RVL482. Verwarmingsregelaar. met ketelvoorregeling en warm tapwater bereiding

Transcriptie

1 2 542 Verwarmingsregelaar met ketelvoorregeling en warm tapwater bereiding RVL482 Multifunctionele, communicatieve verwarmingsregelaar voor woningen en utiliteitsbouw. Geschikt voor groepsregeling met keteltemperatuur regeling of voorregeling. Geschikt voor modulerende of 1- of 2-traps-branders. Besturing van warm tapwater bereiding. 21 voorgeprogrammeerde installatietypes. Voedingsspanning AC 230 Toepassing Toepassing in gebouwen: Flatgebouwen Eengezinswoningen Utiliteitsbouw Toepassing in installaties: Verwarmingsgroepen en warm tapwater bereiding met eigen warmte opwekking Gekoppelde installaties, bestaande uit warmte opwekking, meerdere verwarmingsgroepen alsmede centrale of decentrale warm tapwater bereiding Toepasbare verwarmingselementen: Radiator-, convector-, vloer-, plafond- en stralingsverwarmingen Functies Verwarmingsgroep regeling Weersafhankelijke regeling van de aanvoertemperatuur door besturing van de regelafsluiter in een verwarmingsgroep Weersafhankelijke regeling van de aanvoertemperatuur door besturing van de regelafsluiter in een verwarmingsgroep en vraagafhankelijke voorregeling van de keteltemperatuur door besturing van de brander Weersafhankelijke regeling van de aanvoertemperatuur door besturing van de afsluiter in een verwarmingsgroep en vraagafhankelijke voorregeling van de keteltemperatuur door besturing van de brander,met separate regelafsluiter voor minimum begrenzing van de ketelretourtemperatuur CE12542nl Building Technologies

2 Voorregeling Warm tapwater bereiding Bedrijfswijzen Warmtevraagafhankelijke regeling van de keteltemperatuur door besturing van de brander; Warmtevraag via de databus Warmtevraagafhankelijke regeling van de keteltemperatuur door besturing van de brander; Warmtevraag via de databus, met separate regelafsluiter voor minimum begrenzing van de ketelretourtemperatuur Warm tapwater bereiding door besturing van de laadpomp door besturing van de regelafsluiter met warmtewisselaar door besturing van de regelafsluiter in de primaire retour met zonnecollector Besturing van een circulatiepomp en een elektrisch element Automatisch Automatische omschakeling tussen ORMALE en GEREDUCEERDE temperatuur volgens het weekprogramma, automatisch vakantiebedrijf, buitentemperatuurafhankelijke uitschakeling (ECO-functie) Gereduceerd Continu verwarmen op GEREDUCEERDE temperatuur, met ECO-functie Comfort Continu verwarmen op ORMALE temperatuur, geen ECO-functie Bewaking Automatische warm tapwater bereiding Handbedrijf Geen regeling, pompen in bedrijf De vorstbeveiliging is in elke bedrijfswijze actief. Andere functies Optimaliseringsfuncties Bewakingsfuncties Afstandsbediening Inbedrijfstellingshulp Communicatiefuncties Bestelling Bij bestelling moet de naam en het typenummer RVL482 worden opgegeven. De bedienings- en installatiehandleiding zijn bijgevoegd. Opnemers, eventueel ruimtebedienapparaat, servomotor en regelafsuiter dienen afzonderlijk te worden besteld. Productdocumentatie Document Document Bestelnummer Basisdocumentatie P2542 Installatiehandleiding in de talen De, En, Fr, G L, Sv, Fi, Da, It, Es Bedieningshandleiding in de talen De, En, Fr, B L, Sv, Fi, Da, It, Es CE-conformiteitsverklaring T2540 Milieuverklaring E2542 2/13

3 Apparatencombinaties Toepasbare opnemers en bedienapparaten Aanvoer-, retour- en tapwatertemperatuur: alle opnemers met LG-i meetelement, bijv.: Klemtemperatuuropnemer QAD22 Dompeltemperatuuropnemer QAE212 en QAP21.3 Collectortemperatuuropnemer (zonne-energie) QAP21.2 Ruimtetemperatuur: Ruimtebedienapparaat QAW50 en QAW70 Ruimtetemperatuuropnemer QAA24 Buitenopnemer: Buitentemperatuuropnemer QAC22 Windopnemer (diverse merken, DC 0 10 V) Zonopnemer QLS60 Toepasbare servomotoren Toepasbaar zijn alle Siemens elektromotorische en elektrohydraulische servomotoren met 3-puntsbesturing. Communicatie Let op De communicatie is mogelijk met: alle -compatibele regelaars van Siemens Communicatiecentrale OCI600 De verwarmingsregelaar RVL482 kan niet als partnerregelaar voor RVL469 worden gebruikt! 3/13

4 Technische uitvoering Installatietypes Types verwarmingscircuitinstallaties 1 Groepsregeling met menggroep Kan met de volgende gebruikswatertypes worden gecombineerd: met types 1, 2 en 3 met behulp van hydraulische aansluiting aan en met type 4 zonder hydraulische aansluiting 2 Groepsregeling met menggroep Kan met de volgende gebruikswatertypes worden gecombineerd: met types 1, 2 en 3 met behulp van hydraulische aansluiting aan en met type 4 zonder hydraulische aansluiting 3 Groepsregeling met menggroep, ketelregeling, terugloopbegrenzing met menger Kan met de volgende gebruikswatertypes worden gecombineerd: met types 1, 2 en 3 met behulp van hydraulische aansluiting aan en met type 4 zonder hydraulische aansluiting 4 Voorregeling met ketel Kan met de volgende gebruikswatertypes worden gecombineerd: met types 1, 2 en 3 met behulp van hydraulische aansluiting aan en met type 4 zonder hydraulische aansluiting 5 Voorregeling met ketel, terugloopbegrenzing met menger Kan met de volgende gebruikswatertypes worden gecombineerd: met types 1, 2 en 3 met behulp van hydraulische aansluiting aan en met type 4 zonder hydraulische aansluiting E1 B9 U1/U2 B7 B9 B2 E1 E1 E1 U1/U2 B9 B2 U1/U2 B7 B2 B2 B7 M4 M1 B7 Y7 1, 2, 3 B7 M4 Y7 M M1 M1 Y1 M1 M2 1, 2, 3 1 A6/B5 B1 E2 Y1 1 M2 Y1 2542S04 M2 1, 2, S S08 A6/B5 B1 E2 A6/B5 B1 E2 2542S S06 Types gebruikswaterinstallaties 0 Geen warm tapwater bereiding 4/13

5 1 Warm tapwater bereiding met pomp (optioneel met zonne-energie en/of elektrisch element) M3 K6 B31 M4 2542S01 Let op: Circulatiepomp M4 alleen met circuittypes 1, 2 en 4 Elektrisch element bij modulerende brander niet mogelijk B32 M5 2 Warm tapwater bereiding met menggroep ((optioneel met zonne-energie en/of elektrisch element) Let op: Circulatiepomp M4 alleen met circuittypes 1, 2 en 4 Elektrisch element bij modulerende brander niet mogelijk Y7 B3 M3 K6 B31 B32 M4 M5 2542S02 3 Warm tapwater bereiding met warmtewisselaar Let op: Circulatiepomp M4 alleen met circuittypes 1, 2 en 4 Y7 B3 M4 2524S10 4 Warm tapwater bereiding met elektrisch element (optioneel met zonne-energie) Let op: Circulatiepomp M4 alleen met circuittypes 1, 2 en 4 Elektrisch element bij modulerende brander niet mogelijk K6 B31 B32 M4 M5 2542S03 A6 Ruimtebedienapparaat Databus B1 Aanvoeropnemer K6 Elektrisch element B2 Ketelopnemer M1 Transportpomp / shuntpomp B3 Aanvoeropnemer tapwater M2 Groepspomp B31 Boileropnemer/-thermostaat 1 M3 Boilerpomp B32 Boileropnemer /-thermostaat 2 M4 Ketelpomp / tapwaterpomp B5 Ruimteopnemer M5 Collectorpomp Collectoropnemer Regelaar RVL482 B7 Retouropnemer U1 Zonopnemer B9 Buitenopnemer U2 Windopnemer E1 Warmte opwekking (ketel) Y1 Regelafsluiter verwarmingsgroep E2 Verbruiker (ruimte) Y7 Regelafsluiter boiler / wisselaar resp. voor minimum ketelretourtemperatuur begrenzing Werking In RVL482 zijn 5 installatietypes voor verwarmingsgroep- en voorregeling geprogrammeerd alsmede 4 installatietypes voor warm tapwater bereiding. Dankzij verschillende combinaties kan uit 21 installatievarianten worden gekozen. Bij het in bedrijf nemen dient het betreffende installatietype voor de verwarmingsgroep- /voorregeling en de warm tapwater bereiding te worden gekozen. Hierdoor worden alle functies geactiveerd die voor dit type installatie zijn vereist; de waarden van de instellingen zijn afgestemd op de praktijk. Alle functies die door het gekozen installatietype niet worden gebruikt, zijn geblokkeerd en niet zichtbaar. 5/13

6 Instellingen voor de eindgebruiker Temperatuurmeting Ruimteverwarming Aanvoertemperatuurregeling Keteltemperatuurregeling Bij een weersafhankelijke regeling wordt de aanvoertemperatuur bij de heersende buitentemperatuur bepaald door de stooklijn. De basisinstelling wordt uitgevoerd met het "staafje" of op een bedienregel; de ruimtetemperatuur wordt gecorrigeerd met de draaiknop. De eindgebruiker kan tevens instellen: Gewenste waarde van de ruimtetemperatuur voor ORMAAL verwarmen, GEREDUCEERD verwarmen en vorstbeveiliging/vakantie Gewenste waarden voor de warm tapwatertemperatuur Twee onafhankelijke weekklokprogramma's en max. acht vakantieperioden per jaar Bedrijfswijze Datum en tijd Aanvoertemperatuur: met LG-i 1000-opnemer Buitentemperatuur: met LG-i 1000-opnemer. Bij busverbinding kan tevens de leverancier van de buitentemperatuur worden vastgelegd Ruimtetemperatuur: met een LG-i 1000-ruimtetemperatuuropnemer of met een ruimtebedienapparaat of met beide (gemiddelde waarde) De ruimtetemperatuur wordt altijd in de regeling betrokken. Deze wordt met behulp van een opnemer gemeten of met behulp van het ruimtemodel met instelbare gebouwtijdconstante nagebootst. Bij gebruik van een opnemer is de ruimte-invloed op de regeling instelbaar. Ook de maximum begrenzing van de ruimtetemperatuur is dan instelbaar. De invloed van zon en wind kan door het aansluiten van een zon- en/of windopnemer worden gemeten en in de regeling worden opgenomen. De invloeden zijn instelbaar. Bij busverbinding kunnen de meetwaarden van externe opnemers via de databus worden ontvangen. De verwarming wordt afhankelijk van de buitentemperatuur in- en uitgeschakeld (ECO-functie). Er wordt uitgeschakeld, wanneer met de in het gebouw opgeslagen warmte de gewenste ruimtetemperatuur op peil kan worden gehouden. Hiertoe houdt de regelaar rekening met het verloop van de buitentemperatuur en met de warmteopslagcapaciteit van het gebouw. Er kunnen twee stookgrenzen worden ingesteld; voor ORMAAL en voor GEREDUCEERD verwarmen. De regeling is geoptimaliseerd; inschakeling en opstoken alsmede uitschakeling worden zodanig gestuurd, dat tijdens de gebruikstijden altijd de gewenste ruimtetemperatuur heerst. Aan het einde van elke gebruiksperiode schakelt de verwarming (circulatiepomp) uit tot de gewenste ruimtetemperatuur voor de uitschakelperiode wordt bereikt (optimalisering, uitschakelbaar). Tijdens aanwarmen kan de gewenste ruimtetemperatuur worden verhoogd (snel aanwarmen). Instelbaar zijn de maximale tijd voor aanwarmen en vervroegde uitschakeling. De weersafhankelijke aanvoertemperatuur regeling werkt met driepuntsbesturing. P-band en integratietijd zijn instelbaar. De aanvoertemperatuur wordt geregeld door het corrigerend orgaan (regelafsluiter of mengkraan) modulerend te besturen. Voor de aanvoertemperatuur zijn minimum en maximum begrenzing alsmede maximale gewenste waarde stijging (opwarmrem) instelbaar. De keteltemperatuurregeling is warmtevraagafhankelijk uitgevoerd. Zonder warmtevraag wordt de ketel uitgeschakeld of op minimum waarde (instelbaar) geregeld. Minimum en maximum begrenzing van de keteltemperatuur zijn instelbaar. Bij het type warmteopwekking wordt onderscheid gemaakt tussen 1- of 2-traps brander of modulerende brander. Het type warmte opwekking is instelbaar. 6/13

7 1- of 2-traps brander Modulerende brander Minimum retourbegrenzing Maximum retourbegrenzing Blokkeerfuncties Schakelklokken Warm tapwater bereiding Bij een brander met 1- of 2 trappen wordt de keteltemperatuur geregeld door middel van 2-puntsbesturing. De keteltemperatuur wordt door in- en uitschakelen van de brander (1 of 2 trappen) geregeld (directe branderbesturing). Vrijgave van trap 2 vindt plaats, wanneer de vrijgave-integraal wordt bereikt; trap 2 wordt weer geblokkeerd, wanneer de uitschakel-integraal wordt bereikt. Beide integralen zijn instelbaar. Bij een modulerende brander wordt de keteltemperatuur geregeld door het in- en uitschakelen van de brander en modulerende 3-punts besturing van de branderregelaandrijving (PID-gedrag). P-band, integratie- en differentiatietijd zijn instelbaar. De vrijgave c.q. blokkering van de modulerende besturing vindt plaats analoog aan die van trap 2 van de 2-traps brander (vrijgave- en uitschakelintegraal). De minimum begrenzing van de retourtemperatuur beschermt de ketel tegen rookgascorrosie. In de RVL482 kan deze functie op drie manieren worden gerealiseerd: Verlaging van de gewenste waarde van de aanvoertemperatuur van de verbruikers Toepassing van een shuntpomp (uitsluitend met installatietypes 2 x en 4 x) Eigen regelafsluiter in de ketelretour (uitsluitend met installatietypes 3 x en 5 x) In de RVL482 zijn twee verschillende maximum begrenzingen van de retourtemperatuur mogelijk: Met installatietypes 1 x: de begrenzing werkt op de gewenste aanvoertemperatuur van de verwarmingsgroepen Met installatietypes 2 x en 4 x: De begrenzing werkt op de gewenste keteltemperatuur (geschikt voort bivalente installaties) Alle instellingen kunnen softwarematig tegen verandering worden geblokkeerd. De RVL482 heeft 3 van elkaar onafhankelijke weekschakelklokken met instelbare toewijzing. Met elke weekschakelklok zijn dagelijks 3 I-perioden instelbaar; hierbij zijn voor elke dag van de week verschillende I-perioden mogelijk. De verwarmingsgroep, de warm tapwater bereiding, de tapwaterpomp en het multifunctionele relais kunnen afzonderlijk aan één van de drie weekschakelklokken worden toegewezen Voor het invoeren van maximaal acht vakantieperioden is de RVL482 voorzien van een jaarschakelklok met automatische zomer-/wintertijd-omschakeling De warm tapwater bereiding kan plaatsvinden: Door de ketel Door de warmtewisselaar Door de voorregeling Door zonnecollector. Deze lading wordt in het weergaveveld weergegeven met Door elektrisch element (zomerstand) De warm tapwater bereiding wordt onafhankelijk de verwarmingsgroep geregeld. Het laden naar de gewenste waarde voor de tapwatertemperatuur (ORMAAL c.q. GEREDUCEERD) kan naar wens worden aangepast: Volgens een eigen weekprogramma Volgens het klokprogramma van de groep (vrijgave 1 uur vóór de verwarmingsgroep) Volgens het klokprogramma's van een andere groepsregelaar op de databus Continu (24 h) De warm tapwater bereiding heeft een uitschakelbare Legionella-functie. De bescherming tegen Legionella vindt periodiek instelbaar plaats, op het daarvoor gekozen tijdstip en volgens de ingestelde duur. De meting van de tapwatertemperatuur vindt plaats: Met 1 of 2 opnemers 7/13

8 Met 1 of 2 thermostaten (niet mogelijk met bereiding door zonne-energie) Tot de warm tapwater bereiding behoort tevens de besturing van een circulatiepomp en een elektrisch element. De werking van de Legionella-functie op de circulatiepomp is uitschakelbaar. De boiler kan dagelijks eenmaal geforceerd worden geladen. Afstandsbediening Opmerking QAW70 Ontvangst van de warmtevraag Communicatie Omschakelen van de bedrijfswijze met het ruimtebedienapparaat QAW50 Ingreep op van de voornaamste regelfuncties met het ruimtebedienapparaat QAW70 Keuze van een andere bedrijfswijze (programmeerbaar) met een extern contact Activering van een gewenste waarde voor de aanvoertemperatuur met een extern contact (van bijv. externe boilervraag). Instelbaar zijn de werking van de waarde (constant of minimaal), de ingreep van de waarde (op het verwarmingscircuit of op de ketel) en de gewenste aanvoertemperatuur De regelaar bepaalt de dag van de week automatisch aan de hand van de ingestelde datum. Wijzigen vanuit de QAW70 is niet mogelijk. De RVL482 heeft twee gescheiden schaalbare DC 0 10 V-ingangen (komt overeen met 0 x C), waarop warmtevraagmeldingen van extern e verbruikers kunnen worden ontvangen. De waarde x is binnen het bereik C instelbaar. Communicatie met andere regelaars vindt plaats via de databus en draagt zorg voor: Melden van de warmtevraag aan de warmteopwekking Uitwisseling van blokkeer- en dwangsignalen Uitwisseling van meetwaarden zoals buitentemperatuur, retourtemperatuur en aanvoertemperatuur alsmede kloksignalen Uitwisseling van storingsmeldingen Storingsmelding en aanvoeralarm Storingsmelding van opnemers, databus en ruimtebedienapparaten. Aanvoeralarm; instelbare tijdsduur, waarin de aanvoertemperatuur buiten de ingestelde grenswaarden mag blijven. a afloop ervan vindt een foutmelding plaats. Aanvullende functies 1 Multifunctioneel relais. Functiemogelijkheden: buitentemperatuurschakelaar, AA/UIT volgens schakelklok, alarmcontact bij storingsmelding, AA/UIT volgens gebruikstijd, AA/UIT volgens gebruikstijd inclusief optimalisering, AA/UIT door warmtevraag, AA/UIT handbediend Weergave van parameters, actuele waarden, bedrijfstoestanden en storingsmeldingen Simulatie van de buitentemperatuur Relaistest; alle relais kunnen handmatig afzonderlijk worden bestuurd Opnemertest; alle meetwaarden van opnemers en thermostaten zijn oproepbaar Test van de contacten op de klemmen H1 M en H2 M Buitentemperatuurafhankelijke installatie vorstbeveiliging (instelbaar); er wordt een instelbare minimale aanvoertemperatuur aangehouden adraaien van de pomp als bescherming tegen warmtestuwing Pompkick tegen vastzitten in de zomer Regelaar-bedrijfsurenteller Meer informatie via databus (); de volgende documenten zijn opgenomen: Apparatenblad Systeemgrondslagen : 2030 Apparatenblad : /13

9 Mechanische uitvoering Z Toetsen voor de keuze van de bedrijfswijze (gekozen toets brandt) 2 Weergaveveld (LCD) 3 Toetsen voor de bediening van het weergaveveld: Prog = Bedienregel kiezen + = Weergegeven waarde wijzigen 4 Toets voor "Regelafsluiter sluiten" resp. Brander HOGER of Brandertrap 2 AA/UIT tijdens handbedrijf 5 Toets voor "Regelafsluiter openen" resp. Brander LAGER tijdens handbedrijf 6 Toets voor handbedrijf 7 LED's voor: Handbedrijf / Regelafsluiter opent / Brander HOGER / Brandertrap 1 I / Regelafsluiter sluit/ Brander LAGER / Brandertrap 2 I Pomp I 8 Toets Warm tapwater bereiding AA/UIT (AA = toets brandt) 9 Mogelijkheid tot verzegelen van het deksel 10 Infotoets voor weergave actuele waarden 11 Instelschuif voor instelling van de aanvoertemperatuur bij 5 C buitentemperatuur 12 Instelschuif voor instelling van de aanvoertemperatuur bij +15 C buitentemperatuur 13 Draaiknop voor correctie van de ruimtetemperatuur 14 Bevestigingsschroef met verzegelmogelijkheid De RVL482 bestaat uit de regelaarbehuizing met de elektronica, netvoeding, uitgangsrelais en aan de voorzijde alle bedieningselementen en de sokkel met de aansluitklemmen. De bedieningselementen bevinden zich onder een afsluitbaar doorzichtig deksel. De bedieningshandleiding wordt in het doorzichtige deksel geplaatst. Het uitlezen van alle waarden vindt plaats via het weergaveveld (LCD); dit veld is voorzien van een achtergrondverlichting. De regelaarbehuizing wordt met twee schroeven op de sokkel bevestigd; één daarvan kan worden verzegeld. Het deksel kan eveneens worden verzegeld. De RVL482 is ontworpen voor drie manieren van montage: Wandmontage (op een wand, in een schakelkast, etc.) Railmontage (klikken op een montagerailrail) Frontmontage (deur van een regelpaneel, etc.) 9/13

10 Analoge bedieningselementen Druktoetsen voor het kiezen van de gewenste bedrijfswijze Druktoets t.b.v. warm tapwater bereiding AA/UIT Infotoets Rechtstreeks instellen van de stooklijn met het "staafje" (alleen wanneer analoge instelling is geselecteerd) Draaiknop voor handmatige correctie van de ruimtetemperatuur Drie toetsen voor handbedrijf en handmatige besturingscommando's Digitale bedieningselementen Het invoeren resp. wijzigen van alle instelparameters, het activeren van keuzefuncties en het uitlezen van actuele waarden en toestanden vindt plaats volgens het bedienregelprincipe Aan elke parameter, elke actuele waarde en elke keuzefunctie is een bedienregel met een bijbehorend nummer toegewezen. Het kiezen van een bedienregel en het wijzigen van de weergave gebeurt telkens met één toetsenpaar. Instructies Projectering De leidingen van de meetcircuits voeren veiligheidslaagspanning De leidingen naar de servomotor en naar de pomp voeren AC V De plaatselijk geldende voorschriften voor elektrische installaties dienen in acht te worden genomen Parallel leggen van opnemerleidingen naast voedingsleidingen naar b.v. servomotor, pomp, brander etc. is niet toegestaan (Beveiligingsklasse II E 60730) Inbedrijfstelling Het installatietype moet worden ingesteld Afvoer De RVL482 geldt voor verwijdering als gebruikt elektronisch apparaat in de zin van de Europese richtlijn 2002/96/EG (WEEE) en mag niet als huisvuil worden afgevoerd. De nationaal geldende wettelijke voorschriften moeten worden nageleefd en de regelaar dient te worden afgevoerd via de daartoe aangewezen kanalen. De lokale en actueel van kracht zijnde wetgeving moet worden nageleefd. Garantie Bij gebruik van de RVL482 met apparatuur van andere leveranciers dient de correcte functionaliteit door de gebruiker te worden gecontroleerd. Siemens levert in dergelijke gevallen geen ondersteuning op het gebied van service of garantie. 10/13

11 Technische gegevens Voeding Relaisuitgangen Voedingsspanning AC 230 V (±10 %) Frequentie 50 Hz Vermogensopname (zonder externe last) 9 VA max. Beveiliging voedingskabel 10 A Spanning AC V Stroom K4, K5, Q1, Y1, Y2, Y7, Y8 AC 0,02 2 (2) A Stroom Q5, Q3/Y2, Q4, K6 AC 0,02 1 (1) A ominale stroom ontstekingstransformator Max. 1 A (max. 30 ms) Inschakelstroom ontstekingstransformator Max. 10 A (max. 10 ms) Toelaatbare leidinglengten naar opnemers of ruimtebedienapparaat Cu-kabel 0,6 mm Cu-kabel 0,5 mm 2 Cu-kabel 1,0 mm 2 Cu-kabel 1,5 mm 2 20 m 50 m 80 m 120 m Elektrische aansluiting Buscommunicatie (via draadverbinding) Schroefaansluitingen voor aders tot 2,5 mm 2 Busprotocol/-type Busbelasting kengetal E 9 Gangreserve Tijd 12 h ormen en standaards - conformiteit volgens EMC-richtlijn Storingsgevoeligheid Emissies Laagspanningsrichtlijn Elektrische veiligheid 2004/108/EC E / -2 E / /95/EC E / E Beveiligingsgegevens Afmetingen Beveiligingsklasse II volgens E Beschermingsgraad (deksel gesloten) IP42 volgens E Vervuilingsgraad 2 volgens E Zie maatschetsen Gewicht Apparaat (netto) 1,2 kg Kleur behuizing Omgevingscondities Behuizing Lichtgrijs RAL 7035 Sokkel Duivenblauw RAL 5014 Bedrijf Vervoer Opslag E E E Klimaatcondities Klasse 3K5 Klasse 2K3 Klasse 1K3 Temperatuur C C C Vochtigheid <95 % r.v. <95 % r.v. <95 % r.v. (niet condenserend) (niet condenserend) Mechanische condities Klasse 3M2 Klasse 2M2 Klasse 1M2 Toepassingshoogte Max m hoogte boven de zeespiegel 11/13

12 Aansluitschema's Laagspanning Principiële aansluitingen voor installaties met externe warmtevraagsignalen L A6 B9 B1 B3 B2 B31 B7 S1 B32 B5 D1 D2 B M B M B M B M B M B M B M B M DC V S2 DC V B M 2542A01 AC 230 V L DB MB A6 MD B9 B1 M B3 B2 B31 B7 M H1 B32 B5 M U1 H2 U2 Principiële aansluitingen voor installaties met zon- en windopnemer L DC V, AC 24 V 2542A02 A6 B9 B1 B3 B2 B31 B7 S1 B32 B5 U1 D1 D2 B M B M B M B M B M B M B M B M B7 M G8 S2 U2 B8 M G8 B M AC 230 V L DB MB A6 MD B9 B1 M B3 B2 B31 B7 M H1 B32 B5 M U1 H2 U2 etspanning Principiële aansluitingen voor installaties met 2-traps brander L AC 230 V L F5 K5 F4 K4 Q5 Q1 F1/F2 F7 F6 Q3 Y1 Y2 Q2 Q4 K6 Y7 Y8 1 ) F1 F M5 M1 M3 Y1 M2 M4 Y7 2542A04 Principiële aansluitingen voor installaties met modulerende brander L AC 230 V L F5 K5 F4 K4 Q5 F3 Q1 F1/F2 F7 F6 Q3 Y1 Y2 Q2 Q4 K6 Y7 Y8 F1 F2 1. M5 M1 Y1 Y2 Y1 Y2 M3 Y1 M2 M4 Y7 2542A03 A6 Ruimtebedienapparaat M1 Transport-/shuntpomp B1 Aanvoeropnemer M2 Groepspomp B2 Ketelopnemer M3 Boilerpomp B3 Aanvoeropnemer warm tapwater M4 Ketelpomp c.q. tapwaterpomp B31 Boileropnemer/-thermostaat 1 M5 Collectorpomp B32 Boileropnemer/-thermostaat 2 Regelaar RVL482 B5 Ruimteopnemer S1 Extern contact bedrijfswijze Collectoropnemer S2 Extern contact warmtevraag (b.v. boiler) B7 Retouropnemer U1 Zonopnemer B9 Buitenopnemer U2 Windopnemer E1 2-traps of modulerend brander Y1 Servomotor verwarmingsgroep F1 Regelthermostaat Y7 Servomotor boiler / wisselaar/ ketelretourbegrenzing F2 Maximaalthermostaat 1 ) Multifunctionele uitgang Databus 12/13

13 Maatschets 35 ±0.3 E (42.5) 2540M max max. 8 max. 5 M E IEC Maten in mm 2008 Siemens Schweiz AG Wijzigingen voorbehouden 13/13