RVP3... G Montage

Transcriptie

1 G nl Installatievoorschriften Verwarmingsregelaar RVP3... Montage Bepalen van de montageplaats In een droge ruimte, b.v. in het ketelhuis Inbouwmogelijkheden: in een schakelkast (front, binnenwand of op een DINrail) op een regelpaneel In het schuine frontvlak van een bedienpaneel De toelaatbare omgevingstemperatuur is C Elektrische installatie Rekening houden met de plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties De trekontlasting van de kabels moet gegarandeerd zijn De verbindingsleidingen tussen de regelaar en de pomp voeren netspanning De opnemerleidingen mogen niet parallel met de netleidingen worden gelegd Toelaatbare leidinglengten Voor alle opnemers, thermostaten en externe contacten: Cu-Kabel 0,6 mm Ø max. 20 m Cu-Kabel 1,0 mm 2 max. 80 m Cu-Kabel 1,5 mm 2 max. 120 m Voor ruimte-apparaten: Cu-Kabel 0,25 mm 2 max. 25 m Cu-Kabel vanaf 0,5 max. 50 m mm 2 Voor de data-bus 0,75...2,5 mm 2 volgens de gegevens in de apparatenbladen N2030D en N2032D Monteren en bedraden van de sokkel Wandmontage 1. De sokkel van het apparaat verwijderen 2. De sokkel tegen de wand houden. De aanduiding «TOP» moet naar boven gericht zijn! 3. De bevestigingsgaten aanduiden 4. Gaten boren 5. Indien nodig, de openingen in de sokkel voor de kabelwartels uitbreken 6. De sokkel vastschroeven 7. De aansluitklemmen bedraden Railmontage 1. De rail bevestigen 2. De sokkel van het apparaat verwijderen 3. Indien nodig, de openingen in de sokkel voor de kabelwartels uitbreken 4. De sokkel plaatsen. De aanduiding «TOP» moet naar boven gericht zijn! 5. Indien nodig, de sokkel vastschroeven (afhankelijk van het railtype) 6. De aansluitklemmen bedraden Frontmontage Benodigde uitsparing: 92 x 138 mm Maximale dikte: 3 mm 1. De sokkel van het apparaat verwijderen 2. Indien nodig, de openingen in de sokkel voor de kabelwartels uitbreken 3. De sokkel van achteren tot aan de aanslag in de 4. frontuitsparing steken. De aanduiding «TOP» moet naar boven gericht zijn! 5. De zijdelingse klembeugels achter de frontplaat drukken (zie afbeelding) 6. De aansluitklemmen bedraden. De kabellengten moeten zodanig worden gekozen, dat voor het openen van de schakelkastdeur voldoende speelruimte overblijft Fout Juist De bevestigingsbeugels juist plaatsen ze mogen niet uitsteken in de uitsparing! Inbedrijfstelling 1. Voorafgaande controles 2. De bedrading controleren aan de hand van het installatieschema 3. De juiste plaats en stand van de nokjes met behulp van de bevestigingsschroeven zeker stellen. Weergave aan de zijwand van het apparaat: 4. Het apparaat tot aan de aanslag in de sokkel steken. De aanduiding «TOP» moet naar boven gericht zijn! 5. De twee bevestigingsschroeven afwisselend aandraaien 6. Controle van het corrigerend orgaan (mengkraan c.q. afsluiter): nagaan, of deze goed ingebouwd is (let op de stromingsrichting) of het segment in het juiste bereik draait (standaanwijzing controleren) of de handinstelling buiten werking is 7. Attentie bij vloer- en plafondverwarmingen! De maximaalthermostaat moet correct zijn ingesteld. Tijdens de functiecontrole mag de aanvoertemperatuur de maximaal toelaatbare waarde (in het algemeen 55 C) niet overschrijden, anders dient onmiddellijk de klep- of zone-afsluiter handmatig te worden gesloten de pomp te worden uitgeschakeld de afsluiter van de pomp te worden gesloten 8. Bedrijfsspanning inschakelen. Op de display dient een aanwijzing te verschijnen (b.v. de tijd). Als dit niet het geval is, zijn de mogelijke oorzaken: 2522Z Z06 Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division a /10

2 geen netspanning hoofdzekering defect net- c.q. hoofdschakelaar staat uit 9. Als een bedrijfstoets knippert, overstuurt een ruimteapparaat of een H1-contact de regelaar. Het ruimteapparaat op de bedrijfswijze zetten; H1-contact uitschakelen Belangrijke punten voor de bediening Instelelementen Draaiknop Display; daar is aan iedere instelling een bedienregel toegewezen Toetsen voor het kiezen en instellen van instelwaarden Selecteert de eerstvolgende bedienregel Selecteert de vorige bedienregel Verlaagt de weergegeven waarde Verhoogt de weergegeven waarde Instelwaarde overnemen: De ingestelde waarde wordt met de keuze van de volgende bedienregel bevestigd (of door het indrukken van een bedrijfswijzetoets) Invoer van --.- / --:-- / --- (functie deactiveren): De toets of indrukken, tot de gewenste weergave verschijnt Functie: overslaan van een blok Om snel een bedienregel te selecteren, kunnen twee toetscombinaties worden gebruikt: De toetsen en indrukken, om het eerstvolgende blok te selecteren De toetsen en indrukken, om het vorige blok te selecteren Werkwijze voor de instelling 1. De instellingen invoeren op de bedienregels («Eindgebruiker») (tabel op pag. 3 en 4) 2. Het installatietype invoeren op regel 51 (pag. 4) 3. In de navolgende parameterlijst de betreffende instellingen uitvoeren. Alle voor het installatietype benodigde functies en bedienregels zijn geactiveerd en instelbaar; alle niet benodigde bedienregels zijn geblokkeerd 4. De ingestelde waarden noteren in de tabel 5. De service-functies instellen (onafhankelijk van het installatietype) 6. Afsluitende werkzaamheden uitvoeren Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling en functiecontrole Bedienregels speciaal voor functiecontrole 161 = Simulatie van de buitentemperatuur 162 = Relaistest 163 = Opnemertest 164 = Gewenste waarden c.q. grenswaarden Als er Er (voor ERROR) op de display verschijnt: bedienregel 50 opvragen om de storing op te sporen Instelelementen BUS Landis & Staefa RVP Z Keuzetoetsen voor de bedrijfswijze (de keuzetoets brandt) Servicesteker Toetsen voor het bedienen van de display Prog = bedienregel selecteren + = aangegeven waarde verzetten Bedienhandleiding Toets voor handbedrijf Lichtdiode voor handbedrijf Toets voor tapwaterbereiding AAN / UIT (AAN = toets brandt) Statusweergave (uitgangen, temperatuurniveaus, vakantie) Display (LCD) Draaiknop voor correctie van de ruimtetemperatuur Toetsen voor het verzetten van de afsluiter in handbedrijf 6 11 Frontzijde van het type RVP320 Aansluitschema s A6 Ruimte-apparaat (QAW50 c.q. QAW70) Buitentemperatuuropnemer Pomp verwarmingsgroep B1 Aanvoeropnemer E1 Tweetraps brander M3 Boilerpomp B2 Ketelopnemer F1 Thermostaat Regelaar RVP3... B31 Boileropnemer/-thermostaat F2 temperatuur veiligheidsbegrenzer S1 Afstandsbediening bedrijfswijze Ruimte-opnemer Data-bus Servomotor verwarmingsgroep Retouropnemer M1 Circulatiepomp 1 ) Multifunctionele uitgang Laagspanningszijde RVP300, RVP310, RVP320 B2* B31** 2474A03 D1 D2 B2 B31 M L N * B2 alleen met RVP320 ** B31 alleen met RVP310 en RVP320 2/ a Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division

3 Netspanningszijde RVP300 RVP310 AC 230 V F1/F2 Y2 F7 Q2 K6 AC 230 V F1/F2 F7 Q3 Y2 Q2 K6 1 ) 1 ) 2474A02 M3 2475A02 RVP320 AC 230 V Q1 F1/F2 F7 Q3 Y2 Q2 K6 1 ) F1 F M1 M3 2476A02 Instellen Legenda bij de insteltabellen Instelbaar Alleen weergave Regel Functie, weergave fabr.inst. Bereik Invoer Toelichting, aanwijzingen, tips Instellingen op het instelniveau «Eindgebruiker» De toets of indrukken. Hierdoor wordt het niveau «Eindgebruiker» geactiveerd. 1 Gewenste waarde voor COMFORTbedrijf 20.0 C Gewenste waarde voor 14.0 C GEREDUCEERD bedrijf 3 Gewenste waarde voor vakantie-/ 10.0 C vorstbeveiligingsbedrijf 4 Weekdag (voor het = maandag verwarmingsprogramma) 2 = dinsdag enz. 1-7 = hele week 5 1e verwarmingsperiode, begin 06:00 00: :00 Klokprogramma voor verwarmingsgroep 6 1e verwarmingsperiode, einde 22:00 00: :00 Klokprogramma voor verwarmingsgroep 7 2e verwarmingsperiode, begin --:-- 00: :00 Klokprogramma voor verwarmingsgroep 8 2e verwarmingsperiode, einde --:-- 00: :00 Klokprogramma voor verwarmingsgroep 9 3e verwarmingsperiode, begin --:-- 00: :00 Klokprogramma voor verwarmingsgroep 10 3e verwarmingsperiode, einde --:-- 00: :00 Klokprogramma voor verwarmingsgroep 12 Datum eerste vakantiedag --: Dag, maand Datum laatste vakantiedag --: Stooklijn, gewenste waarde aanvoer TV2 bij 15 C buitentemperatuur 15 Stooklijn, gewenste waarde aanvoer TV2 bij 5 C buitentemperatuur 30 C C Dag, maand Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division a /10

4 Regel Functie, weergave fabr.inst. Bereik Invoer Toelichting, aanwijzingen, tips 26 Gewenste waarde 55 C tapwatertemperatuur 31 Weekdag (voor klokprogramma 2) = maandag 2 = dinsdag enz. 1-7 = hele week 32 Begin van de 1 e AAN -periode 05:00 00: :00 33 Einde van de 1 e AAN -periode 22:00 00: :00 34 Begin van de 2 e AAN -periode --:-- 00: :00 35 Einde van de 2 e AAN -periode --:-- 00: :00 36 Begin van de 3 e AAN -periode --:-- 00: :00 37 Einde van de 3 e AAN -periode --:-- 00: :00 38 Tijd 00: :59 Uren:minuten 39 Weekadag = maandag 2 = dinsdag enz. 40 Datum Dag.maand (b.v voor de 2. dec..) Jaar Storingen Weergavefunctie 10 = Storing buitentemperatuuropnemer Voorbeeld van een display in gecombineerde installaties: 20 = 30 = Storing ketelopnemer Storing aanvoeropnemer 40 = 50 = 60 = Storing retouropnemer Storing boilertemperatuuropnemer / thermostaat Storing ruimtetemperatuuropnemer 20 = Storingsnummer 61 = Storing ruimte-apparaat 06 = Segmentnummer () 62 = Verkeerd ruimte-apparaat aangesloten 02 = Apparaatnummer () 81 = Kortsluiting op de data-bus () 82 = Zelfde adres meerdere keren gebruikt () 100 = Twee klok-masters op de data-bus () 140 = Ontoelaatbaar busadres () Instelling op het niveau «Verwarmingsinstallateur» Gedurende 3 seconden de toetsen en samen indrukken om het instelniveau «Installateur» te activeren voor de instelling van het installatietype en de specifieke installatiegrootheden. Instellen van het installatietype: RVP310: Het installatietype is vast ingesteld (1 1). RVP300 en RVP320: Het gewenste installatietype moet op de bedienregel 51 worden ingesteld. Daardoor worden alle voor de installatie benodigde functies geactiveerd en de ervoor benodigde bedienregels in beeld gebracht. Voorbeeld voor een invoer: Regel Functie, weergave fabr.inst. Bereik Invoer Toelichting, aanwijzingen, tips 51 Installatietype RVP , Typenummers in de volgende sectie RVP RVP , / a Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division

5 Installatietypen Regelaart ype Beschrijving installatietype Schema RVP Ruimteverwarming met menggroep, driepuntsregeling of tweepuntsregeling werkend op afsluiter B1 A6 2474S01 E2 2 0 Ruimteverwarming met stadsverwarming, driepuntsregeling of tweepuntsregeling werkend op afsluiter E3 B1 A6 2474S02 E2 RVP Ruimteverwarming met menggroep, driepuntsregeling of tweepuntsregeling werkend op afsluiter. Tapwaterbereiding door besturing van de boilerpomp A6 B1 E2 M3 K6 B31 K6 2475S01 RVP Ruimteverwarming met menggroep, driepuntsregeling of tweepuntsregeling werkend op afsluiter Voorregeling met ketel E1 B2 M1 B1 A6 2476S01 E2 3 1 Ruimteverwarming met menggroep, driepuntsregeling of tweepuntsregeling werkend op afsluiter. Voorregeling met ketel. Tapwaterbereiding door besturing van de boilerpomp B2 E1 M1 A6 B1 E2 M3 K6 B31 K6 2476S02 A6 Ruimte-apparaat QAW50 c.q. QAW70 E3 Warmtewisselaar B1 Aanvoertemperatuuropnemer Data-bus B2 Keteltemperatuuropnemer K6 Elektrisch verwarmingselement / circulatiepomp B31 Boilertemperatuuropnemer /-thermostaat M1 Ketelpomp / shuntpomp Ruimtetemperatuuropnemer Verwarmingsgroeppomp Retourtemperatuuropnemer M3 Boilerpomp Buitentemperatuuropnemer Regelaar RVP3... E1 Warmte-opwekker (ketel) Verwarmingsgroepmenger /-afsluiter E2 Verbruiker (ruimte) Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division a /10

6 Parameterlijst Regel Functie, weergave fabr.inst. Bereik Invoer Toelichting, aanwijzingen, tips Blok ruimteverwarming 61 Verwarmingsgrens voor COMFORT 17.0 C --.- c.q. Invoer --.- = de functie is inactief (ECO-dag) Verwarmingsgrens voor 5.0 C --.- c.q. Invoer --.- = de functie is inactief GEREDUCEERD (ECO-nacht) Gebouwtijdconstante 20 h licht = 10 h, middelmatig = 25 h, zwaar = 50 h h 64 Versnelde afkoeling 1 0 / 1 0 = geen versnelde afkoeling 1 = versnelde afkoeling 65 Leverancier ruimtetemperatuur A 0 / 1 / 2 / 3 A 0 = geen ruimtetemperatuuropnemer aanwezig 1 = ruimte-apparaat aan klem A6 2 = ruimtetemperatuuropnemer aan klem 3 = gemiddelde waarde uit de beide apparaten aan de klemmen A6 en A = automatische selectie 66 Optimalisering 0 0 / 1 0 = optimalisering met ruimtemodel 1 = optimalisering met ruimte-apparaat / ruimte-opnemer Met instelling 0 is alleen inschakeloptimalisering mogelijk 67 Maximale aanwarmtijd 00:00 h 00: :00 Max. vervroegde inschakeling voor het h begin van de gebruiksperiode Instelling 00:00 = geen inschakeloptimalisering 68 Maximum vervroegde uitschakeling 0:00 h 0:00...6:00 Max. vervroegde uitschakeling voor het h einde van de gebruiksperiode Instelling 0:00 = geen uitschakeloptimalisering 69 Maximum begrenzing c.q. Invoer --.- = begrenzing is inactief ruimtetemperatuur C Functie alleen met ruimte-apparaat/ruimteopnemer mogelijk 70 Invloedfactor ruimtetemperatuur Versterkingsfactor voor de invloed van de ruimtetemperatuur Functie alleen met ruimte-apparaat/ruimteopnemer mogelijk 71 Verhoging gewenste waarde 5 C ruimtetemperatuur bij aanwarmen Blok servomotor verwarmingsgroep 81 Max. begrenzing van de c.q. aanvoertemperatuur Geen veiligheidsfunctie 82 Min. begrenzing van de c.q. aanvoertemperatuur C 83 Max. begrenzing van de c.q. aanvoertemperatuurverhoging C/h (deze functie voorkomt uitzettingsgeluiden) 84 Aanvoertemperatuurverhoging 10 C Verhoging gewenste waarde naar menggroep / warmtewisselaar voorregelaar in gecombineerde installaties 85 Looptijd van de servomotor 120 s s Instellingen alleen nodig voor driepunts servomotor 86 P-band van de regeling 32.0 C Integratietijd van de regeling (Tn) 120 s s 88 Type aandrijving 1 0 / 1 0 = tweepuntsregeling 1 = driepuntsregeling 89 Schakeldifferentie 2 C Instelling alleen nodig voor tweepunts servomotor Blok ketel 91 Bedrijfswijze ketel = met handmatige uitschakeling ( -toets) 1 = met automatische uitschakeling (UIT, als er geen warmtevraag meer is) 2 = zonder uitschakeling 92 Max. begrenzing keteltemperatuur 95 C geen veiligheidsfunctie 93 Min. begrenzing keteltemperatuur 10 C Schakeldifferentie ketel 6 C / a Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division

7 Regel Functie, weergave fabr.inst. Bereik Invoer Toelichting, aanwijzingen, tips 95 Min. branderlooptijd 4 min min 96 Vrijgave-integraal brandertrap 2 50 C * min 97 Uitschakelintegraal brandertrap 2 10 C * min C * min C * min 98 Blokkeringstijd brandertrap 2 20 min min 99 Bedrijfswijze pomp M1 1 0 / = zonder uitschakeling als er geen warmtevraag is 1 = met uitschakeling als er geen warmtevraag is Blok begrenzingswijze retourbegrenzing 101 Gewenste waarde retourtemperatuurbegrenzing Constante waarde c.q Installatietypen 1 x, 3 x: min.begrenzing Installatietypen 2 0: max. begrenzing Blok stadsverwarming 112 Steilheid van de max. retourtemperatuurbegrenzing Constante waarde Steilheid Begin beïnvloeding 113 Begin beïnvloeding van de max. retourtemperatuurbegrenzing 10 C Integratietijd van de max. retourtemperatuurbegrenzing 30 min min Blok tapwater 121 Tapwatertoewijzing Vrijgave tapwater Tapwatervoorrang, gewenste aanvoertemperatuurwaarde Tapwaterbereiding voor 0 = eigen regelaar 1 = alle regelaars in de combinatie met hetzelfde segmentnummer 2 = alle regelaars in de combinatie 0 = vrijgave 24 h per dag 1 = vrijgave volgens verwarmingsprogramma('s), afhankelijk van de instelling op bedienregel 121. Het begin van de vrijgave is steeds een uur vervroegd 2 = vrijgave volgens klokprogramma 2 Voorrang tapwater Gewenste aanvoerwaarde volgens: 0 = absolute voorrang tapwater 1 = glijdende voorrang tapwater 2 = glijdende voorrang maximale keuze 3 = geen (parallel) tapwater 4 = geen (parallel) maximale keuze 126 Tapwateropnemer/tapwaterthermostaat 0 0 / 1 0 = opnemer 1 = thermostaat 127 aanvoertemperatuurverhoging tapwater 10 C Schakeldifferentie tapwater 8 C Maximale ladingsduur tapwater 60 min --- c.q min 130 Gewenste waarde legionella-functie c.q Gedwongen lading 0 0 / 1 0 = geen 1 = dagelijks bij de eerste vrijgave Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division a /10

8 Regel Functie, weergave fabr.inst. Bereik Invoer Toelichting, aanwijzingen, tips Blok multifunctioneel relais 141 Functie multifunctioneel relais 0 Install.typen x 0: Install.typen x 1: = geen functie 1 = relais AAN bij storing 2 = relais AAN tijdens warmtevraag 3 = circulatiepomp 24 h AAN per dag 4 = circulatiepomp AAN volgens verwarmingsprogramma( s), afhankelijk van de instelling op bedienregel = circulatiepomp AAN vlg. klokprogramma 2 6 = elektr. verwarmingselement, omschakeling verwarming/elektro volgens eigen regelaar 7 = elektr. verwarmingselement, omschakeling verwarming/elektro volgens alle regelaars in de combinatie met hetzelfde segmentnummer 8 = elektr. verwarmingselement, omschakeling verwarming/elektro volgens alle regelaars in de combinatie Blok service-functies en algemene instellingen 161 Buitentemperatuursimulatie c.q De simulatie wordt na 30 minuten automatisch beëindigd --.- = geen simulatie 162 Relaistest = normaal bedrijf 1 = alle contacten open 2 = brandertrap 1 AAN K4 3 = brandertrappen 1 en 2 AAN K4 en K5 4 = ketelpomp/shuntpomp AAN M1 5 = laadpomp AAN M3 6 = verwarmingsgroepmengkraan /-afsluiter OPEN 7 = verwarmingsgroepmengkraan/-afsluiter DICHT Y2 8 = verwarmingsgroeppomp AAN 9 = multifunctioneel relais AAN K6 Relaistest beëindigen: volgende regel selecteren of automatisch na 30 minuten 163 Opnemertest Opnemer: = kortsluiting = onderbreking Thermostaat: = contact gesloten = contact open 164 Gewenste waarden c.q. grenswaarden = geen gewenste waarde c.q. grenswaarde aanwezig 167 Buitentemperatuur voor vorstbeveiliging van de installatie 168 Gewenste aanvoertemperatuur voor vorstbeveiliging van de installatie Weergavefunctie Weergavefunctie 2.0 C --.- c.q C 0 = buitentemperatuuropnemer 1 = aanvoertemperatuuropnemer B1 2 = ruimte-opnemer 3 = ruimte-apparaatopnemer A6 4 = retouropnemer 5 = boileropnemer/thermostaat B31 6 = ketelopnemer B2 0 = geen functie 1 = gewenste waarde aanvoer 2 = gewenste waarde ruimte 3 = gewenste waarde ruimte 4 = grenswaarde retour 5 = gewenste waarde tapwater 6 = gewenste waarde ketel (uitschakelpunt) Invoer --.- = geen vorstbeveiliging van de installatie 15 C C 169 Regelaarnummer Data-busadres () 0 = regelaar zonder bus 170 Segmentnummer Data-busadres () 8/ a Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division

9 Regel Functie, weergave fabr.inst. Bereik Invoer Toelichting, aanwijzingen, tips 172 Bedrijfswijze bij kortsluiting van de aansluitklemmen H1 M 0 RVP300: RVP310 en RVP320: Bedrijfswijze verwarmingsgroep 0 = Stand-by UIT 1 = AUTO UIT 2 = GEREDUCEERD UIT 3 = COMFORT UIT 4 = Stand-by AAN 5 = AUTO AAN 6 = GEREDUCEERD AAN 7 = COMFORT AAN Tapwater: 8 = AUTO AAN, 24 h / dag 9 = COMFORT AAN, 24 h / dag 173 Versterking beïnvloedingssignalen 100 % % Reactie op blokkeringssignalen 174 Nadraaitijd van de pompen 6 min min 175 Intervalschakeling van de pompen 0 0 / 1 0 = geen intervalschakeling van de pompen 1 = wekelijkse werking van de pompen actief 176 Omschakeling wintertijd-zomertijd Instelling: de vroegst mogelijke omschakeldatum 177 Omschakeling zomertijd-wintertijd Instelling: de vroegst mogelijke omschakeldatum 178 «leverancier» kloktijd = autonome klok in de regelaar 1 = klok van de bus (Slave), zonder instelmogelijkheid 2 = klok van de bus (Slave), met instelmogelijkheid 3 = de regelaar is de centrale klok (Master) 179 Busvoeding A 0 / A 0 = geen busvoeding door de regelaar A = busvoeding door de regelaar 180 Buitentemperatuur (leverancier) A A c.q Geen weergave betekent: de regelaar is autonoom (geen data-bus aanwezig) Invoer bij levering vanaf de data-bus: segment- en apparaatnummer van de leverancier, of A voor automatische bepaling van de leverancier 194 Bedrijfsurenteller Weergavefunctie Bedrijfsuren van de regelaar 195 Software-versie van de regelaar Weergavefunctie Aansluitende werkzaamheden 1. De instellingen noteren in deze voorschriften. De voorschriften op een geschikte plaats bewaren 2. De volgende notities in de bedienvoorschriften uitvoeren: Vrijgave van de tapwaterlading Functie schakelprogramma 2 3. De handleiding voor de bediening in het deksel van het apparaat steken Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division a /10

10 Maatschets max , ,4 4, M01 maten in mm 1999 Siemens Building Technologies Ltd. 10/ a Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division