Mededelingen door de ouderling van dienst. Gijs van Ginkel Ouderling Scriba

Transcriptie

1 Mededelingen door de ouderling van dienst Gijs van Ginkel Ouderling Scriba

2 Psalm 100 vers 1, 2, 3 en 4

3 Psalm 100 vers 1, 2, 3 en 4

4 Psalm 100 vers 1, 2, 3 en 4

5 Psalm 100 vers 1, 2, 3 en 4

6 Psalm 100 1, 2, 3 en 4 Lied 218 1, 2, 3, 4 en 5 Lied 340b 1 Schriftlezing Lukas 3:15-23a Lied 826 1, 2 en 3 Lied 360 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Lied Psalm 111 1, 5 en 6

7 Stil gebed, bemoediging en groet

8 Lied 218 vers 1, 2, 3, 4 en 5

9 Lied 218 vers 1, 2, 3, 4 en 5

10 Lied 218 vers 1, 2, 3, 4 en 5

11 Lied 218 vers 1, 2, 3, 4 en 5

12 Lied 218 vers 1, 2, 3, 4 en 5

13 Psalm 100 1, 2, 3 en 4 Lied 218 1, 2, 3, 4 en 5 Lied 340b 1 Schriftlezing Lukas 3:15-23a Lied 826 1, 2 en 3 Lied 360 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Lied Psalm 111 1, 5 en 6

14 Apostolicum

15 Lied 340b Apostolicum

16 Lied 340b Apostolicum

17 Lied 340b Apostolicum

18 Lied 340b Apostolicum

19 Lied 340b Apostolicum

20 Lied 340b Apostolicum

21 Psalm 100 1, 2, 3 en 4 Lied 218 1, 2, 3, 4 en 5 Lied 340b 1 Schriftlezing Lukas 3:15-23a Lied 826 1, 2 en 3 Lied 360 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Lied Psalm 111 1, 5 en 6

22 Gebed om verlichting met de heilige Geest

23 Kindergesprek

24 Psalm 100 1, 2, 3 en 4 Lied 218 1, 2, 3, 4 en 5 Lied 340b 1 Schriftlezing Lukas 3:15-23a Lied 826 1, 2 en 3 Lied 360 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Lied Psalm 111 1, 5 en 6

25 Lukas 3:15-23a (NBV) 15 Het volk was vol verwachting, en allen vroegen zich af of Johannes misschien de messias was, 16 maar Johannes zei tegen hen: Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; 17 hij houdt de wan in zijn hand om de dorsvloer te reinigen, het graan zal hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden. 18 Op deze en andere wijze spoorde hij de mensen aan en verkondigde hij hun het goede nieuws.

26 Lukas 3:15-23a (NBV) 19 Maar de tetrarch Herodes, die door Johannes was terechtgewezen in verband met Herodias, de vrouw van zijn broer, en vanwege al zijn andere wandaden, 20 voegde aan alle slechte dingen die hij had gedaan nog toe dat hij Johannes opsloot in de gevangenis. 21 Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend 22 en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde. 23 Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer dertig jaar was.

27 Psalm 100 1, 2, 3 en 4 Lied 218 1, 2, 3, 4 en 5 Lied 340b 1 Schriftlezing Lukas 3:15-23a Lied 826 1, 2 en 3 Lied 360 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Lied Psalm 111 1, 5 en 6

28 Lied 826 vers 1, 2 en 3

29 Lied 826 vers 1, 2 en 3

30 Lied 826 vers 1, 2 en 3

31 Psalm 100 1, 2, 3 en 4 Lied 218 1, 2, 3, 4 en 5 Lied 340b 1 Schriftlezing Lukas 3:15-23a Lied 826 1, 2 en 3 Lied 360 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Lied Psalm 111 1, 5 en 6

32 Preek

33 Psalm 100 1, 2, 3 en 4 Lied 218 1, 2, 3, 4 en 5 Lied 340b 1 Schriftlezing Lukas 3:15-23a Lied 826 1, 2 en 3 Lied 360 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Lied Psalm 111 1, 5 en 6

34 Lied 360 vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6

35 Lied 360 vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6

36 Lied 360 vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6

37 Lied 360 vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6

38 Lied 360 vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6

39 Lied 360 vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6

40 Psalm 100 1, 2, 3 en 4 Lied 218 1, 2, 3, 4 en 5 Lied 340b 1 Schriftlezing Lukas 3:15-23a Lied 826 1, 2 en 3 Lied 360 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Lied Psalm 111 1, 5 en 6

41 Presentatie en onderwijzing In het vergaderen en onderhouden van zijn kerk maakt onze Heer Jezus Christus gebruik van de dienst van mensen, aan wie Hij in de gemeente een bijzondere taak heeft toevertrouwd. Hun ambtswerk is bedoeld om de gelovigen toe te rusten tot getuigenis en dienst in de wereld en tot opbouw van het lichaam van Christus. Zij mogen dit werk verrichten, ziende op Hem, die niet gekomen is om zich te laten dienen maar om te dienen.

42 Deze dienstbaarheid in Christus naam krijgt een duidelijke gestalte in het ambt van diakenen. Vanouds hebben zij de taak om de tafels zo te bedienen, met inachtneming van het Woord van God, dat de behoeftigen niet worden beschaamd. Zij zamelen de gaven der gemeente in om allen, die hulp nodig hebben - binnen of buiten de kerk, dichtbij of veraf te doen delen in de liefde van Christus. Metterdaad en biddenderwijs komen zij op voor het recht van de arme, die om hulp roept, de ellendige en wie geen helper heeft.

43 Zo zullen zij bevorderen, dat armen en rijken elkaar ontmoeten, want zij allen zijn schepselen van de HEER. Aan deze verbondenheid met alle mensen en met heel de schepping herinneren zij ons telkens weer, als zij het brood en de beker bij ons doen rondgaan en wij de dood des Heren verkondigen totdat Hij komt. Een ander ambt is dat van ouderling. Zoals de oudsten in Israel het volk vertegenwoordigden en tegelijk het opzicht hadden over de gemeente van God, zo worden in de kerk van Christus de

44 ouderlingen aangesteld om de gemeente te houden aan haar roeping: een koninkrijk van priesters en een heilig volk te zijn. Door op te treden als vertrouwenspersoon en geweten van de gemeente in deze tijd, bemoedigen zij hun broeders en zusters in de navolging van Christus onze Heer. Hoe zouden wij een levende gemeente zijn, als niet mensen telkens weer belangeloos werden opgezocht? En hoe zouden de predikanten de opdracht van de Goede Herder: Hoed mijn schapen! kunnen vervullen, als zij daarbij niet op de medewerking van de ouderlingen mochten rekenen?

45 Alle ambtsdragers hebben tezamen de verantwoordelijkheid als raad der kerk om de gemeente en elkaar in vieren, leren en dienen bij de heilsgeheimen te bewaren: voor alle dingen zoeken wij immers Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid.

46 En u, broeders en zusters, die nu gereed staan om uw ambtswerk te aanvaarden: herinnert u altijd met dankbaarheid, dat het Christus eigen kudde is, die u wordt toevertrouwd. Hij heeft haar verworven door zijn bloed, het is zijn kerk. Aanvaardt dan uw dienst met blijdschap, bouwt de gemeente op; voedt uzelf met de woorden van het geloof en de goede leer en bidt in uw zwakheid om de kracht van de Heilige Geest.

47 Gelofte en bevestiging van de nieuw te bevestigen ambtsdragers

48 Geliefde broeder en zusters, u die nu voor het eerst geroepen wordt tot het ambt van ouderling of diaken in deze gemeente: Gelooft u dat u in uw verkiezing door deze gemeente door God zelf tot deze dienst bent geroepen? Aanvaardt u de heilige Schrift als enige regel van het geloof en wilt u zich verzetten tegen al wat daarmee strijdig is?

49 Belooft u uw ambt waardig en trouw te bedienen met liefde voor de gemeente en voor alle mensen die de Heer op uw weg brengt, belooft u geheim te houden wat vertrouwelijk te uwer kennis komt, en belooft u uw taak te vervullen overeenkomstig de orde van onze kerk?

50 Aanvaarding en verwelkoming door de gemeente Gemeente, dit zijn uw nieuwe ouderlingen en diakenen. Wilt u hen in uw midden ontvangen en hen hooghouden in hun ambt? Gemeente: JA, DAT WILLEN WIJ VAN HARTE.

51 Lied 363

52 Gebeden

53 Collecten Eerste collecte Ouderenwerk Tweede collecte Opbouw en voortgang van het kerkenwerk in onze gemeente Bij de uitgang wordt uw financiële steun gevraagd voor de zending en de wijkkas.

54 Psalm 111 vers 1, 5 en 6

55 Psalm 111 vers 1, 5 en 6

56 Psalm 111 vers 1, 5 en 6

57 Psalm 111 vers 1, 5 en 6

58 Psalm 111 vers 1, 5 en 6

59 Psalm 111 vers 1, 5 en 6

60 Zegen

61 Na de dienst is er in De Rank ruimte voor ontmoetingen onder het genot van koffie, thee of limonade.