: De heer F.J. Westerbeek : Postbus 156 : 2170 AD Sassenheim

Transcriptie

1 RAPPORT betreffende milieuonderzoeken Menneweg 20 te Sassenheim Datum : 24 november 2014 Kenmerk : 1404G305/DBI/rap1 Auteur : De heer D.D.C.A. Bijl Vrijgave : C. Brouwer bba (projectleider) :. Opdrachtgever : Investia Vastgoed B.V. : De heer F.J. Westerbeek : Postbus 156 : 2170 AD Sassenheim IDDS bv. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch of anderszins zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de uitgever.

2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING GELUIDHINDER Wettelijk kader Uitgangspunten geluidberekeningen Berekeningsresultaten Conclusies LUCHTKWALITEIT Wettelijk kader Onderzoek Conclusies EXTERNE VEILIGHEID Wettelijke kader Onderzoek Conclusies BIJLAGEN 1. Overzicht gehanteerde verkeersgegevens 2. Overzicht rekenmodellen weg- en railverkeerslawaai 3. Berekeningsresultaten weg- en railverkeerslawaai

3 1. INLEIDING Het voornemen is om op het perceel van het adres Menneweg 20 twee nieuwe woningen te realiseren. Om dit mogelijk te maken wordt de bestaande woning op dit perceel gesloopt. De realisatie van het bouwplan Menneweg 20 wordt juridisch-planologisch mogelijk gemaakt middels een bestemmingsplan. In opdracht van Investia Vastgoed B.V. is onderzoek uitgevoerd naar geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Afbeelding 1: Bouwplan Menneweg 20 Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 3/17

4 Geluidhinder De nieuwe woningen zijn gelegen in de zone van de Rijksweg A44 en de spoorlijn Leiden - Schiphol. Daardoor is het verplicht om vanuit de Wet geluidhinder (Wgh) een akoestisch onderzoek naar weg- en railverkeerslawaai uit te voeren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de Menneweg (30 km/uur) meegenomen in het onderzoek. De nieuwe woningen zijn niet gelegen in een zone van een gezoneerd industrieterrein, waardoor een akoestisch onderzoek naar industrielawaai niet benodigd is. Luchtkwaliteit Voor het aspect luchtkwaliteit moet worden nagegaan of de realisatie van twee woningen past binnen de normen van titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer. De titel 5.2 is beter bekend als de Wet luchtkwaliteit. Externe veiligheid Het aspect externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten (transport of opslag van gevaarlijke stoffen) die een risico voor de omgeving kunnen opleveren. Bij het realiseren van twee nieuwe woningen dient te worden nagegaan of de externe veiligheidssituatie belemmerend is voor de nieuwe situatie. Leeswijzer In de volgende hoofdstukken worden achtereenvolgens de onderzoeken naar de aspect geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid behandeld. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 4/17

5 2. GELUIDHINDER 2.1. WETTELIJK KADER Wet geluidhinder Op grond van hoofdstuk VI Zones langs wegen en hoofdstuk VII Zones langs spoorwegen' Wgh is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar weg- en railverkeerslawaai. In het onderzoek zijn de Rijksweg A44, de Menneweg en de spoorlijn Leiden - Schiphol betrokken. Onderzoekszone wegverkeerslawaai Behalve langs 30 km/uur-wegen en woonerven bevindt zich overeenkomstig artikel 74 Wgh aan weerszijden van een weg een zone waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Voordat nieuwe woningen binnen deze zone kunnen worden geprojecteerd dient te worden onderzocht of aan de normen van de Wgh wordt voldaan. De zonebreedte is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de aard van de omgeving (stedelijk of buitenstedelijk gebied). De definities van stedelijk en buitenstedelijk gebied zijn opgenomen in artikel 1 Wgh. Deze definities luiden: - stedelijk gebied: het gebied binnen de bebouwde kom (bepaald door komgrensborden) met uitzondering van het gebied binnen de zone van een autoweg of autosnelweg; - buitenstedelijk gebied: het gebied buiten de bebouwde kom en het gebied binnen de bebouwde kom dat is gelegen binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. Langs de Rijksweg A44 is een zone aanwezig van 400 meter (2x2 rijstroken, buitenstedelijk gebied). De zone wordt gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook. Langs de Menneweg (30 km/uur-weg). is geen onderzoekszone aanwezig. In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn de geluidbelastingen berekend door het verkeer op deze weg. Onderzoekszone railverkeerslawaai Langs een aantal spoorwegen zijn zones aangewezen waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden verricht. De breedte van de zone is afhankelijk van hoogte van het geluidproductieplafond op de referentiepunten. Volgens artikel 1.4a Bgh bedraagt de zone, ter hoogte van het bouwplan, van de spoorlijn Leiden - Schiphol 600 meter. Deze zone is gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf. Normstelling In het geval nieuwe woningen worden gerealiseerd binnen een zone van een weg, dan mag de geluidbelasting niet meer bedragen dan de voorkeurswaarde. Indien de geluidbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde moeten er maatregelen worden getroffen om hieraan alsnog te kunnen voldoen. Blijkt dat niet mogelijk te zijn of op zwaarwegende bezwaren te stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard dan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen (het college van Teylingen) bevoegd tot het vaststellen van hogere waarden. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 5/17

6 In tabel 1 is aangegeven wat de voorkeurswaarde en de maximale ontheffingswaarde is voor een nieuwe woningen door weg- en railverkeerslawaai. Tabel 1: Normenstelling weg- en railverkeerslawaai. Bron Voorkeurswaarde Maximale ontheffingswaarde Rijksweg A44 48 db 53 db spoorlijn Leiden - Schiphol 55 db 68 db Reductie geluidbelastingen wegverkeerslawaai Op grond van de verwachting dat de geluidsproductie van motorvoertuigen in de toekomst afneemt, mogen de berekende geluidsbelastingen op de gevels worden gereduceerd. Vanaf 1 juli 2012 moet worden gerekend met het vernieuwde Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (RMG 2012). De resultaten zijn, voor wegen met een rijsnelheid van 70 km/uur, in veel situaties 1 tot 2 db hoger dan berekend met het oudere reken- en meetvoorschrift. Deze hogere geluidsbelasting veroorzaakt extra belemmeringen voor nieuwbouwplannen. Met de toekomstige invoering van Swung-2 wordt de maximale waarde voor geluidsgevoelige bestemmingen langs wegen met een snelheid vanaf 70 km/uur versoepeld. De versoepeling heeft als gunstig effect dat daarmee ook de hiervoor genoemde extra belemmeringen voor de woningbouw door de hogere berekende geluidniveaus met het RMG 2012 grotendeels worden voorkomen. Deze eventuele belemmeringen zijn dus tijdelijk van aard en daarom ongewenst. De tijdelijke extra belemmeringen worden zoveel mogelijk voorkomen door een aanpassing van de aftrek artikel 110g Wgh. Dit gebeurd door de toe te passen aftrek, voor wegen met een snelheid vanaf 70 km/uur, bij een geluidsbelasting van 1 of 2 db boven de voorkeurswaarde, respectievelijk 1 en 2 db te verhogen. Zo werkt deze aanpassing in de praktijk hetzelfde als het verhogen van de maximale waarde. Het betreft een aanpassing van artikel 3.4 uit het RMG2012 die vanaf 20 mei 2014 van kracht is geworden. In het onderstaande overzicht is aangegeven welke reductie is toegepast: - de resultaten van de lokale wegen zijn allen gereduceerd met 5 db; - de resultaten van de Rijksweg A44 zijn met 2 db gereduceerd voor zover de geluidsbelasting zonder correctie kleiner of gelijk is aan 55 db of groter is dan 57 db is; - de resultaten van de Rijksweg A44 zijn met 3 db gereduceerd voor zover de geluidsbelasting zonder correctie 56 db is; - de resultaten van de Rijksweg A44 zijn met 4 db gereduceerd voor zover de geluidsbelasting zonder correctie 57 db is. Hogere waardebeleid gemeente Teylingen Voor de gemeenten die binnen het werkgebied van de Omgevingsdienst West-Holland vallen, waaronder Teylingen, is een hogere waarde beleid van toepassing. Dit beleid is recent gewijzigd en is vastgelegd in het rapport Richtlijnen voor het vaststellen van hogere waarden Wet geluidhinder, van 4 maart Kort gezegd is in dit beleidsstuk vastgelegd onder welke voorwaarden kan worden meegewerkt aan het vaststellen van een hogere waarde. In de onderstaande opsomming zijn de algemene en specifieke criteria met aanvullende voorwaarden uit dat hogere waarde beleid opgesomd. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 6/17

7 Algemene voorwaarden - Een hogere waarde kan slechts worden vastgesteld als maatregelen tot het terugbrengen van de geluidbelasting tot de voorkeursgrenswaarde onvoldoende doeltreffend zijn, of als er ernstige bezwaren zijn op het gebied van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard; - Een hogere waarde kan alleen worden toegestaan als de gecumuleerde geluidbelasting niet leidt tot een onaanvaardbare geluidsbelasting. Specifieke criteria voor vaststellen hogere waarde wegverkeerslawaai Een hogere waarde kan slechts worden verleend als het betreft: 1. Woningen die ter plaatse noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid; 2. Woningen die in een gemeentelijke structuurvisie worden opgenomen; 3. Woningen die door de gekozen situering een open plaats opvult tussen aanwezige bebouwing; 4. Woningen die ter plaatse gesitueerd worden als vervanging van bestaande bebouwing; 5. Nog niet geprojecteerde woningen buiten de bebouwde kom die verspreid gesitueerd worden; 6. Nog niet geprojecteerde woningen binnen de bebouwde kom die door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatige akoestisch afschermende functie gaan vervullen voor andere woningen - in aantal ten minste de helft van het aantal woningen waaraan de afschermende functie wordt toegekend -, of voor andere geluidsgevoelige objecten. én onder de voorwaarden: 7. Geprojecteerde, in aanbouw zijnde of aanwezige woningen en een nog niet geprojecteerde weg voor zover die weg: a. een noodzakelijke verkeers- en vervoersfunctie zal vervullen of b. een zodanige verkeersverzamelfunctie zal vervullen, dat de aanleg van die weg zal leiden tot aanmerkelijk lagere geluidsbelastingen van woningen binnen de zone van een andere weg; 8. Bij een gevelbelasting hoger dan 53 db wordt akoestische compensatie toegepast; 9. Voor nog niet geprojecteerde woningen kan alleen een hogere waarde dan 53 db als de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting worden vastgesteld als voldoende verzekerd wordt, dat de verblijfsruimten, alsmede ten minste één van de tot de woning behorende buitenruimten niet aan de uitwendige scheidingsconstructie worden gesitueerd waar de hoogste geluidsbelasting optreedt, tenzij overwegingen van stedenbouw of volkshuisvesting zich daar tegen verzetten; in dat geval wordt de buitenruimte afsluitbaar uitgevoerd. 10. Bij een waarde vanaf 53 db wordt gestreefd naar tenminste één stille gevel (< 48 db); 11. Dove gevels worden bij voorkeur niet toegepast; indien toch noodzakelijk dan maximaal één dove gevel, bij voorkeur niet als voor- of achtergevel; 12. Voor nog niet geprojecteerde woningen ter vervanging van bestaande woningen is een hogere waarde alleen mogelijk als de vervanging niet leidt tot: a. een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur; b. een toename van het aantal geluidgehinderden met meer dan 100, gerekend op bouwplanniveau; 13. De hogere waarde bedraagt niet meer dan 58 db voor wegverkeerslawaai en niet meer dan 63 db voor railverkeerslawaai. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 7/17

8 Om in aanmerking te kunnen komen voor een hogere waarde moet aan de algemene criteria aan één van de specifieke criteria en aan de voorwaarden worden voldaan. Het geluidbeleid van de omgevingsdienst is er op gericht om niet tot het wettelijke maximum te gaan. De omgevingsdienst gaat voor een betere kwaliteit van de leefomgeving. De maximale hogere waarden die nu landelijke wettelijk mogelijk zijn geven niet die kwaliteit van de leefomgeving die de omgevingsdienst voor ogen heeft. Dit betekent dat de omgevingsdienst als maximaal mogelijke hogere waarden voor nieuwe woningen, 5 db lagere normen aanhoudt dan de op grond van de Wgh maximaal mogelijke waarden. Bij hoge uitzondering kan worden overgegaan tot het verlenen van hogere waarden tot de, in de Wgh vastgelegde, maximale hogere waarden van 63 db voor wegverkeerslawaai. Voor deze situaties zal een aparte uitgebreide motivatie noodzakelijk zijn waaruit moet blijken waarom de omstandigheden deze uitzonderlijke afwijking van het geluidbeleid rechtvaardigen. Bouwbesluit 2012 In het Bouwbesluit 2012 is aangegeven wat de karakteristieke geluidwering moet zijn om een binnenwaarde, bij gesloten ramen, te garanderen voor verblijfsgebieden van een nieuwe woning. De geluidbelasting door wegverkeerslawaai mag in verblijfsgebieden (gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen) niet hoger zijn dan 33 db, waarbij een minimum wordt geëist van 20 db. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 8/17

9 2.2. UITGANGSPUNTEN GELUIDBEREKENINGEN Hierna worden de uitgangspunten voor de berekeningen van het weg- en railverkeerslawaai beschreven. Het gaat om de gehanteerde verkeersgegevens en de gebruikte berekeningsmethode. Gehanteerde gegevens Wegverkeersgegevens Vanaf 1 juli 2012 zijn emissieplafonds (Geluidsproductieplafonds GPP) langs hoofdinfrastructuur vastgesteld. De Rijksweg A44 valt onder deze hoofdinfrastructuur. Voor deze rijksweg zijn de verkeersgegevens in het centrale emissieregister vastgelegd die moet worden gebruikt in dit akoestisch onderzoek. In het emissieregister is voor de Rijksweg A44 het gebruik voor het peiljaar 2008 vastgelegd. De geluidsbelasting wordt op basis van dit gebruik bepaald. Daarbij wordt 1,5 db bij de berekende waarde opgeteld. Deze 1,5 db kan worden gezien als werkruimte voor Rijkswaterstaat. Door de gemeente Teylingen zijn telgegevens voor de Menneweg aangeleverd. Deze tellingen zijn uitgevoerd door Bureau de Groot Volker van 30 augustus tot en met 7 september Uit deze tellingen kunnen de etmaalintensiteiten voor een gemiddelde weekdag, de verdeling en samenstelling van het verkeer worden bepaald. Omdat in de telgegevens geen rekening is gehouden met de realisatie van de twee nieuwe woningen, is de verkeerstoename als gevolg van de realisatie van deze woningen bij de etmaalintensiteiten opgeteld. Uitgaande van een verkeersgeneratie van 6 verkeersbewegingen per woning, levert dit bouwplan in totaal 12 verkeersbewegingen op. Deze verkeerstoename is opgeteld bij de telgegevens. Aangezien het verkeer zich zal verspreiden en niet één richting over de beide wegen voortbeweging is uitgegaan van een worst case benadering. In dit onderzoek zijn de geluidbelastingen voor het prognosejaar 2025 van belang. De aangeleverde etmaalintensiteit zijn opgehoogd met een autonome groei van 1,5% per jaar. De wettelijke rijsnelheid op de Menneweg is 30 km/uur en er is een klinkerverharding in keperverband aanwezig. In bijlage 1 Overzicht gehanteerde verkeersgegevens zijn de telgegevens voor de Menneweg opgenomen. Railverkeersgegevens Vanaf 1 juli 2012 zijn emissieplafonds (Geluidsproductieplafonds GPP) langs hoofdinfrastructuur vastgesteld. De spoorlijn Leiden - Schiphol valt onder deze hoofdinfrastructuur. Voor deze spoorlijn zijn de verkeersgegevens in het centrale emissieregister vastgelegd die moet worden gebruikt in dit akoestisch onderzoek. In het emissieregister is voor de spoorlijn het gemiddelde gebruik over de peiljaren 2006, 2007 en 2008 vastgelegd. De geluidsbelasting wordt op basis van dit gebruik bepaald. Daarbij wordt 1,5 db bij de berekende waarde opgeteld. Deze 1,5 db kan worden gezien als werkruimte voor Prorail. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 9/17

10 Berekeningsmethode Voor de bepaling van de geluidbelastingen door het weg- en railverkeer zijn berekeningen uitgevoerd met Standaardrekenmethode 2 overeenkomstig het Reken- en meetvoorschrift geluid In het rekenmodel zijn de bronnen (weg), bodemgebieden (akoestisch hard/zacht), objecten (gebouwen enz.) en toetspunten ingevoerd. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu, versie De rekenmodellen zijn ontwikkeld aan de hand van de GBKN-ondergrond. De hoogte van de gemodelleerde bebouwing en van de nieuwe woning zijn bepaald aan de hand van streetview van Google Earth. Voor de bodemgebieden is ervoor gekozen om de akoestisch harde gebieden (zoals verharding) te modelleren. Daardoor zijn automatisch de niet gemodelleerde delen akoestisch zacht. Voor de nieuwe woningen is uitgegaan dat ze bestaan uit drie bouwlagen. De toetspunten zijn gekozen op de nieuwe woningen. De beoordelingshoogten zijn gekozen op 1,5 meter boven vloerpijl. Daardoor is de beoordelingshoogte 1,5 meter op de begane grond, 4,5 meter voor de eerste verdieping en 7,5 meter voor de tweede verdieping. Deze hoogten zijn ten opzichte van het plaatselijke maaiveld. Het gehanteerde rekenmodellen voor weg- en railverkeerslawaai zijn weergegeven in bijlage 2 Overzicht rekenmodellen weg- en railverkeerslawaai. Berekeningswijze geluidbelastingen Bij toetsing aan de normen voor wegverkeer wordt in de Wgh gewerkt met een jaargemiddelde etmaalwaarde van het geluidniveau (Lden) over alle perioden, te weten de dagperiode (van tot uur), de avondperiode (van tot uur) en de nachtperiode (van tot uur) BEREKENINGSRESULTATEN In bijlage 3 Berekeningsresultaten weg- en railverkeerslawaai is een overzicht van de berekende geluidbelastingen weergegeven door het verkeer op de Rijksweg A44 en de Menneweg. Hierna zijn de resultaten kort besproken, waarbij de toegestane reductie volgens artikel 110g Wgh is toegepast. Wegverkeerslawaai Rijksweg A44 Door het verkeer op de Rijksweg A44 zijn geluidbelastingen berekend variërend van 42 db tot maximaal 53 db. De voorkeurswaarde van 48 db wordt overschreden, maar de maximale ontheffingswaarde van 53 db niet. Het treffen van geluidreducerende maatregelen in de vorm van het aanleggen van een tweelaags ZOAB in plaats van het bestaande ZOAB of het oprichten van een geluidsscherm langs de Rijksweg A44 is vanwege de kosten niet reëel. Om die reden zijn er geen onderzoeken naar geluidreducerende maatregelen uitgevoerd. Omdat het treffen van geluidreducerende maatregelen niet reëel is, is het noodzakelijk om een hogere waarde procedure te doorlopen om de twee woningen te kunnen realiseren. Omdat de maximale geluidbelasting 53 db bedraagt hoeven de woningen, vanuit het gemeentelijke hogere waarde beleid, niet te beschikken over een geluidluwe zijde. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 10/17

11 Menneweg In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn de geluidbelastingen door het verkeer op de Menneweg berekend. De geluidbelasting bedraagt maximaal 55 db op de voorgevel van de nieuwe woningen en op de achtergevel is dat maximaal 32 db. Deze geluidbelastingen zijn relevant voor de cumulatieve geluidbelastingen (hieronder besproken). Cumulatie De karakteristieke geluidwering van de nieuwe woningen wordt bepaald aan de hand van de cumulatieve geluidbelasting (zonder toepassing van de reductie artikel 110g Wgh). De berekende cumulatieve geluidbelasting varieert van 52 db tot maximaal 61 db. De karakteristieke geluidwering dient zodanig te zijn dat een binnenwaarde, bij gesloten ramen, van 33 db vanwege het weg- en railverkeer wordt gegarandeerd, met een minimum van 20 db. Omdat de cumulatieve geluidbelasting maximaal 61 db bedraagt, behoort de karakteristieke geluidwering 28 db te bedragen. Railverkeerslawaai Door het railverkeer op de spoorlijn Leiden - Schiphol zijn ter plaatse van het bouwplan de geluidbelastingen berekend variërend van 41 db tot maximaal 52 db. De voorkeurswaarde van 55 db wordt niet overschreden en het vaststellen van hogere waarden is dan ook niet benodigd CONCLUSIES Middels een bestemmingsplan wordt de realisatie van twee woningen op het perceel van het adres Menneweg 20 mogelijk gemaakt. Deze woningen zijn gelegen in de zone van de Rijksweg A44 en de spoorlijn Leiden - Schiphol, maar niet in de zone van een gezoneerd industrieterrein. Daardoor is een akoestisch onderzoek naar weg- en railverkeerslawaai verplicht. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de Menneweg meegenomen in dit onderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat het verkeer op de Rijksweg A44 leidt tot een geluidbelasting van maximaal 53 db. Daardoor wordt de voorkeurswaarde overschreden, maar niet de maximale ontheffingswaarde. Omdat het treffen van geluidreducerende maatregel stuit op financiële bezwaren is het doorlopen van een hogere waarde procedure aan de orde. De vast te stellen hogere waarde is 53 db voor twee woningen als gevolg van het verkeer op de Rijksweg A44. Het ontwerpbesluit tot vaststelling hogere waarden dient gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan die de woningen mogelijk maakt ter inzage te worden gelegd. Deze hogere waarden worden door het college van Teylingen vastgesteld. Het railverkeer op de spoorlijn Leiden - Schiphol levert ter plaatse van de nieuwe woningen geen overschrijding van de voorkeurswaarde op. Het vaststellen van een hogere waarde vanwege railverkeer is niet benodigd. De maximale cumulatieve geluidbelasting varieert van 55 db tot maximaal 61 db, waarbij de geluidbelasting vanwege het verkeer op de Menneweg relevant is. Volgens het Bouwbesluit 2012 moet de karakteristieke geluidswering van de gevels van woningen zodanig zijn, dat de geluidsbelastingen in het verblijfsgebied (bij gesloten ramen en deuren) van de woningen niet meer bedraagt dan 33 db. Gelet op de maximale cumulatieve geluidbelasting dient de karakteristieke geluidwering 28 db te zijn. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 11/17

12 3. LUCHTKWALITEIT 3.1. WETTELIJK KADER De kern van de Wet luchtkwaliteit is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een bundeling maatregelen op regionaal, nationaal en internationaal niveau die de luchtkwaliteit verbeteren en waarin alle ruimtelijke ontwikkelingen/projecten zijn opgenomen die de luchtkwaliteit in belangrijke mate verslechteren. Het doel van de NSL is om overal in Nederland te voldoen aan de Europese normen voor de luchtverontreinigende stoffen. Voor wegverkeer zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) de belangrijkste stoffen. De in de Wet luchtkwaliteit gestelde norm voor NO2 en PM10 jaargemiddelde grenswaarde is voor beide stoffen 40 µg/m 3. Daarnaast mag de PM10 24 uurgemiddelde grenswaarde van 50 µg/m3 maximaal 35 keer per jaar worden overschreden. Met het van kracht worden van het NSL zijn de tijdstippen waarop moet worden voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarden NO2 en PM10 vastgesteld op 11 juni 2011 voor PM10 en 1 januari 2015 voor NO2. Naast de introductie van het NSL is het begrip niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen een belangrijk onderdeel van de Wet luchtkwaliteit. Een project draagt NIBM bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit als de NO2 en PM10 jaargemiddelde concentraties niet meer toeneemt dan 1,2 µg/m 3. In dat geval is de ontwikkeling als NIBM te beschouwen. Een ruimtelijke ontwikkeling vindt volgens de Wet luchtkwaliteit doorgang als ten minste aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: - de ontwikkeling is opgenomen in het NSL; - de ontwikkeling aangemerkt wordt als een NIBM-project; - de gestelde grenswaarden in bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit niet worden overschreden; - projectsaldering kan worden toegepast. Voor zover de ruimtelijke ontwikkeling is opgenomen in het NSL of de ontwikkeling kan worden aangemerkt als NIBM-project is toetsing aan de normen van de Wet luchtkwaliteit niet nodig ONDERZOEK Beoordeling luchtkwaliteit In de Regeling niet in betekenende mate bijdrage (luchtkwaliteitseisen) (Regeling NIBM) zijn voor verschillende functiecategorieën cijfermatige kwantificaties opgenomen, waarbij een ontwikkeling als een NIBM-project kan worden beschouwd. Deze categorieën betreffen landbouwinrichtingen, spoorwegemplacementen, kantoorlocaties, woningbouwlocaties en een combinatielocatie van woningbouw en kantoren. In de regeling NIBM is aangegeven dat een woningbouwlocatie met maximaal woningen aan één ontsluitingsweg is aan te merken als een ontwikkeling die NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. In het bouwplan Menneweg 20 wordt de realisatie van twee woningen mogelijk gemaakt. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 12/17

13 Gelet op het voorgaande betekent het dat de realisatie van deze twee woningen is aan te merken als een ontwikkeling die NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Daardoor is toetsing aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit niet nodig. Goede ruimtelijke ordening (NSL-monitoringstool) In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 in de omgeving van het plangebied inzichtelijk gemaakt. Deze concentraties zijn afkomstig uit de NSL-monitoringstool. In deze tool zijn onder andere de Rijksweg A44 en de Parklaan opgenomen. In de afbeelding 2 en 3 zijn de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 weergegeven voor het peiljaar Afbeelding 2: Overzicht concentraties NO 2, peiljaar 2015 (NSL-monitoringstool). Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 13/17

14 Afbeelding 3: Overzicht concentraties PM 10, peiljaar 2015 (NSL-monitoringstool). Uit de voorgaande afbeelding blijkt dat de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 voor de beide stoffen kleiner is dan 35 µg/m 3 bedraagt. De jaargemiddelde grenswaarde voor de beide stoffen van 40 µg/m 3 wordt niet overschrijden. Daarnaast is de trend dat in de toekomst de emissies en de achtergrondconcentraties van deze stoffen zullen dalen, waardoor geen overschrijdingen van de grenswaarden zijn te verwachten CONCLUSIES Middels het bouwplan Menneweg wordt de realisatie van twee nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Deze ontwikkeling is aan te merken als een project dat NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Toetsing aan de grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit is dan ook niet nodig. Geconcludeerd kan worden dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmeringen oplevert voor de voorgenomen ontwikkelingen in dit bestemmingsplan (artikel 5.16, lid 1 aanhef en onder c Wm). Daarnaast is in het kader van een goede ruimtelijke ordening ter plaatse van het plan de jaargemiddelde achtergrondconcentraties NO2 en PM10 bepaald. Deze waarden zijn veel lager dan de gestelde grenswaarden uit bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit. Een overschrijding van de grenswaarden is dan ook niet te verwachten. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 14/17

15 4. EXTERNE VEILIGHEID 4.1. WETTELIJKE KADER Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals milieurisico s, transportrisico s en risico s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke (on)mogelijkheden. In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gelezen in samenhang met de regels omtrent externe veiligheid moet worden onderzocht of er sprake is van aanwezigheid van risicobronnen in de nabijheid van de locatie waarop het Wro besluit betrekking heeft en dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), en de eventuele toename hiervan, berekend te worden. Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet overschreden mag worden. Voor kwetsbare objecten wordt in zowel bestaande als nieuwe situaties het niveau van 10-6 per jaar als grenswaarde gehanteerd. Nieuwe beperkt kwetsbare objecten zijn alleen toegestaan onder een gewichtige motivering. Bestaande beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan binnen de PR 10-6 contour. Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van een calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal 10 personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit). De normstelling heeft de status van een oriënterende waarde. Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm. Desondanks hebben overheden en betrokken private instellingen een inspanningsverplichting om te voldoen aan deze oriënterende waarde en dient een toename van het GR bestuurlijk te worden verantwoord. Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen over wegen, water en spoor Per 1 juli 2014 is het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) in werking getreden. In het Bevt staan regels voor de ruimtelijke inrichting rond wegen, waterwegen en spoorwegen met vervoer van gevaarlijke stoffen. Het Bevt hanteert een vaste grens van 200 meter, vanaf de buitenrand van de transportroute, waarbuiten in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Buiten de 200 meter is een verantwoording niet noodzakelijk. Wel geldt dat bij ruimtelijke ontwikkelingen die nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogelijk maken buiten de 200 m dient in de toelichting aandacht moet worden gegeven aan de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid voor zover het binnen het invloedsgebied van de transportroute is gelegen. Ten aanzien van de verantwoordingsplicht groepsrisico wordt, net als bij het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), onderscheid gemaakt tussen een volledige verantwoording en een beperkte verantwoording van het groepsrisico. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 15/17

16 Een volledige verantwoording kan bovendien achterwege blijven indien kan worden aangetoond dat: a. het groepsrisico, niet hoger is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico, of; b. het groepsrisico, gelet op de redelijkerwijs te verwachten verandering van de dichtheid van personen, met niet meer dan 10% toeneemt en; c. de oriëntatiewaarde, gelet op de dichtheid van personen, niet wordt overschreden. d. Indien sprake is van een volledige verantwoording dienen maatregelen ter beperking van het GR, alternatieve ruimtelijke ontwikkelingen met een lager GR en mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van de omvang van een calamiteit te worden overwogen. Een beperkte verantwoording houdt wel rekening met de effecten van een calamiteit en vindt alleen plaats als het plangebied binnen het invloedsgebied (effectgebied) van transportassen is gelegen. In het Bevt zijn tevens plasbrandaandachtsgebieden benoemd voor transportroutes. Een PAG is een zone, waarbinnen een aanvullende verantwoording noodzakelijk is met betrekking tot het al dan niet nemen maatregelen om de effecten van een plasbrand te beperken en de zelfredzaamheid van personen ONDERZOEK In de omgeving van de het adres Menneweg 20 alleen de Rijksweg A44 als risicobron aanwezig. Op afbeelding 4 is een uitsnede van de risicokaart weergegeven. Afbeelding 4: Uitsnede risicokaart. Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 16/17

17 Met de ontwikkeling van twee woningen worden twee kwetsbare objecten toegevoegd. Het plangebied is op circa 300 meter gelegen van de as van de A44. Hiermee is een verantwoording van het groepsrisico niet noodzakelijk. Het plangebied is wel gelegen binnen het invloedsgebied van de stofcategorie GF3 (LPG). Het invloedsgebied van deze gevaarlijke stof bedraagt 355 meter vanaf de as van de transportroute. Een motivering van de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid is hiermee wel noodzakelijk conform het Bevt. Voor LPG transport is het maatgevende scenario een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) van een tankauto tijdens transport. Een warme BLEVE treedt op bij een externe brand, een koude BLEVE treedt op wanneer de tank bezwijkt door een mechanische oorzaak. Het optredende effect en het moment van exploderen is afhankelijk van de inhoud van de tank. Zelfredzaamheid In het invloedsgebied zijn grondgebonden woningen gelegen, die niet specifiek bedoeld zijn voor personen met een beperkte zelfredzaamheid. Tevens is de Brederodeschool gelegen binnen het invloedsgebied. De minimale afstand van de nieuwe kwetsbare bestemmingen tot de A44 bedraagt 300 meter. Met de Menneweg is een vluchtweg aanwezig die in noordwestelijke richting uit het invloedsgebied van de A44 leidt. De plaatselijke brandweer zal in het kader van de ruimtelijke procedure worden geconsulteerd naar aanleiding van de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Het advies wordt verwerkt in het ruimtelijke plan. Bestrijdbaarheid Bij het scenario van een koude BLEVE zal er geen tijd beschikbaar zijn voor zelfredding. Bij een warme BLEVE is er mogelijk beperkte vluchttijd. Gezien deze korte tijd zijn er geen mogelijkheden tot evacuatie. Daarom zullen de personen op eigen kracht het gebied moeten ontvluchten in geval van een incident. De maatregelen ter bevordering van de zelfredzaamheid zullen daarom in de planologische, organisatorische en bouwkundige sfeer moeten worden gezocht. In het convenant LPG-autogas is afgesproken hoe de sector de bevoorrading van LPG-tankstations veiliger maakt. De sector heeft voor 1 januari 2010 maatregelen getroffen die de externe veiligheidsrisico's verminderen. Het aanbrengen van een hittewerende coating op LPG-tankauto's is één van de maatregelen die zijn genomen. Als de coating bij een ongeluk intact blijft, geeft dit de brandweer meer tijd en meer mogelijkheden om een BLEVE te voorkomen CONCLUSIES Het aspect externe veiligheid levert geen belemmering op voor de haalbaarheid van de beoogde ontwikkeling. IDDS bv Noordwijk (ZH) Menneweg 20 te Sassenheim: 1404G305/DBI/rap1 17/17

18 Bijlage 1 Overzicht wegverkeersgegevens

19 Tellingen Menneweg. Teljaar 2011 Verwerking naar milieuparameters van tot licht middel zwaar weekdag (mvt/etm) in groei/jaar 1,5% planbijdrage in Controle Daguur 6,66% 1, licht da 90,74% middel da 5,06% zwaar da 4,20% OK Avonduur 3,79% 1, licht av 95,23% middel av 2,29% zwaar av 2,48% OK Nachtuur 0,62% 1, licht na 97,08% middel na 2,92% zwaar na 0,00% OK da/av/na 100,00% OK Gehele etmaalperiode licht etm 91,73% 1, middel etm 4,54% zwaar etm 3,73% OK Overige verkeersgegevens: - wettelijke rijsnelheid:30 km/uur - wegdekverharding: klinkers in keperverband

20 Sassenheim Gemeente Teylingen LENGTE RAPPORT Locatie Code F0904 Naam Menneweg Plaats Sassenheim Omschrijving tussen Parklaan en Rusthoflaan Meting Naam Classificatie 2011 Periode Interval 1 uur Rijstrook Telpuntcode F0904 Teller 3236 Kanaal 1 Omschrijving Parklaan - Rusthoflaan (1) Tijd Klassen Totaal Fout Lengte (m) < 2,0 2,0-3,5 3,5-7,0 > 7,0 Abs. Rel. 00: ,7 0 01: ,3 0 02: ,2 0 03: ,2 0 04: ,1 0 05: ,3 0 06: ,5 0 07: ,2 0 08: ,1 0 09: ,7 0 10: ,0 0 11: ,8 0 12: ,3 0 13: ,7 0 14: ,9 0 15: ,2 0 16: ,9 0 17: ,1 0 18: ,4 0 19: ,5 0 20: ,8 0 21: ,6 0 22: ,9 0 23: ,5 0 Tijd Klassen Totaal Fout Lengte (m) < 2,0 2,0-3,5 3,5-7,0 > 7,0 Abs. Idx. Abs. Idx. Abs. Idx. Abs. Idx. Abs. Idx. Rel. Tot , ,5 80 4,5 63 3, ,0 99,9 1 Tot , ,4 2 4,9 0 0, ,0 2,3 0 Tot , ,7 72 5,1 56 4, ,0 79,3 1 Tot , ,1 6 1,8 7 2, ,0 18,4 0 Tot , ,7 3 4,4 0 0, ,0 3,8 0 Bureau de Groot Volker Pagina 1

21 Sassenheim Gemeente Teylingen LENGTE RAPPORT Locatie Code F0904 Naam Menneweg Plaats Sassenheim Omschrijving tussen Parklaan en Rusthoflaan Meting Naam Classificatie 2011 Periode Interval 1 uur Rijstrook Telpuntcode F0904 Teller 3236 Kanaal 2 Omschrijving Rusthoflaan - Parklaan (1) Tijd Klassen Totaal Fout Lengte (m) < 2,0 2,0-3,5 3,5-7,0 > 7,0 Abs. Rel. 00: ,5 0 01: ,2 0 02: ,1 0 03: ,2 0 04: ,3 0 05: ,9 0 06: ,0 0 07: ,8 0 08: ,4 0 09: ,3 0 10: ,8 0 11: ,9 0 12: ,5 0 13: ,0 0 14: ,8 0 15: ,8 0 16: ,2 0 17: ,9 0 18: ,6 0 19: ,6 0 20: ,8 0 21: ,4 0 22: ,9 0 23: ,9 0 Tijd Klassen Totaal Fout Lengte (m) < 2,0 2,0-3,5 3,5-7,0 > 7,0 Abs. Idx. Abs. Idx. Abs. Idx. Abs. Idx. Abs. Idx. Rel. Tot , ,2 78 4,3 67 3, ,0 100,0 1 Tot , ,8 4 4,1 1 1, ,0 5,4 0 Tot , ,5 68 4,7 61 4, ,0 80,0 1 Tot , ,8 6 2,2 6 2, ,0 14,7 0 Tot , ,3 4 3,5 1 0, ,0 6,3 0 Bureau de Groot Volker Pagina 2

22 Bijlage 2 Overzicht rekenmodellen weg- en railverkeerslawaai

23

24

25 Bijlage 3 Berekeningsresultaten weg- en railverkeerslawaai

26 Tabel: Berekende geluidbelastingen ter plaatse van de bouwplan 'Menneweg 20'. Toets- Toets- Wegverkeer Railverkeer Cumulatie punt hoogte Rijksweg Menneweg cumulatie Leiden - alle A44 alle wegen Schiphol geluidbronnen [m] [db] [db] [db] [db] [db] Voorkeurswaarde Maximale ontheffingswaarde Reductie ex art. 110g Wgh 2/3/ a 1, , , b 1, , , c 1, , , a 1, , , b 1, , , c 1, , , : Overschrijding voorkeurswaarde. : Overschrijding maximale ontheffingswaarde. Opmerkingen - op de berekende geluidbelastingen vanwege wegverkeer is rekening gehouden met de toegestane reductie volgens art. 110g Wgh, behalve voor de colom cumulatie alle wegen. - de cumulatieve geluidbelastingen alle geluidbronnen zijn bepaald op basis van de rekenregels uit hoofdstuk 2 van bijlage I uit het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012.

27

28 Bouwplan 'Menneweg 20' Sassenheim, gemeente Teylingen Berekeningsresultaten Rijksweg A44 Rapport: Resultatentabel Model: 2025 LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: 1_Rijksweg A44 Groepsreductie: Nee Naam Toetspunt Hoogte Dag Avond Nacht Lden 1a_A 1,50 49,76 46,74 42,68 51,27 1a_B 4,50 51,02 47,99 43,96 52,54 1a_C 7,50 53,73 50,71 46,66 55,24 1b_A 1,50 42,15 39,12 35,08 43,66 1b_B 4,50 44,40 41,36 37,35 45,92 1b_C 7,50 47,69 44,66 40,62 49,20 1c_A 1,50 50,74 47,71 43,66 52,25 1c_B 4,50 52,40 49,36 45,34 53,92 1c_C 7,50 53,46 50,43 46,40 54,98 2a_A 1,50 50,42 47,41 43,33 51,93 2a_B 4,50 51,56 48,54 44,48 53,07 2a_C 7,50 54,11 51,08 47,03 55,62 2b_A 1,50 52,19 49,17 45,12 53,70 2b_B 4,50 53,45 50,42 46,39 54,97 2b_C 7,50 55,70 52,68 48,63 57,21 2c_A 1,50 51,06 48,05 43,97 52,57 2c_B 4,50 52,63 49,61 45,57 54,15 2c_C 7,50 53,37 50,35 46,31 54,89 Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V :58:40

29 Bouwplan 'Menneweg 20' Sassenheim, gemeente Teylingen Berekeningsresultaten Menneweg Rapport: Resultatentabel Model: 2025 LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: 2_Menneweg Groepsreductie: Nee Naam Toetspunt Hoogte Dag Avond Nacht Lden 1a_A 1,50 59,63 55,95 47,06 59,22 1a_B 4,50 60,29 56,56 47,63 59,85 1a_C 7,50 60,09 56,33 47,39 59,64 1b_A 1,50 52,66 49,02 40,17 52,28 1b_B 4,50 53,60 49,90 41,01 53,18 1b_C 7,50 53,67 49,93 41,01 53,23 1c_A 1,50 34,17 30,60 21,83 33,84 1c_B 4,50 36,59 32,93 24,10 36,20 1c_C 7,50 37,44 33,72 24,85 37,02 2a_A 1,50 60,10 56,38 47,47 59,67 2a_B 4,50 60,67 56,92 47,98 60,22 2a_C 7,50 60,44 56,68 47,73 59,98 2b_A 1,50 55,43 51,70 42,78 54,99 2b_B 4,50 56,32 52,56 43,61 55,86 2b_C 7,50 56,29 52,52 43,56 55,83 2c_A 1,50 31,94 28,39 19,64 31,62 2c_B 4,50 34,13 30,49 21,67 33,75 2c_C 7,50 35,48 31,78 22,91 35,07 Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V :58:18

30 Bouwplan 'Menneweg 20' Sassenheim, gemeente Teylingen Berekeningsresultaten Spoorlijn Leiden - Schiphol Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Resultatentabel GPP-data LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Ja Naam Toetspunt Hoogte Dag Avond Nacht Lden 1a_A 1,50 45,67 45,19 39,19 48,03 1a_B 4,50 46,35 45,87 39,86 48,70 1a_C 7,50 48,67 48,19 42,17 51,02 1b_A 1,50 38,52 38,06 32,05 40,89 1b_B 4,50 39,64 39,17 33,15 42,00 1b_C 7,50 41,31 40,87 34,80 43,67 1c_A 1,50 47,16 46,67 40,70 49,53 1c_B 4,50 47,98 47,48 41,50 50,33 1c_C 7,50 48,63 48,12 42,14 50,98 2a_A 1,50 45,69 45,21 39,20 48,04 2a_B 4,50 46,32 45,83 39,83 48,67 2a_C 7,50 48,58 48,09 42,08 50,93 2b_A 1,50 46,14 45,64 39,66 48,49 2b_B 4,50 46,88 46,38 40,39 49,23 2b_C 7,50 49,53 49,04 43,03 51,88 2c_A 1,50 45,67 45,17 39,20 48,03 2c_B 4,50 46,55 46,04 40,06 48,90 2c_C 7,50 47,74 47,24 41,25 50,09 Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V :52:22