ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK BUSSEREINDSEWEG 36 TE BEESEL GEMEENTE BEESEL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK BUSSEREINDSEWEG 36 TE BEESEL GEMEENTE BEESEL"

Transcriptie

1 ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK BUSSEREINDSEWEG 36 TE BEESEL GEMEENTE BEESEL

2 Rapportage archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek Bussereindseweg 36 te Beesel Opdrachtgever Beusmans en Jansen Adviseurs Steeg CE Sevenum Rapportnummer Versienummer 1 1 Datum 23 mei 2017 Vestiging Opsteller Limburg Rijksweg Noord KS Swalmen swalmen@econsultancy.nl drs. M. Stiekema Paraaf Kwaliteitscontrole drs. A.H. Schutte Paraaf Econsultancy bv, Swalmen Foto s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. ISSN: (Analoog rapport) ISSN: (Digitaal rapport E-depot) 1 Versie 1 betreft een rapport waarvan geen beoordeling van het bevoegd gezag is ontvangen, bij versie 2 is het rapport wel beoordeelt door het bevoegd gezag. Econsultancy Archeologisch Rapport

3 Administratieve gegevens plangebied Projectcode Toponiem Bussereindseweg 36 Opdrachtgever Gemeente Plaats Provincie Beusmans en Jansen Adviseurs Beesel Beesel Limburg Kadastrale gegevens gemeente Beesel, sectie O, nummer 147 Omvang plangebied circa 750 m 2 Kaartblad 58 E Coördinaten centrum plangebied X: / Y: Bevoegd gezag Gemeente Beesel Raadhuisplein AL Reuver Tel.: E: info@beesel.nl Contactpersoon : dhr. F. Tegels ARCHIS3 Onderzoeksmeldingsnummer (OM-nr.) Bureauonderzoek Booronderzoek Archeoregio NOaA Beheer en plaats documentatie Uitvoerders Limburgs zandgebied Econsultancy, Swalmen/ Provinciaal Archeologisch Depot Limburg Econsultancy, drs. M. Stiekema Kwaliteitszorg Econsultancy beschikt over een eigen opgravingsvergunning, afgegeven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De opgravingsvergunning geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de RCE stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Verder is Econsultancy lid van de Nederlandse Vereniging van Archeologische Opgravingsbedrijven (NVAO). De leden van de NVAO bieden kwalitatief hoogstaand archeologisch onderzoek. Het lidmaatschap is een waarborg voor kwaliteit en betrouwbaarheid. Tevens is Econsultancy aangesloten bij de Vereniging van Ondernemers in Archeologie (VOiA). De VOiA behartigt de belangen van meer dan 100 bedrijven in alle takken van de archeologie. Betrouwbaarheid Dit onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd, conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een booronderzoek wordt in het algemeen uitgevoerd door het steekproefsgewijs onderzoeken van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een booronderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie. Econsultancy Archeologisch Rapport

4 SAMENVATTING Econsultancy heeft in opdracht van Beusmans en Jansen Adviseurs een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Bussereindseweg 36 te Beesel in de gemeente Beesel (zie figuur 1 en figuur 2). In het plangebied zal een nieuwe woning worden gerealiseerd. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of er archeologische waarden aanwezig zijn binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (2007), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, is men verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 3). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Bouwverordening, alsmede een bestemmingsplanwijziging. Doel van het bureauonderzoek is een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied op te stellen. Dit wordt uitgevoerd door middel van het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende en verwachte archeologische waarden. Het inventariserend veldonderzoek, (IVO-overig, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen. Het veldonderzoek is erop gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens zullen, indien mogelijk, kansrijke en kansarme zones worden geïdentificeerd. Met de resultaten van het archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of vervolgonderzoek dan wel planaanpassing noodzakelijk is. Gespecificeerde archeologische verwachting Uit de landschappelijke ligging op rug op een Pleniglaciaal terras van de Maas doorsneden door een aantal restgeulen en iets ten oosten van een terrasrand naar een lager gelegen Maasterras blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers-verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. De gespecificeerde verwachting voor het plangebied is hoog voor archeologische resten uit alle perioden van het Laat Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Resultaten inventariserend veldonderzoek Op basis van de aangetroffen verstoorde laag, welke samenhangt de huidige en voormalige bebouwing in het plangebied uit de Nieuwe tijd en mogelijk de Middeleeuwen, kan de gespecificeerde archeologische verwachting voor de periodes Laat Paleolithicum tot en met Romeinse tijd worden bijgesteld naar laag. De hoge verwachting voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd blijft op basis van de aangetroffen indicatoren en de bodemopbouw gehandhaafd. Advies Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek adviseert Econsultancy om de huidige bebouwing in eerste instantie alleen bovengronds te slopen. Na de sloop dient er door een archeoloog een inspectie (naar onder andere de kelders) uit te worden gevoerd, waarbij er gekeken wordt of de bodem dusdanig is verstoord dat vervolgonderzoek niet meer nodig is, of dat de aanleg van de nieuwe bouwput en het uitgraven van de huidige fundamenten onder archeologische begeleiding moeten worden uitgevoerd. Voor de rest van het plangebied waar nog geen bouwwerkzaamheden plaats zullen vinden adviseert Econsultancy om de dubbelbestemming archeologie te handhaven. Indien er in de toekomst nieuwe bouwplannen komen voor dit deel van het plangebied dan dient hier alsnog een proefsleuvenonderzoek te worden uitgevoerd. Bovenstaand advies is van Econsultancy. De resultaten van onderhavig onderzoek dienen te worden beoordeeld door het bevoegd gezag (gemeente Beesel). Het bevoegd gezag neemt vervolgens een besluit. Rapport versie 1

5 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN BUREAUONDERZOEK Methoden Afbakening van het plangebied Huidige situatie Toekomstige situatie Beschrijving van het historische gebruik Aardwetenschappelijke gegevens Archeologische waarden Aanvullende informatie Korte bewoningsgeschiedenis van de gemeente Beesel Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek Aanbevolen onderzoeksmethode INVENTARISEREND VELDONDERZOEK Methoden Resultaten Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek CONCLUSIE EN ADVIES Conclusie Advies LITERATUUR BRONNEN Rapport versie 1

6 LIJST VAN TABELLEN Tabel I. Tabel II. Tabel III. Tabel IV. Tabel V. Tabel VI. Tabel VII. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Grondwatertrappenindeling Overzicht AMK-terreinen Overzicht onderzoeksmeldingen Overzicht ARCHIS-vondsten Gespecificeerde archeologische verwachting LIJST VAN AFBEELDINGEN Figuur 1. Figuur 2. Figuur 3. Figuur 4. Figuur 5. Figuur 6. Figuur 7. Figuur 8. Figuur 9. Figuur 10. Situering van het plangebied binnen Nederland Detailkaart van het plangebied Luchtfoto van het plangebied Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart Boorpuntenkaart BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Overzicht geologische en archeologische tijdvakken Bewoningsgeschiedenis van Nederland AMZ-cyclus Planontwerp Boorprofielen Rapport versie 1

7 1 INLEIDING Econsultancy heeft in opdracht van Beusmans en Jansen Adviseurs een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Bussereindseweg 36 te Beesel in de gemeente Beesel (zie figuur 1 en figuur 2). In het plangebied zal een nieuwe woning worden gerealiseerd. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of er archeologische waarden aanwezig zijn binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (2007), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, is men verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 3). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Bouwverordening, alsmede een bestemmingsplanwijziging. Het archeologisch onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (hoofdstuk 3) en een inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) door middel van boringen (hoofdstuk 4). Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt een advies gegeven of vervolgstappen noodzakelijk zijn (hoofdstuk 5). Dit advies dient te worden getoetst door het bevoegd gezag, de gemeente Beesel, waarna een besluit zal worden genomen of het plangebied kan worden vrijgegeven of dat vervolgstappen uitgevoerd dienen te worden. 2 DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN Het onderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de archeologische waarden van het plangebied. Het bureauonderzoek heeft tot doel om een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel van het plangebied op te stellen. Het verwachtingsmodel is gebaseerd op bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden in en om het plangebied. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, die vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of -rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Het inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen. Het is gericht op het verkrijgen van inzicht in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied en het inventariseren van eventueel aanwezige archeologische vondsten en/of sporen om een eerste indruk te vormen van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging hiervan. Het veldonderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen: Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? Zijn, daar waar het bodemprofiel intact is, archeologische indicatoren aangetroffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats? Zo ja, wat is de aard en diepteligging ervan? Rapport versie 1 Pagina 1 van 23

8 Zijn er archeologische lagen aangetroffen (cultuur- en afvallagen cq. ophogingslagen)? Zo ja, wat is de aard, diepteligging en minimale en maximale dikte ervan? Indien er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig is, wat zijn dan de gevolgen van de voorgenomen bodemingrepen voor de vindplaats? Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 10 en 12 mei 2017 door drs. M. Stiekema (senior prospector). Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd op 16 mei 2017 door drs. M. Stiekema (senior prospector). Het rapport is gecontroleerd door drs. A.H. Schutte (senior KNA-archeoloog). 3 BUREAUONDERZOEK 3.1 Methoden Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 4.0, ), die is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie en is ondergebracht bij het SIKB te Gouda. Voor de uitvoering van het bureauonderzoek gelden de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS06. 2 Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: afbakening van het plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01); beschrijving van de huidige en toekomstige situatie (LS02); beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03); beschrijving van bekende archeologische en historische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04); opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS05). Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden zijn de volgende bronnen geraadpleegd: het Archeologische Informatie Systeem (ARCHIS); de Archeologische Monumenten Kaart (AMK); geologische kaarten, geomorfologische kaarten en bodemkaarten; de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINOLoket); literatuur en historisch kaartmateriaal; bouwhistorische gegevens; de recente topografische kaart (schaal 1:25.000); recente luchtfoto s; het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN); Provinciaal Archeologisch Aandachtsgebied kaart van de provincie Limburg; de archeologische verwachtingskaarten van de gemeente Beesel; plaatselijke (amateur-)archeoloog c.q. heemkundevereniging. 2 Beschikbaar via Rapport versie 1 Pagina 2 van 23

9 3.2 Afbakening van het plangebied Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het onderzoeksgebied en het plangebied. Het plangebied is het gebied waarbinnen feitelijk de bodemverstorende ingreep gaat plaatsvinden. Het onderzoeksgebied is het gebied waarover informatie is verzameld om een goed beeld te krijgen van de archeologische waarden binnen het plangebied. Dit gebied is groter dan het plangebied. In het huidige onderzoek betreft het onderzoeksgebied het gebied binnen een straal van circa 0,5 kilometer rondom het plangebied. De onderzoekslocatie (circa 750 m 2 ) ligt aan de Bussereindseweg 36, circa 1 kilometer ten zuidoosten van Beesel in de gemeente Beesel (zie figuur 1 en figuur 2). Volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa 25 m +NAP. 3.3 Huidige situatie Voor het bureauonderzoek is het van belang de huidige situatie te onderzoeken. Landgebruik en bebouwing kunnen van invloed zijn op de archeologische verwachting. Het plangebied is momenteel bebouwd met een woonboerderij en verder in gebruik als tuin (zie figuur 3). De huidige woonboerderij heeft twee kelders (zie Bijlage 4). De noordwestelijke kelder (groene blok) is een groente-fruit kelder die nu nog toegankelijk is met een trap. Deze ligt volledig buiten het toekomstige bouwvlak. De zuidoostelijke kelder (rode blok) is een mestkelder waarvan de locatie bekend is maar niet niet de exacte afmetingen en diepte. Deze ligt wel in het toekomstige bouwvlak. Het bodemgebruik van de omliggende percelen is als volgt: aan de noordzijde bevindt zich de Bussereindseweg; aan de oost- en zuidzijde bevindt zich een weiland; aan de westzijde bevindt zich een aangrenzend agrarisch bedrijf. Huidig milieuonderzoek Gelijktijdig met het archeologisch bureauonderzoek is er voor het plangebied een milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerd door Econsultancy (rapportnummer: ). De aangetoonde lichte verontreinigingen vormen geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling Toekomstige situatie Het toekomstige gebruik van het plangebied kan bepalend zijn voor het vervolgtraject (behoud in-situ of behoud ex-situ van archeologische waarden). De toekomstige inrichting van het plangebied kan gevolgen hebben op het in-/ex-situ behoud van de archeologische waarde. De onderzoekslocatie is bebouwd met een woonboerderij. De bestaande bebouwing zal worden gesloopt, waarna een nieuwe woning wordt gerealiseerd, welke iets ten zuidoosten ten opzichte van de huidige woning zal worden geplaatst. Het oppervlak en de diepte van verstoring ten behoeve van de nieuwbouw zijn nog niet bekend, maar deze zal voor een groot deel samenvallen met de huidige bebouwing (zie bijlage 4). 3.5 Beschrijving van het historische gebruik 3 Ellenkamp, 2017 Rapport versie 1 Pagina 3 van 23

10 In het plangebied kunnen naast archeologische sporen ook historische relicten voorkomen die nog in het landschap zichtbaar zijn. Het gaat hierbij om historisch geografische relicten zoals nederzettingsvormen en wegen- en kavelpatronen. Veel van deze bewaard gebleven historische geografie geeft door de herverkavelingen in de tweede helft van de 20 e eeuw een incompleet beeld van het historisch landschap. Historische kaarten van vóór de herverkaveling zijn een goede aanvulling op het huidige incomplete beeld. Voor de historische ontwikkeling is naast het historisch kaartmateriaal ook relevante achtergrondliteratuur geraadpleegd. Historisch kaartmateriaal De situatie van het plangebied is op verschillende historische kaarten als volgt: Tabel I. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal 4 Bron Periode Kaartblad Schaal Omschrijving plangebied Bijzonderheden/directe omgeving Tranchot und v. Müffling kaart Swalmen 1: Bebouwd met twee gebouwen Bussereindseweg al aanwezig, direct ten oosten van het plangebied staat bebouwing Kadastrale minuut Gemeente Beesel, Sectie E, Blad 02 1:2.500 Bebouwd met een huis (noord-zuid georiënteerd) en tuin Huis direct ten oosten van het plangebied Militaire topografische kaart (veldminuut) Militaire topografische kaart (veldminuut) Militaire topografische kaart (veldminuut) : Huis en tuin Huis ten oosten van het plangebeid verdwenen : Huis en tuin : Huis en tuin Bussereindseweg verhard Militaire topografische kaart (veldminuut) : Huis vervangen voor huidige bebouwing - Topografische kaart E 1: Huis en tuin - Topografische kaart E 1: Huis en tuin - Topografische kaart E 1: Huis en tuin - Topografische kaart E 1: Huis en tuin - Topografische kaart E 1: Huis en tuin - Op basis van het beschikbare gedetailleerde historische kaartmateriaal blijk dat het plangebeid begin 19 e eeuw al was bebouwd met een huis en verder als tuin in gebruik was. Deze woning had in tegenstelling tot de huidige bebouwing een noord-zuid oriëntatie. De voormalige bebouwing is in de jaren 30 van de 20 e eeuw gesloopt om plaats te maken voor de huidige bebouwing in het plangebied. In de 19 e eeuw heeft er direct ten oosten van het plangebied nog een huis gestaan. Deze bebouwing was aan het eind van de 19 e eeuw al verdwenen. De Bussereindseweg was begin 19 e eeuw al aanwezig als onverharde weg. In de jaren 20 van de 20 e eeuw is de weg verhard (zie figuur 4). Rijks- en gemeentemonumenten binnen attentiegebied Een rijksmonument is in Nederland een zaak (een bouwwerk of object, of het restant daarvan) die van algemeen belang is wegens de schoonheid, de betekenis voor de wetenschap of de cultuurhistori- 4 Vrije Universiteit Amsterdam Beeldbank & Rapport versie 1 Pagina 4 van 23

11 sche waarde. Tot 2012 moest een monument 50 jaar of langer geleden zijn vervaardigd om in het kader van de Monumentenwet voor bescherming in aanmerking te komen. Per 1 januari 2012 is dit criterium vervallen. Een gemeente kan besluiten een bijzonder pand op de gemeentelijke monumentenlijst te zetten. Dit gebeurt als een pand geen nationale betekenis heeft, maar wel van plaatselijk of regionaal belang is. De gemeente legt haar monumentenbeleid vast in de gemeentelijke monumentenverordening. Naast het gemeentelijk monument is er ook nog het Monumenten Inventarisatie Project (MIP). De MIP Gemeentebeschrijvingen vormen een verzameling beschrijvingen van de historischgeografische, sociaaleconomische, architectuurhistorische, bouwhistorische en stedenbouwkundige ontwikkelingen van gemeenten in de periode Het plangebied ligt niet binnen een 500 meter attentiezone van zowel rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten als een MIP monument. Bouwhistorische gegevens Bij de gemeente Beesel is bij het gemeentelijk archief een aanvraag gedaan tot inzage van bouwdossiers voor de bebouwing binnen het plangebied. Hieruit bleek dat de woning in het plangebied in 1963 voor het laatst is verbouwd. Er zijn geen verdere gegevens van het plangebied bekend. Tweede Wereldoorlog Om vast te stellen of mogelijke archeologische waarden uit de Tweede Wereldoorlog in het plangebied aanwezig zijn, is een aantal publicaties geraadpleegd. 5 Het raadplegen van deze bronnen geeft geen redenen om aan te nemen dat er archeologische waarden uit de Tweede Wereldoorlog in het plangebied te verwachten zijn. 3.6 Aardwetenschappelijke gegevens Het landschap heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het nederzettingspatroon. Bij onderzoek naar archeologische sporen in een bepaald gebied is het van groot belang te weten hoe het landschap er in het verleden heeft uitgezien. Men kan meer te weten komen over dit landschap door de geologische opbouw, de bodem en de hydrologie van een gebied te bestuderen. De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Tabel II. Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Type gegevens Geologie 6 Geomorfologie 7 Bodemkunde 8 Gegevensomschrijving Formatie van Beegden, rivierzand en grind (Be3). Pleniglaciaal Maasterras Dalvlakteterras (5E9a) Rooibrikgronden; zwak en sterk lemig fijn zand (code: BZd23-VII) Geologie Het terrassenlandschap langs de Maas is ontstaan gedurende de verschillende koude en warme perioden van het Kwartair. Tijdens koude perioden heeft de Maas een vlechtend karakter gehad met een brede riviervlakte en een opeenhoping van sedimenten. Gedurende de overgang van een koude naar een warme periode sneed de rivier zich in het rivierterras in. Daarna begon de Maas te meanderen, waarbij de rivier zich concentreerde in één geul en er verschillende sedimenten in de bedding, op de oever en in de naastgelegen komgronden werden afgezet. De oudste terrassen liggen hoog, de 5 Amersfoort & Kamphuis, 1990/De Jong, /ikme.nl /Klep & Schoenmaker, 1995/Zwanenburg, Mulder et al., Alterra, Stichting voor Bodemkartering, Rapport versie 1 Pagina 5 van 23

12 jongere lager. Kenmerkend zijn de vele geulen (insnijdingen) binnen de terrasniveaus. De Maas heeft zich herhaalde malen verlegd zodat behalve de huidige rivierloop diverse oude geulen, vaak in de vorm van een meanderbocht, zijn achtergebleven. Deze meanders zijn scherp begrensd en liggen aanmerkelijk lager in het landschap dan de aangrenzende niet-geërodeerde afzettingen. Hierdoor is een landschap ontstaan met grotere en kleinere plateaus die veel steile randen hebben naar de geulen. De gronden binnen deze plateaus betreffen vaak oude kleigronden en bruine, oude bouwlanden. De meanders zijn meestal opgevuld met jonge rivierklei. Plaatselijk wordt er binnen meanders zand aangetroffen of heeft er enige veenvorming plaatsgevonden (broekveen) wanneer meanders zijn afgesloten. Behalve in zijn eigen afzettingen (grove, grindrijke rivierzanden behorende tot de Formatie van Beegden) heeft de Maas zich ook ingesneden in het westelijk gelegen dekzandgebied en deels in het gebied van de rivierstuifduinen, waardoor deze hoger gelegen, geïsoleerde delen vormen. Daarnaast zijn de afzettingen van de hoger gelegen terrassen deels bedekt door dekzandafzettingen. Vanaf de Middeleeuwen zijn de Holocene riviervlakte en delen van het Maasterras uit de Jonge Dryas afgedekt met een pakket oeverafzettingen. Het plangebied ligt op een relatief hoog gelegen deel van het terras dat is ontstaan gedurende het Pleniglaciaal ( BP). Op 150 meter ten oosten van het plangebied ligt een oude restgeul van de Maas binnen het Pleniglaciale terras. Op 125 meter ten zuidwesten van het plangebied ligt de overgang naar het lager gelegen Allerød-terras ( BP) (zie figuur 6). 9 DINO 10 Het Dinoloket is de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO). Het DINO-systeem is de centrale opslagplaats voor geowetenschappelijke gegevens over de diepe en ondiepe ondergrond van Nederland. Het archief omvat diepe en ondiepe boringen, grondwatergegevens, sonderingen, geo-elektrische metingen, resultaten van geologische, geochemische en geomechanische monsteranalyses, boorgatmetingen en seismische gegevens. De site wordt beheerd door TNO. In het Dinoloket is een boring uit de nabijheid van het plangebied bestudeerd. 11 Hieruit blijkt dat de ondergrond bestaat uit een pakket fijn zand met daaronder grover zand. Al deze afzettingen behoren tot de Formatie van Beegden. Geomorfologie De Geomorfologische kaart geeft de mate van reliëf en de vormen die in het landschap te onderscheiden zijn weer. Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) ligt het plangebied op een Dalvlakteterras (5E9a) (zie figuur 5). Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 12 Het Actueel Hoogtebestand Nederland vormt een belangrijke aanvullende informatiebron voor de landschapsanalyse. Dit met behulp van laseraltimetrie verkregen digitale bestand vormt een gedetailleerd beeld van het huidige reliëf in het plangebied. Uitgaande van het AHN ligt het plangebied op een relatief hoog gelegen Maasterras welke ten oosten van het plangebied doorsneden is door een aantal geulen. Op 125 meter ten zuidwesten van het plangebied is het lager gelegen Allerød-terras duidelijk herkenbaar op het AHN. Bij de insnijding heeft zich hier een terrasrand gevormd met een hoogteverschil van circa 6 meter. Het plangebied bevindt zich daarom op een noord-zuid georiënteerde rug tussen een pleniglaciale restgeul in het oosten en de terrasrand in het westen (zie figuur 6). 9 RCE, DINO boornummers B58E Rapport versie 1 Pagina 6 van 23

13 Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) is het plangebied gekarteerd als Rooibrikgronden; zwak en sterk lemig fijn zand (code: BZd23) (zie figuur 7). Rooibrikgronden komen in oude, zandige rivierafzettingen voor en kenmerken zich door een lutum-inspoelingslaag (de briklaag) onder een dunne humeuze bouwvoor. In deze briklaag komen geen roest- of grijze vlekken voor. 13 Grondwatertrap Grondwatertrappen zijn een indicatie voor de diepte van de grondwaterstand en de seizoensfluctuatie daarvan. De grondwatertrappenindeling is gebaseerd op de gemiddeld hoogste (GHG) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG). Hiermee worden de winter- en zomergrondwaterstanden gekarakteriseerd in een jaar met een gemiddelde neerslag en verdamping. In stedelijk gebied zijn geen grondwatertrappen bepaald. Deze worden als witte vlekken op de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) weergegeven. Tabel III geeft een overzicht van de klassengrenzen die worden aangehouden bij de indeling van de grondwatertrappen. De trappen worden vastgesteld op een schaal van I tot VII van respectievelijk extreem nat tot extreem droog. Bij sommige grondwatertrappen is een * weergegeven: het gaat hier om tussenliggende grondwatertrappen die een drogere variant vertegenwoordigen. Tabel III. Grondwatertrappenindeling 14 Grondwatertrap GHG (cm - mv) GLG (cm - mv) I II' III' IV V' VI VII" VIII - <40 <40 >40 < >80 > 140 < >120 >120 >120 - ') Bij deze grondwatertrappen wordt een droger deel onderscheiden ") Een met een * achter de code als onderverdeling aangegeven "zeer droog deel" heeft een GHG dieper dan 140 cm beneden maaiveld Gebiedsdelen met een goede ontwatering (Grondwatertrap VI, VII en VIII) zijn zeer geschikt voor landbouw en vormden mede daarom, vooral in het verleden, een aantrekkelijk vestigingsgebied. Tevens is het grondwaterpeil een indicatie voor de conservering van metalen en organische resten, hoe beter de ontwatering hoe slechter de conservering. Het plangebied bevindt zich in een gebied dat wordt gekenmerkt met een grondwatertrap VII. Omdat het plangebied op zand ligt en de toekomstige bebouwing maar op een beperkt deel van het plangebied zal plaatsvinden wordt niet verwacht dat het toekomstig grondwaterpeil zal worden beïnvloed. 3.7 Archeologische waarden Voor de uitkomst van het bureauonderzoek is het van belang de bekende archeologische waarden (al dan niet volledig onderzocht) te beschrijven. Een belangrijke informatiebron is het landelijke ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS), dat beheerd wordt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). 15 In dit systeem worden alle archeologische gegevens verzameld en via internet zijn deze door bevoegden te raadplegen. De bekende archeologische waarden zijn middels kaartmateriaal weergegeven in figuur 8. Tevens zijn in de figuur de indicatieve archeologische waarde en de in ARCHIS geregistreerde AMK- 13 Stichting voor Bodemkartering, Locher & Bakker, Archeologisch informatiesysteem Archis3, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort Rapport versie 1 Pagina 7 van 23

14 terreinen, waarnemingen, vondstmeldingen en onderzoeksmeldingen binnen een straal van 500 meter weergegeven. Indicatieve archeologische waarde De IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarde) geeft voor heel Nederland de trefkans aan op het voorkomen van archeologische resten. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën (per landen waterbodem): een hoge, middelhoge, lage en zeer lage verwachting. Bebouwde gebieden, waarvan geen bodemkundige of geologische gegevens bekend zijn, zijn niet gekarteerd. Aangezien de gemeentelijke beleidskaart een hoger detailniveau heeft dan de IKAW is de IKAW voor het onderzoek niet geraadpleegd. Provinciale archeologische aandachtsgebieden provincie Limburg De Provincie Limburg heeft in maart 2008 besloten haar verantwoordelijkheid voor archeologie te gaan beperken tot waarden van provinciaal belang. Daartoe heeft ze een aantal zgn. archeologische aandachtsgebieden aangewezen. Dit zijn representatieve en relatief gave delen van de verschillende Limburgse cultuurlandschappen met een groot potentieel aan archeologische waarden. De Provincie wil zich inzetten voor het behoud en onderzoek van archeologische waarden in deze gebieden. Het betreft zes soorten gebieden, verspreid over 16 verschillende gemeenten. Volgens de Provinciaal Archeologisch Aandachtsgebied kaart van de provincie Limburg ligt het plangebied niet binnen een Provinciaal Archeologisch Aandachtsgebied. 16 Archeologische beleidskaart Gemeente Beesel 17 Sinds 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht (WAMZ). Het doel van deze wet is te voorkomen dat archeologische waarden uit het verleden verloren gaan. In deze wet zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het beheer van het bodemarchief binnen hun grondgebied. Voor een goed beheer van dit bodemarchief gebruikt de gemeente een archeologische beleidskaart. De archeologische beleidskaart geeft een gemeentebreed overzicht van bekende en te verwachten archeologische waarden. De kaart maakt inzichtelijk waar en bij welke ruimtelijke ingrepen een archeologisch onderzoek verplicht is en wordt als toetsingskader gebruikt voor ruimtelijke procedures. Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. ligt het plangebied binnen een gebied met een hoge archeologische verwachting. Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening bij bodemingrepen dieper dan 40 cm -mv en een onderzoekslocatie groter dan 500 m², vroegtijdig een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. AMK-terreinen binnen het onderzoeksgebied De Archeologische Monumentenkaart (AMK) bevat een overzicht van archeologische monumenten/terreinen in Nederland. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria (kwaliteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en belevingswaarde). Op grond daarvan zijn deze ingedeeld in vier categorieën; terreinen met archeologische waarde, een hoge archeologische waarde, een zeer hoge archeologische waarde of een zeer hoge archeologische waarde met een beschermde status. Het plangebied ligt binnen één AMK-terrein. Binnen het onderzoeksgebied liggen vijf AMK-terreinen (zie Tabel IV en figuur 8). Tabel IV. Overzicht AMK-terreinen AMK Situering Datering Waarde en omschrijving De Boer, e.a., 2010 Rapport versie 1 Pagina 8 van 23

15 nr. t.o.v. plangebied 8682 In en om het plangebied meter ten noorden meter ten zuiden meter ten zuiden Paleolithicum, Mesolithicum en Neolithicum Paleolithicum- IJzertijd Paleolithicum - IJzertijd Mesolithicum - Neolithicum Toponiem: Bussereind, Centrum Complex: nederzettingen Waarde: Terrein van archeologische waarde Terrein waarin sporen van bewoning uit het Mesolithicum-Neolithicum. Op basis van fragmenten bewerkt vuursteenmateriaal aan het oppervlak, binnen de grenzen van het terrein, is er een hoge kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Steentijd. Het gebied ligt op de rand van een relatief hooggelegen rivierterras van de Maas. Het terrein is onderdeel van een cluster archeologisch potentiële waardevolle terreinen. Met name ten oosten van het gebied zijn verschillende fragmenten bewerkt vuursteen uit het Paleolithicum-Neolithicum aangetroffen. Op het terrein zelf is een complete ruw bekapte bijl aangetroffen met vermoedelijk een Neolithische ouderdom. Circa 50 meter ten oosten van het terrein is een waarneming bekend, bestaande uit meer dan 50 oppervlaktevondsten van bewerkt vuursteen. De totale hoeveelheid gevonden bewerkt vuursteen in de nieuwe grenzen (2007) van het monument met de naastgelegen monumenten bedraagt al ruim 300 stuks. Het terrein is verstoord door verploeging en de fysieke en gemiddelde inhoudelijke kwaliteit van het monument is laag. Veldwerk vond niet plaats, wel heeft een verkennend veldonderzoek plaatsgevonden. Toponiem: Bussereind, Centrum Complex: nederzettingen, grafveld Waarde: Terrein van archeologische waarde Terrein waarin sporen van bewoning uit het Paleolithicum-Neolithicum. Op basis van fragmenten bewerkt vuursteenmateriaal aan het oppervlak, binnen de grenzen van het terrein, is er een hoge kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Steentijd. Het gebied ligt op de rand van een relatief hooggelegen rivierterras van de Maas. Het terrein is onderdeel van een cluster archeologisch potentiële waardevolle terreinen. Met name ten westen van het gebied zijn verschillende fragmenten bewerkt vuursteen aangetroffen. Op het terrein zelf is een Neolithische Flint-oval bijl en een fragment van een vuurstenen kling met een vermoedelijk Mesolithische of Neolithische datering aangetroffen. Een vondstmelding meldt dat circa 175 meter ten noordwesten van het terrein een grafveld uit de Bronstijd-IJzertijd aanwezig zou zijn. Zie ook W28389 (vuurstenen Neolithisch bijl en drie Mesolithisch-Neolithisch vuurstenen klingen) en nabijgelegen vondstmeldingen van bewerkt vuursteen W21424, W232077, W9484, W29286, W9802, W9508, W51983, W De totale hoeveelheid gevonden bewerkt vuursteen in de nieuwe grenzen (2007) van het monument met de naastgelegen monumenten bedraagt al ruim 300 stuks. Het terrein is verstoord door verploeging en de fysieke en gemiddelde inhoudelijke kwaliteit van het monument is laag. In 2006 zijn vanwege de provincie de Limburgse terreinen van Archeologische Betekenis (AB) geherwaardeerd. Op basis van de beschikbare gegevens werd de status van het onderhavige monument verhoogd tot Archeologische Waarde (AW) en is de begrenzing van het terrein en van de terreinen 58E-A06, 58E-A07 en 58E-A08 aangepast. Veldwerk vond niet plaats, wel heeft een verkennend veldonderzoek plaatsgevonden. Toponiem: Bussereind, Centrum; Bussereind-zuid Complex: nederzettingen Waarde: Terrein van archeologische waarde Terrein waarin sporen van bewoning uit het Mesolithicum-Neolithicum. Op basis van fragmenten bewerkt vuursteenmateriaal aan het oppervlak, binnen de grenzen van het terrein, is er een hoge kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Steentijd. Het gebied ligt op de rand van een relatief hooggelegen rivierterras van de Maas. Het terrein is onderdeel van een cluster archeologisch potentiële waardevolle terreinen. Met name in het terrein zelf zijn verschillende fragmenten bewerkt vuursteen daterend uit het Paleolithicum tot en met het Neolithicum aangetroffen. Het betreft hier een zeer rijke vindplaats. Zie ook W28389, W21424, W232077, W9484, W29286, W9802, W9508, W51983, W De totale hoeveelheid gevonden bewerkt vuursteen in de nieuwe grenzen (2007) van het monument met de naastgelegen monumenten bedraagt al ruim 300 stuks. Het terrein is verstoord door verploeging en de fysieke en gemiddelde inhoudelijke kwaliteit van het monument is laag. In 2006 zijn vanwege de provincie de Limburgse terreinen van Archeologische Betekenis (AB) geherwaardeerd. Op basis van de beschikbare gegevens werd de status van het onderhavige monument verhoogd tot Archeologische Waarde (AW) en is de begrenzing van het terrein en van de terreinen 58E-A05, 58E-A06 en 58E-A08 aangepast. Veldwerk vond niet plaats, wel heeft een verkennend veldonderzoek plaatsgevonden. Toponiem: Bussereind, Centrum; Bussereind-zuid Complex: nederzetting Waarde: Terrein van archeologische waarde Terrein waarin sporen van bewoning uit het Mesolithicum-Neolithicum. Op basis van fragmenten bewerkt vuursteenmateriaal aan het oppervlak, binnen de grenzen van het terrein, is er een hoge kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Steentijd. Het gebied ligt op de rand van een relatief hooggelegen rivierterras van de Maas. Het terrein is onderdeel van een cluster archeologisch potentiële waardevolle terreinen. Met name ten oosten van het gebied zijn verschillende fragmenten bewerkt vuursteen uit het Paleolithicum-Neolithicum aangetroffen. Zie ook W28389, W21424, W232077, W9484, W29286, W9802, W9508, W51983, W De totale hoeveelheid gevonden bewerkt vuursteen in de nieuwe grenzen (2007) van het monument met de naastgelegen monumenten bedraagt al ruim 300 stuks. Het terrein is verstoord door verploeging en de fysieke en gemiddelde inhoudelijke kwaliteit van het monument is laag. Rapport versie 1 Pagina 9 van 23

16 meter ten westen Late- Middeleeuwen - Nieuwe tijd In 2006 zijn vanwege de provincie de Limburgse terreinen van Archeologische Betekenis (AB) geherwaardeerd. Op basis van de beschikbare gegevens werd de status van het onderhavige monument verhoogd tot Archeologische Waarde (AW) en is de begrenzing van het terrein en van de terreinen 58E-A05, 58E-A06 en 58E-A07 aangepast. Veldwerk vond niet plaats. Toponiem: Bussereind, Beesels Broek Complex: schans Waarde: Terrein van hoge archeologische waarde Terrein met resten van een schans uit de Late Middeleeuwen en/of Nieuwe tijd. De Beeselse schans komt reeds voor op een kaart uit 1622, maar zal ouder zijn. Op een verpondingskaart uit 1781 zijn de wallen en grachten nog ingetekend, maar op de minuutplan komen ze niet meer voor. In oktober 1985 en 1986 hebben leden van de Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal hier een proefonderzoek uitgevoerd. Op luchtfoto's waren de grachten goed te traceren en door middel van boringen werd de toegangsweg (een pakket Maaskeien) gelokaliseerd. Bij de daaropvolgende opgravingen (sleuven) werden onder meer twee rijen goed geconserveerde houten palen en een balk van waarschijnlijk het brugdek aangetroffen. De grachten bleken een breedte van circa 10 meter te hebben gehad en een diepte van centimeter. Het geborgen aardewerk dateert merendeels uit de eerste helft van de 17 e eeuw, maar ook materiaal uit de tweede helft is aanwezig. De humuslaag in het onderste deel van de grachtvulling bevatte goed geconserveerde pollen. Op het terrein is sprake van een hoge grondwaterstand. In 2006 zijn vanwege de provincie de Limburgse terreinen van Archeologische Betekenis (AB) geherwaardeerd. Op basis van de beschikbare gegevens werd de status van het onderhavige monument (voorheen 58E-A09), mede vanwege de goede conserveringsomstandigheden verhoogd tot Hoge Archeologische Waarde. In het verleden uitgevoerde archeologische onderzoeken binnen het onderzoeksgebied Binnen het onderzoeksgebied zijn in de afgelopen jaren door verschillende archeologische bedrijven en instellingen in totaal acht archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het gaat daarbij om bureauonderzoeken en booronderzoeken (zie Tabel V en figuur 8). Tabel V. Overzicht onderzoeksmeldingen Zaaknummer (OMnummer) (20643) (20642) (65188) en (65189) (20644) Situering t.o.v. plangebied In en om het plangebied 50 meter ten noordoosten 100 meter ten zuiden 200 meter ten zuiden Aard, uitvoerder en resultaten van het onderzoek Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Bussereind, Bussereind-zuid Uitvoerder: BAAC BV Datum: Onderzoeksnummer: Resultaat: Voorstel is het terrein een archeologische waarde te geven. Het terrein maakt deel uit van een nog herkenbaar fossiel landschap met aardkundige waarde. Het verdient de aanbeveling een groter deel van het landschap te beschermen vanwege de aardkundige waarde, in combinatie met de lokale archeologische waarde. Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Centrum Bussereind Uitvoerder: BAAC BV Datum: Resultaat: Voorstel is het terrein een archeologische waarde te geven. Het terrein maakt deel uit van een nog herkenbaar fossiel landschap met aardkundige waarde. Het verdient de aanbeveling een groter deel van het landschap te beschermen in combinatie met de lokale archeologische waarde. Type onderzoek: bureauonderzoek en booronderzoek Toponiem: Waterlooseweg 3A Bussereind Uitvoerder: Econsultancy BV Datum: Resultaat: De aangetroffen bodemopbouw is voor een groot deel van het plangebied verstoord van 60 tot 90 centimeter onder maaiveld. Slechts in de noordwest- en zuidoosthoek van het plangebied zijn intacte bodems aangetroffen. Binnen het centrale deel van het plangebied (ter hoogte van boringen 2-4 en 6), waar het bodemprofiel is verstoord en waar dus geen archeologische waarden worden verwacht, wordt geadviseerd geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Voor het deel van het plangebied waar nog archeologische waarden worden verwacht, adviseert Econsultancy een dubbelbestemming archeologie waarbij de mogelijke archeologische waarden in situ worden bewaard. Hiertoe dienen beschermende regels in het bestemmingsplan te worden opgenomen. Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Bussereind-Zuid Bussereind Uitvoerder: BAAC BV Datum: Resultaat: Voorstel is het terrein een archeologische waarde te geven. Het terrein maakt deel uit van een Rapport versie 1 Pagina 10 van 23

17 (35450) (43465) en (43311) 200 meter ten noordoosten 400 meter ten oosten nog herkenbaar fossiel landschap met aardkundige waarde. Het verdient de aanbeveling een groter deel van het landschap te beschermen vanwege de aardkundige waarde, in combinatie met de lokale archeologische waarde. Type onderzoek: bureauonderzoek Toponiem: Bussereindseweg 67A Beesel Uitvoerder: Econsultancy BV Datum: Resultaat: Op grond van het bureauonderzoek is gebleken dat er binnen het plangebied sprake kan zijn van een behoudenswaardige vindplaats. Om van deze vindplaats de gegevens te kunnen documenteren en het archeologisch materiaal veilig te stellen, adviseert Econsultancy bv om tijdens de graafwerkzaamheden in een archeologische begeleiding te voorzien. Hierdoor wordt informatie behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden. De archeologische begeleiding dient te worden uitgevoerd volgens het protocol opgraven. Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Beesel Uitvoerder: Archeopro Datum: Resultaat: Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied nog grotendeels intact is. Alleen de zuidelijk randzone van deelgebied zuid, nabij het woonhuis is sterk verstoord. Tijdens de boorwerkzaamheden zijn vrijwel geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van het ontbreken van archeologische indicatoren wordt geadviseerd de hoge verwachtingswaarde voor deelgebied noord alsmede voor het oostelijke deel van deelgebied zuid terug te brengen naar een lage archeologische verwachting en hier geen vervolgonderzoek meer uit te voeren. Voor het westelijke deel van deelgebied zuid geldt een bijzondere verwachting met betrekking tot vondstcomplexen uit het Laat Paleolithicum en het Mesolithicum. De bodem is hier naar verwachting nog grotendeels intact. Aangezien hier echter onvoldoende boringen zijn verricht om een voldoende betrouwbare uitspraak te doen, dient de hoge archeologische verwachtingswaarde hier vooralsnog te worden gehandhaafd. Geadviseerd wordt om hier een aanvullend booronderzoek te doen uitvoeren. Vondsten en/of grondsporen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan alle bekende archeologische vondsten en grondsporen geregistreerd. Binnen het plangebied zijn geen vondsten en/of grondsporen geregistreerd. Binnen het onderzoeksgebied staan 23 vondsten en/of grondsporen geregistreerd (zie Tabel VI en figuur 8). Tabel VI. Overzicht ARCHIS-vondsten Zaaknummer Locatie t.o.v. plangebied Omschrijving (Waarnemingsnr.) (28409) 70 meter ten zuidwesten Neolithicum : - fragment van een vuursteen bijl (51983) 70 meter ten noordoosten Mesolithicum : - fragment van een vuursteen spits (9802) 130 meter ten zuidoosten Paleolithicum - Neolithicum : - vuursteen kernen - 23 fragmenten van vuursteen klingen - vuursteen afslagen - klopsteen - 14 fragmenten van vuursteen schrabbers - 3 fragmenten van vuursteen werktuigen Mesolithicum - Neolithicum : - fragment van een zandsteen/kwartsiet kling - 3 fragmenten van stenen spitsen Neolithicum : - 2 fragmenten van vuursteen bijlen - fragment van een vuursteen schrabber (121219) 130 meter ten zuidoosten Mesolithicum - Neolithicum : - fragmenten van vuursteen werktuigen (9508) 250 meter ten noordoosten Mesolithicum : - fragment van een vuursteen schrabber (9705) 250 meter ten zuiden Mesolithicum : - fragment van een vuursteen kling - fragment van een vuursteen spits Mesolithicum - Neolithicum : - fragment van een vuursteen boor - vuursteen kernen - 3 fragmenten van vuursteen klingen - vuursteen afslag - fragment van een vuursteen combinatiewerktuig - 6 fragmenten van vuursteen schrabbers - slijpsteen - fragment van een vuursteen werktuig Rapport versie 1 Pagina 11 van 23

18 Neolithicum : - fragment van een vuursteen bijl - fragment van een stenen bijl - fragment van een vuursteen sikkelmes - klopsteen - 2 fragmenten van vuursteen schrabbers (9863) 250 meter ten zuiden Paleolithicum - Neolithicum : - fragment van een vuursteen boor - 7 fragmenten van vuursteen klingen - vuursteen afslagen - fragment van een vuursteen steker - klopsteen - 7 fragmenten van vuursteen schrabbers Neolithicum : - fragment van een vuursteen bijl IJzertijd - Romeinse tijd : - fragment van een glazen armband (9903) 250 meter ten zuiden Paleolithicum - Neolithicum : - 3 vuursteen kernen - 13 fragmenten van vuursteen klingen - fragment van een stenen spits - vuursteen afslag - 3 fragmenten van vuursteen stekers - klopsteen - 10 fragmenten van vuursteen schrabbers - fragment van een vuursteen werktuig (19176) (21295) Neolithicum : - 7 fragmenten van vuursteen bijlen 250 meter ten zuiden Mesolithicum - Neolithicum : - 2 fragmenten van vuursteen boren - stenen kernen - 12 fragmenten van vuursteen klingen - 2 vuursteen afslagen - zandsteen/kwartsiet afslag - klopsteen - 8 fragmenten van vuursteen schrabbers 250 meter ten zuiden Paleolithicum - Mesolithicum : - fragment van een vuursteen spits Paleolithicum - Neolithicum : - vuursteen kern - 4 fragmenten van vuursteen klingen - vuursteen afslagen - 4 fragmenten van vuursteen schrabbers Mesolithicum : - fragment van een vuursteen spits Mesolithicum - Neolithicum : - fragment van een vuursteen spits (232188) (232191) Neolithicum : - fragment van een vuursteen bijl - vuursteen afslagen 250 meter ten zuiden Neolithicum : - fragment van Michelsberg-aardewerk - 3 fragmenten van vuursteen schrabbers Late Middeleeuwen : - fragment van steengoed 250 meter ten zuiden Mesolithicum : - vuursteen kernen - 32 fragmenten van vuursteen klingen - 3 fragment van een vuursteen spits - 5 vuursteen afslagen - fragment van een vuursteen steker - 3 klopstenen - 20 fragmenten van vuursteen schrabbers - slijpsteen - fragment van een vuursteen trapezium - fragment van een vuursteen werktuig Neolithicum : - fragment van een vuursteen bijl - fragment van een vuursteen kling - vuursteen afslagen (9746) 250 meter ten zuiden Paleolithicum - Mesolithicum : - fragment van een vuursteen spits Rapport versie 1 Pagina 12 van 23

19 Paleolithicum - Neolithicum : - 2 fragmenten van vuursteen boren - vuursteen kernen - 24 fragmenten van vuursteen klingen - fragment van een stenen spits - vuursteen afslagen - klopsteen - 18 fragmenten van vuursteen schrabbers Paleolithicum - IJzertijd : - klopsteen Mesolithicum : - fragment van een stenen spits Mesolithicum - Neolithicum : - fragment van een vuursteen spits - fragment van een stenen spits Neolithicum : - fragment van een vuursteen bijl - 2 fragmenten van stenen bijlen - fragment van een vuursteen schrabber (9813) 250 meter ten zuiden Mesolithicum - Neolithicum : - 3 fragment van een vuursteen kling - fragment van een zandsteen/kwartsiet kling - vuursteen afslag - klopsteen - 13 fragmenten van vuursteen schrabbers - fragment van een zandsteen/kwartsiet schrabber (18783) Neolithicum : - 2 fragment van een vuursteen bijl 250 meter ten zuiden Paleolithicum - Neolithicum : - fragment van een vuursteen boor - 10 fragmenten van vuursteen klingen - 2 vuursteen afslagen - 2 fragmenten van vuursteen schaven - klopsteen - 8 fragmenten van vuursteen schrabbers (406521) (28389) (31362) (21424) Neolithicum : - 3 fragmenten van vuursteen bijlen Nieuwe tijd : - fragment van een vuursteen musketflint - ijzeren onderdeel van een vuurwapen 250 meter ten zuiden Neolithicum : - fragment van een vuursteen bijl 350 meter ten noordoosten Mesolithicum - Neolithicum : - 3 fragmenten van vuursteen klingen - fragment van een vuursteen bijl 350 meter ten noorden Bronstijd - IJzertijd : - handgevormd aardewerk - fragment van een keramische bak/nap - grondspoor, - houtskool 400 meter ten noorden Mesolithicum : - vuursteen kern - 4 fragmenten van vuursteen klingen - fragment van een vuursteen kling - vuursteen afslagen - 4 fragmenten van vuursteen schrabbers - fragment van een vuursteen schrabber (6588) 450 meter ten westen Nieuwe tijd : - botmateriaal - wegen, - plantaardig, hout palen (9484) 450 meter ten noordoosten Paleolithicum - Bronstijd : - fragment van een vuursteen schrabber (232077) (406128) 450 meter ten noordoosten Mesolithicum : - vuursteen kern - fragment van een vuursteen kling - vuursteen afslagen - fragment van een vuursteen schaaf - klopsteen - fragment van een vuursteen schrabber 500 meter ten westen Middeleeuwen : - bronzen munt, Late Middeleeuwen : - loden gewicht Rapport versie 1 Pagina 13 van 23

20 3.8 Aanvullende informatie Archeologische Verenigingen Voor aanvullende informatie is contact gezocht met de heer Luys van de plaatselijke Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal. Buiten hetgeen in Archis staat, zijn hem geen andere vondsten bekend. Wel gaven ze aan dat de Bussereindseweg een oude bewoningsas van het dorp Beesel is. Op een kaart uit 1774 van het gebied staat op het plangebied al een woning aangegeven, vergelijkbaar met die van de vroeg 19 e -eeuwse kaarten (zie afbeelding 1). Afbeelding 1: ligging van het plangebied (in de rode cirkel) op een kaart uit Korte bewoningsgeschiedenis van de gemeente Beesel 18 In deze paragraaf wordt een bespreking van de bewoningsgeschiedenis van de streek gegeven. Een algemene ontwikkeling van de bewoningsgeschiedenis van Nederland wordt weergegeven in bijlage 2. De oudste resten van menselijke activiteit in de gemeente Beesel bestaan uit (vuur)stenen werktuigen uit het Midden-Paleolithicum: twee vuistbijlen op het Haselt, een schrabber uit Maaskei, klingen en afslagen. De makers en gebruikers van deze werktuigen waren de Neanderthalers die hier tijdens de voorlaatste ijstijd rondtrokken in navolging van de dieren waar zij jacht op maakten. Hierbij kan gedacht worden aan rendieren, holenberen, wolharige neushoorns en mammoeten, die na de slacht ter plekke in tijdelijke kampementen gevild en verwerkt zijn. Het huidige Maasterrassenlandschap was toen al gevormd. De kampementen lagen op de plateaus van de Maasterrassen. Er heerste een poolklimaat met een toendralandschap met mossen en lage begroeiing. Een concentratie van waar- 18 De Boer, Rapport versie 1 Pagina 14 van 23

21 nemingen van Paleolitische vondsten bevindt zich op het lage terras langs de Maas aan de oostzijde tussen Asselt en Reuver. Rond v. Chr. (Mesolithicum) warmde het klimaat verder op en de hoeveelheid neerslag nam toe. Men vestigde zich ook nu op de hogere gelegen terreinen, zoals het Haselt en het Maasveld, om zich te beschermen tegen overstromingen. Op het Maasveld, in het noordwesten van de gemeente, heeft een nederzettingsterrein gelegen dat vanaf de Midden-Steentijd tot mogelijk in de Bronstijd in gebruik is geweest; een groot aantal vondsten van prehistorisch aardewerk en bewerkte vuursteen wijst in deze richting. Het terrein ligt aan de rand van een rivierterras vlak langs de Maas. Door de vele neerslag, door kwel van het hoogterras en de slechte drainage ontstond het moeras van het Meerlebroek. Moeras was voor bewoning niet geschikt, maar zal waarschijnlijk wel deel hebben uitgemaakt van het jachtterrein of een plaats van religieuze betekenis zijn geweest. In het Neolithicum doet de landbouw zijn intrede in West-Europa en ook in onze streken. Ten zuidoosten van Bussereind ligt een concentratie van Neolithische vondsten rond en op de Turfhei. Het is een terrein gelegen op een rug langs een oude Maasmeander. De geul is nog duidelijk aanwezig in het landschap. Deze geul is waarschijnlijk vrij continu watervoerend geweest tot in de 17 e eeuw. Van de overblijfselen van neolithische samenlevingen springen de grafheuvels het meest in het oog. In het zuidelijke deel van de gemeente, aan de Rijkselseweg en ten zuiden van Hoeve Waterloo zijn enkele grafheuvels uit het Neolithicum bekend. In de Bronstijd zijn landbouw en veeteelt de voornaamste vormen van bestaan. Dit uit zich in de bouw van boerderijen met een stalgedeelte, die ook nu op de hoger gelegen zones zijn gebouwd. De waterafvoer van de Maas nam toe en er traden regelmatig overstromingen op. De hogere landschapsgedeelten werden gekozen omdat ze minder getroffen werden door overstromingen. Op alle hogere landschapsdelen langs de Maas zijn daarom nederzettingen te verwachten. In de Late IJzertijd ontstaan kleine dorpjes. Mogelijk werden nederzettingsterreinen in deze periode in enkele gevallen kunstmatig opgehoogd met nederzettingsafval om zo veiliger voor overstromingen te zijn, een soort terp. De Bronstijd kenmerkt zich door de vele (rituele) deposities in natte gebieden, zoals het moerassige Meerlebroek. Een vijftal vindplaatsen kent een continuïteit van deposities vanaf de Steentijd tot in de Metaaltijden, o.a. op het Haselt. Ten zuidoosten van het Haselt ligt een nederzettingsterrein en mogelijk een grafveld uit de IJzertijd. Tegen het einde van de Bronstijd gaat men van inhumatiebegraving over op crematie. De crematieresten worden verzameld in een urn, begraven en bedekt met een heuvel. Dergelijke heuvels zijn gevonden bij Reuver en in het noordoosten van de gemeente vlakbij de landsgrens, op de overgang van het middenterras naar het hoogterras. Vlakbij de Witte Paal werden in 1839 enkele grafheuvels uit de Late Bronstijd opgegraven. Op de Dreesen Campken, ten westen van het Haselt is een grafveld uit de Brons- en IJzertijd gevonden, gelegen op een rivierduin. Ook in het bosgebied bij het Haselt zijn in het verleden urnen aangetroffen. Op het Haselt zijn ook veel fragmenten van La Tène armbanden gevonden. Deze worden in verband gebracht met een nederzetting en een grafveld uit de Late IJzertijd. Een andere concentratie van grafvondsten en grafheuvels ligt op het terrein bij de Bentheimerschans. Een paar honderd meter ten zuidwesten en direct ten oosten van het schansterrein zijn resten van een urnengrafveld (met ophogingen) uit de Brons- en IJzertijd gevonden. Ten zuiden van recreatiepark Lommerbergen en op de Krietheuvel werden urnen gevonden uit de Vroege IJzertijd. Met de komst van de Romeinen traden veel veranderingen op. Onder andere werden er wegen aangelegd, die als voornaamste doel had het snel kunnen verplaatsen van militaire troepen. Een belangrijke verbindingsweg liep vanaf Xanten naar de Maasvallei om vervolgens langs de oostelijke oever van de Maas in Heerlen uit te komen op de verbindingsweg Keulen-Boulogne. Vanaf de Witte Steen Rapport versie 1 Pagina 15 van 23

22 bij Reuver loopt de weg langs de Duits-Nederlandse grens over de Prinsendijk. Vroeger heette deze weg Koning Karelsweg of Steenweg. Ten zuiden van de Witte Steen is de weg nu nog in gebruik als landweg. Op Beesels grondgebied liep de route over het hoogterras. Het gebied onder langs het hoogterras was waarschijnlijk in de Romeinse tijd ook vrij vochtig door kwelwater. Langs de Romeinse wegen lagen veelal grafvelden. Ten oosten van de Bentheimerschans ligt een Romeinse grafheuvel. Van de Romeinse vindplaatsen in Limburg zijn de villae het bekendst, met name op de vruchtbare lössgronden in Zuid-Limburg en op andere vruchtbare bodems, zoals de rivierkleigronden van Beesel. Een dergelijk villacomplex ligt op de Donderberg; een stuifduin. Op een andere stuifduin, de Solberg, ontwikkelt zich ook een Romeinse nederzetting. Het is gebleken dat het niet om een Romeinse villa gaat, maar om een inheems-romeinse nederzettingssite uit de 2 e en 3 e eeuw. Hoewel er veel vondstmateriaal uit de Romeinse tijd gevonden is, ontbreekt het aan restanten van steenbouw, die typerend zijn voor een villagebouw. Op de locatie waar de St. Lambertuskapel staat, zijn tijdens graafwerkzaamheden funderingen van een Romeins gebouw aangetroffen, mogelijk ook een villa. Aan de rand van een rivierduincomplex, vlakbij de plek waar de Schelkensbeek in het Maasdal uitmondt, ligt onder een esdek een nederzetting uit de Romeinse tijd. De Romeinse sporen verspreiden zich tot vlak langs de beek waar meer resten van een Romeinse villa zijn aangetroffen. De Vroege Middeleeuwen zijn slecht vertegenwoordigd in het vondstmateriaal. De enige vroegmiddeleeuwse resten die in de gemeente bekend zijn, zijn ongeveer 250 meter ten zuidwesten van de St. Lambertuskapel gevonden aan de Sangersweg. Het gaat om een afvalkuil, houtskool en aardewerk, onder andere een pot van Badorf-aardewerk, uit de 8 e of 9 e eeuw. De oudste vondst van deze locatie is een aardewerkscherf uit de 5 e of 6 e eeuw. Mogelijk wijzen deze vondsten op de locatie van een Merovingische nederzetting. Tussen Rijkel en Aoleberg werd, evenals ten noorden van Schelkensbeek, Frankisch aardewerk gevonden. Vrijwel alle bewoning bleef in de Merovingische periode geconcentreerd in de strook tussen Maas en Meerlebroek. In de Volle Middeleeuwen, meer dan in de Vroege Middeleeuwen, was het landschap dynamischer. De Maas verplaatste haar bedding regelmatig en de overstromingen die het Maasdal teisterden waren van grote invloed op de mogelijkheden van de mens om het Maasdal te bewonen en gebruiken. De bewoning concentreerde zich op de hoger gelegen delen in, nu nog bestaande, dorpen. Na 1000 komt er meer ontbossing als gevolg van de toenemende houtbehoefte. Deze behoefte hing samen met de periode van economische bloei van de 11 e tot in de 14 e eeuw. De bevolking groeide, grote gebieden werden ontgonnen, steden werden gesticht. Het laaggelegen gebied was destijds minder geschikt voor bewoning maar was wel goed bruikbaar voor de bouw van watermolens en baksteenovens. Als de behoefte aan land toeneemt, vinden er ontginningen en ontwatering plaats. Kastelen spelen waarschijnlijk een belangrijke rol bij de ontginningen en bij de controle over bijvoorbeeld de ijzerindustrie. Ook dragen ze bij aan de beheersing van de handel en het transport op de Maas. Enkele kilometers ten zuiden van gemeente Beesel en in de zuidwesthoek van de gemeente blijkt de dynamiek van de Maas uit de vondsten van onder andere scheepsresten in verlande beddingen. In de 14 e of 15 e eeuw werd de lus tussen Rijkel en Swalmen doorgesneden door de Maas. Uit deze periode stamt scheepshout dat bij de Biesweerd langs de oostoever van de Laatmiddeleeuwse Maas werd gevonden. Uit de periode 11 e tot 13 e eeuw zijn meer gegevens bekend uit de gemeente Beesel. Zo is bij het recreatiepark Lommerbergen veel laatmiddeleeuws aardewerk, houtskool en verbrande leem aangetroffen. Waarschijnlijk gaat het om een zogenaamde Wüstung die in de 11 e eeuw tot het midden van de 13 e eeuw werd bewoond. De huidige woonkernen in de gemeente Beesel zijn alle in de Middeleeuwen of daarna ontstaan. Ten oosten en zuidoosten van Rijkel ligt een aantal kampontginningen, waaronder de omgrachte Baxhof, net over de grens met Swalmen. Het is een mooi voorbeeld van een grote middeleeuwse kampontginning. Ten noorden van Rijkel staat De Grauwe Beer, een Zaanse molen. In Zaandam werd deze molen in 1891 tot stellinghoogte afgebroken en in onderdelen via het water naar Beesel gevoerd. De Rapport versie 1 Pagina 16 van 23

23 eerste standplaats van de molen was langs de St. Anthoniusstraat. In 1981 werd ze volledig gerestaureerd en verplaatst naar de huidige locatie aan de Drakenweg. De oude dorpskern van Beesel ligt in het gedeelte dat nu Ouddorp wordt genoemd. Hier liggen de oudste huizen en de oude kerk die op het hoogste punt van het dorp is gelegen. De nederzetting ontstond in de 12 e eeuw op een langgerekte noord-zuid lopende rug aan de Maas. De kerk lag aan een driehoekig plein, de Markt. Hier zijn de fundamenten en een deel van de vloeren van deze laatmiddeleeuwse kerk opgegraven. Tot en met de 16 e eeuw kon men in Beesel droog wonen. Vanaf de 17 e eeuw werd het gevaar voor overstromingen door een veranderend klimaat groter. In 1643 stortte de kerk tijdens een overstroming in. De dreiging van nieuwe overstromingen werd groter en de oever van de Maas kwam dichterbij. Een nieuwe kerk en dorpskern werden gebouwd op een hoger gelegen terrein. De huidige dorpskern van Beesel is daar rond 1750 ontstaan. Ten oosten van Beesel en Swalmen lag een landweer die de naam Wolfsgraaf droeg. Een eerste vermelding van deze landweer is uit Het bouwwerk bestaat uit een wal. Het gedeelte dat nu in de gemeente Beesel ligt, was beplant met een haag en werd geflankeerd door een rij kuilen; naast het deel dat in de gemeente Roermond ligt, lag een droge gracht. Fragmenten van de landweer zijn nog aanwezig. De bewoningskern Beesel kan in haar oorspronkelijke vorm gekarakteriseerd worden als een kransakkerdorp: een dorp bestaande uit een krans van langs een centrale akker gelegen buurtschappen met een centraal daartussen gelegen kerk- of marktdorp. De uitbreiding van de bebouwing in de 19 e eeuw vond plaats langs oude wegen, de weg die Rijkel, Beesel en Reuver verbindt en langs de weg die vanuit de kern van Beesel naar het westen richting Maas loopt Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Op grond van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld: Tabel VII. Gespecificeerde archeologische verwachting Archeologische periode Gespecificeerde verwachting Te verwachten resten en/of sporen Relatieve diepte t.o.v. het maaiveld (Laat-)Paleolithicum Hoog Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen Mesolithicum Hoog Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen Neolithicum Hoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, houtskool en gebruiksvoorwerpen Onder de bouwvoor en in de top van de Maasterrasafzettingen Onder de bouwvoor en in de top van de Maasterrasafzettingen Onder de bouwvoor en in de top van de Maasterrasafzettingen Bronstijd Hoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, metaalresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Onder de bouwvoor en in de top van de Maasterrasafzettingen IJzertijd Hoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Romeinse tijd Hoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine Onder de bouwvoor en in de top van de Maasterrasafzettingen Onder de bouwvoor en in de top van de Maasterrasafzettingen 19 Loegiesen.nl Rapport versie 1 Pagina 17 van 23

24 fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Middeleeuwen Hoog Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Nieuwe tijd Hoog Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Onder de bouwvoor en in de top van de Maasterrasafzettingen Onder de bouwvoor en in de top van de Maasterrasafzettingen Uit de landschappelijke ligging op rug op een Pleniglaciaal terras van de Maas doorsneden door een aantal restgeulen en iets ten oosten van een terrasrand naar een lager gelegen Maasterras blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers-verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. Uit de archeologische gegevens die verzameld zijn uit het onderzoeksgebied blijkt dat er in de omgeving van het plangebied grote aantallen sporen van menselijke activiteit zijn waar genomen vanaf het Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd, met een nadruk op de Steentijd. Verder is het plangebied vanaf in ieder geval de tweede helft van de 18 e eeuw bebouwd geweest met een woning. Het is niet bekend tot wanneer de bebouwing op dit kavel teruggaat. De gespecificeerde verwachting voor het plangebied is hoog voor archeologische resten uit alle perioden van het Laat Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd. In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten is hoog. De archeologische resten worden direct aan of onder het maaiveld verwacht. De vondstenlaag wordt verwacht in de eerste 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen en waterputten) worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. Deze archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- en/of vuursteenstrooiïngen. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Bodemverstoring Dat een gebied een middelhoge of hoge archeologische verwachting heeft, betekent niet dat eventuele aanwezige archeologische resten behoudenswaardig zijn. De waarde van archeologische vindplaatsen wordt grotendeels bepaald door de mate waarin grondsporen dan wel vondsten in situ bewaard zijn gebleven. Het plangebied is in de afgelopen 240 jaar deels bebouwd geweest en verder in gebruik geweest als tuin. Door graafwerkzaamheden en bouwactiviteiten kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden, die vanaf het maaiveld worden verwacht, mogelijk verloren zijn gegaan Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek Voor het bureauonderzoek is een drietal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het bureauonderzoek de daarvoor benodigde gegevens hebben opgeleverd. Rapport versie 1 Pagina 18 van 23

25 Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Het plangebied is in de afgelopen 240 jaar deels bebouwd geweest en verder in gebruik geweest als tuin. Door graafwerkzaamheden en bouwactiviteiten kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden, die vanaf het maaiveld worden verwacht, mogelijk verloren zijn gegaan. Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, die vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of -rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Uit de landschappelijke ligging op rug op een Pleniglaciaal terras van de Maas doorsneden door een aantal restgeulen en iets ten oosten van een terrasrand naar een lager gelegen Maasterras blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagersverzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? De gespecificeerde verwachting voor het plangebied is hoog voor archeologische resten uit alle perioden van het Laat Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd Aanbevolen onderzoeksmethode Gezien de in dit bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting is binnen het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk om deze te toetsen. Het vervolgonderzoek kan het beste worden uitgevoerd in de vorm van een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek. Gezien de kleine omvang van het plangebied, de ligging van het archeologisch niveau direct onder de bouwvoor en een verwachting van een archeologische laag of vondststrooiing met een hoge vondstdichtheid (> 40 vondsten/m 2 ) is in dit stadium de meest geschikte onderzoeksmethode een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek. Verspreid in het plangebied dienen boringen te worden gezet met een om inzicht te krijgen in de toestand van het bodemprofiel. Tevens dient gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Daar waar sprake is van een (deels) intact profiel dient de laag waar archeologische indicatoren meest waarschijnlijk kunnen worden verwacht gezeefd te worden met behulp van een zeef met een maaswijdte van 4 mm. Het zeefresidu dient geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem, bot etc. Door middel van het gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek dient te worden vastgesteld of er binnen het plangebied archeologische resten in situ te verwachten zijn. 4 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK 4.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd in de vorm van een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek, conform de eisen van de BRL SIKB 4000 (versie 4.0, ) en KNA, versie 4.0, specificatie VS03. Voor het inventariserend veldonderzoek is op 15 mei 2017 door drs. M. Stiekema (senior prospector) een Plan van aanpak (PvA) opgesteld. In totaal zijn er met behulp van een edelmanboor (diameter 15 cm) vijf boringen tot maximaal 1,20 m - mv gezet (zie figuur 10). De boringen zijn verspreid binnen het plangebied gezet. Bij het zetten van de Rapport versie 1 Pagina 19 van 23

26 boringen is rekening gehouden met de aanwezige verhardingen en gebouwen. De boringen zijn lithologisch conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode beschreven. 20 De boringen zijn met meetlinten ingemeten (x- en y-waarden). Van alle boringen is de maaiveldhoogte afgeleid van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Aan de hand van het opgeboorde materiaal is beoordeeld of er wel, niet of deels sprake is van een gaaf bodemprofiel. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Daar waar sprake is van een (deels) intact profiel is de laag waar archeologische indicatoren meest waarschijnlijk kunnen worden verwacht gezeefd met behulp van een zeef met een maaswijdte van 4 mm. Het zeefresidu is geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem, bot etc. 4.2 Resultaten Geologie en bodem De resultaten van de boringen zijn opgenomen in de vorm van boorprofielen en worden in bijlage 5 weergegeven. Op basis van deze boorprofielen kan de bodemopbouw als volgt worden beschreven. In het plangebied zijn matig fijne, matig tot sterk siltige zandafzettingen en sterk zandige leemafzettingen aangetroffen. Bij alle boringen bestaat de bovenste cm uit een sterk verstoord pakket. De verstoringen kenmerken zich door de aanwezigheid van sterk gevlekte afzettingen en resten baksteen en puin. Boring 3 is op een diepte van 90 cm mv gestuit in een puinlaag. Onder de verstoorde afzettingen zijn onverstoorde Maasterrasafzettingen bestaande uit sterk zandige leem en matig siltig zand aangetroffen. Archeologische indicatoren Tijdens het veldonderzoek zijn twee archeologische indicatoren aangetroffen. In boring 4 is een fragment Elmpter aardewerk uit de Late Middeleeuwen gevonden in de bouwvoor. Verder is er nabij boring 2 aan het maaiveld een fragment roodbakkend aardewerk uit de 16 e 19 e eeuw aangetroffen. 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek Voor het veldonderzoek is een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het veldonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd; Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? In het plangebied zijn Maasterrasafzettingen bestaande uit sterk zandige leem en matig siltig zand aangetroffen. Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? Bij alle boringen bestaat de bovenste cm van het bodemprofiel uit een sterk verstoord pakket. Deze verstoring hangt vermoedelijk samen met de huidige en voormalige bewoning in het plangebied, welke teruggaat tot minimaal de 18 e eeuw. Zijn, daar waar het bodemprofiel intact is, archeologische indicatoren aangetroffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats? Zo ja, wat is de aard en diepteligging ervan? 20 Bosch, Rapport versie 1 Pagina 20 van 23

27 Er zijn aan het maaiveld en in de bouwvoor fragmenten aardewerk uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd aangetroffen. Het is waarschijnlijk dat deze scherven samenhangen met de voormalige bebouwing in het plangebied. Zijn er archeologische lagen aangetroffen (cultuur- en afvallagen cq. ophogingslagen)? Zo ja, wat is de aard, diepteligging en minimale en maximale dikte ervan? De humeuze, puin- en baksteenhoudende laag aan het maaiveld betreft vermoedelijk een laag die is gevormd door het gebruik als erf dan wel tuin en de sloop van de voormalige bebouwing in het plangebied. Indien er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig is, wat zijn dan de gevolgen van de voorgenomen bodemingrepen voor de vindplaats? In het plangebied kunnen nog resten aanwezig zijn van de voormalige bebouwing en erf uit de Nieuwe tijd en mogelijk de Late Middeleeuwen. Deze resten kunnen bij de realisatie van de nieuwbouw worden verstoord. 5 CONCLUSIE EN ADVIES 5.1 Conclusie Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden. Daarom is er aansluitend een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd. Op basis van de aangetroffen verstoorde laag, welke samenhangt de huidige en voormalige bebouwing in het plangebied uit de Nieuwe tijd en mogelijk de Middeleeuwen, kan de gespecificeerde archeologische verwachting voor de periodes Laat Paleolithicum tot en met Romeinse tijd worden bijgesteld naar laag. De hoge verwachting voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd blijft op basis van de aangetroffen indicatoren en de bodemopbouw gehandhaafd. 5.2 Advies Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek adviseert Econsultancy om de huidige bebouwing in eerste instantie alleen bovengronds te slopen. Na de sloop dient er door een archeoloog een inspectie (naar onder andere de kelders) uit te worden gevoerd, waarbij er gekeken wordt of de bodem dusdanig is verstoord dat vervolgonderzoek niet meer nodig is, of dat de aanleg van de nieuwe bouwput en het uitgraven van de huidige fundamenten onder archeologische begeleiding moeten worden uitgevoerd. Voor de rest van het plangebied waar nog geen bouwwerkzaamheden plaats zullen vinden adviseert Econsultancy om de dubbelbestemming archeologie te handhaven. Indien er in de toekomst nieuwe bouwplannen komen voor dit deel van het plangebied dan dient hier alsnog een proefsleuvenonderzoek te worden uitgevoerd. Bovenstaand advies is van Econsultancy. De resultaten van onderhavig onderzoek dienen te worden beoordeeld door het bevoegd gezag (gemeente Beesel). Het bevoegd gezag neemt vervolgens een besluit. Rapport versie 1 Pagina 21 van 23

28 LITERATUUR Alterra, 2003: Digitale Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1: Amersfoort, H. & P.H. Kamphuis, 1990: Mei De strijd op Nederlands grondgebied. s- Gravenhage. Berendsen, H.J.A., 2005: Fysische Geografie van Nederland, deel 4: Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio's. Van Gorcum, Assen. Boer, A. de, A. Botman, A. Brakman, R. Magendans, 2010: De archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Beesel, Amersfoort. Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNOrapport, NITG A). Ellenkamp M.G.B., 2017: Rapportage verkennend bodemonderzoek Bussereindseweg 36 te Beesel Econsultancy rapport , Swalmen Jong, L. de, : Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. s- Gravenhage. Kars, H. & A. Smit (red.), 2003: Handleiding Fysiek Behoud Archeologisch Erfgoed. Degradatiemechanismen in sporen en materialen. Monitoring van de conditie van het bodemarchief. Amsterdam (Geoarchaeological and Bioarchaeological Studies, 1). Klep C. & B. Schoenmaker, 1995: De Bevrijding Van Nederland Oorlog op de flank. Den Haag. Locher, W.P. & H. de Bakker, 1990: Bodemkunde van Nederland. Deel 1: Algemene bodemkunde. Malmberg, Den Bosch. Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff, T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen. Stichting voor Bodemkartering, 1968: Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 58O. Zwanenburg G.J., 1990: En nooit was het stil - Kroniek van een luchtoorlog. Emmen. RCE, 2014: Geomorfogenetische kaart Maasvallei Rapport versie 1 Pagina 22 van 23

29 BRONNEN AHN; internetsite, mei Archeologisch informatiesysteem Archis3, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort, mei Bodemloket, internetsite, mei Beeldbank Vrije Universiteit; internetsite, mei Beeldbank Cultureelerfgoed; internetsite, mei Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Limburg; internetsite, mei Dinoloket; internetsite, mei Giesen, L.: tussen Maas en Meerlebroek, mei Indicatieve kaart Militair Erfgoed; internetsite, mei Kadaster Topotijdreis; internetsite, mei Provinciaal Omgevingsplan Limburg; internetsite, mei SIKB; internetsite, mei Rapport versie 1 Pagina 23 van 23

30 Figuur 1. Situering van het plangebied binnen Nederland Bussereindseweg 36 te Beesel. Situering van het plangebied binnen Nederland Legenda Plangebied Rapport versie 1

31 Figuur 2. Detailkaart van het plangebied Bussereindseweg 36 te Beesel. Detailkaart van het plangebied Legenda Plangebied Rapport versie 1

32 Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied Bussereindseweg 36 te Beesel. Luchtfoto van het plangebied Legenda Plangebied Rapport versie 1

33 Figuur 4. Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Situatie (bron:tranchot) Situatie (bron:rce Beeldbank) Situatie 1925 (bron:topotijdreis.nl) Situatie 1937 (bron:topotijdreis.nl) Bussereindseweg 36 te Beesel. Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Legenda Plangebied Rapport versie 1

34 Figuur 5. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Bussereindseweg 36 te Beesel. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Plangebied Rapport versie 1

35 Figuur 6. Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Bussereindseweg 36 te Beesel. Situering van het plangebied binnen Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Legenda Plangebied Rapport versie 1

36 Figuur 7. Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Bussereindseweg 36 te Beesel. Situering van het plangebied binnen de bodemkaart Legenda Plangebied Rapport versie 1

37 Figuur 8. Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Bussereindseweg 36 te Beesel. Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied (bron: Archeologisch informatiesysteem Archis3) Plangebied Rapport versie 1

38 Figuur 9. Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart Bussereindseweg 36 te Beesel. Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart gemeente Beesel Legenda Plangebied Rapport versie 1

39 Figuur 10. Boorpuntenkaart Bussereindseweg 36 te Beesel. Boorpuntenkaart Legenda Plangebied Boorpunt met nummer Rapport versie 1

40 Bijlage 1 Overzicht geologische en archeologische tijdvakken Ouderdom in jaren Chronostratigrafie MIS Lithostratigrafie Formaties: Naaldwijk Holoceen 1 (marien), Nieuwkoop (veen), Echteld (fluviatiel) Late Dryas (koud) Laat- Allerød Weichselien (warm) (Laat- Vroege Dryas Glaciaal) (koud) 2 Bølling (warm) Midden- Weichselien (Pleniglaciaal) Vroeg- W eichselien (Vroeg- Glaciaal) Eemien (warme periode) Laat- Pleniglaciaal Midden- Pleniglaciaal Vroeg- Pleniglaciaal 3 4 5a 5b 5c 5d 5e Saalien (ijstijd) 6 Formatie van Kreftenheye Eem Formatie Formatie van Drente Formatie van Boxtel Formatie van Beegden Holsteinien (warme periode) Elsterien (ijstijd) Cromerien (warme periode) Pre-Cromerien Formatie van Urk Formatie van Sterksel Formatie van Peelo Rapport versie 1

41 Cal. jaren v/n Chr C jaren Chronostratigrafie Pollen zones Vegetatie Archeologische perioden Vb2 Loofbos Nieuwe tijd eik en hazelaar Subatlanticum overheersen Middeleeuwen koeler Vb1 haagbeuk vochtiger veel cultuurplanten Romeinse tijd Va rogge, boekweit, korenbloem IJzertijd Subboreaal koeler droger IVb IVa Loofbos eik en hazelaar overheersen beuk>1% invloed landbouw (granen) Bronstijd Neolithicum Atlanticum warm vochtig III Loofbos eik, els en hazelaar overheersen in zuiden speelt linde een grote rol Laat- Weichselien (Laat- Glaciaal) Boreaal warmer Preboreaal warmer Late Dryas Allerød Vroege Dryas Bølling II I LW III LW II LW I den overheerst hazelaar, eik, iep, linde, es eerst berk en later den overheersend parklandschap dennen- en berkenbossen open parklandschap open vegetatie met kruiden en berkenbomen Mesolithicum Laat-Paleolithicum Midden- Weichselien (Pleniglaciaal) perioden met een poolwoestijn en perioden met een toendra Vroeg- Weichselien (Vroeg- Glaciaal) Eemien (warme periode) perioden met bos en perioden met een subarctisch open landschap loofbos Midden-Paleolithicum Saalien (ijstijd) Vroeg-Paleolithicum Chronostratigrafie voor Noordwest-Europa volgens Zagwijn (1974), Vandenberghe (1985) en De Mulder et al. (2003). Lithostratigrafie volgens De Mulder et al. (2003). Mariene isotoop stadium (MIS) volgens Bassinot et al. (1994). Atmosferische data volgens Stuiver et al. (1998). Zuurstofisotoop calibratie (OxCal) versie 3.9 Bronk Ramsey (2003), toegepast op het Laat-Weichselien en het Holoceen. Archeologische periode-indeling en ouderdom volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Vegetatie bewerkt volgens Berendsen (2000). Pollenzones volgens P. Vos & P. Kiden (2005). Rapport versie 1

42 Bijlage 2 Bewoningsgeschiedenis van Nederland Als aanvullende informatie wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewoningsgeschiedenis van Nederland weergegeven. Paleolithicum (tot ca voor Chr.) De vroegste bewoningssporen in Nederland uit deze periode dateren uit de voorlaatste ijstijd, ca jaar geleden. Waarschijnlijk hebben in de koudste fasen van de ijstijden in Nederland geen mensen geleefd. Daarentegen was bewoning in de warmere perioden wel mogelijk. De mensen die hier toen leefden trokken als jagers/vissers/verzamelaars rond in kleine groepen en maakten gebruik van tijdelijke kampementen. Veranderingen in het klimaat zorgden voor een veranderende flora en fauna. Tijdens de koude perioden bestond het groot wild onder meer uit rendieren, mammoeten, paarden en steppewisenten. Vooral op paarden en rendieren werd in het Laat- Paleolithicum intensief jacht gemaakt. Tijdens de warmere perioden werd er onder andere op herten, wilde zwijnen en oerossen gejaagd. Mesolithicum (ca voor Chr.) Rond de overgang van het Pleistoceen naar het Holoceen (ca voor Chr.) verbeterde het klimaat voor een langdurige periode. De gemiddelde temperatuur steeg, waardoor de variatie in flora en fauna (o.a. bosontwikkeling) toenam. De mens kreeg nu de mogelijkheid om meer gevarieerd te eten: vruchten en andere eetbare gewassen stonden nu vaker op het menu. Doordat de temperatuur steeg, trok het groot wild (met name rendieren) naar het noorden, en maakte plaats voor meer territoriumgebonden klein wild, vogels en vissen. Door deze veranderende leefomstandigheden werd de jachttechniek aangepast. De vuursteen bewerkingstechniek hield met deze ontwikkeling gelijke tred. Er werden kleine vuursteenspitsen vervaardigd die als pijl- en harpoenpunt werden gebruikt. Met de stijging van de temperatuur begon het landijs te smelten en de zeespiegel te stijgen. Het tot dan toe droge Noordzee-Bekken kwam onder water te staan. De groepen jagers/vissers/verzamelaars wisselden nog wel van locatie maar exploiteerden kleinere gebieden. In het voorjaar viste men in de rivieren, tijdens de zomer leefde men voornamelijk langs de kust, waar naast vis en schaaldieren ook zeehonden als voedselbron dienden. In de herfst verzamelde men noten en vruchten, terwijl in de winter op onder meer pelsdieren werd gejaagd. Neolithicum (ca voor Chr.) Aan het begin van deze periode gingen het jagen, vissen en verzamelen een steeds minder belangrijke rol spelen. Men ging nu zelf cultuurgewassen telen en dieren houden bij het kamp. Uit vondsten valt af te leiden dat het om twee groepen mensen gaat, enerzijds kolonisten met een vrijwel agrarische levenswijze, anderzijds om de autochtone mesolitische bevolking die een halfagrarische levensstijl erop na gaat houden. Deze verandering ging gepaard met enkele technologische en sociale vernieuwingen zoals: het wonen op een vaste plek in een huis, het gebruik van vaatwerk van (gebakken) klei en de introductie van geslepen stenen dissels en bijlen. De bevolking groeide nu gestaag, mede door de productie van overschotten. Uit het Neolithicum zijn verschillende nu nog zichtbare grafmonumenten bekend, te weten grafkelders, hunebedden en grafheuvels. Bronstijd (ca voor Chr.) Het begin van dit tijdvak valt samen met het eerste gebruik van bronzen voorwerpen zoals bijlen. Vuurstenen werktuigen bleven, zij het minder, in gebruik. Het aardewerk uit deze periode is over het algemeen tamelijk zeldzaam. Vuursteenmateriaal uit de Bronstijd is meestal niet goed te onderscheiden van dat uit andere perioden. Lange tijd bleven bronzen voorwerpen zeer schaars binnen Nederlands grondgebied. Door het van nature ontbreken van de benodigde grondstoffen moest het brons worden geïmporteerd en ontstonden er handelscontacten over langere afstanden. Eén en ander had Rapport versie 1

43 wel tot gevolg dat er binnen de bevolking grotere verschillen ontstonden door verschillen op basis van bezit. De grafheuveltraditie, die tijdens het Neolithicum haar intrede deed, werd in eerste voortgezet, maar rond 1200 voor Chr. vervangen door begravingen in urnenvelden. Het gaat hier om ingegraven urnen met crematieresten waar overheen kleine heuveltjes werden opgeworpen, omgeven door een greppel. Een Kopertijd voorafgaand aan de Bronstijd wordt in Noordwest-Europa niet onderscheiden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Middellandse Zeegebied. Wel zijn uit het Laat-Neolithicum koperen voorwerpen bekend. IJzertijd (ca voor Chr.) In deze periode werden voor het eerst ijzeren voorwerpen vervaardigd. Voor de productie van werktuigen en wapens werd brons vervangen door ijzer. Er ontstond een inheemse ijzerproductie. Het gebruik van vuursteen voor het vervaardigen van werktuigen duurde nog in beperkte mate voort. Ten opzichte van de Bronstijd traden er in de aardewerktraditie geen radicale veranderingen op. Evenals in het Neolithicum en de Bronstijd woonden de mensen in verspreid liggende hoeven ('Einzelhöfe') of in nederzettingen bestaande uit maar enkele huizen; deze werden in een beperkt gebied nogal eens verplaatst. Op de hogere zandgronden ontstonden uitgebreide omwalde akkercomplexen ('Celtic fields'). Opvallend zijn de verschillen in materiële welstand (bezit van metalen voorwerpen), die mogelijk op sociale ongelijkheid duiden. In de zogenaamde vorstengraven uit Zuid Nederland, met daarin luxe, geïmporteerde bijgaven, zijn vermoedelijk lokale of regionale autoriteiten begraven. De meeste begravingen vonden nog immer plaats in urnenvelden. Tijdens de IJzertijd werd het Friese kustgebied gekoloniseerd en ontstonden de eerste terpen. Romeinse tijd (ca. 12 voor Chr na Chr.) Met de komst van de Romeinen eindigt de prehistorie en begint de geschreven geschiedenis. Aangezien de schriftelijke bronnen slechts een zeer fragmentarisch beeld schetsen, is men toch nog in belangrijke mate aangewezen op de archeologie als informatiebron. Een tijd lang diende het Nederlandse rivierengebied als uitvalsbasis voor veldtochten in het noorden van Germanië. In 47 na Chr. werd de Rijn definitief als Romeinse rijksgrens ingesteld. Ter controle en verdediging van deze zogenaamde 'limes' werden langs de Rijn, tot diep in Duitsland, 'castella' (militaire forten) gebouwd. De inheemse manier van leven handhaafde zich nog lange tijd. Wel werd, vooral na de opstand van de Bataven tegen de Romeinse overheersers in na Chr., de Romeinse invloed steeds duidelijker. In veel inheems-romeinse nederzettingen was bijvoorbeeld, naast het eigen handgevormde aardewerk, Romeins importaardewerk in gebruik, dat op de draaischijf was vervaardigd. Er werden, vooral in Limburg, grootse villa's (Romeinse herenboerderijen) gebouwd, hetzij nieuw gesticht, hetzij ontwikkeld vanuit een bestaande inheemse nederzetting. De Romeinen legden een voor die tijd al uitgebreide infrastructuur aan, waardoor het gebied steeds beter werd ontsloten. Op verschillende plaatsen ontstonden aanzienlijke nederzettingen, waarvan er enkele met een stedelijk karakter (zoals Nijmegen). De inheemse bevolking, ten noorden van de Limes, werd niet zo sterk beïnvloed door de Romeinse aanwezigheid. Er was wel sprake van handelscontacten en het uitwisselen van geschenken. In de tweede helft van de derde eeuw ontstond, onder meer door invallen van Germaanse stammen, een instabiele situatie die met korte onderbrekingen voortduurde tot in de vijfde eeuw. Uiteindelijk leidde dit in het jaar 406 tot de definitieve ineenstorting van de grensverdediging langs de Rijn. Middeleeuwen (ca na Chr.) Over de Vroege Middeleeuwen, vooral over het tijdvak na Chr., is relatief weinig bekend. Zowel historische bronnen als archeologische overblijfselen zijn schaars. De bevolkingsomvang was ten opzichte van de voorafgaande periode sterk afgenomen. De marktgerichte economie verdween en de mensen vielen terug op zelfvoorziening. De politieke macht was na het wegvallen van de Ro- Rapport versie 1

44 meinse staatsorganisatie in handen gekomen van regionale en lokale hoofdlieden. Een gezaghebbende status was nu vooral gebaseerd op militair succes en materiële welstand. Deze instabiele periode wordt ook wel aangeduid als de 'tijd van de volksverhuizingen'. Vanaf de 10 e 11 e eeuw wordt een overheersende positie van de al dan niet adellijke grootgrondbezitters waargenomen. Dit vertaalt zich in nieuwe nederzettingsvormen als mottes, kastelen en versterkte hoeven. In verband met de aanhoudende bevolkingsgroei, en mede dankzij gunstige klimatologische omstandigheden, werd een begin gemaakt met het ontginnen van woeste gronden als bos, heide en veen. Veel van de huidige dorpen en steden dateren uit deze periode. Door de aanleg van dijken en kaden werden laaggelegen gebieden beschermd tegen wateroverlast. De heersende rivaliteit tussen de vorsten leidde, in combinatie met een zwak centraal gezag, veelvuldig tot lokaal geweld, waarvan de bevolking vaak het slachtoffer werd. Door het aanleggen van burgen, schansen, landweren en wallen trachtte men zich te beveiligen. Nieuwe tijd (1500-heden) De Nieuwe tijd kenmerkt zich door een groot aantal veranderingen vooral op het gebied van mens- en wereldbeeld. Er is sprake van een Europese overzeese expansie wat leidt tot handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie. Er ontstaat een nieuwe wetenschappelijke belangstelling die resulteert in vele uitvindingen. Deze uitvindingen vormen de motor van de industriële revolutie. Er ontstaat een nationale staat die centraal bestuurd wordt. Als gevolg van deze ontwikkelingen neemt het belang en de omvang van steden toe en neemt de macht van adel af. Het grootste deel van de bevolking is niet meer werkzaam en woonachtig op het platteland maar in de steden. In verband met de aanhoudende bevolkingsgroei worden aan het eind van de 19 e tot het begin van de 20 e eeuw op grote schaal woeste gronden gecultiveerd. Door de industriële revolutie komen steeds meer producten beschikbaar voor steeds meer mensen waardoor de welvaart stijgt. In de Nieuwe tijd vindt er eveneens een hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid plaats, wat zich tot in het begin van de 20 e eeuw uit in de kunsten. Rapport versie 1

45 Bijlage 3 AMZ-cyclus Het AMZ-proces Archeologisch onderzoek in Nederland wordt in het algemeen uitgevoerd binnen het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ). Het gehele traject van de AMZ omvat een aantal stappen die elkaar kunnen opvolgen, afhankelijk van het resultaat van de voorgaande stappen. Om inhoudelijke, prijs- en planningstechnische redenen kan er soms voor gekozen worden om bepaalde stappen gelijktijdig uit te voeren. Bovendien kan, indien reeds voldoende gegevens bekend zijn, een stap worden overgeslagen. Elke stap eindigt met een rapport met daarin een advies voor de vervolgstappen. Na elke stap wordt er een besluit genomen door de bevoegde overheid, gemeente, provincie of de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, op basis van de resultaten van het archeologisch onderzoek. Indien na een bepaalde stap blijkt dat geen nader vervolgonderzoek nodig is, wordt het archeologisch onderzoek afgesloten. Ook kan het bevoegd gezag besluiten dat een vindplaats van zo groot belang is, dat deze in situ behouden moet worden. Dan dienen de archeologische resten in de grond beschermd te worden door planaanpassing of planinpassing. Het begint met het bepalen van de onderzoeksplicht. Gemeentelijke, provinciale en landelijke archeologische waardenkaarten geven aan of het plangebied in een gebied ligt met een archeologische verwachting. Indien dit het geval is, dan zal er in het kader van de planprocedure onderzoek verricht moeten worden om te bepalen of er archeologische waarden binnen het plangebied aanwezig zijn. Hiermee start de zogenaamde AMZ-cyclus (zie schema). De eerste fase: Bureauonderzoek Elk archeologisch onderzoek begint met een bureauonderzoek. Dit heeft tot doel het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende of verwachte archeologische waarden, binnen het plangebied om tot een gespecificeerd verwachtingsmodel te komen, op basis waarvan een beslissing genomen kan worden ten aanzien van een eventuele vervolgstap. De tweede fase: Inventariserend VeldOnderzoek (IVO) Het doel van een IVO is het aanvullen en toetsen van het gespecificeerde verwachtingsmodel. Het IVO moet informatie geven over de aan- of afwezigheid, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Inventariserend Veldonderzoek; Booronderzoek en Veldkartering Door een booronderzoek kan er een goede inschatting gemaakt worden van de kans op archeologische waarden (grondsporen en daarmee samenhangende voorwerpen). Bij het booronderzoek is een onderscheid aangebracht in een verkennende, karterende en waarderende fase. De verkennende fase heeft tot doel inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze. Op deze manier worden kansarme zones uitgesloten en kansrijke zones geselecteerd voor de volgende fasen. Tijdens de karterende fase wordt het onderzoeksgebied systematisch onderzocht op de aanwezigheid van archeologische vondsten of sporen. De waarderende fase sluit aan op de karterende fase. Het waarnemingsnet kan verdicht worden om de horizontale begrenzing, ligging en omvang van archeologische vindplaatsen vast te stellen. Een veldkartering wordt uitgevoerd wanneer vondsten of sporen aan de oppervlakte worden verwacht en zichtbaar zijn op het moment dat het onderzoek uitgevoerd wordt. Dit type onderzoek bestaat uit het systematisch belopen van het maaiveld van het plangebied. Rapport versie 1

46 Inventariserend Veldonderzoek; Proefsleuven Als uit vooronderzoek blijkt dat binnen het plangebied archeologische resten aangetroffen kunnen worden kan het bevoegd gezag beslissen tot een proefsleuvenonderzoek. Proefsleuven zijn lange sleuven van minimaal twee tot vijf meter breed die worden aangelegd in de zones waar in de voorgaande onderzoeksfase aanwijzingen voor vindplaatsen zijn aangetroffen. De KNA schrijft voor dat bij een dergelijk onderzoek minimaal 5% van het te verstoren gebied onderzocht dient te worden. Variant archeologische begeleiding Als het vooronderzoek niet voldoende informatie heeft opgeleverd om de archeologische waarde van de archeologische resten te bepalen, kan besloten worden tot proefsleuven variant archeologische begeleiding van de sloop- of graafwerkzaamheden. Dit betekent dat archeologen bij het graafwerk aanwezig zijn om het werk te volgen en eventuele resten te documenteren. Wanneer tijdens de werkzaamheden vondsten (van hoge archeologische waarde) naar boven komen, die aanleiding geven tot nader onderzoek, kan alsnog besloten worden om tot een opgraving over te gaan. De derde fase: Opgraven Indien de archeologische resten niet in situ bewaard kunnen blijven, maar wel van belang zijn voor de wetenschap, kan het bevoegd gezag besluiten over te gaan tot een opgraving. Het doel hiervan is volgens de KNA het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden, die van belang is voor kennisvorming over het verleden. Variant archeologische begeleiding Als het vooronderzoek niet voldoende informatie heeft opgeleverd om de archeologische waarde van de archeologische resten te bepalen, kan besloten worden tot een opgraving variant archeologische begeleiding van de sloop- of graafwerkzaamheden. Dit betekent dat archeologen bij het graafwerk aanwezig zijn om het werk te volgen en eventuele resten te documenteren. Wanneer tijdens de werkzaamheden vondsten (van hoge archeologische waarde) naar boven komen, die aanleiding geven tot nader onderzoek, kan alsnog besloten worden om tot een opgraving over te gaan. Rapport versie 1

47 Schema van de Archeologische Monumenten Zorg Vergunningaanvraag/ruimtelijke ontwikkeling Toetsing aan archeologisch beleid (Gemeente, Provincie, Rijk) Bureauonderzoek* (verzamelen gegevens en opstellen verwachtingsmodel) Besluit (door bevoegd gezag op basis van resultaten) Inventariserend veldonderzoek* Verkennend veldonderzoek **** Karterend veldonderzoek Door middel van: Door middel van: - terreininspectie - - oppervlaktekartering booronderzoek** - booronderzoek** - proefsleuven*** ***** Besluit (door bevoegd gezag op basis van resultaten) Bewezen of hoge kans op de aanwezigheid van archeologie ****** Waarderend veldonderzoek door middel van proefsleuven*** (variant begeleiding) Besluit (door bevoegd gezag op basis van resultaten) Opgraven*** Verwijderen van de archeologische resten door archeologen (variant begeleiding) Beschermen Bescherming van de archeologie door planaanpassing Vergunningverlening indien geen onderzoek noodzakelijk wordt geacht. Bij geen of geringe kans op aanwezigheid van archeologie. Einde onderzoek, vrijgeven voor functie (eventueel met bouwkundige voorwaarden). Ook kan besloten worden over te gaan op het begeleiden van de graafwerkzaamheden door archeologen.*** Bij geen of geringe kans op aanwezigheid van archeologie. Einde onderzoek, vrijgeven voor functie (eventueel met bouwkundige voorwaarden). Ook kan besloten worden over te gaan op het begeleiden van de graafwerkzaamheden door archeologen.*** Bij geen of geringe kans op aanwezigheid van archeologie, wel archeologische waarden aanwezig maar geen vervolgonderzoek noodzakelijk op grond van waardering. Einde onderzoek, vrijgeven voor functie (eventueel met bouwkundige voorwaarden). * Combinatie bureauonderzoek en IVO verkennende of karterende fase mogelijk, indien een PvA aanwezig is. ** Voorafgaand aan het booronderzoek dient een PvA worden opgesteld, toetsing door bevoegd gezag. *** Voorafgaand aan het onderzoek dient een PvE en PvA te worden opgesteld, toetsing door bevoegd gezag. **** Na een verkennend booronderzoek kan het bevoegd gezag besluiten dat een aanvullend karterend bureauonderzoek moet worden uitgevoerd. ***** Een combinatie van bureauonderzoek en IVO karterende en waarderende fase door middel van proefsleuven is mogelijk, indien een PvA en een goedgekeurd PvE aanwezig is en met instemming van het bevoegd gezag. ****** Een combinatie van bureauonderzoek en IVO karterende en waarderende fase door middel van proefsleuven of een IVO karterende en waarderende fase door middel van proefsleuven is mogelijk, indien een PvA en een goedgekeurd PvE aanwezig is en met instemming van het bevoegd gezag. Rapport versie 1

48 Bijlage 4 Planontwerp Rapport versie 1

Heesch - Beellandstraat

Heesch - Beellandstraat Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WATERLOSEWEG 3A TE BEESEL GEMEENTE BEESEL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WATERLOSEWEG 3A TE BEESEL GEMEENTE BEESEL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WATERLOSEWEG 3A TE BEESEL GEMEENTE BEESEL Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Waterloseweg 3a te Beesel in de gemeente Beesel

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

KERAMIEKSTRAAT TE STEYL

KERAMIEKSTRAAT TE STEYL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KERAMIEKSTRAAT TE STEYL GEMEENTE VENLO Rapportage archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: Groningen Slochteren Slochteren toponiem: Hoofdweg 39 bevoegd gezag:

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek 11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo KSP Archeologie Colofon Titel : Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen. Gemeente Venlo. Auteur : S.M. Koeman (senior KNA Prospector)

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016

Nadere informatie

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De

Nadere informatie

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk)

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) Archeologische Quickscan Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) 1 Australiëlaan 5-a 3526 AB Utrecht T: 030-7620705 F: 030 7620706 E: informatie@transect.nl Auteur Drs. A.A. Kerkhoven

Nadere informatie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status

Nadere informatie

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt Adviesdocument 434 Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel Projectcode: 14714VENCB Opdrachtgever: Aveco de Bondt Initiatiefnemer: G. van Hemert Onroerend Goed BV Datum: 6 mei 2010

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK BUSSEREINDSEWEG 10 TE BEESEL GEMEENTE BEESEL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK BUSSEREINDSEWEG 10 TE BEESEL GEMEENTE BEESEL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK BUSSEREINDSEWEG 10 TE BEESEL GEMEENTE BEESEL Archeologisch bureauonderzoek Bussereindseweg 10 te Beesel in de gemeente Beesel Opdrachtgever R. Rovers Postbus 82 6100 AB Echt

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE

Nadere informatie

MEMO. Projectgegevens

MEMO. Projectgegevens MEMO Van : W.J. Weerheijm (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie) Aan : Dhr. W. Nouwens (Amerpoort) Onderwerp : Archeologisch onderzoek Mariaoordlaan Baarn Datum : 23 juli 2013 Ons kenmerk : V13-29344/2677/WW

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK TRADE PORT OOST, OKSEL A67 EN A73 TE VENLO GEMEENTE VENLO

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK TRADE PORT OOST, OKSEL A67 EN A73 TE VENLO GEMEENTE VENLO ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK TRADE PORT OOST, OKSEL A67 EN A73 TE VENLO GEMEENTE VENLO Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Trade Port Oost, oksel A67

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document Archeologische Quickscan Plangebied Bestemmingsplan Burgerfarm, Middenweg 56, Dirkshorn, gemeente Schagen Adviesnummer 17059 Opsteller drs. C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum 31-03-2017 Advies

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1. Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw

Nadere informatie

BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MAASSTRAAT (ONG.) TE STEYL GEMEENTE VENLO

BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MAASSTRAAT (ONG.) TE STEYL GEMEENTE VENLO BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MAASSTRAAT (ONG.) TE STEYL GEMEENTE VENLO bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Maasstraat (ong.) te Steyl Opdrachtgever Familie van den Beucken Roermondseweg

Nadere informatie

Roermond, Swalmen schorsdepot

Roermond, Swalmen schorsdepot Roermond, Swalmen schorsdepot Een archeologische begeleiding N. Huisman Dit briefrapport is geautoriseerd door: Autorisatie: N.M. Prangsma ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, juli 2009 Foto s en tekeningen:

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02 Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-05/02 Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede) (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van een veldverkenning en karterend booronderzoek J. Walstra R. van Lil Colofon ADC Rapport 930 (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door

Nadere informatie

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document Archeologische Quickscan Plangebied Bladstraat, Tuitjenhorn, gemeente Schagen Adviesnummer 18138 Opsteller(s) drs. C.M. Soonius (regio archeoloog) & F. Schinning (archeoloog) Datum 06-08-2018

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K A R C H E O L O G I E Geesbrug, Geeserraai 4a (Coevorden), bouw werktuigenberging Een Bureauonderzoek Het plangebied op een

Nadere informatie

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM Project: MEE.BER.ARC Rapportnummer: 09081543 Status: conceptrapportage Datum: 20 augustus 2009 Opdrachtgever: Bergs Advies bv

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Gieterveen, Streek 17 (Gemeente Aa en Hunze) Een verkennend booronderzoek. Plangebied (paars) op een topografische

Nadere informatie

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden 1 Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden 2 1 Administratieve gegevens projectleiding uitvoering soort onderzoek opstellers Arjan de Boer Verkennend en eventueel karterend

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder

Nadere informatie

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com 2 Contactpersonen

Nadere informatie

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Malta in 1992 door bijna alle Europese landen (waaronder Nederland), werd archeologie steeds meer een onderdeel

Nadere informatie

Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast. Een Archeologisch Bureauonderzoek

Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast. Een Archeologisch Bureauonderzoek Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: Groningen gemeente: Grootegast plaats: Doezum toponiem: Eesterweg 48 bevoegd gezag: gemeente

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Karreveld 10 te Heibloem in de gemeente Leudal

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

RAAP-NOTITIE 2891. Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

RAAP-NOTITIE 2891. Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek RAAP-NOTITIE 2891 Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: NIBAG Milieu Advies Titel: Plangebied Burloseweg,

Nadere informatie

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT WONINGCORPORATIE 'GOED WONEN' 26 mei 2010 074704539:0.1 B02034.000139.0120 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Onderzoeksgebied 5 1.3 Doel

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

HISTORISCH BODEMONDERZOEK WISSELSTRAAT 6 TE VOLKEL

HISTORISCH BODEMONDERZOEK WISSELSTRAAT 6 TE VOLKEL HISTORISCH BODEMONDERZOEK WISSELSTRAAT 6 TE VOLKEL historisch bodemonderzoek Wisselstraat 6 te Volkel Opdrachtgever Dhr. W. Vloet Eeuwsels 39 5408 AJ Volkel Rapportnummer 3724.001 Versienummer Status D1

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n Document: Archeologisch Advies Plangebied: Herenweg 28a, Hoogwoud, gemeente Opmeer Adviesnummer: 15048 Opsteller: J. van Leeuwen (archeoloog)

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef /17, ISSN X)

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef /17, ISSN X) Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef 2007-03/17, ISSN 1871-269X) Samenvatting Voor plangebied De Grift is in 2006 een bureauonderzoek

Nadere informatie

Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss

Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss A.J. Tol Colofon Archol Rapport 107 Titel: Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss Uitvoering: Contactpersoon opdrachtgever:

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Archeologie West-Friesland is het archeologisch samenwerkingsverband van de gemeenten Document: Archeologische Quickscan Adviesnummer: 13165 Projectnaam: Winkelcentrum De Boogerd te Wognum, gemeente Medemblik

Nadere informatie

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Hieronder worden de resultaten van de archeologische toets per deelgebied weergegeven. Drieschouwen Binnen de grenzen van het deelgebied Drieschouwen

Nadere informatie

Archeologische MonumentenZorg

Archeologische MonumentenZorg Provincie NoordBrabant Archeologische MonumentenZorg 1. EINDOORDEEL ADVIES Onderwerp Waalwijk, Sprang, Plangebied Aansluiting Bevrijdingsweg, N261 locatie B te Sprang, N261 archeologisch onderzoek. Aan

Nadere informatie

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven) Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding

Archeologische Begeleiding Protocol 4007 Archeologische Begeleiding Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013

Nadere informatie

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS (STICHTING SIG) 13 augustus 2012 076558654:0.4 - Concept B01043.200918.0100 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding en Doel Onderzoek... 4 1.1

Nadere informatie

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Administratieve gegevens 3 1. Inleiding 4 2. De uitgangspunten 4 3. Beschrijving van de historische situatie 4

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Veenhuizen (Dalen) Veenhuizerweg 10 (Gemeente Coevorden) Een bureauonderzoek Veenhuizen op een kaart uit de periode 1830-1850

Nadere informatie

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Pagina 1 van 7 Projectnummer: P11155 Datum: 5 augustus 2011 Plan: bouwplan voor de uitbreiding van een varkensbedrijf op het

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Oldebroek, Vierhuizenweg, gemeente Oldebroek (Gld.) Een inventariserend veldonderzoek verkennende fase ArGeoBoor rapport 1379 auteur:

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN RIJCKEVORSELSTRAAT (TEGENOVER NUMMER 12) TE SCHAIJK IN DE GEMEENTE LANDERD

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN RIJCKEVORSELSTRAAT (TEGENOVER NUMMER 12) TE SCHAIJK IN DE GEMEENTE LANDERD ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN RIJCKEVORSELSTRAAT (TEGENOVER NUMMER 12) TE SCHAIJK IN DE GEMEENTE LANDERD archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Ursem, Mijzendijk 4 (Gemeente Koggenland) Een bureauonderzoek Plangebied op een kaart uit 1899. (Bron: Bureau Militaire Verkenningen

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 201 Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HERSTRAAT TE HORST GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HERSTRAAT TE HORST GEMEENTE HORST AAN DE MAAS ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HERSTRAAT TE HORST GEMEENTE HORST AAN DE MAAS archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Herstraat te Horst Opdrachtgever Martens

Nadere informatie

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding RMB NOTITIE 1015 Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg Inleiding De gemeente Uden heeft als bevoegde overheid het RMB gevraagd een advies uit te brengen over de een plangebied aan de Eikenheuvelweg

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Duifhuizerweg 10 te Uden(gemeente Uden) Een verkennend booronderzoek voor de nieuwbouw van een woning. Afbeelding

Nadere informatie

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Delftse Archeologische Notitie 101 Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Proefsleuvenonderzoek aan de Phoenixstraat 32 te delft Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 101

Nadere informatie

Larenseweg te Holten, gemeente Holten- Rijssen (Ov.)

Larenseweg te Holten, gemeente Holten- Rijssen (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 44 Archeologische quickscan met veldtoetsing Larenseweg 60-62 te Holten, gemeente Holten- december, 2016 Versie 1.0 (concept) In opdracht van: BJZ.nu Colofon Laagland Archeologie

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 20 te Cromvoirt in de gemeente Vught

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 20 te Cromvoirt in de gemeente Vught Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 2 te Cromvoirt in de gemeente Vught Opdrachtgever Caravancentrum Cromvoirt Deutersestraat 2 5266 AX Cromvoirt Project VUG.C5S.ARC

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies Q U I C K S C A N B U R E A U O N D E R Z O E K B O O R O N D E R Z O E K A D V I E S Zevenhuizen Dwarshaspel 12 Gemeente Leek Een bureauonderzoek ArGeoBoor

Nadere informatie

Tzummarum, Buorren Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10

Tzummarum, Buorren Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10 Tzummarum, Buorren 40-44 Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-04/10 Tzummarum, Buorren 40-44 Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2016-20 Bijlage 13 bij besluit 2016/0567-V1 V&V Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Controle BCE Erik Peters Afdeling Ruimte,

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek. M.C. Dorst Afbeelding: De Schrijversstraat in 1960 (RAD archiefnr. 552_302207). 2014 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK REINDONCKWEG 3 TE KRONENBERG GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK REINDONCKWEG 3 TE KRONENBERG GEMEENTE HORST AAN DE MAAS ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK REINDONCKWEG 3 TE KRONENBERG GEMEENTE HORST AAN DE MAAS Rapportage archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend

Nadere informatie

Monumentenhuis Brabant bv

Monumentenhuis Brabant bv Beoordeling en advies archeologische onderzoeksrapporten Monumentenhuis Brabant bv Titel rapport Soort onderzoek Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase Natuurbegraafplaats op Landgoed De Utrecht

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK KRAAKSTRAAT 26 TE HUNSEL IN DE GEMEENTE LEUDAL

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK KRAAKSTRAAT 26 TE HUNSEL IN DE GEMEENTE LEUDAL ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK KRAAKSTRAAT 26 TE HUNSEL IN DE GEMEENTE LEUDAL Archeologisch onderzoek Kraakstraat 26 te Hunsel in de gemeente Leudal Opdrachtgever Tuinderij Beegdenhof BV Kraakstraat 26 6013 RA

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK ACHTER KERKVELD 2 TE SWOLGEN GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK ACHTER KERKVELD 2 TE SWOLGEN GEMEENTE HORST AAN DE MAAS ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK ACHTER KERKVELD 2 TE SWOLGEN GEMEENTE HORST AAN DE MAAS Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Achter Kerkveld 2 te Swolgen

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK Archeologisch bureauonderzoek Mulligenweg 7-9 te Oldebroek - Loo in de gemeente Oldebroek Opdrachtgever maatschap OOSTZEE

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK 1. Wettelijk kader In 1992 werd het Verdrag van Valletta ( Malta ) opgesteld. Dit Verdrag stelt

Nadere informatie

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG 59-61 TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS Bodemintactheidsonderzoek Zwarte Plakweg 59-61 te America in de gemeente Horst aan de Maas Opdrachtgever Pijnenburg

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CRAMA-HUSKEN-DE VRANK TE HEERLEN GEMEENTE HEERLEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CRAMA-HUSKEN-DE VRANK TE HEERLEN GEMEENTE HEERLEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CRAMA-HUSKEN-DE VRANK TE HEERLEN GEMEENTE HEERLEN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Crama-Husken-de Vrank te Heerlen in

Nadere informatie

Monumentenhuis Brabant bv

Monumentenhuis Brabant bv Beoordeling en advies archeologische onderzoeksrapporten Monumentenhuis Brabant bv Titel rapport Dongen, Plangebied Laagstraat 30 Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) Soort

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Inleiding De AMZ-cyclus omvat de volgende fasen: - Bureauonderzoek en opstellen van PvE s; - Inventariserend veldonderzoek (verkennende/karterende/waarderende fase); -

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LIESSENTSTRAAT TE UDEN GEMEENTE UDEN. Zaaknummer:

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LIESSENTSTRAAT TE UDEN GEMEENTE UDEN. Zaaknummer: ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LIESSENTSTRAAT TE UDEN GEMEENTE UDEN Zaaknummer: 220106 Behoort bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van Uden van, 04 03

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere

Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere Walcherse Archeologische Dienst Walcherse Archeologische Rapporten 2 Colofon Walchers Archeologisch Rapport 2 Archeologisch bureauonderzoek

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK HORSTERWEG 19 TE SEVENUM GEMEENTE SEVENUM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK HORSTERWEG 19 TE SEVENUM GEMEENTE SEVENUM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK HORSTERWEG 19 TE SEVENUM GEMEENTE SEVENUM Project: SEV.HUY.ARC Rapportnummer: 08101674 Status: definitieve rapportage Datum: 3 november 2008 Opdrachtgever: Dhr. W.W.M. Swinkels

Nadere informatie

Bureauonderzoek plangebied. De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld

Bureauonderzoek plangebied. De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld Bureauonderzoek plangebied De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld 1 Gegevens Datum: 08-02-18 Opdrachtgever: Gemeente Barneveld Uitvoerder: Gemeente Barneveld Bevoegde overheid: Gemeente Barneveld

Nadere informatie

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen Gemeentelijk beleid Algemeen Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke

Nadere informatie