Inspectierapport KDV Tomaz Hoogvliet (KDV) Max Havelaarweg VA Hoogvliet Rotterdam Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport KDV Tomaz Hoogvliet (KDV) Max Havelaarweg VA Hoogvliet Rotterdam Registratienummer Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: Rotterdam Datum inspectie: Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht van 9

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Dit betreft het nader onderzoek na aanwijzing met kenmerk NON , d.d. 31 augustus Het onderzoek heeft zich gericht op domeinen: Pedagogisch klimaat Personeel en groepen De oordelen zijn gebaseerd op: observaties; documenten die zijn ingezien op de locatie zelf of later nagestuurd; gesprekken met de beroepskrachten. Er zijn vooraf geen documenten opgevraagd. Beschouwing Feiten over kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Tomaz is onderdeel van Kinderopvang Tomaz gevestigd in Utrecht en is de enige vestiging van deze organisatie in Hoogvliet. Het kinderdagverblijf biedt opvang voor 32 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Momenteel worden de kinderen in twee verticale stamgroepen opgevangen. Tijdens het onderzoek is er geen contact geweest met de locatiemanager in verband met de afwezigheid van de locatiemanager. De toezichthouder heeft wel contact gehad met een beroepskracht die de locatiemanager heeft vervangen. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaats gevonden: , jaarlijks onderzoek. Hierbij zijn overtredingen geconstateerd bij de domeinen 'Pedagogisch klimaat' en 'Personeel en groepen' , jaarlijks onderzoek. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd , jaarlijks onderzoek. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen Uit het nader onderzoek is gebleken dat de overtreding met betrekking tot 'Pedagogisch klimaat' opgeheven is. De overtreding met betrekking tot 'Personeel en groepen' is blijven bestaan. De bevindingen van het onderzoek zijn teruggekoppeld aan de beroepskracht die de locatiemanager heeft vervangen. De bevindingen worden nader toegelicht bij de betreffende domeinen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er wordt niet voldaan aan het item beroepskracht-kindratio. 3 van 9

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Conclusie inspectieonderzoek d.d. 22 mei 2017: De sociale competentie wordt onvoldoende gewaarborgd: De beroepskrachten geven onvoldoende aandacht of steun aan kinderen die anders zijn (drukextravert, stil-teruggetrokken, minder taal- of sociaalvaardig). Zij betrekken een kind dat anders is onvoldoende bij de groep. Kinderen worden ook niet gestimuleerd om met dit kind contact te maken. De emotionele veiligheid wordt onvoldoende gewaarborgd. De beroepskrachten sluiten niet aan op de non-verbale en/of verbale signalen van baby s. Zij moedigen de baby niet aan door eigen expressie, geluidjes, aanraking. Zij reageren niet passend op (overmatig) huilen; hierover zijn geen afspraken. De beroepskracht handelt niet conform het pedagogisch beleidsplan, waardoor de pedagogische praktijk onvoldoende is. Het is aan de houder om daarop toe te zien. Voortgang: De observaties hebben plaats gevonden op een vrijdagochtend tijdens het spelen, het voorlezen en het eet moment. Tijdens de inspectie is de thema 'Reuzen en kaboutertjes' actueel. Bij het raam hangen kaboutertjes die door de kinderen zijn gemaakt. Emotionele veiligheid Indicator: De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Tijdens contactmomenten zijn de beroepskrachten meer dan de helft van de tijd gericht op de baby. Handelingen sluiten aan op de interactie met de baby. Er is informatieoverdracht en uitwisseling tussen ouders en beroepskrachten Observatie: De beroepskrachten nemen voldoende initiatief om gesprekjes te voeren met de kinderen. Dat gebeurt op verschillende momenten, bijvoorbeeld: - tijdens het verschonen van een baby. De beroepskracht vertelt op een zachte toon wat ze aan het doen is. - tijdens het spelen zit de beroepskracht op de grond bij een groep kinderen. Zij houdt een baby op schoot en praat met de andere kinderen over de dieren waarmee zij aan het spelen zijn. - kinderen die aan het puzzelen zijn, krijgen aandacht van de beroepskracht. Zij helpt de kinderen om de puzzel te maken en geeft complimenten als ze klaar zijn. - tijdens het voorlezen worden de kinderen actief betrokken. De beroepskracht laat de plaatsjes in het boek zien en stelt vragen aan de kinderen over 'De kleine kaasdieven' uit het boek. De kinderen luisteren en reageren met belangstelling. Twee kinderen uit dit groepje mogen helpen met het tafeldekken. Zij reageren enthousiast. Sociale competentie Indicator: De kinderen zijn deel van de groep. 4 van 9

5 De beroepskrachten sluiten aan op de persoonlijke eigenheid van kinderen. Zij benoemen en waarderen individuele talenten, kwaliteiten en eigenaardigheden. Zij activeren de betrokkenheid en deelname van alle kinderen aan het groepsgebeuren op een wijze die recht doet aan het individuele kind. Kinderen worden gestimuleerd om sociale contacten met elkaar aan te gaan. Tijdens het spelen krijgen de kinderen aandacht van de beroepskrachten doordat zij bij de kinderen komen zitten, een gesprekje met kinderen voeren of met baby knuffelen. De kinderen reageren positief, zij hebben contact met andere leeftijdsgenoten van de groep en spelen samen. De beroepskrachten volgen de kinderen en treden op wanneer het nodig is. Een groep kinderen is in het bos geweest. Zij hebben verschillende herfststukjes uit het bos meegenomen en hebben deze met elkaar in de groep bekeken. De beroepskracht heeft uitgelegd wat ze hebben meegenomen. De kinderen mochten de stukjes pakken en voelen. Daarna werd er een boek voorgelezen. Conclusie: Tijdens het nader onderzoek is geconstateerd dat: de beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd wordt. de sociale competentie voldoende gewaarborgd wordt. Dat is gebleken uit de observaties op alle stamgroepen en een gesprekken met de beroepskrachten. Gebruikte bronnen: Interview (met aanwezige beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan 5 van 9

6 Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio Overtreding jaarlijks onderzoek 2016: Er is geconstateerd dat de beroepskracht-kindratio onvoldoende wordt gewaarborgd. Voortgang: Tijdens het inspectieonderzoek is een steekproef uitgevoerd van week 38 en 39: Groep Brilbeertjes Brilbeertjes Aantal kinderen en leeftijd 0-1 jaar:3 1-2 jaar:4 2-3 jaar: 3-4 jaar: 0-1 jaar:1 1-2 jaar:8 2-3 jaar:2 3-4 jaar: Datum Aantal aanwezige beroepskrachten tussen en uur (tijdens peuterochtend): 1 beroepskracht tussen en uur: 2 beroepskrachten Aantal benodigde beroepskrachten 2 beroepskrachten 3 beroepskrachten Conclusie: Uit het nader onderzoek blijkt dat de beroepskracht-kindratio onvoldoende wordt gewaarborgd. Uit het gesprek met de beroepskrachten en aan de hand van de presentielijsten blijkt dat de peuterochtend elke dag tussen en uur plaats vindt. De vaste beroepskracht van één van de twee groepen verlaat de groep. Op deze momenten wordt de beroepskracht-kindratio niet gewaarborgd. Dat is tijdens de inspectie ook geconstateerd op de groep Brilbeertjes. Uit het onderzoek is verder geconstateerd dat de inzet van het personeel in het personeelsrooster niet altijd overeenkomt met de presentielijsten. De beroepskracht heeft aangegeven dat het personeelsrooster leidend is. Er wordt niet aan de voorschriften voldaan. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview (met aanwezige beroepskrachten) Observaties Website ( Presentielijsten (week 38 en 39) 6 van 9

7 Personeelsrooster (week 38 en 39) 7 van 9

8 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 9

9 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Tomaz Hoogvliet Website : Aantal kindplaatsen : 32 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : KDV Tomaz Hoogvliet B.V. Adres houder : Max Havelaarweg 57 Postcode en plaats : 3193VA Hoogvliet Rotterdam Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Rotterdam-Rijnmond Adres : Postbus Postcode en plaats : 3000KS ROTTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : K. Avdic Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Rotterdam Adres : Postbus Postcode en plaats : 3000KS ROTTERDAM Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 9