Doelmatigheid van de WOZ. Rapportage van de Werkgroep verbetervoorstellen WOZ. Juli 2003

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Doelmatigheid van de WOZ. Rapportage van de Werkgroep verbetervoorstellen WOZ. Juli 2003"

Transcriptie

1 Doelmatigheid van de WOZ Rapportage van de Werkgroep verbetervoorstellen WOZ Juli

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Knelpunten 5 3. Categorisering verbetervoorstellen 6 4a) Voorstellen samenhangend met modelmatige waardebepaling/indexering 8 Voorstel 1: Uitbouw modelmatige waardebepaling 9 Voorstel 2: Verkorting waarderingscyclus 11 Voorstel 3: Indexering/verlenging waarderingscyclus 12 Voorstel 4: Afschaffen drempel verbouwingen 15 Integratie voorstellen indexering/modelmatige waardebepaling 16 4b) Voorstellen samenhangend met vermindering aantal te taxeren objecten 17 Voorstel 5: Waarderingsvrijstelling 18 Voorstel 6: Objectafbakening niet-woningen vereenvoudigen 20 Voorstel 7: Objecten in aanbouw 22 Integratie voorstellen vermindering aantal te taxeren objecten 23 4c) Voorstellen samenhangend met organisatie werkproces 24 Voorstel 8: Spreiding waardepeildata 25 Voorstel 9: Centralisering bij Belastingdienst 27 Voorstel 10: Samenwerkingsimpuls 28 Voorstel 11: Gezamenlijke uitvoering voor bijzondere objecten 29 Voorstel 12: WOZ-beschikking niet alleen op verzoek 30 Integratie voorstellen organisatie werkproces 32 4d) Voorstellen samenhangend met vermindering inspanning bezwaar en beroep 33 Voorstel 13: Jaarlijkse bezwaarmogelijkheid 34 Voorstel 14: Waardeklassen/bandbreedte voor bezwaar en beroep 36 Voorstel 15: Vergroting openbaarheid 38 Voorstel 16: Verlaging drempel ambtshalve vermindering 40 Integratie voorstellen vermindering inspanning bezwaar en beroep 41 4e) Voorstellen samenhangend met aanpassing/uitbreiding gebruik 42 Voorstel 17: Vergroting gebruik voor andere doeleinden 43 Voorstel 18: Afbakening gebouwd/ongebouwd waterschappen 45 1

3 Integratie voorstellen aanpassing/uitbreiding gebruik 47 Bijlage 1: Samenstelling werkgroep 48 Bijlage 2: Literatuurverwijzing 49 2

4 1. Inleiding 1.1 Doelstellingen WOZ De Wet WOZ regelt dat gemeenten eens in de vier jaar uniform de waarde van onroerende zaken bepalen. De waardegegevens worden gebruikt door verschillende overheden bij de heffing van belastingen. De Wet WOZ leidt in twee opzichten tot uniformiteit. In de eerste plaats wordt uniformiteit bereikt door het feit dat drie overheden (Rijk, gemeenten en waterschappen) voor hun belastingheffing op onroerende zaken uitgaan van dezelfde gegevens. In de tweede plaats komt brengt de Wet WOZ en het toezicht van de Waarderingskamer meer uniformiteit in de wijze van waarderen. De WOZ-waarde, de WOZ-gegevens en de WOZ-registratie worden ook gebruikt voor toepassingen die niet primair samenhangen met de belastingheffing door gemeenten, waterschappen en Belastingdienst. Hierbij kan worden gedacht aan de regulerende energiebelasting (REB), belasting op leidingwater (BOL) en de gas- en elektriciteitswet. In voorstel 17 wordt nader ingegaan op de toepassingen waaraan valt te denken. 1.2 Financieel perspectief De uitvoeringskosten van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn al enige tijd punt van aandacht. De kosten van de Wet WOZ worden gedragen door Rijk (Belastingdienst), waterschappen en gemeenten. Eind 2000 is besloten tot invoering van een macro kostenforfait. Wanneer de kosten dit kostenforfait overstijgen, zijn gemeenten hiervoor zelf financieel verantwoordelijk; ze kunnen niet op de afnemers (Belastingdienst en waterschappen) worden verhaald. Op deze manier krijgen gemeenten, als uitvoerders van de Wet WOZ, een extra prikkel tot doelmatige uitvoering van de Wet WOZ. Het macro kostenforfait gaat gepaard met een vorm van prestatiefinanciering, aangeduid als boter bij de vis : gemeenten ontvangen de bijdragen van waterschappen en Belastingdienst naar de mate waarin zij verwerkbare gegevens aanleveren aan waterschappen en Belastingdienst. Met ingang van 2003 is met terugwerkende kracht de regelgeving omtrent het macro kostenforfait in werking getreden. De kosten van de WOZ bedragen hierdoor voor ,15 mln. Voorafgaand aan 2003 lagen de kosten rond de 200 mln. De met de Wet WOZ gerealiseerde opbrengsten bedragen 4,5 mld per jaar 1. Afgezet tegen het macro kostenforfait betekent dit dat de kosten 3,3 % van de opbrengsten bedragen. Ter vergelijking: de uitvoeringskosten IB/LB afgezet tegen de opbrengsten bedragen ca. 1,7%, maar hierbij dient aangetekend te worden dat belastingplichtigen hierbij zelf een aanslagbiljet dienen in te vullen. Tegelijkertijd met de totstandkoming van het macro kostenforfait is door partijen uitgesproken dat verbetervoorstellen zullen worden gedaan, teneinde het kostenniveau en daarmede het macro kostenforfait verder te verlagen. In een bestuurlijk overleg tussen betrokken partijen eind 2002 over de WOZ is besloten tot het installeren van een ambtelijke werkgroep verbetervoorstellen WOZ. Deze 1 Hierbij is rekening gehouden met: Eigenwoningforfait, OZB, waterschapsomslag gebouw d. De REB, BOL, gas- en electriciteitswet zijn hierbij buiten aanmerking gelaten. 3

5 werkgroep heeft tot taak meegekregen de verbetervoorstellen te inventariseren die de doelmatigheid van de WOZ zouden kunnen vergroten. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van VNG, Unie van Waterschappen, Belastingdienst, Ministerie van Financiën en het Ministerie van BZK. Begin 2003 heeft deze werkgroep een start gemaakt met haar werkzaamheden. Voorliggend rapport is daarvan het product. Op grond van de beschikbare informatie (waarnaar in de literatuurverwijzing wordt verwezen) zijn de voorstellen tot vergroting van doelmatigheid van de WOZ geïnventariseerd en beoordeeld. Op moment van afronding van het rapport is bekend geworden dat het nieuwe kabinet in haar hoofdlijnenakkoord met ingang van 2006 voor de Wet WOZ een bezuinigingstaakstelling van 60 miljoen structureel heeft opgenomen. Hoewel voorliggend rapport niet is geschreven met het oog op het aanleveren van bezuinigingsvoorstellen, ligt het voor de hand om het rapport mede te gebruiken voor het invullen van genoemde bezuinigingstaakstelling. Het kabinetsvoorstel tot afschaffing van het OZB-gebruikersdeel per 2005 heeft ook consequenties voor de WOZ-kosten. Deze consequenties zijn beperkt (vervallen verzending WOZ-beschikkingen aan circa 3 miljoen huurders van woningen eenmaal per vier jaar), maar kunnen een paar miljoen euro s per vier jaar opleveren. Indien de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB leidt tot aanpassing van de Wet WOZ (bijvoorbeeld afbakeningsvoorschriften) dan kan wel sprake zijn van een significante daling. De kern van het rapport wordt gevormd door de inventarisatie van mogelijke verbeterpunten binnen de WOZ die zijn geformuleerd in verbetervoorstellen. Het is niet de bedoeling de verbetervoorstellen tegen elkaar af te wegen en daaraan zelf een voorkeursvolgorde te verbinden. Dit rapport beoogt de bouwstenen aan te reiken op grond waarvan politiek-bestuurlijke keuzes kunnen worden gemaakt. De opzet van het rapport is elementair: na een korte beschrijving van de knelpunten en de categorisering, volgen de verbetervoorstellen. 4

6 2. Knelpunten In deze rapportage worden de knelpunten in de WOZ meegenomen. Deze knelpunten worden breed in de literatuur gedragen. De knelpunten waar het om gaat betreffen doelmatigheid, piekbelasting en irritatie bij de burgers. De doelmatigheid heeft betrekking op de als hoog ervaren uitvoeringskosten van de WOZ. Een deel van die hoge uitvoeringskosten wordt veroorzaakt door de relatief grote hoeveelheid bezwaar- en beroepsschriften. Piekbelasting wordt veroorzaakt doordat in de vierjaarlijkse cyclus de diverse activiteiten niet gelijkmatig kunnen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld bezwaar- en beroepsafhandeling). In de praktijk blijkt zich een piek voor te doen in de periode voorafgaande aan het nieuwe WOZ-tijdvak. Deze piek draagt ertoe bij dat de werkprocessen niet stabiel en continu zijn. Dit heeft consequenties voor de gemeente die de WOZ uitvoert (periodes met veel werk worden afgewisseld door periodes met minder werk). Piekbelasting heeft ook consequenties voor de mate waarin gemeenten werkzaamheden kunnen uitbesteden. Taxatiebureaus hebben moeite de sprongsgewijze werklast op te vangen. Dit bemoeilijkt de uitbesteding. In periodes voorafgaand aan een nieuw WOZ-tijdvak zijn taxateurs schaars. Deze schaarste kan doorwerken in de prijsstelling en de uitvoeringskosten van de WOZ. Een piek doet zich ook voor bij de afhandeling van de bezwaar- en beroepschriften na de vierjaarlijkse massale verzending van de WOZ-beschikkingen. Ook de rechterlijke macht ondervindt de piekbelasting van de Wet WOZ. Door verschuiving van een projectmatige naar een procesmatige aanpak kan reeds een vermindering van deze piekbelasting worden bereikt. Derde knelpunt betreft de irritatie die burgers ondervinden van de WOZ. Dit uit zich ondermeer in relatief veel beroeps - en bezwaarschriften. Dit komt mede doordat de belastingen die voortvloeien uit de WOZ de burger direct confronteren met het betalen van belasting. De burger voelt de loonbelasting en de BTW doordat deze gelijkmatig en automatisch worden ingehouden gevoelsmatig niet rechtstreeks in zijn portemonnee. De WOZ-beschikking en daarop gebaseerde heffingen, zoals de OZB, confronteren de burger daarentegen direct met het betalen van belasting. Dit gevoel veroorzaakt mede de irritatie over de Wet WOZ, waarvan de waarde van een onroerende zaak in beginsel voor vier jaar vaststaat en voor diverse belastingen geldt. Los hiervan zijn er indicaties zijn dat de WOZ ook andere elementen bevat die onnodig weerstand oproepen. Hieraan zou iets gedaan kunnen worden. In deze rapportage wordt gekeken op welke wijze de verbetervoorstellen bijdragen aan een verbetering op deze drie knelpunten. Daarnaast wordt getoetst in hoeverre deze wijzigingen invloed hebben op de doelstellingen van de Wet WOZ. Zij zijn daarmee de toetsingscriteria voor de beoordeling van de verschillende voorstellen. 5

7 3. Categorisering van de verbetervoorstellen De afgelopen jaren zijn de nodige publicaties verschenen met voorstellen ter verbetering van de WOZ. De literatuurverwijzing geeft hiervan een overzicht. De werkgroep verbetervoorstellen heeft bij haar werkzaamheden zoveel mogelijk gebruik gemaakt van deze reeds bestaande voorstellen. De voorgestelde verbeteringen zijn niet altijd goed combineerbaar. In sommige gevallen sluiten de voorstellen elkaar uit, in andere gevallen versterken ze elkaar en vormen ze een logisch samenhangend geheel. In deze rapportage wordt een poging tot categorisering gedaan. De kernvraag is op welke wijze de doelmatigheid van de WOZ het best kan worden vergroot. Er kan grofweg een keuze worden gemaakt tussen twee systemen. Enerzijds biedt de verdere ontwikkeling van modelmatige waardebepaling mogelijkheden tot meer doelmatigheid door middel van frequenter en breder gebruik van gegevensstromen. Anderzijds biedt een systeem van indexering een verminderende behoefte aan waardebepaling. De eerste richting sluit beter aan bij de bestaande en zich ontwikkelende praktijk; de tweede richting zou een trendbreuk betekenen, maar is een alternatief om bezuinigingen mede in te vullen. Een aantal voorstellen hangt met (een van) beide richtingen logisch samen. Bij uitwerking van deze voorstellen blijkt een duidelijke scheiding tussen indexering (waarbij maatregelen zijn getroffen om de uitkomsten te laten aansluiten bij de verwachtingen van betrokkenen) en modelmatige waardebepaling niet fundamenteel van aard te zijn. Daarnaast zijn er voorstellen die onafhankelijk van beide richtingen zouden kunnen worden ingevoerd. In dit rapport wordt uitgegaan van de volgende indeling: a) Voorstellen die samenhangen met verdere ontwikkeling van modelmatige waardebepaling dan wel de introductie van een systeem van indexering; naast de uitbouw van modelmatige waardebepaling, dan wel introductie van een indexeringssysteem valt dan te denken aan verkorting van de waarderingscyclus en het afschaffen van de drempel voor verbouwingen. In dit rapport wordt indexering in zijn naakte variant geschetst; deze variant kan besparingen opleveren, maar heeft veel nadelen. Deze nadelen kunnen worden weggenomen door nadere verfijning van het systeem, maar een dergelijk systeem, dat minder besparingen oplevert, vertoont veel gelijkenissen met de modelmatige waardebepaling. b) Voorstellen samenhangend met het verminderen van het aantal objecten dat gewaardeerd moet worden. Hierbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld het laten vallen van de verplichting voor taxeren van kleine objecten zoals transformatorhuisjes, stacaravans etc. c) Voorstellen samenhangend met de organisatie van het werkproces. Hieronder vallen voorstellen zoals centralisering van de uitvoering bij de Belastingdienst of stimulering samenwerking van gemeenten bij verschillende werkzaamheden. Ook vallen hier onder voorstellen als de integratie van WOZ-beschikking en OZB -aanslag en het ambtshalve verzenden van WOZ-beschikking in plaats van het verzenden op verzoek. 6

8 d) Voorstellen samenhangend met de vermindering van de werkzaamheden voor het afhandelen van bezwaar- en beroepsprocedures. Hierbij wordt gedacht aan verschillende mogelijkheden om het aantal bezwaren te verminderen Het blijkt echter moeilijk om in te schatten of een bepaalde maatregel zal leiden tot een verhoging of juist verlaging van het aantal procedures. e) Voorstellen samenhangend met aanpassing en uitbreiding van het gebruik van de WOZgegevens. Hierbij gaat het niet alleen om uitbreiding van het gebruik van de WOZ-waarde voor fiscale en andere toepassingen, maar ook het gebruik van andere WOZ-gegevens. Aan de hand van de bovenstaande categorisering worden de verbetervoorstellen beschreven. Op grond van beschikbare informatie is door de werkgroep zo goed mogelijk een schatting gemaakt van de potentiële besparingen. Het zijn indicatieve bedragen die waar nodig op basis van nieuwe informatie (zoals door toetsing vanuit gemeentelijke praktijk) kunnen worden aangepast. De bedragen bij de afzonderlijke voorstellen kunnen overigens niet zonder meer worden opgeteld vanwege onderlinge samenhang. Belangrijk element in de maatregelen lijkt verbreding van gebruik van de WOZ-gegevens. 7

9 4 a) Voorstellen samenhangend met modelmatige waardebepaling/indexering - Voorstel 1: Uitbouw modelmatige waardebepaling; - Voorstel 2: Verkorting waarderingscyclus; - Voorstel 3: Indexering/verlenging waarderingscyclus; - Voorstel 4: Afschaffen drempel verbouwingen. 8

10 Voorstel 1: Uitbouw modelmatige waardebepaling Beschrijving voorstel Gemeenten zijn aan het overschakelen van een projectmatige naar een procesmatige uitvoering van de WOZ. De uitvoering van de WOZ als een permanent werkproces heeft tot gevolg dat de waarderelevante objectgegevens voortdurend moeten worden bijgehouden. Mede door verdergaande automatisering wordt de taxatiemethode toegespitst op een directe relatie tussen de waardebepaling van een onroerende zaak en de beschikbare en bruikbare marktgegevens. Modelmatige waardebepaling is inmiddels mogelijk voor courante woningen en courante niet-woningen. Deze methode maakt het eenvoudig om met een hogere frequentie taxatiewaarden te actualiseren. Het voorstel behelst verdere uitbouw van de modelmatige waardebepaling en bredere toepassing ervan. Dit zou kunnen door verdere stimulering ervan, door middel van het geven van bekendheid aan best practices door verschillende partijen, zoals VNG en Waarderingskamer. Beoordeling 1. Doelmatigheid Het voorstel levert doelmatigheidswinst. Het aantal traditionele taxaties kan aanzienlijk worden gereduceerd. De kosten van waardering bedragen nu ca. 25% van de kosten die gemeenten maken in het kader van de WOZ. Daar staat tegenover dat in het voorstel een groot beroep wordt gedaan op de gemeentelijke informatiesystemen. Dit beroep wordt in toenemende ook vanuit andere beleidsterreinen gedaan op deze gemeentelijke informatiesystemen (bijvoorbeeld handhaving, bouwen woningtoezicht). De doelmatigheidswinst is becijferd op ca 25 mln (Gieskes 2003). Voorzover deze doelmatigheidswinst niet zal worden ingezet om nu al de uitvoeringskosten binnen het macro kostenforfait te krijgen, kan deze worden aangewend om kosten verder te reduceren. Door deze methodiek geeft de WOZ-waarde een goed beeld van de actuele waarde van een object. Hierdoor wordt de WOZ-waarde beter bruikbaar voor andere doeleinden (bijvoorbeeld hypotheekverstrekking en het successierecht). 2. Continuïteit uitvoeringsproces De continuïteit van het uitvoeringsproces wordt door dit voorstel vergroot. Werkzaamheden kunnen gelijkmatiger in de tijd worden gespreid omdat veel minder dan in de huidige situatie voor het begin van een nieuw WOZ-tijdvak behoeft te worden getaxeerd. Een frequentere taxatie is hierbij tevens mogelijk, hetgeen een spreiding in de bezwaarafhandeling met zich meebrengt. 3. Welbevinden burgers Wanneer de gevolgde methodiek transparant wordt gemaakt aan burgers, kan het voorstel het welbevinden van burgers vergroten. Koppeling aan waardeontwikkelingen van vergelijkbare objecten maakt de WOZ-beschikking beter onderbouwd. Veel van de elementen die de huidige systematiek moeilijk voor burgers te begrijpen maakt (tijdlek, verschil tussen taxatiewaarde en verkoopwaarde) worden door het voorstel gedeeltelijk weggenomen. Essentieel is dan wel de mate waarin de methodiek logische resultaten genereert: anomalieën worden immers bij transparantie ook goed zichtbaar. 4. Overige voor- en nadelen 9

11 Door bredere toepassing van modelmatige waardebepaling wordt realisering van verbetervoorstel 2 (verkorting waarderingscyclus) vergemakkelijkt. Keuzes in het verleden Modelmatige waardebepaling is in gang gezet. Wat is er nodig voor realisatie? Kennisuitwisseling van gemeenten, verspreiding van best practices door VNG en Waarderingskamer. Voor verdergaande toepassing bij niet-woningen ook gemeentegrens overschrijdend werken (samenwerking of centralisering, zie verbetervoorstellen 9 en 10) 10

12 Voorstel 2: Verkorting waarderingscyclus Beschrijving voorstel De waarderingscyclus voor de waardebepaling inzake de Wet WOZ bedraagt nu vier jaar. Het voorstel behelst verkorting van het WOZ-tijdvak tot een jaar. Dit betekent dat voor elk object elk jaar een nieuwe waarde wordt bepaald, waartegen bezwaar- en beroepsmogelijkheden bestaan. De termijn tussen waardepeildatum en belastingheffing wordt ingekort van twee tot en met zes jaar (bij begin resp. einde van het huidige WOZ-tijdvak) tot één jaar. Beoordeling 1. Doelmatigheid Bij een juist uitgevoerde procesmatige werkwijze, leidt verkorting van de waarderingscyclus niet tot hogere kosten. Wanneer de procesmatige werkwijze niet op orde is, leidt verkorting van de waarderingscyclus tot extra kosten voor taxatie. Een hogere frequentie heeft als voordeel dat het leidt tot bredere toepassingsmogelijkheden. De frequentere waardering maakt het gemeenten of dienstverleners mogelijk om personeel doelmatiger in te zetten: de piekbelasting in bepaalde werkzaamheden, zoals de afhandeling van bezwaarschriften, neemt af door het voorstel. De toename van bezwaar- en beroepsmogelijkheden leidt theoretisch tot meer conflictmogelijkheden; het is de vraag of deze zich zullen voordoen. Er zullen zich minder schoksgewijze veranderingen in de waarde voordoen, het belang bij een bezwaar is slechts een kwart van het huidige belang en de bezwaarstroom zal in ieder geval gelijkmatiger zijn verdeeld. 2. Continuïteit uitvoeringsproces De continuïteit van het uitvoeringsproces wordt door dit voorstel vergroot. Werkzaamheden kunnen gelijkmatiger in de tijd worden gespreid. 3. Welbevinden burgers De acceptatie van de WOZ-waarde zal bij de burgers toenemen aangezien de waarde actueler is. Dit heeft tot voordeel dat de waardesprong geringer is dan in de huidige systematiek. Keuzes in het verleden De Wet WOZ gaat uit van een tijdvak van vier jaar (1997 tot en met 2000, 2001 tot en met 2004, etc.). De waardepeildatum ligt twee jaar voor het begin van het tijdvak (1995, 1999) Bij de parlementaire behandeling is als bezwaar tegen het tijdvak van vier jaar, met een waardepeildatum twee jaar vóór het begin van het tijdvak, naar voren gebracht dat de bij WOZ-beschikking vastgestelde waarde pas in het derde jaar tot uitdruk king komt in de belas tingheffing en zelfs nog gebruikt wordt in het belastingjaar dat zes jaar later aanvangt. Bij de behandeling van de Aanpassingswet WOZ werd met een toekomstige verkorting van de waarderingscyclus op termijn rekening gehouden, mits technisch uitvoerbaar en de maatschappelijke kosten daarvan aanvaardbaar. Wat is er nodig voor realisatie? Aanpassing Wet WOZ. 11

13 Voorstel 3: Indexering/verlenging waarderingscyclus Beschrijving voorstel Het voorstel behelst het indexeren van de waarde van onroerende zaken. Voor de waardeontwikkeling in elk jaar zou kunnen worden uitgegaan van nader vast te stellen indices, op grond van gegevens van CBS, Kadaster, NVM etc. Regionale differentiatie ligt daarbij voor de hand. In dit voorstel wordt tegelijkertijd uitgegaan van verlenging van de waarderingscyclus (tot bijvoorbeeld 10 jaar). Anders zou het voorstel tot indexering zinloos zijn. In dit voorstel wordt ervan uitgegaan dat na verloop van het waarderingstijdvak herijking plaatsvindt door middel van taxatie, omdat anders geïndexeerde en reële waardeontwikkeling te ver uiteen gaan lopen. Alternatieve variant gaat uit van gebruik van verkoopwaarden. Beoordeling 1. Doelmatigheid Voor die categorieën objecten waarvoor indexen en verkoopprijzen voorhanden zijn kunnen taxatiekosten worden uitgespaard (bij verlenging van het waarderingstijdvak). Het betreft hier overigens met name die categorieën waar recentelijk de ontwikkeling naar modelmatige waardebepaling in gang is gezet. Ook de informatiesystemen die nu nodig zijn voor de permanente marktanalyse hoeven niet meer bekostigd te worden, hiervoor in de plaats zullen indexen voorhanden moeten zijn. Voor het bepalen van deze indexfactoren is ook een analyse van marktgegevens nodig. Daar staat tegenover dat dit voorstel effecten heeft op de taxatiemarkt. Deze zal minder stabiel worden: taxateurs zullen schaars zijn voor het begin van een nieuw waarderingstijdvak en daardoor zullen de prijzen voor taxatie stijgen. Dit betekent dat de herijking die eens in de tien jaar plaatsvindt duurder zal zijn dan een herwaardering die nu eenmaal in de vier jaar plaatsvindt. Deze herijking zal ook een intensief bezwaar- en beroepstraject kennen, omdat de vastgestelde waarde voor een periode van tien de te betalen belasting bepaalt. Wanneer eens in de tien jaar in plaats van vierjaarlijks wordt getaxeerd wordt nog maar een deel van de huidige waarderingskosten gemaakt. Wel moet bedacht worden dat investeringen die nodig zijn voor het opzetten van een indexeringsmechanisme. Het is waarschijnlijk dat indexatie tot gevolg heeft dat de modelmatige waardebepaling niet meer zal worden toegepast. Gemeenten zullen daardoor niet meer beschikken over actuele vastgoedinformatie. Ook dit leidt er toe dat de herijking eenmaal in de tien jaar duurder zal zijn dan de huidige herwaardering. Het ontbreken van actuele vastgoedinformatie kan consequenties hebben voor verschillende gemeentelijke terreinen, zoals veiligheid. De roep om een (al dan niet authentieke) gebouwenregistratie zal toenemen, waardoor de kosten alsnog worden gemaakt, maar dan alleen niet meer aan de Wet WOZ worden toegerekend. Indexering leidt onvermijdelijk tot een grofmazige bepaling van de ontwikkeling van de waarde van onroerende zaken. Daarbij zullen vergelijkbare objecten op ongelijke wijze in de heffing worden betrokken; deze effecten zijn bij een tijdsduur van 10 jaar significant. Deze vergroving heeft zowel betrekking op een verschil in waardeontwikkeling tussen bijvoorbeeld bepaalde buurten of type objecten als op het feit dat wijzigingen van het object (verbouwingen, andere bestemming etc.) niet meer worden gevolgd en dus ook niet meer leiden tot een aanpassing van de waarde. Dit kan leiden tot meer bezwaar en beroep tegen de waarde die gehanteerd wordt voor de OZB -aanslag, tenzij gelijktijdig besloten zou worden om over te gaan op een systeem van waardeklassen of een ander systeem om de toegang tot bezwaar en beroep te beperken. 12

14 De afbouw van de waarderingssystematiek is geen impuls om te investeren in kwaliteitsverbeteringen. Het kan direct leiden tot kwaliteitsverlies indien het waarderen wordt gezien als een aflopende zaak. Dit terwijl de nu vast te stellen waarden (waardepeildatum 1 januari 2003) juist de basiswaarde vormt voor de lange termijn (periode van ten jaar). 2. Continuïteit uitvoeringsproces Het uitvoeringsproces gedurende een WOZ-tijdvak zal tamelijk minimaal kunnen zijn. Wanneer herijking plaats vindt door waardering (met een langer tijdvak), zal dit leiden tot piekbelasting en daarmee niet tot grotere continuïteit van het uitvoeringsproces. De overgang naar een dergelijk systeem zal tot een forse piek aan bezwaar- en beroepschriften leiden indien de laatst bekende WOZwaarden oude stijl tot uitgangspunt voor de indexatie worden genomen. In het uitvoeringsproces moet verder een keuze gemaakt worden hoe met nieuwbouw en verbouw van objecten wordt omgegaan. Om voor onroerende zaken die in de loop van een tienjaarlijkse periode worden gebouwd een heffingsmaatstaf te creëren zullen taxaties moeten worden uitgevoerd. Ook zal een systeem bedacht moeten worden voor het omgaan met objecten die worden gesplitst, ingrijpend verbouwd en/of (deels) worden afgebroken. 3. Welbevinden burgers De kloof tussen de waarde die door middel van indexering wordt vastgesteld en de door burgers gepercipieerde waarde van hun onroerende zaak zal waarschijnlijk toenemen. De indexen zullen onvoldoende recht kunnen doen aan de verschillen in waardeontwikkeling die zich per categorie, per regio en tussen stadsdelen en wijken kunnen voordoen. Het vinden van een index voor niet-woningen is nog veel lastiger. Waarschijnlijk zal de door indexatie tot stand gekomen waarde (gaan) afwijken van de waarde in het economische verkeer. Met name indien de nieuwe waardemaatstaf leidt tot een waarde die hoger is dan de waarde in het economisch verkeer zal dit op weerstand stuiten. Het aantal bezwaar- en beroepsprocedures zal toenemen, tenzij wordt besloten om over te gaan op de invoering van waardeklassen, waardoor verschillen in waarde zich minder snel vertalen in een andere aanslag. Overigens past hierbij een vergelijking met de oppervlaktesystematiek in het kader van de onroerend-goedbelastingen in het verleden. De belastingrechter heeft uiteindelijk vrij stringente eisen gesteld aan de mate waarin bij de oppervlaktegrondslag het verschil in waarde in het economische verkeer werd benaderd. Vergelijkbare eisen kunnen aan de orde komen wanneer de rechter op vergelijkbare wijze de indexatie vergelijkt met de ontwikkeling in het economische verkeer van het desbetreffende object. 4. Overige voor- en nadelen Ook voor de andere heffingen die zich nu op de WOZ baseren (waterschapsheffing, EWF in IB, REB en BOL) zal gebruik gemaakt moeten gaan worden van de geïndexeerde waarde. Voor bepaalde objecten (bijvoorbeeld nieuwbouw) zal behoefte blijven bestaan aan taxatie. Er lopen dus twee systemen naast elkaar, waarvan het de vraag is op dit op de lange duur te rechtvaardigen is (gelijkheidsbeginsel).indexatie biedt geen oplossing voor objectafbakening. In de praktijk totstandgekomen transactiebedragen zijn vaak niet zonder meer bruikbaar, omdat zij geen betrekking hebben op de situatie vrij opleverbaar, maar in afwijking van het WOZ-waardebegrip beïnvloed zijn door beperkte rechten of andere bijzondere factoren als verkoop onbewoond/bewoond, 13

15 meeverkochte roerende zaken, eigen bouw, verkoop binnen familiesfeer, etc. Dit betekent dat gerealiseerde verkoopprijzen toch altijd op één of andere wijze geanalyseerd moeten worden. Aan de nadelen zou tegemoet gekomen kunnen worden door het indexeringssysteem te verfijnen. Zo zou er een bepaalde onderdrempel (met tegenbewijsregeling) kunnen worden opgenomen en zou een systeem bedacht kunnen worden waarin de waarden van vergelijkbare woningen aan elkaar worden gelinkt. Tevens kan een verfijning worden aangebracht in de indexcijfers (om rekening te kunnen houden met bijvoorbeeld regionale verschillen). Bedacht dient te worden dat al deze aanpassingen leiden tot een systeem dat lijkt op het modelmatig waarderen. Bovendien, naar de mate waarin een systeem van indexering wordt verfijnd, worden de besparingen die kunnen worden ingeboekt kleiner. Keuzes in het verleden Bij de totstandkoming van de Wet WOZ is een onderzoek uitgevoerd naar een indexatiesysteem voor "eigen woningen" in verband met het verschil in peildatum tussen gemeenten in het oorspronkelijke wetsvoorstel. Geconcludeerd is toen dat naast regionale differentiatie ook differentiatie per marktsegment noodzakelijk was en dat gedacht moest worden aan tussen de 50 en 100 indexfactoren. In algemene zin geldt: hoe hoger de gewenste kwaliteit, hoe hoger het aantal indexfactoren. Bij de wetsfictiegemeenten is in het verleden tijdelijk een tegenbewijsregeling ingevoerd waarbij per gemeente een indexcijfer is bepaald. Wat is er nodig voor realisatie? Verandering van wet en regelgeving. 14

16 Voorstel 4: Afschaffen drempel verbouwingen Korte beschrijving inhoud Niet elke verbouwing aan een object hoeft te leiden tot een herwaardering van het object. Momenteel geldt een drempel van 5% voor verbouwingen, met minimum van 11,345,- (artikel 19 Wet WOZ). Boven die drempel dient een nieuwe WOZ-beschikking te worden gemaakt. Voorstel behelst het afschaffen van deze drempel. De drempel maakt het in sommige gevallen noodzakelijk dat de gemeente twee waarden registreert, namelijk de formeel geldende en de actuele waarde, omdat het verschil kleiner is dan de gestelde drempel. In dat geval moet de gemeente ook de objectkenmerken die ten grondslag hebben gelegen aan de formeel geldende waarde nog vastleggen, hoewel deze niet meer overeenkomen met de feitelijke toestand van het object. Bij de verkorting van de waarderingscyclus tot één jaar wordt dit voorstel automatisch ook gerealiseerd. Beoordeling 1. Doelmatigheid Het signaleren en waarderen van verbouwingen kost inspanningen en geld. Deze signalering moet nu reeds permanent geschieden. Er zullen extra kosten gemaakt worden omdat ook de kleine verbouwingen leiden tot nieuwe tussentijdse WOZ-beschikkingen. Waardeklassen (zie voorstel 14) kunnen dit gedeeltelijk ondervangen. Andere mogelijkheid is om de drempel niet af te schaffen, maar juist te verhogen. Door het vervallen van de drempel hoeft de gemeente in alle gevallen maar één waarde en een toestand in de administratie vast te leggen. Dit betekent een extra inspanning in verband met de nieuwe bouwregelgeving met ingang van Continuïteit uitvoeringsproces Geen besparing. 3. Welbevinden burgers Systeem wordt transparanter. Grote en kleine verbouwingen worden uniform behandeld. Het komt niet meer voor dat twee identieke objecten naar een verschillende waarde worden belast in verband met het feit dat bij het ene object de verbouwing iets eerder gerealiseerd is dan bij een ander object. 4. Overige voor- en nadelen - Keuzes in het verleden - Wat is er nodig voor realisatie? Wijziging in Wet WOZ en aanverwante regelgeving. 15

17 Integratie voorstellen modelmatige waardebepaling/indexering Van oorsprong was het taxeren een individuele beoordeling van alle afzonderlijke panden. Door de ontwikkelingen is inmiddels voor het merendeel van de objecten sprake van een waardebepaling waarbij de computer het grootste deel van de taxatie verricht. Het is daarbij van belang dat er bestanden met actuele objectkenmerken van de te taxeren panden beschikbaar zijn en marktcijfers. Bij een systeem van indexatie bestaat behoefte aan een goede basiswaarde met geaccepteerde indexfactoren. Daarnaast zal (voor burger en rechter) ook rekening gehouden moeten worden met nieuwbouw en andere fysieke wijzigingen. Dat betekent dat ook op één of andere wijze gekeken moet worden naar actuele objectkenmerken. Verder zullen de indexfactoren afgeleid moeten worden uit marktgegevens. Daarmee is er in beginsel geen fundamenteel verschil tussen indexatie en modelmatige waardebepaling. Op basis van een bestand met actuele objectgegevens en op basis van marktgegevens wordt (elk jaar) een heffingsmaatstaf bepaald met behulp van de computer. Door zeer uitdrukkelijk het uitgangspunt te kiezen dat de uitkomst bepaald wordt door de computer (en niet door een taxateur ter plaatse) is het mogelijk om jaarlijks een actuele heffingsmaatstaf te bepalen. Dit voorkomt problemen in de acceptatie bij de burger (grote waardesprongen, ver terugkijken in het verleden) en problemen met betrekking tot tussentijdse waardeveranderingen (drempels). 16

18 4 b) Voorstellen samenhangend met vermindering aantal te taxeren objecten - Voorstel 5: Waarderingsvrijstelling; - Voorstel 6: Objectafbakening niet-woningen afschaffen - Voorstel 7: Objecten in aanbouw 17

19 Voorstel 5: Waarderingsvrijstelling/afstemmen heffingswetten Knelpunt Er zijn objecten die enerzijds veel waarderingskosten met zich meebrengen, maar anderzijds weinig belastingopbrengsten genereren. Te denken valt aan volkstuinen, stacaravans, tuinhuisjes en transformatorhuisjes. Daarnaast zijn er objecten die niet meelopen in de OZB-heffing, maar wel gewaardeerd moeten worden omdat ze worden betrokken in de waterschapsheffing. Het betreft dan bijvoorbeeld kerken, rioolwaterzuiveringsinrichtingen en gemalen. Hier zou afstemming van de heffingswetten voor de hand liggen. Beschrijving voorstel Voorstel behelst het invoeren van een waarderingsvrijstelling van in de WOZ. Dit betekent dat onroerende zaken niet gewaardeerd hoeven te worden indien de waarde ervan het drempelbedrag van niet te boven gaat. Tegelijkertijd worden objecten onder het drempelbedrag ook niet in de OZB -heffing, waterschapsheffing en EWF betrokken. Wanneer het drempelbedrag wordt overstegen, kan de totale waarde of het deel boven de drempel dienen als basis voor de heffing. Voorstel betreft tevens harmonisatie van de basis voor OZB-heffing en waterschapsheffing, zodat kerken en gemalen niet meer aan heffing onderhevig zijn. Voor deze objecten kan dan een waarderingsvrijstelling van kracht worden. Het voorstel kan worden uitgebreid met het aanduiden van bepaalde objectcategorieën waarvoor waardebepaling (en belastingheffing) geheel buiten aanmerking blijft ongeacht de waarde van het object. Dit betreft dat een "vrijstelling" die vergeleken kan worden met de huidige vrijstelling voor bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond en voor openbare wegen. Beoordeling 1. Doelmatigheid Het waarderen van sommige onroerende zaken is arbeidsintensief, terwijl er relatief geringe belastinginkomsten tegenover staan. De baten wegen in een dergelijk geval niet tegen de kosten op. Door het voorstel zullen de uitvoeringskosten van gemeenten dalen. Gemeenten moeten een inschatting maken van welke objecten onder en welke boven de drempel zullen vallen, maar over het algemeen zal minder gewaardeerd hoeven worden. Door de vrijstelling niet te koppelen aan een bedrag maar aan een categorie objecten, vervalt deze noodzaak voor het inschatten welke objecten wel en niet onder de drempel vallen en vervalt het drempelprobleem. Hier staat tegenover dat dit leidt tot definitievraagstukken (die nu bij de rechter zijn belegd) en in potentie een basis zijn voor geschillen. Bovendien doet dit afbreuk aan het uitgangspunt dat OZB een objectieve belasting is. Ook neemt de complexiteit van de wetgeving toe. Daar staat tegenover dat voor dergelijke objecten geen bezwaar en beroep meer wordt ingediend. Overigens valt wel te verwachten dat extra bezwaren worden ingediend door personen met objecten net boven de drempel wanneer zou blijken dat vergelijkbare objecten net onder de drempel vallen. Tegenover de daling van de uitvoeringskosten staat een zekere derving van belastinginkomsten; het is niet duidelijk hoe groot deze derving is. Gemeenten zullen de gederfde belastinginkomsten verdisconteren in een hoger tarief. 2. Continuïteit uitvoeringsproces 18

20 Door de voorkomende arbeidsintensieve werkzaamheden niet meer te hoeven uitvoeren wordt een deel van de werkdruk bij gemeenten weggenomen. 3. Welbevinden burgers Irritatie wordt weggenomen wanneer geen OZB of waterschapsheffing betaald hoeft te worden en niet hoeft te worden meegenomen bij bepaling van het EWF. Dit speelt met name bij categorieën zoals stacaravans, waarbij gebleken is dat dit een categorie is waarbij belastingheffing zeer gevoelig ligt Voorstel is gevoelig voor irritatie rond de drempel. 4. Overige voor- en nadelen Een mogelijk probleem kan zitten in de splitsing van onroerende zaken die het voorstel zou kunnen uitlokken. Ook kan derving optreden bij andere belastingen, in ordegrootte van 15 mln bij vrijstelling, maar aanzienlijk hoger bij heffingsvrije voet. Wanneer harmonisatie plaatsvindt van de basis voor de OZB-heffing en de waterschapsheffing, kan dit leiden tot verkleining van de heffingsbasis voor de waterschappen. Keuzes in het verleden De Gemeentewet voorziet in de mogelijkheid om facultatief een efficiencyvrijstelling in de belastingverordening op te nemen tot een bedrag van ,51. De genoemde grens in de OZB (fl 25000) dateert van ruim twintig jaar geleden en is sindsdien niet aan de inflatie of waardestijging van onroerende zaken aangepast. Wat is er nodig voor realisatie? Aanpassing van de Wet WOZ, de Gemeentewet, de Waterschapswet en aanverwante wetten en regelgeving. 19

21 Voorstel 6: Objectafbakening niet-woningen vereenvoudigen Knelpunt: Net als de woningen worden ook de niet-woningen afgebakend naar de gebruikers. Deze afbakening naar gebruikersgrenzen vindt plaats bij de waardering, zodat ook bij de niet-woningen OZB geheven kan worden op de gebruikers van de objecten (en niet alleen de eigenaren). Van de WOZ-objecten betreft 10% een niet-woning. Deze afbakening leidt vaak tot uitvoeringsproblemen. Het afbakenen van objec ten op gebruikersniveau vergt met name bij de niet-woningen frequent en vaak moeizaam onderzoek. Anders dan bij woningen kan geen gebruik gemaakt worden van de bevolkingsadministratie en ook de informatie van nutsbedrijven biedt in steeds mindere mate de noodzakelijke gegevens. Dan moeten gemeenten zelf gegevens ter plaats verzamelen. Hiermee gaan hoge uitvoeringslasten gepaard, bij gemeenten, maar ook bij de belastingplichtige, vooral ook door de relatief hoge mutatiegraad. Beschrijving voorstel: Het voorstel behelst afschaffing van de gebruikersgrenzen voor niet-woningen. Dit betekent dat de WOZ-gegevens bij de niet-woningen niet meer op gebruikersniveau bekend zijn. De OZB-aanslag voor het object wordt niet meer opgelegd aan de gebruiker, maar aan de eigenaar. Beoordeling 1. Doelmatigheid Op een aantal manieren wordt de doelmatigheid vergroot: - bij het waarderen hoeft geen rekening meer gehouden te worden met de gebruikersgrenzen. Dit bespaart kosten, in het bijzonder bij de waardering van kantoorverzamelgebouwen. - gebruikers van niet-woningen wordt geen WOZ-beschikking en OZB-heffing meer verzonden. Dit bespaart kosten. - omdat gebruikers van niet-woningen geen WOZ-beschikking en OZB -heffing meer krijgen, kunnen zij hiertegen niet in bezwaar en beroep gaan. Op de kosten van dit bezwaar en beroep wordt bespaard. Een zeer gering percentage van de bezwaar- en beroepsschriften heeft betrekking op gebruikers van niet-woningen. De VNG geeft aan de kostenbesparing tussen de 6 en 9 miljoen per jaar te schatten. Deze berekening is gebaseerd op een inschatting van enkele gemeenten die is geëxtrapoleerd. De doelmatigheid wordt ook vergroot door een vermindering van de administratieve lastendruk bij de betrokken eigenaren en gebruikers van niet-woningen. Deze betrokkenen zijn nu verplicht periodiek gegevens te verschaffen aan de gemeente om te kunnen beoordelen of de objectafbakening is veranderd. Deze verplichting kan vervallen, omdat de gemeente de objectafbakening op eigenarenniveau volledig kan afleiden uit de kadastrale gegevens. 2. Continuïteit uitvoeringsproces Het voorstel heeft geen effect op de continuïteit van het uitvoeringsproces. 3. Welbevinden burgers Het voorstel heeft verschillende effecten voor het welbevinden: 20

22 - Enerzijds wordt de administratieve lastendruk voor eigenaren verminderd. Eigenaren zullen niet meer worden lastig gevallen met jaarlijks terugkerende formulieren van de gemeente over de afbakening van hun objecten. - Anderzijds wordt de lastendruk voor eigenaren groter, omdat zij nu een deel van hun eigen OZBheffing zullen willen doorberekenen aan gebruikers. Dit betekent dat zij zullen moeten bepalen hoe zij dit gaan toerekenen. Hiervoor zijn overigens precedenten: bijvoorbeeld over de doorberekening bij studentenkamers en de doorberekening bij pachtsituaties bij waterschappen. Het is onduidelijk wat dit per saldo betekent voor de administratieve lastendruk betekent. - Voor de gebruiker betekent het voorstel een inperking van hun rechten. Zij zullen geen bezwaaren beroepsmogelijkheid meer hebben tegen de waardering, terwijl zij nog wel steeds belanghebbende zijn. Overigens valt in dit soort gevallen nog wel een bezwaarmogelijkheid te creëren. 4. Overige voor- en nadelen Gemeenten die voor andere heffingen -zoals het rioolafvoerrecht- gebruik maken van de WOZobjectafbakening moeten daarvoor een andere afbakening gaan toepassen. Ook voor de REB, BOL, Electriciteitswet en Gaswet zullen alternatieven gevonden moeten worden. Deze alternatieven liggen niet voor het oprapen. Voor de waterschapsomslag gebouwd en het huurwaardeforfait geldt dit niet. Voor beide wordt alleen gebruik gemaakt van de gegevens die in relatie staan tot de eigenaar. Verder zal moeten worden geregeld dat eigenaren een deel van hun OZB niet-woningen doorberekenen aan gebruikers; dit zal nu in contracten nog niet zijn geregeld. Het voorstel brengt met zich mee dat minder personen worden aangeslagen en dat er doorberekeningsvraagstukken ontstaan (eigenaren berekenen door aan huurders). Keuzes in het verleden Het voorstel is in 2002 door de VNG en de Waarderingskamer gedaan. Het is toen niet overgenomen, vanwege de argumenten van rechtsbescherming en het ontbreken van alternatieve objectgegevens voor REB en BOL. Wat is er nodig voor realisatie? Aanpassing van de Wet WOZ, Gemeentewet en Waterschapswet en eventueel aanverwante wetten en regelgeving (REB, BOL, etc). 21

23 Voorstel 7: Objecten in aanbouw Knelpunt/beschrijving voorstel Gemeenten dienen WOZ-objecten die in aanbouw zijn te waarderen in het kader van de Wet WOZ. Indien de bouw zich uitstrekt over meerdere belastingjaren, dient per 1 januari van ieder jaar de WOZwaarde opnieuw te worden bepaald. Voorstel behelst het afschaffen van de verplichting tot het waarderen van objecten in aanbouw. Beoordeling 1. Doelmatigheid Het waarderen van objecten in aanbouw kan veel tijd en kosten vergen. Gemeenten hebben facultatief de mogelijkheid objecten in aanbouw voor het heffen van OZB vrij te stellen. In een dergelijk geval wordt de waarderingen uitgevoerd ten behoeve van waterschappen en Belastingdienst. Indien de verplichting tot het waarderen van objecten in aanbouw uit de Wet WOZ wordt geschrapt, vindt ten aanzien van deze objecten geen gegevenslevering aan de afnemers plaats. De waterschappen zullen de grond bij het object in aanbouw naar de oppervlaktemaatstaf in de omslag ongebouwd betrekken. De VNG heeft gemeenten al een procesbeschrijving beschikbaar gesteld die bij implementatie kan leiden tot doelmatigheid. Overwogen kan worden in regelgeving bij woningen forfaits op te nemen die aansluiten bij de betalingsbewijzen. Er zijn besparingen te verwachten in ordegrootte van indicatief 5 mln. 2. Continuïteit uitvoeringsproces Geen effect. 3. Welbevinden burgers Veel burgers beseffen niet dat objecten die ze nog niet kunnen bezigen overeenkomstig de gebruiksbestemming, voor de WOZ moeten worden gewaardeerd en worden belast. Ook is het voor burgers vaak lastig te controleren of de getaxeerde waarde van het object in aanbouw juist is, gezien het gebrek aan referentiecijfers. 4. Overige voor- en nadelen Zodra een jaarlijkse herwaardering in zicht komt, wordt de noodzaak tot het waarderen van objecten in aanbouw aanzienlijk kleiner, omdat deze een jaar later als voltooid kunnen worden meegenomen. Wanneer de waardering van en heffing op objecten in aanbouw zou worden afgeschaft, levert dit een prikkel tot het in stand houden van de status in aanbouw. De waarde van objecten in aanbouw maakt onderdeel uit van de belastingcapaciteit, één van de maatstaven van het Gemeentefonds. Momenteel nemen gemeenten die hun wettelijke taak volledig en correct uitvoeren ten opzichte van gemeenten die dat niet doen in een ongunstiger positie in: via de negatieve inkomstenmaatstaf wordt hiervoor immers de algemene uitkering gecorrigeerd. Dit voorstel maakt die situatie ongedaan. Keuzes in het verleden In aanbouw zijnde onroerende zaken vallen geheel onder de werking van artikel 19 van de Wet WOZ. Gemeenten moeten op grond hiervan deze objecten waarderen en in de heffing betrekken. Wat is er nodig voor realisatie? Aanpassing van de Wet WOZ en eventueel aanverwante wetten en regelingen. 22

24 Integratie voorstellen vermindering aantal te taxeren objecten Er zijn categorieën objecten waarbij de waarderingskosten in relatie tot de waarderingsopbrengsten zeer hoog zijn. Dit wordt veroorzaakt door de volgende factoren: - de waarde wordt gebruikt voor slechts een beperkt aantal heffingen (bijvoorbeeld kerken) - de waarde is laag in vergelijking met het werk dat gedaan moet worden (bijvoorbeeld stacaravans waarbij veel werk gedaan moet worden om gebruikers en kenmerken caravan te inventariseren, met slechts een beperkte waarde; of rijksmonumenten met een publieke bestemming, waarbij de waarde in het economische verkeer vaak zeer laag is) - het werk wordt gedaan voor een beperkte periode (bijvoorbeeld objecten in aanbouw, waarbij immers vaststaat dat de kenmerken van het object voor het volgend belastingjaar weer anders zullen zijn). Wanneer de verplichting om dit soort objecten te waarderen vervalt, betekent dit een significante verlaging van de kosten. Daarnaast kan ook gedacht worden aan het laten vervallen van de verplichting tot het taxeren van objecten met een min of meer publieke functie. Ook voor deze objecten is vaak sprake van hoge taxatiekosten en complexe bezwaar en beroepsprocedures, terwijl de belasting betaald wordt uit publieke middelen (bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg). 23

25 4 c) Voorstellen samenhangend met organisatie werkproces - Voorstel 8: Spreiding waardepeildata; - Voorstel 9: Centralisering bij Belastingdienst. - Voorstel 10: Samenwerkingsimpuls; - Voorstel 11: Gezamenlijke uitvoering voor bijzondere objecten - Voorstel 12: WOZ-beschikking voor nieuwe belanghebbende niet alleen op verzoek 24

26 Voorstel 8: Spreiding waardepeildata Beschrijving voorstel Momenteel geldt in heel Nederland dezelfde waardepeildatum, namelijk twee jaar voor het begin van een WOZ-tijdvak. Het voorstel behelst de spreiding van deze waardepeildatum over de verschillende regio s. In een tijdvak van vier jaar zouden bijvoorbeeld vier waardepeildata kunnen worden vastgesteld, zodat er vier verschillende regio s ontstaan met verschillende waardepeildata. In de tussentijd zal dan moeten worden geïndexeerd. Beoordeling 1. Doelmatigheid Door gelijkmatiger verdeling van de werkzaamheden, zal de schaarste aan taxateurs zoals die er in de huidige piekperioden is, afnemen. Daarnaast is doelmatiger inzet van ander gespecialiseerd personeel mogelijk en zal er landelijk gezien minder sprake zijn van een piek in bezwaar- en beroepszaken hetgeen doelmatigheidsvoordelen oplevert bij gemeenten, dienstverleners en gerechtshoven, in ordegrootte van 5 mln (bedrag behoeft nadere verkenning). 2. Continuïteit uitvoeringsproces Door het voorstel neemt de continuïteit van het uitvoeringsproces neemt voor de genoemde activiteiten toe. De spreiding over de regio s maakt een evenwichtige werklast voor taxatiebureaus mogelijk, die de uitbestedingsmogelijkheden voor gemeenten vergroot. Voor de onderdelen van het uitvoeringsproces die betrekking hebben op het actueel houden van de objectgegevens en op het analyseren van marktgegevens heeft dit voorstel geen gevolgen, omdat deze werkzaamheden in de tijd gespreid zijn. 3. Welbevinden burgers Geen effect. 4. Overige voor- en nadelen Objecten in verschillende regio s zijn niet meer goed met elkaar vergelijkbaar omdat de waardepeildata verschillen. Dit kan problematisch zijn voor de rechtsgelijkheid in het kader van overige heffingen en belastingen die zich mede baseren op de WOZ-waarde (inkomstenbelasting, waterschapsheffing). In het verleden was verantwoord gebruik van de WOZ-waarde voor het huurwaardeforfait in de vorm van indexatie, namelijk correctie voor waardepeildatum nodig (voor de wetsfictiegemeenten die bij uniformering van de waardepeildatum in het eerste WOZ-tijdvak nog een afwijkende peildatum hanteerden). Overigens ligt spreiding van waardepeildata niet voor de hand in een situatie waarin modelmatige waardebepaling breed wordt toepast en er elk jaar opnieuw wordt gewaardeerd. Wanneer het waarderingstijdvak verlengd zou worden en overgegaan zou worden op globale indexering, dan kan spreiding van waardepeildata (voor de tienjaarlijkse herijking) wel nuttig zijn. Keuzes in het verleden Voordat de Wet WOZ in 1995 van kracht werd, is uitgegaan van gespreide waardepeildata. Op verzoek van de Tweede Kamer (en het Ministerie van Financiën in verband met het 25

27 eigenwoningforfait) is hiervan in de Wet WOZ afgezien (in verband met het punt van de rechtsongelijkheid). Wat is er nodig voor realisatie? Aanpassing van wet- en regelgeving (WOZ en fiscale wetgeving). 26

28 Voorstel 9: Centralisering bij Belastingdienst Beschrijving inhoud Momenteel voeren bijna 500 gemeenten de Wet WOZ uit. Dit betekent dat het wiel soms vele malen opnieuw moet worden uitgevonden. Voor veelkomende werkzaamheden is dit probleem minder groot dan bij specialistisch werk Voorstel zou kunnen zijn om de uitvoering van de Wet WOZ of onderdelen daarvan te centraliseren bij de Belastingdienst. Beoordeling 1. Doelmatigheid Het is niet duidelijk of gehele of gedeeltelijke centralisering van de uitvoering van de WOZ bij de Belastingdienst per saldo een besparing oplevert. Hierover bestaat geen overeenstemming tussen de betrokken partijen. KPMG heeft in 2000 becijferd dat uitvoering van de WOZ door de Belastingdienst door schaalvoordelen kan leiden tot een structurele besparing op termijn van circa 36 mln. Daarbij is geen rekening gehouden met initiële kosten van de Belastingdienst en desinvesteringen door gemeenten. Evenmin is in deze som meegenomen dat de objectgegevens en subjectgegevens nog wel door de gemeenten geleverd zullen moeten worden en het actueel houden van deze basisgegevens vormt één van de belangrijkste kostenposten in het kader van de Wet WOZ. 2. Continuïteit uitvoeringsproces Geen effect. 3. Welbevinden burgers Waarschijnlijk geen effect. 4. Overige voor- en nadelen Belastingdienst zal expertise op dit terrein moeten opbouwen en mensen moeten opleiden voordat het verantwoord is over te dragen aan de Belastingdienst. Vanwege de investeringen die gemeenten nu reeds hebben gepleegd ten behoeve van dit tijdvak lijkt centralisering bij de Belastingdienst indien dit bestuurlijk wenselijk zou zijn - pas ten behoeve van het volgende WOZ-tijdvak mogelijk. Keuzes in het verleden KPMG-rapport uit 2000 heeft deze optie onderzocht. In bestuurlijk overleg tussen Rijk, VNG en UvW is besloten om uitvoering bij gemeenten te houden, vanwege onvoldoende draagvlak. Dezelfde keuze is gemaakt ten aanzien van de werkzaamheden van het WOZ-tijdvak toen eind 2002 opnieuw discussie ontstond over de uitvoering van de WOZ. Wat is er nodig voor realisatie? Aanpassingen in wet - en regelgeving 27

Veelgestelde vragen. Veel gestelde vragen over de WOZ.

Veelgestelde vragen. Veel gestelde vragen over de WOZ. Veelgestelde vragen Veel gestelde vragen over de WOZ. 1. Wat is de Wet WOZ? 2. Wat is een WOZ-beschikking? 3. Hoe is de waarde op de beschikking tot stand gekomen? 4. Hoe worden de grenzen van mijn object

Nadere informatie

AFP06-903 Verbetervoorstellen WOZ

AFP06-903 Verbetervoorstellen WOZ AFP06-903 Verbetervoorstellen WOZ Inleiding Eind 2002 heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën, na overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) en de Unie van Waterschappen,

Nadere informatie

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Stuf-TAX versie 4. Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Stuf-TAX versie 4. Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3 WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Stuf-TAX versie 4 Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3 1. Inleiding Met ingang van 1 januari 2006 zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd in de definitie van het uitwisselingsformaat

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Venray uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus Gemeente/ Datum rapport: 4 augustus 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Venray uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus Gemeente/ Datum rapport: 4 augustus 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Venray uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus 2014 Datum rapport: 4 augustus 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Oordeel uitvoering van de Wet WOZ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeente/

1. Inleiding. 2. Oordeel uitvoering van de Wet WOZ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Rotterdam uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 september 2014 Datum rapport: 21 november 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oldenzaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 oktober Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oldenzaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 oktober Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Oldenzaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 oktober 2012 Datum rapport: 24 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

Enkele veel gestelde vragen over Gevolgen concept regeerakkoord voor uitvoering Wet WOZ. Verwachting van het secretariaat van de Waarderingskamer

Enkele veel gestelde vragen over Gevolgen concept regeerakkoord voor uitvoering Wet WOZ. Verwachting van het secretariaat van de Waarderingskamer Enkele veel gestelde vragen over Gevolgen concept regeerakkoord voor uitvoering Wet WOZ Verwachting van het secretariaat van de Waarderingskamer d.d. 5 juli 2002 1. Wat staat er precies in het regeerakkoord

Nadere informatie

Raadsvoorstel 15 december 2011 AB11.01086 RV2011-122

Raadsvoorstel 15 december 2011 AB11.01086 RV2011-122 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel 15 december 2011 AB11.01086 RV2011-122 Gemeente Bussum Vaststellen tarieven onroerende-zaakbelastingen 2012 Brinklaan 35 Postbus 6000

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 oktober 2014. Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 oktober 2014. Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Geldrop-Mierlo uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 oktober 2014 Datum rapport: 14 oktober 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus 2012 Datum rapport: 6 september 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leerdam uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/ Datum rapport: 15 juni 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leerdam uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/ Datum rapport: 15 juni 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Leerdam uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei 2012 Datum rapport: 15 juni 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Rijswijk uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juni Gemeente/ Datum rapport: 19 juni 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Rijswijk uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juni Gemeente/ Datum rapport: 19 juni 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Rijswijk uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juni 2012 Datum rapport: 19 juni 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 februari Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 februari Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 februari 2016 Datum rapport: 22 februari 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Twenterand uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 april Gemeente/ Datum rapport: 22 mei 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Twenterand uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 april Gemeente/ Datum rapport: 22 mei 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Twenterand uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 april 2012 Datum rapport: 22 mei 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leidschendam-Voorburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 september 2016.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leidschendam-Voorburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 september 2016. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Leidschendam-Voorburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 september 2016 Datum rapport: 13 oktober 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Terschelling uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 april 2014 en 30 oktober 2014.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Terschelling uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 april 2014 en 30 oktober 2014. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Terschelling uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 april 2014 en 30 oktober 2014 Datum rapport: 10 november 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lisse uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/ Datum rapport: 3 oktober 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lisse uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/ Datum rapport: 3 oktober 2016 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Lisse uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september 2016 Datum rapport: 3 oktober 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 mei Datum rapport: 22 juni 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 mei Datum rapport: 22 juni 2016 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Zoetermeer Datum: 25 mei 2016 Datum rapport: 22 juni 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Terschelling uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 september Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Terschelling uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 september Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Terschelling uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 september 2015 Datum rapport: 7 oktober 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september Gemeente/ Datum rapport: 9 oktober 2017

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september Gemeente/ Datum rapport: 9 oktober 2017 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september 2017 Datum rapport: 9 oktober 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenswaard uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenswaard uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Valkenswaard uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september 2015 Datum rapport: 22 september 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Emmen uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Emmen uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Emmen uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli 2012 Datum rapport: 14 juli 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Hardenberg uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 mei Gemeente/ Datum rapport: 23 mei 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Hardenberg uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 mei Gemeente/ Datum rapport: 23 mei 2016 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Hardenberg uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 mei 2016 Datum rapport: 23 mei 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vaals uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni Gemeente/ Datum rapport: 25 juni 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vaals uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni Gemeente/ Datum rapport: 25 juni 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Vaals uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni 2013 Datum rapport: 25 juni 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zwolle uitvoeringsorganisatie: Datum: 21 september Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zwolle uitvoeringsorganisatie: Datum: 21 september Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Zwolle uitvoeringsorganisatie: Datum: 21 september 2015 Datum rapport: 9 november 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oude IJsselstreek uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juni Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oude IJsselstreek uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juni Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Oude IJsselstreek uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juni 2013 Datum rapport: 15 juli 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Nuenen c.a. uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Nuenen c.a. uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Nuenen c.a. uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus 2013 Datum rapport: 23 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oisterwijk/Tilburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oisterwijk/Tilburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Oisterwijk/Tilburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juli 2012 Datum rapport: 16 juli 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Waalre. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 mei Datum rapport: 6 juni 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Waalre. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 mei Datum rapport: 6 juni 2016 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Waalre Datum: 24 mei 2016 Datum rapport: 6 juni 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

2 mei 2016 (definitief)

2 mei 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Almere uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april 2016 Datum rapport: 11 april 2016 (concept) 2 mei 2016 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Alphen-Chaam/BWB uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Alphen-Chaam/BWB uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Alphen-Chaam/BWB uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 juli 2012 Datum rapport: 27 juli 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Purmerend uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/ Datum rapport: 21 mei 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Purmerend uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/ Datum rapport: 21 mei 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Purmerend uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april 2013 Datum rapport: 21 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Goirle/TogNederland uitvoeringsorganisatie: Datum: 22 augustus 2012.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Goirle/TogNederland uitvoeringsorganisatie: Datum: 22 augustus 2012. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Goirle/TogNederland uitvoeringsorganisatie: Datum: 22 augustus 2012 Datum rapport: 22 september 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Woudrichem uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Woudrichem uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Woudrichem uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 juli 2012 Datum rapport: 13 augustus 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

WAARDERINGSKAMER. 1. Inleiding RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zaanstad. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie:

WAARDERINGSKAMER. 1. Inleiding RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zaanstad. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: Zaanstad 8 januari 2015 en 15 april 2015 Datum rapport: 29 april 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Doesburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei Gemeente/ Datum rapport: 2 mei 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Doesburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei Gemeente/ Datum rapport: 2 mei 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Doesburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei 2014 Datum rapport: 2 mei 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 april Gemeente/ Datum rapport: 4 april 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 april Gemeente/ Datum rapport: 4 april 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 april 2014 Datum rapport: 4 april 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Inspectie uitgevoerd door: Datum: 4 oktober 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Inspectie uitgevoerd door: Datum: 4 oktober 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Inspectie uitgevoerd door: Zoetermeer Ivo Lechner Datum: 4 oktober 2012 Datum rapport: 2 november 2012 Gesprek gevoerd met: Naam: A. de

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlaardingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlaardingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Vlaardingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april 2012 Datum rapport: 25 april 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 juni 2014 Datum rapport: 14 juli 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Midden-Drenthe uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Midden-Drenthe uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Midden-Drenthe uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 april 2014 Datum rapport: 24 april 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus 2013 Datum rapport: 23 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Ameland uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni Gemeente/ Datum rapport: 27 juni 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Ameland uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni Gemeente/ Datum rapport: 27 juni 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Ameland uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni 2013 Datum rapport: 27 juni 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemert-Bakel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemert-Bakel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Gemert-Bakel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober 2012 Datum rapport: 31 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zeewolde/Meerinzicht uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zeewolde/Meerinzicht uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Zeewolde/Meerinzicht uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juli 2017 Datum rapport: 4 augustus 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weesp uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 september Gemeente/ Datum rapport: 5 oktober 2018

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weesp uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 september Gemeente/ Datum rapport: 5 oktober 2018 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Weesp uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 september 2018 Datum rapport: 5 oktober 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de Wet

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2016 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 juni 2016 Datum rapport: 14 juli 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1 0a Het totaal aantal WOZ-objecten per 1 januari van het lopende jaar in de gemeente dat wordt gevraagd, is het aantal objecten:

1 0a Het totaal aantal WOZ-objecten per 1 januari van het lopende jaar in de gemeente dat wordt gevraagd, is het aantal objecten: Nummer Toelichting Waarderingsinstructie 1 0a Het totaal aantal WOZ-objecten per 1 januari van het lopende jaar in de gemeente dat wordt gevraagd, is het aantal objecten: Inclusief - geblokkeerde objecten;

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gorinchem uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 juli 2013. Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gorinchem uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 juli 2013. Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Gorinchem uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 juli 2013 Datum rapport: 21 augustus 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

24 juni 2016 (definitief)

24 juni 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Hoogeveen uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 mei 2016 Datum rapport: 7 juni 2016 (concept) 24 juni 2016 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sluis uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 maart 2013. Gemeente/ Datum rapport: 15 mei 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sluis uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 maart 2013. Gemeente/ Datum rapport: 15 mei 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Sluis uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 maart 2013 Datum rapport: 15 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

26 oktober 2017 (definitief)

26 oktober 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Edam-Volendam uitvoeringsorganisatie: Datum: 22 september 2017 Datum rapport: 26 september 2017 (concept) 26 oktober 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Cranendonck uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 november Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Cranendonck uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 november Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Cranendonck uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 november 2014 Datum rapport: 24 november 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Baarle-Nassau uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 mei Gemeente/ Datum rapport: 28 mei 2015

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Baarle-Nassau uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 mei Gemeente/ Datum rapport: 28 mei 2015 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Baarle-Nassau uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 mei 2015 Datum rapport: 28 mei 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlissingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlissingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Vlissingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus 2013 Datum rapport: 11 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

25 april 2017 (definitief)

25 april 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Arnhem uitvoeringsorganisatie: Datum: 23 maart 2017 Datum rapport: 5 april 2017 (concept) 25 april 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2005/5989

Raadsvoorstel 2005/5989 Raadsvoorstel 2005/5989 Onderwerp Aanvullende kosten Belastingen voortvloeiende uit de Wet WOZ Portefeuillehouder R.J.H. van der Riet Steller ing. B. van der Kwast Collegevergadering 22 maart 2005/5989

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tytsjerksteradiel uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 september 2012.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tytsjerksteradiel uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 september 2012. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Tytsjerksteradiel uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 september 2012 Datum rapport: 22 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

7 november 2016 (definitief)

7 november 2016 (definitief) RAPPORT VAN EN Gemeente/ Apeldoorn/Tribuut uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 september 2016 Datum rapport: 3 oktober 2016 (concept) 7 november 2016 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Velsen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 september Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Velsen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 september Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Velsen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 september 2015 Datum rapport: 9 november 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 15 oktober Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 15 oktober Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 15 oktober 2014 Datum rapport: 24 november 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 juni Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 juni Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 juni 2012 Datum rapport: 31 juli 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

Steenwijkerland. 27 juni 2016 (definitief)

Steenwijkerland. 27 juni 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Inspectie uitgevoerd door: Steenwijkerland Dhr. J. Smit Datum: 31 mei 2016 Datum rapport: 17 juni 2016 (concept) 27 juni 2016 (definitief)

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pekela/de Kompanjie uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober 2017.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pekela/de Kompanjie uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober 2017. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Pekela/de Kompanjie uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober 2017 Datum rapport: 11 oktober 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Bernheze uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Bernheze uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Bernheze uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli 2015 Datum rapport: 14 september 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Loppersum/Groningen uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 september 2012.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Loppersum/Groningen uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 september 2012. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Loppersum/Groningen uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 september 2012 Datum rapport: 19 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

25 april 2017 (definitief)

25 april 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Renkum uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 maart 2017 Datum rapport: 5 april 2017 (concept) 25 april 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Someren uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/ Datum rapport: 5 juli 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Someren uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/ Datum rapport: 5 juli 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Someren uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni 2013 Datum rapport: 5 juli 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Munitax uitvoeringsorganisatie: Datum: 31 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Munitax uitvoeringsorganisatie: Datum: 31 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Munitax uitvoeringsorganisatie: Datum: 31 augustus 2017 Datum rapport: 15 september 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

4 mei 2017 (definitief)

4 mei 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Pijnacker-Nootdorp uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 april 2017 Datum rapport: 24 april 2017 (concept) 4 mei 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 WOZ-beschikking

HOOFDSTUK 2 WOZ-beschikking HOOFDSTUK 2 2.1 Waardevaststelling In de komt de eigenlijke waardevaststelling tot uitdrukking zoals die in hoofdstuk 4 van de Wet WOZ is geregeld. De Wet WOZ maakt een duidelijk onderscheid tussen waardebepaling

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenburg aan de Geul uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenburg aan de Geul uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Valkenburg aan de Geul uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei 2013 Datum rapport: 15 juli 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de tarieven ozb 2005

Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de tarieven ozb 2005 Raad : 21 december 2004 Agendanr. : 29 Doc.nr : B200413438 Afdeling: : Financiën RAADSVOORSTEL Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de tarieven ozb 2005 Toelichting Vanaf 1 januari 2005 moeten de

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2012.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2012. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2012 Datum rapport: 26 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stadskanaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stadskanaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Stadskanaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april 2017 Datum rapport: 12 april 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weststellingwerf uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 september 2014.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weststellingwerf uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 september 2014. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Weststellingwerf uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 september 2014 Datum rapport: 24 september 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Amstelveen uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Amstelveen uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Amstelveen uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli 2013 Datum rapport: 23 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sittard-Geleen uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sittard-Geleen uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Sittard-Geleen uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juli 2012 Datum rapport: 13 augustus 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stichtse Vecht uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stichtse Vecht uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Stichtse Vecht uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 augustus 2017 Datum rapport: 15 september 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vianen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 juli Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vianen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 juli Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Vianen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 juli 2014 Datum rapport: 14 juli 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 mei 2014.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 mei 2014. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 mei 2014 Datum rapport: 23 mei 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

22 september 2016 (definitief)

22 september 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Geldrop-Mierlo/Dienst Dommelvallei uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 augustus 2016 Datum rapport: 28 augustus 2016 (concept) 22 september 2016 (definitief) 1.

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 april 2013 Datum rapport: 2 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 september 2013.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 september 2013. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 september 2013 Datum rapport: 5 oktober 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid uitvoeringsorganisatie: Datum: 14 maart 2013.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid uitvoeringsorganisatie: Datum: 14 maart 2013. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid uitvoeringsorganisatie: Datum: 14 maart 2013 Datum rapport: 13 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen

Nadere informatie

23 mei 2017 geactualiseerd op 19 juni 2017 (concept) 7 augustus 2017 (definitief)

23 mei 2017 geactualiseerd op 19 juni 2017 (concept) 7 augustus 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Sint Anthonis uitvoeringsorganisatie: Datum: 23 mei 2017 en 19 juni 2017 Datum rapport: 23 mei 2017 geactualiseerd op 19 juni 2017 (concept) 7 augustus 2017 (definitief)

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Epe/Gemeente Apeldoorn uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 december 2014.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Epe/Gemeente Apeldoorn uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 december 2014. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Epe/Gemeente Apeldoorn uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 december 2014 Datum rapport: 2 februari 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pijnacker-Nootdorp uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pijnacker-Nootdorp uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Pijnacker-Nootdorp uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei 2018 Datum rapport: 28 mei 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de

Nadere informatie

Wat is uw huis waard? DE WAARDE VAN UW ONROERENDE ZAAK

Wat is uw huis waard? DE WAARDE VAN UW ONROERENDE ZAAK Wat is uw huis waard? BELASTING 2005 DE WAARDE VAN UW ONROERENDE ZAAK inleiding Als eigenaar of gebruiker van een woning of een bedrijfspand betaalt u onroerende zaakbelasting, kortweg OZB. De hoogte van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Baarle-Nassau/ABG uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Baarle-Nassau/ABG uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Baarle-Nassau/ABG uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni 2018 Datum rapport: 3 juli 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de

Nadere informatie

SV Bel Walcheren en Schouwen-Duiveland uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2017

SV Bel Walcheren en Schouwen-Duiveland uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2017 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ SV Bel Walcheren en Schouwen-Duiveland uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2017 Datum rapport: 15 november 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

7 november 2016 (definitief)

7 november 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Zutphen/Tribuut uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 september 2016 Datum rapport: 3 oktober 2016 (concept) 7 november 2016 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Medemblik uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Medemblik uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Medemblik uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 augustus 2016 Datum rapport: 25 augustus 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Mill en St. Hubert/ Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Mill en St. Hubert/ Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september 2016 Mill en St. Hubert/ Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert Datum rapport: 7 oktober 2016 1. Inleiding

Nadere informatie

5 mei 2017 (definitief)

5 mei 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Hilvarenbeek uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 maart 2017 Datum rapport: 24 april 2017 (concept) 5 mei 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Alphen aan den Rijn uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Alphen aan den Rijn uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Alphen aan den Rijn uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 april 2013 Datum rapport: 6 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 7 augustus 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 7 augustus 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Geldrop-Mierlo Datum: 7 augustus 2013 Datum rapport: 4 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lingewaard/uitvoering WOZ werkzaamheden door gemeente Arnhem. Datum: 25 april 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lingewaard/uitvoering WOZ werkzaamheden door gemeente Arnhem. Datum: 25 april 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente: Lingewaard/uitvoering WOZ werkzaamheden door gemeente Arnhem Datum: 25 april 2013 Datum rapport: 1 juli 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Waterland uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 september Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Waterland uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 september Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Waterland uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 september 2012 Datum rapport: 16 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie