Collectieve arbeidsovereenkomst voor Wellman BV

Transcriptie

1 geldend van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2007

2 2006. CAO-partijen en AWVN Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook en evenmin worden opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand met als doel een terugzoekmogelijkheid te verschaffen aan derden, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van partijen bij deze CAO en van Werkgeversvereniging AWVN te Haarlem CAO voor Wellman BV, 20 juni

3 INHOUD HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN 6 Artikel 1 Toepasselijkheid van de overeenkomst 6 Artikel 2 Omschrijvingen en definities 6 Artikel 2a Deeltijdwerknemer 6 Artikel 3 Algemene verplichtingen van partijen 7 Artikel 4 Algemene verplichtingen van werkgever en werknemer 9 Artikel 5 Wijziging van de CAO 12 Artikel 6 Duur van de CAO en opzegging 12 HOOFDSTUK II ARBEIDSVOORWAARDEN ALGEMEEN DEEL 13 Artikel 7Aanstelling 13 Artikel 8 Verhuizing 13 Artikel 9 Schorsing 13 Artikel 10 Pensioenregeling 13 Artikel 11 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 14 HOOFDSTUK III ARBEIDSVOORWAARDEN WERKTIJDEN 15 Artikel 12 Omschrijvingen 15 Artikel 13 Dienstrooster 16 Artikel 14 Arbeidsduur 16 Artikel 15 Werk op feestdagen en bijzondere uren aansluitend aan feestdagen 17 Artikel 16 Werk op afwijkende tijden 17 Artikel 17 Inhalen van overwerk en van werk op feestdagen 18 HOOFDSTUK IV ARBEIDSVOORWAARDEN BELONING 19 Artikel 18 Functiegroepen en salarisgroepen 19 Artikel 19 Salarissen 19 Artikel 20 Reserve 20 Artikel 21 Periodieke salarisherziening 20 Artikel 22 Tussentijdse herziening van het salaris 21 Artikel 23 Salaris bij plaatsing in een hogere groep 21 Artikel 24 Salaris bij plaatsing in een lagere groep 22 Artikel 25 Dienstroostertoeslag 23 Artikel 26 Beloning voor werk op afwijkende tijden 25 Artikel 27 Beloning bij overwerk 25 Artikel 28 Beloning voor werk op feestdagen 27 Artikel 29 Beloning bij consignatie 27 Artikel 30 Diensttijduitkering en extra beloning 28 Artikel 31 Vakantietoeslag 29 Artikel 32 Performance Incentive 29 Artikel 33 Reserve 30 Artikel 34 Tegemoetkomingen en vergoeding bij vast dagelijks heen en weer reizen CAO voor Wellman BV, 20 juni

4 HOOFDSTUK V ARBEIDSVOORWAARDEN AFWEZIGHEID 31 Artikel 35 Omschrijvingen 31 Artikel 36 Afwezigheid 31 Artikel 37 Verzuim / bijzonder verlof 32 Artikel 38 Inkomen bij langdurige arbeidsongeschiktheid 33 Artikel 39 Scholing en vorming 34 Artikel 40 Reserve 36 Artikel 41 Vakantie 36 Artikel 42 Verlof 38 Artikel 43 Ouderschapsverlof 40 Artikel 44 Kinderopvang 41 Artikel 45 Afwezigheid oudere werknemers 41 Artikel 46 Bondswerk bedrijven 41 Artikel 47 Ziektekostenverzekering 42 BIJLAGEN 43 Bijlage 1 Functiegroepindeling 43 Bijlage 2 Procedure functie-indeling 44 Bijlage 3 Salarisschalen per 1 januari 2006 en per 1 januari Bijlage 4 Afbouw persoonlijke toeslag 47 Bijlage 5 Wet Verbetering Poortwachter 49 Bijlage 6 Protocol afspraken Bijlage 7 Akkoord nieuw Pensioenplan Wellman BV CAO voor Wellman BV, 20 juni

5 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Tussen Wellman BV te Emmen als partij ter ene zijde en FNV Bondgenoten te Utrecht en CNV Bedrijvenbond te Houten elk als partij ter andere zijde is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) gesloten CAO voor Wellman BV, 20 juni

6 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Toepasselijkheid van de CAO De in deze CAO vermelde arbeidsvoorwaarden zijn van toepassing op het personeel in dienst van de werkgever, werkzaam in functies, die zijn ingedeeld in de salarisgroepen genoemd in bijlage 1 of in functies van gelijkwaardig niveau. Zij zijn niet van toepassing op de leden van het QSC (managementteam), practicanten, volontairs en vakantiewerkers, die bij de onderneming werkzaam zijn. Artikel 2 Omschrijvingen en definities in deze CAO wordt verstaan onder: de werkgever : de partij ter ene zijde; de vakorganisaties : de partijen ter andere zijde; de werknemers : degenen op wie de in deze CAO vermelde arbeidsvoorwaarden ingevolge artikel 1 van toepassing zijn; de werkplek : voor elke werknemer de werkplek waar hij werkzaam is; BW : alle in deze CAO vermelde artikelen van het BW betreffen artikelen, die zijn opgenomen in het burgerlijk wetboek; salaris : het maandsalaris zoals vermeld in de salarisschalen overeenkomstig artikel 19 lid 3 van deze CAO; maandinkomen : het maandsalaris vermeerderd met een vaste toeslag voor arbeid op onaangename uren en persoonlijke toeslagen, zoals bedoeld in artikel 24 en artikel 25 lid 4 van deze CAO; dienstrooster : een arbeidstijdregeling, die aangeeft op welke tijdstippen de werknemers normaliter met hun arbeid aanvangen en deze beëindigen en eventueel onderbreken; dienstroostercyclus : het aantal weken zoals vastgesteld in artikel 25 lid 3 van deze CAO; gehandicapte werknemer : de gehandicapte werknemer in de zin van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (REA); diensttijd : de periode gedurende welke een werknemer ononderbroken in dienst is geweest van de werkgever en haar rechtsvoorgangers. Artikel 2a Deeltijdwerknemer Indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeid minder bedraagt dan de arbeidsduur van een voltijdwerknemer als bedoeld in artikel 14, zijn de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst naar rato van de individuele arbeidsduur, op overeenkomstige wijze van toepassing, tenzij bij de desbetreffende artikelen anders is vermeld. Artikel 3 Algemene verplichtingen van partijen 1. Algemeen De partijen verplichten zich deze CAO te goeder trouw naar letter en geest na te komen en geen actie direct of indirect te zullen voeren of steunen, die tot doel heeft deze CAO te wijzigen of te beëindigen op een andere wijze dan is overeengekomen. De vakorganisaties staan er ieder voor zich voor in, dat zij met alle hun ten dienste staande middelen nakoming van deze CAO door hun leden zullen bevorderen. De werkgever zal eveneens nakoming van deze CAO met alle hem ten dienste staande middelen bevorderen CAO voor Wellman BV, 20 juni

7 2. Geschillen Partijen zullen bij een tussen hen gerezen geschil, verband houdende met de uitleg of toepassing van deze CAO, geen staking of uitsluiting toepassen. Zij zullen ter oplossing van het geschil geen andere weg volgen dan in deze CAO is aangegeven. Partijen zullen geen tussen hen gerezen geschil bij de rechter aanhangig maken, voordat zij een minnelijke oplossing hebben nagestreefd. Daartoe zal de partij, die naar aanleiding van feiten of omstandigheden van oordeel is, dat de wederpartij deze CAO niet op de juiste wijze heeft uitgelegd of toegepast of niet heeft nageleefd, aan de wederpartij binnen een maand nadat mondeling overleg of een verzoek daartoe niet tot resultaten heeft geleid, schriftelijk verzoeken de uitleg of toepassing te herzien, of de bepalingen van de CAO in acht te nemen, met vermelding van de overwegingen, die aan haar oordeel ten grondslag liggen. Een dergelijk verzoek verplicht de partijen tot overleg over een minnelijke regeling, tenzij het verzoek direct wordt ingewilligd. Pas wanneer binnen twee maanden, nadat het geschil bij de wederpartij op de omschreven wijze is aangebracht, geen minnelijke regeling tot stand is gekomen, kan het door de meest gerede partij bij de rechter aanhangig worden gemaakt. 3. Collectieve arbeidsovereenkomst De werkgever zal ervoor zorgdragen, dat aan iedere werknemer de tekst van de CAO wordt uitgereikt. 4. Individuele arbeidsovereenkomst De werkgever zal met elke werknemer, die gedurende de looptijd van deze CAO in dienst treedt, individueel een schriftelijke arbeidsovereenkomst aangaan, waarin de CAO van toepassing wordt verklaard. Over de inhoud van de bepalingen van deze individuele arbeidsovereenkomst wordt met de vakorganisaties overleg gepleegd. Deze zullen bevorderen, dat hun leden dergelijke individuele arbeidsovereenkomsten ondertekenen. In de individuele arbeidsovereenkomst kunnen in daartoe geëigende gevallen nadere bepalingen met betrekking tot de rechten en plichten van werknemer en werkgever worden opgenomen. 5. Ontwikkelen van sociaal beleid Partijen hebben zich bereid verklaard sociaal beleid voor de toekomst in voortdurende - de gebruikelijke looptijden van de CAO overschrijdende - samenwerking te ontwikkelen. 6. Werkgelegenheid De werkgever enerzijds, - onderkennende, dat het behoud, en waar mogelijk uitbreiding en verbetering in de kwaliteit van de werkgelegenheid, van groot belang is voor de werknemers en voor de gemeenschap. - overwegende dat - hoewel een garantie van arbeidsplaats net binnen de macht van de onderneming ligt - in de redelijkheid mag worden verwacht, dat bij eventuele noodzakelijke vermindering van werkgelegenheid gedwongen ontslag zoveel mogelijk wordt voorkomen, althans tot het uiterste wordt beperkt, en de vakorganisaties anderzijds, - onderkennende, dat alleen een financieel gezonde onderneming blijvende werkgelegenheid kan bieden, verklaren zich ten aanzien van het werkgelegenheidsbeleid op de volgende punten te baseren: Periodiek overleg De vakorganisaties zullen periodiek worden ingelicht over: a. De ontwikkeling van de werkgelegenheid. Hieronder wordt verstaan: - aanwezig personeelsbestand; - voorziene ontwikkeling in het personeelsbestand: - de eventuele afwijkingen, die hebben voorgedaan ten opzichte van de eerder uitgesproken verwachtingen en vooruitzichten; - bezetting van de arbeidsplaatsen ten gevolge van de vrijgekomen arbeidstijd; - ingeleende arbeidskrachten; - overwerk; - gebruik van de arbeidsovereenkomst anders dan voor onbepaalde tijd. b. de gang van zaken. c. de toekomstverwachtingen, in het bijzonder ten aanzien van investeringen. Ten aanzien van punt a. zal de ondernemingsraad tenminste dezelfde informatie ontvangen, onverlet de wettelijke bepalingen hieromtrent CAO voor Wellman BV, 20 juni

8 Organisatiebureau Indien de werkgever: - heeft besloten een opdracht te geven aan een organisatiebureau tot het doen van een onderzoek in het bedrijf, waarvan de kosten ,- of meer bedragen en waarvan aannemelijk is, dat daaruit ontwikkelingen voortvloeien, die de belangen van het personeel kunnen raken; - tot de conclusie is gekomen, dat op grond van milieuhygiënische aspecten ingrijpende wijzigingen moeten worden gebracht in het productieproces en/of apparatuur; zal hij daarvoor de vakorganisaties en de ondernemingsraad, zo vroegtijdig als de eventueel noodzakelijke geheimhouding mogelijk maakt, informeren en deze in de gelegenheid stellen daarop hun visie kenbaar te maken. Reorganisatie a. Als de leiding voornemens heeft, waarvan mag worden verwacht dat daarvan een duidelijke en voorzienbare invloed op de werkgelegenheid uitgaat, zal daarover in een zo vroeg mogelijk stadium een gesprek plaatsvinden met de vakorganisaties, waarbij alle ter zake doende informatie wordt verstrekt, de motivering van de voornemens wordt gegeven en zonodig overleg zal worden gepleegd over de begeleiding van de eventuele uitvoering van de voornemens door de vakorganisaties. b. Maken de ontwikkelingen het noodzakelijk om de bestaande omvang van de werkgelegenheid belangrijk in te krimpen, dan zullen de vakorganisaties daarover worden geïnformeerd. Er zal naar worden gestreefd gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te vermijden en de inkrimping in de eerste plaats te doen geschieden door natuurlijk verloop en door interne overplaatsing binnen Wellman Nederland. In dit geval zijn de Sociale Regels van toepassing, die tussen de werkgever en de vakorganisaties zullen worden overeengekomen. De werkgever zal in principe niet tot gedwongen collectief ontslag overgaan binnen 6 maanden nadat bovenbedoelde informatie aan de vakorganisaties is gevoerd. c. Doen zich als gevolg van externe factoren ontwikkelingen voor, waarbij het niet van de werkgever in redelijkheid kan worden verlangd de genoemde termijn van 6 maanden aan te houden, dan is het mogelijk hiervan in overleg met de vakorganisaties af te wijken. d. Onder gedwongen collectief ontslag, genoemd onder punt b. wordt verstaan: ontslag wegens overtolligheid, terwijl betrokkenen niet het verwijt treft, dat zij het ontslag zelf onvermijdelijk maken door het weigeren van een redelijk aanbod tot herplaatsing of anderszins tekort schieten in medewerking. Ingeleende arbeidskrachten a. Onder ingeleende arbeidskracht wordt verstaan de natuurlijke persoon, die anders dan voor de uitvoering van respectievelijk in het kader van een door de werkgever met een derde gesloten aannemingsovereenkomst, werkzaamheden verricht in de onderneming van de werkgever, zonder met hem een dienstverband te hebben aangegaan. b. Uitgangspunt is, dat in principe alle werkzaamheden die binnen Wellman moeten worden verricht en die een doorlopend karakter dragen, door eigen personeel worden uitgevoerd, met uitzondering van specialistische werkzaamheden, piekwerkzaamheden en in incidentele gevallen. Er zal alleen gebruik worden gemaakt van personeel van derden, als daardoor de positie van het eigen personeel niet in gevaar wordt gebracht. In de volgende gevallen kan personeel van derden worden ingeschakeld: - bepaalde specialistische werkzaamheden; - incidentele piekbelasting; - uitzonderlijke pieken in het ziekteverzuim; - onvervulde vacatures voor bepaalde tijd; - reorganisaties. c. Het is de intentie van de werkgever om vast werk te laten uitvoeren door werknemers met wie een arbeidsovereenkomst is afgesloten. Afgezien van vakantieperioden zal maximaal 7% van het totale aantal werknemers uit uitzendkrachten mogen bestaan. Als dit percentage zou worden overschreden, kan dit alleen na instemming van de ondernemingsraad. d. Uitzendkrachten bij Wellman worden voor wat betreft de primaire arbeidsvoorwaarden (schaalsalaris, ploegentoeslag, overwerk en arbeidsuur), beloond volgens deze CAO. Ondernemingsraad Het in dit protocol vermelde geldt onverminderd de rechten en bevoegdheden van de ondernemingsraad CAO voor Wellman BV, 20 juni

9 7. Kwetsbare groepen In het normale contact tussen werkgever en vakorganisaties zal aandacht worden besteed aan de positie van kwetsbare groepen. 8. Periodiek overleg Tussen de werkgever en vertegenwoordigers van de werknemers zal een geregeld overleg plaatsvinden over aangelegenheden van algemene of individuele aard, die de arbeid op de werkplek en de toepassing van de arbeidsvoorwaarden betreffen. 9. Veiligheid en gezondheid De werkgever zal aan de werknemer informatie verstrekken over de hem bekende gevaren, die zijn verbonden aan het werken met stoffen onder de verschillende zich voordoende omstandigheden. Artikel 4 Algemene verplichtingen van werkgever en werknemer 1. Werkomstandigheden De werkgever is verplicht binnen het bedrijf de belangen van de werknemers te behartigen en de orde, de hygiëne en de veiligheid in het bedrijf zoveel hij kan te bevorderen, een en andere zoals een goed werkgever betaamt. Hij zal daarover aanwijzingen en voorschriften geven, veiligheidsmiddelen ter beschikking stellen en waarnodig zorgdagen voor medische controles. De werknemer is verplicht de belangen van de werkgever te behartigen en is mede verantwoordelijke voor de orde, de hygiëne en de veiligheid in het bedrijf, een en ander zoals een goed werknemer betaamt. Hij moet de daarover gegeven aanwijzingen en voorschriften na leven, ter beschikking gestelde veiligheidsmiddelen gebruiken en zich als dat wordt gevraagd periodiek medisch laten onderzoeken door een door de werkgever of met zijn instemming gekozen arts. De resultaten van dit onderzoek zullen, als de werknemer dit verzoekt, aan zijn huisarts of medisch specialist ter beschikking worden gesteld. 2. Werkzaamheden De werknemer is verplicht alle door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden zo goed mogelijk en in overeenstemming met de verstrekte voorschriften en aanwijzingen te verrichten. De werknemer is niet verplicht arbeid te verrichten voor anderen dan de werkgever of een met deze gelieerde onderneming, tenzij de werknemer uitdrukkelijk instemt met een desbetreffend verzoek van de werkgever. De werkgever zal alleen die werkzaamheden opdragen, die in redelijkheid van de werknemer kunnen worden gevraagd. 3. Werktijden De werknemer is verplicht zich voor wat zijn dienst- en rusttijden betreft te houden aan de bepalingen van het dienstrooster. De werknemer beneden 55 jaar is echter, indien de werkgever dat noodzakelijk acht verplicht ook buiten de normaal voor hem geldende werktijden arbeid te verrichten. De werkgever moet ervoor zorg te dragen, dat er zo weinig mogelijk arbeid wordt verricht buiten de normaal voor de werknemer geldende werktijden. De werkgever zal de ondernemingsraad periodiek informeren over de omvang van het overwerk, de redenen die het overwerk noodzakelijk hebben gemaakt, over het aantal daarbij betrokken werknemers en de verdeling ervan over de werknemers. 4. Consignatie In functies waar ten behoeve van de goede gang van zaken in het bedrijf consignatie noodzakelijk is, is deze verplicht. Een geconsigneerde werknemer moet ervoor zorgdragen dat hij te allen tijde bereikbaar is en moet zich onthouden van activiteiten of handelingen die hem verhinderen, bij een oproep tot het verrichten van de bedongen arbeid, aan deze oproep gevolg te geven. 5. Ziekteverzuim Het door de werkgever gevoerde en de voeren beleid tot beperking van ziekteverzuim en van de kans op langdurige arbeidsongeschiktheid zal, met inachtneming van hetgeen ter zake wettelijk is bepaald, onderwerp zijn van regelmatig overleg met de ondernemingsraad. Het overleg over de hoofdlijnen van dit beleid en arbeidsvoorwaarden als onderdeel van dit beleid is voorbehouden aan CAO-partijen CAO voor Wellman BV, 20 juni

10 6. Arbeid gehandicapte werknemers a. De werkgever zal bij de aanstelling en de tewerkstelling zoveel als redelijkerwijs mogelijk is gelijke kansen bieden aan arbeidsgehandicapte en niet-arbeidsgehandicapte werknemers. De werkgever zal er naar streven arbeidsgehandicapte werknemers op passende wijze te werk te stellen. b. De werkgever zal een beleid voeren gericht op het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van de werknemers en op de bevordering van gelijke kansen van arbeidsgehandicapte en niet-arbeidsgehandicapte werknemers, voor wat betreft de deelname aan de arbeid. Het door de werkgever te voeren beleid omvat tenminste de volgende elementen: 1. Het tot stand brengen, in stand houden en toezien op naleving van een samenstel van voorschriften, procedures en handelingen, gericht op het voorkomen, signaleren en opheffen van verzuimbevorderende omstandigheden en het voorkomen, signaleren en beperken van ziekteverzuim in het algemeen en frequent of langdurig ziekteverzuim in het bijzonder. 2. Bevordering van gelijke kansen ven arbeidsgehandicapte en niet-arbeidsgehandicapte werkzoekenden voor wat betreft de toelating tot de arbeid door het bestaan van een handicap niet als uitsluitinggrond te hanteren als: a. de functie naar strikt medische maatstaven geoordeeld in overeenstemming is met de (rest)capaciteiten van de kandidaat en b. de handicap van zodanige aard is, dat deze, zonodig na het treffen van voorzieningen, een adequate uitoefening van de functie niet in de weg staat. 3. Het bevorderen van geregeld overleg met en tussen deskundigen te weten de bedrijfsarts en/of Arbodienst, UWV (Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen) en P&O over het onderhavige beleid in het algemeen en de plaatsing en herplaatsing van arbeidsgehandicapte werknemers en werkzoekenden in het bijzonder. 4. De informatieverstrekking over het gevoerde beleid en de beleidsuitkomsten overeenkomstig het bepaalde in artikel 31b van de Wet op de ondernemingsraden. c. Werkgever zal de vakorganisaties tenminste eenmaal per jaar informeren over het met betrekking tot gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers gevoerde herplaatsingsbeleid en de kwantitatieve resultaten daarvan. 7. Nevenwerkzaamheden a. De werknemer heeft voor het verrichten van betaalde werkzaamheden voor derden of als zelfstandige de schriftelijke toestemming van de werkgever nodig. Onder werkzaamheden als in de vorige volzin bedoeld, worden tevens verstaan commissariaten en adviseurschappen bij organisaties met winstoogmerk, ook indien daaraan geen of geen vaste beloning is verbonden. b. De werkgever is bevoegd de schriftelijke toestemming te onthouden, als de nevenwerkzaamheden een adequate vervulling van de dienstbetrekking bij de werkgever in de weg staan en daarbij rekening houdend met de belangen van de werknemer. Het onthouden van toestemming wordt schriftelijk en gemotiveerd medegedeeld aan de werknemer. c. De werkgever is bevoegd een werknemer, die zonder de schriftelijke toestemming van de werkgever de sub a genoemde werkzaamheden verricht, zonder behoud van inkomen te schorsen voor maximaal twee dagen en in geval van herhaling op staande voet te ontslaan, als er sprake is van een dringende reden. Heeft de in de vorige alinea bedoelde werknemer nagelaten de werkgever om toestemming te vragen, dan zal de werkgever niet tot schorsing overgaan voordat hij de werknemer in gebreke heeft gesteld en hem een termijn van twee weken heeft gegeven om het verzuim te herstellen. d. De werknemer die arbeidsongeschikt wordt als gevolg van niet door de werkgever goedgekeurde arbeid voor derden, verliest elke aanspraak op de in artikel 38 van deze CAO geregelde aanvullingen op de wettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 8. Geheimhouding a. De werknemer is verplicht noch tijdens de dienstbetrekking, noch na beëindiging daarvan op geen enkele wijze aan derden mededeling te doen over op welke wijze dan ook tot zijn kennis gekomen gegevens over of die verband houden met bedrijfsaangelegenheden, zowel van de werkgever als van met deze gelieerde ondernemingen, waarvan hij weet of behoort te weten, dat ze ten opzichte van die derden geheim zijn, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever of de betrokken gelieerde onderneming. b. De werknemer is verplicht in het kader van de privacybescherming alle hem uit hoofde van zijn functie of anderszins ter kennis gekomen geregistreerde persoonsgegevens, niet anders te gebruiken dan voor het doel waarvoor de registratie is ingesteld en voor de uitoefening van zijn functie nodig is en niets hierover aan onbevoegden mee te delen. c. Het is de werknemer verboden om aan de werkgever of een met deze gelieerde onderneming toebehorende boeken, correspondentie, tekeningen, berekeningen en andere bescheiden in de ruimste zin op bovenstaande bedrijfsaangelegenheden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming CAO voor Wellman BV, 20 juni

11 van de werkgever of de betrokken gelieerde onderneming in zijn particuliere bezit te houden, aan derden te tonen of ter beschikking te stellen. d. Alle in sub c van dit lid bedoelde bescheiden, ook al zijn deze op papier aan de werknemer toebehorend gesteld, of aan hem persoonlijk geadresseerd, moeten als dit wordt gevraagd, maar in ieder geval bij het einde van de arbeidsovereenkomst direct aan de werkgever worden overhandigd. 9. Bekendmakingen De inhoud van bekendmakingen, die door de werkgever worden uitgegeven langs de gebruikelijke kanalen, zoals mededelingenborden, en voor de werknemer zijn bestemd, wordt geacht door de werkgever schriftelijk aan iedere werknemer persoonlijk te zijn meegedeeld. 10. Werkgeversbijdrageregeling De werkgever verklaart zich bereid tot het verstrekken van een bijdrage van de vakorganisaties overeenkomstig de tussen de AWVN en de vakorganisaties gesloten regeling. Artikel 5 Wijziging van de CAO 1. Wijziging van de CAO tijdens de duur ervan is alleen mogelijk, als naar het oordeel van de partijen bijzondere omstandigheden, die zij aan het begin van de contractperiode niet konden voorzien, een dergelijke wijziging rechtvaardigen. 2. Als een van de partijen bijzondere omstandigheden als in lid 1 bedoeld aanwezig acht en op grond daarvan aan de andere partijen bij aangetekend schrijven verzoekt een wijziging van de CAO te overwegen, zullen partijen tot gezamenlijk overleg hierover gebonden zijn. 3. Dit overleg moet binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek zijn beëindigd. Als partijen ter ene zijde en de meerderheid van de partijen ter andere zijde in voorkomend geval gezamenlijk een andere termijn wensen, zal die termijn gelden in plaats van de genoemde twee maanden. Artikel 6 Duur van de CAO en opzegging Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2006 en eindigt op 31 december 2007 zonder dat enige opzegging vereist is CAO voor Wellman BV, 20 juni

12 Artikel 7 HOOFDSTUK Aanstelling II ARBEIDSVOORWAARDEN ALGEMEEN DEEL Artikel 7 Aanstelling Een arbeidsovereenkomst kan worden aangegaan: a. voor onbepaalde tijd; b. voor een bepaalde tijdsduur; c. voor het verrichten van een bepaald karwei; d. voor het verrichten van werkzaamheden van tijdelijke aard. Als in de individuele arbeidsovereenkomst niet anders wordt bepaald, wordt de arbeidsovereenkomst geacht voor onbepaalde tijd te zijn aangegaan. Artikel 8 Verhuizing De werknemers zijn verplicht de toestemming van de werkgever te vragen bij voorgenomen verhuizing naar een woning op meer dan 40 km afstand van de standplaats. Bovendien kan de werkgever een werknemer verplichten in de naaste omgeving van de standplaats te wonen, als dit door de aard van zijn functie noodzakelijk is. De hiermee gemoeide verhuiskosten zijn dan voor rekening van de werkgever. Artikel 9 Schorsing 1. De werkgever kan een werknemer, die een in deze CAO of in de individuele arbeidsovereenkomst gegeven voorschrift overtreedt of niet opvolgt, schorsen voor een tijd van ten hoogste een week met inhouding van salaris 2. Bovendien kan de werkgever schorsing zonder behoud van salaris toepassen als het vermoeden bestaat van een ernstig vergrijp. 3. De werkgever zal aan de ondernemingsraad zo mogelijk vooraf mededeling doen over een schorsing. 4. Als de reden van schorsing ongegrond wordt bevonden, zal het over het tijdvak van de schorsing niet betaalde salaris alsnog worden uitgekeerd aan de betrokken werknemer. In dit geval kan de werknemer verzoeken, op een in onderling overleg vast te stellen wijze, aan andere werknemers bekend te maken, dat hem geen blaam treft. Artikel 10 Pensioenregeling 1. In de onderneming van de werkgever geldt per 1 januari 2007 een pensioenregeling op basis van individueel beschikbare premie (defined contribution). Deze regeling is neergelegd in het desbetreffende pensioenreglement. 2. De werknemer is, met inachtneming van het gestelde in het pensioenreglement, verplicht aan de pensioenregeling deel te nemen. 3. De werkgever zal zijn toestemming aan een reglementswijziging niet geven dan in overleg met de vakorganisaties, onverminderd de bevoegdheden van de ondernemingsraad in deze. 4. De werknemer is een bijdrage in de kosten van de pensioenregeling verschuldigd, dat op zijn salaris wordt ingehouden. Deze werknemersbijdrage wordt berekend over de pensioengrondslag en bedraagt: - per 1 januari 2007: 3,3% van de pensioengrondslag; - per 1 januari 2008: 5,3% van de pensioengrondslag; - per 1 januari 2009: 7,3% van de pensioengrondslag CAO voor Wellman BV, 20 juni

13 5. Jaarlijks in januari wordt berekend wat de werknemersbijdrage in dat jaar zou moeten zijn als wordt uitgegaan van eenderde van de totale pensioenkosten, verminderd met de structurele werknemersbijdrage van 4,5% van het salaris, die middels het inleveren van een aantal arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2006 is ontstaan. Leidt deze berekening tot een lagere werknemersbijdrage dan de voor dat jaar in lid 4 van dit artikel vastgelegde bijdrage, dan zal voor dat jaar de lagere bijdrage bij de werknemer in rekening worden gebracht. 6. Bij de invoering van de pensioenregeling op 1 januari 2007 zijn nieuwe afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn opgenomen in (de bijlage bij) het pensioenreglement. Artikel 11 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 1. Voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst geldt het bepaalde in artikel 672 BW, met dien verstande, dat in afwijking van het bepaalde in artikel 672 lid 2 sub d BW de opzegtermijn voor de werkgever bij werknemers van 50 jaar en ouder met tenminste 20 dienstjaren, 6 maanden bedraagt. 2. De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer eindigt van rechtswege op de laatste dag van de maand waarin de werknemer de leeftijd van 65 jaar bereikt. 3. Het einde van de arbeidsovereenkomst dient samen te vallen met het einde van een kalendermaand CAO voor Wellman BV, 20 juni

14 HOOFDSTUK III - ARBEIDSVOORWAARDEN - WERKTIJDEN Artikel 12 Omschrijvingen In deze CAO wordt verstaan onder: 1. normale arbeidsduur : de arbeidsduur vermeld in artikel 14; 2. volcontinudienst : volledige 5-ploegendienst; 3. feestdagen : a. het tijdvak van uur op de dag voor Nieuwjaar, Eerste Paasdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Eerste Pinksterdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag tot uur op deze dagen zelf; ten aanzien van Hemelvaartsdag kan per standplaats van jaar tot jaar in overleg met de personeelsvertegenwoordiging het tijdvak van uur op de daarop volgende vrijdag als feestdag worden aangemerkt; b. het tijdvak van uur op Koninginnedag tot uur op de daarop volgende dag; c. in de jaren, dat op 5 mei het lustrum van de bevrijding wordt gevierd, het tijdvak van uur op 5 mei tot uur op de daarop volgende dag. 4. bijzondere uren aanslui- : de uren tussen: tend aan feestdagen a uur op 1 januari en uur op 2 januari, voor zover 1 januari niet op zaterdag of zondag valt; b uur op Tweede Paasdag en uur op de dinsdag na Pasen; c uur op Hemelvaartsdag en uur op de daaropvolgende vrijdag, of als ter gelegenheid van Hemelvaartsdag het tijdvak van uur op Hemelvaartsdag tot uur op de daaropvolgende dag als feestdag is aangemerkt, de uren tussen uur op de woensdag voor Hemelvaartsdag en uur op Hemelvaartsdag zelf; d uur op Tweede Pinksterdag en uur op de dinsdag na Pinksteren; e uur op 26 december en uur op 27 december, voor zover 26 december niet op zaterdag of zondag valt; f uur en uur op 31 december, voor zover die dag niet op zaterdag of zondag valt; g. de bepalingen voor de uren aansluitend aan feestdagen zijn niet van toepassing voor de 5-ploegendienst (volcontinudienst). 5. overwerk : werk volgens opdracht verricht boven en buiten de werkuren van het dienstrooster, met dien verstande, dat niet als overwerk wordt aangemerkt: a. werk, door een werknemer in dagdienst verricht in buiten het dienstrooster vallende tijden, mits dit werk niet eerder aanvangt dan om uur, noch later eindigt dan om uur, de dagelijkse schafttijd niet wordt verlengd, het aantal werkuren op die dag niet groter is dan volgens het dienstrooster zou zijn geweest en de verschuiving uiterlijk daags tevoren aan de werknemer wordt bekendgemaakt; b. incidenteel invallen in ploegendienst door een werknemer in dagdienst, voor zover het aantal werkuren in de desbetreffende week daardoor niet groter wordt dan volgens de normale werktijd; c. werk op een feestdag, op bijzondere uren aansluitend aan een feestdag en tussen zaterdag uur en maandag uur, dat niet langer duurt dan de tijd, die de werknemer volgens zijn normale dienstrooster in die tijdvakken zou hebben gewerkt; CAO voor Wellman BV, 20 juni

15 d. verschuiving of verwisseling van dienst voor een werknemer in ploegendienst. Artikel 13 Dienstrooster 1. De werkgever stelt met inachtneming van de bepalingen van artikel 14 de dienstroosters vast in overeenstemming met de eisen van het bedrijf. 2. Over een verandering van een dienstrooster voor een groep werknemers van enige omvang, zal de werkgever overleg plegen met de ondernemingsraad. 3. Over invoering of uitbreiding van zondagsdienst van enige omvang zal de werkgever overleg plegen met de vakorganisaties. 4. Iedere werknemer ontvangt van de werkgever mededeling van het rooster, waarin hij zijn werkzaamheden verricht. Artikel 14 Arbeidsduur / Normale werktijd 1. Dagdienst Voor de werknemer werkzaam in de dagdienst geldt een arbeidsduur volgens rooster van gemiddeld 40 uur per week, in het algemeen verdeeld in diensten van 8 uur, met inachtneming van het gestelde in artikel 42 lid 3 sub d. 2. Volcontinu 5-ploegendienst Voor de werknemer werkzaam in 5-ploegendienst geldt een arbeidsduur volgens dienstrooster van gemiddeld 33.6 uur per week. Aan het begin van ieder jaar wordt het individuele rooster van de werknemer vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in lid 3. Daarbij kunnen per kalenderjaar vijf extra diensten worden ingeroosterd, om voorzienbare bezettingsproblemen door vakantieopname, opleiding/ training en/of verhoogde bedrijvigheid te voorkomen. Met betrekking tot de beloning van deze extra diensten gelden de beloningspercentages, die van toepassing zijn bij werken op afwijkende tijden (artikel 27a lid 3 en 4). 3. In december moeten de werknemers hun vakantieplannen en de werkgever de planning met betrekking tot de groepsgewijze opleiding/training gereed hebben. Tevens dient de werkgever een verwachting ten aanzien van verhoogde bedrijvigheid uit te spreken. Op grond hiervan zal, in overleg tussen management en betrokkenen, afdelingsgewijs de toevoeging van extra diensten plaatsvinden. Het aantal toe te voegen extra diensten, als ook de momenten van diensttoevoeging zullen voor het begin van het betreffende kalenderjaar worden vastgesteld. Van het bovengenoemde kan alleen als gevolg van personele mutaties en uitsluitend voor de werknemer(s) die het betreft, worden afgeweken. Bij verschil van mening over deze procedure en over aantal en moment van toe te voegen extra diensten, beslist het management. 4. De in lid 1. genoemde arbeidsduur geldt niet voor werknemers, die naar de aard van hun functie op onregelmatige tijden werken. 5. Als een werknemer tijdelijk gedurende een volledige dienstroostercyclus volgens een ander dienstrooster werkt, geldt gedurende die cyclus de arbeidsduur van dat andere dienstrooster voor hem als normale arbeidsduur. 6. Regelingen over variabele werktijden kunnen in overleg met de ondernemingsraad worden getroffen, mits daarbij de dagelijkse werktijd niet langer is dan 9 uur en niet korter dan de geldende bloktijd. Andere afwijkingen van de 8-urige werkdag kunnen, hetzij in overleg met de vakorganisaties, hetzij in overleg met de ondernemingsraad worden vastgesteld. 7. Werken in deeltijd De werkgever zal een verzoek om in deeltijd te gaan werken behandelen conform de Wet aanpassing arbeidsduur. De arbeidsduur van de deeltijdwerknemer wordt uitgedrukt in een percentage van de in dit artikel bedoelde normale arbeidsduur, deeltijdpercentage genoemd. Bij wisselende arbeidsduur van de deeltijdwerknemer wordt het deeltijdpercentage bepaald aan de hand van de gemiddelde arbeidsduur per week CAO voor Wellman BV, 20 juni

16 Artikel 15 Werk op feestdagen en bijzondere uren aansluitend aan feestdagen 1. Op feestdagen wordt volgens rooster in ploegendienst gewerkt. 2. De technische noodzakelijke productiestops worden bij voorkeur door de week of in een gewoon weekend gepland. Artikel 16 Werk op afwijkende tijden 1. De werknemers zijn verplicht te voldoen aan opdrachten om werk te verrichten buiten de werkuren van hun dienstrooster. 2. Met uitzondering van diensten rondom de productiestops bestaat er voor medewerkers in de volcontinudienst geen verplichting tot het verrichten van overwerk aansluitend aan zes diensten. 3. Voor werknemers van 55 jaar en ouder bestaat geen verplichting tot het verrichten van overwerk. 4. Als een werknemer door het invallen in een ander dienstrooster gedurende kortere dan een volledige dienstroostercyclus minder uren werkt dan volgens zijn eigen dienstrooster het geval zou zijn, worden geen bijzondere maatregelen getroffen als het aantal minder gewerkte uren in de desbetreffende maand minder is dan acht. Is het te verwachten, dat het aantal minder gewerkte uren zonder bijzondere maatregelen acht of meer zal zijn, dan zal van tevoren een zodanige regeling ten aanzien van de werktijd worden getroffen, dat het aantal minder gewerkte uren minder dan acht zal zijn. 5. Aan de ondernemingsraad zal zo mogelijk vooraf mededeling worden gedaan, als er overwerk van enige omvang wordt verricht. Periodiek zal de ondernemingsraad geïnformeerd worden over het verrichte overwerk. Artikel 17 Inhalen van overwerk en van werk op feestdagen 1. Overwerk dat voor beloning in aanmerking komt en dat langer dan een uur per keer heeft geduurd, moet zoveel mogelijk door werkverzuim op een ander tijdstip worden ingehaald, als de eisen van het bedrijf dat toelaten. Dit inhalen geschiedt als regel op uren tussen maandag uur en zaterdag uur en moet binnen 6 maanden, of een andere met instemming van de ondernemingsraad vastgestelde termijn, na het verrichten van het overwerk plaatsvinden. Inhalen is ook mogelijk in de laatste dienst voor het verrichten van het overwerk. 2. Wanneer een werknemer in dagdienst s nachts overwerk verricht, wordt het overwerk na uur de volgende dag vanaf het begin van de werktijd in tijd gecompenseerd en beloond als normaal overwerk. Als een werknemer in dagdienst s nachts van uur tot uur meerdere malen overwerk verricht, kan de tijdsduur liggend tussen de tijdstippen van overwerk ook dezelfde dag vanaf het begin van de werktijd in tijd gecompenseerd worden. Wanneer de normale werktijd door incidenteel nachtwerk korter dan twee uur zou worden, hoeft de werknemer niet meer terug te komen. a. Voor werk op feestdagen dat geen overwerk is, kan inhalen door werkverzuim op een ander tijdstip plaatsvinden. Dit moet plaats vinden binnen 6 maanden, of een andere met instemming van de ondernemingsraad vastgestelde termijn, na het verstrijken van de feestdag of de bijzondere uren aansluitend aan de feestdag. b. Voor werknemers in de volcontinudienst geldt het bepaalde in artikel a. Afwijking van de regel vermeld in lid 1 dat inhalen geschiedt op uren tussen maandag uur en zaterdag uur, kan alleen plaatsvinden met betrekking tot overwerk dat door werknemers in volcontinudienst is verricht op uren tussen zaterdag uur en maandag uur of op feestdagen. b. Als dit overwerk wordt ingehaald op uren tussen zaterdag uur en maandag uur, dan vervalt de beloning voor ingehaald overwerk wanneer het overwerk niet op een feestdag is verricht, en is de beloning voor ingehaald overwerk, wanneer het wel op een feestdag is verricht 0,62% in plaats van 1,24% van dat deel van het maandsalaris, dat het maximum van salarisgroep 6 niet overschrijdt CAO voor Wellman BV, 20 juni

17 HOOFDSTUK IV ARBEIDSVOORWAARDEN - BELONING Artikel 18 Functiegroepen en salarisgroepen 1. De functies van de werknemers zijn ingedeeld in de functiegroepen 1 t/m 15. De functiegroepindeling is opgenomen in bijlage 1 bij deze CAO. Deze functies worden met behulp van de ORBA-methode gewaardeerd. Bij deze waardering wordt uitgegaan van een volwaardige en volledige taakuitoefening in een voltijd dienstverband. Als bij de functievervulling in deeltijd geen sprake is van volwaardige of volledige taakuitoefening, zal hiermee bij de vaststelling van het functieniveau rekening worden gehouden. Van elke functie is een functieomschrijving opgesteld, die aan betrokken functievervullers en hun chefs ter verificatie van een juiste weergave van de functie-inhoud is voorgelegd. Als tegen de indeling beroep wordt ingediend, zal daarbij de beroepsprocedure worden gevolgd, die is opgenomen in bijlage Bij elke functiegroep hoort een salarisgroep. De salarisgroepen 1 t/m 6 hebben een zogenoemde aanloopschaal. Alle groepen hebben een functieschaal. In deze salarisschalen wordt het aantal stappen per salarisgroep vermeld, waarin het traject van minimum naar maximum van de schaal wordt afgelegd. In bijlage 3 zijn de salarisgroepen 1 t/m 15 opgenomen met vermelding van de standaard minimum en de standaard maximum salarissen en de standaard periodieke verhogingen. 3. Iedere werknemer ontvangt schriftelijk mededeling van de functiegroepen, waarin zijn functie is ingedeeld, van de salarisgroep waarin hij is geplaatst en van het hem toegekende salaris. De werknemers kunnen als zij dat wensen kennisnemen van de overwegingen, die aan de indeling van hun functie ten grondslag liggen. 4. Werknemers, die alle kundigheden bezitten, die voor een volledige uitoefening van hun functie zijn vereist, worden in de salarisgroep geplaatst waarin hun functie is ingedeeld. 5. Werknemers, die nog niet kunnen worden aangemerkt als werknemers bedoeld in lid 4, kunnen gedurende een aan hen schriftelijk mee te delen periode in een lagere salarisgroep worden geplaatst dan die, waarin hun functie is ingedeeld. De vorderingen van deze werknemers worden periodiek beoordeeld. 6. Werknemers, die nog niet over voldoende niveau aan opleiding, kennis en ervaring beschikken om de functie te kunnen uitoefenen, kunnen in de aanloopschaal worden ingeschaald. De aanloopschaal wordt doorlopen naarmate zijn voor de functie relevante kennis en ervaring toenemen, in het algemeen op grond van een met de werknemer overeengekomen opleidingstraject. Met ingang van de eerstvolgende maand nadat de werknemer naar het oordeel van de werkgever over voldoende niveau aan opleiding, kennis en ervaring beschikt om de functie te kunnen uitoefenen, wordt hij ingeschaald op het minimumsalaris in de functieschaal. 7. Als een werknemer van mening is, dat zijn functie onjuist is ingedeeld, kan hij hiertegen in beroep gaan volgens de in bijlage 2 beschreven procedure. Artikel 19 Salarissen 1. a. Iedere werknemer heeft recht op een maandsalaris. b. De vastgestelde maandsalarissen worden uiterlijk op de laatste dag van elke maand betaald. 2. De werkgever stelt voor iedere werknemer afzonderlijk het maandsalaris vast, met inachtneming van de bepalingen van de artikelen 20 tot en De salaristabellen per 1 januari 2006 en per 1 januari 2007 zijn opgenomen in bijlage 3 bij deze CAO. Artikel 20 Reserve CAO voor Wellman BV, 20 juni

18 Artikel 21a Periodieke salarisherziening voor werknemers in salarisgroepen 1 t/m 10 1 Onverminderd het bepaalde onder b, c, en d ontvangt een werknemer op wie de functieschaal van toepassing is, voor zover hij het maximumsalaris van zijn salarisgroep nog niet heeft bereikt, per 1 januari van enig jaar de periodieke verhoging van zijn functieschaal, of een gedeeltelijke periodieke verhoging in verband met het bereiken van het maximumsalaris. Werknemers, die op of na 1 oktober van enig jaar in dienst zijn getreden en zijn ingedeeld in een functieschaal, komen op 1 januari daaropvolgend niet voor deze periodieke verhoging in aanmerking. 2. Op grond van beoordeling van de functie-uitoefening, individuele groeiverwachtingen of in- of externe verhoudingen, kan aan een werknemer, die het maximum van zijn schaal nog niet heeft bereikt, in plaats van een periodiek, een grotere verhoging worden toegekend, echter zonder het schaalmaximum te overschrijden. 3. Op grond van beoordeling van de functie-uitoefening, kan aan een werknemer in plaats van een periodiek een kleinere verhoging tot tenminste een halve periodiek worden toegekend. Elke werknemer zal echter na indeling in een salarisgroep binnen een aantal jaren, dat overeenkomt met het normale aantal periodieken in zijn salarisgroep, tenminste een salaris ontvangen gelijk aan 90% van het maximumsalaris van zijn salarisgroep. 4. Het onder b en c bepaalde wordt alleen toegepast, als de werkgever ten aanzien van de betreffende werknemer voldoet aan de verplichtingen met betrekking tot het voeren van functioneringsgesprekken. Artikel 21b Periodieke salarisherziening voor werknemers in salarisgroepen 11 t/m Onverminderd het bepaalde in lid 3 ontvangt een werknemer, die op 1 oktober reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging, behorende bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het standaard maximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. 2. Geen werknemer ontvangt een salaris, dat lager is dan het standaard minimum van zijn salarisgroep. 3. Afwijkingen van standaard periodieke verhoging en standaard maximum salaris: a. Kleinere periodiek dan standaard periodiek Op grond van beoordeling van de functie-uitoefening, kan een werknemer in plaats van de standaard periodieke verhoging geen verhoging of een kleinere verhoging worden toegekend. Elke werknemer zal, eventueel na indeling in een salarisgroep binnen een aantal jaren, dat overeenkomt met het normale aantal standaard periodieke verhogingen in zijn salarisgroep, tenminste een salaris ontvangen gelijk aan 90% van het standaard maximum salaris van zijn salarisgroep. b. Grotere periodiek dan standaard periodiek Op grond van beoordeling van de functie-uitoefening, individuele groeiverwachtingen of in- of externe verhoudingen, kan aan een werknemer in plaats van de standaard periodieke verhoging een grotere verhoging worden toegekend. c. Overschrijding van het standaardmaximum salaris Aan een werknemer, die het standaardmaximum salaris van zijn salarisgroep heeft bereikt en niet in aanmerking komt voor indeling in een hogere salarisgroep, kan één of meer verhogingen worden toegekend tot een maximum van in totaal 15% van het standaardmaximum salaris van zijn salarisgroep, als naar het oordeel van de chef, de naasthogere chef en eventuele andere tot oordelen bevoegden zijn bijdrage zodanig is, dat het onredelijk zou zijn deze niet extra te honoreren. Artikel 22 Tussentijdse herziening van het salaris Voor werknemers, die nog geen twee jaar in hun functie werkzaam zijn, kan het salaris tussentijds worden herzien. Voorts kan bij overplaatsing van de werknemer een tussentijdse herziening van het salaris plaatsvinden CAO voor Wellman BV, 20 juni

19 Artikel 23a Salaris bij plaatsing in hogere groep voor werknemers in salarisgroepen 1 t/m Voor een werknemer in de functieschaal zal het nieuwe salaris na de overgang naar de hogere groep per groep 3% hoger zijn dan het salaris, dat de werknemer voor de overplaatsing genoot. 2. Het nieuwe salaris, zoals bepaald in lid 1 zal, als de plaatsing in een hogere groep op 1 januari valt, nog worden verhoogd met de periodieke verhoging van de hogere salarisgroep. 3. Het volgens de leden 1 en 2 vastgestelde salaris zal niet lager zijn dan het minimumsalaris en niet hoger zijn dan het maximumsalaris van de hogere salarisgroep. 4. In geval van tijdelijke waarneming van een functie, die in een hogere groep is ingedeeld, ontvangt een werknemer daarvoor een beloning. Voorwaarde daarbij is, dat de waargenomen functie volledig wordt vervuld over een periode van minstens een aaneengesloten dienst (8 uur). 5. a. Waarneming hogere functies Werknemers, die worden aangewezen om een hogere functie waar te nemen, kunnen in een aantal gevallen daarvoor een beloning ontvangen. b. Wanneer is de regeling van toepassing Alleen die waarnemingen die voorafgegaan zijn door een uitdrukkelijke opdracht van de afdelingschef en zijn vastgelegd in een formulier, kunnen in aanmerking komen voor een extra beloning. Aan de hand van het schriftelijk vastgelegde tijdstip van begin en einde van de waarneming, vindt per kwartaal in voorkomende gevallen afrekening plaats. c. De tijdsduur Een voor beloning in aanmerking komende waarneming moet minimaal 1 dag of dienst te duren. d. Beloning De beloning wordt als volgt berekend: 1. Waarneming van een één salarisgroep hoger ingedeelde functie: Aantal waargenomen dagen x verschil tussen het minimum maandsalaris van de eigen salarisgroep en de salarisgroep van de waargenomen functie x 1,0/20; 2. Waarneming van een twee salarisgroepen hoger ingedeelde functie: Aantal waargenomen dagen x verschil tussen het minimum maandsalaris van de eigen salarisgroep en de salarisgroep van de waargenomen functie x 0,9/20; 3. Waarneming van een drie salarisgroepen hoger ingedeelde functie: Aantal waargenomen dagen x verschil tussen het minimum maandsalaris van de eigen salarisgroep en de salarisgroep van de waargenomen functie x 0,8/20; 4. Waarneming van een vier salarisgroepen hoger ingedeelde functie: Aantal waargenomen dagen x verschil tussen het minimum maandsalaris van de eigen salarisgroep en de salarisgroep van de waargenomen functie x 0,7/20; Bij waarneming van een hoger ingedeelde functie gedurende 3 maanden of langer, bedraagt de beloning hiervoor vanaf het moment dat de waarneming 3 maanden heeft geduurd: aantal waargenomen dagen x het verschil tussen het minimum maandsalaris van de eigen salarisgroep en de salarisgroep van de waargenomen functie x 1,0/20. e. Algemeen De regeling is niet van toepassing op werknemers bij wie in de functieomschrijving reeds met waarneming van de andere functies is rekening gehouden. Een werknemer, die op verzoek van de werkgever een lager of gelijk ingedeelde functie waarneemt, krijgt het salaris van zijn normale functie doorbetaald. Bij volledige waarneming, die in aanmerking komt voor een beloning van een functie die hoger is ingedeeld dan in de salarisschaal is vermeld, wordt de beloning door de werkgever naar redelijkheid vastgesteld. De beloning voor het waarnemen van een hoger ingedeelde functie wordt niet opgenomen in de grondslag van de dienstroostertoeslag en pensioengrondslag. Als de waarneming naar verwachting 6 maanden of langer zal gaan duren zal aan de waarnemer schriftelijk, met redenen omkleed, worden meegedeeld of de waargenomen functie zal blijven bestaan, welke procedure zal worden gevolgd voor het vervullen van de vacature en welke positie betrokkene inneemt in deze procedure CAO voor Wellman BV, 20 juni

20 Artikel 23b Salaris bij plaatsing in hogere groep voor werknemers in salarisgroepen 11 t/m 15 Als een werknemer wordt geplaatst in een hogere salarisgroep, ontvangt hij met ingang van de maand waarin hij in de hogere salarisgroep wordt geplaatst een extra verhoging van tenminste 2,5% van het standaard maximumsalaris van de nieuwe salarisgroep, tenzij de voorafgaande indeling was vastgesteld bij aanstelling en was gebaseerd op artikel 18 lid 5. Artikel 24a Salaris bij plaatsing in lagere groep voor werknemers in salarisgroepen 1 t/m 10 Bij plaatsing in een lagere groep wordt het salaris in het algemeen aan de salarisgroep aangepast. Deze aanpassing geschiedt met ingang van de maand volgend op die waarin de overplaatsing heeft plaatsgevonden. 1. Door eigen toedoen of op eigen verzoek a. De werknemer, die door eigen toedoen of op eigen verzoek wordt overgeplaatst naar een lager ingedeelde functie, wordt in de overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand volgend op die waarin de overplaatsing in de lagere functie is geschied. b. Bij indeling in een lagere salarisschaal om bovenstaande redenen van een werknemer, die onder de periodiekenschaal valt, bedraagt de verlaging van het salaris het verschil tussen de minimumsalarissen van de twee betrokken schalen of zoveel meer als nodig is om het nieuwe salaris in overeenstemming te brengen met het eerstkomende lagere bedrag in de lagere salarisschaal. 2. Als gevolg van bedrijfsomstandigheden of wegens onbekwaamheid De werknemer, die als gevolg van bedrijfsomstandigheden of wegens onbekwaamheid naar een lager ingedeelde functie wordt overgeplaatst, wordt met ingang van de eerstkomende maand ingedeeld in de met de lager ingedeelde functie overeenkomende salarisschaal. Bij indeling in een lagere salarisschaal om eerder vermelde redenen van een werknemer, die onder de periodiekenschaal valt, wordt hem via inschaling een salaris toegekend, dat zo min mogelijk onder zijn oorspronkelijke salaris ligt. Als het toekennen van periodieken niet toereikend is, wordt het tekort omgezet in een persoonlijk toeslag. Bij herindeling in een hogere salarisschaal of bij toekenning van een verhoging ingevolge de periodiekenschaal, wordt de toeslag evenveel verminderd als het maandsalaris stijgt. Bij algemene verhogingen van de salarisschalen wordt de persoonlijke toeslag voorts afgebouwd met 1% van het salaris, tenzij de algemene verhoging lager is dan 1%, in welk geval wordt afgebouwd met het percentage van de algemene verhoging. De persoonlijke toeslag of het eventuele restant daarvan wordt niet meer afgebouwd na het bereiken van de 50-jarige leeftijd. 3. Op grond van medische redenen Als de werknemer op grond van medische redenen naar een lager ingedeelde functie wordt overgeplaatst, is - rekening houdend met de uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten - de afbouwregeling als genoemd onder 2 op overeenkomstige wijze van toepassing. Artikel 24b Salaris bij plaatsing in lagere groep voor werknemers in salarisgroepen 11 t/m 15 Als een werknemer wordt ingedeeld in een lagere salarisgroep en zijn geldende salaris ligt hoger dan het standaard maximumsalaris van zijn nieuwe salarisgroep, wordt het salaris jaarlijks per 1 januari met 2,5% verlaagd, totdat het standaard maximumsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt, tenzij: 1. betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verlaging zou moeten worden toegepast, de 55-jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het salaris ongewijzigd. 2. de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische redenen. In dat geval blijft het salaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Degenen van wie kan worden verwacht, dat zij door om-, her- of bijscholing te volgen weer in staat zullen zijn een functie te vervullen van hetzelfde niveau als de eerder uitgeoefende functie, zullen door de werkgever in staat worden gesteld dergelijke scholing te volgen. Mocht na 2 jaar nog geen herplaatsing hebben plaatsgevonden in de oude salarisgroep, dan wordt het salaris jaarlijks per 1 januari met 2,5% verlaagd, totdat het standaard maximumsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het standaard maximumsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard maximumsalaris van de naastlagere salarisgroep CAO voor Wellman BV, 20 juni