VIESMANN. Bedienings- en servicehandleiding VITOMAX 200-HW. voor de vakman

Transcriptie

1 Bedienings- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitomax 200-HW type M238 Heetwaterketel op olie of gas Vermogen 4,0 tot 18,2 MW VITOMAX 200-HW 06/2007 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiëleschadeenschade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. & Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. & Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. & De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Let bij de werkzaamheden op & de wettelijke voorschriften inzake ongevalspreventie, & de wettelijke voorschriften inzake de milieubescherming, & de bepalingen inzake de ongevallenverzekering, Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. & Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. & Gasafsluitkraan sluiten. & Ramenendeurenopenzetten. & Personen verwijderen uit de gevarenzone. & Gas- en elektriciteitsbedrijf buiten het gebouw waarschuwen. Wat te doen bij een rookgaslucht Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. & Installatie spanningsvrij schakelen. & Openramenendeuren (buiten). & Deuren van woonverblijven sluiten. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften (vervolg) Werkzaamheden aan de installatie & Installatie spanningsvrij schakelen. & Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. & Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. Herstelwerkzaamheden! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werkingvandeinstallatiein gevaar. Defecte onderdelen moeten door orginele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Accessoires, en reserve-onderdelen! Opgelet Reserve-onderdelen en slijtende onderdelen die niet samen met de verwarmingsinstallatie werden gekeurd, kunnendewerkingvande installatie nadelig beïnvloeden. Het monteren van niet-toegelaten onderdelen en het uitvoeren van niet-goedgekeurde wijzigingen en montages kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele reserve-onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde reserve-onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Bedieningsinstructies Instructies voor gebruik... 5 Bedrijfscontroles... 5 Buiten bedrijf stellen... 6 Onderhoudsaanwijzingen... 8 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud... 9 Aanvullende info over de stappen Extra informatie Richtwaarden voor de waterkwaliteit Protocollen Index

5 Bedieningsinstructies Instructies voor gebruik Een ketelinstallatie van categorie IV volgens warenwet besluit Drukapparatuur mag pas in gebruik worden genomen als de vergunning voor de installatie van de verantwoordelijke instantieaanwezigisendeverantwoordelijke deskundige de installatie heeft gecontroleerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman evenals de verantwoordelijke deskundige plaatsvinden. Deinstelwaardenmoetenineen meetprotocol worden genoteerd en door de installateur van de installatie worden laten bevestigd door de deskundigeendegebruikervandeinstallatie. Heetwaterketels van categorie IV volgens warenwet besluit Drukapparatuur mogen uitsluitend door een vakkundige ketelwacht worden gebruikt, bewaakt en onderhouden. Bij uitrusting van de ketel volgens O0200, volledig onbewaakt bedrijf kan de werking zonder permanent toezicht op verzoek door de verantwoordelijke instantie worden toegestaan. Bij een installatie die uit meerdere ketels bestaat en waarvan er één permanent als reserveketel is bedoeld, moet een bedrijfsomschakeling slechts over een langere periode, bijv. naar aanleiding van de jaarlijks vereisterevisievandegeheleinstallatie, plaatsvinden. Wij adviseren de ketel zonder onderbreking met de vereiste werkoverdruk en werktemperatuur te gebruiken. Ook als gedurende langere tijd geen warmteafname plaatsvindt, is deze werking een voordeel. Bedrijfscontroles Gevaar Ongeïsoleerde ketelonderdelen kunnen een hoge temperatuur hebben en brandwonden veroorzaken. Voorzichtig bij een heet oppervlak. Afhankelijk van de veiligheidstechnische uitrusting en de gegevens in de vergunning de ketel permanent, elke 24 uur of elke 72 uur op reglementaire werking controleren. De controles volgens O0200, regels voor toestellen onder druk, vastleggen. De scheikundige kwaliteit van het ketel- en voedingswater volgens EN deel 10 en VdTÜV-Merkblatt 1466 voortdurend controleren. De volgende controles dagelijks of elke 72 uur, afhankelijk van de keteluitvoering en na bepaling van de fabrikant, uitvoeren. 5

6 Bedieningsinstructies Bedrijfscontroles (vervolg) & Ketel spuien (alleen bij ketel zonder automaat, klep twee- tot driemaal onder werkdruk even openen). & Waterniveaubegrenzer controleren. & Ketel- en voedingswater controleren. De volgende controles maandelijks uitvoeren: & Veiligheidsklep op werking controleren. & Regeltechnische en veiligheidstechnische inrichtingen op goede werking controleren. & Alle aansluitingen en afsluitingen op dichtheid controleren. & Be-enontluchtingvandeinstallatieruimte controleren. De volgende controles halfjaarlijks laten uitvoeren & Veiligheidstechnische uitrusting controleren. & Brander controleren. & Isolatie van deksels en deuren aan rookgaszijde controleren. Resultaten van de dagelijkse, maandelijkse en halfjaarlijkse controles in het logboek noteren. Buiten bedrijf stellen Om stilstandscorrosie in drukloze toestand te vermijden, moet het oppervlak aan rookgas- en waterzijde afhankelijk van de duur van de bedrijfsonderbreking worden geconserveerd. Men maakt onderscheid tussen natte conservering (waarbij zuurstof moet worden vermeden) en droge conservering (waarbij vocht moet worden vermeden). Kortstondige bedrijfsonderbreking (1 tot 2 dagen) Waterzijde Advies: Ketel op druk en temperatuur houden. Wanneer dit niet mogelijk is en moet de ketel meerdere dagen drukloos zijn, dan adviseren wij het volgende: Om zuurstofcorrosie te vermijden moet ca. een uur voor het afzetten vandeketelaanhetvoedingswater een hoeveelheid zuurstofbindmiddel worden toegevoegd die het 2- tot 3- voudige van de normale doseerhoeveelheid is. 6

7 Bedieningsinstructies Buiten bedrijf stellen (vervolg) Rookgaszijde Het oppervlak moet droog worden gehouden. Sterke verontreiniging verwijderen omdat hierdoor vocht wordt gebonden. Langere bedrijfsonderbreking Waterzijde Natte conservering als geen vorstgevaar bestaat 1. De ketel wordt tot het hoogste punt met behandeld voedingswater gevuld. Om zuurstofcorrosie te vermijden, moet volgens gegevens van de fabrikant een zuurstofbindmiddel (bijv. natriumsulfiet) worden toegevoegd. Daarbij op goede vermenging met het ketelwater letten (thermisch of mechanisch mengen). 2. Als bij een installatie met meerdere ketels slechts enkele ketels moeten worden geconserveerd, kunnen deze met ontzout ketelwater van de ketels die in bedrijf zijn op circulatie en temperatuur worden gehouden. 3. Een volledig gevulde ketel kan ook onder een druk van 0,1 tot 0,2 bar met stikstof (bij voorkeur stikstof 5.0) tegen corrosie worden beschermd. Droge conservering bij vorstgevaar of langere stilstand Ketel bij 120 tot 140 C aftappen en daarna de afsluitingen aan waterzijde openen. De ketel volledig drogen en met droogmiddel (bijv. silicagel) volgens gegevens van de fabrikant vullen. 7

8 Bedieningsinstructies Buiten bedrijf stellen (vervolg) Erop letten dat het droogmiddel niet met het ketelmateriaal in aanraking komt. Daarna de ketel weer sluiten. Regelmatig controleren of het droogmiddel nog vocht kan opnemen. Rookgaszijde Het oppervlak aan rookgaszijde grondig reinigen en drogen. Het waswater alkalisch (ph 8-9, bij ammoniak tot ph 10) houden. Na volledige droging het oppervlak met een dunne grafiet- of laklaag conserveren. Het oppervlak tijdens stilstand droog houden (door toepassing van een droogmiddel (bijv. silicagel) of aangesloten droger met luchtcirculatie). Onderhoudsaanwijzingen Het onderhoud van een hogedrukstoomketel is voorgeschreven in de TRD-voorschriften. Gevaar Ongeïsoleerde ketelonderdelen kunnen een hoge temperatuur hebben en brandwonden veroorzaken. Voorzichtig bij een heet oppervlak. 8

9 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Ziedeaangegevenpaginavoormeerinformatieoverdetevolgenstappen!!! Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Installatie in bedrijf stellen Installatie buiten bedrijf stellen Brander demonteren (indien nodig) Reinigingsdeur(en) openen Reinigingsdeksel en vuurhaarddeur openen Wirbulatoren (indien aanwezig) eruit trekken en reinigen Verwarmingsoppervlak, rookgasafvoer en rookgasbuis reinigen Alle afdichtingen en afdichtingskoorden aan rookgaszijde controleren 9. Isolatie controleren Wirbulatoren (indien aanwezig) erin schuiven en reinigingsdeuren sluiten Reinigingsdekels en vuurhaarddeur vastschroeven Brander monteren Alle water- en stoomaansluitingen op dichtheid controleren 14. Inspectieopeningen op dichtheid controleren Veiligheidsinrichtingen volgens logboek voor stoomketelinstallaties van groep IV op werking controleren Kijkglas in vuurhaarddeur reinigen Waterkwaliteit controleren Ventilatie van de installatieruimte controleren 19. Rookgasbuis op dichtheid controleren 20. Brander inregelen

10 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen Installatie in bedrijf stellen Gegevens van de branderfabrikant en het toebehoren 1. Controleren of de wirbulatoren (indien aanwezig) tot de aanslag in de rookgaspijpen zijn geschoven (reinigingsdeur(en) openen). 2. Controlerenofdeventilatievan de installatieruimte openstaat. 3. Werking van de waterbehandeling controleren. 4. Ketel met water vullen en ontluchten. Opmerking Het water voor de stoomketel moet voldoen aan EN deel 10; zie ook "Richtwaarden voor de waterkwaliteit" op pagina Alle gemonteerde onderdelen zoals leidingen, kleppen, regelaars, pompen etc. op dichtheid en werking controleren. 6. Drukvandeinstallatiecontroleren. 7. Oliepeil resp. gasaansluitdruk controleren. 8. Rookgasschuif resp. klep (indien aanwezig) openen. 9. Controleren of de reinigingsopening(en) in de rookgasafvoer gesloten is (zijn). 10. Afsluitkleppen van de olie- resp. gasleiding openen. 11. Hoofdschakelaar, schakelaars voor de benodigde aggregaten van de ketel en bedrijfsschakelaar voor de brander in deze volgorde inschakelen (bedrijfsvoorschriften van de branderfabrikant in acht nemen). 12. Ketel op een lage belasting (max. 30%) in bedrijf nemen en langzaam naar een temperatuur van ca. 30 K onder de werktemperatuur opstoken. 13. Na het bereiken van de gewenste aanvoertemperatuur de ketelretourklep, evt. voedingswaterklep en langzaam de ketelaanvoerklep openen. 14. Pas dan volledige belasting van de brander vrijgeven. 15. Bij het opstoken vanuit koude toestand (ook bij het opnieuw in bedrijf stellen na onderhouds- en reinigingswerkzaamheden) de warmtetoevoer naar de warmteverbruikers onderbreken, zodat het dauwpuntgebied zo snel mogelijk wordt doorlopen. 16. Na het bereiken van de werktemperatuur de warmteverbruikers na elkaar inschakelen en de brander op automatische werking zetten. 10

11 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 17. Afsluitingen voor en tijdens de opstookfase op dichtheid controleren en eventueel natrekken. Alle afsluitingen bij max. toegest. werkdruk natrekken. Aanhaalmomenten in koude en warme toestand: 18. Na ca. 50 bedrijfsuren keteldeur (en) en reinigingsdeksel(s) op dichtheidcontrolerenenbouten natrekken. Afsluiting Afmeting Aanhaalmoment Handgat 100x150, 100 Nm M16 Kopgat 220x320, 200 Nm M20 Mangat 320x420, M Nm Installatie buiten bedrijf stellen Gevaar Het openen van ketelaansluitingen en -openingen onder druk kan de gezondheid ernstig schaden. Water- en stoomaansluitingen evenals inspectieopeningen uitsluitend openen als de ketel drukloos is. 1. Afsluitkleppen van de olieleidingen (op tank en filter) gasafsluitkraan sluiten. 2. Brander uitschakelen. 3. Installatie spanningsvrij schakelen. 4. Alle kleppen sluiten. 11

12 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Brander demonteren (indien nodig) 1. Brandstofleiding demonteren. 2. Bouten A losdraaien en brander met branderplaat B verwijderen. Reinigingsdeur(en) openen Bouten A van reinigingsdeur(en) B losmaken en reinigingsdeur(en) open klappen. 12

13 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Reinigingsdeksel en vuurhaarddeur openen 1. Reinigingsdeksel B demonteren. 2. Vuurhaarddeur Aopenen. Wirbulatoren (indien aanwezig) eruit trekken en reinigen Wirbulatoren A zonder geweld eruit trekken. Hiervoor moet evt. de wirbulatortrekker van het reinigingstoestel worden gebruikt. 13

14 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Verwarmingsoppervlak, rookgasafvoer en rookgasbuis reinigen 1. Pijpen A, vuurhaard B en omkeerkamer met de borstel reinigen en verbrandingsresten verwijderen. 2. Verbrandingsresten uit de rookgasbuis en rookgasafvoer verwijderen. Isolatie controleren 1. Isolatie van de vuurhaarddeur A controleren 2. Isolatie van de reinigingsdeuren, van de vuurhaardingang, van de reinigingdeksels en van de omkeerkamer controleren. 14

15 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Wirbulatoren (indien aanwezig) erin schuiven en reinigingsdeuren sluiten 1. Wirbulatoren B (alleen in het 3. blok C) tot de aanslag erin schuiven. 2. Reinigingsdeuren sluiten. 3. Bouten van de reinigingsdeuren A gelijkmatig en kruislings aantrekken. Reinigingsdekels en vuurhaarddeur vastschroeven 1. Beide reinigingsdeksels B afdichtend vastschroeven. 2. Vuurhaarddeur A sluiten en afdichtend vastschroeven. 15

16 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Brander monteren 1. Branderplaat B met bouten A op de branderflens C schroeven. 2. Bij gasbrander: Gasaansluitbuis demonteren. Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Dichtheidscontrole van alle gasverbindingen uitvoeren. Inspectieopeningen op dichtheid controleren Gevaar Ongeïsoleerde ketelonderdelen kunnen een hoge temperatuur hebben en brandwonden veroorzaken. Voorzichtig bij een heet oppervlak. Opmerking Telkens na het openen van de afsluitingen moeten de pakkingen worden vernieuwd. Montagehandleiding van de pakkingfabrikant. 16

17 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Veiligheidsinrichtingen volgens logboek voor stoomketelinstallaties van groep IV op werking controleren Veiligheidskleppen evenals temperatuur- en drukbegrenzers volgens de gegevens van de fabrikant controleren. 17

18 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Kijkglas in vuurhaarddeur reinigen Kijkglas met pakkingen A op dichtheid controleren en reinigen. Waterkwaliteit controleren Richtwaarden zie pagina 19. Brander inregelen Door branderfabrikant of erkende verwarmingsfirma. 18

19 Extra informatie Richtwaarden voor de waterkwaliteit Volgens EN deel 10 en het VdTÜV-Merkblatt 1466 voor de waterkwaliteit bij heetwaterketels in verwarmingsinstallaties gelden bij een aanvoertemperatuur van meer dan 100 C de volgende gegevens: Werking op zoutarm circulatiewater Als vulwater en toegevoegd water komt uitsluitend zoutarm water, zoals ontzout water, permeaat of condensaat in aanmerking. Bij systemen met mengcondensatie is meestal zoutarm water aanwezig als geen ketelwater voor de alkalisering wordt teruggevoerd. Werking op zouthoudend water Als vulwater en toegevoegd water moet zo mogelijk water met een laag zoutgehalte worden gebruikt dat in ieder geval geen aardalkaliën kent (onthard). El. geleidbaarheid bij 25 ºC Algemene eisen zoutarm zouthoudend μs/cm 10 tot 30 > 30 tot 100 > 100 tot helder zonder helder zon- helder zonder sedimender sedimen- sedimenten ten ten ph-waarde bij 25 ºC ,5 9-10,5 ph-waarde volgens tap- 9,5 9,5 9,5 waterverordening/veror- dening tapwaterbehandeling Zuurstof (O2) mg/ <0,1 <0,05 <0,02* 1 (waarden bij permanente werking duidelijk lager) liter Aardalkaliën (Ca + Mg) mmol/ liter <0,02 <0,02 <0,02 *1 Als geschikte corrosie-inhibitors worden gebruikt, kan de zuurstofconcentratie in het circulatiewater 0,1 mg/liter bedragen. 19

20 Extra informatie Richtwaarden voor de waterkwaliteit (vervolg) Fosfaat (PO4) Fosfaat (PO4) volgens tapwaterverordning/verordening tapwaterbehandeling Fosfaat (PO4) voor stoomketels van Viessmann Bij gebruik van zuurstofbindmiddelen: natriumsulfiet (Na2SO3) (Bij gebruik van andere geschikte producten moet rekening worden gehouden met de betreffende richtlijnen van de leverancier.) mg/ liter mg/ liter mg/ liter mg/ liter zoutarm zouthoudend <5 <10 < <2,5 <5 <15 <10 In het VdTÜV-Merkblatt 1466 wordt aangegeven dat andere zuurstofbindmiddelen als chemicaliën worden aangeboden die de volgende werkzame bestanddelen kunnen bevatten: & ascorbinezuur & carbohydrazide & diethydroxylamine (DEHA) & hydrochinon & methyletylketomix (Meko) & tannine Hier kunnen echter onder de voorwaarden van de ketelgebruiker oxidatie-, splitsings- en omzettingsproducten ontstaan die een voorzichtige toepassing rechtvaardigen. Meer informatie staat in de genoemde richtlijnen. 20

21 Protocollen Protocollen d.d. door: Eerste inbedrijfsname Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service d.d. door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service d.d. door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service d.d. door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service d.d. door: 21

22 Protocollen Reserveonderdelen Vitomax 200-HW Opmerking Bij bestelling van reserveonderdelen serienummer en keteltype (zie typeplaatje) aangeven. Benodigde onderdelen aankruisen en aantal aangeven. Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. A Serienummer: B Keteltype: 22

23 Protocollen Reserveonderdelen Vitomax 200-HW (vervolg) A Serienummer: B Keteltype: 23

24 Protocollen Reserveonderdelen Vitomax 200-HW (vervolg) A Serienummer: 24 B Keteltype:

25 Protocollen Reserveonderdelen Vitomax 200-HW (vervolg) A Serienummer: B Keteltype: 25

26 Index Index B Bedrijfscontroles Brander demonteren Brander monteren Brandstofleiding Buiten bedrijf stellen... 6 I Installatie buiten bedrijf stellen Installatie in bedrijf stellen Isolatie controleren K Kijkglas reinigen O Onderhoudsaanwijzingen... 8 R Reinigingsdeksel openen Reinigingsdeksels vastschroeven. 15 Reinigingsdeur openen Rookgasafvoer en rookgasbuis reinigen V Veiligheidsklep controleren Vulwater en toegevoegd water Vuurhaarddeur openen W Waterkwaliteit Wirbulatoren erin schuiven Wirbulatoren eruit trekken Z Zoutarm water Zouthoudend water

27 27

28 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden. 28