Naar een stad zonder aardgas

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naar een stad zonder aardgas"

Transcriptie

1 Naar een stad zonder aardgas Bijlagen 7 november 2016

2

3 Inhoud A. Wensen van consumenten i B. Alternatieven voor aardgas v C. Kosten van alternatieven vii D. Vastgoedeigenaren en warmte xi E. Een open infrastructuur xiii F. Duurzame warmtebronnen xviii G. Gemeentelijke rol en instrumenten xxi H. Overleg xxv Bronnen

4

5 A. Wensen van consumenten Bewoners over alternatieven voor aardgas Consumenten zijn doorgaans niet erg druk met hun energievoorziening. Landelijk onderzoek (Samenwerkingsverband Hier Opgewekt, 2016) concludeert dat: Ruim 85% procent van de burgers niet weet dat we gaan stoppen met aardgas; De helft positief is, en een deel van de samenleving is argwanend; Mensen zich zorgen maken over kosten en koken; Er een groot gebrek is aan kennis en behoefte aan informatie; Bewoners lokale voorlichting willen: wat betekent het voor mij? ; Een doordachte landelijke en lokale communicatiestrategie essentieel is. Een systematisch beeld van de mening van Amsterdammers over de verschillende alternatieven voor aardgas is er niet. Toch worden er al langere tijd woningen zonder gas gebouwd in de stad. Dat zijn vooral nieuwe woningen met een aansluiting op het warmtenet, maar de laatste jaren gaat het ook om woningen met andere energiesystemen. Veel mensen hebben zo hun twijfels bij stadswarmte, terwijl de klanten zelf wel tevreden zijn in Amsterdam (Nuon, 2016). Een verkennend onderzoek naar ervaringen van bewoners in 20 wijken met nieuwe woningen zonder gas komt het dichtste in de buurt (CE Delft, 2015). De inventarisatie laat zien dat er al diverse aardgasloze projecten zijn die zonder grote problemen ontwikkeld zijn en nu worden bewoond. De bewonerservaringen laten over het algemeen een positief beeld zien. Qua comfort blijken de nadelen, bijvoorbeeld elektrisch koken, mee te vallen en worden ook voordelen genoemd, zoals de vloerverwarming. De tevredenheid over individuele systemen (warmtepomp) is groter dan over collectieve systemen (WKO, stadswarmte). Ander onderzoek (Motivaction, 2016) laat zien dat Nederlanders denken dat we al een heel eind op weg zijn met de energietransitie. Men denkt dat ongeveer de helft van het huidige verbruik energie uit fossiele bronnen betreft. Dit is in werkelijkheid circa 90%. Nederlanders denken dat ruim een derde duurzame energie betreft, terwijl dat een kleine 6% is (in 2015). De overschatting van het huidige aandeel duurzame energie lijkt het gevoel van urgentie te verzwakken. Tegelijkertijd staat zo n driekwart van de Nederlanders (zeer) positief tegenover (het stimuleren van) duurzame energie. Verder vinden mensen dat het Rijk en de energbedrijven het meest verantwoordelijk zijn voor de verduurzaming van het energiegebruik zijn. Zichzelf zien ze pas in tweede instantie als verantwoordelijk. Notten (Ministerie van BZK, 2016) laat zien dat de complexe maatschappelijke en technische transitie naar het wonen zonder aardgas vraagt om sociale innovatie. Mensen zijn onzeker over noodzaak en rendement, wat vraagt om een sociaal proces waarin mensen elkaar helpen en samen stappen zetten. Mensen willen meepraten en meebeslissen over de energietransitie in hun eigen leefomgeving. In 5 stappen: 1. Verhalen over het klimaatavontuur thuis houden het perspectief van bewoners levend 2. Het gaat om het thuisgevoel 3. Het sociale proces is doorslaggevend 4. Mensen aanspreken als burger en betrokken bewoners en niet als klant 5. Een meer rechtmatige en participerende overheid ondersteunt het sociale proces Naar een stad zonder aardgas Amsterdammers hebben nu een warmtevoorziening op basis van gas. Veel van hen gaan de komende jaren een overstap maken naar een andere energiesysteem, veelal gebaseerd op all electric of warmte. Die i

6 overstap is voor consumenten belangrijk: een warm huis en warm water zijn belangrijke levensbehoeften. De energiekosten voor dat warme huis vergen tegelijk een fors deel van het budget van huishoudens. De wensen van consumenten zijn bij de overstap van aardgas naar warmte daarom relevant. Dat gaat zowel om de wensen over de warmtevoorziening zelf, als over de wensen bij de gebiedsgerichte uitwerkingen van deze strategie. In buurten en wijken gaan bewoners en consumenten daarom betrokken worden bij de uitwerking van de toekomstige warmtevoorziening in hun gebied. Op het niveau van de woning is voor de overstap naar warmte bovendien de volledige instemming van eigenaren (VvE s) en de instemming van 70% van de huurders (corporaties) noodzakelijk. Warmte is een ander product dan elektriciteit of gas, en heeft andere voor- en nadelen. Consumenten vinden het bij de overstap van energiesysteem over het algemeen belangrijk dat: 1. De prijs van warmte c.q. de energierekening concurrerend of lager is 2. Er een keuze is tussen verschillende producten binnen warmte 3. Er een keuze is tussen verschillende leveranciers 4. De levering van warmte betrouwbaar is en op de lange termijn verzekerd. Ad 1. Prijs Bij het maken van de overstap naar warmte krijgen bewoners onder andere te maken met de aanleg van een nieuwe installatie in hun woning, gaan ze over op elektrisch koken en krijgen ze een andere energierekening. Dat zijn veel veranderingen, die in de praktijk voordelen maar ook nadelen hebben. In de Deense en ook Nederlandse praktijk blijkt dat consumenten de overstap eerder maken als warmte niet alleen duurzaam is maar ook goedkoper. De gemeente vindt daarom dat de consument bij de overstap -in deze fase van de energietransitie- een prijs voor warmte moet worden geboden die onder de onder de prijs van de huidige energierekening ligt. In de praktijk zal dat neerkomen op een prijs van gemiddeld ordegrootte 10% minder dan het Niet Meer Dan Anders-principe (NMDA; zie kader). Het gaat dan om de gezamenlijke jaarlijkse kosten van aansluiting, vastrecht, verbruik van warmte en koop of huur van installaties. Als het gaat om stadswarmte en warmtenetten, daar is geen vrije marktwerking. Dat betekent dat er geen concurrentie is tussen leveranciers van warmte die bijvoorbeeld leidt tot innovatie en lagere prijzen voor consumenten. De consument is gebonden aan één leverancier. De overheid wil de consument beschermen en reguleert daarom prijzen en tarieven. De tarieven worden tot beperkt via de Warmtewet volgens het genoemde NMDA-principe. Tegelijk worden rendementen van leveranciers en netbeheerders gevolgd. Voor netbeheerders worden ze aan regels gebonden door de ACM (zie kader). Behalve de regulering van tarieven streven het Rijk en de gemeente ook open netten na, die wel concurrentie mogelijk maken. NMDA-principe De Warmtewet bepaalt dat warmte Niet Meer Dan Anders mag kosten, het NMDA-principe. De maximale prijs is gebaseerd op de kosten die een consument zou maken voor dezelfde hoeveelheid warmte bij het gebruik van gas. De NMDA-prijs kent een gebruiksafhankelijk deel (in /GJ) en een gebruiksonafhankelijk deel (in ). Behalve deze gereguleerde kosten krijgt de consument te maken met niet-gereguleerde kosten, waaronder de kosten van een warmtewisselaar c.q. de warmteinstallatie in de woning ( afleverset ). Daar staat tegenover dat er geen energiebelasting wordt geheven over warmte. De Rendementsmonitor De rendementen van leveranciers en netbeheerders worden door de ACM gevolgd en voor netbeheerders ook aan regels gebonden. Voor leveranciers zonder vastgoed (met name warmtebedrijven) was dit rendement op het geïnvesteerd vermogen in 2014 gemiddeld 3,1%, tegen 7,8% in 2013 (Rendementsmonitor, ACM, 2015). In 2014 was het rendement lager dan de bandbreedte van 5,5% - 7,5% voor een redelijk rendement, en in 2013 was het rendement binnen de bandbreedte. De ACM concludeert dat warmteleveranciers zonder vastgoed geen onredelijk hoge rendementen behalen in de jaren 2013 en ii

7 Het NMDA-principe is niet onomstreden. Bewonersorganisaties hebben vragen over NMDA. De kritiek is dat de maximale tarieven voor warmte een gemiddelde zijn, die in het nadeel zijn van huurders van appartementen in grote steden. De evaluatie van de Warmtewet (Ecorys e.a., 2016) besteed hier ook aandacht aan. De toezichthouder gaat daarom onderzoek doen naar de tarieven. De vraag is of dit prijsvoordeel ook voor de toekomst moet gelden. Immers, in de periode naar 2050 zal een situatie zonder gas steeds meer de norm worden en de vergelijking van prijzen niet meer met gas, maar met andere, duurzame energie zijn. Ook de belasting die de overheid heft op gas, elektriciteit en warmte verandert en zal naar verwachting nog verder veranderen: voor warmte wordt nu geen belasting betaald, terwijl de energiebelasting op gas in 2015 omhoog is gegaan met 25%. Het is daarom en vanwege de dominante positie van de warmteleverancier belangrijk dat de tarieven van warmtegebruikers nu en in de toekomst worden beschermd door nationale regels. Er zal misschien een andere invulling van de bescherming komen, of een andere opbouw van de prijs en de tarieven, het principe van die bescherming zal niet mogen veranderen. Voor nu moet het vertrekpunt zijn dat warmtebedrijven de lagere prijs voor de periode van het afgesloten contract handhaven. Ad 2. Keuze tussen verschillende producten Warmtebedrijven zetten nu stappen voor een differentiatie van het product warmte. De consument kan dan bijvoorbeeld naast standaard warmte kiezen voor groene warmte of voor warmte van een nabijgelegen lokale bron. In de MRA, de Warmterotonde Zuid-Holland en bij het ministerie van EZ worden regels en experimenten voorbereid, die zowel op het tarief als het product zelf betrekking hebben (Green Deal Warmte en Koude, 2015). Voorbeelden zijn de variabilisering van kosten van warmte of de keuze tussen diverse tariefbundels (verdeling vaste en variabele kosten). De gemeente is via de MRA en de landelijke Warmtetafel betrokken en steunt en bepleit dergelijke initiatieven. De gemeente is ook bereid om daar in Amsterdam, waar mogelijk en in samenwerking met andere stakeholders, ruimte voor te bieden. Een specifiek product is koken op gas. Het aanhouden van kookgas, naast de levering van warmte via een warmtenetwerk, betekent dat er een gasnetwerk nodig blijft dat kosten met zich meebrengt. Die kosten zijn voor de consument relatief hoog met meer dan 100 per jaar, onder andere vanwege het vastrecht. In toekomstige aardgasloze buurten en wijken zal de levering van aardgas na een (nader te bepalen) redelijke overgangsperiode stoppen en het gasnet uit gebruik worden genomen. De transitie naar wijken zonder gas betekent dus ook dat het kookgas verdwijnt en elektrisch koken gangbaar wordt. Ad 3. Keuze tussen verschillende leveranciers Op dit moment leveren Nuon en Westpoort Warmte (WPW) de warmte voor vrijwel geheel Amsterdam. Consumenten hebben echter behoefte aan meer vrijheid bij de keuze van de warmteleverancier. De gemeente onderkent deze behoefte en staat open voor een ontwikkeling naar meerdere leveranciers, zo gauw dat technisch en financieel mogelijk en zinvol is. Een warmtenet met meerdere leveranciers en een vrije keuze voor de individuele consument bestaat in Europa echter nog niet. Vrije keuze van leveranciers is ook in Amsterdam op dit moment niet aan de orde. Dit geldt vooral voor kleine, individuele gebruikers. Voor grote gebruikers en voor samenwerkingsverbanden is er wel een zekere keuzevrijheid. Ad 4. Betrouwbaar en comfortabel Consumenten zijn gewend aan gas en aan de betrouwbaarheid van een warmtevoorziening gebaseerd op gas: vaak een gasketel die warmte levert voor de verwarming en het warmte water in huis. Er is veel minder bekend over de betrouwbaarheid en het comfort van andere energiesystemen, zoals ook warmte. In de praktijk blijkt dat de betrouwbaarheid van warmte hoog is, hoger dan bijvoorbeeld die van elektriciteit. iii

8 Klantenonderzoek laat zien dat Amsterdamse gebruikers van stadswarmte tevreden zijn (Nuon, WPW, 2015). Die bewonerstevredenheid met andere energiesystemen blijkt ook uit ander, verkennend onderzoek, gericht op aardgasloze wijken (CE Delft, 2015). Het is belangrijk dat consumenten meer inzicht kunnen krijgen in dergelijke gegevens en ervaringen. Figuur A.1 Gemiddeld gasverbruik per aansluiting per buurt (Energie in beeld, 2014) iv

9 B. Alternatieven voor aardgas De warmtevoorziening gaat over warme gebouwen en warm water. Een duurzamere warmtevoorziening begint met het besparen van warmte en dus met het verminderen van het gebruik door mensen en door de isolatie van gebouwen. Na het besparen van energie komt het verduurzamen van energie. Anno 2016 is 90% van de Amsterdamse warmtevoorziening gebaseerd op aardgas. Het gaat bij het verduurzamen dus om het gebruik van duurzamere energiebronnen en -systemen, die de rol van aardgas over kunnen nemen. De alternatieven waarmee de grootste stappen gemaakt kunnen worden, zijn gebaseerd op elektriciteit ( all electric ) of warmte. Elektriciteit Bij all electric wordt een gebouw verwarmd door (meerdere) elektrische installaties. De elektriciteit kan dan op of rond het gebouw zelf worden opgewekt, door bijvoorbeeld zonnepanelen. De elektriciteit voor woningen wordt steeds meer lokaal opgewekt, hoewel de productie in bijvoorbeeld de winter nog te klein is om volledig aan de vraag te voldoen. Via het collectieve elektriciteitsnet wordt dan extra stroom gekocht. Een sterke ontwikkeling van dit all electric-alternatief vergt naar verwachting een verzwaring van het elektriciteitsnet en flexibele opslag voor bijvoorbeeld dag- en seizoensfluctuaties in vraag en aanbod. Nul-op-de-meter (NOM) is vooral bekend als een uitwerking van all electric. Er wordt dan -over een jaar gerekend- evenveel energie verbruikt in een woning als er in en op de woning wordt opgewekt. In de zomer wekken de woningen meer energie op dan ze gebruiken, in de winter is er echter een tekort en moet er elektriciteit of warmte van het net worden betrokken. De bijdrage van een all electric-woning aan de verduurzaming en de CO 2 -reductie is groter naarmate er meer energie wordt bespaard en-of opgewekt in en op de woning. Laag- en hoogbouw All electric richt zich, als het gaat om de bestaande bouw, vooral op naoorlogse grondgebonden rijtjeswoningen: er zijn veel van deze woningen in Nederland, en ze lijken erg op elkaar. Deze woningen zijn relatief eenvoudig te isoleren en hebben allemaal een eigen dak, dat nodig is voor de zonnepanelen van het all electric-concept en met name het NOM-concept. In Amsterdam zijn er echter relatief weinig van deze rijtjeswoningen: circa 80 procent van de woningen in Amsterdam is gestapeld. Deze gestapelde woningen kunnen moeilijk voldoen aan de moderne isolatiestandaards. Ze hebben veel minder dak tot hun beschikking en er is zodoende vaak te weinig plaats voor voldoende zonnepanelen voor de eigen elektriciteitsopwekking bij een NOM-concept. Bestaande bouw en nieuwbouw In Amsterdam kennen nieuwe woningen in de concessiegebieden een aansluitplicht op stadswarmte. Buiten de concessiegebieden worden nieuwe woningen ook gebouwd volgens het all electric- of NOMconcept. De verduurzaming van bestaande woningen conform het NOM-concept is op dit moment nog erg duur, namelijk rond de tot per woning als de ingreep samen met gepland groot onderhoud plaatsvindt. De verwachting is dat dit bedrag voor de voornamelijk gestapelde bouw in Amsterdam hoger uit zal vallen. Er zijn anno 2016 enkele honderden bestaande woningen verbouwd tot NOMwoning. Het streven van de Stroomversnelling, een samenwerkingsverband van onder andere projectontwikkelaars en grote woningcorporaties, is om de kosten door schaalvergroting en innovatie fors te verlagen. v

10 Ontwikkelingen en innovaties Het NOM-concept is nog nieuw. Momenteel worden de eerste ervaringen verkregen met het opschalen van de verbouw van enkele tientallen naar enkele honderdtallen woningen. Bewoners van de eerste NOMwoningen ontdekken in de praktijk of ze blij zijn en blijven met hun NOM-woning. De komende jaren zal het NOM-concept zich naar verwachting verder ontwikkelen: dankzij de leerervaringen uit de eerste projecten, vanwege de prijsprikkel van duurder gas, en door de verdere technologische innovatie. De verwachting is ook dat de NOM-woning slimmer wordt: dit betekent onder andere dat de woning meer gaat communiceren met de directe omgeving. Pieken en dalen in de elektriciteitsopwekking kunnen dan voor een deel lokaal worden opgevangen, bijvoorbeeld door de opslag van elektriciteit in de accu van een elektrische auto s. Bepaalde onderdelen van dit concept zullen overigens ook kunnen worden gebruikt in woningen op stadswarmte. NOM en de stedelijke energie-infrastructuur Een grote groei van NOM-woningen in een wijk, betekent naar verwachting dat het elektriciteitsnet moet worden verzwaard door de sterke toename van het elektriciteitsgebruik. De kosten van het onderhoud en beheer van het netwerk kunnen dan stijgen met een factor twee tot drie (Ecofys, 2015). Die aangepaste netwerkinfrastructuur kan dan voorzien in elektriciteitsvraag van warmtepompen, en ook worden gebruikt voor het terug leveren van zonne-energie aan het net. Warmtenetten Warmte wordt vooral verkregen uit geothermische bronnen, uit opslag van warmte in de bodem (WKO), uit zonneboilers, uit verwerking van afval en organische materialen (biomassa) of uit industriële processen (restwarmte). De productie van duurzame warmte vindt, meer dan bij elektriciteit, grootschalig plaats. Voor het transport van de warmte moet vaak een warmtenet worden aangelegd, dat voor gas en elektriciteit al beschikbaar is. Bij stadswarmte gaat het om de productie van warmte op een centrale plaats, het transport van de warmte door een netwerk van leidingen, en ten slotte de afgifte van deze warmte aan installaties en systemen in de gebouwen. Maar het kan ook gaan om kleinere, lokale productie van warmte, zoals bij het computer- en datacentrum van Nikhef dat restwarmte levert aan de studentenflats van Duwo. Combineren van alternatieve systemen De vraag naar warmte is in de gebouwde omgeving van Amsterdam zo groot, dat er in de toekomst meerdere en verschillende bronnen en systemen naast elkaar zullen gaan functioneren. Het meest geschikte systeem of de meest aantrekkelijke bron hangt af van gebieds- en gebouwkenmerken en verschilt van gebied tot gebied. Uit onderzoek (PBL, 2015) blijkt dat een warmtevoorziening die gebouw- en gebiedsmaatregelen combineert, de CO 2 -uitstoot het meest efficiënt beperkt. Het onderzoek concludeert ook dat in de meeste hoogstedelijke buurten collectief gebruik van een grote warmtebron de beste oplossing is om te komen tot een klimaatneutrale gebouwde omgeving. Warmte komt in Amsterdam vooral in beeld als alternatief voor gasketels in gebouwen en delen in de stad waar onvoldoende ruimte is voor individuele oplossingen. Het is ook een alternatief in gebouwen waar een hoge vraag naar warmte resteert na isolatie. vi

11 C. Kosten van alternatieven Betaalbare warmte is een van de ambities. Betaalbaar voor zowel de consument als voor de andere stakeholders. Het gaat dan op hoofdlijnen om producenten die kosten maken om de warmte te produceren uit bijvoorbeeld een geothermische bron of door de verbranding van afval. Om netbeheerders die zorgen dat warmte wordt getransporteerd van de centrale naar de woning en die kosten maken voor de aanleg, het onderhoud en de exploitatie van de warmtenetten. Om gebouweigenaren die kosten maken voor de warmte-installaties in de woningen en gebouwen zelf. En -last but not least- om de consumenten die betalen voor de aansluiting op warmte, voor de warmte die wordt gebruikt en voor het gebruik van de installaties (net als bij gas en elektriciteit). Betaalbaar heeft voor ieder een andere betekenis. Maatschappelijke kosten en baten De maatschappelijke voordelen van verschillende oplossingen voor de warmtevoorziening blijken onder andere uit een analyse van de maatschappelijke kosten en baten (MKBA) in de Metropool Regio Amsterdam (CE Delft, 2015). In deze MKBA zijn drie verschillende oplossingen onder de loep genomen, die elk leiden tot eenzelfde besparing van energie. De MKBA leert dat investeringen in het uitbreiden en verbinden van een regionaal warmtenet in maatschappelijk opzicht fors efficiënter zijn voor de regio dan de inzet op vooral isoleren van gebouwen of op individuele, meest elektrische oplossingen op het niveau van het gebouw. De inzet op collectieve warmte levert een positieve bijdrage aan de regio c.q. leidt tot meer maatschappelijke baten dan kosten, uitgaande van onder andere hogere CO 2 -prijzen en goed gebruik van de warmte (door cascaderen ). Een regionaal warmtenet leidt ten slotte ook tot zeer aanzienlijke financiele en maatschappelijke besparingen ten opzichte van een aanpak waarin iedere gemeente zijn eigen netten aanlegt en beheert (MKBA, CE Delft, 2015). De voorlopige conclusie vanuit deze MKBA voor Amsterdam is dat (maatschappelijk en financieel) rendabele delen van het warmtenet vooral in de gemeente Amsterdam liggen. Dat geldt ook voor de vraag naar warmte: de hoge concentratie van mogelijke consumenten en de grote aantallen bieden financiële schaalvoordelen. Ook het aanbod van warmte is groot, maar vergt wel verdere verduurzaming die hogere kosten met zich meebrengt. Al met al is de verwachting dat de kosten- en batenverhouding voor Amsterdam iets gunstiger ligt dan voor de MRA als geheel (expert-opinion CE Delft, 2016). De systeemkosten op een rij De verduurzaming van de warmtevoorziening vergt grote investeringen. Of het nu om de aansluiting op een warmtenet gaat, om all electric-oplossingen of om andere alternatieven. Bij een systeem gebaseerd op warmtenetten zit ongeveer 90% van de kosten in de aanleg en het onderhoud van de leidingen en de installaties zelf. De kosten van de grote transportinfrastructuur bedragen circa 20%; de kosten van het fijnmaziger net in de buurten en van de installaties en aanpassingen in gebouwen circa 70%. De vergelijking van de systeemkosten van de verschillende warmtesystemen gaat in op de kosten van het hele systeem: dus op de jaarlijkse kosten voor energielevering, de kosten van het transport- en distributienet en van de transmissie van warmte en de kosten voor de gebouwinstallaties. Ecofys vergeleek de traditionele gas of HR-ketel, de elektrische warmtepomp (in een all electric scenario), een hybride scenario met een HR-ketel als back-up voor een elektrische warmtepomp, en een scenario met vooral decentrale systemen (om de kosten van infrastructuur te beperken). Zie figuur C.1. vii

12 Alle scenario s leiden tot een forse stijging van de systeemkosten (Ecofys, 2015). De systeemkosten van een elektrisch scenario liggen het hoogste, met een groot deel van de kosten in de woning bij hoge isolatie. Zowel bij gemiddelde als hoge isolatie van woningen, blijkt warmte het meest kosteneffectief. Figuur C.1. Kosteneffectiviteit van warmtenetten, all electric en andere warmtesystemen (Ecofys, 2015) De individuele energierekening Hoe werken deze inzichten over de maatschappelijke kosten en baten en over de kosten van het systeem door naar de individuele rekening? Een vergelijking van all electric, NOM en warmte met gas voor een portiekflat, is opgenomen in figuur C.2 (Innoforte, 2016). De verwachting is dat de kosten van een duurzame warmtevoorziening in de gebouwde omgeving hoger zullen liggen dan bij gas c.q. de kosten die Amsterdammers nu kennen (zie ook Ecofys, 2015). Het is echter nog niet duidelijk waar deze extra kosten in de keten zullen landen. Het is wel duidelijk dat de kosten voor de gebruiker nu niet hoger mogen en kunnen liggen dan de huidige energierekening. Dat betekent dan ook dat de extra kosten vooralsnog bij andere actoren in de keten terecht komen. Verder blijkt dat de kosten van verduurzamen van de bestaande gestapelde bouw fors hoger liggen dan bij grondgebonden woningen. De kosten voor CO 2 -reductie van de warmtebehoefte in de hele keten zijn voor warmte het laagst. De jaarlijkse kosten voor NOM-woningen liggen fors hoger dan voor de andere woningen. Figuur C.2 De energierekening van een appartement met een eigen gasketel vergeleken met die van een appartement met warmte, all electric en NOM (Innoforte, 2016) viii

13 De figuur vergelijkt de kosten in de energieketen voor de warmtevoorziening van een appartement in een portiekflat met een aansluiting op een warmtenet en op all electric, met een gelijke vermindering van de CO 2 -uitstoot Daarnaast zijn de kosten van een NOM-appartement toegevoegd. De CO 2 -reductie vloeit voort uit bespaarde energie en een effectiever gebruik van duurzamere brandstoffen. Het NOM-appartement heeft een betere isolatie dan de beide andere appartementen (++ versus +). De kosten betreffen de kosten in de keten; de gezamenlijke kosten van het warmtebedrijf en van gebouwgebonden maatregelen. De jaarlijkse kosten bestaan uit energiekosten en kapitaalslasten (van investeringen in de woning en in het warmtenet). Kosten van een eventuele verzwaring van het elektriciteitsnet zijn niet opgenomen. Bij gas bestaan de jaarlijkse kosten vooral uit energiekosten, bij de andere systemen vooral uit kapitaalslasten. De businesscase van warmtenetten De businesscase kijkt vooral zakelijk naar financiële kosten en opbrengsten en naar technisch-financiële risico s van de realisatie van warmtenetten. Warmtenetten kennen een sluitende businesscase als het gaat om nieuwe woningen. In de bestaande bouw is de overstap naar warmte betaalbaar in woningen die al gebruik maken van een collectieve gasketel. De meeste bestaande woningen in Amsterdam, zo n 70%, hebben echter een individuele gasketel. Voor deze woningen sluit de businesscase van warmte nog niet. Het blijkt dat er dan een tekort van per woning is, over 30 jaar, in vergelijking met de kosten van de individuele gasketel (Amerbos, 2014). Een recente verkenning naar de aansluiting van bestaande woningequivalenten op een warmtenet raamt de kosten grofweg op zo n 900 miljoen (Nuon/WPW, 2016). Ook in deze verkenning sluit de businesscase nog niet. De grote vraag is daarom of en hoe dat tekort kan worden verminderd, zodat er in dit segment van woningen ook een aantrekkelijk en betaalbaar voorstel voor warmte aan consumenten en eigenaren kan worden gedaan. Dit vergt meer inzicht in de opbouw van de businesscase: welke kosten worden gemaakt en hoe kunnen die kosten worden verminderd? Welke opbrengsten zijn er en hoe kunnen deze het beste worden verdeeld? Belangrijke kenmerken van de businesscase voor een warmtenet zijn de kapitaalintensiviteit, de verrekening van de netkosten, en de gebouwgebonden kosten. Daar liggen de beste kansen voor verbetering. Verminderen van de kapitaallasten Warmte en warmtenetten zijn kapitaalintensief: ongeveer 70% van de kosten zit in de aanleg en onderhoud van het net en de installaties zelf. Deze kosten kunnen op meerdere manieren worden verminderd: De kosten van het net worden meestal over 30 jaar afgeschreven. Dat betekent dat er veel rente wordt betaald over het gebruikte kapitaal. De mogelijkheden om deze rentelasten te beperken zijn klein: de overheid is gebonden aan regels inzake staatssteun, terwijl grote warmtebedrijven en netbeheerders in de markt ongeveer dezelfde rente moeten betalen. Corporaties betalen minder, en daarom lijkt de afkoop van een warmtebundel over een langere periode door de corporatie, zoals in Buiksloterham is verkend een manier om die lasten in de eerste jaren te beperken. De risico s en rente kunnen worden verminderd als er meer zekerheden zijn over het terugverdienen van het gebruikte kapitaal. Werken in de openbare ruimte brengen bijvoorbeeld veel onzekerheden met zich mee. Een betere afstemming van het werk van de verschillende netbeheerders (water, riool, gas, elektriciteit) reduceert die risico s en verlaagt zo de kosten. De belangrijkste onzekerheid betreft de omvang van de afzet van warmte, het aantal aansluitingen en het tempo van aansluiten. Andere risico s hangen vooral samen met onzekerheden over de omvang en fasering van aansluitingen en afzet van warmte bij consumenten. Gemeentelijk beleid van wijken zonder aardgas beperkt deze onzekerheid, evenals een betere afstemming met woningcorporaties en vastgoedeigenaren over de aansluiting van hun gebouwen op een warmtenet. Een gebiedsgerichte uitwerking onder regie van de gemeente bevordert de afstemming en geeft ook meer zicht op de fasering van warmte. ix

14 Socialiseren van de kosten van het warmtenet De kosten van het onderhoud en beheer van het elektriciteitsnet, inclusief een eventuele toekomstige verzwaring van het net, worden betaald met publiek geld. De kosten voor een warmtenet moeten nu echter door de bedrijven en gebruikers van het net zelf worden opgebracht. Tegen de achtergrond van de Nederlandse transitie naar duurzame energiesystemen en de specifieke bijdrage en kansen voor collectieve warmte in grote steden, zou de (belangrijkste) warmte-infrastructuur ook als een nutsvoorziening moeten worden gezien, inclusief de bijbehorende bredere verrekening van de kosten. Dit wordt ook voorgesteld in het Groeiplan Warmte, dat Amsterdam in 2015 mede heeft ondertekend en is aangeboden aan het Rijk. Innovatie van installatie en montage De fysieke aansluiting van een gebouw op het warmtenet (het plaatsen van warmte-installatie, het aanleggen van warmteleidingen en het uit gebruik nemen van gasleidingen en -installaties) is kostbaar. Bij een gemiddelde van per woning en de aansluiting van woningen, gaat het om een bedrag van 500 miljoen. Deze kosten kunnen worden beperkt als warmtebedrijven en installateurs hun werkwijzen innoveren en efficiënter inrichten. Kostenreductie wordt bij montage en installatie ook bereikt als warmtebedrijven en vastgoedeigenaren het onderhoud en de renovatie van gebouwen enerzijds en de aansluiting op warmtenetten anderzijds op elkaar afstemmen. Groot onderhoud voor de gasinfrastructuur Tegelijk zijn de komende 5 tot 15 jaar belangrijke delen van het gasnet aan renovatie of vervanging toe; zie ook kaart C.3. Bij deze operatie moeten belangrijke keuzen worden gemaakt: hoe lang blijven gebouwen in de wijk nog aangesloten op gas? Wanneer wordt een overstap gemaakt naar een ander energiesysteem? Is dat dan elektriciteit, een warmtenet of een ander systeem? Is het mogelijk om deze ingrepen te combineren met andere ingrepen, zoals renovatie van woningen of onderhoud van het rioolstelsel? Figuur C.3 De leeftijd van de gasinfrastructuur (Alliander, 2016) x

15 D. Vastgoedeigenaren en warmte Woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren zijn belangrijke stakeholders. Zij bezitten woningen en ander onroerend goed en zijn niet alleen verantwoordelijk voor de bouwkundige staat, maar ook voor energietechnische installaties, inclusief de kosten van beheer en onderhoud. Zij kunnen dus een prominente rol vervullen bij de transitie naar aardgasloze woningen en wijken. Sommige Amsterdamse corporaties hebben al ruime ervaring met de realisatie van warmte-aansluitingen in nieuwe woningen. Met de aansluiting van bestaande woningen is veel minder ervaring. Daar wegen de kosten van warmte nog niet op tegen die een nieuwe, individuele gasketel. In complexen met woningen met een warmtevoorziening op basis van een collectieve ketel zijn de kosten van beide systemen wel te vergelijken. De Total Cost of Ownership (TCO) Om de overstap naar warmte in de bestaande bouw op korte termijn te bevorderen, zullen de kosten die een corporatie of vastgoedeigenaar maakt voor een aansluiting op het warmtenet moeten kunnen concurreren met die van een individuele gasketel. Ofwel, het uitgangspunt voor de aansluiting van woningen in de bestaande bouw moet vooralsnog zijn dat de TCO van een warmteaansluiting vergelijkbaar is met die van een individuele gasketel over een periode van 30 jaar. Wanneer aardgasloze woningen en wijken de norm worden, zal deze vergelijking met de TCO met gasketels veranderen. Dan zal de vergelijking gaan tussen warmte, all electric, NOM en eventuele andere warmtesystemen. Investeringsstrategie De transitie naar aardgasloze wijken is van invloed op de investeringsstrategie van corporaties en vastgoedeigenaren. Immers, de overstap van gas af brengt veel kosten met zich mee voor eigenaren, in een relatief korte (overgangs)periode van 10 tot 20 jaar. Het is voor vastgoedeigenaren en woningcorporaties daarom aantrekkelijk om energie-technische maatregelen te koppelen aan andere maatregelen op natuurlijke momenten in de levenscyclus van het vastgoed en de installaties. Dat is bij onderhoud of renovatie (1 á 2% per jaar), bij vervanging van bestaande installaties, of bij de intrede van een nieuwe huurders (ongeveer 5% per jaar). Dat leidt tot lagere kosten en is bovendien minder belastend voor de bewoner. Enkele woningcorporaties hebben tegen deze achtergrond aangegeven in het kader van proefprojecten voor gebiedsgerichte uitwerkingen bij te willen dragen aan een optimale afweging en planning van de transitie naar aardgasloze wijken. Zij zullen dat dan onder andere doen door er te zijner tijd zo veel mogelijk rekening mee te houden bij de vervanging van individuele gasketels, bij de mutatie van huurders, bij renovatie van gebouwen, en door collectieve ketels over te sluiten naar andere, duurzame energiesystemen. Stapsgewijs investeren Corporaties geven in hun investeringsstrategie de voorkeur aan kleinere investeringen, die in omvang en tijd te overzien zijn. Ze kunnen dan bijvoorbeeld makkelijker inspelen op veranderingen in de wensen van huurders en op nieuwe technische mogelijkheden om woningen te verwarmen. Warmtebedrijven zoeken aan de andere kant juist zo veel mogelijk zekerheden over de afzet van warmte op lange termijn en dus over investeringen van vastgoedeigenaren in de aansluiting van woningen op het warmtenet. Ze kunnen dan grote voorinvesteringen in de warmte-infrastructuur verantwoorden. Het is bij de aanleg van warmtenetten daarom belangrijk om enerzijds aan te sluiten bij de investeringsstrategie van vastgoedeigenaren (zie ook figuur D.1 bijvoorbeeld) en anderzijds warmtebedrijven en investeerders voldoende zekerheid te bieden over het terugverdienen van hun investeringen. Er zijn verschillende manieren om beide belangen bij elkaar te brengen: xi

16 De komende jaren de bestaande infrastructuur en lopende investeringen zoveel mogelijk benutten. Tot die tijd kunnen betrokkenen nieuwe technieken, verdienmodellen en inzichten gebruiken. Een gezamenlijke gebiedsgerichte uitwerking met lokale stakeholders, om meer zicht te krijgen op het lokale draagvlak van bewoners en vastgoedeigenaren voor warmtenetten of andere systemen. Corporaties en gemeente die samen onderzoek uitvoeren om te komen tot een beeld van het maatschappelijk optimale energiesystemen in buurten. Een stapsgewijze aanleg van infrastructuur, met afgebakende gebieden waar stakeholders synergie bereiken in inspanningen en investeringen, door transparante uitwisseling van informatie. Keuzevrijheid voor eigenaren van woningen en gebouwen, die zich minstens zo goed lenen voor andere energiesystemen dan warmte, zoals woningen van zelfbouwers of grondgebonden woningen. Bevorderen van verder technisch en ander onderzoek naar de mogelijkheden van een stapsgewijze aanleg van warmte-infrastructuur. Figuur D.1 Ligging van concessiegebieden en gebieden met veel renovatieplannen van woningcorporaties (AFWC, 2016) xii

17 E. Een open infrastructuur Amsterdam zet in op een energievoorziening die, naast betaalbaar en duurzaam, ook open is. Dan bedoelen we onder andere de toegankelijkheid van een warmtenet voor derden. In het kort een open net of platform dat op termijn het transport van warmte tussen diverse aanbieders en afnemers mogelijk maakt. Het warmtenet van Amsterdam heeft nu al kenmerken van zo n open net: meerdere bronnen kunnen aan het net leveren, een differentiatie van producten is aanstaande en het is mogelijk om een eigen, lokaal net aan te takken. Maar er moeten ook nog belangrijke stappen worden gezet. Bouwstenen voor een open net Grofweg kent een open net de volgende bouwstenen, zie ook figuur E Open voor verschillende bronnen 2. Differentiatie van producten 3. Vrije keuze van leverancier 4. Koppelen van buurtnetten op stedelijke net Figuur E.1 Schema van de warmteketen en aangrijpingspunten voor open netten Ad 1. Open voor verschillende bronnen De Amsterdamse warmte komt nu van twee grote bronnen: AEB Amsterdam en de Diemercentrale van Nuon. Daarnaast zijn er kleinere bronnen die warmte leveren, zoals Orgaworld, VUmc en biogasmotoren. De warmtebedrijven leveren de warmte van deze andere bronnen aan consumenten en zakelijke klanten. Uit oogpunt van verduurzaming en leveringszekerheid is het belangrijk dat ook andere, nieuwe en duurzamere bronnen warmte aan het net kunnen gaan leveren. Een mooi voorbeeld is de warmte, die het computer- en datacentrum van Nikhef levert aan de studentenflats van Duwo. Zulke bronnen zouden in principe voorrang op het net moeten krijgen. Vanwege de verwachte groei van warmte gaat het ook om andere grote bronnen, zoals een geothermische bron. De warmte van andere bronnen moet in principe onder dezelfde voorwaarden (prijs, kwaliteit van het water, watertemperatuur, etc.) als die van de andere producenten en de eigenaren van het net kunnen worden geleverd. Warmtebedrijven en gemeente zullen hierover in 2017 verdere afspraken maken. Er wordt dan rekening gehouden met de grootte en de bedrijfszekerheid van de huidige bronnen. Ad 2. Differentiatie van producten Productdifferentiatie gaat bijvoorbeeld over groene warmte, een warmtebundel en differentiatie in de prijzen voor vastrecht en verbruik. Een dergelijke differentiatie wordt nu beperkt door de Warmtewet. In de Green Deal tussen de MRA en het ministerie van EZ (2015) zijn echter afspraken gemaakt om experi- xiii

18 menten met zulke nieuwe producten mogelijk te maken. Vanaf 2016 zullen enkele van deze experimenten worden gehouden. De gemeente is via de MRA en de landelijke Warmtetafel van het Rijk betrokken, steunt en bepleit dergelijke initiatieven en is bereid om daar in Amsterdam, waar mogelijk en in samenwerking met andere stakeholders, ruimte voor te bieden. Ad 3. Vrije keuze van leverancier Consumenten hebben de behoefte aan meer vrijheid bij de keuze van de warmteleverancier. De verwachting is dat concurrentie leidt tot lagere prijzen. Dit zou betekenen dat er meer warmteleveranciers zouden moeten komen. De gemeente onderkent deze behoefte en staat open voor een ontwikkeling naar meerdere leveranciers, zo snel als dat technisch en financieel mogelijk en zinvol is. Vooralsnog bestaat deze situatie in Europa, ook bij de koplopers in stadswarmte Stockholm en Kopenhagen, nog niet. In Warschau, met aansluitingen, bestaat de mogelijkheid op papier. In de praktijk is ook daar één warmteleverancier. Dit hangt samen met specifieke kenmerken van het warmtesysteem. De grotere inspanningen voor het in balans houden van vraag en aanbod van warmte (heeft het water overal de goede temperatuur, is er voldoende warm water voor iedereen, e.d.) leiden tot hogere kosten dan bij gas- en elektriciteitsnetwerken. Dit beeld wordt bevestigd door diverse Nederlandse en buitenlandse onderzoeken (Ecofys, PWC, Berenschot, 2015) en de recente evaluatie van de Warmtewet (Ecorys, 2016). Dit geldt vooral voor de vrije keuze van leverancier voor kleine, individuele gebruikers. Voor grote gebruikers en voor samenwerkingsverbanden van gebruikers bieden warmtebedrijven wel een zekere keuze. Het gaat dan om de levering van warmte uit specifieke bronnen aan grootverbruikers, een product dat in de maak is bij de warmtebedrijven. De warmte uit de bron wordt dan specifiek gekocht voor een bepaalde grootverbruiker en dan aan deze grootverbruiker doorverkocht. Deze uitzondering kan mogelijk worden gebaseerd op een systeem met Garanties van Oorsprong (GvO s) op warmte. Dit zijn certificaten, de garanderen geven dat de warmte van een bepaalde producent of bron komt. Ad 4. Koppeling van buurtnetten op het stedelijk net Een andere uitzondering zijn de lokale of buurtnetten. Deze netten nemen hun warmte nog steeds af bij een warmtebedrijf, maar verzorgen zelf de levering aan huis. Het kan ook gaan om een zwembad of een computercentrum, dat overtollige warmte in de buurt wil leveren. Deze buurtnetten kunnen worden gekoppeld aan het stedelijke warmtenet. Er kan dan uitwisseling van warmte plaatsvinden: bij een overschot levert het buurtnet aan het stedelijke net en omgekeerd. Deze initiatieven worden nu al bediend en zullen ook in de toekomst worden ingepast op het net. Naar een open net De eigenaren, Nuon en WPW beheren momenteel zowel het transport- als distributienet (zie kaart E.2). De distributienetten zijn bestemd voor de directe warmtelevering aan gebouwen in buurten en wijken. De transportnetten verzorgen het transport van warmte over grotere afstanden, zoals van de afvalenergiecentrale naar Nieuw West. In hun rol als netbeheerder bepalen de bedrijven onder welke voorwaarden anderen van het net gebruik mogen maken of hun warmte op het net mogen brengen. De komende jaren is een toename te verwachten van warmte-initiatieven, zoals al eerder benoemd. Deze groei betekent dat er meer warmteproducenten en meer kleinere en grotere bronnen komen. Het wordt dan extra belangrijk dat alle producenten onder dezelfde (transparante) voorwaarden gebruik kunnen maken van de bestaande warmtenetten van Nuon en WPW. De koppeling van de warmtenetten van Nuon en WPW past bij deze ontwikkeling naar een open infrastructuur. xiv

19 In de transportnetten kan, in lijn met het Groeiplan (opgesteld door onder andere de provincie Gelderland, de gemeente Amsterdam en anderen, 2015), in Amsterdam publieke bijdragen worden overwogen om een goede marktwerking te bevorderen. Het beheer van deze netten zal dan niet alleen moeten voldoen aan bedrijfseconomische maar ook aan maatschappelijke voorwaarden. Dat betekent in ieder geval een ontwikkeling van onderhandeld gebruik naar een gereguleerd gebruik. Ofwel, van een huidige situatie, waar aanbieders individueel onderhandelen met de eigenaren over de voorwaarden voor het gebruik, naar een situatie waar voor ieder gelijke, transparante voorwaarden gelden. De rol van netbeheerder kan in de toekomst voor deze transportnetten dan mogelijk los komen te staan van het eigendom van het net en door een onafhankelijke netbeheerder worden vervuld, zoals in de elektriciteitsmarkt gebeurt (Liander). Ook de eigenaar van het warmtenet kan de rol van netbeheerder vervullen, mits onder specifieke voorwaarden en met onafhankelijk toezicht, zoals in de telecommarkt (KPN). Al met al heeft het Amsterdamse net al verschillende kenmerken van een open net, ook al is de vrije keuze van leveranciers nog niet aan de orde. Een open infrastructuur zal verder worden bevorderd door de regulering van het netbeheer en afspraken over non-discriminatoire toegang tot het net. De gemeente Amsterdam ambieert gereguleerde open warmtenetten rond 2030, of zoveel eerder als dat technisch en financieel mogelijk en zinvol is. In 2025 vindt een evaluatie plaats van de voortgang. Figuur E.2 Het Amsterdamse warmtenet (Nuon/WPW, 2016) Een regionaal warmtenet is in ontwikkeling In de grotere regio Amsterdam werken 30 organisaties samen om een regionaal warmtenet te realiseren. Het gezamenlijke doel is om een half miljoen woningen op een duurzame en efficiënte manier te verwarmen. Deze samenwerking vindt plaats in het programma Warmte en Koude van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) en is uitgewerkt in een Green Deal met het Rijk. De samenwerking stelt dat investeren xv

20 in een regionaal grootschalig warmtenet tien keer goedkoper is voor de samenleving dan een individuele aanpak. Een eerste technisch-financieel ontwerp voor het regionale net is inmiddels ontwikkeld (zie figuur E.3), inclusief een voorstel voor leveringszekere en duurzame bronnen. Een economisch-organisatorisch ontwerp is in ontwikkeling. In dat deel gaan deze organisaties samen aan de slag met de business case en de financiering van het regionale net. De beide ontwerpen samen moeten leiden tot een Routekaart Duurzame Warmte in de MRA-regio, met aantrekkelijke marktproposities voor woningcorporaties, bedrijven, particulieren en huurders. In dat kader worden ook experimenten voorbereid, om nieuwe technische innovaties en financiële verdienmodellen te ontwikkelen. Een open net biedt kansen om regionale voordelen te benutten, samen met andere gemeenten en stakeholders. Voor de stad zijn dat vooral voordelen op het gebied van duurzaamheid en leveringszekerheid. De regionale schaal biedt betere kansen om geothermische bronnen te ontwikkelen en geeft in principe meer zekerheden over toekomstige leveringen door de koppeling met bijvoorbeeld restwarmtelevering door Tata Steel. Een regionaal warmtenet blijkt in een afweging van maatschappelijke kosten en baten ook de meeste efficiënte en duurzame manier voor de warmtevoorziening. Figuur E.3 Ontwerp van het programma MRA Warmte & Koude voor een regionaal warmtenet Lokale initiatieven en experimenten Een open net biedt kansen om in te spelen op de decentralisatie van de energievoorziening. Dan kunnen lokale initiatieven en regionale voordelen van samenwerking worden benut. Zo n open net met nieuwe warmte is er niet van de een op de andere dag. Warmtebedrijven, vastgoedeigenaren en andere partijen werken vooral aan een betere betaalbaarheid van warmte. Veel oplossingen zullen zich in de praktijk moeten bewijzen en hebben ruimte nodig om zich te ontwikkelen van aantrekkelijk concept naar volwassen product. Ruimte voor pilots en experimenten is daarom belangrijk. In Amsterdam is gewerkt aan een contract dat lijkt op NOM-Warmte, met woningcorporatie de Alliantie en WPW. Warmtebedrijven werken aan een afspraak tussen het AMC en RAI over de doorlevering van warmte, via een garantie van oorsprong (GvO). Netbeheerder Alliander, bewoners en de IJsbaan werken xvi

21 aan buurtwarmte voor woningen in de omgeving van de Jaap Eden IJsbaan. Het bewonersinitiatief Nautilus krijgt ontheffing van de aansluitplicht om te werken aan een eigen energieneutraal woon-werkgebouw. Woningcorporatie Ymere is in Haarlem betrokken bij een proefproject dat geothermie wil gegebruiken om een woonwijk te verwarmen. En zo zijn er nog veel andere, mooie initiatieven. Aansluitend bij onder andere het MRA-programma zullen relevante pilots en experimenten binnen de gemeente waar mogelijk ruimte worden geboden. Deze experimenten en initiatieven zullen bij voorkeur ook zicht moeten geven op de mogelijkheden om oplossingen voor individuele initiatieven en gebouwen enerzijds en maatschappelijke voordelen van een collectieve en integrale oplossingen voor een buurt of gebied als geheel anderzijds te combineren. Figuur E.4 Het gasverbruik van corporatiewoningen met collectieve gasketels (AFWC, 2016) xvii

22 F. Duurzame warmtebronnen Verduurzamen van warmtenetten met andere warmtebronnen De opgave is om steeds meer duurzame warmte te gebruiken, warmte van duurzame bronnen. De grootste kansen voor verduurzaming liggen in het gebruik van biomassa, Power2Gas en koolstofloze gassen en geothermische bronnen. De geothermische bronnen en koolstofloze gassen zullen naar verwachting pas na 2025 op grotere schaal kunnen worden gebruikt. De productie van warmte met biomassa is nu al mogelijk. De bijdrage van kleine lokale bronnen aan de verduurzaming is in energetische zin beperkt: er zijn al ruim 250 van deze initiatieven nodig om een Diemercentrale in 2040 te vervangen. De lokale initiatieven zijn toch erg belangrijk: elk initiatief draagt bij en verbindt burgers in de stad met elkaar en met de energieopgave. Zie ook figuur F.1. Een aansluiting op het warmtenet beperkt in 2016 de CO 2 -uitstoot van een woning fors, met gemiddeld zo n 50% oftewel ruim 1 ton CO 2 per jaar, ten opzichte van een gasketel. Bij de aansluiting van woningequivalenten in 2020 gaat het om 102 kiloton per jaar, en dat is zo n 2,5% van de jaarlijkse uitstoot in Amsterdam in Met een aansluiting op het stadswarmte wordt ook energie bespaard: ongeveer 50% ten opzichte van het gasgebruik van een gemiddelde Amsterdamse woning (met m 3 ). De opwekking van warmte is namelijk efficiënter en/of vindt ook plaats met warmte die over is uit de industrie of van anderen. Restwarmte De afvalenergiecentrale produceert warmte door de verbranding van afval. De beschikbaarheid van afval voor de productie van stroom en warmte neemt in de periode naar 2030 en daarna weliswaar af, maar tegelijk blijft er voorlopig in Europa genoeg afval voorhanden om de productie van warmte voor Amsterdam te kunnen garanderen. De productie van warmte uit afval vermindert de CO 2 -uitstoot van een woning met 80%. Voor de laatste 20% van de productie lijkt de ombouw van de centrale tot een bio-energiecentrale met 100% duurzame stroom en warmte aantrekkelijk. In regionaal verband wordt gekeken naar de restwarmte van Tata Steel. Bij de productie van staal komt een grote hoeveelheid warmte vrij, en op dit moment wordt onderzocht hoe en waar deze gebruikt zou kunnen worden om gebouwen te verwarmen. Bij restwarmte is de vraag of het gaat om duurzame warmte. Restwarmte is vaak warmte, die komt van industriële processen die gebruik maken van fossiele brandstoffen. Duurzame restwarmte is warmte die resteert van processen die van duurzame energie gebruik maken. Warmte uit biomassa De afvalenergiecentrale in Amsterdam kan in principe worden omgebouwd om warmte te produceren uit biomassa. De haalbaarheid van deze optie hangt sterk samen met de beschikbaarheid, de productiekosten en de kwaliteit en herkomst van biomassa. In deze vraag zal niet alleen vanuit Nederland kunnen worden voorzien. In Amsterdam is er op dit moment een ver uitgewerkt plan voor een biomassacentrale in het Westelijk havengebied. Deze Biomass Plant Amsterdam (BPA) is een kleine centrale van zo n 20 MW, waar ongeveer woningen klimaatneutraal mee kunnen worden verwarmd. Het inpassen van een biomassacentrale op grotere schaal vergt alles bij elkaar nog veel onderzoek: naar de technische mogelijkheden voor het ombouwen en naar de toekomstige beschikbaarheid van biomassa. xviii

23 Figuur F.1 Globale technische potentie van duurzame en restwarmte richting 2040 (gemeente en Nuon/WPW) Warmte uit koolstofloze gassen/power2gas De productie van warmte met koolstofloze gassen is voor de Diemercentrale een aantrekkelijke optie. Het aardgas, waar deze centrale nu nog warmte mee produceert, kan worden vervangen door koolstofloze gassen, zoals waterstof. Deze waterstof wordt in de zomer gemaakt met duurzame elektriciteit uit zon en wind, als de vraag naar elektriciteit echter laag is. Het overschot wordt gebruikt om gassen te maken voor de noodzakelijke warmte- en elektriciteitsproductie in de winter. Zo wordt de onbalans tussen vraag en aanbod in seizoenen opgelost. Bij het gebruik van koolstofloze gassen kunnen investeringen in gascentrales alsnog terug worden verdiend in plaats van te worden afgeschreven. De komende jaren zijn in Nederland de eerste experimenten met deze techniek voorzien, in de periode na 2025 wordt een opschaling in verschillende pilots verwacht. Rond 2030 zal de techniek naar verwachting op grotere schaal kunnen worden gebruikt. De Diemercentrale heeft een technische respectievelijk economische levensduur tot 2050 respectievelijk 2035 (Opgave Nuon, 2016). Warmte uit geothermie Bij geothermie wordt warmte uit de aarde gebruikt om water te verwarmen, dat vervolgens in warmtenetten kan worden gebruikt. Bij ondiepe geothermie wordt een put van ongeveer 2 kilometer diep geboord, bij diepe geothermie gaat het om putten met een diepte van ongeveer 6 kilometer. Met de warmte uit de ondiepe bronnen kunnen regulier ongeveer woningen worden verwarmd (4 MW), met diepe bronnen rond de woningen (40 MW). De bronnen kunnen in de buurt van een warmtenet worden geslagen en zo eenvoudig worden aangesloten op het warmtenet. De kosten van de boringen zijn hoog, 10 respectievelijk 60 miljoen. Er is in Nederland nog weinig ervaring met het gebruik van geothermische bronnen voor de warmtevoorziening en de risico s zijn nog moeilijk te concretiseren. De ontwikkeling naar een betrouwbaar en betaalbaar systeem van bronnen zal nog verschillende jaren vergen. Een eerste stap is een concreter (seismisch) onderzoek naar de Amster- xix

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector Groeiplan voor warmte een initiatief van provincies, gemeenten en sector 27 november 2015 De Provincies Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland, en Limburg, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Gemeenten

Nadere informatie

Naar een stad zonder aardgas Strategie voor de verduurzaming van de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving 7 november 2016

Naar een stad zonder aardgas Strategie voor de verduurzaming van de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving 7 november 2016 Naar een stad zonder aardgas Strategie voor de verduurzaming van de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving 7 november 2016 Strategie Naar een stad zonder aardgas Strategie Naar een stad zonder aardgas

Nadere informatie

Amsterdamse City Deal Naar een stad zonder aardgas

Amsterdamse City Deal Naar een stad zonder aardgas Amsterdamse City Deal Naar een stad zonder aardgas Een betaalbare en duurzame warmtevoorziening Wereldwijd verandert het klimaat. De belangrijkste oorzaak is de CO 2 -uitstoot bij het verbruik van fossiele

Nadere informatie

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal

Nadere informatie

Technieken en financiering van de aardgasvrijoplossingen

Technieken en financiering van de aardgasvrijoplossingen Nieuwbouw is relatief eenvoudig aardgasvrij te realiseren. Er zijn grofweg twee alternatieven: - Verzwaard elektriciteitsnet met een lucht- of bodemwarmtepomp in de woning (all electric) - collectieve

Nadere informatie

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige

Nadere informatie

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling 6 maart 2017 ir. A. Schiltmans MCD Meeting Bouwcampus, Grip op de Maas (heel) kort DGO Context van gas naar warmte Welke alternatieven zijn er Grootschalige

Nadere informatie

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas Hans Schneider (Liander) programma Alliander en de warmtetransitie Verantwoord van het aardgas af, op naar een nieuwe (lokale) warmtevoorziening

Nadere informatie

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl Aardgasloze toekomst, waarom? Stroomversnelling Energy Up 2018 Casper Tigchelaar Inhoud presentatie 2 belangrijkste redenen voor aardgasvrije gebouwde omgeving Hoe heeft het energiegebruik in huishoudens

Nadere informatie

Hoe komen we van het aardgas af? Bezinningsgroep Energie Frans Rooijers 9 januari 2017

Hoe komen we van het aardgas af? Bezinningsgroep Energie Frans Rooijers 9 januari 2017 Hoe komen we van het aardgas af? Bezinningsgroep Energie Frans Rooijers 9 januari 2017 CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. Inhoud De warmtemarkt Warmtevraag woningen Warmtemarkt voor woningen Gasdistributie en CV ketel Elektriciteitsdistributie

Nadere informatie

Zaanse Energie Agenda update Zaanstad Beraad d.d. 22 november

Zaanse Energie Agenda update Zaanstad Beraad d.d. 22 november Zaanse Energie Agenda update Zaanstad Beraad d.d. 22 november Vanavond centraal Introductie (Dick Emmer): Ontwikkelingen energietransitie Verdieping: Elektriciteit (Stijn van Oeijen) Warmte (Henry Staal)

Nadere informatie

Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond

Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond Frank Kersloot & Alex Kaat 21 april 2016 Inhoud presentatie 1. Stadswarmte in Nieuwegein 2. Het equivalent opwek rendement (EOR) 3. Tarieven voor klanten 4. Afsluitkosten

Nadere informatie

samenvatting 5 - Uitvoeringsplan Aardgasvrije wijk t Ven

samenvatting 5 - Uitvoeringsplan Aardgasvrije wijk t Ven samenvatting Aanpak aardgasvrij t Ven De buurt t Ven is door de gemeente Eindhoven aangewezen als één van de drie pionierbuurten in het kader van het Plan van aanpak Naar aardgasloos verwarmen en koken.

Nadere informatie

Kansenstudie Aardgasloos Purmerend

Kansenstudie Aardgasloos Purmerend Kansenstudie Aardgasloos Purmerend 6 december 2016 Friso Waagmeester Peter Heijboer Transitie naar aardgasloos 1. Aanleiding en achtergronden 2. De Opgave van Purmerend 3. Scenario-analyses 4. Conclusies

Nadere informatie

Stadswarmte en alternatieven Technische Sessie Stadswarmte Gemeenteraad Amsterdam. dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 2 juni 2015

Stadswarmte en alternatieven Technische Sessie Stadswarmte Gemeenteraad Amsterdam. dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 2 juni 2015 Stadswarmte en alternatieven Technische Sessie Stadswarmte Gemeenteraad Amsterdam dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 2 juni 2015 Inhoud 1. Doelen energie- en klimaatbeleid 2. Drie knoppen om aan te draaien

Nadere informatie

Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij

Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij 6 december 2018 The Gallery Enschede Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij Proces Warmteplannen Eric Kouters Pioneering Warmteplan wijk

Nadere informatie

Verduurzaming Gebouwde Omgeving Groen Links, Zaanstad dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 22 nov. 2015

Verduurzaming Gebouwde Omgeving Groen Links, Zaanstad dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 22 nov. 2015 Verduurzaming Gebouwde Omgeving Groen Links, Zaanstad dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 22 nov. 2015 Inhoud 1. Doelen energie- en klimaatbeleid 2. Drie knoppen om aan te draaien 3. Soorten buurten en verdeling

Nadere informatie

Potentieel warmtelevering. Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als functie van de energiebelasting op aardgas

Potentieel warmtelevering. Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als functie van de energiebelasting op aardgas Ø Potentieel warmtelevering Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als functie van de energiebelasting op aardgas Potentieel warmtelevering Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als

Nadere informatie

Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve

Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve 1 29 maart 2018 Deze presentatie Doel bijeenkomst: toelichten en dialoog Ambities gemeente Den Haag Waarom Mariahoeve als pilotwijk Wat willen we bereiken

Nadere informatie

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst Warmtetransitie en het nieuwe kabinet Nico Hoogervorst 24 november 2017 Regeerakkoord Rutte III (2017 - ) Opmerkelijk: Lange formatie Klimaat-minister op EZ Duurzaam = klimaatbescherming Milieubescherming

Nadere informatie

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Een warmtepomp genereert op een efficiënte manier warmte om uw huis comfortabel te verwarmen of van warm water te voorzien. Warmtepompen hebben

Nadere informatie

Warmtenetten: hoe en waarom? Wim Mans 18 april 2018 Arnhem

Warmtenetten: hoe en waarom? Wim Mans 18 april 2018 Arnhem Warmtenetten: hoe en waarom? Wim Mans 18 april 2018 Arnhem Warmte is belangrijker dan elektriciteit Het is afgelopen met aardgas! Bestaansrecht van warmtenetten collectieve warmtebronnen: Duurzamer en/of

Nadere informatie

De opkomst van all-electric woningen

De opkomst van all-electric woningen De opkomst van all-electric woningen Institute for Business Research Jan Peters Directeur Asset Management Enexis Inhoud Beeld van de toekomst Veranderend energieverbruik bij huishoudens Impact op toekomstige

Nadere informatie

Leiden, 13 april 2015. Geacht raadslid van de gemeente Leiden,

Leiden, 13 april 2015. Geacht raadslid van de gemeente Leiden, Leiden, 13 april 2015 Geacht raadslid van de gemeente Leiden, Onze wijken Stevenshof en Roomburg zijn de twee grootste wijken in Leiden waar woningen zijn aangesloten op stadsverwarming. Uit een persbericht

Nadere informatie

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen 1. Waarom gaan we van het aardgas af? 2 2. Wanneer moet mijn woning aardgasvrij zijn? 2 3. Wat is de rol van de gemeente? 3 4. Hoe kan ik mijn woning

Nadere informatie

Regelgeving: een jungle?

Regelgeving: een jungle? Elektriciteitswet 1998 Gefundeerd op het traditionele systeem Grootschalige productie, transport naar passieve consumenten Kosten van transport collectief gemaakt Project Stroom: - integratie gas en elektriciteitswet

Nadere informatie

DUURZAME WARMTEVOORZIENING

DUURZAME WARMTEVOORZIENING DUURZAME WARMTEVOORZIENING Wijk van de Toekomst Xandra van Lipzig Pauline Tiecken ledenvergadering Zuidoost 20190423 Locatie: wijkcentrum De Stolp, Violierenplein 101. 24/4/19 Inhoud Verzoek om scenario

Nadere informatie

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken Ingrid Giebels 1-11-2018 Voor wie? Regio, gemeenten, woningbouwcorporaties in Noord-Holland Voor wat? Aardgasvrij, en energiebesparing Hoe? Faciliteren, aanjagen en

Nadere informatie

Verwarm uw woning elektrisch. Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie

Verwarm uw woning elektrisch. Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie Verwarm uw woning elektrisch Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie Bespaar op energiekosten én het milieu De meeste woningen in Nederland gebruiken een cv-ketel op gas. Hiermee verwarmen

Nadere informatie

Aardgasvrije nieuwbouw

Aardgasvrije nieuwbouw Aardgasvrije nieuwbouw Het kan, nu alleen nog doen Peter-Paul Smoor/Wienand van Dijk 02-10-2017 Doel van vandaag Komen tot commitment voor een gezamenlijke aanpak om z.s.m. aardgasvrije nieuwbouw te realiseren

Nadere informatie

s-gravenland van het gas af? Wat, waar, wanneer en hoe?

s-gravenland van het gas af? Wat, waar, wanneer en hoe? s-gravenland van het gas af? Wat, waar, wanneer en hoe? Waarom deze presentatie? Veel media aandacht voor energietransitie Tot 2019 weinig informatie van de gemeente Bewoners vragen zich af wat, waar,

Nadere informatie

Verduurzaming bestaande gebouwde omgeving

Verduurzaming bestaande gebouwde omgeving NOABERSCHAP Verduurzaming bestaande gebouwde omgeving Duurzame energie is een kwestie van ordenen, maar ook van keuzes maken. Verduurzaming gebouwde Omgeving 1 Verduurzamen gebouwde omgeving & Cogas Business

Nadere informatie

AANTREKKELIJKHEID COLLECTIEVE WARMTELEVERING. Werkgroep 2 Warmtetafel Presentatie Warmtenetwerk 1 februari 2017

AANTREKKELIJKHEID COLLECTIEVE WARMTELEVERING. Werkgroep 2 Warmtetafel Presentatie Warmtenetwerk 1 februari 2017 AANTREKKELIJKHEID COLLECTIEVE WARMTELEVERING Werkgroep 2 Warmtetafel Presentatie Warmtenetwerk 1 februari 2017 Organisatie werkgroep 2 Sponsoren: Abdeluheb Choho, wethouder gemeente Amsterdam Ronald Paping,

Nadere informatie

Alterna(even voor aardgas

Alterna(even voor aardgas Alterna(even voor aardgas Koken en stoken zonder aardgas Energiecafé dea, 16 mei 2017 Rokus Wijbrans, EP4B Het EP4B Team Albert van Dam, albert.vandam@ep4b.nl Marcel van der Maal, marcel.vandermaal@ep4b.nl

Nadere informatie

Leiding door het Midden

Leiding door het Midden Leiding door het Midden Raadscommissie Leefomgeving Den Haag, 30 november 2016 Erik Burgman Projectleider 30-11-2016 Leiding door Midden 2 30-11-2016 Leiding door Midden 3 Nog een lange weg naar een gasloze

Nadere informatie

De waarde van stadswarmte. Hoe komt de prijs tot stand?

De waarde van stadswarmte. Hoe komt de prijs tot stand? De waarde van stadswarmte Hoe komt de prijs tot stand? De waarde van stadswarmte 3 Hoe komt de prijs tot stand? De energierekening is voor vrijwel iedereen een belangrijk onderdeel van de maandelijkse

Nadere informatie

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst Transitie naar een CO -neutrale toekomst 2 CO 2 reductie van bron tot gebruiker Steeds méér duurzame energie, maar niet minder CO 2 -uitstoot KLIMAATVERDRAG VAN PARIJS In het verdrag van Parijs werd afgesproken

Nadere informatie

Gebieden Energie Neutraal

Gebieden Energie Neutraal Gebieden Energie Neutraal Kennismaken met het programma GEN Liesbeth Schipper 27 september 2012 Inhoud Achtergrond Opzet GEN programma GEN Nieuwbouw Energieconcept Ontwikkel en businessmodel Omgeving GEN

Nadere informatie

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk Energiebehoefte van woningen/woonwijken Huidige gemiddelde energievraag van een woning 1. Warmte aardgas 1400 m3 2. Licht & kracht elektriciteit 3000

Nadere informatie

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen Casper Tigchelaar congres all-electric 2-11-2017 Showstoppers en gamechangers Showstoppers 1. Wat is gasloos eigenlijk? 2. Gasloos heeft maatschappelijke

Nadere informatie

HAAL MEER ENERGIE UIT JE HUIS START MET ENERGIEBESPARING

HAAL MEER ENERGIE UIT JE HUIS START MET ENERGIEBESPARING HAAL MEER ENERGIE UIT JE HUIS START MET ENERGIEBESPARING BEZIG MET EEN KOOPHUIS EN HYPOTHEEK? OF AAN HET KLUSSEN EN VERBOUWEN? 8 redenen om te starten met energiebesparing: Je hebt direct lagere energiekosten

Nadere informatie

Duurzame warmtenetten

Duurzame warmtenetten Duurzame warmtenetten Groene Huisvesters 22 juni 2017 Jeroen Roos Inhoud 1. Opzet warmtenet 2. Soorten en maten 3. Duurzaamheid 4. Specifiek: een bron: geothermie een concept: Nul-op-de-Meter/-Rekening

Nadere informatie

Bestaande bouw verduurzamen met warmte. 1 oktober 2015 Peter Heijboer

Bestaande bouw verduurzamen met warmte. 1 oktober 2015 Peter Heijboer Bestaande bouw verduurzamen met warmte 1 oktober 2015 Peter Heijboer Onderwerpen 1. Routes voor verduurzamen bestaande bouw Kenmerken Nul-op-de-meter concept (Energiesprong) Case studie galerijflat 2.

Nadere informatie

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014 Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014 Waar staan we? Plan van aanpak 12 november 2013 vastgesteld Vooronderzoeken in volle gang: Vooronderzoek gesprekken Eneco en E.on Technische visie toekomstig

Nadere informatie

Haarlem aardgasvrij Margreet van der Woude Team Duurzaamheid - Gemeente Haarlem Januari Garenkokerskwartier

Haarlem aardgasvrij Margreet van der Woude Team Duurzaamheid - Gemeente Haarlem Januari Garenkokerskwartier Haarlem aardgasvrij 2040 Margreet van der Woude Team Duurzaamheid - Gemeente Haarlem Milieu@Haarlem.nl Januari 2018 @ Garenkokerskwartier 2 Aardgasvrij wonen Aardgasvrij wonen. Waarom? Haarlem Aardgasvrij

Nadere informatie

met lage temperatuur warmtebron Kennisgroep lage temperatuur warmtenetten

met lage temperatuur warmtebron Kennisgroep lage temperatuur warmtenetten Effectieve Kostenefficiënte of woonlasten of woonlastenefficiënte efficiënte aardgasvrije aardgasloze oplossingen wijken met lage temperatuur warmtebron Kennisgroep lage temperatuur warmtenetten Algemene

Nadere informatie

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft Klimaatneutrale gemeenten Frans Rooijers - directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige expertise

Nadere informatie

Energietransitie en gebiedsontwikkeling gaan in Zaanstad hand in hand. Marie-Louise Sanders 14 februari 2019 Congres Stedelijke Transformatie

Energietransitie en gebiedsontwikkeling gaan in Zaanstad hand in hand. Marie-Louise Sanders 14 februari 2019 Congres Stedelijke Transformatie Energietransitie en gebiedsontwikkeling gaan in Zaanstad hand in hand Marie-Louise Sanders 14 februari 2019 Congres Stedelijke Transformatie Zaanstad introductie PAGINA 2 Zaanstad dynamiek PAGINA 3 Zaanstad

Nadere informatie

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander Slimme Netten Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander Netbeheer Nederland (1) Netbeheer Nederland brancheorganisatie van alle elektriciteit-

Nadere informatie

Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland

Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland Parallelsessie Ambtelijk Café 2013 Roelof Potters (Alliander) en Eloi Burdorf (SDE) Agenda Welkom en introductie Presentatie: Aanpak verduurzaming gebouwde omgeving

Nadere informatie

LT-warmtenet. Ruimteverwarming. Warmtapwater

LT-warmtenet. Ruimteverwarming. Warmtapwater Een lagetemperatuurwarmtenet () levert warmte voor en warmtapwater. Eén of meerdere collectieve bronnen verwarmen water dat via een buizensysteem naar de woning wordt vervoerd. In de woning is een afgifteset

Nadere informatie

Aardgas eruit, Bodemenergie erin Nederland Gasloos in de praktijk

Aardgas eruit, Bodemenergie erin Nederland Gasloos in de praktijk Inhoudsopgave Gasloos Ondernemen Kuijpers Aanpak Gasloos ondernemen Duurzaam en Circulair Aardgas eruit, Bodemenergie erin Nederland Gasloos in de praktijk Energievakbeurs 9 Oktober 2018 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein Postbus 19020, 3001 BA Rotterdam Wethouder van Hooijdonk p/a gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht Rotterdam, 24 november 2016 Kenmerk: W&K/MvdB/20161124 Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen Begrippenlijst Naar groen is goed te doen Begrip Trias Energetica Toelichting De drie stappen van de Trias Energetica zijn basisvuistregels bij het duurzaam ontwerpen en verbouwen van gebouwen, ontworpen

Nadere informatie

Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik. ENGIE Infra & Mobility

Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik. ENGIE Infra & Mobility Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik ENGIE Infra & Mobility De daad bij het woord, de techniek bij de plannen Over een aantal jaren ziet de energievoorziening in Nederland er geheel anders

Nadere informatie

ENERGIETRANSITIE NAAR GASLOZE WIJKEN

ENERGIETRANSITIE NAAR GASLOZE WIJKEN ENERGIETRANSITIE NAAR GASLOZE WIJKEN 1 WIE IS ATRIVÉ? Adviesbureau op het gebied van Wonen Woningcorporaties & gemeente/overheid Duurzaamheid: -Proces- en projectmanagement Grootschalige uitrol (zonnepanelen),

Nadere informatie

Daarbij zijn zorgvuldigheid en betaalbaarheid, belangrijker dan snelheid.

Daarbij zijn zorgvuldigheid en betaalbaarheid, belangrijker dan snelheid. SECTORVERHAAL GEBOUWDE OMGEVING In 2050 worden alle woningen in Nederland duurzaam verwarmd. Iedereen kan in de komende dertig jaar de overgang maken van aardgas naar betere isolatie en duurzame warmtebronnen.

Nadere informatie

Gasloos: Wie gaan er over en hoe krijgen we ze zo ver?

Gasloos: Wie gaan er over en hoe krijgen we ze zo ver? Gasloos: Wie gaan er over en hoe krijgen we ze zo ver? Casper Tigchelaar Plannen voor Gasloos worden Top-down gemaakt Gasloos: Wie gaan er over?... Wie houden zich bezig met gasloos: Netwerkbedrijven Rijksoverheid

Nadere informatie

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019 ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:

Nadere informatie

Presenta(e Warmtenetwerk 15 juni 2017

Presenta(e Warmtenetwerk 15 juni 2017 Presenta(e Warmtenetwerk 15 juni 2017 Ondertekening Samenwerkingsovereenkomst MRA Warmte en Koude 4 juni 2015 Inmiddels 32 partners: 500.000 woningequivalenten in 2040 Maatschappelijk Kosten Baten Analyse

Nadere informatie

Kosten Warmte in Meerwijk Haarlem wordt steeds gasvrijer

Kosten Warmte in Meerwijk Haarlem wordt steeds gasvrijer 29-01-2019 Klankbordgroep Meerwijk Wienand van Dijk Kosten Warmte in Meerwijk Haarlem wordt steeds gasvrijer Wat betekent het klimaatakkoord voor ons? Energie strategie Transitie Visie Warmte Eind 2019

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

PROCES TRANSITIEVISIE WARMTE TIEL; inhoud, planning en inzet

PROCES TRANSITIEVISIE WARMTE TIEL; inhoud, planning en inzet PROCES TRANSITIEVISIE WARMTE TIEL; inhoud, planning en inzet Gericht aan: partijen van de Warmtetafel Tiel, te weten gemeente Tiel, woningcorporatie Kleurrijk Wonen, woningcorporatie SCW, netbeheerder

Nadere informatie

ONRENDABELE TOP. ERGO werkgroep 31 oktober 2018 Casper Tigchelaar Marijke Menkveld

ONRENDABELE TOP. ERGO werkgroep 31 oktober 2018 Casper Tigchelaar Marijke Menkveld ONRENDABELE TOP ERGO werkgroep 31 oktober 2018 Casper Tigchelaar Marijke Menkveld VRAGEN ERGO WERKGROEP Als er na 2020 extra subsidiebudget komt (bijvoorbeeld uit ODE middelen), aan welke maatregelen zou

Nadere informatie

Statenwarmte/BES. Presentatie resultaten actieonderzoek. Deze versie is voor internet enigszins aangepast. Tom Egyedi. Stat4nWarmt4.

Statenwarmte/BES. Presentatie resultaten actieonderzoek. Deze versie is voor internet enigszins aangepast. Tom Egyedi. Stat4nWarmt4. Statenwarmte/BES Presentatie resultaten actieonderzoek Tom Egyedi 17 april 2019 Deze versie is voor internet enigszins aangepast. 1 Agenda 1. Achtergrond onderzoek Statenwarmte 2. Opzet en activiteiten

Nadere informatie

Warmte: transitiepad naar een CO2 neutrale wijk

Warmte: transitiepad naar een CO2 neutrale wijk Warmte: transitiepad naar een CO2 neutrale wijk Werksessie Topsector Energie 03/10/2016 Juriaan van Tilburg, Edwin van Vliet Even voorstellen > Juriaan van Tilburg 2016-heden: consultant Ecofys > Future

Nadere informatie

West-Friesland: warmte in transitie. Cor Leguijt, VVRE, 6 april 2017

West-Friesland: warmte in transitie. Cor Leguijt, VVRE, 6 april 2017 West-Friesland: warmte in transitie Cor Leguijt, VVRE, 6 april 2017 Inhoud Warmtetransitie, van het aardgas af, hoezo???? Aanpak in het project Uitkomsten regio West-Friesland Eindbeeld (welke oplossing

Nadere informatie

De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad

De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad Delft, 9 maart 2018 Sander Fijn van Draat, Mark Jurjus, Hans Schneider Beheert het netwerk voor gas en stroom Inhoudsopgave

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2016Z15884

Nadere informatie

Opgesteld juli Visie op warmte in bestaande- en nieuwbouw

Opgesteld juli Visie op warmte in bestaande- en nieuwbouw Opgesteld juli 2019 Visie op warmte in bestaande- en nieuwbouw De Nederlandse energietransitie is in volle gang Domein Eteck Gebruik afbouwen en vervangen door gecertificeerd groen gas Verduurzaming is

Nadere informatie

Mogelijke rol van Warmterotonde in Zuid-Holland

Mogelijke rol van Warmterotonde in Zuid-Holland AAN: Themagroep Energie van PvdA Duurzaam VAN: Oscar Menger, Henk Heijkers en Maarten de Groot DATUM: maart 2018 Mogelijke rol van Warmterotonde in Zuid-Holland 1 Inleiding Veel Z-Hollandse gemeenten kunnen

Nadere informatie

Energietransitie. 13 april 2018

Energietransitie. 13 april 2018 1 Welkom! Energietransitie 2 13 april 2018 3 2030 zonder Gronings aardgas 2040 of 2030 een klimaat neutrale stad. 2030 geen aardgas meer uit Groningen. Totaal 250.000 woningen, 30.000 bedrijfs- en nutspanden.

Nadere informatie

Verdiepingsbijeenkomst Kom van dat gas af. 29 januari 2018 Gemeente Barendrecht

Verdiepingsbijeenkomst Kom van dat gas af. 29 januari 2018 Gemeente Barendrecht Verdiepingsbijeenkomst Kom van dat gas af 29 januari 2018 Gemeente Barendrecht 1. Terugblik 13 november jl. 1. Enquête resultaten Programma 2. Vragenlijst 3. Mogelijke maatregelen aardgasvrij 4. Tussenresultaten

Nadere informatie

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG Introductie Jon van Diepen Register Energie Adviseur (rea) Afgestudeerd in Business of Energy Systems (TopTech/TU Delft) Achtergrond: ICT / Financieel Analist Interessegebied:

Nadere informatie

Achtergrond Warmtewet

Achtergrond Warmtewet Achtergrond Warmtewet Bron: AEDES Handreiking Warmtewet voor Woningcorporaties (VERSIE 1, dd 21 oktober) 1. Achtergrond: De Warmtewet is ontstaan als initiatiefwet vanuit de Tweede Kamer. Het heeft tien

Nadere informatie

Klankbordgroep aardgasvrij wonen

Klankbordgroep aardgasvrij wonen Klankbordgroep aardgasvrij wonen 1 e bijeenkomst klankbordgroep: Delen plan voor de komende periode Input vragen op het stappenplan Maandag 11 maart 2019 Programma 19.30 uur: Aftrap met korte terugblik

Nadere informatie

Hoe zorgen we dat de woningeigenaar kiest voor klimaatneutraal verwarmen? Frans Rooijers 3 april 2018

Hoe zorgen we dat de woningeigenaar kiest voor klimaatneutraal verwarmen? Frans Rooijers 3 april 2018 Hoe zorgen we dat de woningeigenaar kiest voor klimaatneutraal verwarmen? Frans Rooijers 3 april 2018 CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische,

Nadere informatie

van de gemeente Nijmegen een belangrijke mijlpaal. In deze warmtevisie, met als ondertitel op weg naar een aardgasvrij Nijmegen, zijn alle initiatieve

van de gemeente Nijmegen een belangrijke mijlpaal. In deze warmtevisie, met als ondertitel op weg naar een aardgasvrij Nijmegen, zijn alle initiatieve van de gemeente Nijmegen een belangrijke mijlpaal. In deze warmtevisie, met als ondertitel op weg naar een aardgasvrij Nijmegen, zijn alle initiatieven gevat en in een groter kader geplaatst om de route

Nadere informatie

Businesscase voor thermische energie uit water t.b.v. beschermde stadskern Blokzijl 18 april 2019

Businesscase voor thermische energie uit water t.b.v. beschermde stadskern Blokzijl 18 april 2019 Businesscase voor thermische energie uit water t.b.v. beschermde stadskern Blokzijl 18 april 2019 BC Thermisch uit oppervlaktewater Blokzijl I. TEO en WKO Algemeen II. Locatie III. Energievraag IV. Energiebesparing

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij

Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij Versie maart 2017, opgesteld door de gemeente Haarlem Een aardgasvrije stad waarom is dat nodig? Het is een noodzakelijke stap om de opwarming van

Nadere informatie

De gemeentelijke opgave: Het vliegwiel op gang brengen. Duurzaam Verwarmd

De gemeentelijke opgave: Het vliegwiel op gang brengen. Duurzaam Verwarmd De gemeentelijke opgave: Het vliegwiel op gang brengen Duurzaam Verwarmd 6-3-2019 # Hoe dan: Vliegwiel ET op gang 1. Startmotor op gang brengen: corporatiewoningen op warmtenetten 2. Gemeentelijke strategie

Nadere informatie

Ypenburg 100% duurzame warmte

Ypenburg 100% duurzame warmte Ypenburg 100% duurzame warmte Verkenning van de mogelijkheden Rotterdam, 13 november 2018 Edward.pfeiffer@rhdhv.com 06-52 01 86 58 Doelstelling van de verkenning Eneco en de Stichting Hernieuwbare Warmte

Nadere informatie

DUURZAAM WEERSELO WAAROM EN HOE

DUURZAAM WEERSELO WAAROM EN HOE WAAROM EN HOE Klimaat akkoord Parijs / Nederland Stimuleringsmaatregelen Accijns Energie besparing Inzet hernieuwbare bronnen Verminderen van fossiele brandstoffen 10-12-2018 1 KLIMAAT AKKOORD NL Nederlands

Nadere informatie

Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam

Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 warmtekoude metropoolregio amsterdam INLEIDING teken stond van de technische en organisatorische rondes met Grand Design

Nadere informatie

Presentatie Paddy Noë 26 juni 2019 H 2 H. Huishoudens op waterstof Proef project Wageningen

Presentatie Paddy Noë 26 juni 2019 H 2 H. Huishoudens op waterstof Proef project Wageningen Informatieavond 26 juni in de BBTHK H 2 H Huishoudens op waterstof Proef project Wageningen 1 1 H2H team Paddy Noë: Opzet Pilot Project in Wageningen 2 2 3 3 H2H initiatief Een burger initiatief; Voor

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

De Warmtewet, gaan we nu echt voor besparing en verduurzaming of hebben we een bureaucratisch monster?

De Warmtewet, gaan we nu echt voor besparing en verduurzaming of hebben we een bureaucratisch monster? De Warmtewet, gaan we nu echt voor besparing en verduurzaming of hebben we een bureaucratisch monster? Drs ing Teus van Eck Biomassabijeenkomst Bodegraven, 7 mei 2009 Warmte is de grootste post in de

Nadere informatie

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving 25 maart 2019 Pagina 2 van 5 Ingrijpende veranderingen voor het Nederlandse energienet De energietransitie

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij

Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij Versie december 2016, opgesteld door de gemeente Haarlem Een aardgasvrije stad waarom is dat nodig? Het is een noodzakelijke stap om de opwarming

Nadere informatie

Uw logo. Pieter van der Ploeg. Strategie. Alliander

Uw logo. Pieter van der Ploeg. Strategie. Alliander Pieter van der Ploeg Strategie Alliander Inhoud 1. Wat is Alliander 2. Van ambitie naar concrete vraag 3. Van nu en hier naar daar en straks en hoe kom ik daar 4. Wie doen mee 5. Voorbeeld van belang van

Nadere informatie

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Energie-infrastructuur: overzicht en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Indeling De drie fasen van ordening en regulering infrastructuur Nederland doorvoerland Wat is de opgave? Investeringen

Nadere informatie

Categorie Algemeen Kan ik beter alleen of samen met de buren iets doen? Kunnen we iets collectiefs doen, bijvoorbeeld met onze buren?

Categorie Algemeen Kan ik beter alleen of samen met de buren iets doen? Kunnen we iets collectiefs doen, bijvoorbeeld met onze buren? Nederland wordt aardgasvrij in 2050. Of u nu huurder, huiseigenaar of ondernemer bent, u kunt er nu alvast rekening mee houden dat de komende 30 jaar alle woningen van het aardgas af gaan. Wij kunnen ons

Nadere informatie

Inleiding Gebiedsenergie. Balanceren tussen milieu, woonlasten en haalbaarheid

Inleiding Gebiedsenergie. Balanceren tussen milieu, woonlasten en haalbaarheid Inleiding Gebiedsenergie Balanceren tussen milieu, woonlasten en haalbaarheid bpd ontwikkeling Focus - Woonconcept- en gebiedsontwikkeling - Betrekken klanten en stakeholders - Nieuwe samenwerkingsvormen

Nadere informatie

-Werkconferentie uitfaseren aardgas -Carla Roghair Alliander -Marc van der Burght gemeente Arnhem -24 mei 2017

-Werkconferentie uitfaseren aardgas -Carla Roghair Alliander -Marc van der Burght gemeente Arnhem -24 mei 2017 -Werkconferentie uitfaseren aardgas -Carla Roghair Alliander -Marc van der Burght gemeente Arnhem -24 mei 2017 Uitfaseren aardgas en geen energie-initiatieven in de wijk Nederland aardgasvrij in 2050:

Nadere informatie

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016 Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden 11 februari 2016 1 Managementsamenvatting Inleiding De gemeente Leiden heeft in haar duurzaamheidsambitie doelen gesteld voor de korte

Nadere informatie