Afd. Hoofd. AWB.. weken. Betreft bezwaar tegen het niet in behandeling nemen aanvraag Nbvergunning

Transcriptie

1 PROVINSJE FRVSLA r. Doe. nr.: Class, nr. Ingek.: 2 9 S EP 2 015, Countus accountants+adv/seurs Gedeputeerde Staten vé Postbus AV"''"! ï yöicir j Afd. Hoofd AWB.. weken 8900 HM LEEUWARD^^,. aangenomen/'el. afgedaan Retouradres: Postbus 10055, 8000 GB ZWOLLE Countus accountants + adviseurs b.v. Afdeling ROM Dokter Stolteweg AV ZWOLLE Postbus GB ZWOLLE Telefoon 038^ Fax Website E-maii info@countus.ni Vestigingen Almelo Aimere Apeldoorn Assen Doetinchem Datum Ons Kenmerk Contactpersoon 28 september Ü5/30ü0560/ahaan1-1.0 Mevrouw mr. ing. A. de Haan a.dehaan@countus.nl Doorkiesnummer (06) Betreft bezwaar tegen het niet in behandeling nemen aanvraag Nbvergunning Dhr. P. en Mw. Y. Holkema en Dhr. T. Maat Westerse Dijk RJ DELFSTRAHUIZEN Bankrek. K.v.K.nr. Beconnr. BTW nr. NL33RAB NL B01 Dronten Eibergen Emmeloord Emmen Enschede Hardenberg Joure Markelo Mill Ommen Raalte Staphorst Steenwijk Zeewolde Zwolle Geacht college, Hierbij dienen wij namens onze cliënt, de heer P. en mevrouw Y. Holkema en de heer T. Maat, bezwaar in tegen het besluit van Gedeputeerde Staten om de ingediende aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning (Nb-vergunning) onder de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) met de daarbij behorende aanvulling niet in behandeling te nemen. Bezwaar De afdeling Stêd en Plattelan (hierna: Stêd en Plattelên) stelt in haar brief van 21 augustus 2015 dat de referentiesituatie in de aanvraag Nb-vergunning onder de PAS gebaseerd moet zijn op de dieraantallen in de Melding Besluit Landbouw van 7 maart 2012 met bijbehorende ammoniakemissies. Dit ondanks dat de feitelijk aanwezige dieraantallen volgens de Gecombineerde Opgave 2012 leiden tot een lagere ammoniakemissie dan in deze melding. Wij bestrijden het standpunt van Stêd en Plattelan omdat: 1. De wet- en regelgeving zich richt op de hoogste stikstofdepositie van de feitelijk aanwezige dieren, tenzij de stikstofdepositie van de milieuvergundez-gemelde situatie lager is; 2. Het besluit van Stêd en Plattelên wijkt af van de 'Notitie bestaande activiteit', zoals die ten tijde van het nemen van het besluit op de website van provincie Fryslan stond. S' Op de leveringen en diensten van Countus accountants + adviseurs b.v. zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Deze zijn gedeponeerd bij de K.v.K. te Zwol le.

2 Aan Gedeputeerde Staten van Fryslan Postbus HM LEEUWARDEN Countus Blad 2 van 6 Datum 28 september 2015 Situatie bedrijf In onderstaande tabel zijn de dieraantallen opgenomen, zoals die feitelijk aanwezig waren volgens de G ecombineerde Opgave 2012 (GDI 2012) en het aantal dieren gemeld met de Melding Besluit Landbouw op 7 maart 2012 (van rechtswege nu Melding Activiteitenbesluit). In de kolom 'GDI 2012 gecorrigeerd' zijn de dieraantallen gecorrigeerd naar de maximale dieraantallen die in de Melding Besluit Landbouw 2012 zijn gemeld. Uit deze tabel blijkt dat de ammoniakemissie volgens feitelijk aanwezige dieren lager is dan die volgens de Melding Besluit Landbouw Aantallen dieren, diercategorie en stalsysteem GDI 2012 GDI 2012 gecorrigeerd Melding besluit landbouw 7 mrt 2012 Aanvraag NB onder de PAS Stal nr RAV nr Diercategorie NH3- norm Aantal NH3 Aantal NH3 Aantal NH3 Aantal NH3 E A1.14. Melkkoeien > 2 jr 10, , , ,0 0,0 E A1.20 Melkkoeien > 2 jr 10, , ,0 E Al.100 Melkkoeien > 2 jr 13, , , ,0 E A3.100 VrI jong\«e < 2 jr 4, , , , ,8 E A4.100 Vleeskalv. 0-8 mnd 3,5 5 17, ,0 0,0 E A6.100 Vleesstier/vlees\«e 8-24 mnd, roodvlees 5,3 1 5, ,0 0.0 E A7.1G0 Fokstieren + cv. rundv. >2jr ,4 2 12,4 0,0 0,0 Totaal ammoniak , , , ,8 Hoogste stikstofdepositie Het standpunt van Stêd en Platteiän stemt niet overeen met de huidige regelgeving. In artikel 5 lid 5 sub b en lid 6 van de Regeling programmatische aanpak stikstof staat het volgende: Art.5 lid 5. Ingeval een voorgenomen project of een andere handeling bestaat uit de wijziging of uitbreiding van een bestaande activiteit, wordt de in het tweede lid bedoelde toename bepaald ten opzichte van: het project dat of de andere handeling die is toegestaan op grond van een vergunning als bedoeld In artikel 19d, eerste lid, van de wet, een beheerplan als bedoeld In artikel 19a van de wet of een omgevingsvergunning die is verleend met toepassing van hoofdstuk IX van de wet, indien voor dat project of die handeling reeds toestemming is verleend door middel van een zodanig besluit, onderscheidenlijk het project of de andere handeling waarvoor een melding als bedoeld in artikel 8 is gedaan, of bij gebreke van een eerder besluit als bedoeld in onderdeel a, de bestaande activiteit en de daarbij behorende stikstofdepositie die ten hoogste feitelijk door die bestaande activiteit werd veroorzaakt voor 1 januari 2015, of

3 Aan Gedeputeerde Staten van Fryslan LiOUZlf Postbus HM LEEUWARDEN siad 3 van 6 Datum 28 september 2015 c. de feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie, bedoeld in onderdeel b, ingeva l die tioger is dan de stikstofdepositie die is toegestaan op grond van een eerder besluit als bedoeld in onderdeel a, voor zover dat besluit vóór de inwerkingtreding van deze regeling is genomen. Art. 5 lid 6. De stikstofdepositie, bedoeld in fiet vijfde lid, onderdelen b en c, betreft de stikstofdepositie die in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 t en hoogste werd veroorzaakt als gevolg van hetgeen daadwerkelijk plaatsvond binnen de kaders van een op 1 januari 2015 geldende omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e of i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of een op 1 januari 2015 geldende vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of Hinderwet. Artikel 5 lid 5 sub b en lid 6 van de Regeling programmatische aanpak stikstof in samenhang gelezen, leiden er toe dat de stikstofdepositie die het hoogst is van de feitelijk aanwezige dieren, mits deze past binnen de omgevingsvergunning milieu of melding Activiteitenbesluit, het uitgangspunt is. Er wordt dus met geen woord gerept over dieraantallen zoals wel in het besluit van Stêd en Plattelan. Dat de regelgeving zich richt op de stikstofdepositie wordt onderbouwd door de toelichting op de Regeling programmatische aanpak stikstof op pagina 25: Ingeval de stikstofdepositie die de activiteit feitelijk veroorzaakte in de periode voor 1 januari 2015 hoger is dan de stikstofdepositie als gevolg van de activiteit waarvoor eerder toestemming was verleend, wordt de stikstofdepositie afgezet tegen de stikstofdepositie die de bestaande activiteit feitelijk veroorzaakte (artikel 5, vijfde lid, onderdeel c). En op pagina 26 van de toelichting op de regeling: De feitelijke stikstofdepositie die een bestaande activiteit veroorzaakte voor 1 januari 2015 is de stikstofdepositie die ten hoogste werd veroorzaakt in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 op grond van het gebruik dat daadwerkelijk heeft plaatsgevonden binnen de kaders van een omgevingsvergunning vooreen milieuactiviteit op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of de daaraan voorafgaande Hinderwet. In de eerder genoemde artikelen en in de toelichting bij de regeling staat duidelijk hoe er gehandeld moet worden als de ammoniakdepositie van een Melding Besluit Landbouw hoger is dan de ammoniakdepositie van de feitelijke situatie. In dat geval is de referentiesituatie voor de aanvraag van een Nb-vergunning onder de PAS de feitelijke situatie. Dit is zoals wij de aanvraag hebben ingediend.

4 Gedeputeerde Staten van Fryslan ÊÊIÊÊÊ Postbus HM LEEUWARDEN eiad 4 van 6 Datum 28 september 2015 Stêd en Plattelan is van mening dat ook de dieraantallen bepalend zijn en dat daarom van de dieraantallen met bijbehorende ammoniakemissies van Melding Besluit Landbouw 2012 uit dient te worden gegaan. De aanvraag hebben wij in zoverre gecorrigeerd dat in de referentiesituatie de maximale dieraantallen (216 stuks) overeenkomen met die in de Melding Besluit Landbouw van Daarbij is wel de Gecombineerde Opgave 2012 de referentiesituatie gebleven, omdat die ammoniakemissie en dus ook de ammoniakdepositie lager is dan die in de Melding Besluit Landbouw van Stêd en Plattelan gaat met haar weigering om de aanvraag in behandeling te nemen dus duidelijk voorbij aan het gestelde in de regelgeving, namelijk dat de laagste ammoniakdepositie bepaalt wat de referentiesituatie is. Notitie bestaande activiteit Bovendien wijkt het standpunt van Stêd en Plattelan af van de 'Notit ie bestaande activiteit' die landelijk door de provincies gezamenlijk is opgesteld. Ten tijde van het nemen van het besluit tot het buiten behandeling laten van de aanvraag door Stêd en Plattelan, stond deze notitie op de website van de provincie. In deze notitie staat op pagina 1 dat als de feitelijke emissie van de bestaande activiteit de Wm-vergunde emissie overschrijdt, wij uit moeten gaan van de Wm-vergunde activiteit. Deze notitie zoals deze op 21 augustus 2015 op de website van de provincie Fryslan stond, is als bijlage bijgevoegd. Zoals al eerder aangegeven is de ammoniakemissie van de Gecombineerde Opgave 2012 van onze cliënt lager dan de emissie van de Melding Besluit Landbouw van Nergens in de 'Notitie bestaande activiteit' staat, dat a ls de totale dieraantallen in de feitelijke situatie hoger zijn dan de Wm-vergunde dieraantallen, we dan van de emissie van de Wm-vergunde activiteit uit moeten gaan. In de Melding Besluit Landbouw van 2012 staat duidelijk dat er totaal 180 melkkoeien (60 melkkoeien RAV A1.100 en 120 melkkoeien RAV A1.14) en 36 jongvee (RAV A3) zijn gemeld en ook de RAV-code is daarbij genoemd. Bij de RAV-codes horen bepaalde ammoniakemissies per dier per jaar. Het 'vergund recht' qua ammoniakemissie is op basis van de huidige normen 2.186,4 kg ammoniak. De ammoniakemissie van de feitelijk aanwezige dieren is 1.875,9 kg ammoniak. Daarbij hebben wij de totale dieraantallen op de Gecombineerde Opgave 2012 gecorrigeerd naar het maximum aantal dieren op de Melding Besluit Landbouw (216 stuks). Dit betekent dat de feitelijke ammoniakemissie lager is d an de ammoniakemissie van de Melding Besluit Landbouw. Volgens de notitie dienen wij dan van de feitelijke situatie uit te gaan en dus van de Gecombineerde Opgave Naar aanleiding van het besluit tot buiten behandeling van de aanvraag hebben wij eind augustus telefonisch contact opgenomen met mevrouw E. Visser van Stêd en Plattelan. In het telefoongesprek gaf zij aan dat het standpunt van Stêd en Plattelan in overleg met de provincies Drenthe en Overijssel tot stand was gekomen. Ook gaf zij aan dat de 'Notitie

5 Aan Gedeputeerde Staten van Fryslan ÊÊ^MÊ Postbus HM LEEUWARDEN eiad 5 van 6 Datum 28 september 2015 bestaande activiteit' nog aangepast zou worden. Hierover hebben wij contact gehad met de provincies Drenthe en Overijssel. Beide provincies hebben aangegeven het standpunt van provincie Frysiän niet te onderschrijven. Provincie Overijssel heeft aangegeven verbaasd te zijn dat provincie Fryslan een landelijke notitie naar eigen inzicht aan wilde passen. Vervolgens hebben wij gevraagd om een onderbouwing op grond van de huidige wet- en regelgeving van het standpunt van Stêd en Plattelan. Deze is tot op heden uitgebleven. Wel gaf mevrouw Visser het volgende aan in de met dagtekening 23 september 2015: Van: Visser, Emy [mailto:e.visser(afrvslan.frn Verzonden: woensdag 23 september :11 Aan: Annewles de Haan Onderwerp: RE: aanvraag Nb Holkema, Westerse Dljk2te Detfstrahuizen nr (CC ROM ) S Beste Annewles, Zoals ook eerder telefonisch aangegeven staat het vrij om bezwaar te maken tegen het besluit. Wij zijn rrog bezig met het vormgeven van onze lijn in het toepassen van het feitelijk gebruik. Hoe andere provincies dit doen staat los van hoe wij dit feitelijk gebntik interpreteren. Zodra hier meer duidelijkheid over komt wordt u/uw bureau hiervan op de hoogte gesteld. Tot die tijd houden wij vast aan de huidige lijn. Met vriendeltjke groet, Emy Visser Vergunningverlener NB-wet provinsje fryslin AMeiing Sted en plattelan provincie fryslin ^ Tweebaksmarkt 52 (bezoekersadres) Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden e.visserflrfrvslan.nl rmk oan it mi eu foar t jo besluie deze mal te pnntsjen / Denk aan het mseu voor u besut deze mai te printen Blijkbaar is provincie Fryslan zich op 23 september 2015 nog aan het beraden hoe 'feitelijk gebruik' geïnterpreteerd moet worden. Daarentegen neemt de provincie al wel op 21 augustus 2015 het besluit om een aanvraag buiten behandeling te laten, terwijl dat besluit juist gaat om een andere interpretatie van het 'feitelijk gebruik'. Wij begrijpen dat het niet altijd direct duidelijk is hoe nieuwe wet- en regelgeving geïnterpreteerd moet worden en dat daarover nadere informatie nodig is. Wat wij niet begrijpen is dat desondanks een besluit wordt genomen door de provincie om de aanvraag van onze cliënt buiten behandeling te laten, terwijl wij nu weer te horen krijgen dat de provincie zich nog aan het beraden is. Het lijkt ons duidelijk dat de provincie bij het nemen van het besluit niet voldaan heeft aan de zorgvuldigheid die artikel 3:2 Awb vereist.

6 Aan Gedeputeerde Staten van Fryslan Postbus HM LEEUWARDEN Countus Blad 6 van 6 Datum 28 september 2015 Tot slot Wij zijn daarom van mening dat wij de aanvulling op de aanvraag Nb-vergunning juist hebben ingediend en verzoeken Gedeputeerde Staten alsnog de Nb-vergunning onder de PAS in behandeling te nemen en de provincie te veroordelen tot het vergoeden van de gemaakte kosten op grond van artikel 7:15 lid 2 Awb. Met vriendelijke groet, Countus accountants + adviseurs mr. ing, A. de Haan Specialist Ruimtelijke Ordening en Milieu Bijlage(n): - brief niet in behandeling nemen aanvraag - notitie feitelijk gebruik zoals deze ten tijde van het genomen besluit beschikbaar was op de website van de provincie

7 AFSCHRIFT Mts. p. en Y. Holkema en T. Maat t.a.v. de heer F. Holkema Westerse Dijk RJ DELFSTRAHUIZEN provinsje fryslan provincie fryslan ^ postbus hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) telefax: (058) provmde@fryslan.nl Leeuwarden, 21 augustus 2015 Verzonden, Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk Bijlage(n) Onderwerp Stêd en Plattelan E. Visser / (058) of e.visser@fryslan.frl / /ahaanl -1.0 Buiten behandeling laten aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998, Mts. P. en Y. Holkema en T. Maat, Westerse Dijk 2, Delfstrahuizen (PAS) Geachte heer Holkema, Op 2 juli 2015 heb ik uw aanvraag ontvangen om een vergunning ex artikel 19d in samenhang met artikel 19kh lid 7 Natuurbeschermingswet 1998 voor de Mts P. en Y. Holkema en T. Maat te Delfstrahuizen (geregistreerd onder nummer ). Bij brief van 16 juli 2015, kenmerk , heb ik u, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:5, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens aan mij toe te sturen. Het verzoek om aanvullende gegevens betrof het aanpassen van de AERIUS berekening op basis van de melding van 7 maart U heeft vervolgens een wijziging aangebracht in de feitelijk in 2012 aanwezige dieraantallen zodat deze in aantallen overeen kwam met het gemelde dieraantal op 7 maart U heeft niet zoals verzocht de aantallen uit de melding van 7 maart 2012 overgenomen. Om die reden is uw aanvulling ongenoegzaam gebleken voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking. -1 / 2 - Ons kenmerk'

8 provinsje fryslän provincie fryslän ^ Ifl Conclusie Gelet op het vorenstaande en het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, heb ik besloten uw vergunningaanvraag buiten behandeling te laten. Een afschrift wordt verzonden naar Countus Accountants en Adviseurs te Zwolle. Namens het college van Gedeputeerde Staten, U/. ^»PH Mevr. mr. W.A. Geertsma Hoofd Team Groene Regelgeving Bezwaar Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan tegen dit besluit binnen zes (6) weken na de verzending daarvan een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten, Postbus 20120, 8900 HM in Leeuwarden. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. Meer informatie over de bezwaarschriftenprocedure vindt u op onder "contact", of u kunt bellen met het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie: tel. (058) fZ Qos 01Z40'^V '

9 Notitie Bestaande activiteit (op 1 januari 2015) Praktische uitgangspunten: De referentie voor milieu vergunde situatie verwijst naar de milieuvergunning/melding die geldend was op 1 januari 2015 De maximale milieu vergunde ruimte betreft de maximale emissie op basis van de vergunde activiteit. Praktische interpretatie van activiteit (i.h.k.v. veehouderij) is het houden van vergunde dieraantallen van de vergunde diersoort (RAV indeling op basis van letter), praktische afweging hiervoor: O O O Wisselen van dieren binnen dezelfde soort is gangbaar in een veehouderij. Bijvoorbeeld de wisselwerking tussen jongvee, vleesvee, melkvee en zoogkoeien. Op een groot deel van de mogelijke bewijsstukken wordt er geen of beperkt onderscheid gemaakt in RAV cod e (diertype en huisvesting), alleen in diersoort. Bij indeling op diersoort wordt elk bewijsstuk gelijk behandelt. Op basis van bewijsstukken is vrijwel nooit aan te tonen welke dieren in welke stal stonden. Hierdoor is meestal ook het stalsysteem niet aan te tonen. Indien de feitelijke emissie van de bestaande activiteit (binnen vergunde diersoortrechten) de Wm-vergunde emissie overschrijdt, wordt de Wm vergunde activiteit aangehouden. O Reden voor bovenstaand is het voorkomen dat halve dieren ingevoerd worden. Uitzondering is mogelijk bij switch van diersoort in de referentieperiode Voor praktische toelichting, zie casus 3, optie 3. Voor voorbeelden over de toepassing hiervan in de praktijk voor de agrarische sector zie bijlage 1.

10 Bijlage 1 CASUS 1: CiifermatlK Bedrijf heeft twee stallen, een ligboxensta! met 200 ligplaatsen en een voormalig werktuigenberging met 40 ligplaatsen. Nb-wet vergunning d.d voor de ligboxenstalling, 130 melkvee en 70 jongvee Vergund: (130 * 9, * 3,9) = kg Melding Besluit landbouw d.d voor de ligboxenstalling, 130 melkvee en 70 Jongvee Gemeld: (130 * 9, * 3,9) = kg Melding Activiteitenbesluit d.d voor de ligboxenstalling, 150 melkvee en 50 Jongvee, én voor de werktuigberging, 40 jongvee Gemeld: (150 * 9, * 3,9) = kg Feitelijk 2012: (110 * 9, * 3,9) = 1.298,5 kg Feitelijk 2013: (115 * 9, * 3,9) = 1.560,5 kg (aankoop Jongvee om nieuwe stalruimte te vullen) Feitelijk 2014: (160 * 9, * 3,9) = kg (tijdelijk teveel melkvee n.a.v. aankoop 2013) Referentierecht: Op was de melding Activiteitenbesluit van vigerend. De melding van 2011 is niet relevant. Gemeld waren maximaal 240 koeien (bestaande uit Al en A3) voor een emissie van kg. Omdat in 2014 deze emissie werd overschreden op basis van het houden van koeien (dus dezelfde diersoort), wordt de emissie van gezien als de bestaande activiteit. Deze activiteit wordt ingevoerd in AERIUS zoals gemeld op CASUS 2: Activiteit Voor alle potentiele bestaande activiteiten geldt de volgende milieumelding als referentie op : M i I i euv erg unde situatie 140 melkvee en 7öjongvee Totaal: 1603 kg Feitel kesituatie mogelijkheid melkvee Totaal; 1995 kg Bestaande situatie: De maximale emissie wordt door het houden van zelfde diersoort (koeien) overschreden. Maximale recht betreft 1603 kg, gemodelleerd op basis van milieumelding.

11 Feitetjkesituatiemogetijkheid jongvee Totaal: 819 kg Bestaande activiteit: Er z ijn feitelijk alleen koeien gehouden. Dit komt overeen met de melding. De maximale emissie wordt niet overschreden. De uitgangssituatie is 819 kg, gemodelleerd zoals feitelijk aantoonbaar. Feitelfkesituatiemogelijkheid melkvee kg Totaal: kg Bestaande activiteit: Er zijn feitelijk alleen koeien gehouden. Dit komt overeen met de melding. De maximale emissie wordt niet overschreden. De uitgangssituatie is 1603 kg, gemodelleerd zoals feitelijk aantoonbaar. F eitelike situatie m ogelij kh eid melkveeemissiearm en 70 jongvee Totaal: 1169 kg Bestaande activiteit: Er zijn feitelijk alleen koeien gehouden. Dit komt overeen met de melding. De maximale emissie wordt niet overschreden. De uitgangssituatie is 1169 kg, gemodelleerd zoals feitelijk aantoonbaar. Feiteljkesituatie mogelijkheid scharrel legkippen Totaal: 1060 kg scharrel legkippen Totaal: 1060 kg Totaal: 2120 kg Bestaande activiteit: Er zijn kippen i.p.v. koeien gehouden. De uitgangssituatie is O kg. CASUS 3: Overschriiding Milieu vergund is een varkenshouderij middels een oude Hinderwetvergunning. De vergunde emissie betreft kg in stallen met ventilatoren.

12 Optie 1: Feitelijk is er al jarenlang een melkrundveehouderij gevestigd. De stallen zijn ook al lang vervangen door natuurlijk geventileerde ligboxenstallen. De drie feitelijke situaties passen qua diersoort en staltype dus niet meer onder de milieuvergunning. Bestaande activiteit: Er is sprake van de verkeerde diersoort, de uitgangssituatie O kg. Optie 2: De stallen zijn altijd volledig opgevuld geweest conform Flinderwetvergunning. Daarnaast heeft de boer echter door de jaren heen wat 'extra' vee genomen, dat de hobbymatig grens overschrijdt. Bijvoorbeeld een aantal geiten, kippen en paarden. Deze extra dieren zorgen voor een overschrijding van de milieuvergunning. Bestaande activiteit: De maximale opvulling van de vergunning betreft de uitgangssituatie. De extra gehouden dieren zijn niet relevant. Optie 3: De varkenshouderij is in 2012, 2013 en 2014 gehouden conform Flinderwetvergunning. Eind 2014 heeft het bedrijf echter besloten over te gaan op melkvee. Fiiertoe heeft het bedrijf een melding Activiteitenbesluit gedaan voor melkkoeien (ä kg) eind De feitelijk gehouden dieren passen dus niet binnen de vigerende milieu vergunde situatie. Bestaande activiteit: Op basis van de gehouden varkens op de meitellingen is de uitgangssituatie O kg. Men moet daarom de dieraantallen eind 2014 aantonen met andere bewijsstukken. Indien nog niet feitelijk is overgeschakeld op melkkoeien (bijvoorbeeld de stal is pas in januari 2015 in gebruik genomen) kan het bevoegd gezag dit zien als uitzonderingssituatie. De gehouden varkens mogen dan meegenomen worden voor het bepalen van de emissierechten. Dit mag echter maximaal kg op basis van de melding van eind 2014.