Gemeente Kringen Nieuwe Kerk

Transcriptie

1 Gemeente Kringen Nieuwe Kerk Inleiding Al geruime tijd zijn we als nieuwe kerk aan het nadenken over het werpen van het net aan de andere zijde. Dat is voor een deel ingegeven door wat we om ons heen zien gebeuren: Kerkverlating, individualisering, gebouwensluiting, materialisme, tijdsdruk ambtsdragers, marginalisering etc. Nood in de wereld om ons heen We weten ons geroepen om daarop te reageren en kerk te zijn in onze wijk in deze tijd (met of zonder kerkgebouw in de wijk): Meer naar buiten dan naar binnen gericht en op elkaar betrokken. Hierbij weten we ons afhankelijk van het werk van de Heilige Geest; zonder God s zegen zijn onze plannen nutteloos Als kerkenraad hebben we gebruik gemaakt van input uit de wijkgemeente die we verzameld hebben tijdens een aantal wijkavonden: Wijkavond april 2014: Een wijkavond over NK in 2020 (Visie en missie) In het najaar 14/voorjaar 15 hebben diverse werkgroepen verschillende speerpunten opgepakt, o.a. pastoraat en gemeente opbouw Wijkavond april 15: Informatie uitwisseling over voortgang speerpunten - d.m.v. informatie-stands in het Visnet (ook over gebouwen) Wijkavond april 16: Avond over gebouwenbeleid, maar ook groepsgesprekken over het net aan de andere zijde uitwerpen Daarnaast hebben we gebruik gemaakt van een beleidsdocument dat recent is opgesteld door een commissie vanuit de Algemene Kerkenraad in het kader van de te nemen beslissing rondom de kerkgebouwen. Dit document, getiteld Samen Jezus volgen, bevat een aantal zinvolle en doordachte elementen waardoor we ons hebben laten leiden. Tot slot is er ook recent een document vanuit de PKN verschenen rondom het opnieuw doordenken van hoe we kerk zijn: Kerk Dit is opgesteld door drs. Arjan Plaisier, scriba van de generale synode. Kernthema in dat document is back to basics. Wat is de basis van het geloof en hoe kunnen we vandaaruit kerk zijn in deze tijd. Vanuit deze bronnen en de vele gesprekken met gemeenteleden zijn we gekomen tot het opzetten van gemeentekringen. Er liepen hier en daar al wel wat pilots ( gesprek in de wijk ), maar de bedoeling is om dit nu breder in te zetten. Het doel hierbij is om meer betrokkenheid op elkaar te creëren (pastoraat), het geloof te verdiepen (met woord en daad) en in de wijk zelf gestalte geven aan het diaconaat en missionair zijn. Dit vraagt een andere focus van de kerkenraad en in het bijzonder van de ouderlingen. Van het alleen richten op het huisbezoek meer naar het begeleiden en toerusten van deze kringen. Daarbij opgemerkt dat de kerkenraad en de ouderling in het bijzonder eindverantwoordelijk blijft voor de pastorale zorg in de gemeente en het 1: 1 pastoraat (lees: huisbezoek). Daarbij moet het ook mogelijk zijn dat dit bezoek door éen ouderling afgelegd kan worden in plaats van twee. Met name ook in specifieke situaties als ernstige zorg bijv ziekte/werkeloosheid, relatie problemen, jubilea, geboorte, overlijden etc.

2 Waarom gemeente kringen? Lijnen vanuit Bijbel Paulus schrijft verschillende keren over het ambt. Het meest bekend is wel 1 Timotheus 3, waar hij vooral ingaat op de vereisten van een ouderling en diaken. In Efeze 4 schrijft hij iets over de taak van een ambtsdrager. Die ziet hij vooral in het toerusten, vs. 12. En dan noemt hij toerusten tot dienstbetoon (letterlijk diaconaat) als eerste. Verder toerusten in eenheid, waarmee hij terugkomt op het begin van dit hoofdstuk. En het toerusten in kennis, zodat we zelf ook kunnen groeien in het geloof, vs. 13. Wij hebben ons, dat is langzamerhand vanuit de Reformatie gegroeid, vooral toegelegd op het pastoraat: Het huisbezoek. Misschien moeten we ook in dat verband weer back to basics. De ouderling als geestelijk leider, als inspirator, die toezicht heeft op de gemeente (in de zin van: Wat gebeurt er allemaal), en die delegeert en stimuleert waar nodig is in zijn sectie. Hij fungeert meer als pezen in een lichaam. Vanuit Handelingen 2 zien we dat de eerste gemeente samenkomt als geheel rond de tempel. En tegelijk dat er ook huiskringen zijn: Handelingen 2 : 46. Het belang van kringen wordt in onze tijd ook steeds meer benadrukt vanuit de literatuur. Lijnen vanuit de tijd We leven in een andere tijd. Een tijd van individualisme. Christenen zijn een minderheid in de samenleving. Er is misschien meer welvaart, maar dat betekent niet meer welzijn. Dit vraagt om een andere aanpak. We moeten meer dan ooit het zoutend zout zijn. We staan voor een keuze. Doorgaan op de huidige voet of kijken naar kansen voor groei. Het net aan de andere zijde uitwerpen De functie en taken van gemeentekringen Vanuit die kringen zien we de volgende taken: 1. Diaconaat. We noemen dat als eerste, omdat Paulus dat ook doet in Efese 4. Het is dan ook een wezenlijke taak van de gemeente. Het is ook in deze tijd misschien wel het gezicht van de kerk. Jan Kroon noemde op de afgelopen bijeenkomst een mooi voorbeeld van de gemeente in Rome, dat de christelijke gemeente daar een goede naam had. Je leest dat ook in Handelingen 2 van de eerste gemeente, dat er vrees over de mensen kwam. Mensen kwamen ervan onder de indruk van wat er in de gemeente afspeelde en hoe er gezorgd werd voor elkaar. Zo werkte die eerste gemeente als een magneet. Dat betekent dus dat we met elkaar op een kring nadenken over: Waar weten we van ziekte en van zorg? Wat kunnen we voor diegene of dat gezin betekenen? Juist in onze tijd dat er steeds meer beroep gedaan wordt op mantelzorgers liggen daar misschien kansen voor de kerk. Taak v.d. ouderling: het faciliteren van dit gesprek en het komen vanuit de kring tot concrete acties 2. Onderling pastoraat. In navolging van wat Paulus zegt in Romeinen 12 : 15. Daaruit kunnen we opmaken dat pastoraat in de eerste plaats iets van ons samen is. Waar weten we van vreugde: Een jubileum, een mooie uitslag uit het ziekenhuis, een jongere die geslaagd is voor zijn examen, etc.? Hoe kunnen we delen in de vreugde? En waar is verdriet, eenzaamheid, etc.?

3 Taak van de ouderling: Faciliteren. Hij gaat alleen nog op bijzonder pastoraat, en waar nodig speelt hij zaken door aan de predikant. Als dit goed functioneert kan het huisbezoek in z n huidige vorm komen te vervallen. 3. Bijbelstudie. Om ook zelf te kunnen groeien in het geloof en met elkaar het geloofsgesprek aan te gaan en met elkaar te spreken over hoe komt de prediking over, wat is de uitwerking daarvan in het persoonlijk leven? Waar liggen de specifieke knelpunten in het persoonlijk geestelijk leven en de positie binnen de gemeente? 4. Missionair. De gemeente van Christus is een gezonden gemeente. Wij zijn er in deze wereld niet alleen voor onszelf, maar ook voor anderen. Om tot zegen te zijn, die werd al gezegd tegen Abraham de vader van alle gelovigen. Hoe kunnen wij tot zegen zijn van de buurt? Door te helpen ook bij niet christelijke buurtbewoners. Waar kunnen we bijvoorbeeld eten brengen? Wie kunnen we vanuit de gemeente daar verder bij inschakelen? Waar komt iemand nieuw wonen? Kunnen we iets voor zo iemand betekenen in raad en daad? Voordat je met het Evangelie komt, kom je eerst met je gereedschapskist. We noemen maar iets. 5. Bezig zijn met de gaven van de Geest. Ook daar wijst Paulus herhaaldelijk op in zijn brieven: Romeinen 12 : 6 tm. 8 ; 1 Korinthe 12; Efese 4 : 7 e.a.p. Daarbij valt op dat Paulus alleen in 1 Korinthe 12 spreekt over de bijzondere gaven van de Geest en dat ook nog eens terughoudend. We hebben allemaal onze gaven gekregen. Als gemeente zijn we veel rijker dan we denken. Het zou mooi zijn als we die gaven konden aanboren. Het kan onze gemeente zoveel meer kleur geven. De taak van de ouderling is om de gaven te: a. inventariseren, welke gave heb je? b. stimuleren, hoe zou je die gave kunnen gebruiken in de gemeente? c. evalueren, hoe is het de afgelopen tijd gegaan? Wat heb je ermee gedaan? Een uitwerking van deze 3 punten rondom gaven van de Geest is te vinden in Bijlage 2 Vanuit het visie document Samen Jezus volgen wordt de cyclus doorlopen van geestelijk leiderschap -> vorming, groei en toerusting -> dienst aan de naasten. Deze elementen komen ook aan bod in de opzet van gemeentekringen. Werkwijze Het beste is om met drie of vier echtparen en/of alleenstaanden die bijvoorbeeld bij elkaar in de straat wonen af te spreken, een kring te starten. De grootte van de groep moet zodanig zijn dat men thuis bij elkaar kan komen. De nieuwe aanpak vraagt wel, dat je minstens eenmaal per maand samenkomt. Omdat het voor een ouderling een onmogelijke opgave wordt om alle kringen te leiden moet de ouderling dit delegeren. Bijvoorbeeld door het aanstellen van een aanspreekpunt per kring die dat verder coördineert. De ouderling is eerder aanjager en inspirator. Hij blijft ook eindverantwoordelijk. In bijlage 1 is een stappenplan bijgevoegd met concrete onderwerpen die per avond besproken kunnen worden. Dat is genoeg voor het eerste jaar.

4 Soms geven mensen aan pas op de plaats te willen maken. Om eerst iets vanuit de Bijbel te willen overdenken. Neem er de tijd voor. Zij die geloven haasten niet. Het is goed om contact te houden met de Evangelisatieouderling, zodat je van elkaar weet wat er gedaan wordt. Ook goed om diakenen erbij te betrekken voor het geval er een beroep gedaan moet worden op de diaconie. Hetzelfde geldt voor het contact met de jeugdouderling. En hou de dames van de PPH in je achterhoofd, als het om langere begeleiding gaat. Ook is het belangrijk om met elkaar ruim de tijd te nemen voor gebed. Kringgebed zou het mooist zijn. We zijn afhankelijk van de zegen van God. Het is goed dat we ons dat elke avond weer bewust zijn, zodat we in afhankelijkheid ons werk kunnen doen in Gods Koninkrijk tot Zijn eer en tot opbouw van Zijn gemeente.

5 Hoe gaan we dit uitrollen in de gemeente (voorstel) Voorstel is om in de eerste week van oktober een gemeenteavond te beleggen waar we dit verder willen toelichten en de mensen ook gelegenheid geven om vragen te stellen. Over de precieze inhoud van de avond moet nog worden nagedacht. Omdat maar een beperkt deel van de gemeente deze avonden bezoekt lijkt het ons ook goed om de op de startzondag in de morgendienst aandacht aan dit onderwerp te besteden in een thema dienst waarna er bij het koffiedrinken alvast het een en ander kan worden toegelicht. Op deze wijze is het misschien mogelijk om gemeente leden ook te bewegen om naar de wijkavond te komen het is dan een aansluitende activiteit. Voor het doen slagen van deze missie is het belangrijk dat we de gemeente weten mee te bewegen in deze verandering. Het vraagt ook nogal wat van de gemeente. We zullen nog verder moeten zoeken hoe we dat kunnen activeren. Met name ook die gemeenteleden die meestal passief participeren in de kerk. Monitoren voortgang Het voorstel is om met 1 kring per sectie te starten, daar de volle aandacht aangeven en wanneer dat loopt door te pakken met een volgende kring. Het is het eerste jaar belangrijk om de voortgang te monitoren. We kunnen dit tijdens de vergadering doen of daarvoor een extra evaluatie te plannen. Ook de kringleiders moeten we daarin betrekken. Jongeren In overleg met de jeugdouderling is afgesproken dat we ook actief de jongeren van 18+ bij de kringen zullen betrekken. De jeugd onder de 18 is d.m.v. clubs en verenigingen onder de HJ al behoorlijk onder de pannen. Tot slot Zoals al eerder gezegd aangegeven we zijn afhankelijk van de zegen van God over al onze plannen: Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan (Psalm 127: 1)

6 Bijlage 1: Stappenplan voor het opzetten van de kring in jaar 1 Avond 1: - Nodig drie of vier echtparen uit, die bij elkaar in de buurt wonen, zodat zij een eerste buurtkring kunnen worden. - Leg uit wat de bedoeling is. Je zou dat kunnen doen aan de hand van dit document. - Je zou vervolgens met elkaar kunnen lezen uit Efese 4 : 1 tm. 16. In dit gedeelte komen allerlei punten uit de paper terug. Daarbij laat je zien dat het niet zomaar wilde ideeën zijn, maar dat er ook een Bijbelse onderbouwing achter zit. Enkele punten uit dit gedeelte: 1. Met Efese 4 begint een tweede gedeelte uit de brief. Het eerste gedeelte is meer leerstellig (is meer theologie, om zo te zeggen) het tweede gedeelte is meer praktisch. Het gedeelte sluit nauw aan op een gebed van Paulus in Efese 3 : 14 tm. 21, waarin Paulus ook bidt om verdieping en verbreding van het geloof. Het geeft nog eens het belang aan van het gebed. 2. In vers 1 tm. 6 zit vooral een oproep tot eenheid. Vraag is: Hoe belangrijk is eenheid voor ons? In onze traditie is het heel vaak gegaan om waarheid. En als wij vonden dat ergens niet de waarheid verkondigd werd, dan gingen we naar een andere gemeente of we begonnen voor onszelf. Met het gevolg, dat het lichaam van Christus op allerlei manieren verdeeld is geraakt. Nu is waarheid voor Paulus zeker niet onbelangrijk, zie vers 15, maar hij begint hier met de eenheid van de gemeente. Wat heeft dat ons te zeggen? Hoe kijken we tegen de verschillen in de gemeente aan? Wat zijn die verschillen en hoe belangrijk zijn ze voor ons? En als mensen zich niet meer in een wijk thuis voelen, wat dan? Hoe kunnen we aan eenheid bouwen? Daarvoor is het ook belangrijk om samen dingen te doen. Daarom zijn kringen zo belangrijk. Als je elkaar kent en samen aan de gemeente bouwt, dan geeft dat een hele sterke onderlinge band met elkaar. 3. In vers 7 en 8 gaat het over gaven van Christus. En dat die gaven aan een ieder van ons zijn gegeven. Hoe kijkt u tegen de gaven van de Geest aan? Zijn het misschien schatten die we nog teveel hebben laten liggen? Wat vindt u ervan om daar de komende tijd op in te zetten? Weet u welke gave u hebt ontvangen, en wil je dat met elkaar ontdekken? 4. Vers 11 en 12. Pas hier noemt Paulus verschillende ambten. Hij spreekt eerst de gemeente aan en komt daarna pas op de ambtsdragers. Daarbij ziet hij vooral als taak van de ambtsdrager om de gemeente (heiligen, zoals hij ze noemt) toe te rusten. De ambtsdrager, die dingen aanreikt en stimuleert, maar de mensen zelf moeten het doen. Daarom meer inzetten op onderling pastoraat. 5. In vers 12 noemt Paulus dan als eerste van de toerusting: Dienstbetoon. Letterlijk heeft hij het over diaconaat. Wat vindt u van het idee om meer diaconaat in de kringen in te brengen? De zorg voor elkaar? Welke mogelijkheden ziet u? 6. Vers 13: Opnieuw heeft Paulus het over de eenheid. Nu noemt hij ook kennis van de Zoon van God om te kunnen groeien in de volwassenheid van het geloof. Dan hebben we het over Bijbelstudie.

7 Hoe heeft u Bijbelstudie tot nu toe ervaren? Zou Bijbelstudie meer gericht moeten zijn op opbouw van de gemeente? Of moet je het echt zien als persoonlijke toerusting voor je geloof? Heeft u verder ideeën voor Bijbelstudie? 7. Hoe belangrijk zeker ook dat laatste is zien we in de verzen 14 en 15, als Paulus het heeft over meegesleurd worden door wind van leer, en door bedrog van mensen. Wat zijn volgens u op dit moment kwalijke invloeden die in de lucht zitten en die de gemeente bedreigen? En welke gevaren en bedreigingen ziet u voor uw eigen geloofsleven? 8. In vers 16 heeft Paulus het over het hele lichaam van Christus. Dat het lichaam kan groeien en op- en uitgebouwd kan worden in de liefde. Hoe belangrijk is dat voor u? In hoeverre zijn we zelf teveel consument/passief in de gemeente? Zou u willen meebouwen? Ziet u ook nog andere mogelijkheden voor de opbouw van de gemeente? P.S. Waarschijnlijk is dit veel te veel stof voor 1 avond. Overleg verder met de groep hoeveel avonden je verder aan deze vragen zou willen besteden. En welke punten een volgende avond aan de orde moeten komen. Neem er rustig de tijd voor. Zij die geloven haasten niet. Met deze eerste kring zou je een afspraak kunnen maken voor een volgende maand. Het is de bedoeling dat je samen een traject volgt, waarbij een kring groeit naar zelfstandigheid. In de tussenliggende weken zou je met een ander groepje echtparen ook zo n startavond kunnen beleggen. Neem echter niet teveel hooi op je vork, want we kunnen nog niet helemaal overzien hoeveel tijd het ons zal kosten. Als er dit seizoen in elke wijk 1 of 2 kringen/kernen opgezet worden dan is dat toch al een heel mooi begin? In het vervolg van het seizoen zou je andere hoofdstukken uit de brief van Efese als uitgangspunt kunnen nemen. Efese 1 : 1 tm. 14. Dat zou je kunnen bespreken om het facet van Bijbelstudie in de kring aan de orde te stellen. Misschien is dat ook wel een iets veiliger begin, dan meteen over gaven van de Geest te gaan praten. Maar dat zou je in de kring kunnen bespreken. Enkele aandachtspunten: a. Efese 1 : 3 tm. 14 is in het Grieks 1 lange zin. Het is alsof Paulus niet kan stoppen, want het een komt voort uit het ander. Driemaal is er een korte lofprijzing in deze lange zin (tot lof en heerlijkheid in vers 6, 12, en 14) en daarbij gaat het dan over het werk van de Vader, vervolgens van de Zoon, en als derde van de Heilige Geest. Deze lange zin is dus trinitarisch opgebouwd (naar de Drieeenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest). b. Alles wat Paulus hier zegt komt voort uit de verkiezing, vers 2. Dat is de bron van alle zegeningen. En opvallend is dat dit vooral een lofzang is. Als Paulus het heeft over de verkiezing, dan begint hij te zingen. (Ook in Romeinen 9 tm. 11 als hij het heeft over de verkiezing van Israel, dan eindigt hij ook weer met een loflied: Romeinen 11 : 33vv). Gespreksvragen: 1. Hoe beleeft u de verkiezing? Hoe kijkt u daar tegenaan? Ervaart u het als een bron van zegeningen of als een struikelblok?

8 2. Welke zegening raakt u het meest vanuit dit gedeelte? Wat spreekt u het meeste aan? En waarom? 3. Motiveert dit gedeelte u om ook zelf actief bij de gemeente betrokken te zijn? Als God ons zoveel geeft, als ons zulke schatten zijn toevertrouwd? 4. Op een volgende avond zou je n.a.v. Efese 1 : 15 tm. 22 het gebed aan de orde kunnen stellen. Als Paulus aan de gemeente van Efese denkt, zo schrijft hij in vers 16, dan gaat hij danken en bidden. Wat komt er bij ons boven als we heel concreet aan de gemeente van Huizen denken? Waar zouden wij voor danken? En waar zouden wij voor bidden? Ga eens na, waar Paulus in dit gedeelte voor dankt en bidt? Hoe belangrijk is voor ons het gebed in de gemeente? En ook het gebed met elkaar als gemeente. Je zou verder kunnen doorpraten over de gebedsdiensten in de Nieuwe Kerk. En je zou kunnen afspreken om daar met elkaar als kring aan mee te doen. In Efese 2 heeft Paulus het over het verleden van de gemeente. Hij herinnert hen eraan wie ze waren, om ze nog eens te laten beseffen wie ze dankzij Christus geworden zijn. Hoe rijk ze zijn. Op deze avond zou je het missionaire aspect van de gemeente en van de kring aan de orde kunnen stellen. Je zou het gedeelte eventueel op twee avonden kunnen bespreken. De eerste avond tm. vers 10. Je zou door kunnen praten over de machten in de lucht vers 2. Over het levend gemaakt zijn met Christus. Hoe levend zijn we? Persoonlijk, als kerk, als wijk? Over geloof als gave van de Geest n.a.v. vers 8. In hoeverre verhouden zich roeping en gave tot elkaar? Aan de ene kant is geloof een gave, maar we worden toch ook tot geloof geroepen? En je zou met elkaar door kunnen praten over de goede werken uit vers 10. In hoeverre zouden we daar inhoud aan kunnen geven ook in onze buurt? (Je kunt denken aan mensen die nieuw in de buurt komen wonen, informeren of je ze kunt helpen?). In het vervolg, vs 11 tm. 22 gaat het ondermeer over de muur die Christus afgebroken heeft. In hoeverre hebben wij als kerk toch weer muren en drempels opgebouwd? En wat zouden we eraan kunnen doen om die muren en drempels te verlagen? Hoe zouden we de toegankelijkheid voor buitenkerkelijken kunnen bevorderen? En je zou tijdens deze avonden met een missionaire spitst ook kunnen kijken naar Efese 3 : 1 tm. 13, en dan met name naar vers 10, naar de publieke roeping van de kerk. De kerk die geroepen is ook aan de overheden de veelvuldige wijsheid van God bekend te maken. Dan zou je door kunnen praten over kerk en politiek. Ook plaatselijk. Hoe kun je daar gestalte aan geven? Bij een avond over Efese 4 zou je nader in kunnen gaan over de gaven van de Geest. Dit gedeelte is al op de startavond aan de orde geweest. Nu kun je dat verder uitwerken. - Eventueel met behulp van een gaventest op zoek gaan naar de gaven van ieder persoonlijk.

9 - Met elkaar doorpraten over hoe je die gave zou kunnen gebruiken in de opbouw van de gemeente. - Afspreken met elkaar hoe je dat op volgende avonden gaat evalueren. Is het gelukt om iets met je gave te doen? Wat is er goed gegaan? Waar loop je tegenaan? Het is belangrijk dat het een gezamenlijke zoektocht wordt eventueel met elke deelnemer afzonderlijk. Dat zal meerdere avonden vergen. Andere gedeelten die je bij de gaven kunt lezen zijn Romeinen 12 : 6 tm. 8 en 1 Korinthe 12 : 4 tm. 11 Wanneer je verder leest in Efese 4 : 17 tm. 32 dan worden er allerlei leefregels gegeven. Let in dit gedeelte op het woord elkaar, vers 25 en 32. Vanuit vers 32 waarin het gaat over vriendelijkheid en barmhartigheid kun je een avond wijden aan verdere invulling van het diaconaat. In Efese 5 noemt Paulus allerlei gevaren die het christelijk leven bedreigen. Die een terugval kunnen veroorzaken en zelfs dat een gemeente indut. Hoe kunnen we met elkaar alert en wakker blijven? Hoe kunnen we elkaar ook aansporen, zoals Paulus dat ook in dit gedeelte doet? We zijn immers wel degelijk de hoeder van onze broeder. Als je toegekomen bent aan het vervolg van Efese 5, waarin het gaat over het huwelijk dan heb je al een heel traject met elkaar afgelegd. Mooi om dan ook eens met elkaar te spreken over je huwelijk. Hoe beleef je dat? Ook deze avond zou een praktisch vervolg kunnen krijgen door een verdere huwelijkscatechese in onze wijk. Als onderhoudscursus voor je huwelijk en/of als catechese aan hen die gaan trouwen. In Efese 6 : 1 tm. 4 gaat het over kinderen en ouders. Een mooie gelegenheid om over christelijke opvoeding te spreken. We hebben ook nogal wat pedagogen in onze wijk. Waar lopen we in de opvoeding van onze kinderen tegenaan? Ervaringen uitwisselen. Hoe krijg je je kinderen mee naar de kerk? Hoe kun je ze op hun beurt enthousiast maken voor de gemeente? Hoe geef je inhoud aan de huisgodsdienst? Aan de eredienst aan tafel, om zo te zeggen: Bidden, danken, lezen, zingen? Hoe leer je je kinderen stille tijd als wezenlijk onderdeel in de relatie met God? Vervolgens spreekt Paulus in Efese 6 over slaven en heren. Via huwelijk en gezin komt hij op het werk. Hoe ben je christen op je werk? Een mooi voorbeeld vind ik altijd Boaz in Ruth 2, als hij op de akker komt en hoe hij zijn werknemers begroet. Hij begroet ze zoals wij elkaar in de kerk namens God mogen begroeten. Bij Boaz ligt dat dus heel dicht bij elkaar: Kerk en werk. Zijn werk heeft bijna ook iets van een kerkdienst.

10 En als laatste heeft Paulus het in Efese 6 vanaf vers 10 over de geestelijke wapenrusting. Over de machten in de lucht. Over het schild en het zwaard en opnieuw weer over het gebed. Opvallend is dat Paulus maar één aanvalswapen noemt: Het zwaard. Dat is het Woord van God. Niet om elkaar mee om de oren te slaan, maar om de duivel van je lijf te houden. Om staande te kunnen blijven en om uit het geloof te kunnen leven. Dan gaat het dus over weerbaar zijn als christen. En over voorbede voor degenen die in de frontlinie staan. Ook dat hoort bij een levende gemeente zijn. Bijlage 2: Het ontdekken, inzetten en evalueren van de gaven Hoe kun je gaven ontdekken? Door er ook met elkaar over te praten. Welke gave denk jij dat ik heb? Er zijn ook gaventesten, die je verder kunnen helpen (zoals gaventest van Nynke Dijkstra, zie ook online: gaventest van de Geest). Daarbij wordt eerst gekeken naar de doelgroep: Welke leeftijd trekt mij aan om mee aan het werk te gaan: Jongeren/ouderen? Zieken/gezonden? Allochtonen/autochtonen? Studenten, of juist jongeren die niet zo goed mee kunnen komen? Gezinnen of alleenstaanden? Tot welke groep voel je je het meest aangetrokken? En vervolgens de vraag: Waar liggen je interesses? Organisatie, sport, muziek, theologie, tuinieren, natuur, ICT, media (film, internet), kunst, kerk, techniek, onderwijs/opvoeding, politiek, koken, vluchtelingenproblematiek.. Waar praat je graag over? Wat raakt je? Waar lig je van wakker, of waar maak je je kwaad over? Hoe kun je die gave gebruiken voor de opbouw van de gemeente. Het is mooi om daar ook met elkaar over na te denken, want soms is dat niet meteen duidelijk. Heel veel jongeren geven aan de gave van sport te hebben. In de kerk doen we daar eigenlijk niets mee. Zouden we dat ook niet aan kunnen wenden om naar buiten te treden als kerk? Sport verbroedert, zeggen ze. Een eigen kerkelijk team (Hervormde vogels..) en na de wedstrijd een goed gesprek. Dit is slechts een voorbeeld. Evalueren van gaven Hoe is het gegaan? Waar loop je tegenaan? Hoe kunnen we je daarbij helpen? Dat kan ook weer motiverend zijn voor anderen. Dit zal in eerste instantie meerdere avonden in beslag nemen.