan aan de opsporingsinstanties. De grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens is in het eerste geval gelegen in artikel 8 onder c Wbp. 7 In het tweede geval is de grondslag van de verwerking van persoonsgegevens volgens de Hoge Raad in dit arrest gelegen in het bepaalde in artikel 43, in verbinding met artikel 9 lid 1 Wbp. Dat laatste is wat mij betreft opvallend, ik zal dat hierna toelichten. In de wetsgeschiedenis bij de Wbp wordt op meerdere plaatsen benadrukt dat de lijst van grondslagen voor het verwerken van persoonsgegevens limitatief is. Allereerst aan het begin van de memorie van toelichting: 8 Het derde element van artikel 7 gegevens worden verkregen voor gerechtvaardigde doeleinden vindt zijn nadere uitwerking in artikel 8 van het wetsvoorstel. In deze bepaling worden limitatief de rechtvaardigingsgrondslagen opgesomd voor de verwerking van persoonsgegevens. Ook in de toelichting bij artikel 8 Wbp komt het limitatieve karakter van artikel 8 Wbp tweemaal naar voren: 9 Artikel 8 bevat een limitatieve opsomming van gronden voor toelaatbare gegevensverwerking. ( ) Artikel 8 bevat een limitatieve opsomming van de gronden die een gegevensverwerking rechtvaardigen. In het uitzonderingsartikel (artikel 43 Wbp) wordt bovendien niet verwezen naar artikel 8 Wbp. De aanhef van artikel 43 Wbp luidt immers als volgt: De verantwoordelijke kan de artikelen 9, eerste lid, 30, derde lid, 33, 34 en 35 buiten toepassing laten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van: ( ) Artikel 43 Wbp ziet daarmee op uitzonderingen op het doelbindingsbeginsel (artikel 9 Wbp), de plicht een register van verwerkingen bij te houden (artikel 30 Wbp), het transparantiebeginsel (artikel 33 en 34 Wbp) en de rechten van de betrokkene (artikel 35 Wbp). Voor een uitzondering op artikel 8 Wbp biedt artikel 43 Wbp geen grondslag. Ook in artikel 13 Privacyrichtlijn, 10 dat heeft gediend als basis voor artikel 43 Wbp, komt geen verwijzing naar het grondslagvereiste (artikel 7 Privacyrichtlijn) voor. Dit vormt mijns inziens wederom een bevestiging dat een uitzondering op artikel 8 Wbp niet mogelijk is. Over artikel 13 Privacyrichtlijn is, voor zover mij bekend, nog geen jurisprudentie van het Hof van Justitie waaruit mogelijk anders zou volgen. 11 In de wetsgeschiedenis heb ik na een korte, niet uitputtende, zoektocht bovendien één passage aangetroffen waarin uitdrukkelijk wordt overwogen dat artikel 43 Wbp weliswaar een uitzondering op het principe van doelbinding kan rechtvaardigen (dus op artikel 9 Wbp), maar dat dit geen afbreuk doet aan de verplichting om bij iedere verwerking van persoonsgegevens ten minste één grondslag als bedoeld in artikel 8 Wbp aan te kunnen wijzen. Zie in dat kader de op twee na laatste zin uit de volgende passage, waarin wordt benadrukt dat de op Hetgeen overigens een opvallende constatering is, nu eveneens vaststaat in deze kwestie dat überhaupt niet bekend is hoe de beelden bij de politie zijn beland (dus evenmin of deze door een bestuursorgaan zijn verstrekt). Dat volgt niet expliciet uit het arrest, maar is bijvoorbeeld wel expliciet overwogen in Kamerstukken I, , nr. E, p. 2: Het wetsvoorstel beoogt aan derden jegens wie een vordering tot het verstrekken van gegevens wordt gedaan een wettelijke plicht op te leggen tot het verstrekken van gegevens. Niet artikel 43 WBP, maar artikel 8, onderdeel c, vormt dan binnen de WBP de basis waarop de derde de gegevens voor dit doel kan verwerken. Kamerstukken II, , nr. 3, p. 21. Kamerstukken II, , nr. 3, p Richtlijn 95/46/EG. Volgens het overzicht op is op dit moment slechts één zaak aanhangig over de uitleg van artikel 13, te weten de vraag van de Raad van State d.d. 3 augustus 2012, nr. C-372/12. Overigens verwacht ik dat ook de Belgische kwestie d.d. 22 oktober 2012, nr. C-473/12, op korte termijn aan dit overzicht zal worden toegevoegd. 23
4 drachtgever van een recherchebureau altijd een gerechtvaardigd belang 12 moet hebben voor de betreffende gegevensverwerking: 13, 14 Recherchebureaus die een vergunning hebben handelen niet noodzakelijkerwijs in strijd met artikel 6 van het wetsvoorstel. Zij dienen zich in ieder geval aan de normen van de Wet bescherming persoonsgegevens te houden. Dit houdt in beginsel in dat zij de persoon over wie gegevens worden vergaard (in de zin van het wetsvoorstel: de betrokkene) informeren over die vergaring. Het is echter goed denkbaar dat in veel gevallen de informatieplicht wordt opgeheven in het licht van de rechten of vrijheden van anderen, bijvoorbeeld de opdrachtgever aan het recherchebureau. Hierin voorziet artikel 43, onder e, van het wetsvoorstel. Daarvoor is wel nodig dat de opdrachtgever een gerechtvaardigd belang heeft bij het vergaren van gegevens door het recherchebureau over de betrokkene. Hierbij speelt een rol wat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dat is een criterium ontleend aan het leerstuk over onrechtmatige daad, neergelegd in artikel 3: 162 BW. Zowel de richtlijn, de wet als de wetsgeschiedenis lijken er dus van uit te gaan dat aan artikel 43 Wbp in ieder geval geen grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens kan worden ontleend. De Hoge Raad overweegt niettemin dat degene die toegang heeft tot camerabeelden onder omstandigheden ( ) een grondslag [zou] kunnen ontlenen ( ) aan het bepaalde in art. 43 in verbinding met art. 9, eerste lid, Wbp. Heeft de Hoge Raad hiermee een aanvullende grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens gecreëerd? Ik waag het te betwijfelen dat de Hoge Raad werkelijk zal hebben bedoeld om een aanvullende grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens te willen introduceren. Daarvoor heb ik enkele redenen. Allereerst valt op dat de Hoge Raad met de overweging aansluiting lijkt te zoeken bij de overwegingen in de wetsgeschiedenis bij artikel 126nd Sv. In in de wetsgeschiedenis van het Wetboek van Strafvordering wordt het onderscheid tussen het grondslagvereiste (artikel 8 Wbp) en de doelbinding (artikel 9 Wbp) in het geheel niet gemaakt. Dit verklaart mogelijk waarom de Hoge Raad in dit arrest dit onderscheid uit het oog heeft verloren. Voorts zou ik verwachten dat wanneer de Hoge Raad beoogt om expliciet af te wijken van de wet en de wetsgeschiedenis, hij dit ook expliciet zo overweegt. Dat is hier echter niet het geval. Daar komt bij dat, hoewel ik geen strafrecht beoefen, naar mijn indruk de gehele overweging over de Wbp zou kunnen worden beschouwd als een obiter dictum. De dragende overweging in het strafrechtelijke arrest lijkt mij te zijn dat artikel 126nd Sv niet is geschonden nu de betreffende camerabeelden vrijwillig aan de politie zijn verstrekt. Aan de formele strafrechtelijke eisen met betrekking tot (verkrijging van) het bewijs is aldus voldaan, zodat niet tot bewijsuitsluiting over hoeft te worden gegaan. 3 Concluderende opmerkingen Ten slotte nog enkele opmerkingen met betrekking tot de grondslag voor het verstrekken van camerabeelden aan de politie. De vraag is of de grondslag voor het verstrekken 15 van de camerabeelden aan de politie niet toch, zoals het gerechtshof had overwogen, gelegen kan zijn in artikel 8 onder e Wbp. De Hoge Raad overweegt in het arrest dat deze grondslag ziet op de overdracht van zulke gegevens door het ene bestuursorgaan aan het andere bestuursorgaan. Uit de wetsgeschiedenis 16 bij artikel 8 onder e Wbp en de tekst van de wet volgt echter dat deze grondslag uit twee elementen bestaat: (1) een grondslag voor de verwerking van gegevens door het bestuursorgaan zelf, en (2) een grondslag voor de verstrekking van gegevens aan een bestuursorgaan. Het begrip bestuursorgaan is wellicht wat verwarrend in deze context, maar dit moet worden gezien als de Nederlandse implementatie van degene aan wie een taak van algemeen belang althans uitoefening van het openbaar gezag is opgedragen als bedoeld in artikel 7 onder e Privacyrichtlijn. 17 Het lijkt mij dat van de politie gezegd kan worden dat zij een taak van algemeen belang uitoefent. Dat de Privacyrichtlijn niet van toepassing is op verwerking van persoonsgegevens met betrekking tot onder meer openbare veiligheid en de activiteiten van de Staat op strafrechtelijk gebied, 18 doet volgens mij op zichzelf er niets aan af dat de vraag zou kunnen worden gesteld of een derde die niet tot de politie behoort aan artikel 8 onder e Wbp een grondslag voor het verstrekken van persoonsgegevens aan de politie zou kunnen ontlenen. De vraag is in dat geval of het verstrekken van Artikel 8 onder f Wbp. Kamerstukken I, , nr. 92c, p. 15. Saillant detail is overigens dat juist over recherchebureaus en de vraag in hoeverre zij zich kunnen beroepen op het uitzonderingsartikel uit de Privacyrichtlijn momenteel een prejudiciële vraag aanhangig is bij het Hof van Justitie, nr. C-473/12. De vraag is dan ook of voornoemde passage uit de wetsgeschiedenis op termijn te handhaven zal blijken te zijn. Louter het verstrekken, niet het vastleggen. Zie Kamerstukken II, , nr. 3, p. 85: De bepaling biedt geen grondslag voor de verzameling of de vastlegging van persoonsgegevens door een instantie die geen bestuursorgaan is. Dergelijke verwerkingen zullen bijvoorbeeld door artikel 8, onder c of f, moeten worden gerechtvaardigd. Kamerstukken II, , nr. 3, p. 84 e.v. Zie ook Kamerstukken II, , nr. 3, p. 84: Met het begrip bestuursorgaan is eveneens aansluiting gezocht bij de Awb. Dit begrip wordt in artikel 1:1 Awb omschreven als een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld of een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed. Deze omschrijving sluit aan bij artikel 7, onder e, van de richtlijn waar eveneens van de uitoefening van openbaar gezag wordt gesproken. Artikel 3 lid 2 Privacyrichtlijn. 24
5 beelden aan de politie niet kan worden beschouwd als noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van het openbaar gezag die aan ( ) de derde aan wie de gegevens worden verstrekt, drager is opgedragen in de zin van artikel 7 onder e Privacyrichtlijn. 19 Uiteraard kunnen daarbij nog wel nadere vragen worden gesteld, onder meer met betrekking tot de noodzakelijkheid. Het voert te ver om in deze annotatie uitgebreider op die vraag in te gaan. Ik volsta dan ook met het signaleren van dit aandachtspunt. Verder lijkt het mij, los van het voorgaande, dat de grondslag voor het maken van de camerabeelden, evenals voor het verstrekken van die beelden aan de politie, gelegen kan zijn in artikel 8 onder f Wbp (gerechtvaardigd belang). Zie in dat kader ook de volgende passages in het informatieblad Als u mensen filmt van het College bescherming persoonsgegevens: 20 Videocameratoezicht kan het gerechtvaardigde belang dienen van de bescherming van eigendommen en de bewoners van een flat. Het is u dus toegestaan om een camera op te hangen ter beveiliging van een woning of een flat. Een beroep op artikel 43 Wbp komt pas aan de orde wanneer de verstrekking van de camerabeelden aan de politie onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor de betreffende beelden zijn verkregen (artikel 9 Wbp). Ik meen dat in de regel van verenigbaarheid met de verkrijgingsdoeleinden sprake zal zijn bij het verstrekken van camerabeelden aan de politie. Een bewakingscamera zal immers worden geplaatst om zowel preventief misdaad te voorkomen als reactief misdadigers op te kunnen (laten) sporen. 21 Wanneer de camera vervolgens daadwerkelijk een misdrijf filmt, ligt het dan ook voor de hand de betreffende beelden aan de politie te verstrekken (vrijwillig of op vordering). Afhankelijk van het misdrijf dat door de camera wordt vastgelegd kan het zelfs zo zijn dat de houder van de camera verplicht is aangifte te doen. 22 Bij een dergelijke verplichte aangifte ligt afgifte van de beelden (al dan niet na vordering) zeker voor de hand, nu de kennis van het misdrijf in dat geval immers juist door de camerabeelden is verkregen De Engelse tekst van de Privacyrichtlijn is op dit punt overigens beter leesbaar: Member States shall provide that personal data may be processed only if: ( ) (e) processing is necessary for the performance of a task carried out in the public interest or in the exercise of official authority vested in the controller or in a third party to whom the data are disclosed. Zie ook de overweging van het gerechtshof in deze kwestie: De bewakingscamera s van de flat dienen naar kan worden aangenomen ter beveiliging van de flat tegen inbraak en andere strafbare feiten. Artikel 160 Sv. 25
ECLI:NL:RBOVE:2017:2237
ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer
Nadere informatieRapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel
Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.
Nadere informatiec) persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
Privacyreglement ArboVitale ArboVitale vindt het belangrijk dat u uitleg krijgt over hoe ArboVitale persoonsgegevens beschermt en hoe onze medewerkers om gaan met privacygevoelige informatie. Paragraaf
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieEen onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht.
Rapport Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over gemeente Maastricht gegrond. Datum: 8 januari
Nadere informatieGelders Archief. Defintieve bevindingen inzake onderzoek Gelders Archief. Geachte,
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Gelders Archief DATUM 7 januari
Nadere informatieANPR Rotterdam-Rijnmond
ANPR Rotterdam-Rijnmond Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition Regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond Rapportage van Definitieve Bevindingen College
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE
Nadere informatie1. Begrippen. 2. Doel van het Cameratoezicht
Protocol cameratoezicht Stichting Stadgenoot Dit protocol is van toepassing op alle persoonsgegevens, verkregen door middel van het gebruik van videocamera s door stichting Stadgenoot (Sarphatistraat 370
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieOok zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de Minister van Justitie DATUM 2
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatieProtocol bescherming persoonsgegevens van de Alvleeskliervereniging Nederland
Protocol bescherming persoonsgegevens van de Alvleeskliervereniging Nederland AVKV/Protocol WBP (versie 01-12-2010) Pagina 1 Inhoud : 1. Voorwoord 2. Beknopte beschrijving van de Wet bescherming persoonsgegevens
Nadere informatieOpinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)
Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie
Nadere informatiePrivacyreglement Spoor 3 BV. Artikel 1. Begripsbepalingen. Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder:
Privacyreglement Spoor 3 BV Artikel 1. Begripsbepalingen Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder: de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) het reglement:
Nadere informatieRapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377
Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu. Advies concept wetsvoorstel Basisregistratie Ondergrond. Geachte,
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieDatum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie en Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH
Nadere informatiePrivacyreglement Bureau Beckers
Privacyreglement Bureau Beckers Bureau Beckers houdt zich aan het privacyreglement zoals dat door de Branchevereniging wordt aangegeven en in het vervolg van dit document is opgenomen. De nu volgende aandachtspunten
Nadere informatieMinisterie van Justitie
ϕ1 Ministerie van Justitie Aan de Koningin Onderdeel sector straf- en sanctierecht Contactpersoon Mr. L.P. Mol Lous Registratienummer 5501938/07/6 Datum 10 september 2007 Onderwerp Nader rapport inzake
Nadere informatiede minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de minister van Economische Zaken,
Nadere informatie1. De Rechtbank Amsterdam heeft op 30 december 2014 het door klager op de voet van art. 552a Sv ingediend klaagschrift ongegrond verklaard.
ECLI:NL:PHR:2016:86 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 05-01-2016 Datum publicatie 08-03-2016 Zaaknummer 15/02696 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:385, Gevolgd
Nadere informatieNEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp
Nadere informatieDe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wijziging in SZW wetgeving
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De minister van Sociale Zaken en
Nadere informatieGEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen
GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de
Nadere informatieRapport. Datum: 4 mei 2007 Rapportnummer: 2007/086
Rapport Datum: 4 mei 2007 Rapportnummer: 2007/086 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de officier van justitie te Groningen op 10 februari 2006 heeft geweigerd haar een kopie te verstrekken van de foto
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieOnderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking 2014. De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ;
Besluit 2013/D007 Onderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking 2014. De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ; gericht op de uitvoering van de werkzaamheden welke op grond van
Nadere informatieBij brief heeft het CBP u laten weten de beslissing op het bezwaarschrift te verdagen.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Beveiligingsbedrijf DATUM 2 april 2002 CONTACTPERSOON
Nadere informatiePrivacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.)
Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.) 1. Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare
Nadere informatiePrivacyreglement. 1. Begripsbepalingen
Privacyreglement Inleiding en doel Iedereen heeft recht op de bescherming van zijn of haar persoonlijke gegevens. Dit privacyreglement is opgesteld op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en beschrijft
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f
ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/101
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni 2012 Rapportnummer: 2012/101 2 Feiten Verzoekster was werkzaam bij het gerechtshof te Den Haag. Op
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917
ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-12-2003 Datum publicatie 12-12-2003 Zaaknummer 3498-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie
Nadere informatieOns kenmerk z Contactpersoon
Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieCollege van Procureurs-Generaal
Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter U' Postbus 20B05 2500 EH Den Haag Prins Olauslaan IB D' 2505 AJ Den Haag, Minister van Veiligheid en Justitie Telefoon+31 (0)70 233 3B 00
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,
Nadere informatiePrivacy reglement. Inleiding
Privacy reglement Inleiding De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) vervangt de Wet persoonsregistraties (WPR). Daarmee wordt voldaan aan de verplichting om de nationale privacywetgeving aan te passen
Nadere informatieprivacyreglement Dit reglement is voor Adhesive Bonding Center B.V. 1. Aanhef Vaartweg PD Lelystad ( verder te noemen school) 2.
1. Aanhef Dit reglement is voor Adhesive Bonding Center B.V. Vaartweg 81 E 8243 PD Lelystad ( verder te noemen school) 2. Definities Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare
Nadere informatieModelprivacyreglement Stichting vmbo Dienstverlening en Producten
Modelprivacyreglement Stichting vmbo Dienstverlening en Producten 1. Aanhef Dit reglement is voor de Stichting vmbo Dienstverlening en Producten (hierna Stichting), gevestigd te Deventer, Ludgerstraat
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieRapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251
Rapport Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 2 Klacht Verzoeker deed op 2 maart 2004 aangifte tegen zijn buurman, de heer Y, wegens vernieling van een aantal bomen, struiken en planten. Verzoeker
Nadere informatiePRIVACYREGLEMENT. maakt werk van de apotheek. Stichting Bedrijfsfonds Apotheken. Paragraaf 1. Algemene bepalingen
maakt werk van de apotheek Postbus 219 3430 AE Nieuwegein T 030 600 85 20 F 030 600 85 20 E sba@sbaweb.nl W www.sbaweb.nl PRIVACYREGLEMENT Stichting Bedrijfsfonds Apotheken Paragraaf 1 Artikel 1 Artikel
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatiePersoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare natuurlijke persoon.
Privacyreglement Intermedica Kliniek Geldermalsen Versie 2, 4 juli 2012 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen Persoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare
Nadere informatieEen onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag
Rapport Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 24055/2010018942 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Wob besluit naar aanleiding van verzoek om openbaarmaking door de VARA Het Commissariaat voor de Media, gezien het
Nadere informatiePrivacyreglement Edese Schoolvereniging
Privacyreglement Edese Schoolvereniging 1. Aanhef Dit reglement is voor de Edese Schoolvereniging, gevestigd te Ede Zuidelijke Spoorstraat 8 6711 NN Ede 0318-615959 www.edeseschoolvereniging.nl info@esvede.nl
Nadere informatieHof van Cassatie van België
16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry
Nadere informatiePrivacyreglement Esma dienstverlening (februari 2018)
Privacyreglement (februari 2018) Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct
Nadere informatiePlan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden
Plan van aanpak en Protocol pilot camera s op GGD/ Ambulances in de Regio Haaglanden 1 Inhoudsopgave pag 1. Aanleiding 3 2. Doel en reikwijdte 3 3. Organisatie 4 4. Aanpak en planning 4 5. Financiering
Nadere informatieNo.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012
... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering
Nadere informatiePrivacyreglement. verwerking persoonsgegevens. ROC Nijmegen
Privacyreglement verwerking persoonsgegevens ROC Nijmegen Laatstelijk gewijzigd in april 2014 Versie april 2014/ Voorgenomen vastgesteld door het CvB d.d. 12 juni 2014 / Instemming OR d.d. 4 november 2014
Nadere informatiePRIVACY REGLEMENT PCBO LEIDERDORP
PRIVACY REGLEMENT PCBO LEIDERDORP 1. Aanhef Dit reglement is voor de Stichting PCBO, gevestigd te Leiderdorp. 2. Definities Persoonsgegevens Verwerking van persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een
Nadere informatieHof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:
Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke
Nadere informatiePrivacyreglement. NLeducatie
Privacyreglement NLeducatie Artikel 1 Algemene en begripsbepalingen 1.1. Tenzij hieronder uitdrukkelijk anders is bepaald worden termen in dit reglement gebruikt in de betekenis die de Wet Bescherming
Nadere informatie1. Aanhef Dit reglement is voor KBS De Plataan, gevestigd te Meppel, Vledderstraat 3 E, 7941LC. 2. Definities
Privacy regelement KBS De Plataan 1. Aanhef Dit reglement is voor KBS De Plataan, gevestigd te Meppel, Vledderstraat 3 E, 7941LC. 2. Definities Persoonsgegevens Verwerking van persoonsgegevens Bijzonder
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2010:BN0043
ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00
ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-10-2001 Datum publicatie 17-01-2002 Zaaknummer 03023/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieIn dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Staatsblad 2000, 302) verstaan onder:
Privacy Reglement Second Chance Force Versie 1.1, datum 31-03-2015 PARAGRAAF 1: Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsbepaling In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming
Nadere informatieRapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in
Nadere informatiePrivacy Reglement Nuis BV te Zwanenburg, hierna genoemd het bedrijf
Privacy Reglement Nuis BV te Zwanenburg, hierna genoemd het bedrijf Uitgangspunten: Het bedrijf gaat op een veilige manier met persoonsgegevens om en respecteren de privacy van betrokkenen. Het bedrijf
Nadere informatieGastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement
Privacyreglement Inhoudsopgave 1. Begripsbepaling... 1 1.1 Persoonsgegevens... 1 1.2 Persoonsregistratie... 1 1.4 Verwerking van persoonsgegevens... 1 1.5 Verstrekken van persoonsgegevens... 1 1.6 Bestand...
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is
Nadere informatieOns kenmerk z Contactpersoon
Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Prins Clauslaan 60, 2595 AJ Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl De minister van Infrastructuur en Milieu Postbus
Nadere informatieReglement Cameratoezicht en Toegangscontrole. Fort Marina Bv en Hof van Leede
Reglement Cameratoezicht en Toegangscontrole Fort Marina Bv en Hof van Leede Dit reglement zal worden gewijzigd Mei 2018 Reglement Cameratoezicht Fort Marina/ Hof van Leede Dit reglement geeft een beschrijving
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
Nadere informatiehet College van procureurs-generaal t.a.v. de heer mr J.L. de Wijkerslooth Postbus 20305 2500 EH Den Haag 070-8888500
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN het College van procureurs-generaal
Nadere informatieInhoud. Privacyreglement Roebia Zorg. Boek 4. Bijlagen
Documentnummer 880 401 002 22062016 Pagina 0 van 5 Roebia Zorg Inhoud Artikel 1 Begripsbepalingen... 1 Artikel 2 Reikwijdte... 1 Artikel 3 Doel reglement... 2 Artikel 4 Vertegenwoordiging... 2 Artikel
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste
Nadere informatieAdvies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten
contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548
Nadere informatiePrivacyreglement. Artikel 1. Bereik
Privacyreglement Privacyreglement Artikel 1. Bereik 1.1 Dit reglement is van toepassing op de geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Het is eveneens van toepassing op
Nadere informatie8.50 Privacyreglement
1.0 Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect betrekking hebben
Nadere informatie3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.
Besluit Kenmerk: 678047/691431 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] om openbaarmaking van informatie op grond van de
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatiePrivacyreglement SOML
Privacyreglement SOML Reglement voor de verwerking van persoonsgegevens 27 juni 2018 versienummer: 1.4 1. Aanhef Dit reglement is voor SOML (Stichting Onderwijs Midden-Limburg en bijbehorende scholen),
Nadere informatieReglement cameratoezicht
Reglement cameratoezicht Inleiding In verschillende situaties worden incidenteel camera s gebruikt, bijvoorbeeld om personen en eigendommen te beschermen. Het is hierbij van groot belang dat organisaties
Nadere informatieBijlage bij de brief van het College bescherming persoonsgegevens van 4 april 2012
Bijlage bij de brief van het College bescherming persoonsgegevens van 4 april 2012 Advies van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) over het wetsvoorstel Elektronische gegevensuitwisseling in
Nadere informatieProtocol bescherming persoonsgegevens van de Trimclub ABC
Protocol bescherming persoonsgegevens van de Trimclub ABC Inhoud 1. Voorwoord 2. Beknopte beschrijving van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) 3. College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) 4. Beknopte
Nadere informatieAfdeling Werk en Inkomen Gemeente Enschede
NALEVING VAN DE INFORMATIEPLICHT BIJ HEIMELIJKE WAARNEMING DOOR SOCIALE DIENSTEN Onderzoek door het College bescherming persoonsgegevens (CBP) naar de naleving van de informatieplicht bij heimelijke waarneming
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:205
ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieDe minister van Justitie De heer dr E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH Den Haag
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De minister van Justitie De heer
Nadere informatie1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.
1. Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2. Gezondheidsgegevens Persoonsgegevens die direct of indirect betrekking
Nadere informatieBESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieNOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
34 720 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062
Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april 2012 Rapportnummer: 2012/062 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde politieambtenaar van het
Nadere informatieOnderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en
_-(ij PERSOONSG EG EVEN S Aangetekend Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heet drs. S.A.Blok 0 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Autoriteit Persoonsgegevens Postbus93374,2509AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg3o,
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];
De raad van de gemeente Groningen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de Wet basisregistratie personen en de Algemene Verordening Gegevensbescherming;
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Reglement bescherming persoonsgegevens Kansspelautoriteit
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21460 29 juli 2014 Reglement bescherming persoonsgegevens Kansspelautoriteit De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatie