N NAPAN A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/JC/AS ADVIES. over
|
|
- Rosa Coppens
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 N NAPAN A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/JC/AS ADVIES over HET ONTWERPPROGRAMMA VAN HET NATIONAAL ACTIEPLAN VOOR DE REDUCTIE VAN PESTICIDEN (NAPAN) (goedgekeurd door het bureau op 6 april 2017, bekrachtigd door de algemene vergadering van de Hoge Raad op 16 mei 2017) Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO North Gate II (4 e verd.) - Koning Albert II-laan Brussel Tel.: cs.hr@economie.fgov.be -
2 De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO heeft kennis genomen van de openbare raadpleging over het ontwerpprogramma van het Nationaal Actieplan voor de reductie van pesticiden (NAPAN). Na een vergadering van sectorcommissie nr. 5 - Land- en tuinbouwgebonden activiteiten op 15 maart 2017 heeft het bureau van de Hoge Raad op 6 april 2017 bij hoogdringendheid volgend advies op eigen initiatief uitgebracht, dat werd bekrachtigd door de algemene vergadering van de Hoge Raad op 16 mei CONTEXT De Europese richtlijn 2009/128/EG van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden verplicht de lidstaten om minstens om de vijf jaar een actieplan voor de reductie van pesticiden op te stellen. Artikel 4 van deze richtlijn stelt namelijk: De lidstaten nemen nationale actieplannen aan teneinde hun kwantitatieve doelstellingen, streefcijfers, maatregelen en tijdschema s vast te stellen om de risico s en de effecten van het gebruik van pesticiden voor de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen en de ontwikkeling en invoering van geïntegreerde gewasbescherming en alternatieve benaderingswijzen of technieken te bevorderen ter beperking van de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden. Op dit moment is deze richtlijn van toepassing op pesticiden die gewasbeschermingsmiddelen zijn. In de richtlijn staat echter dat het de bedoeling is de werkingssfeer van de richtlijn in de toekomst uit te breiden tot biociden. Aangezien in België zowel de federale overheid als de gewesten bevoegd zijn voor de onderwerpen die in dergelijk actieplan aan bod komen, werd de richtlijn door de vier verschillende overheden in Belgisch recht omgezet en stelt elke overheid zijn eigen plan op: Overheid Benaming van het actieplan Wettelijke basis federale overheid Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest federaal reductieprogramma van pesticiden actieplan duurzaam pesticidengebruik Waals reductieprogramma voor pesticiden gewestelijk reductieprogramma voor pesticiden koninklijk besluit van 4 september 2012 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden, met inbegrip van hun gebruik in het kader van duurzame ontwikkeling decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest decreet van 10 juli 2013 tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2
3 De vier verschillende overheden werken wel samen in de NAPAN task force (NTF). NAPAN verwijst naar Nationaal Actie Plan d Action National, zijnde de bundeling van de federale en gewestelijke plannen. De NTF staat in voor de coördinatie van de gewestelijke en federale programma's, voor de coördinatie van de openbare raadplegingen over de ontwerpen van reductieprogramma's, voor de communicatie van het NAPAN naar de Europese Commissie en de andere lidstaten, voor de coördinatie van de projecten die gemeenschappelijk zijn aan de gewestelijke en federale plannen en voor initiatieven inzake gecoördineerde controles. 1 Dit advies gaat over het ontwerpprogramma van dat nationaal actieplan. De federale overheid en de gewesten organiseren één gezamenlijke openbare raadpleging over dit programma. Deze raadpleging loopt tot en met 10 april Het programma is niet het eerste nationaal actieplan dat wordt opgesteld. Eerder hebben de federale overheid en de gewesten een nationaal actieplan voor de periode opgesteld. Reeds voor die periode en voor dat de richtlijn 2009/128/EG er was, bestond er een federaal actieplan onder de naam Programma voor de reductie van Pesticiden en Biociden. Dat programma beoogde de periode en werd verlengd tot Het vormde de uitvoering van artikel 8 bis van de wet op de productnormen 2 dat bepaalt dat een risicoreductieprogramma moet worden opgesteld ter vermindering van het gebruik en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, waaraan mens en leefmilieu kunnen worden blootgesteld. Die bepaling in de wet op de productnormen bestaat nog steeds en het in bovenstaande tabel vermelde koninklijk besluit van 4 september 2012 is dus niet enkel een omzetting van de richtlijn 2009/128/EG maar geeft ook uitvoering aan artikel 8 bis van de wet op de productnormen. 3 Het nationaal actieplan voor de periode bouwt verder op het nationaal actieplan voor de periode en bestaat uit een uitgebreide lijst van acties verdeeld over 12 verschillende thema s. Elke actie wordt aangeduid met een code bestaande uit een lettercode en 3 cijfers, bijvoorbeeld Wal.2.2.1: - De lettercode geeft aan van welke overheid de actie uitgaat (Fed., Vla., Wal. of BHG ). Indien het een gezamenlijke actie van de verschillende overheden is, wordt de code Bel. gebruikt. - Het eerste cijfer wijst op de periode waarop het actieplan betrekking heeft. Een 2 verwijst naar het programma Vandaar dat in dit advies enkel codes met als eerste cijfer een 2 zullen voorkomen. - Het tweede cijfer verwijst naar het thema. - Het derde cijfer verwijst naar de plaats die de actie bekleedt binnen het thema waarbij de nummering voor elke overheid opnieuw start. Er bestaat met andere woorden bijvoorbeeld zowel een code Fed als een code Vla de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers, artikelen 5, 1,6 en 8bis, 1, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003, gewijzigd bij de programmawet van 22 december
4 ALGEMENE BEMERKINGEN Aangezien de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO een federale adviesraad is, heeft hij in dit advies in de eerste plaats aandacht voor de federale en gezamenlijke acties. Voor zelfstandigen en kmo s heeft het finaal echter weinig belang van welke overheid maatregelen uitgaan. Voor hen is van belang welke impact maatregelen op hen hebben. We beperken ons in dit advies dan ook niet tot die acties waarbij de federale overheid betrokken is. Bovendien treffen de gewesten vaak soortgelijke maatregelen zodat een onderlinge afstemming en benchmarking aangewezen is. Vooraleer bemerkingen bij specifieke acties te geven, formuleert de Hoge Raad hier een aantal algemene bemerkingen. 1. Doeltreffend en doelmatig beleid Samen met de zorg voor het leefmilieu vormen de veiligheid en de gezondheid van alle betrokkenen (de zelfstandigen, de werknemers, klanten, omwonenden, ) een prioriteit voor de Hoge Raad. Maatregelen moeten echter altijd goed beoordeeld worden op hun doeltreffendheid en doelmatigheid om die doelstellingen te bereiken: worden met de gekozen maatregelen de beoogde doelstellingen daadwerkelijk bereikt en zijn er geen andere maatregelen mogelijk die toelaten de doelstellingen op een efficiëntere wijze te behalen? Heeft het nut om verkooppunten te verplichten informatie-affiches op te hangen en dat te controleren terwijl blijkt dat geen enkele klant dat leest? Is het risico daadwerkelijk zo groot dat floristen niet enkel handschoenen moeten dragen wanneer zij met snijbloemen werken maar ook lange mouwen en gaan zij dat daadwerkelijk doen? Draagt het achter slot bewaren in het verkooppunt van gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik bij tot het beter gebruik van deze middelen en zo ja staat die bijdrage dan in verhouding tot de extra kost ervan voor de ondernemingen en kan die bijdrage niet op een andere wijze gerealiseerd worden? Zelfstandigen en kmo s gaan gebukt onder veel te zware administratieve lasten en overregulering. Administratieve lasten en regels die niet daadwerkelijk bijdragen tot de beoogde doelstellingen of die niet absoluut noodzakelijk zijn om die doelstellingen te behalen, moeten dan ook te allen prijze vermeden worden. Elke maatregel zou dan ook aan een kritische ex ante evaluatie moeten onderworpen worden. In dit kader is ook de ex post evaluatie van voorgaande maatregelen en dus met name van het actieplan erg belangrijk. Volgens de Hoge Raad moet op dit vlak nog heel wat werk gebeuren. 4 Daarbij moet niet alleen de output van de verschillende maatregelen beter in kaart worden gebracht maar ook de daadwerkelijke effecten en neveneffecten die ze hebben gehad. Dus bijvoorbeeld niet enkel kijken hoeveel personen reeds een opleiding gevolgd hebben maar nagaan of die personen daardoor daadwerkelijk een betere kennis hebben verworven en daardoor daadwerkelijk beter wordt omgesprongen met pesticiden. 4 Cf. en meer bepaald het Voorlopig activiteitenverslag van het FRPP voor de periode
5 Zowel bij de ex ante als ex post evaluaties is het belangrijk om de betrokken ondernemingen te betrekken. Zij weten namelijk vaak het best welke maatregelen in de praktijk werken of hoe die maatregelen kunnen verbeterd worden. Overeenkomstig het denk eerst klein principe van de Small Business Act is het daarenboven belangrijk om bij het opstellen van beleid vanaf het begin rekening te houden met de kleine ondernemingen. 2. Gecoördineerd beleid Zonder hier de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de federale en regionale overheden in vraag te willen stellen, moet de Hoge Raad vaststellen dat er in dit domein een gebrek is aan de coördinatie van het beleid. Naast enkele gezamenlijke acties bevat het nationaal actieplan voornamelijk acties die exclusief uitgaan van één van de vier betrokken overheden. Het nationaal actieplan is vooral een optelsom van de afzonderlijke acties van de verschillende overheden. In verschillende gevallen nemen de verschillende gewesten bovendien maatregelen die in belangrijke mate gelijkaardig zijn. Dit gebrek aan coördinatie blijkt bijvoorbeeld al duidelijk wanneer men het Belgisch nationaal actieplan voor de periode (dat qua opbouw sterk lijkt op het ontwerpprogramma ) vergelijkt met de actieplannen van de andere lidstaten voor die periode. Ook wanneer men bijvoorbeeld die vergelijking maakt met het actieplan van Duitsland dat een daadwerkelijk geïntegreerd plan is terwijl Duitsland ook deelstaten heeft die bevoegdheden inzake leefmilieu hebben. 5 Het gebrek aan coördinatie blijkt ook uit de uiteenlopende informatie die men terugvindt. De hernieuwing van fytoweb is zeker geslaagd te noemen maar eigenlijk zou alle informatie met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen die een kmo nodig heeft op één enkele plaats terug te vinden moeten zijn en zou men niet op tal van websites van verschillende overheden en overheidsorganisaties informatie moeten gaan verzamelen. 6 Ook de manier waarop de raadpleging wordt georganiseerd is kenmerkend voor de bestaande fragmentatie van het beleid. De Hoge Raad vindt het een goede zaak dat er alvast een gezamenlijke raadpleging wordt georganiseerd. Hij stelt echter wel vast dat, hoewel na contacten met de NAPAN Task Force bleek dat zij de nodige flexibiliteit aan de dag legden, de webpagina met daarop het raadplegingsdocument zo is opgevat dat een respondent een keuze moet maken voor een welbepaalde overheid over wiens maatregelen men opmerkingen wenst te maken. Zoals eerder opgemerkt is het voor de zelfstandigen en kmo s in de eerste plaats de inhoud van het beleid die van belang is en minder welke overheid waarvoor bevoegd is. De betrokken actoren vragen om in hun deelname aan de raadpleging een onderscheid te maken tussen die overheden, is vanuit het standpunt van de ondernemingen en de burgers niet logisch en weinig gebruiksvriendelijk. De fragmentatie van het beleid in combinatie met een tekort aan coördinatie leidt niet enkel tot extra kosten voor de overheden maar ook voor de samenleving in het algemeen en voor de betrokken zelfstandigen en kmo s in het bijzonder. Zelfstandigen en kmo s beschikken niet over de middelen om hun weg te zoeken in een complex geheel van regels en formaliteiten. Men mag bovendien ook niet vergeten dat zelfstandigen en kmo s soms actief zijn in verschillende gewesten waardoor het dan wel erg moeilijk wordt om op de hoogte te blijven van alle acties en maatregelen
6 Een betere coördinatie zou problemen zoals overlappingen, tegenstellingen, hiaten en de lage receptie door de doelgroep kunnen terugdringen. Coördinatie draagt bij tot een doeltreffend en doelmatig beleid. Concreet vraagt de Hoge Raad: - meer samen te werken, - regels en normen beter op elkaar af te stemmen, - in plaats van afzonderlijke maar soortgelijke acties meer gezamenlijke acties te ondernemen. - de rol van de NAPAN Task Force te versterken, - een meer geïntegreerd nationaal actieplan op te stellen. 3. Gewasbeschermingsmiddelen en biociden Het onderscheid dat gemaakt wordt tussen gewasbeschermingsmiddelen en biociden leidt tot heel wat verwarring en maakt het voor de zelfstandigen en kmo s extra moeilijk om de regelgeving goed te begrijpen. In de regelgeving worden pesticiden doorgaans opgesplitst in gewasbeschermingsmiddelen enerzijds en biociden anderzijds. De eerder vermelde regelgeving van de federale en regionale overheden ter omzetting van de richtlijn 2009/128/EG en die dus de basis vormt voor de respectieve actieplannen, heeft allemaal betrekking op zowel gewasbeschermingsmiddelen als biociden. De richtlijn 2009/128/EG daarentegen heeft enkel betrekking op gewasbeschermingsmiddelen maar het is dus zoals ook reeds eerder aangehaald de bedoeling het toepassingsgebied van deze richtlijn in de toekomst uit te breiden tot biociden. De acties in het nationaal actieplan gaan nagenoeg allemaal over gewasbeschermingsmiddelen. Wanneer het begrip pesticiden wordt gebruikt, blijkt vaak uit de context dat men meer bepaald gewasbeschermingsmiddelen bedoelt. Biociden komen in het actieplan slechts sporadisch in aan bod. De Hoge Raad vraagt dat er correcter met de terminologie zou worden omgesprongen. Ofwel heeft men het over gewasbeschermingsmiddelen, ofwel over biociden. Alleen wanneer men over beide groepen van producten gezamenlijk spreekt, zou men de term pesticiden mogen gebruiken. De Hoge Raad is er geen voorstander van om in één actieplan zowel de gewasbeschermingsmiddelen als de biociden te behandelen. In de wetgeving wordt er dus doorgaans een onderscheid gemaakt tussen deze twee groepen producten en voor elk van die twee groepen bestaat er een afzonderlijk juridisch kader. Ook binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu houden twee verschillende diensten zich respectievelijk met gewasbeschermingsmiddelen en biociden bezig, namelijk de dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen en de dienst Biociden. De doelgroepen van het beleid ten opzichte van beide groepen van producten zijn ook verschillend. In vergelijking met gewasbeschermingsmiddelen worden biociden in heel veel verschillende en uiteenlopende sectoren en beroepen gebruikt. Dit betekent echter niet dat de maatregelen met betrekking tot de gewasbeschermingsmiddelen en de maatregelen met betrekking tot de biociden niet onderling op elkaar moeten afgestemd worden of dat er geen maatregelen kunnen zijn die tegelijkertijd beide groepen van producten beogen. De Hoge Raad vindt dat men iedere geval een duidelijke keuze moet maken: ofwel gaat het voorliggend actieplan enkel over gewasbeschermingsmiddelen, ofwel gaat het over zowel gewasbeschermingsmiddelen als biociden maar dan moeten de acties met betrekking tot de biociden ook allemaal in het actieplan worden opgenomen. 6
7 BEMERKINGEN BIJ DE VOORGESTELDE ACTIES De Hoge Raad formuleert hier bemerkingen bij een aantal van de in het ontwerpprogramma opgenomen acties. Fed De activiteiten inzake de fytolicentie voortzetten De Hoge Raad wil een algemene evaluatie van het fytolicentie-certificeringssysteem (aantal uitgereikte licenties per type, aantal opleidingen per soort en aantal deelnemers, vaststellingen van inbreuken op de regelgeving, impact op het beter gebruik van pesticiden, kwaliteit van de voorlichting in de verkooppunten, ). Fed Wederzijdse erkenning van certificaten met Nederland, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg De Hoge Raad is een groot voorstander van die wederzijdse erkenning. Normaal zou die reeds van bij de start van het fytolicentie-certificeringssysteem integraal deel hebben moeten uitmaken van dat systeem. Dergelijke wederzijdse erkenning is hier logisch aangezien de regelgevingen van de verschillende lidstaten gebaseerd zijn op dezelfde Europese regelgeving en doelstellingen. Bij de ondernemingen bestaat er ook concreet vraag naar zo een wederzijdse erkenning. Veel loonwerkers die actief zijn in de grensregio s werken bijvoorbeeld regelmatig in onze buurlanden. BHG BHG BHG BHG BHG BHG BHG Vla Wal Acties die betrekking hebben op de basisopleiding, het examen of de aanvullende opleiding Indien men niet over een diploma of een getuigschrift beschikt dat in aanmerking komt voor de aanvraag van een fytolicentie, dan dient men eerst een opleiding te volgen of in iedere geval een examen af te leggen vooraleer men een fytolicentie kan aanvragen. Gedurende de geldigheidsduur van zes jaar van de licentie zal men een aantal vormingsactiviteiten (aanvullende opleidingen) moeten bijwonen om de geldigheid van de fytolicentie te kunnen verlengen. 7 Met betrekking tot de verschillende acties inzake de basisopleiding, het examen en de aanvullende opleiding maakt de Hoge Raad volgende bemerkingen: - Er dienen voldoende opleidingen en examens georganiseerd te worden. Momenteel is dat niet het geval. Er is sprake van opleidingen waaraan 700 personen deelnemen. - De opleidingen moeten ook beter omkaderd worden. o Het kan niet de bedoeling zijn dat opleidingen die erkend worden in het kader van het fytolicentie-certificeringssysteem door eender wie kunnen georganiseerd of gegeven worden. De kwaliteit van de opleidingen moet gegarandeerd worden en de overheden moeten daarvoor voldoende omkadering voorzien. Beroeps- en sectororganisaties bijvoorbeeld zijn goed geplaatst om in samenwerking met erkende opleidingscentra dergelijke opleidingen te organiseren
8 o o o o o De adressen van de personen die over een fytolicentie beschikken zouden moeten worden bijgehouden en ter beschikking gesteld van de organisaties die aanvullende opleidingen organiseren zodat zij die personen rechtstreeks kunnen informeren over de aanvullende opleidingen die zij organiseren. Er moet ook toegezien worden op de inhoud van de opleidingen. Er moet vermeden worden dat iemand meermaals dezelfde aanvullende opleiding kan volgen en deze telkens kan laten meetellen voor het minimum aantal bij te wonen vormingsactiviteiten. De inhoud van de opleiding die men volgt, zou minimaal moeten overeenstemmen met zijn of haar beroepsactiviteit. De inhoud van de opleidingen en de examens in de verschillende gewesten moet op elkaar worden afgestemd. Voor de Hoge Raad is het vooral belangrijk dat de opleidingen en het examen een daadwerkelijke meerwaarde bieden en niet louter formaliteiten worden. Bel Sensibilisatie van de gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen voor amateurgebruik om te kiezen voor een risicoarme benadering Fed Beschikbaarheid van de verplichte informatie op de plaatsen waar GBM voor amateurgebruik worden verkocht Beide acties hebben betrekking op de beschikbare informatie voor de niet-professionele in de verkooppunten. De Hoge Raad is er voorstander van de gebruikers goed te informeren. Uit de praktijk blijkt echter dat de gebruikers in het verkooppunt geen oog hebben voor de daar te lezen informatie. Die verplichte informatie is dan ook zinloos. Een informatieflyer die wordt meegegeven met de klant of informatie die bij het product zelf zit, is een betere aanpak. Ook communicatie door de overheid via de media zal meer impact hebben. BHG Waarborgen van de kwaliteit van de informatie die in de verkooppunten wordt verstrekt In het kader van deze actie wil men een grotere zichtbaarheid geven aan handelszaken die zich verbinden tot pesticidenreductie. Er is niets op tegen dat handelszaken die extra inzetten op duurzaamheid dat in hun communicatie naar het publiek onderlijnen. De vraag is wel welke rol de overheid daar juist kan bij spelen en welke criteria men hanteert om te beoordelen of een handelszaak al dan niet in aanmerking komt voor die voorkeursbehandeling. In dit kader moet er zeker op gelet worden dat kleine ondernemingen geen extra nadeel ondervinden. Uit ervaringen met labels en doorlichtingen in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is het geweten dat het voor kleine ondernemingen die daadwerkelijk aan de gestelde voorwaarden voldoen moeilijker is dan voor grote ondernemingen om op basis van formele procedures en criteria aan te tonen dat zij aan die voorwaarden voldoen. Wal De klanten bewust maken van de risico s die met GBM gepaard gaan In deze actie wil men promoten dat producten voor niet-professioneel gebruik achter slot bewaard worden in de verkooppunten. Niet omdat deze producten gevaarlijk zijn voor de bezoekers van het verkooppunt maar omdat men de tuincentra ertoe wil aanzetten deze producten niet meer in zelfbediening te verkopen en men zo de klanten wil verplichten een verkoper met een fytolicentie NP (Distributie van of voorlichting over middelen voor nietprofessioneel gebruik) aan te spreken. Op die manier wil men de klanten bewust maken van de risico s die aan die producten verbonden zijn. 8
9 De Hoge Raad is tegen deze maatregel. Het is helemaal niet zeker dat door het achter slot bewaren van deze producten de klant beter zal geïnformeerd worden maar deze maatregel brengt wel extra kosten en extra werk met zich mee voor de kmo s die deze producten verkopen. Deze maatregel is een mooi voorbeeld van een maatregel die niet doeltreffend en niet doelmatig zal zijn. Er zijn betere manieren om de klant bewust te maken van de risico van producten voor niet-professioneel gebruik. Fed Beschikbaarheid van een evenwichtige informatiebron De Hoge Raad vindt dat er met fytoweb reeds goed werk is geleverd. Voor een ondernemer die informatie zoekt over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen blijven er echter heel wat verschillende informatiebronnen bestaan. Die informatie moet nog beter op elkaar afgestemd en zo veel mogelijk gecentraliseerd worden. Ook het onderscheid tussen gewasbeschermingsmiddelen en biociden is een belangrijk aandachtspunt bij het organiseren en ter beschikking stellen van de nodige informatie. BHG BHG Passende informatie verspreiden over de meest problematische bespuitingen Vla Bescherming van potentieel aan bespuitingen met gewasbeschermingsmiddelen blootgestelde personen Deze drie acties hebben allemaal betrekking op het waarschuwen van potentieel blootgestelde personen. De Hoge Raad vindt de veiligheid en gezondheid van alle betrokkenen prioritair, dus zeker ook van de personen die aanwezig zijn in de buurt van waar gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, bijvoorbeeld omdat ze daar wonen of werken. De ervaring van de betrokken ondernemingen leert dat er zich in de praktijk heel weinig problemen stellen. Iedereen die gewasbeschermingsmiddelen gebruikt moet zijn gezond verstand gebruiken en voorzichtig zijn zodat er zich geen risico s voordoen en er geen hinder is voor bijvoorbeeld omwonenden. Ook bij de toelating van producten en in de informatie bij de toegelaten producten wordt hier aandacht aan besteed. Een systeem opzetten waarbij de omwonenden of andere personen die in de buurt aanwezig zijn systematisch vooraf geïnformeerd worden, is volgens de Hoge Raad in de praktijk echter zeer moeilijk haalbaar. Heel wat terreinen waar gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden liggen in relatief dichtbevolkt gebied en in sommige gevallen moeten dus grote groepen van mensen verwittigd worden. Ook de soms moeilijk voorspelbare weersomstandigheden bepalen mee op welk tijdstip men best gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Tevens stelt zich de vraag wie de omwonenden moet verwittigen: de eigenaar van de grond, de pachter, de loonwerker? Bel Standaardisering van de spoel- en leegloopsystemen De Hoge Raad is groot voorstander van dit actiepunt en vindt dat dit niet enkel in België maar ook lidstaatgrensoverschrijdend moet aangepakt worden. Hoe groter de markt, hoe groter en goedkoper het aanbod van deze systemen voor de kmo s. 9
10 Wal De verkoops- en voorlichtingsactiviteiten van GBM opsplitsen Deze actie wil de ontwikkeling bevorderen van een netwerk van raadgevers onafhankelijk van de verkoop- en productiesector van GBM omdat men er van uitgaat dat de doelstellingen van de verkopers en de voorlichters deels tegenstrijdig zijn. De Hoge Raad heeft er geen probleem mee dat men investeert in een netwerk van raadgevers die de gebruikers kunnen bijstaan, zeker als zij dat doen op basis van correcte en objectieve informatie. De titel van deze actie verwijst echter naar de opsplitsing van de verkoops- en voorlichtingsactiviteit. Dat is volgens de Hoge Raad zeker niet aangewezen. In het verkooppunt kan zonder problemen correct en objectief advies gegeven worden over het gebruik van een product en over eventuele alternatieven (d.m.v. toelichting door de verkoper met een fytolicentie, via het call center, door informatiefolders, ). De Hoge Raad ziet bovendien niet hoe dergelijke opsplitsing praktisch zou kunnen georganiseerd worden zonder dat de gebruiker net over minder informatie zou beschikken. Wal Voor elke exploitant de hoeveelheid aangekochte GBM bepalen Wal Ontwikkelen van een opvolging van het gebruik van GBM per exploitatie en voor alle exploitaties samen. Wat deze maatregelen betreft, vraagt de Hoge Raad zich af of de hier beoogde informatie niet reeds moet worden doorgegeven in het kader van de verplichte perceelopvolging. In ieder geval moeten deze maatregelen grondig op hun doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld worden aangezien ze dreigen erg veel extra administratieve lasten voor de ondernemingen met zich mee te brengen. Bel Evaluatie van de relevantie en de haalbaarheid van de risicobeperkende maatregelen toe te passen door de gebruikers van GBM De Hoge Raad is zoals bij zijn algemene bemerkingen reeds toegelicht een groot voorstander van een goede evaluatie van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de verschillende maatregelen. Zo stelt zich de vraag van de noodzakelijkheid en de haalbaarheid van de bufferzones die in sommige gevallen overdreven groot zijn, zeker gezien de gemiddelde perceelgrootte en gezien het feit dat er meer en meer aan precisielandbouw wordt gedaan waarbij men nagenoeg per vierkante meter gaat bepalen welke behandeling nodig is. Eerder werd ook het voorbeeld gegeven van de floristen: is de verplichting voor floristen om lange mouwen te dragen wanneer zij met snijbloemen werken, noodzakelijk en wordt dit ook voldoende daadwerkelijk gedaan? In dit kader dient ook gewezen te worden op de noodzaak van een level playing field wat de toegelaten producten en geldende regels betreft. Eerder werd al gewezen op de noodzaak aan een betere afstemming van de regels en normen tussen de verschillende gewesten maar ook op Europees niveau is een level playing field voor de ondernemingen belangrijk. Tenzij in die gevallen waarin er goede redenen zijn waarom in een welbepaalde lidstaat er andere producten mogen gebruikt worden of andere regels van toepassing zijn (bijvoorbeeld de bevolkingsdichtheid, de aanwezigheid van bepaalde insecten of de klimatologische omstandigheden), ziet de Hoge Raad geen reden waarom er binnen de verschillende lidstaten andere maatregelen zouden moeten gelden. Indien de Belgische ondernemingen aan striktere voorwaarden moeten voldoen dan de ondernemingen in de andere lidstaten, kan dat een concurrentienadeel voor hen veroorzaken. 10
11 CONCLUSIE In dit advies geeft de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zijn bemerkingen bij het ontwerpprogramma van het Nationaal Actieplan voor de reductie van pesticiden (NAPAN). Leefmilieu, veiligheid en gezondheid zijn prioriteiten voor de Hoge Raad. Maatregelen moeten echter goed beoordeeld worden op hun doeltreffendheid en doelmatigheid. Administratieve lasten en regels die niet daadwerkelijk bijdragen tot de beoogde doelstellingen of die niet absoluut noodzakelijk zijn om die doelstellingen te behalen, moeten dan ook te allen prijze vermeden worden. De Hoge Raad pleit ook voor een betere coördinatie van het beleid. Zonder de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de federale en regionale overheden in vraag te willen stellen, moet de Hoge Raad namelijk vaststellen dat er een gebrek aan coördinatie is. Het onderscheid tussen gewasbeschermingsmiddelen en biociden leidt tot heel wat verwarring. De Hoge Raad vraagt dan ook dat de bestaande terminologie nauwkeurig wordt gebruikt en dat er een duidelijke keuze wordt gemaakt inzake het toepassingsgebied van het nationaal actieplan. De Hoge Raad vraagt de verschillende betrokken beleidsverantwoordelijken om naast deze algemene bemerkingen ook rekening te houden met de meer specifieke bemerkingen die in dit advies gemaakt worden bij verschillende acties uit het ontwerpprogramma. 11
Nationaal Actie Plan d A ction N ational
Nationaal Actie Plan d A ction N ational Richtlijnen met betrekking tot de informatie omtrent pesticiden en hun alternatieven aan niet-professionelen op de plaats van verkoop. (versie 2.0 goedgekeurd door
N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS ADVIES. over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN
N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS 740-2015 ADVIES over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO WTC III (17 e verd.)
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPR - gewasbeschermingsmiddelen A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/JC/AS A D V I E S over HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET OP DE MARKT BRENGEN
N Vert ambachten A Brussel, 13 december 2016 MH/JC/AS ADVIES. inzake
N Vert ambachten A Brussel, 13 december 2016 MH/JC/AS 757-2016 ADVIES inzake DE INTEGRATIE VAN DE VERTEGENWOORDIGING VAN DE AMBACHTELIJKE BEROEPEN IN DE HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO Hoge Raad
Ontwerpordonnantie pesticiden
Ontwerpordonnantie pesticiden Omzetting van richtlijn 2009/128 Regeerakkoord 2009-2014 De Regering zal erop toezien dat het gebruik van pesticiden op het gewestelijk grondgebied door zowel beheerders van
N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS 709-2013 ADVIES. over
N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS 709-2013 ADVIES over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET OP DE MARKT AANBIEDEN EN HET GEBRUIKEN VAN BIOCIDEN (goedgekeurd door
RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES
RvV 516 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken
Informatiesessie. Wouter Willems 25/3/2015
Informatiesessie Wouter Willems 25/3/2015 Overzicht Bevoegdheden Dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen Splitsing van de toelatingen (sinds 18/08/2012) Fytolicentie (vanaf 25/11/2015) Bevoegdheden
N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR
N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS 799-2018 ADVIES over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR (goedgekeurd door het bureau op 15 oktober 2018, bekrachtigd door de algemene
RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES
RvV 506 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 mei 2014 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden
RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES
RvV 491 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
ADVIES. 15 september 2016
ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat het gebruik van pesticiden, die fipronil of neonicotinoïden bevatten, verbiedt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15 september
Titel. Inhoudstafel Tekst Begin
Page 1 sur 7 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef Inhoudstafel Einde 1 uitvoeringbesluit 1 gearchiveerde Franstalige Raad van State belgiëlex. be
N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende
N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS 788-2018 ADVIES betreffende DE AFBAKENING VAN DE RISICOSECTOREN VOOR DE VERPLICHTE LIMOSA-AANGIFTE VOOR ZELFSTANDIGEN (goedgekeurd door het bureau op 19
RAAD VOOR HET VERBRUIK
RVV 493 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden opgelegd aan verkopers en gebruikers van biociden voor begassing. Brussel, 4 juli 2016 SAMENVATTING
Advies over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden voor de periode
Advies over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden voor de periode 2013-2017 Op vraag van de Minister van Landbouw, Sabine Laruelle, in een brief van
Gemeenschappelijke Raadszitting van 27 april
NATIONALE ARBEIDSRAAD CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN ADVIES Nr. 1.981 DEF Gemeenschappelijke Raadszitting van 27 april 2016 -----------------------------------------------------------------------
Doel en praktische gevolgen van de fytolicentie
Doel en praktische gevolgen van de fytolicentie Pascal Braekman Zulte, 22 juni 2015 EUROPESE RICHTLIJN ( 2009/128/EC ) tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een
TRA 3179 Gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen : bezit en verhandeling - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3179] v2
Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 179 Gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen : bezit en verhandeling - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING
Gemeenschappelijke Raadszitting van 21 februari
NATIONALE ARBEIDSRAAD CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN ADVIES Nr. 2.076 CRB 2018-0515 DEF Gemeenschappelijke Raadszitting van 21 februari 2018 ---------------------------------------------------------------------------
FYTOLICENTIE. F. GOOSSENS & P. Braekman. Studiedag potchrysanten & perkplanten
FYTOLICENTIE F. GOOSSENS & P. Braekman Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Ontwikkeling Burg. Van Gansberghelaan 115 a 9820 Merelbeke Frans: tel. 09 272 23 15 GSM 0473 83 70 70 Pascal: tel.
Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE
Nationaal Actie Plan d A ction N ational - NAPAN Task Force HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE VERSIE 2.0 GOED GEKEURD DOOR DE NTF OP 02/04/2015 Artikel 1. Definities Er wordt verstaan onder
N Aard arbeidsrelatie kinderopvang A2 Brussel, 28 oktober 2015 MH/JC/AS ADVIES. over
N Aard arbeidsrelatie kinderopvang A2 Brussel, 28 oktober 2015 MH/JC/AS 730-2015 ADVIES over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT UITBREIDING VAN HET WEERLEGBAAR VERMOEDEN BETREFFENDE DE AARD VAN DE
ADVIES. 24 april 2019
ADVIES Voorontwerp van ordonnantie betreffende de invoering van een impactanalyse van het gewestelijke beleid op kleine, middelgrote en micro-ondernemingen («KMO-test») 24 april 2019 Economische en Sociale
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK
Fytolicentie IPM D. Druant
Fytolicentie IPM D. Druant Op de markt brengen van GBM EU verordening 1107/2009 RISICO = gevaar X blootstelling Bron: R&G Splitsing van erkenning Professioneel (Proffesioneel) gebruik: nodig om uw inkomen
N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over
N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN
ADVIES. 22 november 2012
ADVIES Voorontwerp van ordonnantie betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot omzetting van richtlijn 2009/128/EG 22 november
N Versoepeling A2 Brussel, 29 april 2015 MH/EDJ/AS ADVIES. over
N Versoepeling A2 Brussel, 29 april 2015 MH/EDJ/AS 726-2015 ADVIES over ARTIKEL 4 VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 22 MAART 2013 BETREFFENDE DE VERSOEPELING VAN DE TOEPASSINGSMODALITEITEN VAN DE AUTOCONTROLE
De problematiek van de blootstelling van omwonenden aan pesticiden
1 De problematiek van de blootstelling van omwonenden aan pesticiden Herman Fontier FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen 2 Inhoud
N Aard arbeidsrelaties laatste drie ontwerpen A1 Brussel, 4 juli 2013 MH/JC/AS 707-2013 ADVIES. over
N Aard arbeidsrelaties laatste drie ontwerpen A1 Brussel, 4 juli 2013 MH/JC/AS 707-2013 ADVIES over DE ONTWERPEN VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT INVOERING VAN SPECIFIEKE CRITERIA VOOR HET BEOORDELEN VAN DE
Federaal ReductiePlan van Gewasberschermingsmiddellen. Programma
Federaal ReductiePlan van Gewasberschermingsmiddellen Inhoudstabel A. Inleiding... 3 1. Het Nationaal Actie Plan (NAPAN)... 3 2. Het federale reductieplan voor gewasbeschermingsmiddelen (FPRG)... 4 B.
GIDS FYTOLICENTIE - DEEL 6 BEWARING
FYTOLICENTIE GIDS FYTOLICENTIE - DEEL 6 BEWARING Informatie over de gebruiks-, verkoops- en opslagvoorwaarden van gewasbeschermingsmiddelen en overige administratieve regels FOD Volksgezondheid, Veiligheid
CLP, SPLITSING EN FYTOLICENTIE. Sofie Vergucht
CLP, SPLITSING EN FYTOLICENTIE Sofie Vergucht Volsog Fytodag 8 januari 2015 2 1. CLP 1. Nieuwe CLP richtlijnen (1) CLP = nieuwe internationale richtlijnen voor classificatie, etikettering en verpakking
A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december
A D V I E S Nr. 1.539 ----------------------------- Zitting van woensdag 21 december 2005 ------------------------------------------------------- Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat,
A ESR. Aanvrager. Minister Fremault Aanvraag ontvangen op 12 mei 2016 Aanvraag behandeld door
ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht,
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 64865 13 november 2018 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 november 2018, nr. WJZ/18269405,
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Handelspraktijken Voorv. Prod. A03 Brussel, 23.09.2008 MH/AB/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT OMZETTING VAN DE RICHTLIJN 2007/45/EG
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Beslissing (BRUGEL-BESLISSING-20190626-112) Betreffende het voorstel tot verlenging van de geldigheidsduur van de modelcontracten
Frans Goossens FYTOLICENTIE. Studiedag Kamerplanten, Destelbergen
FYTOLICENTIE Frans Goossens Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Burg. Van Gansberghelaan 115 a 9820 Merelbeke tel. 09 272 23 15 GSM 0473 83 70 70 e-mail frans.goossens@lv.vlaanderen.be
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.783/1 van 10 juli 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2013 houdende
Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid
Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.10.2016 COM(2016) 665 final 2016/0326 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2009/790/EG waarbij Polen wordt gemachtigd een
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.094/1 van 25 januari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van
L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie
L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.8.2006 COM(2006) 434 definitief 2003/0210 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag
Omzendbrief betreffende de controles uitgevoerd door het FAVV op de verpakking en etikettering van gewasbeschermingsmiddelen
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende de controles uitgevoerd door het FAVV op de verpakking en etikettering van gewasbeschermingsmiddelen Kenmerk PCCB/S1/JFS/1102444
NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende
Duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Fytolicentie - IPM Stand van zaken Opleiding: basis-aanvullend Aanvragen na overgangsperiode Marleen Mertens Wetgeving richtlijn 2009/128: duurzaam gebruik
Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien).
Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien). De aanvrager moet de overgangsmaatregel van toepassing selecteren in stap 2 van het online/schriftelijk
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Duurzame overheidsopdrachten A05 Brussel, 16 december 2008 MH/MG/LC A D V I E S over HET VOORONTWERP TOT FEDERAAL ACTIEPLAN DUURZAME OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR
Pesticidenvrij terreinbeheer regelgeving
Pesticidenvrij terreinbeheer regelgeving Adelheid Vanhille 11 februari 2014 Pesticidenreductiedecreet en -besluit Uitgangspunten Pesticiden kunnen schadelijk zijn Mens Milieu Alternatieven Mechanisch Biologisch
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een
Evaluatie van Open Bedrijvendag
Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag
Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***
Vest. V. Beroepen A04 Brussel, 31.5.2002 BL/LC A D V I E S over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT *** 2 Op 22 februari 2002 werd aan de Ministerraad een voorontwerp van
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.11.2017 COM(2017) 659 final 2017/0296 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te
N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. over
N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS 761-2017 ADVIES over EEN VOORONTWERP VAN WET TOT REGISTRATIE VAN DE AANBIEDERS VAN VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE DIENSTEN (goedgekeurd door het bureau op 21 maart
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPRAT - Fitness A04 Brussel, 29 september 2010 MH/SL/AS A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE FITNESS- EN WELLNESSCONTRACTEN
MEMORIE VAN TOELICHTING
ONTWERP VAN DECREET TOT BEKRACHTIGING VAN DE COÖRDINATIE VAN DE WATERREGELGEVING IN HET DECREET VAN 18 JULI 2003 BETREFFENDE HET INTEGRAAL WATERBELEID EN TOT OPHEFFING VAN DE GECOÖRDINEERDE REGELGEVING
Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?
Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524
Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma
Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EUROPA - ADR A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/SL/AS A D V I E S over DE RAADPLEGING VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING
2 uren gewijd aan de kennis van de giftigheid van de ontsmettingsmiddelen,
N. 2002 921 [C 2002/22180] 26 FEBRUARI 2002. Ministerieel besluit ter uitvoering van het artikel 59, 1, 1, b) en 2, 1, b) van het koninklijk besluit van 5 september 2001 betreffende het op de markt brengen
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N BEROEPSREGL - Beroepskwalificaties A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/JC/AS A D V I E S over DE HERVORMING VAN DE RICHTLIJN BETREFFENDE DE ERKENNING VAN BEROEPSKWALIFICATIES
Gearchiveerd op 09/06/2011
Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... PRI 228 Plantaardige productie bestemd voor consumptie - Pesticiden [228] v4 C : conform
VLAAMSE RAAD VOOR RECLAME EN SPONSORING OP RADIO EN TELEVISIE. Advies nr. 1997/04 dd. 13/10/1997
VLAAMSE RAAD VOOR RECLAME EN SPONSORING OP RADIO EN TELEVISIE Advies nr. 1997/04 dd. 13/10/1997 Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid
A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS
N tatoeages&piercings A 05 Brussel, 18.5.2005 MH/SL/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS (bekrachtigd door de Hoge Raad voor de
A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei
A D V I E S Nr. 1.613 ----------------------------- Zitting van donderdag 31 mei 2007 ----------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 5 tot
Nieuwe wetgevingen - Stand van zaken in September 2012. Phytofar 2012-2013
Nieuwe wetgevingen - Stand van zaken in September 2012 Phytofar 2012-2013 2011 Nieuwe wetgevingen 1. Europese Verordening 1107/2009 : op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen + Gewasbeschermingsmiddelen
A D V I E S Nr Zitting van woensdag 5 november
A D V I E S Nr. 1.913 -------------------------------- Zitting van woensdag 5 november 2014 ------------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het
Gearchiveerd op 01/03/2012
Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... PRI 228 Plantaardige productie bestemd voor consumptie - Pesticiden [228] v5 C : conform
ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010.
ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010 inzake het ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke
RAAD VOOR HET VERBRUIK
RvV 488 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorstel van koninklijk besluit betreffende mayonaise Brussel, 3 december 2015 SAMENVATTING De Minister van Economie en Consumenten vroeg de Raad om een advies
NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse
A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017
A D V I E S Nr. 2.051 ------------------------------ Zitting van dinsdag 26 september 2017 ---------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van een aantal
N Solden A2 Bruxelles, 16 mei 2017 MH/SL/JP ADVIES. betreffende VERSCHILLENDE VRAGEN MET BETREKKING TOT DE SOLDEN
N Solden A2 Bruxelles, 16 mei 2017 MH/SL/JP 758-2017 ADVIES betreffende VERSCHILLENDE VRAGEN MET BETREKKING TOT DE SOLDEN (goedgekeurd door het bureau op 21 februari 2017, bekrachtigd door de algemene
A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 22 oktober
A D V I E S Nr. 1.870 ------------------------------ Zitting van dinsdag 22 oktober 2013 -------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen
A D V I E S Nr. 1.941 ------------------------------- Zitting van dinsdag 26 mei 2015 ----------------------------------------------
A D V I E S Nr. 1.941 ------------------------------- Zitting van dinsdag 26 mei 2015 ---------------------------------------------- IAO Proces post-2015 x x x 2.762-1 Blijde Inkomstlaan, 17-21 - 1040
A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 mei
A D V I E S Nr. 2.036 ------------------------------ Zitting van dinsdag 23 mei 2017 ------------------------------------------ Activerend beleid bij herstructureringen Wijziging van het KB van 9 maart
GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER
GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER Marleen Mertens Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) INVLOED VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN Positieve effecten: Bijdrage
Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990
Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp
A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 mei
A D V I E S Nr. 1.511 ---------------------------- Zitting van woensdag 4 mei 2005 ------------------------------------------- Verslaggevingsverplichtingen van de sectoren x x x 2.090-1 Blijde Inkomstlaan,
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.918/VR van 5 oktober 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende de luchtkwaliteit in het binnenmilieu van
Omzendbrief betreffende de controles uitgevoerd door het FAVV op de verpakking en etikettering van gewasbeschermingsmiddelen
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende de controles uitgevoerd door het FAVV op de verpakking en etikettering van gewasbeschermingsmiddelen Kenmerk PCCB/S1/JFS/1102444
Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)
Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV
A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september
A D V I E S Nr. 1.912 ------------------------------- Zitting van dinsdag 30 september 2014 ------------------------------------------------------ Voorontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Federale
Goedgekeurd door de Algemene Vergadering via schriftelijke procedure op 10 november 2017 (zie Bijlage 1)
Advies m.b.t. het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28/02/1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");
1/6 Advies nr. 67/2017 van 22 november 2017 Betreft: advies over het voorontwerp van wet tot invoering van een belastingvermindering voor uitgaven met betrekking tot de aankoop van persoonlijke beschermingsmiddelen
RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES
RVV- 509 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het ontwerp van koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie Verbruik binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot
N Apothekers A03 Brussel, MH/BL/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF. over EEN VOORSTEL VAN ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGINGEN VOOR DE APOTHEKERS
N Apothekers A03 Brussel, 01.06.2006 MH/BL/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over EEN VOORSTEL VAN ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGINGEN VOOR DE APOTHEKERS *** 2 In het kader van de inspanningen voor de administratieve
RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES
RvV 457 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende het Federale Reductieprogramma voor Pesticiden 2013-2017 Brussel, 17 januari 2013 SAMENVATTING Het ontwerp van
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 december 2002 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD) 14052/2/02 REV 2 ADD 1 ECO 336 UD 111 CODEC 1406 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Door de Raad op
N Handelsprakt. - Allergenen A2 Brussel, 28 januari 2013 MH/EDJ/AS 697-2013 ADVIES. over
N Handelsprakt. - Allergenen A2 Brussel, 28 januari 2013 MH/EDJ/AS 697-2013 ADVIES over DE UITVOERING IN BELGISCH RECHT VAN ARTIKEL 44 VAN DE VERORDENING NR. 1169/2011 VAN 25 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE
A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 september
A D V I E S Nr. 2.098 ------------------------------ Zitting van dinsdag 25 september 2018 -------------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.003/3 van 20 maart 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning
uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed
Briefadvies uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed Adviesvraag over het ontwerp van besluit betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Datum van goedkeuring 20 februari
ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN
ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN Doel van het document: De algemene voorwaarden voor Fedict diensten bevatten de standaardvoorwaarden voor het gebruik van alle Fedict diensten. Ze worden aangevuld
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 410 final 2017/0183 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/335/EU waarbij de Republiek Litouwen
Boekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen. Deel 2. Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. zie afzonderlijk Boekdeel I
Boekdeel I zie afzonderlijk Boekdeel I Algemene inhoudstafel Boekdeel I Algemeen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten................. 5 Wet