De meeste gezinnen die gewaarborgde gezinsbijslag genieten, krijgen. hulp van de OCMW s. Daarom leek het ons belangrijk voor deze

Transcriptie

1

2 De meeste gezinnen die gewaarborgde gezinsbijslag genieten, krijgen hulp van de OCMW s. Daarom leek het ons belangrijk voor deze centra een praktische gids ter beschikking te stellen. In de brochure worden de theoretische en praktische regels die van toepassing zijn op de gewaarborgde gezinsbijslag uiteengezet. We streefden er naar een duidelijke en begrijpelijke taal te hanteren. Deze gids heeft als doel de samenwerking tussen de OCMW s en de Rijksdienst te verbeteren, zodat we onze cliënten nog beter kunnen bedienen.

3

4 Inhoudsopgave Inleiding...5 Wie kan het recht op gewaarborgde gezinsbijslag openen?...6 Welke voorwaarden moet het rechtgevend kind vervullen?...12 Waaruit bestaat gewaarborgde gezinsbijslag?...16 Wat is het bedrag van de gewaarborgde gezinsbijslag?...17 Wie betaalt gewaarborgde gezinsbijslag, aan wie en wanneer?...19 Hoe een aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag indienen?...20 Vanaf welk moment wordt de gewaarborgde gezinsbijslag toegekend?...22 Hoe kunnen OCMW s de door hen toegekende voorschotten op kinderbijslag terugvorderen?...23 Wat als het gezin niet meer voldoet aan de voorwaarden van de gewaarborgde gezinsbijslag?...24 Zijn er systematische controles van de gezinssituaties?...24 Wat gebeurt er als de aanvrager de dienst gewaarborgde gezinsbijslag niet inlichtte van een belangrijke verandering die het recht op gewaarborgde gezinsbijslag kan beïnvloeden?...25 Kan de bijslagtrekkende (debiteur) een kwijtschelding van zijn schuld genieten?...26 Is het mogelijk gerechtelijke stappen te ondernemen tegen een beslissing in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag?...27 Bijlagen...29

5

6 5 1 Inleiding. De wet van 20 juli 1971 tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag kwam er na vaststelling van het feit dat veel kinderen - bij gebrek aan een rechthebbende die voor hen een recht opende in de regeling van de werknemers of van de zelfstandigen in België of in het buitenland - geen kinderbijslag konden genieten. De wet van 20 juli 1971 verschilt van de Kinderbijslagwet voor werknemers (KBW), die de kinderbijslag organiseert en regelt voor werknemers, werklozen, gepensioneerden, enz. De gewaarborgde gezinsbijslag is een residuair recht: om van dit voordeel te kunnen genieten, mag men geen aanspraak maken op kinderbijslag in een andere Belgische, buitenlandse of internationale regeling. Het recht op gewaarborgde gezinsbijslag is daarom voorbehouden aan de minst bedeelde gezinnen. De gewaarborgde gezinsbijslag werd oorspronkelijk gefinancierd door de Staatsbegroting, maar wordt nu ten laste genomen door de nationale verdeling van de kinderbijslag voor werknemers. De financiering ervan wordt dus gedragen door de sociale bijdragen van de werkgevers. De wet van 20 juli 1971 werd in hetzelfde jaar gevolgd door een koninklijk besluit van 25 oktober 1971 dat de toepassingsmodaliteiten bepaalt. Herinnering De aanvrager (rechthebbende 1 ) is de persoon zonder beroepsactiviteit (of een daarmee gelijkgestelde situatie) die onder bepaalde specifieke voorwaarden het recht op de gewaarborgde gezinsbijslag opent. De bijslagtrekkende is de persoon aan wie de gewaarborgde gezinsbijslag wordt betaald. Het rechtgevend kind is het kind voor wie de gewaarborgde gezinsbijslag wordt betaald. 1 Dit begrip van rechthebbende heeft een andere betekenis in de Kinderbijslagwet. Het is de persoon die de vaststelling van een recht op kinderbijslag mogelijk maakt op basis van zijn tewerkstelling, zijn werkloosheid, zijn pensioen of een bijzondere situatie (student, gehandicapte, ) en zijn band met het kind.

7 6 2 Wie kan het recht op gewaarborgde gezinsbijslag openen? De rechthebbende dus de persoon die het recht opent moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen: 2.1 Een natuurlijke persoon. Een rechtspersoon kan namelijk geen recht op gewaarborgde gezinsbijslag openen. 2.2 Een persoon die in België verblijft. De aanvrager moet effectief in België verbleven hebben zonder onderbreking gedurende tenminste vijf jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag, behalve als: - hij geboren is in België - hij de Belgische nationaliteit heeft - hij politiek vluchteling 2 is - hij staatsloos 3 is - hij afhangt van de toepassing van verordening 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de Europese Gemeenschappen 4 : België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk (+ Guadeloupe, Guyane, Martinique en Réunion), Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal (+ Azoren en Madeira), Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje (+ Canarische eilanden, Ceuta en Melilla), Tsjechische Republiek, Verenigd Koninkrijk (Groot-Brittannië, Noord-Ierland en Gibraltar), Zweden, Zwitserland - hij onderdaan is van een Staat die het Europees sociaal handvest (vanaf 1 januari 2003) of het herzien Europees sociaal handvest goedkeurde (vanaf 1 januari 2005) : naast de hierboven vermelde landen: Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kroatië, Macedonië (Voormalige Joegoslavische Republiek), Moldavië, Oekraïne, Turkije. - hij effectief en zonder onderbreking in België verbleef gedurende ten minste de laatste vier jaar 5 ; - hij nog onderworpen is aan de Belgische leerplicht 5 ; - de verblijfssituatie van de aanvrager geregulariseerd werd op basis van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk (machtiging tot onbeperkt verblijf) 5. 2 Erkend in de zin van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. 3 Persoon zonder wettelijke nationaliteit, die geen enkele Staat erkent als zijn onderdaan. 4 Betreffende de toepassing van de regelingen van de sociale verzekeringsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. 5 Algemene afwijking ingevoerd door de MO van toepassing vanaf

8 7 Heeft een kandidaat politiek vluchteling recht op gewaarborgde gezinsbijslag? Ja, als hij voldoet aan alle voorwaarden van de gewaarborgde gezinsbijslag (met name de voorwaarde van vijf jaar effectief verblijf in België of de voorwaarde die voorziet dat de aanvrager moet toegelaten zijn of gemachtigd om te verblijven op Belgisch grondgebied). 2.3 Een persoon die, indien van vreemde nationaliteit, toegelaten of gemachtigd is in België te verblijven. Is een aanvraag van een persoon van vreemde nationaliteit, maar die hier illegaal verblijft, geldig? Neen, de aanvrager moet toegelaten of gemachtigd zijn in België te verblijven of er zich te vestigen. Praktische raadgevingen: De personen van vreemde nationaliteit moeten bij elke verlenging van zijn verblijfsvergunning een copie van dit document aan de RKW bezorgen. Zonder dit document schort het informaticasysteem automatisch de betalingen van de gewaarborgde gezinsbijslag op. Bij het indienen van de aanvraag kan een Historiek van de verblijfsvergunningen (te verkrijgen bij het Gemeentebestuur) dienen als bewijs dat de aanvrager gemachtigd of toegelaten is in België te verblijven.

9 8 Kan een aanvrager een periode van illegaliteit laten gelden om de vijf jaar (of 4 jaar) van ononderbroken verblijf in België te wettigen? Ja, de aanvrager kan voor een bepaalde periode via elk officieel document zijn aanwezigheid op het Belgisch grondgebied bewijzen. Bijvoorbeeld: historiek van adressen (te verkrijgen bij het Gemeentebestuur), attesten van het OCMW, een verklaring van een hulporganisatie (Caritas, Rode Kruis, ). Documenten zoals attesten van schoolbezoek van de kinderen of getuigenverklaringen vormen geen voldoende bewijs. En als de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarde van verblijf? Er wordt hem een weigering betekend. Hij heeft dan 90 dagen om een afwijking 6 aan te vragen aan de FOD (Federale Openbare Dienst) Sociale Zekerheid (deze mogelijkheid is vermeld in de weigeringsbrief). FOD Sociale Zekerheid Directie-Generaal Sociaal Beleid Cel Kinderbijslag Administratief Centrum Kruidtuin Finance Tower Kruidtuinlaan 50, bus BRUSSEL Tel : 02/ Zie Lijst van de mogelijke afwijkingen in bijlage 5.

10 9 2.4 Een persoon die de last van het kind op zich neemt. De last van het kind betekent dat de aanvrager meer dan de helft van de onderhoudskosten van het kind op zich neemt. Hoe weet men dit? Zonder bewijs van het tegendeel, is deze voorwaarde vervuld wanneer uit een inschrijving in het Rijksregister van de natuurlijke personen (RNP) blijkt dat het kind deel uitmaakt van het gezin van de aanvrager. Kan een alleenwonende student gewaarborgde gezinsbijslag ontvangen voor zichzelf? Neen, als deze student alleen woont en niet ten laste is van een andere natuurlijke persoon, kan hij geen gewaarborgde gezinsbijslag ontvangen. De student kan geen aanvrager en begunstigde van gewaarborgde gezinsbijslag zijn. 2.5 Een persoon wiens inkomsten een bepaalde begrenzing niet overschrijden of die het leefloon of het gewaarborgd inkomen voor bejaarden geniet. De inkomsten van de persoon die het kind ten laste heeft, van zijn echtgenoot of van de persoon met wie hij een gezin vormt worden niet onderzocht, als zij het leefloon of het gewaarborgd inkomen voor bejaarden genieten. In alle andere gevallen legt de wet een onderzoek op. Het kwartaalbedrag van de inkomsten, uit spaargelden, vergoedingen, pensioenen, renten van verzekeringen of kapitalen, bezoldigingen, enz. is begrensd. Met een kind ten laste mogen de kwartaalinkomsten de grens van 3.753,37 niet overschrijden. Vanaf het 2 e kind wordt dit bedrag verhoogd met 20% per kind ten laste. Alle rechtgevende kinderen, met inbegrip van de kinderen die door een ander fonds op basis van een andere regeling worden betaald, worden meegeteld. Barema s van kracht sinds 1 oktober kind 3.753,37 2 kinderen 4.504,04 3 kinderen 5.254,72 4 kinderen 6.005,39 5 kinderen 6.756,07 6 kinderen 7.506,74 Elk volgend kind + 20% 7 Geïndexeerde barema s beschikbaar op de website van de RKW:

11 10 Voor het bepalen van de inkomsten wordt rekening gehouden met: Alle inkomsten, ongeacht de aard of de oorsprong, waarover de persoon die het kind ten laste heeft beschikt, als ook van zijn echtgenoot van wie hij niet gescheiden is van tafel en bed of de persoon met wie hij een gezin vormt. Bijvoorbeeld: een activiteit als werknemer of als zelfstandige (enkel met de netto bedragen wordt rekening gehouden), reële huurinkomsten, onderzoeksen vormingsbeurzen 8, maandelijkse opname van kapitalen. Voor het bepalen van de inkomsten wordt geen rekening gehouden met: Alimentatie ontvangen voor minderjarige kinderen ten laste van de aanvrager of zijn echtgenoot (niet feitelijk of van tafel en bed gescheiden). Studietoelagen toegekend aan de aanvrager, zijn echtgenoot (niet feitelijk of van tafel en bed gescheiden), of de persoon met wie hij een gezin vormt, voor hem of voor de kinderen die hij ten laste heeft. De kinderbijslag waarop de aanvrager, zijn echtgenoot (niet feitelijk of van tafel en bed gescheiden), of de persoon met wie hij een gezin vormt aanspraak kan maken voor de andere kinderen die hij ten laste heeft. Uitkeringen toegekend door instellingen voor sociale hulp (OCMW, verenigingen) of afkomstig van privé-hulp (familie, vrienden). Alimentatierenten tussen ascendenten en nakomelingen verschuldigd aan de aanvrager, zijn echtgenoot (niet feitelijk of van tafel en bed gescheiden), of de persoon met wie hij een gezin vormt. De periode die in aanmerking genomen wordt, voor het berekenen van de inkomsten is: Voor het kraamgeld: het kalenderkwartaal waarin de geboorte plaats vond. Voor de maandelijkse gewaarborgde gezinsbijslag: het kalenderkwartaal waarin de maand valt waarin deze bijslag kan toegekend worden. Praktische raadgevingen: De aanvrager van de gewaarborgde gezinsbijslag moet de RKW inlichten van iedere wijziging van zijn inkomsten die zou kunnen leiden tot een wijziging van zijn recht op gewaarborgde gezinsbijslag. In geval van verlies van de sociale hulp, is het aangewezen dit zo snel mogelijk te melden aan de dossierbeheerder van de RKW. 8 Die soms gezinsvergoedingen kunnen omvatten die gelijkgesteld kunnen worden met kinderbijslag (in dat geval betaalt de RKW per verschil ).

12 Een persoon die geen enkele winstgevende activiteit uitoefent. De residuaire aard van de gewaarborgde gezinsbijslag impliceert dat als de aanvrager, of een familielid (in ruime zin: broer, zus, (stief-)moeder, (stief-)vader) dat al dan niet deel uitmaakt van het gezin, begint te werken, deze tewerkstelling leidt tot het openen van een recht op kinderbijslag in de regeling van de werknemers of van de zelfstandigen. Voorbeeld: een persoon werkt in de appelpluk in Haspengouw gedurende een halve dag, waardoor het recht geopend wordt in de regeling van de werknemers: hij heeft hierdoor in principe gedurende een periode van 4 tot 6 maanden maar recht op het basisbedrag. Ook via uitzendarbeid wordt het recht op kinderbijslag geopend in de regeling van de werknemers. Door een recente wetswijziging (1 januari 2007) kan het fonds dat bevoegd wordt in de werknemersregeling verder kinderbijslag met de sociale toeslag betalen. Het fonds moet wel nagaan of de voorwaarden vervuld zijn, met name of de inkomsten het grensbedrag niet overschrijden. Hoe zit het met iemand die een loon ontvangt, aangevuld met sociale bijstand, waarbij de totale som overeenkomt met het leefloon? Aangezien deze persoon beschouwd wordt als een werknemer, kan hij geen gewaarborgde gezinsbijslag meer genieten, en valt hij binnen de regeling van de werknemers. Het kinderbijslagfonds van zijn werkgever wordt bevoegd om het recht op kinderbijslag te openen. Hoe zit het met personen die zijn tewerkgesteld door de OCMW s ( Artikel 60 )? Deze personen worden beschouwd als werknemers en kunnen geen gewaarborgde gezinsbijslag meer genieten. Ze vallen dan ook binnen de regeling van de werknemers. Het kinderbijslagfonds waarvan ze afhangen is de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten. RSZPPO Jozef II-straat, Brussel Tel : 02/ Fax : 02/

13 12 3 Welke voorwaarden moet het rechtgevend kind vervullen? 3.1 Het kind moet de voorwaarden van artikel 62, KBW, vervullen, namelijk: Onvoorwaardelijk 9 recht op kinderbijslag tot 31 augustus van het kalenderjaar waarin het kind 18 wordt. Recht tot 25 jaar onder bepaalde voorwaarden : - student zijn of een verhandeling van hogere studies voorbereiden; - leerling zijn met een erkende overeenkomst; - ingeschreven zijn als werkzoekende en studies of een leertijd beëindigd hebben (recht op gewaarborgde gezinsbijslag gedurende een periode van maximum 180 of 270 dagen). 3.2 Het kind moet effectief in België verblijven en moet een band van verwantschap met de aanvrager hebben tot in de derde graad of moet het kind zijn van de echtgenoot of van de ex-echtgenoot van de aanvrager of moet het kind zijn van de persoon met wie de aanvrager een gezin vormt. Graden van verwantschap : 1 ste graad : vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder 2 de graad : (half)broer, (half)zuster, grootouder, 3 de graad : oom, tante, overgrootouder Hoe zit het met een kind dat niet verwant is met de aanvrager tot in de derde graad of dat niet het kind is van de echtgenoot of van de ex-echtgenoot of van de persoon met wie de aanvrager een gezin vormt? Het kind moet effectief zonder onderbreking in België verbleven hebben, gedurende tenminste de laatste vijf jaar voorafgaand aan het indienen van de aanvraag (behalve als hij politiek vluchteling is). Vanaf is een algemene afwijking van de voorwaarde van verblijf van 5 jaar in België voorzien voor het rechtgevend kind: - jonger dan 12 jaar op het moment dat het begint deel uit te maken van hetzelfde gezin als de aanvrager; - ouder dan 12 jaar op het moment dat het begint deel uit te maken van hetzelfde gezin als de aanvrager, op voorwaarde dat het met de aanvrager verwant is (tot de vierde graad). Als dit niet het geval is kan een individuele ministeriële afwijking 10 aangevraagd bij de FOD Sociale Zekerheid binnen de 90 dagen na de kennisgeving van de weigering. FOD Sociale Zekerheid Directie-Generaal Sociaal Beleid Cel Kinderbijslag Administratief Centrum Kruidtuin Finance Tower Kruidtuinlaan 50, bus BRUSSEL Tel : 02/ Van 0 tot 18 jaar bestaat er zonder voorwaarden een recht op kinderbijslag. 10 Zie lijst van de mogelijke afwijkingen in bijlage 5.

14 13 En als het kind niet effectief in België verblijft? (bvb. voor studies in het buitenland verblijft) De aanvrager kan ook een afwijking 11 aanvragen bij de FOD Sociale Zekerheid binnen de 90 dagen na de kennisgeving van de weigering. 3.3 Het kind van vreemde nationaliteit moet toegelaten of gemachtigd zijn in België te verblijven. Praktische raadgevingen: De rechtgevende kinderen van vreemde nationaliteit moeten bij elke verlenging van hun verblijfsvergunning de RKW een kopie bezorgen. 3.4 Het kind mag nog geen kinderbijslag genieten in een andere regeling. Om gewaarborgde gezinsbijslag te kunnen genieten mag een kind niet al gedurende een volledige kalendermaand rechtgevend zijn op kinderbijslag krachtens een Belgische, buitenlandse of internationale regeling. Indien een kind gedurende een volledige kalendermaand kinderbijslag geniet aan een bedrag lager dan dat toegekend in de regeling van de zelfstandigen, kan het verschil tussen het toegekende bedrag en het bedrag dat betaald wordt in de regeling van de zelfstandigen uitbetaald worden. Kan een halfzuster van het rechtgevend kind met wie het nooit enig contact had, het recht op gewaarborgde gezinsbijslag doen verliezen als ze bijvoorbeeld een zelfstandige activiteit aanvat? Ja. Het recht zal dan geopend worden in de regeling van de zelfstandigen. 11 Zie lijst van de mogelijke afwijkingen in bijlage 5.

15 Het kind moet ten laste zijn van de aanvrager van de gewaarborgde gezinsbijslag. Kan een kind dat meerderjarig wordt en dat het leefloon ontvangt aan de schaal samenwonenden nog altijd rechtgevend zijn op gewaarborgde gezinsbijslag? Ja, als hij voldoet aan de andere voorwaarden. Een kind krijgt sociale hulp van het OCMW en besluit het gezin van de aanvrager te verlaten om alleen te gaan wonen. Kan hij de gewaarborgde gezinsbijslag nog altijd ontvangen? Neen, als hij alleen gaat wonen wordt hij niet langer beschouwd als ten laste van een natuurlijke persoon. De gewaarborgde gezinsbijslag wordt dus niet langer betaald, terwijl het kind in andere regelingen kinderbijslag zou blijven ontvangen! Als het rechtgevend kind zich vestigt in een studentenwoning, zonder voor zichzelf sociale hulp van het OCMW te krijgen, kan hij dan nog de gewaarborgde gezinsbijslag ontvangen? Als hij nog ten laste is van de aanvrager, dan kan die gewaarborgde gezinsbijslag blijven ontvangen. Kan een alleenstaande student gewaarborgde gezinsbijslag aanvragen voor zichzelf? Neen, omdat hij niet ten laste is van een natuurlijke persoon

16 Bijzonder geval van een kind geplaatst ten laste van een openbare overheid. In principe wordt er geen gewaarborgde gezinsbijslag betaald voor een kind geplaatst ten laste van een openbare overheid, in een instelling of bij een particulier. Het kind dat rechtgevend is op gewaarborgde gezinsbijslag moet namelijk ten laste zijn van de aanvrager. Sinds 1 juli 1998 wordt echter een bijzondere forfaitaire bijslag toegekend wanneer een kind geplaatst wordt in een instelling ten laste van een openbare overheid (en dus niet in een opvanggezin) aan de persoon die de gewaarborgde gezinsbijslag ontving vlak voor de plaatsingsmaatregel en die het kind gedeeltelijk blijft opvoeden (via bezoeken of terugkeer in het gezin in het weekend bijvoorbeeld). Als het belang van het kind het vereist, kan de jeugdrechter beslissen tot een andere bestemming van de bijzondere bijslag. Bijvoorbeeld: de betaling op een rekening geopend op naam van het kind en geblokkeerd tot zijn meerderjarigheid. Als een kind geplaatst is ten laste van een openbare overheid (en dus met financiële tussenkomst van deze overheid) bij de grootmoeder die het leefloon ontvangt, kan zij dan gewaarborgde gezinsbijslag genieten? Neen, want ze ontvangt al een vergoeding van de overheid van de plaatsing, wat haar belet het kind ten laste te hebben. Kan de moeder van dit kind (geplaatst ten laste van de grootmoeder) die het kind vroeger opvoedde de bijzondere bijslag ontvangen? Neen, want het kind is niet geplaatst in een instelling. Kan een opvanggezin aanspraak maken op gewaarborgde gezinsbijslag of op de bijzondere bijslag? Neen: er is geen enkel recht op gewaarborgde gezinsbijslag of op de bijzondere bijslag.

17 In behartigenswaardige gevallen kan het kraamgeld door de Minister van Sociale Zaken worden toegekend aan de moeder die de voorwaarden vervult, zelfs al heeft zij het kind op het moment van de geboorte niet exclusief of voornamelijk ten laste Waaruit bestaat gewaarborgde gezinsbijslag? 4.1 Kraamgeld. Het bedrag voor een eerste geboorte of voor een meervoudige geboorte is hoger dan dat voor een tweede en elke volgende geboorte. Het bedrag van het kraamgeld wordt bepaald op basis van het aantal kinderen van de vader of van de moeder. Het voordeligste bedrag wordt altijd toegekend. Voorbeeld: 1 ste kind van de vader en tweede van de moeder : het kraamgeld wordt toegekend voor het eerste kind, namelijk 1.129,95. In de andere gevallen (tweede kind en volgende) is het 850, In het geval van een meerlinge krijgt de bijslagtrekkende altijd per kind het bedrag van een eerste kind. 4.2 De maandelijkse gewaarborgde gezinsbijslag. De basisbijslag (gewone schaal), het sociaal supplement, de leeftijdsbijslag. De bijzondere forfaitaire bijslag voor geplaatste kinderen. De wezenbijslag. 4.3 De adoptiepremie. Bij gebrek aan koninklijk besluit tot uitvoering is dit recht niet van toepassing. 4.4 Bijzonder geval:de provisionele betalingen. De RKW kan bij wijze van voorschot gezinsbijslag betalen wanneer uit de aanvraag blijkt dat een recht zou bestaan in de regeling van de werknemers of de zelfstandigen (de provisionele betaling gebeurt dan aan de barema s van toepassing in deze stelsels). De provisionele betalingen kunnen aangevat worden zonder onderzoek van de bestaansmiddelen. Als er een recht bestaat in een andere regeling, vraagt de RKW aan het bevoegde fonds de terugbetaling van de gezinsbijslag die als voorschot is uitgekeerd Zie lijst met de mogelijke afwijkingen in bijlage Het geïndexeerde barema is vermeld in bijlage Barema s van kracht sinds oktober Het is beschikbaar op de website van de Rijksdienst:

18 17 5 Wat is het bedrag van de gewaarborgde gezinsbijslag? De maandelijkse bedragen van de gewaarborgde gezinsbijslag variëren naar gelang de kinderen al dan niet kinderbijslag genieten gedurende een volledige maand in een andere regeling. 5.1 Voor kinderen die geen kinderbijslag genieten gedurende een volledige maand in een andere regeling (voor werknemers of zelfstandigen, Belgisch of internationaal): De maandbedragen van de gewaarborgde gezinsbijslag zijn die bedoeld in de artikelen 40 KBW en 42bis KBW. Artikel 40 (gewone schaal) betreft de verschillende basisbedragen van de kinderbijslag voor werknemers, en artikel 42bis betreft de bedragen verhoogd met het sociaal supplement. De maandelijkse gewaarborgde gezinsbijslag 15 omvat: Ofwel Een basisbedrag (gewone schaal) Een sociaal supplement Indien er effectief recht bestaat op gewaarborgde gezinsbijslag wordt het basisbedrag en het sociaal supplement uitbetaald. Een leeftijdstoeslag Een jaarlijkse leeftijdsbijslag (overeenkomend met de schoolpremie) 16 En maandelijkse toeslag (overeenkomend met de toeslag voor eenoudergezinnen) 17 Ofwel Een wezenbijslag Wezenbijslag wordt uitbetaald indien: - op het moment van het overlijden van de vader of de moeder de voorwaarden voor de toekenning van gewaarborgde gezinsbijslag vervuld waren. Vanaf kan verhoogde wezenbijslag worden toegekend voor een kind als er op het moment van het overlijden van een van de ouders een recht op gewaarborgde gezinsbijslag bestond of als de voorwaarden voor het recht op gewaarborgde gezinsbijslag vervuld waren. Het is dus niet langer verplicht dat een van de ouders dit recht op gewaarborgde gezinsbijslag opende. - de aanvrager niet herhuwd is of geen feitelijk gezin vormt met een andere persoon dan een ouder of een aanverwante tot in de derde graad; Een leeftijdstoeslag Een jaarlijkse leeftijdsbijslag (overeenkomend met de schoolpremie) Ofwel Bijzondere forfaitaire bijslag voor geplaatste kinderen Voor de maand augustus 2006 werd een schoolpremie uitbetaald voor de kinderen geboren tussen 1 januari 1989 en 30 juni De kinderen geboren tussen 1 juli en 31 december 2000 ontvangen deze schoolpremie twee maanden na hun zesde verjaardag. 16 Vanaf In de gewaarborgde gezinsbijslag bestaat de toeslag voor eenoudergezinnen in de verhoging van de sociale toeslag (42bis) vanaf het derde kind, om het (geïndexeerde) bedrag van 20 EUR te bereiken - van toepassing vanaf Zie p. 15 en 16.

19 Voor de kinderen die al kinderbijslag genieten gedurende een volledige maand in een andere regeling (voor werknemers of zelfstandigen, Belgisch of internationaal) 19 : Dit betreft bijvoorbeeld personen die een statuut van werknemer of van zelfstandige hebben in het buitenland. Indien de kinderbijslag die ze in het buitenland ontvangen, lager ligt dan het bedrag dat in België in het stelsel van de zelfstandigen 20 betaald wordt, kan de dienst gewaarborgde gezinsbijslag het verschil tussen beide bedragen bijpassen. De maandelijkse bijslag omvat een basisbedrag, eventueel verhoogd met een leeftijdstoeslag 21. Er is een verschil met de regeling van de werknemers waar ieder kind een leeftijdstoeslag geniet. In de regeling voor zelfstandigen is er geen leeftijdstoeslag voor een enig kind of voor het jongste kind. 5.3 Het kraamgeld. Zie punt 4.1 Kan een kind dat rechtgevend is op gewaarborgde gezinsbijslag recht hebben op de toeslag voor een gehandicapt kind? Ja, tot 21 jaar, maar het recht wordt dan gebaseerd op basis van art. 56septies KBW, en niet langer op basis van de wet gewaarborgde gezinsbijslag. RKW Trierstraat Brussel Tel : 02/ of 02/ Fax : 02/ Ook voor personen die een onderzoeks- of vormingsbeurs genieten die gezinsvergoedingen omvat die kunnen gelijkgesteld worden met kinderbijslag (zie. punt 2.5, p. 10). 20 Zie website van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ): 21 Zie geïndexeerd barema vermeld in bijlage 6.

20 19 6 Wie betaalt gewaarborgde gezinsbijslag, aan wie en wanneer? 6.1 Enkel de RKW is bevoegd om gewaarborgde gezinsbijslag te betalen. RKW Dienst Gewaarborgde Gezinsbijslag Adres: Trierstraat 70, 1000 Brussel Onthaal van het publiek (Frontdesk): Trierstraat 9, 1000 Brussel (Onthaal toegankelijk alle werkdagen van 8 u tot 17 u) Alle briefwisseling betreffende de gewaarborgde gezinsbijslag moet aan dit adres gericht worden met vermelding van de dienst gewaarborgde gezinsbijslag. 6.2 De gezinsbijslag wordt bij voorrang betaald aan de moeder, zoniet aan de natuurlijke persoon die het kind opvoedt. Het kraamgeld wordt enkel aan de moeder betaald. 6.3 De betaling van gewaarborgde gezinsbijslag gebeurt, net zoals voor de andere types van kinderbijslag, na het vervallen van de termijn. Na het vervallen van de termijn betekent dat de kinderbijslag betaald wordt in de maand volgend op die waarop de gewaarborgde gezinsbijslag betrekking heeft (in principe de tiende van deze maand). Zo wordt de kinderbijslag voor de maand mei omstreeks 10 juni betaald. De betaling kan gebeuren op een rekening geopend op naam van de bijslagtrekkende (meestal de moeder) of gemeenschappelijk op naam van de bijslagtrekkende en haar echtgenoot. Zoniet kan de betaling eventueel gebeuren per circulaire cheque, wat meer risico s inhoudt (diefstal, verlies, ). Kan men de gewaarborgde gezinsbijslag betalen op een rekening die enkel is geopend op naam van de vader (die geen bijslagtrekkende is)? Neen. De bijslagtrekkende moet enkel onder eigen handtekening kunnen beschikken over de rekening.

21 20 7 Hoe een aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag indienen? 7.1 De aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag kan gebeuren bij de RKW per post, fax, of afgifte aan het onthaal of via het formulier C5702 (zie bijlage 2). De datum die in aanmerking genomen wordt is die van de aangetekende brief of de stempel met datum van binnenkomst bij de RKW. Een aanvraag ingediend bij een niet bevoegde Belgische instelling van sociale zekerheid zal in ieder geval door deze instelling naar de RKW doorgestuurd worden. De datum van aanvraag bij de RKW, zal de datum zijn waarop de aanvraag bij deze instelling binnenkwam. 7.1 De aanvraag om kraamgeld moet ten laatste een jaar na de geboorte van het kind ingediend worden. De moeder kan de aanvraag om kraamgeld indienen vanaf de zesde maand van de zwangerschap, en de betaling verkrijgen twee maanden voor de vermoedelijke geboortedatum vermeld op het medisch attest dat bij de aanvraag gevoegd wordt. De aanvraag om vooruitbetaling van het kraamgeld kan gebeuren via het formulier C5701 (zie bijlage 3). De OCMW s (of iedere andere sociale bemiddelaar) mogen ook zelf de aanvraag indienen voor de personen die ze helpen. Bij de aangifte van de geboorte levert de ambtenaar van de burgerlijke stand twee geboorteattesten af. Het ene is bestemd voor het ziekenfonds. Het origineel van het andere ( geboortebewijs om het kraamgeld te verkrijgen conform de wetgeving betreffende de kinderbijslag ) moet zo snel mogelijk naar de RKW gestuurd worden. Mag men een uittreksel van de geboorteakte terugsturen in plaats van het attest dat men ontving van het gemeentebestuur? Neen. Het oorspronkelijke attest dat men ontving van het gemeentebestuur is vereist. Wat te doen bij verlies van het geboortebewijs? In dat geval moet men direct contact opnemen met de dossierbeheerder.

22 21 Praktische raadgevingen: Het is van belang dat de OCMW s de aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag zo snel mogelijk indienen, ook als vervolgens een aanvraag om afwijking moet worden ingediend. Om tijd te winnen krijgt het OCMW de raad om bij de aanvraag een attest te voegen met vermelding van: - het type van sociale hulp toegekend aan de aanvrager (over een periode van een jaar voorafgaand aan de aanvraag) - of dit type van hulp overeenkomt met een bedrag met of zonder kind ten laste - of er voorschotten zijn toegekend (zie punt 8 Hoe bijslag die bij wijze van voorschot is toegekend door de OCMW s terug te vorderen? ) 7.3 Als de aanvraag niet alle gegevens bevat om het recht op gewaarborgde gezinsbijslag te onderzoeken, stuurt de dienst aan de aanvrager een formulier om alle nodige inlichtingen te vergaren (C5702). Als de aanvrager het ingevulde formulier niet terugstuurt of binnen de dertig dagen niet antwoordt op de vraag om bijkomende inlichtingen wordt hem een herinneringsbrief verstuurd. Als hij hieraan geen gevolg geeft binnen een termijn van dertig dagen, neemt de RKW een beslissing op basis van de gegevens waarover hij beschikt, tenzij de aanvrager een reden opgeeft die de langere antwoordtermijn bij de RKW wettigt. In geval van weigering van de RKW wordt de beslissing meegedeeld per aangetekende brief. Na deze weigering kan een nieuwe aanvraag ingediend worden bij de RKW, met terugwerkende kracht van een jaar vanaf de datum van de nieuwe aanvraag.

23 22 8 Vanaf welk moment wordt de gewaarborgde gezinsbijslag toegekend? 8.1 De maandelijkse bijslag wordt ten vroegste toegekend vanaf de 1 ste dag van de maand die één jaar aan de aanvraagdatum voorafgaat. 8.2 Recht in geval van een geboorte. Het kraamgeld wordt toegekend voor elk kind, ook voor een doodgeboren kind of een miskraam na een zwangerschap van tenminste 180 dagen. Het recht op maandelijkse bijslag wordt toegekend vanaf de eerste dag van de maand volgend op die waarin het kind is geboren. 8.3 Recht na een andere gebeurtenis dan de geboorte Een gebeurtenis uit hoofde van het kind in de loop van een maand. Het recht wordt geacht te zijn verworven vanaf de eerste dag van die maand. Een kind komt op 10 juni in het gezin van de rechthebbende. Er is een recht op gewaarborgde gezinsbijslag vanaf 1 juni Een gebeurtenis in de loop van een maand die leidt tot een ander bedrag de volgende maand. Dit recht wordt toegekend op de eerste dag van de maand volgend op die waarin deze gebeurtenis viel. Voorbeeld: een kind dat rechtgevend is op gewaarborgde gezinsbijslag wordt op 10 april 2006 in een instelling geplaatst. Het zal nog recht hebben op gewaarborgde gezinsbijslag voor april 2006, maar zal recht hebben op de bijzondere forfaitaire bijslag voor geplaatste kinderen vanaf mei In geval van plaatsing van het kind ten laste van een openbare overheid, in een instelling. Het recht op de bijzondere forfaitaire bijslag wordt geacht te zijn verworven op de eerste dag van de maand volgend op die van de plaatsing. Het verlies van het recht op de bijzondere forfaitaire bijslag in de loop van een maand wordt geacht zich op het einde van deze maand voor te doen. In het geval dit verlies exclusief te wijten is aan de terugkeer in het gezin (dat dus opnieuw gewaarborgde gezinsbijslag zal genieten), dan vervalt het recht op de bijzondere forfaitaire bijslag op het einde van de vorige maand. Herinnering: er is nooit een bijzondere forfaitaire bijslag in geval van plaatsing bij een particulier.

24 23 9 Hoe kunnen OCMW s de door hen toegekende voorschotten op kinderbijslag terugvorderen? Artikel 99 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn maakt de subrogatie mogelijk van deze Centra in de rechten op achterstallige gewaarborgde gezinsbijslag. Dit betekent dat de OCMW s het recht hebben voorschotten op gewaarborgde gezinsbijslag toe te kennen in afwachting dat de RKW dit recht vaststelt, en dat ze die bijslag vervolgens kunnen laten terugbetalen. Als de RKW het recht niet kon vaststellen en een weigering van de toekenning betekende, laten de OCMW s hun voorschotten terugbetalen door de POD-Maatschappelijke Integratie. Praktische raadgevingen: Als voorschotten werden toegekend, wordt de OCMW s gevraagd de RKW het volgende te bezorgen: - de brief met de subrogatie - de schuldafstand getekend en goedgekeurd door de aanvragers - het detail van de toegekende voorschotten (bedragen maand per maand, voor welke kinderen) - voor meer efficiëntie: zo mogelijk het aanvraagformulier C ingevuld, gedateerd en gehandtekend door de aanvrager en een attest van de toegekende sociale hulp bijvoegen Opgelet, de terugbetaling van voorschotten op gewaarborgde gezinsbijslag gebeurt enkel op achterstallige gewaarborgde gezinsbijslag en niet op lopende betalingen. Bijvoorbeeld: de kinderbijslag van april 2006 kan betaald worden vanaf 10 mei 2006 (en ten laatste tot 30 mei 2006). Vanaf 1 juni 2006 wordt de gewaarborgde gezinsbijslag van april 2006 beschouwd als achterstallig. 22 Zie bijlage 2.

25 24 10 Wat als het gezin niet meer voldoet aan de voorwaarden van de gewaarborgde gezinsbijslag? De aanvrager is verplicht de RKW iedere wijziging die het recht op gewaarborgde gezinsbijslag kan beïnvloeden, direct mee te delen. Bijvoorbeeld: wijziging van beroepssituatie van de gezinsleden of de familieleden buiten het gezin (ouders, stiefouders, broers of zussen, halfbroers en halfzussen). wijziging van de inkomsten, wijziging op het vlak van de last van het kind, wijziging van verblijfplaats, wijziging van nationaliteit, van burgerlijke stand. Als een ander fonds bevoegd wordt na een verandering van beroepssituatie, dan doet de dienst gewaarborgde gezinsbijslag het nodige om het dossier aan dit fonds over te maken. 11 Zijn er systematische controles van de gezinssituaties? De RKW controleert een maal per jaar 23 met een vragenlijst (C5724) de situatie van de gezinnen en dus alle wijzigingen betreffende de rechtgevenden op gewaarborgde gezinsbijslag. Praktische raadgevingen: De gezinnen moeten deze vragenlijst zo snel mogelijk terugsturen, zodat de kinderbijslag niet opgeschort wordt. Als de vragenlijst na een herinnering half januari nog niet is teruggestuurd, wordt de kinderbijslag opgeschort vanaf de maand januari (betaling van 10 februari). Voor meer efficiëntie: de vragenlijst zo volledig en leesbaar mogelijk invullen, zodat de RKW die niet moet terugsturen aan het gezin omdat het niet verwerkt kan worden (eventueel : hulp van een maatschappelijk assistent(e)). 23 Deze vragenlijst wordt momenteel verstuurd in november.

26 25 Bij moeilijkheden om het recht vast te stellen of te behouden, gaan de sociaal controleurs van de RKW ook thuis op bezoek bij de gezinnen. Men controleert bijvoorbeeld : De inkomstenvoorwaarden van de gezinnen (behalve in geval van toekenning van hulp van het OCMW of van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden). De voorwaarden van het verblijf of van het feitelijk gezin. Feitelijke gezinstoestand. Voor elk gezin wordt alle drie jaar systematisch een controle georganiseerd. 12 Wat gebeurt er als de aanvrager de dienst gewaarborgde gezinsbijslag niet inlichtte van een belangrijke verandering die het recht op gewaarborgde gezinsbijslag kan beïnvloeden? Als deze verandering leidt tot een wijziging van het recht op kinderbijslag, kan dit gevolgen hebben voor de aanvrager. Als hij bijvoorbeeld gaat werken, wordt het recht op kinderbijslag vastgesteld door het fonds van zijn werkgever. De rechthebbende heeft dan enkel recht op de gewone schaal. Indien wij te laat op de hoogte gesteld worden van deze wijziging, zal het sociaal supplement ten onrechte uitbetaald zijn, waardoor er een schuld ontstaat bij onze diensten. De RKW zal de gewone schaal laten terugbetalen door het fonds van de werkgever, maar zal hen het ten onrechte betaalde sociale supplement moeten terugvorderen. Deze terugvordering gebeurt op twee manieren: Of door aan dit nieuwe fonds te vragen inhoudingen aan 100% uit te voeren op de achterstallige kinderbijslag en/of inhoudingen van 10% op de toekomstige kinderbijslag. Als de schuld het gevolg is van nalatigheid, een vergetelheid of fraude van de begunstigde, kan het percentage van de inhouding verhoogd worden. Ofwel door aan de bijslagtrekkende te vragen zelf het ten onrechte ontvangen bedrag terug te betalen als er geen recht op kinderbijslag meer is Te noteren valt dat de Rijksdienst vijf jaar heeft om onverschuldigde betalingen terug te vorderen (van toepassing tot 30 september 2006). Deze termijn gaat in vanaf de datum waarop onverschuldigde betaling werd uitgevoerd. Vanaf oktober 2006 is het 3 jaar BEHALVE in geval van fraude (5 jaar) en in uitzonderlijke gevallen (1 jaar).

27 26 13 Kan de bijslagtrekkende (debiteur) een kwijtschelding van zijn schuld genieten? 13.1 Afstand in geval van sociaal tegen-aangewezen terugvordering. De RKW licht de bijslagtrekkende altijd in van de mogelijkheid een aanvraag in te dienen om af te zien van de terugvordering van de ten onrechte betaalde gewaarborgde gezinsbijslag. Er kan niet afgezien worden van terugvordering als het onverschuldigd bedrag het gevolg is van een vaststaand fraudegeval. Het is de dienst gewaarborgde gezinsbijslag die de aanvraag om afstand onderzoekt. De beslissing wordt genomen door de administrateur-generaal van de RKW, rekening houdend met de criteria bepaald door het Beheerscomité. Deze aanvraag kan ingediend worden per brief, fax, , aan de Frontdesk of zelfs tijdens het bezoek van een sociaal controleur. Praktische raadgeving: Het bedrag van de aanvraag om afstand dat in aanmerking komt, is dat wat bestond op het moment dat de debiteur zijn aanvraag indiende. Het is aangewezen de aanvraag ten vroegste na de ontvangst van de kennisgeving van de schuld in te dienen. Opmerking: het is altijd mogelijk de afstand aan te vragen zolang er een onverschuldigd bedrag is. De RKW heeft in principe vier maanden om een beslissing te nemen over de aanvraag om afstand. Als meer gegevens nodig zijn, wordt deze termijn verlengd met vier maanden. In geval van weigering om de afstand toe te kennen op basis van inkomsten die het toegelaten maximum overschrijden, heeft de debiteur enkel het recht een nieuwe aanvraag om afstand in te dienen als hij dit kan wettigen door een vermindering van zijn gezinsinkomen (bijvoorbeeld indien hij van een leefloon met kinderen ten laste overschakelt naar een leefloon aan de schaal voor samenwonenden zonder kind ten laste). Het OCMW kan ook zelf een aanvraag om afstand indienen voor zijn sociaal verzekerden. Het voorstel tot minnelijke schikking voor een collectieve schuldenregeling uitgaand van een bemiddelaar staat gelijk met een aanvraag om afstand geformuleerd door de debiteur.

28 Het Beheerscomité van de Rijksdienst mag beslissen om af te zien van de terugvordering van een onverschuldigd bedrag wanneer het oordeelt dat dit te onzeker of te zwaar is ten opzichte van het bedrag van de terug te vorderen sommen. Het betreft bijvoorbeeld bedragen van minder dan Is het mogelijk gerechtelijke stappen te ondernemen tegen een beslissing in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag? Tegen iedere beslissing kan beroep aangetekend worden. Dit beroep is gratis en moet, op straffe van verval, voorgelegd worden aan de bevoegde arbeidsrechtbank 24 binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van de beslissing in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag. Een beroep ingediend voor de Arbeidsrechtbank beperkt de inhoudingen van de RKW niet. De procedure tot verzakingen worden er wel door opgeschort. Praktische raadgeving: Om een beroep in te dienen moet de aanvrager een schriftelijk, gedateerd en getekend verzoekschrift neerleggen bij de griffie van de arbeidsrechtbank waarvan de gemeente waar hij woont afhangt, tegen een ontvangstbewijs, of een schriftelijk, gedateerd en getekend verzoekschrift per aangetekende brief versturen. 24 Zie bijlage 4.

29

30 29 BIJLAGEN Bijlage 1 : lijst van de landen waarvan de onderdanen zijn vrijgesteld van de voorwaarde van vijf jaar verblijf Bijlage 2 : formulier voor het aanvragen van gewaarborgde gezinsbijslag (C5702) Bijlage 3 : formulier voor het aanvragen van de vooruitbetaling van het kraamgeld (C5701) Bijlage 4 : lijst van de arbeidsrechtbanken Bijlage 5 : lijst van de mogelijke afwijkingen in de gewaarborgde gezinsbijslag Bijlage 6 : barema s van kracht sinds 1 oktober 2008

31

32 Bijlage 1 Aanvrager vrijgesteld van vijf jaar verblijf als hij afkomstig is van een van de volgende landen: Albanië Andorra Armenië Azerbeidzjan België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk (+ Guadeloupe, Guyane, Martinique en Réunion) Georgië Griekenland Hongarije Ierland IJsland Italië Kroatië Letland Liechtenstein Litouwen Luxemburg Macedonië (Voormalige Joegoslavische Republiek) Malta Moldavië Nederland Noorwegen Oekraïne Oostenrijk Polen Portugal (+ Azoren en Madeira) Roemenië Slovenië Slowakije Spanje (+ Canarische eilanden, Ceuta en Melilla) Tsjechische Republiek Turkije Verenigd Koninkrijk (Groot-Brittannië, Noord-Ierland en Gibraltar) Zweden Zwitserland

33 Bijlage 2 Terugsturen naar: Gewaarborgde Trierstraat 70 B-1000 Brussel Open van 8 tot uur Aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel contactpersoon telefoon fax dossiernummer Met dit formulier vraagt u kinderbijslag en kraamgeld aan in de regeling voor gewaarborgde gezinsbijslag. Vergeet niet het formulier te ondertekenen en stuur het ons zo snel mogelijk terug. Belangrijk: Wijzigingen in uw gezins-, beroeps- en financiële situatie moet u ons uit eigen beweging meedelen. Met vragen kunt u steeds terecht op bovenstaand telefoonnummer. Als hierboven uw dossiernummer ingevuld is, geef dat dan a.u.b. altijd op als u ons schrijft of telefoneert. De gegevens worden gevraagd om de kinderbijslag te kunnen betalen. Wilt u de gegevens die over u bewaard worden inkijken of verbeteren, wend u dan tot bovenstaand adres. C 5702 (1208) - 1

34 Als u niet genoeg plaats hebt, voeg dan een blad bij. 10 Uw persoonsgegevens 11 Voor vrouw meisjesnaam. naam... voornaam... geboren op... te... land... straatnaam en huisnummer... postcode en plaats... telefoonnummer... U vindt het rechts bovenaan op uw SIS-kaart (= kaart van de mutualiteit) rijksnummer... nationaliteit... Bent u een erkend politiek vluchteling of staatloze, voeg dan een attest bij met de datum van uw erkenning. Hebt u niet de Belgische nationaliteit, voeg dan een kopie bij van uw verblijfsvergunning 12 Sinds wanneer verblijft u ononderbroken in België? sinds mijn geboorte sinds Uw gezinssituatie 21 Mogelijk moet u meer dan een situatie aankruisen. Als uw gezinssituatie verandert, moet u ons dat direct laten weten. gehuwd sinds... met geboortedatum... samenwonend sinds... met geboortedatum... Heeft u een schriftelijke verklaring wettelijke samenwoning gedaan bij de burgerlijke stand van de gemeente? ja, sinds... met geboortedatum... nee wettelijk gescheiden sinds... van geboortedatum... feitelijk gescheiden sinds... van geboortedatum... ongehuwd weduwe/weduwnaar van... overleden op... te... C 5702 (1208) - 2

35 30 Kinderen voor wie u gezinsbijslag aanvraagt 31 Ik vraag kraamgeld aan. Wordt betaald voor een geboorte. 32 Hebt u zelf of heeft de vader een kind geadopteerd? nee Ga meteen naar punt 33. ja nee ja Voeg bij deze aanvraag het origineel geboortebewijs dat de ambtenaar van de burgerlijke stand overhandigd heeft bij de aangifte van de geboorte en dat voluit heet "geboortebewijs om het kraamgeld te bekomen krachtens de wetgevingen inzake gezinsbijslag". 33 Ik vraag kinderbijslag aan voor Kinderen die studeren, werken met een leercontract, werkzoekend zijn of een stage volgen, hebben veelal recht op kinderbijslag tot 25 jaar. naam... geboortedatum... voornaam... band... naam... geboortedatum... voornaam... band... Band: bv. zoon, dochter, broer, stiefzoon, kleindochter, enz. naam... geboortedatum... voornaam... band... naam... geboortedatum... voornaam... band... naam... geboortedatum... voornaam... band Zijn er kinderen bij met een erkende handicap van minstens 66 %, vul dan hiernaast hun naam en voornaam in. naam en voornaam Zijn er kinderen bij met eigen inkomsten, vul dan hiernaast hun naam en voornaam en de soort inkomsten in. naam en voornaam welke inkomsten? (bv. alimentatie, studiebeurs, leefloon, enz.) C 5702 (1208) - 3

36 36 Zijn er geplaatste kinderen bij, vul dan hiernaast hun naam en voornaam in en waar of bij wie ze verblijven. (pleegouders, voogd, instelling) naam en voornaam waar of bij wie? (naam en adres) Zijn er kinderen bij die in uw gezin geplaatst zijn door een overheidsinstantie en waarvoor u van die instantie een financiële tegemoetkoming ontvangt, vul dan hiernaast hun naam en voornaam in. naam en voornaam Reeds vroeger gezinsbijslag aangevraagd en/of ontvangen? 41 Is voor de kinderen ook gezinsbijslag aangevraagd of betaald bij een ander kinderbijslagfonds? nee ja, bij (naam en adres kinderbijslagfonds) onder dossiernummer Beroepssituatie gezinsleden 51 Uzelf Uw (huwelijks)partner Andere gezinsleden Band: bv. broer, grootmoeder, oom van de kinderen. Vul hierna de gegevens in van alle gezinsleden behalve de kinderen voor wie u gezinsbijslag aanvraagt. beroepssituatie... beroepssituatie naam en voornaam... geboren op... band... beroepssituatie... behoort tot het gezin sinds... heeft tot het gezin behoord van... tot naam en voornaam... geboren op... band... Wijzigingen van deze gegevens moet u ons direct laten weten. beroepssituatie... behoort tot het gezin sinds... heeft tot het gezin behoord van... tot... C 5702 (1208) - 4

37 60 Beroepssituatie ouders en verwanten buiten het gezin 61 U vraagt kinderbijslag aan voor kinderen die tot uw gezin behoren. Deze kinderen hebben misschien ouders (ook stief- of adoptieouders), (half)broers en (half)zussen die ergens anders wonen (eventueel in het buitenland). Om uw dossier kinderbijslag compleet te maken, hebben wij over hen informatie nodig. Vul hierna hun gegevens in. (stief)vader (naam en voornaam)... De laatst bekende situatie invullen. geboren op... (eventueel) overleden op... beroepssituatie... van... tot... adres (als u het kent) De laatst bekende situatie invullen.. (stief)moeder (naam en voornaam)... geboren op... (eventueel) overleden op... beroepssituatie... van... tot... adres (als u het kent) Broers en zusters van de kinderen (ook halfbroers en halfzusters) De laatst bekende situatie invullen. 1. naam en voornaam... geboren op... (eventueel) overleden op... beroepssituatie... van... tot... adres (als u het kent) naam en voornaam... De laatst bekende situatie invullen. geboren op... (eventueel) overleden op... beroepssituatie... van... tot... adres (als u het kent) De laatst bekende situatie invullen. Wijzigingen van deze gegevens moet u ons direct laten weten. 3. naam en voornaam... geboren op... (eventueel) overleden op... beroepssituatie... van... tot... adres (als u het kent) C 5702 (1208) - 5

38 70 Bestaansmiddelen van uzelf en uw eventuele (huwelijks)partner 71 Ontvangt u of uw eventuele (huwelijks)partner van het OCMW het leefloon of andere steun? 72 Hebt u of uw eventuele (huwelijks)partner de laatste 12 maanden van het OCMW het leefloon of andere steun ontvangen? 73 Ontvangt u het gewaarborgd inkomen voor bejaarden? nee ja nee ja nee ja Laat bijgaand attest door het OCMW invullen. Ga meteen naar rubriek 80. Laat bijgaand attest door het OCMW invullen. Voeg een kopie bij van de beslissing tot toekenning en van de strook of het bankafschrift van de laatste betaling. Ga meteen naar rubriek Beschikt u of uw eventuele (huwelijks)partner over andere bestaansmiddelen dan het leefloon of het gewaarborgd inkomen voor bejaarden? Bedoeld zijn alle mogelijke middelen van bestaan zoals pensioenen en renten, bedrijfsinkomsten als zelfstandige, lonen, bijverdiensten, tegemoetkomingen aan gehandicapten, studiebeurzen, erfenissen, financiële steun van particulieren, opbrengsten van beleggingen, ontvangen huur, alimentatie, enz. Inkomsten van de kinderen geeft u op in punt 35. Als uw financiële situatie verandert moet u ons dat direct laten weten. nee ja Bedrag Soort Periode bv. 120 EUR alimentatie per maand Ondertekening Ik verklaar deze aanvraag naar waarheid ingevuld te hebben. Ik weet dat het opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens strafbaar is. De cijfers verwijzen naar de rubriek waar de bijlage gevraagd wordt. Datum... Handtekening... Ik stuur de volgende bijlagen mee: attest erkenning als politiek vluchteling of staatloze - 11 kopie verblijfsvergunning - 11 origineel geboortebewijs voor het kraamgeld - 32 bewijsstuk percentage handicap - 34 bijlagen wegens ruimtegebrek - 33, 52, 61 en 62 attest OCMW - 71 en 72 bewijsstuk gewaarborgd inkomen voor bejaarden - 73 andere... aantal... C 5702 (1208) - 6