Inspectierapport Abeltje BSO Meijhorst (BSO) Meijhorst KT Nijmegen

Transcriptie

1 Inspectierapport Abeltje BSO Meijhorst (BSO) Meijhorst KT Nijmegen Toezichthouder: GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen In opdracht van gemeente: Nijmegen Datum inspectie: Type onderzoek : Onderzoek voor registratie Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang... 4 Pedagogisch klimaat... 5 Personeel en groepen... 7 Veiligheid en gezondheid... 8 Accommodatie en inrichting... 9 Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 14

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. De inspectie bestond uit een locatiebezoek, een interview met één van de houders en de beoordeling van documenten. Beschouwing Op is er een onderzoek voor registratie geweest bij BSO Abeltje Meijhorst. BSO Abeltje Meijhort is gevestigd in het gebouw waar ook het kinderdagverblijf Abeltje gevestigd is. De BSO zal gebruik maken van een eigen groepsruimte. Deze ruimte is eerder gebruikt door een peutergroep van het kinderdagverblijf. De ruimte zal nu aangepast en ingericht worden voor de kinderen van de BSO. BSO Abeltje Meijhorst wil vanaf de zomervakantie starten met één basisgroep waarin maximaal 5 kinderen worden opgevangen. Er is een aanvraag gedaan voor 20 kindplaatsen. Na overleg met de toezichthouder gaf de houder aan dat er niet meer dan vijf kindplaatsen geregistreerd hoeven te worden. De houder zal dat in de zienswijze bevestigen. Bij dit onderzoek is gebleken dat aan de meeste voorwaarden is voldaan. Het pedagogisch plan dient nog te worden aangepast op een aantal punten. Ook zijn er enkele aandachtspunten ten aanzien van de risico-inventarisatie. Deze voorwaarden zullen bij het onderzoek na registratie opnieuw getoetst worden. Tevens zullen bij dit onderzoek alle voorwaarden worden beoordeeld die nu niet zijn meegenomen in het onderzoek. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Advies: Opnemen met vijf kindplaatsen in plaats van de twintig genoemde kindplaatsen op het aanvraagformulier. Houder heeft dit bevestigd in de zienswijze. 3 van 14

4 Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig plaats. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de opvang van kinderen in de leeftijd van 4 en 5 jaar. Het betreft kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt op dit moment geen handhaving. Er zijn zijn onlangs twee handhavingstrajecten afgesloten bij KDV Abeltje Meijhorts en bij Abeltje peuterarrangement Het Uilenbosje. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke LRKP 4 van 14

5 Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Er is een pedagogisch beleidsplan van BSO Meijhorst (vlindertuin) die op 08 juni 2015 voor het laatst is gewijzigd. In het kader van overleg en overreding is de mogelijkheid gegeven om een aantal genoemde wettelijke voorwaarde op de juiste wijze te beschrijven in het pedagogisch beleidsplan. In het beleidplan staan de volgende voorwaarde voldoende beschreven; beschrijving van de vijf pedagogische basisdoelen verlaten van de basisgroep activiteiten in groepen groter dan 30 kinderen ondersteuning door andere volwassenen gebruik van extra dagdelen Na overleg en overreding zijn een aantal voorwaarden nog niet voldoende beschreven. De volgende voorwaarden zijn niet of onvoldoende beschreven; De werkwijze van de basisgroepen In het beleidsplan staat nog niet in duidelijke en observeerbare termen beschreven wat de werkwijze is ten aanzien van van de basisgroep. Er staat beschreven dat er alleen opvang is in de schoolvakanties en bij de aanwezigheid van een minimum aantal kinderen op BSO Lankforst. Dit is niet concreet genoeg. Het is onduidelijk bij hoeveel kinderen BSO Meijhorst geopend is en BSO Lankforst gesloten is. Bij BSO Lankforst worden er ook kinderen ouder dan 6 jaar opgevangen. Het is niet duidelijk hoe hiermee er wordt omgegaan ten aanzien van het openen of sluiten van de beide BSO's. Er staat ook beschreven dat er bij heel weinig kinderen gekozen kan worden om de BSO kinderen op te vangen bij de peutergroep ernaast. Het is niet duidelijk bij hoeveel kinderen de BSO en de peutergroep worden samengevoegd. Er is beschreven hoe een dag wordt ingedeeld, dit is alleen gedaan voor een vakantiedag. Uit het pedagogisch plan en uit interview blijkt dat er ook opvang is op schooldagen. Hiervan is geen beschijving. Er staat geen beschrijving hoe de kinderen het vervoer van de kinderen geregeld is. Er staat niet beschreven wanneer (op de dag zelf, wekelijks, maandelijk) er wordt besloten om BSO Lankforts te sluiten en BSO Meijhorts te openen. Er staat niet beschreven hoe de ouders en kinderen op de hoogte worden gebracht waar de kinderen worden opgevangen. Achterwachtregeling De achterwacht regeling is onvoldoende duidelijk en concreet beschreven. Er staat beschreven dat er altijd een volwassene in het pand aanwezig is. Onduidelijk is wie deze volwassene is en of er concrete afspraken gemaakt zijn. Er worden aanwezige volwassenen in de sportschool genoemd. Onduidelijk is wie deze volwassenen zijn en of deze volwassenen ervan op de hoogte zijn dat zij fungeren als achterwacht. Zijn hierover bijvoorbeeld afspraken gemaakt? De vraag is echter of deze volwassenen van de sportschool nodig zijn als achterwacht, omdat er in het pand een kinderdagverblijf zit die alle dagen geopend is. Indien het voorkomt dat er wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio en het kinderdagverblijf is niet geopend, dient er wel een andere concreet benoemde volwassene in het pand aanwezige achterwacht te zijn en beschreven te worden in het pedagogisch beleid. Wenbeleid In het pedagogisch plan staat beschreven met name de organisatorische kant beschreven van het wennen van kinderen. Er staat niet beschreven hoe er pedagogisch gezien wordt omgegaan met de kinderen die komen wennen. De voorwaarden die nu nog niet voldoen, zullen opnieuw beoordeeld worden bij het onderzoek na registratie. 5 van 14

6 Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en 6 van 14

7 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder heeft een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG) natuurlijke personen overlegd. De VOG is in het kader van overleg en overreding nagezonden. In eerste instantie was de VOG nog niet aangevraagd en daarna is een VOG aangevraagd waarin niet alle juiste functieaspecten zijn onderzocht. Onder andere hierdoor is er een vertraging opgelopen in dit onderzoek voor registratie en is de beslissingstermijn opgeschort. Op is de juiste VOG natuurlijke personen ontvangen en beoordeeld. De VOG's en diploma's van het personeel worden bij het onderzoek na registratie beoordeeld. Opvang in groepen Er zal één basisgroep worden gevormd die zal bestaan uit maximaal 5 kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar. De houder heeft een aanvraag gedaan van 20 kindplaatsen. Zij willen echter geregistreerd worden met 5 kindplaatsen. Zij waren in de veronderstelling dat er altijd een aanvraag ingediend dient te worden van de maximale groepsgrootte van een basisgroep. Dit hoeft niet en de houder heeft per aangegeven dat ze geregistreerd willen worden met 5 kindplaatsen. Dit omdat ze de groep nooit groter zal worden dan 5 kinderen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke pedagogisch beleidsplan8 juni 2015 BSO Meijhorst (Vlindertuin) 7 van 14

8 Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Kindercentrum Abeltje maakt gebruik van de risico-inventarisatie van de Risicomonitor. De risicomonitor beschrijft alle wettelijk verplichte thema's. De risico inventarisatie veiligheid De risico inventarisatie veiligheid is van oktober Aandachtspunt: Bijna alle ruimtes waar kinderen komen zijn geïnventariseerd. Er is nog geen entree geïnventariseerd. De risico-inventarisatie gezondheid De risico-inventarisatie gezondheid is van mei In het kader van overleg en overreding is de risico-inventarisatie van oktober 2014 aangepast aan de risico's voor de BSO. Er was een risicoinventarisatie gezondheid gedaan met risico's die bij een KDV horen. Aandachtspunt: Volgens de verantwoordelijke van de BSO voor de risico-inventarisatie kan men in het programma van de risicomonitor niet goed aangeven dat alleen de gezondheidsrisico's van een BSO geïnventariseerd dienen te worden. Daarom stonden er ook enkele risico's in die bij een kinderdagverblijf horen. De acties op deze risico's zouden volgens de risico-inventarisatie genomen zijn. Echter zijn er enkele acties en risico's niet van toepassing op een BSO, zoals het bewaren en maken van flesvoeding. Deze risico's zouden of niet geïnventariseerd moeten worden of geïnventariseerd moeten worden als een risico wat niet van toepassing is. De risico-inventarisatie en de risico's veiligheid en gezondheid zullen bij een onderzoek na registratie opnieuw worden beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (telefonisch interview locatieverantwoordelijke RIE) Observaties (binnen en buitenruimte) Risico-inventarisatie veiligheid (oktober 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (mei 2015) Actieplan veiligheid (oktober 2014) Actieplan gezondheid (mei 2015) 8 van 14

9 Accommodatie en inrichting Binnenruimte De groepsruimte van BSO Abeltje Meijhort is 56 m2 groot. In deze ruimte mogen maximaal 16 kinderen worden opgevangen. BSO Abeltje wil een basisgroep vormen van maximaal 5 kinderen. De ruimte is daarom groot genoeg voor de opvang van de basisgroep die bestaat uit 5 kinderen. De inrichting van de ruimte is nog niet beoordeeld, omdat deze nog niet was ingericht. De houder gaf aan wat de plannen zijn voor de ruimte. Naar verwachting zal de ruimte voldoende passend worden ingericht met het aantal en de leefijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De aangrenzende buitenruimte wordt gedeeld met de kinderen van het kinderdagverblijf. De buitenruimte is 400m2 groot en daarmee voldoende groot voor de opvang van de kinderdagverblijf kinderen en de kinderen van de BSO. De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er worden maximaal vijf kinderen van de BSO opgevangen die niet ouder zijn dan vijf jaar. De buitenspeelruimte is met name ingericht voor jongere kinderen. Gebruikte bronnen: Plattegrond (binnenruimte) Aantal m2 niet op plattegrond te zien. Houder per aangegeven hoe groot de ruimte is. 9 van 14

10 Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en)van de houder. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. kinderopvang en In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 en art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en 10 van 14

11 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 onder f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) 11 van 14

12 De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en 12 van 14

13 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Abeltje BSO Meijhorst Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Margaretha Johanna Maria Beenker KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 6501BC NIJMEGEN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : D. Goddijn Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Nijmegen Adres : Postbus 9105 Postcode en plaats : 6500HG NIJMEGEN Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 14

14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De grootte van de groep is maximaal vijf kinderen van 4 en 5 jaar. Er worden dus 5 kinderplaatsen aangevraagd voor registratie. Omdat er op de locatie ook een kinderdagverblijf zit brengt dit scenario's met zich mee in Risicomonitor die ook van toepassing zijn op baby's en peuters. Op de locatie worden namelijk alle leeftijdscategorieën opgevangen van 0-2, 2-4 en 4-8 jaar. De scenario's voor de Gezondheid gelden voor alle ruimtes in tegenstelling tot de scenario's van de Veiligheid, waarbij je aan kunt geven welke ruimtes je inventariseert. Daarbij kunnen de risico's niet worden uitgesloten. De inventarisatie van de Gezondheid is daarom niet anders te maken dan op deze manier. Daarom staat er vaak in de aanvulling dat het risico niet van toepassing is op deze leeftijdscategorie. De aanpassingen in het pedagogisch beleidsplan zullen zo spoedig mogelijk worden gerealiseerd. 14 van 14