Provincie Noord-Brabant

Transcriptie

1 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom Postbus AA BERGEN OP ZOOM.,;.--.,;. -[to ~-e~}e~ r.:, Reg datum 4/2/20 6 Brobontloon Postbus MC ' s-hertogenbosch Telefoon (073) Fox(073)64ll 5 nl IBAN NL86NGB Bereikboorheid openboor vervoer en fiets: Onderwerp Hulsen Kwappenberg VOF te Roosendaal Geacht College, Op 24 augustus 206 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: RvS) de op 4 november 204 door Gedeputeerde Staten aan Hulsen Kwappenberg VOF te Roosendaal (hierna: BioMoer) verleende omgevingsvergunning vernietigd. De volgende gronden waren voor de RvS aanleiding om de vergunning te vernietigen:. Gezien de veranderingen die plaatsvinden had de verklaring van geen bedenkingen (vvgb) gevraagd moeten worden aan de raad van de gemeente Bergen op Zoom in plaats van Roosendaal; 2. De Ve rordening ruimte 20 4 (Vr20 4) sluit de besc herming van de EHS tegen ammoniakdepositie niet uit; 3. Er bestaat naar het oordeel van de RvS onduidelijkheid over vormverandering van het bouwvlak. 2 december 206 C282640/ Uw kenmerk Contactpersoon A.W. (Toon) van den Eng Te lefoo n ( ovdeng@brobont.n l Bijlage(n) Omdat wij van oordeel zijn dat medewerking verleend kan worden aan de uitbreiding van de capaciteit van de ter plaatse aanwezige mestvergistingsinstallatie richten wij ons tot uw college met het verzoek een voorstel aan de raad van uw gemeente aan te bieden tot het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De redenen waarom w ij va n oordeel zi jn dat medewerking aan het initiatief tot uitbreiding van de mestbewerkingscapaciteit verleend kan worden zijn hierna weergegeven. Bestaande inrichting Al lereerst merken wij op dat de onderhavige inrichting een rol vervu lt in het kader van de mestbewerk ing binnen de provincie Noord-Brabant. Binnen de inrichting wordt op grond van de vigerende vergunning ton mest vergist.

2 Bi j ons college is op 2 augustus 20 een aanvraag als bedoeld in artikel 2., eerste lid, onder e, van de Wabo ingediend voor de uitbreiding van de mestbewerkingscapaciteit van ton naar ton per jaar. Naar ons oordeel bestaan er geen bezwaren tegen de uitbreiding van deze capaciteit. l 2 december 20 6 O ns kenmerk C / Noodzaak uitbreiding De vergroting van de capaciteit is gericht op het produceren van meer groene elektriciteit en het toepassen van meer laagwaardige co-producten hetgeen duurzamer is. De capaciteit van de groene elektriciteit stijgt met MWh/jaar, goed voor huishoudens en de benutting van warmte leidt tot een besparing van miljoen m3 aardgas, met 800 ton minder C02 emissie. De laagwaardige co-producten vervangen co-producten die als diervoeder kunnen worden gebruikt. Door de inzet van laagwaardige co-producten zijn meer co-producten nodig voor dezelfde opwekking van duurzame energie, een capaciteitsuitbreiding van naar ton grondstoffen voor de vergisting is daardoor noodzakelijk. Het bedrijf Biomoer heeft tijdens een op 6 september 206 gehouden ambtelijk overleg te kennen gegeven dat de aangevraagde uitbreiding financieel noodzakelijk is voor het bedrijf. Bij een capaciteit van ton per jaar is het bedrijf niet rendabel. Enkel indien de capaciteit van de mestbewerking uitgebreid wordt, worden de bedrijfsactiviteiten van dit onderdeel van het bedrijf ren dabel. (Naast de mestvergistingsinstallatie wordt een melkveehouderij geëxploiteerd). Het niet kunnen uitbreiden van de mestvergistingscapaciteit kan tot gevolg hebben dat de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten in het geding komt. Naast kapitaalvernietiging leidt dit tot een vermindering van de vergunde mestbewerkingscapaciteit in dit deel van de provincie. Benutting energie uit co-vergisting Door Biomoer wordt optimaal gebruik gemaakt van de energie die vrijkomt door de vergisting van mest en co-producten. Door de vergisting komt methaangas vrij dat verbrand wordt in een warmtekracht installatie {wkk) voor het opwekken van elektriciteit. De restwarmte wordt gebruikt in het naast gelegen kassencomplex en ti jdens het betreffende seizoen voor het verwarmen van een naastgelegen perceel met asperges. Hierdoor wordt de vrijkomende energie optimaal benut. Vanuit het oogpunt van een efficiënte inzet van energie ondersteunen wij dit project. Verklaring van geen bedenkingen gemeenteraad Bergen op Zoom In artikel 6.5 van het Bar is bepaald dat wanneer een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt gevraagd waarbi j afgeweken wordt van het bestemmingsplan waar het project geheel of gedeeltelijk zal worden uitgevoerd, pas verleend kan worden nadat de gemeenteraad van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, heeft verklaard dat hi j daartegen geen bedenkingen heeft. 2/9

3 Provincie Noord-Brabant Door ons is destijds geoordeeld dat in deze kwestie bedoelde verklaring van geen bedenki ngen verleend diende Ie worden door de raad van de gemeente Roosendaal. Wij baseerden ons op het feil dat de inrichting voor het grootste gedeelte gelegen is in de gemeente Roosendaal en er sprake was van een planologische afwijking op het grondgebied van zowel de gemeente Roosendaal als Bergen op Zoom. De rechtbank Oost-Brabant heeft in zijn uitspraak van 9 november 205 vastgesteld dat de uitbreiding van de inrichting vooral plaatsvindt op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom en dat ook uit de beschikking tweede fase blijkt dat ten behoeve van deze uitbreiding vooral bouwwerken op grondgebied van Bergen op Zoom worden gebouwd. Naar het oordeel van de rechtbank betekent d it dat het project lol uitbreiding van de vergistingsinstallatie voor het grootste gedeelte is gelegen in uw gemeente. In haar uitspraak van 24 augustus 206 heeft de RvS de uitspraak van rechtbank Oost-Brabant voor dit onderdeel bevestigd. Het een en ander betekent dat verlening van de gevraagde omgevingsvergunning alleen mogelijk is indien de raad van uw gemeente een verkla ring van geen bedenkingen verleent. 2 december 20 6 C282640/ Gelet op het bepaalde in artikel 6.5, tweede lid, van het Bor dient het belang van een goede ruimtelijke ordening door de raad van uw gemeente beoordeeld Ie worden in het kader van de vereiste ve rklaring. In dit verband merken wij het volgende op. Strijdigheid Vr204 Door ons is geconstateerd dat in de uitspraak van de RvS de vele en uitgebreide beroepsgronden ten aanzien van verme ende stri jdigheid met de Vr204 ongegrond zijn verklaard met uitzondering van de bescherming van het Natuur Netwerk Brabant (NNB, voorheen de Ecologische Hoofd Structuur). Ten aanzien van dit aspect merken wij op dat Provinciale Stalen inmiddels de Vr 20 4 gewijzigd hebben vastgesteld. Bescherming van het NNB tegen externe effecten, die optreden vanwege de verspreiding van stoffen door de lucht of water, is nu expliciet uitgesloten in de regels van de gewijzigde Vr 204. Hiermee vormt de eventuele depositie van stikstof op de NNB niet langer een toetsingskader. Strijdigheid structuurvisie Bergen op Zoom Voorts is door de Afdeling bestuursrechtspraak in haar uitspraak overwogen dat bij het verlenen van de eerdere verklaring van de gemeenteraad van Roosendaal voldoende bl ijk gegeven is van een toetsi ng aan de structuurvisies van zowel de gemeente Roosendaal als van de gemeente Bergen op Zoom. Door de Afdeling is overwogen dat appellanten in hun hoger beroep onvoldoende hebben onderbouwd waarom deze toetsing ontoereikend was. Verkeersafwikkeling Door uw college is beroep bij de rechtbank ingesteld ten aanzien van de ve rkee rsafwikkeling van en naar de inrichting. 3/9

4 Naar uw oordeel en andere appellanten was de overeengekomen anterieure overeenkomst onvoldoende ter voorkoming van verkeeroverlast. 2 december 206 De betreffende beroepen zi jn door de rechtbank gegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de uitspraak von de rechtbank op dit C2 l82640/ 4l o 434 onderdeel vernietigd. Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat de gesloten overeenkomst voldoende waarborgen biedt voor een goede verkeersafwikkeling. Ruimteliike uitstraling Het betreft hier een uitbreiding van een reeds ter plaatse aanwezige co-vergistingsinstallatie. Concreet heeft de voorgestane uitbreiding tot gevolg dat een vierde vergistingssilo gerealiseerd wordt in de directe nabijheid van de drie reeds bestaande vergistingssilo' s. Verder voorziet de aanvraag in het legaliseren van sleufsilo's voor de opslag van co-producten op het grondgebied van uw gemeente. Verplaatsing van het bedrijf naar een industrieterrein is niet aan de orde en zou naast organisatorische problemen (de veehouderij wordt geëxploiteerd door dezelfde persoon die de vergistingsinstallatie bedient) ook kapitaalvernietiging betekenen. Daarnaast wordt in de huidige situatie de restwarmte afkomstig van de wkk benut door de naast gelegen tuinder, die mede eigenaar is van de vergistingsinstallatie. Het een en ander betekent dat door de uitbreiding van ve rwerkingscapaciteit de huidige ruimtelijke uitstraling van het bedrijf niet wezenlijk wordt vergroot. Bovendien zijn door Biomoer maatregelen genomen in de vorm van aanplanting van het gehele perceel om zodoende zorg te dragen voor een goede landschappelijke inpassing. In het kader van de verleende bouwvergunning is door de rechtbank een uitgebreide toetsing uitgevoerd ten aanzien van de welstandsaspecten verbonden aan de oprichting van de vierde vergistingsilo en overige bouwwerken op het grondgebied van uw gemeente. Verwezen wordt naar de overwegingen onder van bedoelde uitspraak Door de rechtbank is geoordeeld dat door ons het advies van de Welstands Monumenten Commissie van uw gemeente onderbouwd is weerlegd en dat wij terecht de aanvraag om bouwvergunning niet hebben geweigerd wegens strijdigheid met redelijke eisen van welstand. Onduidelijkheid bouwvlak In rechtsoverweging heeft de RvS geoordeeld dat onduidelij k is gebleven of op een gedeelte van 750 m 2 van hetgeen als bestaand bouwperceel is aangeduid vergunde bebouwing aanwezig is. Verder heeft de RvS in dezelfde overweging geoordeeld dat in verweer onvoldoende is gemotiveerd waarom het stuk grond in de vorm van een driehoek aan de Luienhoekweg niet meer tot het bouwperceel behoort. 4/9

5 Provincie Noord Brabant In reactie op de overwegingen van de RvS merken wij het volgende op. Het bestaand bouwperceel in Bergen op Zoom is m 2. Dit is als volgt opgebouwd: 2 december 20 6 C282640/ Bestaande bebouwing.25 m 2 Bestaande erfverharding.825 m 2 Oppervlakte peeconbak 50 m 2 Oppervlakte vierde silo 700 m m 2 In bijlage wordt dit verduidelijkt met een illustratie. In de definitie van bouwperceel in artikel. 20 van de Vr 204 wordt niet alleen het bouwvlak aangewezen als bouwperceel, maar ook de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan. De oppervlakte van de vierde silo en de peeconbak zijn door ons tot het bestaande bouwperceel gerekend, omdat met deze bouwwerken al rekening is gehouden in de vergunning van 4 september 2008 (zie de uitsnede in bijlage 2). Op de tekening behorende bij de aanvraag van deze vergunning is geen erfverharding ingetekend, maar de locatie van de vierde silo wordt in die vergunning wel volledig ingesloten door de erfverharding en bebouwing. Op dit gedeelte zijn bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken toegestaan. Het omsloten gedeelte vormt gezien de definitie in artikel.20 van de Vr 204 dan ook een onderdeel van het bouwperceel. Terecht heeft de RvS geconstateerd dat de driehoek aan de Luienhoekweg in het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied Wouw" een bouwvlak heeft. In bijlage 3 is met rode arcering het gedeelte weergegeven dat hiermee wordt bedoeld. Dit bouwvlak dient in beginsel tot het bouwperceel te worden gerekend. In de vergunning zal echter een vergunningvoorschrift worden opgenomen, inhoudende dat de driehoek onbebouwd moet blijven. Voor zover de driehoek op enig moment toch zou worden bebouwd, wordt gehandeld in strijd met de vergunningvoorschriften en dus kan en zal hiertegen handhavend worden opgetreden. Verder heeft de gemeente Roosendaal toegezegd dat het bouwvlak na onherroepelijk worden van de vergunning bij de eerstvolgende bestemmingsplanwijziging wordt verwijderd. Gezien het vergunningvoorschrift waarmee is verzekerd dat niet mag worden gebouwd, maakt de driehoek feitelijk en juridisch geen onderdeel meer uit van het bouwperceel. Met de bestemmingsplanwijziging zal dit definitief worden gemaakt. 5/ 9

6 Voor de goede orde merken wij op dat wij bij de vernietigde vergunning de betreffende driehoek niet hebben aangemerkt als zijnde onderdeel van de inrichting. Conclusie Gelet op het voorstaande bestaat er naar ons oordeel voldoende aanleiding om de raad van uw gemeente te verzoeken medewerking te verlenen aan het initiatief van Biomoer door afgifte van een verklaring van geen bedenking en. 2 december 20 6 ( / Gedeputeerde Staten van Noord-Bra bant, namens deze, M.J. van den Dries, programmamanager Omgevingsrecht (ORO), VTH en EV 6/9

7 Bijlage l 2 december 206 Ons ke nmerk C282640/ Tekening.2..._..,..,,~,.,., ~we.-gund a-_. op~ P..oonbalt!50rrt> -E~g,~,.,.,. UI b... 0 doe 7JO m" T- J70Cm' i.. l. ' i ' 7/ 9

8 Bijlage 2 l 2 december 206 C / / 9

9 Provincie. N o ord Bra an Bijlage 3 2 december 20 6 C / Bergen op Zoom. 9/ 9