Praktijkmerkblad 1806 Niederlän.

Transcriptie

1 Praktijkmerkblad 1806 Niederlän Silikat-Innenfarbe ELF 1806 Emissiearm, oplosmiddel- en weekmakersvrij, stompmat, belastbaarheid (nat) klasse 3, voor allergische personen geschikte, wit resp. gekleurd Eigenschappen Emissiearm, oplosmiddel- en weekmakervrije, hoogwaardige dispersie-silicaatverf volgens VOB, DIN Zonder conserveringsmiddelen en vrij van fogging actieve substanties. In de standaardkleur wit volgens testrapport nr /01 geschikt voor allergiepatiënten. Sterk waterdampdoorlatend; voldoet aan de eisen voor klasse I volgens DIN EN ISO Reukarm en gemakkelijk te verwerken. Verbindt zich met de ondergrond door verkiezeling. Toepassing Voor hoogwaardige plafond- en wandafwerkingen binnen, in het bijzonder op minerale ondergronden die kunnen verkiezelen, bijv. binnenpleister, beton en kalkzandsteenmetselwerk. Daarnaast in combinatie met Brillux rauhfaser te gebruiken als compleet goedgekeurde laagopbouw, "geschikt voor allergiepatiënten". Productomschrijving Standaardkleur: 0095 wit. Via het Brillux Kleurmengsysteem is een veelvoud aan verdere kleuren mengbaar. * * Via het Brillux Kleurmengsysteem gemengde kleuren zijn niet getest op geschiktheid voor allergiepatiënten. Voor allergiepatiënten geschikte kleuren bijkleuren met Vitamix Materiaalbasis: kaliwaterglas met organische stabilisatoren Organisch percentage: < 5% volgens VOB, DIN Dichtheid: ca. 1,5 g/cm³ ph-waarde: ca. 11 Classificatie volgens EN 13300: - schrobvastheid: klasse 3 - contrastverhouding: klasse 1 bij 7 m²/l - glans: stompmat - maximale korrelgrootte: fijn Brandgedrag: A2 s1,d0 conform DIN EN ( nicht brennbar (niet brandbaar)) In systeemopbouw met Briplast pleister volgens classificatiebericht nr Waterdampdoorlaatbaarheid Diffusie-equivalente luchtlaagdikte: sd (H 2 O) < 0,03 m, voldoet aan klasse I "Zeer waterdampdoorlatend" volgens DIN EN ISO 7783 Waterdampdiffusiestroomdichtheid: V 2000 g/m 2 d Verpakking: 0095 wit: 5 l, 10 l, 15 l Kleurmengsysteem: 5 l, 15 l Verwerking Verdunning Zo nodig verdunnen met water. Aankleuren Kan worden bijgekleurd met max. 25% Vitamix Er rekening mee houden dat de kleuren lichter opdrogen. Verdraagzaamheid Alleen vermengen met gelijksoortig en in dit praktijkmerkblad genoemd materiaal. Aanbrengen Vóór verwerking met een elektrisch roerwerk goed omroeren kan worden verwerkt met een kwast of roller en met de airlessspuittechniek. Verbruik Ca ml/m² per laag. De exacte verbruikshoeveelheden kunnen worden bepaald door een proefvlak op het object. Stand: Bladzijde 1 van 5

2 Verwerkingstemperatuur Niet verwerken bij een lucht- of objecttemperatuur van minder dan +8 C. Reinigen gereedschap Gereedschappen direct na gebruik reinigen met water. Droging (+20 C, 65 % rel. luchtvochtigheid) Oppervlaktedroog en overschilderbaar na ca. 4 6 uur. Definitieve verkiezeling na enkele dagen. Bij lagere temperaturen en/of een hogere luchtvochtigheid rekening houden met een langere droogtijd. Opslag Koel en vorstvrij. Aangebroken verpakking goed sluiten. Praktijkmerkblad 1806 Declaratie Aanwijzing Spuitnevel niet inademen. Gevarenklasse WGK 1, volgens VwVwS. Productcode BSW40. De actuele gegevens in het veiligheidsblad in acht nemen. Airless-spuitgegevens Spuitopening Spuithoek Druk in bar Verdunning inch mm 0,021 0,027 0,53 0, ca. 150 ca. 5% Laagopbouw Ondergrondvoorbehandeling De ondergrond moet vast, droog, schoon en draagkrachtig zijn en vrij zijn van uitbloeiingen, kalklagen, oplosmiddelen, corrosiebevorderende bestanddelen en andere tussenlagen die de hechting tegengaan. Aanwezige afwerklagen controleren op deugdelijkheid, draag- en hechtkracht. Niet-intacte en ongeschikte afwerklagen grondig verwijderen en volgens voorschrift afvoeren. Veegvast en witkalk grondig afwassen. Reparatie- plekken volgens voorschrift vakkundig fluateren, bij gekleurde afwerklagen over het gehele oppervlak. De ondergrond naar behoefte voorstrijken en/of van een tussenlaag voorzien. Zie ook VOB deel C, DIN 18363, paragraaf 3. Bladzijde 2 van 5

3 Praktijkmerkblad 1806 Ondergronden Grondlaag Tussenlaag 1) Eindlaag normaal zuigende ondergronden, bijv. binnenpleister (drukvastheidsklasse CS I CS IV) en intacte matte dispersieafwerkingen Brillux Rauhfaser 31, 51 en 71 3) sterk zuigende ondergronden, bijv. poreus, zandend binnenpleister, (drukvastheidsklasse CS I CS IV), beton, kalkzandsteenmetselwerk en intacte silicaatafwerkingen glanzende dispersieafwerkingen 1 2 x nat-in-vochtig Silicaat-Grondverf ELF 1803 en water in een mengverhouding van 1:1 Hechtgrond ELF , zo nodig met water verdund 1806 Gipspleister afhankelijk van de drukvastheid 4), gipskarton, gipsplaten Wand-Primer ELF 3729 of Wandprimer grof ELF ) Indien vereist Silicaat- Binnenverf ELF 1806, zo nodig met water verdund 1) Via het Brillux Kleurmengsysteem gemengde kleuren en afwerkingen in het systeem met de aangegeven gronderingen en Silicaat-Vulmiddel ELF 3639 zijn niet getest op geschiktheid voor allergiepatiënten. 2) Wanneer de afwerking vullende of structuurgevende eigenschappen moet hebben, een tussenlaag met Silicaat-Vulmiddel ELF 3639 aanbrengen. 3) Met Brillux Raufaser als complete laagopbouw TÜV-goedgekeurd als "geschikt voor allergiepatiënten". 4) Minimale drukvastheid > 2,0 N/mm² (drukvastheidsklasse B1 B7). 5) Zacht gipspleister en plamuur zo nodig eerst verstevigen met Lacryl Voorstrijkmiddel ELF 595 of Voorstrijkmiddel 545. Bladzijde 3 van 5

4 Opmerkingen Oppervlakken afdekken Omgeving van de te behandelen oppervlakken, in het bijzonder glas, klinkers en natuursteen, zorgvuldig afdekken. Bijwerken van scheuren en beschadigde plekken Scheuren en verdiepingen na het gronden met een mengsel van silicaatverf en kwartszand dat geschikt is voor verwerking met een plamuurmes, in één lijn met het oppervlak opvullen. Geplamuurde plekken nagronden. Grotere beschadigde plekken in de ondergrond met pleister nabewerken. Pleisteren van ruwe oppervlakken Ruwe oppervlakken vóór de laagopbouw zo nodig door pleisteren met bijv. Minerale- Handpleister 1886 gladmaken. Reactie met de ondergrond Bij het overschilderen van waterige oude afwerklagen is het niet geheel uitgesloten dat in de ondergrond aanwezige allergene stoffen door vochtinwerking worden geactiveerd. Daarom adviseren wij het product uit te proberen op een proefvlak en te controleren of dergelijke reacties optreden. Grondlaag bij gipspleister Bij sterk zuigend gipspleister is de verstevigende werking niet altijd voldoende. Om dit goed te kunnen beoordelen, adviseren wij de hechting van de complete laagopbouw te controleren met een kleefband-scheurtest (tesa 4334). Voor de grondlaag zo nodig voorstrijkmiddel gebruiken. Verkleuringen bij gipskarton Wanneer bij onbehandeld gipskarton het risico bestaat dat verkleuringen doorslaan, dient een extra isolerende laag te worden aangebracht. Afhankelijk van de objectsituatie hiervoor bijv. Aqualoma ELF 202, Isogrund 924 of CreaGlas 2K-PU- Finish 3471 gebruiken. Voor een goede beoordeling is het zinvol een proefvlak over meerdere plaatbreedten inclusief voegen en plamuurplekken aan te brengen. Gipspleisters op gipskarton De door de gispkartonplatenproducerende industrie voorgeschreven gipspleisters kunnen bijzonder gevoelig zijn voor vocht, wat kan leiden tot zwellen, vorming van luchtbellen tot aan onthechting (zie ook het informatieblad 2 Bepleistering van gipskartonplaten, oppervlakteafwerking van het Bundesverband der Gips- und Gipsbauplatten-industrie e.v.). Voor een snelle droging zijn daarom voldoende ventilatie en een geschikte temperatuur vereist. Verdraagzaamheid met afdichtmateriaal Bij het aanbrengen van het product op afdichtmateriaal (bijv. acryldichtmiddel) kunnen er door de grotere elasticiteit van de ondergrond scheuren in de verflaag komen. Daarnaast kunnen er verkleuringen in de laag ontstaan. Vanwege het grote aantal op de markt verkrijgbare afdichtsystemen, moeten er in veel gevallen eigen testen worden uitgevoerd om de hechting en de verwerkingsresultaten te beoordelen. Praktijkmerkblad 1806 Reparaties Reparaties binnen een oppervlak blijven afhankelijk van de objectsituatie altijd in mindere of meerdere mate zichtbaar. Dit is volgens BFS-informatieblad nr. 25, punt , paragraaf e) onvermijdelijk. Nuanceverschillen na droging Op grond van het chemische uithardingsproces kunnen de behandelde oppervlakken bij ongunstige objectomstandigheden in combinatie met bijv. een ongelijkmatige zuiging van de ondergrond, een variërende vochtigheidsgraad van de ondergrond en aanwezige alkaliteit resp. inhoudsstoffen in de ondergrond nuanceverschillen vertonen. Deze verschillen zijn geen technisch-functionele gebreken en geven daarom geen aanleiding tot reclamatie. Gebruik bij inval van strijklicht Op gladde oppervlakken met bijzondere lichtomstandigheden (strijklicht) adviseren wij speciale binnendispersieverven, bijv. Glemalux ELF 1000 of Superlux ELF 3000, te gebruiken. Reduceren van schrijfeffect bij intensieve kleuren Voor een hogere oppervlaktebelastbaarheid en minimalisering van het zgn. "schrijfeffect" bij matte afwerkingen in intensieve kleuren, adviseren wij de tussen- en eindlaag met Vetrolux ELF 3100 uit te voeren. Verdere gegevens over eigenschappen en toepassing in het praktijkmerkblad van Vetrolux ELF Overige informatie De gegevens in de praktijkmerkbladen van de toegepaste producten in acht nemen. Bladzijde 4 van 5

5 Praktijkmerkblad 1806 Aanwijzingen Dit praktijkmerkblad werd met in acht neming van de Duitse wetgeving, normen, voorschriften en richtlijnen opgesteld. Alle gegevens werden op basis van de actuele Duitse versie vertaald. De inhoud leidt niet tot aansprakelijkheid. De klant/gebruiker wordt niet daarvan ontbonden, onze producten op hun geschiktheid voor het gestelde doel te testen. Overigens gelden onze algemene handelsvoorwaarden. Bij het verschijnen van een nieuwe uitgave van dit praktijkmerkblad verliezen de voorgaande gegevens hun geldigheid. De actuele versie vindt u op internet. Brillux Benelux b.v. Schuttevaerweg BA Rotterdam NEDERLAND Tel Fax info@brillux.nl Bladzijde 5 van 5