Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme"

Transcriptie

1 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Kernbeschrijving De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme ( Wwft ) strekt tot uitvoering van de zgn. derde Europese antiwitwasrichtlijn (Richtlijn 2005/60/EG) en de daarbij behorende Europese Uitvoeringsrichtlijn (Richtlijn 2006/70/EG). Daarnaast strekt de Wwft ook tot uitvoering van de aanbevelingen van de Financial Action Task Force on Moneylaundering ( FATF ). Inleiding De hoofdlijn van de wet is de volgende. Alle instellingen waarop deze wet van toepassing is (zie artikel 1, lid 1, onder a, onderdelen 1 t/m 18) zijn verplicht tot het uitvoeren van cliëntenonderzoek (zie hoofdstuk 2) en tot het melden van ongebruikelijke transacties aan het Meldpunt (zie hoofdstuk 3). Wat betreft het cliëntenonderzoek gelden algemene bepalingen en daarnaast bepalingen die van toepassing zijn afhankelijk van de aan de orde zijnde risico s; hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een vereenvoudigd cliëntenonderzoek (paragraaf 2.2) en een verscherpt cliëntenonderzoek (paragraaf 2.3). Met betrekking tot de meldingsplicht zijn indicatoren geformuleerd aan de hand waarvan wordt bepaald of sprake is van een ongebruikelijke transactie. De wet voorziet in toezicht en in een grondslag voor het opleggen van bestuurlijke boetes en lasten onder dwangsom. Sinds 1 februari 1994 zijn de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 (later gewijzigd in Wet identificatie bij dienstverlening) en de Wet melding ongebruikelijke transacties van kracht. De Wet identificatie bij dienstverlening 1993 (hierna: WID) en de Wet Melding ongebruikelijke transacties (hierna: Wet MOT) hebben als doel het witwassen van opbrengsten uit misdrijven en het financieren van terrorisme tegen te gaan. Daartoe verplicht de WID tot identificatie van cliënten en het verrichten van cliëntenonderzoek, en geeft de Wet MOT de verplichting tot het melden van ongebruikelijke transacties. Beide wetten vormen tezamen een sluitend geheel van maatregelen ter voorkoming van gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme. Zij zijn echter tot dusver op verschillende wijze ingericht, hetgeen een verminderde inzichtelijkheid van de in beide wetten neergelegde voorschriften tot gevolg heeft. 9

2 Het voorliggende wetsvoorstel strekt tot een samenvoeging van de WID en de Wet MOT teneinde de bruikbaarheid te verbeteren. De wetgeving ter voorkoming van witwassen vindt haar oorsprong in de 40 aanbevelingen ter bestrijding van witwassen van Financial Action Task Force on money laundering (FATF). De FATF is een samenwerkingsverband van 32 staten en de Europese Commissie en het samenwerkingsverband van de Golfstaten, dat in 1989 is opgericht door de G-7. De aanbevelingen vormen de basis voor de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen (richtlijn 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (PbEG, L 166/77), gewijzigd door richtlijn 2001/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2001 tot wijziging van Richtlijn 91/308/EEG van de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (PbEG L 344) en richtlijn 2005/ 60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEG L 309, hierna: de derde witwasrichtlijn). Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 1-2 (MvT) Het onderhavige wetsvoorstel strekt tot implementatie van de richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309; hierna: de derde witwasrichtlijn), en richtlijn nr. 2006/70/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de definitie van politiek prominente personen en wat betreft de technische criteria voor vereenvoudigde cliëntenonderzoeksprocedures en voor vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten (PbEU L 214; hierna: de uitvoeringsrichtlijn). Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 1 (MvT) De aanpak van witwassen is van groot belang voor een effectieve bestrijding van allerlei vormen van ernstige criminaliteit. Het versluieren van de criminele herkomst van opbrengsten van misdrijven stelt daders van deze misdrijven immers in staat om buiten het bereik van opsporingsinstanties te blijven en ongestoord van het vergaarde vermogen te genieten. Het opgebouwde vermogen biedt hen tevens de gelegenheid om posities te verwerven in bonafide ondernemingen en om in landen waar de rechtsstaat onvoldoende is ontwikkeld, het gezag van de overheid te ondermijnen. Het is daarom cruciaal dat de kanalen waarlangs het witwasproces zich kan voltrekken worden beschermd tegen misbruik voor criminele doeleinden. Dit geschiedt door het creëren van transparantie in het financiële stelsel, het verrichten van gedegen cliëntenonderzoek en het melden van ongebruikelijke trans- 10

3 acties. Het grote belang van de bestrijding van witwassen heeft er voor gezorgd dat de maatregelen ter voorkoming van witwassen inmiddels zijn overgenomen in een groot aantal internationale verdragen die zien op de bestrijding van ernstige vormen van criminaliteit. Te noemen vallen onder andere het VN Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (Trb. 2001, 68), het VN Verdrag tegen corruptie (Trb. 2004, 11) en het Raad van Europa Verdrag inzake witwassen, opsporing, inbeslagneming en confiscatie van opbrengsten van misdrijven en financiering van terrorisme (Trb. 2006, 104). Met de bepalingen in dit voorstel wordt tevens uitvoering gegeven aan de verplichtingen inzake de preventie van witwassen die voortvloeien uit deze verdragen. Na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten van Amerika is de FATF zich ook gaan richten op de bestrijding van de financiering van terrorisme. Voor de financiering van terroristische daden zal veelal van dezelfde kanalen gebruik worden gemaakt als bij witwassen het geval is. In oktober 2001 heeft de FATF in aanvulling op de bestaande aanbevelingen ter voorkoming van witwassen, negen speciale aanbevelingen ter bestrijding van de financiering van terrorisme opgesteld. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 2 (MvT) Het nationale instrumentarium ter bestrijding van witwassen is als gevolg van de beschreven internationale ontwikkelingen de afgelopen jaren eveneens meerdere malen gewijzigd. De WID en de Wet MOT zagen bij inwerkingtreding voornamelijk op dienstverlening door financiële instellingen. Via wetswijzigingen is de werkingssfeer van de anti-witwaswetgeving echter uitgebreid tot casino s, geldtransactiekantoren, handelaren in goederen van grote waarde, makelaars en vrije beroepsbeoefenaren. Voorts is voorzien in toezicht op de naleving van deze wetten. Voor de inhoud van de WID en de Wet MOT heeft dit alles duidelijke gevolgen gehad. De in de wetten opgenomen voorschriften zijn in aantal gegroeid. Telkens is daarbij evenwel de afwijkende systematiek van de WID en de Wet MOT in stand gebleven. Dit levert nu in de praktijk problemen op indien instellingen snel inzicht willen verkrijgen in de op hen van toepassing zijnde verplichtingen tot identificatie van cliënten en het melden van ongebruikelijke transacties. Daartoe dienen zij twee qua opzet verschillende wetten te raadplegen, alsmede het Uitvoeringsbesluit Wet melding ongebruikelijke transacties en Wet identificatie bij dienstverlening en de Uitvoeringsregeling Wet identificatie bij dienstverlening en Wet melding ongebruikelijke transacties. Dit wetsvoorstel strekt tot samenvoeging van de WID en de Wet MOT in één wet ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme. Deze samenvoeging biedt de mogelijkheid tot invoering van een uniforme regeling voor aanwijzing van de instellingen die cliëntenonderzoek moeten uitvoeren en onder de meldingsplicht vallen, voor het bewaren van gegevens en het toezicht op de naleving van de voorschriften. Met deze samenvoeging wordt ook uitvoering gegeven aan een aanbeveling van de ambtelijke werkgroep 11

4 MOT/WID, ingesteld in het kader van het project Bruikbare Rechtsorde (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 15). In het rapport van deze werkgroep werd geconcludeerd dat het vanuit het oogpunt van overzichtelijkheid van de op de instellingen rustende verplichtingen niet wenselijk is om de identificatie- en meldingsverplichtingen in twee afzonderlijke wetten te handhaven. Derhalve verdiende het volgens de werkgroep aanbeveling om beide wetten samen te voegen. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 2-3 (MvT) De derde witwasrichtlijn introduceert de mogelijkheid tot differentiatie in het cliëntenonderzoek. Instellingen dienen in beginsel aan alle maatregelen zoals voorgeschreven in de richtlijn te voldoen, maar de intensiteit van de toepassing van het cliëntenonderzoek kan worden aangepast naar gelang het risico dat een bepaald type cliënt, relatie, product of transactie oplevert in verband met witwassen of financieren van terrorisme. Verscherpt cliëntenonderzoek moet plaatsvinden bij dienstverlening aan zogenoemde politiek prominente personen en in andere gevallen waarin er een verhoogd risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat. Bij dienstverlening die minder risico s oplevert op dit vlak, kan onder voorwaarden worden volstaan met een vereenvoudigd regime van maatregelen. Deze aanpak wordt aangeduid als «risicogeoriënteerde benadering». Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 2 (MvT) De invoering van risicogeoriënteerde benadering en de toepassing van vereenvoudigd cliëntenonderzoek geven de mogelijkheid om de administratieve lasten van de WID voor het bedrijfsleven te verminderen door de identificatieverplichting op te heffen voor bepaalde categorieën van cliënten die nauwelijks kwetsbaar zijn voor witwaspraktijken, zoals beursgenoteerde vennootschappen en publiekrechtelijke lichamen. Een ander voorbeeld van vereenvoudiging is te vinden in de verplichtingen voor belastingadviseurs, accountants en vergelijkbare beroepsgroepen. (...) Het toestaan van identificatie aan de hand van een elektronisch uittreksel van de Kamer van Koophandel is een voorbeeld van het vereenvoudigen van de identificatieprocedures. Voorts geeft de implementatie van de derde witwasrichtlijn aanleiding om het begrip «instelling», gecombineerd met het begrip «zakelijke relatie» centraal te stellen ( ). Tot dusver werd het toepassingsbereik van de WID en de Wet MOT bepaald door het aanwijzen van diensten. Het in dit voorstel gekozen uitgangspunt van het centraal stellen van het begrip «instelling» sluit aan bij de wijze waarop de derde witwasrichtlijn en FATFaanbevelingen zijn vormgegeven. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 2-3 (MvT) De invoering van de risicogeoriënteerde benadering als leidraad voor de toepassing van cliëntenonderzoek creëert de nodige ruimte voor instellingen. 12

5 De benadering houdt in dat instellingen zelf een inschatting maken van de risico s die bepaalde cliënten of producten meebrengen en schept de mogelijkheid de voor het cliëntenonderzoek noodzakelijke inspanningen en inzet van middelen af te stemmen op deze risico s. Dit betekent dat in de praktijk meer aandacht kan worden geschonken aan vormen van dienstverlening en aan cliënten die een verhoogd risico op het terrein van witwassen en financieren van terrorisme opleveren, zoals buitenlandse rechtspersonen. Bij cliënten of producten die een geringer risico met zich meebrengen, bijvoorbeeld een eenvoudige rekening-courant relatie met een particulier, kan worden volstaan met een minder intensieve controle. Deze differentiatie leidt tot een vermindering van de kosten. De rol van de toezichthouder is cruciaal om tot een succesvolle toepassing van de risicogeoriënteerde benadering te komen. De toezichthouder kan per instelling beoordelen of het verrichte cliëntenonderzoek voldoet aan de maatstaf. Ook bij de inschatting van de risicogevoeligheid van cliënten en producten is de rol van de toezichthouder belangrijk. Het is immers denkbaar dat instellingen de risico s van vergelijkbare producten verschillend inschatten. Hiertoe kan overigens in de praktijk een goede reden bestaan. Het ligt voor de hand dat een toezichthouder daar terdege rekening mee houdt. De minister van Financiën heeft in het voorjaar van 2006 een onderzoek laten uitvoeren ter voorbereiding van de implementatie van de derde witwasrichtlijn. Doel van dit onderzoek was te onderzoeken op welke wijze de implementatie van de derde witwasrichtlijn het beste zou aansluiten bij de bestaande bedrijfsvoering van de instellingen. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat instellingen gedetailleerde vereisten met betrekking tot de wijze waarop een cliënt dient te worden geïdentificeerd, als onnodig knellend ervaren. Om hieraan tegemoet te komen wordt in dit wetsvoorstel een «principle-based» benadering gekozen. Dit betekent dat niet wordt voorgeschreven hoe het cliëntenonderzoek dient te worden verricht, maar tot welk resultaat het onderzoek moet leiden. In dit wetsvoorstel wordt bepaald dat instellingen door het cliëntenonderzoek dat zij verrichten in staat moeten zijn om te voldoen aan de eisen zoals die worden gesteld in artikel 3. Aangezien het de instelling vrij staat om te bepalen hoe tot dit resultaat wordt gekomen kan de wijze van uitvoering van cliëntenonderzoek in de praktijk sterk verschillen. Een grote internationaal opererende financiële onderneming zal misschien geavanceerde software gebruiken die haar in staat stelt om bij de grote hoeveelheid transacties die zij verwerkt toch aan de verplichtingen te voldoen. Voor een handelaar in goederen die slechts een enkele maal een transactie moet melden, ligt het gebruik van dergelijke middelen niet voor de hand. Binnen een bepaalde beroepsgroep kunnen er ook verschillen bestaan. Deze worden veroorzaakt door verschillen in de grootte van de instelling, het cliëntenbestand en de dienstverlening die wordt aangeboden. Rekening houdend met de genoemde verschillen zouden 13

6 overkoepelende beroepsorganisaties de instellingen kunnen bijstaan bij het inrichten van het cliëntenonderzoek. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 6-7 (MvT) De aandacht voor de uiteindelijk belanghebbende in het anti-witwasbeleid is ingegeven door het feit dat bij witwassen gebruik wordt gemaakt van allerlei constructies om de ware herkomst van gelden te verhullen. Vooral relevant in dit verband is het gebruik van rechtspersonen. De juridische eigenschappen die het een rechtspersoon mogelijk maken op relatief eenvoudige wijze deel te nemen aan het rechtsverkeer het optreden onder een handelsnaam, het snel kunnen wisselen van bestuur, de verhandelbaarheid van aandelenkapitaal kunnen personen met kwaad in de zin in staat stellen om op anonieme wijze opbrengsten verkregen uit misdrijven onder te brengen in een rechtspersoon. Zo komt het met regelmaat voor, dat criminelen hun vermogen proberen te verhullen door gebruikmaking van een keten van rechtspersonen die ergens in een ver buitenland eindigt: denk aan de oprichting van een Nederlandse BV als dochteronderneming van een in het buitenland gevestigde rechtspersoon of vennootschap, die op haar beurt weer de dochter is van een vennootschap gevestigd in een ander land. De vraag wie de aandelen houdt van de vennootschap in het buitenland, en wie de uiteindelijke belanghebbende is van de Nederlandse BV, kan door opsporingsautoriteiten vaak slechts met grote moeite worden beantwoord. De kwetsbaarheid van rechtspersonen in verband met witwassen en financiering van terrorisme is nogmaals bevestigd in het typologierapport van de FATF «Misuse of corporate vehicles» dat in oktober 2006 is verschenen. Om te voorkomen dat een achter een rechtspersoon of keten van rechtspersonen schuil gaande natuurlijke persoon anoniem kan blijven als deze deelneemt aan het financiële verkeer, wordt in dit wetsvoorstel voorgesteld een verplichting te regelen voor instellingen om in risicovolle gevallen naast de cliënt, ook de uiteindelijk belanghebbende van een transactie te identificeren. Verder zal een instelling zich dienen te vergewissen van de structuur van de groep waartoe de cliënt behoort. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 4 (MvT) Het verrichten van cliëntenonderzoek draagt bij aan het herkennen en beheersen van risico s die bepaalde cliënten of bepaalde soorten dienstverlening met zich meebrengen. Het vormt derhalve een belangrijk onderdeel van de maatregelen om witwassen en financieren van terrorisme te voorkomen. Verschillende internationale gremia besteden specifiek aandacht aan de ontwikkeling van cliëntenonderzoek. Zo heeft het Basel Committee on Banking Supervision (het Bazels Comité) in oktober 2001 het rapport «Customer Due Diligence for banks» uitgebracht. De door het Bazels Comité voorgeschreven procedures voor cliëntenonderzoek hebben een bredere werkingssfeer dan dit voorstel. Ze zijn gericht op het bevorderen van integriteit in de financiële sector in algemene zin. Dit voorstel richt zich echter 14

7 specifiek op het cliëntenonderzoek en de melding van ongebruikelijke transacties ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. De derde witwasrichtlijn omvat wijzigingen met betrekking tot het cliëntenonderzoek en de mogelijkheid tot differentiatie daarbij. Instellingen dienen in beginsel aan alle maatregelen van cliëntenonderzoek zoals voorgeschreven in deze richtlijn te voldoen, maar de intensiteit waarmee de maatregelen worden toegepast, kan worden afgestemd op het risico dat een bepaald type cliënt, relatie, product of transactie oplevert. Verder hebben instellingen, met inachtneming van de risicobenadering, de verplichting om de uiteindelijke belanghebbende van een transactie of een relatie te identificeren en zich te vergewissen van de structuur van de groep waartoe een cliënt behoort. Ook bestaat de verplichting om de activiteiten van de cliënt te controleren gedurende de relatie, informatie in te winnen bij aanvang van de relatie en in bepaalde gevallen de herkomst van gelden te achterhalen. Instellingen moeten extra maatregelen nemen indien een dienst wordt verleend aan zogenoemde «politiek prominente personen» (politically exposed persons: hierna PEP s) en in andere gevallen waarin er een verhoogd risico bestaat op witwassen of financieren van terrorisme. Bij minder kwetsbare dienstverlening mogen de maatregelen daarentegen soepeler worden toegepast. Het geheel wordt aangeduid als «cliëntenonderzoek op basis van een risicogeoriënteerde benadering». Een belangrijk onderdeel van de bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme is de verplichting om ongebruikelijke transacties te melden aan het Meldpunt ongebruikelijke transacties (hierna: het meldpunt). Een gemelde transactie wordt door het meldpunt nader onderzocht. Indien dit onderzoek leidt tot het verdacht verklaren van de transactie wordt deze ter kennis gebracht van de opsporingsinstanties. Aldus kunnen meldingen van ongebruikelijke transacties leiden tot strafrechtelijk onderzoek naar witwassen of financieren van terrorisme. De verdachte transacties kunnen eveneens inzicht bieden in financiële handelingen die samenhangen met andere misdrijven en zodoende bijdragen aan het onderzoek naar deze misdrijven. Voor opsporingsinstanties bestaat tevens de mogelijkheid om via de landelijk officier van justitie inzake de Wet MOT het meldpunt vragen te stellen in het kader van een lopend strafrechtelijk onderzoek naar ernstige misdrijven. Naast de rol die de meldingsplicht kan spelen voor de opsporing van witwassen en financiering van terrorisme, gaat van de meldingsplicht ook een belangrijke preventieve werking uit. De meldingsverplichting geldt voor alle instellingen die zijn aangewezen in artikel 1 van dit wetsvoorstel. Onder de meldingsplicht vallen derhalve financiële ondernemingen zoals kredietinstellingen, geldtransactiekantoren, levensverzekeraars, beleggingsondernemingen en beleggingsinstellingen en financiële dienstverleners. De meldingsplicht geldt ook voor een aantal niet-financiële instellingen, in het bijzonder belastingadviseurs, accountants, casino s, handelaren in goederen die contant geld accepteren, trustkantoren, makelaars en juridische dienstverleners. Zogenoemde indicatoren geven nadere invulling aan de meldingsplicht. De 15

8 indicatoren beschrijven de situaties waarin een transactie als ongebruikelijk moet worden aangemerkt. In voorkomende gevallen dient de instelling over te gaan tot melding van de transactie. De indicatoren worden onderscheiden in objectieve en subjectieve indicatoren. Objectieve indicatoren beschrijven een situatie waarin altijd dient te worden gemeld. Subjectieve indicatoren daarentegen scheppen een meldingsplicht op basis van de inschatting die de instelling zelf van een bepaalde situatie maakt. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 3-4 (MvT) De derde witwasrichtlijn bepaalt dat er passende maatregelen dienen te worden genomen om melders te beschermen tegen eventuele bedreigingen. Van belang is in dit verband dat de persoonsnamen van de (balie-)medewerkers zoveel mogelijk worden weggelaten uit meldingsberichten van ongebruikelijke transacties. Voor zover in de meldingsberichten wel namen van medewerkers voorkomen, zal het meldpunt bij het doorgeven van verdachte transacties aan de opsporingsinstanties deze kunnen weglaten. Het is echter niet geheel uit te sluiten dat in het kader van een strafzaak nadere vragen opkomen over de melding. In het uitzonderlijke geval waarin er als gevolg van het afleggen van een verklaring met betrekking tot de melding een bedreigende situatie zou kunnen ontstaan voor de getuige, kan een oplossing worden gevonden in de toepassing van de strafvorderlijke regeling met betrekking tot bedreigde en anonieme getuigen. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 5 (MvT) Met dit wetsvoorstel wordt tevens aan de verplichtingen uit de Verordening nr. 2007/1781/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler voldaan. Het betreft de volgende verplichtingen: ten eerste: het aanwijzen van een autoriteit die verantwoordelijk is voor het ontvangen van de meldingen op basis van de Verordening, gedaan moeten worden. Dit gebeurt met artikel 12, tweede lid. Verder wordt in artikel 24, derde lid, DNB aangewezen als toezichthouder op de naleving door de instellingen (natuurlijke of rechtspersonen wiens bedrijfsactiviteit onder meer bestaat in het aanbieden van geldovermakingsdiensten) van de naleving van de Verordening. Tenslotte wordt in artikel 27 het overtreden van voorschriften van de Verordening beboetbaar gesteld. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 7 (MvT) Wet van 15 juli 2008, Stb. 2008, 303, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties, zoals laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 juli 2009, Stb. 2009, 327. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 16

9 Artikel 1 Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties samen te voegen tot één wet, gericht op het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. instelling: 1 kredietinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die ingevolge artikel 107, tweede lid, onderdeel a, onder 1 tot en met 4 van die wet geregistreerd is; 2 financiële instelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; 3 onderneming, niet zijnde een kredietinstelling of financiële instelling, die werkzaamheden verricht die zijn opgenomen onder punt 14 van Bijlage I van richtlijn nr. 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (PbEU L 177); 4 geldtransactiekantoor als bedoeld in artikel 1 van de Wet inzake de geldtransactiekantoren, voor zover dit kantoor geldtransacties verricht als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1, 3 en 4 van de Wet inzake de geldtransactiekantoren; 5 levensverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht met uitzondering van een levensverzekeraar die uitsluitend het bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar als bedoeld in dat artikel uitoefent; 6 beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; 7 beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; 8 financiële dienstverlener als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht voor zover deze bemiddelt in levensverzekeringen; 17

10 Artikel 1 9 bijkantoor in Nederland van een financiële onderneming als bedoeld onder 1 tot en met 8 met zetel buiten Nederland; 10 trustkantoor als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet toezicht trustkantoren; 11 externe registeraccountant, externe accountant-administratieconsulent of belastingadviseur, voor zover deze zijn beroepsactiviteiten uitoefent dan wel een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap, voor zover die anderszins zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig daarmee vergelijkbare activiteiten verricht; 12 natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die als advocaat, notaris, of kandidaat-notaris of in de uitoefening van een gelijksoortig juridisch beroep of bedrijf zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig advies geeft of bijstand verleent bij: a. het aan- of verkopen van onroerende zaken; b. het beheren van geld, effecten, munten, muntbiljetten, edele metalen, edelstenen of andere waarden; c. het oprichten of beheren van vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; d. het aan- of verkopen dan wel overnemen van ondernemingen; e. werkzaamheden op fiscaal gebied die vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden van de onder 11 beschreven beroepsgroepen; 13 natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die als advocaat, notaris of kandidaat-notaris dan wel in de uitoefening van een gelijksoortig juridisch beroep optreedt in naam en voor rekening van een cliënt bij enigerlei financiële transactie of onroerende zaaktransactie; 14 tussenpersoon als bedoeld in artikel 62 van het Wetboek van Koophandel, voor zover deze bemiddelt bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten inzake onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen; 15 beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van of meer, ongeacht of de transactie plaatsvindt in een handeling of door middel van meer handelingen waartussen een verband bestaat; 16 natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig een speelcasino in de zin van artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen organiseert; 18

11 Artikel 1 17 onderneming die creditcards uitgeeft, tenzij de door haar uitgegeven creditcards uitsluitend kunnen worden gebruikt bij haarzelf of bij een onderneming die deel uitmaakt van dezelfde groep; 18 natuurlijke persoon of rechtspersoon die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie beroepen of bedrijven; b. cliënt: natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een zakelijke relatie wordt aangegaan of die een transactie laat uitvoeren; c. identificeren: opgave van de identiteit laten doen; d. verifiëren van de identiteit: vaststellen dat de opgegeven identiteit overeenkomt met de werkelijke identiteit; e. politiek prominente persoon: een persoon als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Uitvoeringsrichtlijn, tenzij deze de in dat lid bedoelde functie ten minste gedurende één jaar niet meer heeft uitgeoefend, diens directe familieleden en naaste geassocieerden in de zin van artikel 2, tweede en derde lid, van de Uitvoeringsrichtlijn; f. uiteindelijk belanghebbende: 1 natuurlijke persoon die een belang houdt van meer dan 25 procent van het kapitaalbelang of meer dan 25 procent van de stemrechten van de aandeelhoudersvergadering kan uitoefenen van een rechtspersoon anders dan een stichting, dan wel op andere wijze feitelijk zeggenschap kan uitoefenen in deze rechtspersoon, tenzij deze rechtspersoon een vennootschap is die is onderworpen aan openbaarmakingsvereisten als bedoeld in richtlijn nr. 2004/109 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PbEU L 390) of aan voorschriften van een internationale organisatie die gelijkwaardig zijn aan die richtlijn; 2 begunstigde van 25 procent of meer van het vermogen van een stichting of een trust als bedoeld in het Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985, 141) of degene die bijzondere zeggenschap heeft over 25 procent of meer van het vermogen van een stichting of een trust; g. zakelijke relatie: zakelijke, professionele, of commerciële relatie tussen een instelling en een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die verband houdt met de professionele activiteiten van die instelling en waarvan op het tijdstip dat het contact wordt gelegd, wordt aangenomen dat deze enige tijd zal duren; 19

12 Artikel 1 h. transitrekening: door een bank aangehouden bankrekening in een staat die geen lidstaat is en die door een cliënt van de bank die niet in die staat is gevestigd gedebiteerd of gecrediteerd kan worden zonder tussenkomst van de bank; i. financieren van terrorisme: 1 opzettelijk verwerven of voorhanden hebben van voorwerpen met geldswaarde, bestemd tot het begaan van een misdrijf als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht; 2 opzettelijk verschaffen van middelen met geldswaarde tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht; of 3 het verlenen van geldelijke steun, alsmede het opzettelijk werven van geld ten behoeve van een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht; j. shellbank: bank of een onderneming die zich met vergelijkbare activiteiten bezig houdt, opgericht in een staat waar zij geen fysieke aanwezigheid heeft en die geen onderdeel uitmaakt van een onder toezicht staand financieel conglomeraat in de zin van de Wet op het financieel toezicht of een daarmee vergelijkbare groep; k. lidstaat: staat die lid is van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; l. correspondentbankrelatie: vaste relatie tussen banken in verschillende landen voor de afwikkeling van transacties of de uitvoering van opdrachten; m. transactie: handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt in verband met het afnemen of het verlenen van diensten; n. ongebruikelijke transactie: transactie die ingevolge artikel 15 als zodanig is aangemerkt; o. melding: melding als bedoeld in artikel 16; p. Uitvoeringsrichtlijn: Richtlijn nr. 2006/70/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de definitie van politiek prominente personen en wat betreft de technische criteria voor vereenvoudigde cliëntenonderzoeksprocedures en voor vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten (PbEU L 214); q. meldpunt: het Meldpunt ongebruikelijke transacties, bedoeld in artikel 12, eerste lid; r. bank: een bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. 20

13 Artikel 1 2. Deze wet is niet van toepassing op belastingadviseurs als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 11, en de personen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 12 en 13, voor zover zij voor een cliënt werkzaamheden verrichten betreffende de bepaling van diens rechtspositie, diens vertegenwoordiging en verdediging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding. Parlemantaire behandeling Lid 1, onder a, onderdeel 11 In de definitie van accountants en vergelijkbare beroepsbeoefenaren heeft een verandering plaatsgevonden. De definitie in onderhavig voorstel sluit aan bij de gewijzigde definitie in de derde witwasrichtlijn, die bepaalt dat deze instellingen onder de reikwijdte van de richtlijn vallen indien zij handelingen verrichten «in het kader van de uitoefening van beroepsactiviteiten». Hiermee wordt gedoeld op activiteiten als werkzaamheden met betrekking tot de jaarrekening, het voeren van administratie, belastingadvies, het invullen van aangiften en de werkzaamheden die voor de juridische beroepsgroepen gelden ( ). Ook nieuwe de nieuwe soorten dienstverlening zoals «tax assurance» vallen onder de ruimere definitie. Wel zal het altijd dienen te gaan om dienstverlening waar sprake is van een gevaar van witwassen of financieren van terrorisme. Indien een accountant bijvoorbeeld een seminar voor een cliënt organiseert, valt dat uiteraard niet onder de identificatie- of meldingsverplichtingen. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p (MvT) Lid 1, onder a, onderdeel 15 De derde witwasrichtlijn heeft voor een aanzienlijke verbreding gezorgd van de definitie van handelaren in goederen van grote waarde. Waar in het verleden de verplichtingen tot het identificeren van cliënten en het melden van ongebruikelijke transacties alleen van toepassing waren op de handelaren in bepaalde aangewezen zaken van grote waarde, gelden deze in het vervolg voor alle handelaren in goederen die contante betalingen van of meer accepteren. Voor handelaren in aangewezen goederen van grote waarde blijven de identificatie- en meldingsplicht hetzelfde. Deze krijgt vorm door een combinatie van subjectieve en objectieve indicatoren. Voor handelaren in andere goederen zal er een identificatieverplichting gelden bij alle contante transacties van of meer, alsmede de verplichting om deze transacties te melden indien daarbij aanleiding is om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financieren van terrorisme. Er zal voor dienstverlening door deze handelaren geen meldingsplicht op grond van een objectieve indicator met een drempelbedrag worden geïntroduceerd. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 11 (MvT) 21

14 Artikel 1 Lid 1, onder a, onderdeel 18 Het laatste onderdeel van het eerste lid, onderdeel a, onder 18, schept de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur instellingen onder de reikwijdte van dit wetsvoorstel te brengen. De noodzaak hiertoe kan bestaan bij uitbreiding van activiteiten van bestaande instellingen, zoals het aanbieden van kansspelen via het Internet na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet op de kansspelen (zie Kamerstukken II 2005/06, , nr. 1 2). Ook kan in de toekomst blijken dat in andere sectoren van de economie dermate grote risico s op witwassen en financieren van terrorisme zijn ontstaan, dat besloten wordt tot het uitbreiden van de reikwijdte van dit wetsvoorstel tot instellingen die in deze sectoren actief zijn. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 12 (MvT) Lid 1, onder b Met de formulering «laat uitvoeren» wordt zowel de persoon die voor zichzelf een transactie uitvoert bedoeld, als de persoon die zich bij een transactie laat vertegenwoordigen door een derde. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 12 (MvT) Lid 1, onder e Het begrip «politieke prominente personen», ook wel als PEP s (politically exposed persons) aangeduid, is nieuw in de Nederlandse antiwitwaswetgeving. Door de FATF is vastgesteld dat er een bijzonder risico bestaat voor de financiële instelling indien zij een zakelijke relatie aangaat met een PEP uit een andere lidstaat of een derde land. In dat geval is verscherpt cliëntenonderzoek nodig, zoals bepaald in artikel 8 van dit voorstel. Onder de personen die een politiek prominente functie bekleden moet op grond van de uitvoeringsrichtlijn worden verstaan: staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen en parlementsleden. Leden van hooggerechtshoven, constitutionele hoven en andere rechterlijke instanties die arresten wijzen in laatste instantie, leden van rekenkamers en directies van centrale banken vallen eveneens onder het begrip. Andere politiek prominente personen zijn ambassadeurs, zaakgelastigden, hoge legerofficieren en leden van bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van overheidsbedrijven. Ambtenaren uit het middenkader, alsmede lagere ambtenaren vallen niet politiek prominente personen. Directe familieleden van politieke prominente personen dienen eveneens aan cliëntenonderzoek te worden onderworpen, indien een instelling een zakelijke relatie met deze personen aangaat. Op grond van de uitvoeringsmaatregelen zijn dit de echtgenoot, een partner die naar het nationale recht als gelijkwaardig met een echtgenoot wordt aangemerkt, de kinderen en hun echtgenoten of partners en de ouders van het natuurlijke persoon die een prominente functie bekleedt. De laatste categorie van personen die in verband met het verscherpte toezicht op PEP s aan uitvoerig cliëntenonderzoek moeten worden onder- 22

15 Artikel 1 worpen, zijn de naaste geassocieerden van de personen die een politieke prominente functie bekleden. Hieronder worden verstaan personen die met of ten behoeve van PEP s de uiteindelijk belanghebbenden van een rechtspersoon zijn. Een instelling onder dit wetsvoorstel hoeft niet actief onderzoek te verrichten om deze relaties te achterhalen. Verscherpt cliëntenonderzoek voor deze groep is alleen aan de orde voorzover de relatie met deze persoon en het persoon die de prominente politieke functie bekleedt publiekelijk bekend is of de instelling reden heeft om aan te nemen dat er van een dergelijke relatie sprake is. Een politiek prominente persoon wordt als zodanig aangemerkt zo lang hij voldoet aan de gestelde kenmerken. Na uittreding uit zijn functie zal er toch nog voor een bepaalde tijd verscherpt toezicht moeten worden gehouden op de PEP. Met inachtneming van de risicogevoeligheid van de betreffende PEP, is een persoon die één jaar of langer geen politiek prominente functie meer bekleedt niet meer aan te merken als een PEP. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p (MvT) Lid 1, onder f In sommige gevallen moet de instelling de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende in internationaal verband wordt gesproken van «ultimate beneficial owner» vaststellen. Wat betreft terminologie is deels aangesloten bij de Wtt waarin het begrip uiteindelijk belanghebbende in 2004 werd geïntroduceerd. De definitie wijkt nog op één punt af. Dit betreft de reikwijdte van de definitie in relatie tot juridische entiteiten zoals trusts en stichtingen. De derde witwasrichtlijn bepaalt dat als de begunstigden van voornoemde entiteiten niet zijn benoemd, de groep van personen in wier belang de entiteit is opgericht of werkzaam is als uiteindelijk belanghebbende moet worden beschouwd. Dit levert in de praktijk onwerkbare situaties op omdat de groep personen waarvoor een dergelijke entiteit opgericht is vaak onbestemd is. De aandacht voor de uiteindelijk belanghebbende in het anti-witwasbeleid is ingegeven door het feit bij witwassen gebruik wordt gemaakt van allerlei constructies om de ware herkomst van gelden te verhullen. Daarbij spelen rechtspersonen vaak een rol. De juridische eigenschappen die het een rechtspersoon mogelijk maken op relatief eenvoudige wijze deel te nemen aan het rechtsverkeer het optreden onder een handelsnaam, het snel kunnen wisselen van bestuur, de verhandelbaarheid van aandelenkapitaal kunnen personen met kwaad in de zin in staat stellen om op anonieme wijze opbrengsten verkregen uit misdrijven onder te brengen in een rechtspersoon. Zo komt het met regelmaat voor, dat criminelen hun vermogen proberen te verhullen door gebruikmaking van een keten van rechtspersonen die ergens in een ver buitenland eindigt: denk aan de oprichting van een Nederlandse BV als dochteronderneming van een in het buitenland gevestigde rechtspersoon of vennootschap, die op haar beurt weer de dochter is van een vennootschap 23

16 Artikel 1 gevestigd in een ander land. De vraag wie de aandelen houdt van de vennootschap in het buitenland, en wie de uiteindelijke belanghebbende is van de Nederlandse BV, kan door opsporingsautoriteiten vaak slechts met grote moeite worden beantwoord. De kwetsbaarheid van rechtspersonen in verband met witwassen en financiering van terrorisme is nogmaals bevestigd in het typologierapport van de FATF «Misuse of corporate vehicles»1 dat in oktober 2006 is verschenen. Om te voorkomen dat achter een rechtspersoon of keten van rechtspersonen schuilgaande natuurlijke personen op volledig anonieme wijze kunnen deelnemen aan het financiële en economische verkeer, wordt in het onderhavige wetsvoorstel de verplichting voor instellingen opgenomen om in risicovolle gevallen naast de cliënt, ook de uiteindelijk belanghebbende van een transactie te identificeren. Verder dient een instelling onderzoek te verrichten naar de structuur van de groep waartoe de cliënt behoort. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p (MvT) Lid 1, onder g Met de zinsnede «die verband houdt met de professionele activiteiten» wordt aangegeven dat alleen de zakelijke relaties die samenhangen met de hoofdactiviteiten (bijvoorbeeld die activiteiten waarvoor een vergunning is verleend) van een instelling, relaties zijn waar de bepalingen van artikel 3 van toepassing zijn. Ook dient de relatie enige tijd te duren. Hiermee worden incidentele transacties uitgesloten. Een instelling moet de vereisten van dit wetsvoorstel bij incidentele transacties toepassen indien de transactie een waarde van of meer vertegenwoordigt. Indien binnen een zakelijke relatie een transactie van of meer wordt uitgevoerd, behoeft er uiteraard niet opnieuw geïdentificeerd te worden omdat dit reeds aan het begin van de relatie is gebeurd. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 14 (MvT) Lid 1, onder j (oorspronkelijk onder h.) «Shellbanken» brengen vanwege de aard van hun organisatie risico s met zich mee. Zij bieden dienstverlening aan in een land, zonder dat zij daar over een fysieke vestiging beschikken. Met de term fysieke aanwezigheid in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, wordt gedoeld op de aan- of afwezigheid van het bestuur en management: personen die substantiële invloed (kunnen) uitoefenen op het beleid of de besluitvorming gericht op de (lange termijn) strategie van de instelling. Gedragingen van dergelijke instellingen zijn voor toezichthouders en andere overheidsinstanties moeilijk te controleren. Vanwege de risico s die shell banken met zich meebrengen, is in artikel 5, derde lid, van de wet een verbod voor kredietinstellingen opgenomen om een correspondentrelatie te onderhouden met dergelijke banken. Ook dienen kredietinstellingen ervoor te waken dat zij geen correspondentrela- 24

17 Artikel 1 ties aangaan met een kredietinstelling waarvan bekend is dat deze een shellbank toestaat van haar rekeningen gebruik te maken. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p (MvT) Lid 1, onder m en onder n. In het onderhavige wetsvoorstel is een transactie gedefinieerd als een handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt, in verband met het afnemen of het verlenen van één of meer diensten. Onder «ongebruikelijke transactie» wordt een transactie verstaan die aan de hand van de bij of krachtens deze wet bepaalde indicatoren als zodanig wordt aangemerkt. In dit wetsvoorstel is, in navolging van de Wet MOT, gekozen voor de term ongebruikelijke transacties in plaats van de in de derde witwasrichtlijn gebruikte term «verdachte transacties». De reden voor het gebruik van het begrip ongebruikelijke transacties is de wens om te komen tot een bepaalde mate van objectivering van de meldingsplicht. Ongebruikelijke transacties worden gemeld aan het meldpunt, dat nader onderzoek instelt naar het mogelijk verdachte karakter van de transactie. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 15 (MvT) Lid 2 In artikel 1, tweede lid, van het voorstel is vastgelegd dat indien een advocaat of een (kandidaat-)notaris werkzaamheden verricht betreffende de bepaling van de rechtspositie van een cliënt, diens vertegenwoordiging en verdediging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding, deze niet gehouden is de vereisten van hoofdstuk 2 en 3 van dit voorstel toe te passen. Met deze bepaling is beoogd zeker te stellen dat op zorgvuldige wijze rekening wordt gehouden met de vertrouwenspositie die deze instellingen in het maatschappelijke verkeer innemen. Aangezien belastingadviseurs soms eveneens hun cliënt in rechte vertegenwoordigen bij fiscale procedures, vallen ook deze onder de uitzondering opgenomen in het tweede lid. Net als in het uitvoeringsbesluit Wet melding ongebruikelijke transacties en Wet identificatie bij dienstverlening geldt de uitzondering voor zowel het identificeren van de cliënt, als het melden van ongebruikelijke transacties. Het is immers onnodig gegevens te verzamelen in gevallen waarin er niet gemeld behoeft te worden. De zinsnede «bepaling van de rechtspositie van een cliënt» dient hoewel restrictief tegen de achtergrond van de bestaande geheimhoudingsbepalingen voor de advocaat en de (kandidaat-)notaris als volgt te worden uitgelegd: er moet gelegenheid worden geboden om vast te stellen welke dienstverlening van een (kandidaat-)notaris of advocaat dan wel de belastingadviseur wordt verlangd. Voor de advocaat en belastingadviseur is zulks van belang om te bepalen of de van hem verlangde dienst nu wel of niet in verband met enig rechtsgeding wordt verzocht. Bij het notariaat is een 25

18 Artikel 2 oriënterend moment nodig om zich ervan te vergewissen of in casu de verzochte dienst voor de cliënt nu wel de meest voor de hand liggende is. Teneinde adequaat te kunnen vast stellen om welke dienstverlening het gaat, is in ieder geval een verkennend gesprek met de cliënt noodzakelijk dat onder alle omstandigheden in vertrouwelijkheid plaatsvindt. Aldus wordt gewaarborgd dat elke cliënt onbezwaard alle informatie naar voren kan brengen die van belang is om te beoordelen of rechtshulp in verband met enig rechtsgeding wordt verzocht dan wel diensten worden verlangd die al dan niet binnen de werkingssfeer van dit voorstel vallen. Dit initiële gesprek zal voldoende zijn om inzicht te krijgen in de beweegredenen van de cliënt. Voor zover nadien duidelijk wordt dat het gaat om werkzaamheden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 11, 12 en 13, die geen verband houden met enig rechtsgeding, is sprake van dienstverlening waarop de regels van dit voorstel van toepassing zijn. Dit betekent dat de advocaat, (kandidaat-)notaris of belastingadviseur in dat geval de daadwerkelijke dienstverlening zal moeten opschorten totdat hij zijn cliënt kan identificeren overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 2. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p (MvT) Artikel 2 1. Een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1, 2, 3, 5, 6, 7 of 8, die een bijkantoor of een dochtermaatschappij heeft in een staat die geen lidstaat is, draagt er zorg voor dat het bijkantoor onderscheidenlijk de dochtermaatschappij cliëntenonderzoek verricht dat gelijkwaardig is aan dat, geregeld in artikel 3, eerste tot en met het vierde lid, en gegevens met betrekking tot het cliëntenonderzoek vastlegt en bewaart op een wijze die gelijkwaardig is aan hetgeen is geregeld in artikel Indien het recht van de betrokken staat toepassing van het eerste lid niet toelaat, stelt de instelling degene die ingevolge artikel 24 belast is met het toezicht op de naleving van deze wet door de instelling daarvan in kennis en neemt zij maatregelen om het risico van witwassen en financieren van terrorisme te voorkomen. Parlemantaire behandeling Artikel 2 bepaalt dat instellingen voor hun bijkantoren of dochterondernemingen in derde landen gelijkwaardige maatregelen moeten treffen op het gebied van cliëntenonderzoek en het bewaren van gegevens. Indien de wetgeving van het land van vestiging van het bijkantoor of dochteronderneming hieraan in de weg staat, meldt de instelling dit aan de toezichthouder zodat deze hier rekening mee kan houden in zijn toezicht ten aanzien van de betreffende instelling. Daarnaast neemt de instelling doeltreffende maatregelen om witwassen of financieren van terrorisme te voorkomen. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 16 (MvT) 26

19 Artikel 3 HOOFDSTUK 2 Bepalingen betreffende cliëntenonderzoek 2.1 Cliëntenonderzoek Artikel 3 1. Een instelling verricht ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme cliëntenonderzoek. 2. Het cliëntenonderzoek stelt de instelling in staat om: a. de cliënt te identificeren en zijn identiteit te verifiëren; b. indien van toepassing, de uiteindelijk belanghebbende te identificeren en op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om zijn identiteit te verifiëren, en indien het een rechtspersoon, een stichting of een trust als bedoeld in het Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985, 141) betreft, op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om inzicht te verwerven in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt; c. het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie vast te stellen; d. voor zover mogelijk, een voortdurende controle op de zakelijke relatie en de tijdens de duur van deze relatie verrichte transacties uit te voeren, teneinde te verzekeren dat deze overeenkomen met de kennis die de instelling heeft van de cliënt en van zijn risicoprofiel, met in voorkomend geval een onderzoek naar de bron van het vermogen. 3. Een instelling verricht het cliëntenonderzoek in de volgende gevallen: a. indien zij in of vanuit Nederland een zakelijke relatie aangaat; b. indien zij in of vanuit Nederland een incidentele transactie verricht ten behoeve van de cliënt van ten minste , of twee of meer transacties waartussen een verband bestaat met een gezamenlijke waarde van ten minste ; c. indien er indicaties zijn dat de cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme; d. indien zij twijfelt aan de betrouwbaarheid van eerder verkregen gegevens van de cliënt; of e. indien het risico van betrokkenheid van een bestaande cliënt bij witwassen of financieren van terrorisme daartoe aanleiding geeft. 4. Een instelling kan het cliëntenonderzoek afstemmen op de risicogevoeligheid voor witwassen of financiering van terrorisme van het type cliënt, zakelijke relatie, product of transactie. 5. Het eerste tot en met het vierde lid is niet van toepassing op trustkantoren als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden geregeld van het in het eerste of tweede lid bepaalde. 27

NIEUWE WET VERPLICHT ADVOCATEN, AC- COUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS TOT CLIËNTENONDERZOEK

NIEUWE WET VERPLICHT ADVOCATEN, AC- COUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS TOT CLIËNTENONDERZOEK NIEUWE WET VERPLICHT ADVOCATEN, AC- COUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS TOT CLIËNTENONDERZOEK Niet alleen banken vragen vaker om uw paspoort of rijbewijs. Sinds 2003 doen advocaten, accountants en belastingadviseurs

Nadere informatie

De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme

De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme 31 juli 2008 Implementatie derde witwasrichtlijn Per vrijdag 1 augustus 2008 wijzigt de integriteitswetgeving. De Eerste

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 31 237 Wijziging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/60/EG

Nadere informatie

Samenvoeging WID/MOT. implementatie derde witwasrichtlijn. Discussiepaper. ASRE Onderzoeksseminar juni 2008

Samenvoeging WID/MOT. implementatie derde witwasrichtlijn. Discussiepaper. ASRE Onderzoeksseminar juni 2008 Samenvoeging WID/MOT implementatie derde witwasrichtlijn Discussiepaper ASRE Onderzoeksseminar juni 2008 mr. Jeroen Bedaux mr. Dirk Berendsen advocaten bij Baker & McKenzie Discussienota ten behoeve van

Nadere informatie

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren. Versie 2015

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren. Versie 2015 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) Doelstelling WWFT: Het voorkomen van witwassen van opbrengsten uit misdrijven en de financiering van terrorisme ten einde de integriteit

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 19 juli 2007

No.W /III 's-gravenhage, 19 juli 2007 ................................................................................... No.W06.07.0169/III 's-gravenhage, 19 juli 2007 Bij Kabinetsmissive van 21 juni 2007, no.07.001943, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 238 Samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet ter voorkoming van witwassen

Nadere informatie

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) De informatie die in deze presentatie verstrekt wordt, heeft een informatief karakter. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 15 juli 2008, houdende bepalingen met betrekking tot de reikwijdte van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, het vaststellen van indicatoren en het overdragen van

Nadere informatie

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Wet van 15 juli 2008, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet

Nadere informatie

Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) De Nederlandse Orde van Advocaten heeft betrekking tot de

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2011-2012 33 238 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Sinds 1 februari 1994 zijn de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 (later gewijzigd in Wet identificatie bij dienstverlening) en de Wet melding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 303 Wet van 15 juli 2008, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet

Nadere informatie

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (tekst geldig vanaf 01-01-2013)

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (tekst geldig vanaf 01-01-2013) Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (tekst geldig vanaf 01-01-2013) Wet van 15 juli 2008, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding

Nadere informatie

Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) De Nederlandse Orde van Advocaten heeft betrekking tot de

Nadere informatie

Wijzigingen ingevolge het oorspronkelijke wetsvoorstel (TK 33 238, nr. 2) zijn grijs gearceerd.

Wijzigingen ingevolge het oorspronkelijke wetsvoorstel (TK 33 238, nr. 2) zijn grijs gearceerd. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, zoals deze komt te luiden na wijziging ingevolge het gewijzigde wetsvoorstel EK 33 238, A. Wijzigingen ingevolge het oorspronkelijke wetsvoorstel

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet van 15 juli 2008, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme) Wij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 116 28 018 Wijziging van de Wet melding ongebruikelijke transacties en de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 met het oog

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES en de Wet financiële markten BES in verband met het aanpakken van geconstateerde risico s op witwassen en financieren

Nadere informatie

/ /eti Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme met (gemarkeerd) het consultatievoorstel van 19 juli 2011

/ /eti Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme met (gemarkeerd) het consultatievoorstel van 19 juli 2011 (Tekst geldend op: 17-08-2011) Wet van 15 juli 2008, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet ter voorkoming van witwassen en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 686 Wet van 20 december 2012 tot wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet ter voorkoming van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 239 Besluit van 22 mei 2012 houdende regels ter uitvoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES (Besluit

Nadere informatie

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening)

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening) 6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening) Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. dienstverlener:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 179 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

Veel gestelde vragen (FAQ)

Veel gestelde vragen (FAQ) Veel gestelde vragen (FAQ) 1. Wat is het doel van de Landsverordening identificatie bij dienstverlening (LID) en de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties (LvMOT) en op welke instellingen

Nadere informatie

Met dank aan SDU voor het ter beschikking stellen van de tekst

Met dank aan SDU voor het ter beschikking stellen van de tekst Tekst geldend op: 01-08-2009 Met dank aan SDU voor het ter beschikking stellen van de tekst Wet van 15 juli 2008, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke

Nadere informatie

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Verkopers van goederen

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Verkopers van goederen Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Handleiding voor Verkopers van goederen Versie: 04-07-2013 Inleiding Vanaf 1 augustus 2008 is de Wet

Nadere informatie

Hierbij bied ik u aan de beantwoording van bovenvermelde vragen met kenmerk 2018Z18409 van het lid Bruins van de ChristenUnie.

Hierbij bied ik u aan de beantwoording van bovenvermelde vragen met kenmerk 2018Z18409 van het lid Bruins van de ChristenUnie. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Bijlage 7 De risk-based approach van de Wwft

Bijlage 7 De risk-based approach van de Wwft Bijlage 7 De risk-based approach van de Wwft Drs. E.Y.C. Ligthart en mr. M.E.M. Suijkerbuijk 1 Inleiding Sinds 1 augustus 2008 is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 305 Besluit van 15 juli 2008, houdende bepalingen met betrekking tot de reikwijdte van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 238 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 488 Besluit van 21 november 2003 tot uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties, houdende goedkeuring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 232 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 237 Wijziging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/60/EG

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 94 Besluit van 24 februari 2003 tot aanwijzing van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet

Nadere informatie

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Makelaars in onroerende zaken

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Makelaars in onroerende zaken Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Handleiding voor Makelaars in onroerende zaken Versie: 04-07-2013 Inleiding Vanaf 1 augustus 2008 is

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 239 Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband

Nadere informatie

Afstudeerproduct Ken-je-cliënt -checklist. Studentnummer:

Afstudeerproduct Ken-je-cliënt -checklist. Studentnummer: Afstudeerproduct Ken-je-cliënt -checklist Naam auteur: Merel Mossou Studentnummer: 2089081 Afstudeerorganisatie: Afstudeermentor: Eerste afstudeerdocente: Tweede afstudeerdocente: Opleiding: Onderwijsinstelling:

Nadere informatie

WET TER VOORKOMING VAN WITWASSEN EN FINANCIEREN VAN TERRORISME ("WWFT")

WET TER VOORKOMING VAN WITWASSEN EN FINANCIEREN VAN TERRORISME (WWFT) ADVOCATEN NOTARISSEN BELASTINGADVISEURS WET TER VOORKOMING VAN WITWASSEN EN FINANCIEREN VAN TERRORISME ("WWFT") De Wwft 1 zoals gewijzigd bij de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, 2 zoals geldend

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 696 Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 teneinde richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 125/4 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/758 VAN DE COMMISSIE van 31 januari 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme zoals die luidt na in werking treden van wetsvoorstel tot implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn (Kamer st. 34808) Wet van 15 juli

Nadere informatie

doordat de vereniging zelf Wwft-plichtig is; doordat de vereniging te maken heeft met een onderneming die Wwft-plichtig is.

doordat de vereniging zelf Wwft-plichtig is; doordat de vereniging te maken heeft met een onderneming die Wwft-plichtig is. Bestuur Taskforces Team Vacatures Vacatureoverzicht Vacature plaatsen Polderprojecten Word lid Login # Home» Nieuws» Nieuwsbericht De ubo van de vereniging 20-09-2017 Nieuwsbericht Uit de Prinsjesdagstukken

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE EF 76 ECOFIN 269 CRIMORG 137 CODEC 744 NOTA van: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

COMPLIANCE RICHTLIJNEN

COMPLIANCE RICHTLIJNEN Meldpunt Ongebruikelijke Transacties Afdeling Toezicht COMPLIANCE RICHTLIJNEN Ter bevordering van de naleving en handhaving van de Wet MOT en WID, voor een effectieve bestrijding van Money Laundering en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 257 Wet van 30 juni 2010 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 214/29

Publicatieblad van de Europese Unie L 214/29 4.8.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 214/29 RICHTLIJN 2006/70/EG VAN DE COMMISSIE van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

Financial Intelligence Unit Suriname (MOT)

Financial Intelligence Unit Suriname (MOT) Financial Intelligence Unit Suriname (MOT) Paramaribo, 1 februari 2018 Wettelijk kader FIU Suriname Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (S.B.2002 no 65, z.a gewijzigd bij S.B. 2011 no 96, S.B.2012

Nadere informatie

Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime

Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 506 Besluit van 12 oktober 2006, houdende regels ter uitvoering van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot de reikwijdte en toegang

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 553 Besluit van 11 oktober 2002 op grond van de Sanctiewet 1977, inzake het melden van transacties die zouden kunnen duiden op de financiering

Nadere informatie

Automatische vergelijking tussen de Wwft per 1 januari 2018 en die per 25 juli 2018

Automatische vergelijking tussen de Wwft per 1 januari 2018 en die per 25 juli 2018 tussen de Wwft per 1 januari 2018 en die per 25 juli 2018 Tussen [ ] haken is soms een korte toelichting op het artikel toegevoegd. (ET) Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen... 4 1.1. Begrips- en reikwijdtebepalingen...

Nadere informatie

De samenvoeging van Wid en MOT

De samenvoeging van Wid en MOT De samenvoeging van Wid en MOT Wet identificatie bij dienstverlening / Wet melding ongebruikelijke transacties De belangrijkste wijzigingen van de regelgeving omtrent identificatie bij dienstverlening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 746 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2007/36/EG van het

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

DE LWTF: DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN VOOR VRIJE BEROEPSBEOEFENAREN. mr. George Croes (Senior Policy Advisor Integrity Supervision Dept.

DE LWTF: DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN VOOR VRIJE BEROEPSBEOEFENAREN. mr. George Croes (Senior Policy Advisor Integrity Supervision Dept. DE LWTF: DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN VOOR VRIJE BEROEPSBEOEFENAREN 30 juni 2011 mr. George Croes (Senior Policy Advisor Integrity Supervision Dept.) 30 juni 2011 1 I. Introductie: Achtergrond LWTF II.

Nadere informatie

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. instelling: 1) bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, niet zijnde een natuurlijke persoon,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 237 Wijziging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/60/EG

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 31 237 Wijziging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/60/EG

Nadere informatie

Regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018)

Regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018) Regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins

Nadere informatie

CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018

CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 februari 2018 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 1. ALGEMEEN Met grote belangstelling hebben wij kennis genomen van de consultatieversie

Nadere informatie

6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen

6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen 6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt

Nadere informatie

Memorie van toelichting. 1. Algemeen

Memorie van toelichting. 1. Algemeen Memorie van toelichting 1. Algemeen Het onderhavige wetsvoorstel strekt tot implementatie van de richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 425 Wet van 14 september 2006 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn ALGEMEEN 1.1 In de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn ('Implementatiewet') worden wijzigingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 312 Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. wijziging van de Mededingingswet in verband met wijziging van de bepalingen over markt en overheid en wijzigingen in het concentratietoezicht, en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 808 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 910 Regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Vragenlijst met betrekking tot de identificatie van Politiek Prominente Personen (1) en de vaststelling van de herkomst van vermogen

Vragenlijst met betrekking tot de identificatie van Politiek Prominente Personen (1) en de vaststelling van de herkomst van vermogen 1/5 Vragenlijst met betrekking tot de identificatie van Politiek Prominente Personen (1) en de vaststelling van de herkomst van vermogen Waarom worden u de vragen in deze vragenlijst gesteld? De meeste

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

4 e AntiWitwas Richtlijn

4 e AntiWitwas Richtlijn 4 e AntiWitwas Richtlijn Impact voor Nederland Ad Kuus 26 mei 2016 Agenda FATF Europa -> 4 e AML richtlijn Implementatie planning Integriteitsrsico s, analyse en beheersing PEP UBO Registers De Risico

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening

: LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening Intitulé : LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening Citeertitel: Invoeringsverordening Landsverordening voorkoming en bestrijding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 785 Regels ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet ter voorkoming

Nadere informatie

1. Stel vast dat de dienstverlening van het dossier onder de LID verplichting valt. De

1. Stel vast dat de dienstverlening van het dossier onder de LID verplichting valt. De WERKDOCUMENT LANDSVERORDENING IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING (LID) VOOR MAKELAARS Dit werkdocument kan gebruikt worden als een hulpmiddel bij de stappen te nemen ter uitvoering van de LID. Aan dit werkdocument

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 WET van 5 september 2002, houdende vaststelling van regelingen inzake de identificatieplicht van dienstverleners (Wet Identificatieplicht Dienstverleners) (S.B. 2002 no. 66). ALGEMENE BEPALINGEN Artikel

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet toezicht trustkantoren 2018 in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap Argenta Spaarbank nv Dienst Personenbeheer Belgiëlei 49-53, 2018 ANTWERPEN FSMA 27316 RPR Antwerpen btw BE 0404.453.574 Kenmerk: PBUBOA

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 215 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de Wet inzake bloedtransfusie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

ARTIKEL PM. WIJZIGING VAN DE WET TER VOORKOMING VAN WITWASSEN EN FINANCIEREN VAN TERRORISME

ARTIKEL PM. WIJZIGING VAN DE WET TER VOORKOMING VAN WITWASSEN EN FINANCIEREN VAN TERRORISME ARTIKEL PM. WIJZIGING VAN DE WET TER VOORKOMING VAN WITWASSEN EN FINANCIEREN VAN TERRORISME De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 023 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus

Nadere informatie