de heer X te A, ter zitting aanwezig en bijgestaan door de heer Y, advocaat te B, hierna te noemen appellant;
|
|
- Sonja de Wilde
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BSG07078/JL/cvs Rolnummer: 1/1997 Uitspraak in het geschil tussen: de heer X te A, ter zitting aanwezig en bijgestaan door de heer Y, advocaat te B, hierna te noemen appellant; en de kerkelijke rechtspersoon: Z te C, ter zitting vertegenwoordigd door de heer W, hierna te noemen: Z; en de kerkelijke rechtspersoon: het bisdom V, ter zitting vertegenwoordigd krachtens volmacht door de heer U, hierna te noemen: het bisdom. 1. Loop van het geschil 1.1. Namens appellant is bij brief van 22 augustus 1996, aangevuld bij brief van 13 februari 2007, een beroepschrift (aangeduid als: verzoekschrift) ingediend bij het Bisschoppelijk Scheidsgerecht, gericht tegen Z en het bisdom Appellant heeft bij verzoekschrift gedateerd 17 februari 1997 een verzoek om een onmiddellijke voorziening aan de voorzitter van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voorgelegd ten aanzien van P en het bisdom. Nadat appellant kort nadien had verzocht genoemd verzoek aan te houden, heeft appellant bij verzoekschrift gedateerd 17 maart 1997 genoemd verzoek opnieuw aan de voorzitter van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voorgelegd Bij uitspraak van 25 maart 1997 (reg.nr. 1/1997) heeft de voorzitter de gevraagde voorziening afgewezen Bij brief van 26 april 1997 heeft appellant de voorzitter van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht verzocht om opschorting van de bodemprocedure Bij brief van 6 mei 1997 heeft de secretaris namens de vice-voorzitter van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht de gevraagde opschorting toegestaan Bij brief van 20 mei 1998 heeft appellant de voorzitter van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht om voortzetting van de opschorting van de bodemprocedure verzocht Bij brief van 27 mei 1998 heeft de secretaris namens de vice-voorzitter van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht de gevraagde aanhouding toegestaan Appellant heeft bij verzoekschrift gedateerd 27 maart 2002 een verzoek om een onmiddellijke voorziening aan de voorzitter van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voorgelegd ten aanzien van na te noemen parochie Bij uitspraak van 23 april 2002 (reg.nr. 1/2002) heeft de voorzitter de gevraagde voorziening afgewezen Bij brief van 30 december 2005 heeft Appellant verzocht om voortzetting van de bodemprocedure bij het Bisschoppelijk Scheidsgerecht. 2. Het geschil 2.1. Appellant is als koster van 1 april 1950 tot 1 maart 1973 in dienst geweest van de R.-K. Parochie T te E (hierna: de parochie) en als administrateur van 1 maart 1973 tot 1 juli 1996 in dienst geweest van Z Appellant stelt dat hij door toedoen van Z casu quo het bisdom een te laag pensioen heeft gekregen van de stichting Pensioenfonds voor de Gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke belangen (hierna: het PGGM), omdat niet alle pensioenjaren die appellant bij de
2 2 parochie en Z heeft gewerkt, ondergebracht zijn bij het PGGM. Aanvankelijk heeft appellant op grond daarvan gevorderd 361,43 (f. 796,49) bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en gerekend vanaf 1 juli 1996.Ter zitting heeft appellant zijn vordering verminderd en gesteld dat uitgaande van een pensioenopbouw bij PGGM op grond van 40 dienstjaren en onder verdiscontering van de maandelijkse lijfrenten die appellant ontvangt op grond van de onder 4.9. te noemen polissen recht te hebben op 179,92 (f. 396,49) bruto per maand, te vermeerderen met de jaarlijkse indexatie en rente in verband met te late betaling en gerekend vanaf 1 juli Appellant verzoekt tevens om een billijke vergoeding voor de gemaakte kosten van rechtsbijstand Z concludeert tot afwijzing van de vordering vanwege het ontbreken van iedere rechtsgrond Het bisdom concludeert primair tot onbevoegdheid van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht, subsidiair tot niet-ontvankelijkheid en meer subsidiair tot afwijzing van de vordering vanwege het ontbreken van iedere juridische grondslag en vanwege strijd met de rechtszekerheid Het Bisschoppelijk Scheidsgerecht heeft appellant, Z en het bisdom gehoord op de zitting van 6 maart 2007 te Utrecht. Appellant, Z en het bisdom hebben daarbij ieder het woord gevoerd ter toelichting op de door hen gewisselde stukken. Appellant heeft ter zitting nog nadere stukken overgelegd. De inhoud van alle door partijen ingediende en overgelegde stukken dient hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd. Ter zitting is tevens op verzoek van appellant als getuige gehoord de heer S, wonende te F. 3. Bevoegdheid 3.1. Appellant heeft zich met betrekking tot de bevoegdheid van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht in bovengenoemd beroepschrift beroepen op artikel 3 van het Rechtspositiereglement voor P enerzijds en artikel 21 van de Rechtspositieregeling voor kosters anderzijds. Appellant heeft tevens gesteld dat hij het geschil aan het Bisschoppelijk Scheidsgerecht heeft voorgelegd op grond van de rechtspositieregeling bij Z, dat het geschil betrekking heeft op de uitvoering van de geldende pensioenregeling die tot 1 maart 1973 in handen was bij het Kosterfonds en vanaf die datum bij Z Z heeft aanvankelijk de bevoegdheid van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht betwist, doch deze in het verloop van de procedure en ter zitting erkend voorzover betrekking hebbend op het dienstverband tussen appellant en Z en heeft daarbij verwezen naar het Rechtspositiereglement voor P in Nederland zoals sinds 1977 van toepassing op de arbeidsovereenkomst van appellant met Z Het bisdom heeft bij herhaling de bevoegdheid van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht betwist en gesteld dat appellant zich ten onrechte beroept op artikel 21 van het Rechtspositiereglement voor kosters nu dit reglement eerst in 1991 is vastgesteld en nimmer van toepassing is geweest op de arbeidsverhouding tussen appellant en de parochie Appellant heeft ter zitting aangevoerd dat het Bisschoppelijk Scheidsgerecht is ingesteld door de bisschoppen voor beslechting van geschillen van rechtspositionele aard waartoe ook het geschil van appellant met enerzijds Z en anderzijds stichting R (hierna: het kosterfonds) c.q. het bisdom behoort. Aangrijpingspunt is genoemd artikel 3 van het Rechtspositiereglement voor P. Het standpunt dat het Bisschoppelijk Scheidsgerecht nog niet bestond op het moment van ontslag van appellant als koster bij de parochie gaat eraan voorbij dat appellant op de pensioengerechtigde leeftijd nog rechten heeft die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst die hij met opgenoemde parochie gesloten had. Appellant is bovendien benoemd door de bisschop van V. Appellant is voorts van mening dat het ondenkbaar is dat het Bisschoppelijk Scheidsgerecht alleen uitspraken kan doen over geschillen die voortvloeien uit nieuwe arbeidsovereenkomsten. Appellant doet met name een beroep op het Bisschoppelijk Scheidsgerecht op grond van artikel 3 van de geschillenregeling van de rechtspositieregeling van P nu het ontstaan van het geschil over de uitvoering van de geldende pensioenregeling die tot 1 maart 1973 in handen is bij het Kosterfonds en na 1 maart 1973 bij Z.
3 De voorzitter van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht heeft in haar uitspraak van 23 april 2002 naar aanleiding van de door appellant gevraagde voorlopige voorziening ten aanzien van de parochie het volgende overwogen: De Rechtspositieregeling voor kosters waarin in artikel 21 de behandeling van geschillen en/of interpretatievragen van rechtspositionele aard is toegewezen aan het Bisschoppelijk scheidsgerecht is in werking getreden per 1 januari De daaraan voorafgaande Rechtspositieregeling waar de behandeling van geschillen over de interpretatie is onderworpen aan de uitspraak van een commissie van beroep, welke als voorganger van het Scheidsgerecht gezien zou kunnen worden, is van kracht geworden met ingang van 1 januari Het dienstverband tussen appellant en verweerder is op 1 maart 1973 geëindigd. Door appellant is niet aangetoond noch aannemelijk gemaakt dat de destijds bestaande arbeidsovereenkomst of mogelijke toepasselijke Rechtspositieregeling het Scheidsgerecht aanwijst tot behandeling van zijn verzoek dan wel dat er in de destijds geldende arbeidsovereenkomst of toepasselijke Rechtspositieregeling een instantie wordt aangewezen welke gezien moet of kan worden als voorganger van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht. De voorzitter oordeelde mitsdien dat de vraag naar de bevoegdheid van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht om het verzoek tot voorlopige voorziening in behandeling te nemen ontkennend beantwoord diende te worden Het Bisschoppelijk Scheidsgerecht is van oordeel dat het beroep van appellant op artikel 21 van de Rechtspositieregeling voor kosters geen doel treft. Het maakt de onder 3.5 aangehaalde overwegingen van zijn voorzitter tot de zijne. Bovendien stelt het vast dat eerder genoemd artikel 21 van de Rechtspositieregeling voor kosters het Bisschoppelijk Scheidsgerecht aanwijst als bevoegde instantie ten aanzien van interpretatievragen en rechtspositionele geschillen tussen de medewerker en de werkgever. Tussen appellant en het bisdom is evenwel voor noch na 1 januari 1992 sprake geweest van een arbeidsrelatie. Anders dan appellant stelt is het blijkens de door appellant overgelegde akte van benoeming niet de bisschop van V maar de pastoor van de parochie die appellant heeft benoemd. Het feit dat de bisschop van V het benoemingsbesluit van de pastoor heeft bekrachtigd, maakt niet dat hierdoor een arbeidsrelatie is ontstaan tussen appellant en het bisdom. Het beroep van appellant op het Rechtspositiereglement voor P treft ten aanzien van het bisdom geen doel, omdat dit reglement Z doch niet het bisdom regardeert. Ten overvloede overweegt het Bisschoppelijk Scheidsgerecht dat er ook nimmer een dienstverband heeft bestaan tussen appellant en R Het Bisschoppelijk Scheidsgerecht is mitsdien van oordeel dat de vraag naar de bevoegdheid van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht om de vordering van appellant jegens het bisdom in behandeling te nemen, ontkennend beantwoord dient te worden en zal zich in zoverre dan ook onbevoegd verklaren. 4. Feiten 4.1. Appellant heeft uit hoofde van zijn aanstelling als koster bij de parochie van 1 januari 1954 tot 1 maart 1973 pensioenrechten opgebouwd bij het Kosterfonds en uit hoofde van zijn aanstelling als administrateur bij Z vanaf 1 maart 1973 bij de Stichting Pensioenfonds Katholieke Instellingen (hierna: het PKI). 4.2 Het PKI heeft het Kosterfonds de mogelijkheid geboden om de pensioenvoorziening van de kosters in dienst van de kerkbesturen in het bisdom V vanaf 1 januari 1973 onder te brengen bij het PKI op basis van de PKI-pensioenregeling. Voor appellant heeft het Kosterfonds kennelijk door een administratieve vergissing geen gebruik gemaakt van die geboden mogelijkheid. De pensioenopbouw van appellant is derhalve ook voor de periode van 1 januari 1973 tot 1 maart 1973 geschied bij R In 1980 heeft het Kosterfonds gebruik gemaakt van de door het PKI ten aanzien van toen actieve kosters geboden mogelijkheid van inkoop van dienstjaren bij het PKI ten aanzien van de periode vóór 1 januari 1973 maar na 1 januari Op initiatief van het Kosterfonds heeft per 1 januari 1992 een afkoop plaatsgevonden van de pensioen-verplichtingen van het Kosterfondsjegens appellant en is f ,68 ( 3.730,84) aan appellant uitgekeerd.
4 Met ingang van 1 januari 1973 zijn alle pensioenverplichtingen van het PKI overgedragen aan het PGGM en is het PGGM gaan optreden als de verzekeraar van de PKI-pensioenregeling In 1986 is de PKI-pensioenregeling vervangen door de PGGM-pensioenregeling en is op 12 november 1986 tussen het PGGM en Z een aansluitingsovereenkomst gesloten op grond waarvan Z zich als instelling bij het PGGM heeft aangesloten en verplicht is zijn werknemers bij het PGGM aan te melden Appellant heeft gedurende zijn dienstverband met Z vanaf 1 maart 1973 tot 1 juli 1996 pensioenjaren opgebouwd bij aanvankelijk het PKI en later bij het PGGM Z heeft zowel in 1995 als in 1996 uit coulance een lijfrentepolis ten behoeve van appellant afgesloten ten bedrage van f ,- ( ,39) respectievelijk f ,72 ( ,37). Appellant heeft hieraan bijgedragen tot een bedrag van f ,- ( 8.168,04). 5. Beoordeling van het geschil 5.1. Het Bisschoppelijk Scheidsrecht stelt allereerst vast dat zij enkel heeft te beoordelen de vordering van appellant op Z nu het Scheidsgerecht zich onbevoegd acht de vordering van appellant op het bisdom te beoordelen Appellant heeft ter onderbouwing van zijn vordering zakelijk weergegeven gesteld dat appellant gedurende 40 jaar in dienst is geweest bij de kerk, dat jegens appellant verwachtingen zijn gewekt met betrekking tot zijn pensioenaanspraken over de periode vóór 1 maart 1973, dat op Z een zorgplicht rust en dat Z de verplichting had om bij de overgang van het PKI naar het PGGM voor appellant een pensioenvoorziening te treffen over de periode vóór 1 maart Z heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering en aangevoerd dat Z ruimschoots aan haar verplichtingen jegens appellant heeft voldaan en dat zij uit coulanceoverwegingen aanzienlijk verder is gegaan. Ten aanzien van de gevorderde kosten refereert Z zich aan het oordeel van het Bisschoppelijk Scheidsrecht Het Bisschoppelijk Scheidsrecht is van oordeel dat de vordering van appellant op Z dient te worden afgewezen en overweegt daartoe het volgende. Gesteld noch gebleken is dat Z enig verwijt te maken valt aangaande de pensioenopbouw van appellant. In de periode van zijn dienstverband bij Z is de pensioenopbouw van appellant ondergebracht bij het PKI en later het PGGM. Uit niets is gebleken dat Z in die pensioenopbouw jegens appellant tekort is geschoten Z heeft gesteld dat appellant uit hoofde van zijn dienstverband met Z recht heeft op een pensioenvoorziening bij het PGGM op grond van 23 dienstjaren. Deze stelling is naar het oordeel van het Bisschoppelijk Scheidsrecht juist Het feit dat appellant twee kerkelijke werkgevers heeft gehad en tezamen bij die werkgevers meer dan veertig jaar heeft gewerkt, maakt niet dat uit dat gegeven rechtstreeks volgt dat appellant jegens Z aanspraak kan maken op een pensioenvoorziening gebaseerd op even zoveel jaren. Uit de arbeidsovereenkomst en de daarop van toepassing zijnde rechtspositieregeling valt niet af te leiden dat op Z de verplichting rustte compensatie te bieden voor de pensioenbreuk die het gevolg was van het ten einde komen van het dienstverband van appellant met de parochie en de indiensttreding bij Z Niet dan wel onvoldoende is gebleken dat Z bij appellant rechtens relevante verwachtingen heeft gewekt met betrekking tot zijn pensioenaanspraken uit zijn eerder dienstverband bij de parochie. Op Z rustte niet uit hoofde van goed werkgeverschap een verplichting tot compensatie van de onder 5.6 bedoelde pensioenbreuk. Niet aannemelijk is geworden dat in het afsluiten door Z van de in 4.9 vermelde lijfrentepolissen ten behoeve van appellant de erkenning van een dergelijke verplichting besloten lag, laat staan dat Z tot nog meer jegens appellant gehouden was. Beslissing
5 5 Het Scheidsgerecht: 1. verklaart zich onbevoegd de vordering van appellant jegens het bisdom in behandeling te nemen, 2. wijst af de vordering tegen Z, compenseert de in het beroep gevallen kosten zodanig dat iedere partij de hare draagt. Aldus gewezen door mw. prof. mr. I.P. Asscher-Vonk, voorzitter, mr. J.C.M.G. Bloemarts en mr. C. Wallis, in aanwezigheid van mr. drs. J.W.H.G. Loyson, plv. secretaris. Utrecht, 29 maart 2007 prof. mr. I.P. Asscher-Vonk, voorzitter mr. drs. J.W.H.G. Loyson, plv.secretaris
het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 141 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-059 d.d. 23 februari 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en C.E. Polak, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.
107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen
Nadere informatieCR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.
CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht
Nadere informatie1.2 De Bank heeft een op 22 mei 2014 gedateerd verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel beroep ingesteld.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-029 d.d. 23 september 2014 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatie105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo
105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F
SAMENVATTING 105474 - Geschil over toepassing van art. H-60 CAO BVE Werknemer heeft jarenlang gewerkt als docent maar is, na een periode van arbeidsongeschiktheid, werkzaam als onderwijsassistent. De werkgever
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld
Nadere informatieUITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,
Nadere informatieNR. 3. AMBTELIJKE AANSTELLING NAAST TOELATINGSOVEREENKOMST. BEVOEGDHEID VAN SCHEIDSGERECHT. PREMIE VOORTGEZETTE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING BIJ VUT.
NR. 3. AMBTELIJKE AANSTELLING NAAST TOELATINGSOVEREENKOMST. BEVOEGDHEID VAN SCHEIDSGERECHT. PREMIE VOORTGEZETTE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING BIJ VUT. De onderhavige vordering is rechtstreeks gebaseerd op de
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.
103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J
SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.3707 (111.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees
106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieBINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen:
BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL Inzake: (WERKNEMER) Verzoekster tegen: (OMROEPWERKGEVER) Verweerster 1. Taak en samenstelling van de Vaste Commissie 1.1. Krachtens artikel 49
Nadere informatieVerzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING
106426 - Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; SAMENVATTING De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat de (verlengde) arbeidsovereenkomst
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao
Nadere informatieCBE-1142 (030)
CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,
Nadere informatieABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-21 d.d. 22 januari 2013 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius en mr. R.J. Verschoof, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris)
Nadere informatieCommissie van beroep vo
107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.
Nadere informatieSAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO
SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 140 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieUitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht
ECLI:NL:GHSHE:2015:2797 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-07-2015 Datum publicatie 27-07-2015 Zaaknummer F 200.160.279_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)
SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieUITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.
107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 08/13KG Zitting gehouden op woensdag 4 juni 2008 om 10.00 uur Mondelinge uitspraak in kort geding in de zaak van: drs. A., wonende te Z., eiseres, gemachtigde: mr.
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieBij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3066
ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieInterpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)
105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat
Nadere informatie106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.
106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B versus C te D Zaak : Premie Zaaknummer : 2008.01808 Zittingsdatum : 25 maart 2009 1/6 Zaak: 2008.01808 (Premie) Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof. mr.
Nadere informatieSamenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatie- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;
RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 080.00 ingediend door: tegen: hierna te noemen klager`, hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.
107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 214 d.d. 6 september 2011 (prof. mr. C.E. du Perron, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering, informatieplicht.
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving
Nadere informatieUITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag
De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D Zaak : Mondzorg, declaraties, onverzekerde zorg Zaaknummer : 2010.01436 Zittingsdatum : 11 mei 2011 1/5 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof.
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers,
Nr. 31.391 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. H.V. Wobben, jurist bij Stichting Univé Rechtshulp
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:171
ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-
Nadere informatieBij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.
Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde
Nadere informatieReglement van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden
Reglement van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden Preambule Het Reglement van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden is het geheel
Nadere informatieAdviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK
108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],
Nadere informatieHet College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:
UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: tegen de beslissing van (hierna: appellant) de examencommissie Tandheelkunde
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen
Nadere informatieBeweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:
Beweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. Klager is de buurman van het object dat beklaagde verkoopt. Tussen klager en diens buurman zijn destijds afspraken gemaakt over
Nadere informatie: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht
Nadere informatiein het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.
S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s,
Nr. 30.858 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. A.J.B. van Walsem, advocaat te Amersfoort, en de
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 92 d.d. 12 april 2011 (mr B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr M.M. Mendel en prof. mr C.E. du Perron, leden en mr S.N.W. Karreman, secretaris)
Nadere informatieHet advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit
LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-346 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris) Klacht ontvangen op : 18 mei 2016 Ingediend door : Consument
Nadere informatieSAMENVATTING. 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; HBO
SAMENVATTING 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; Werknemer voert aan dat er sprake is geweest van een doorlopend dienstverband waardoor er na 36 maanden een dienstverband
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter) Samenvatting Toerekenbare tekortkoming. Naar billijkheid vaststellen van schade.
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieNationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 12/32 KG De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan door mr. J.A.I. Wendt, griffier, heeft op 23 oktober
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.
106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten
Nadere informatieAegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.
107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657
ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657 Instantie Datum uitspraak 08-02-2006 Datum publicatie 09-03-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 1103-M-05 Personen-
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. W.H. Luk als secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-018 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. W.H. Luk als secretaris) Klacht ontvangen op : 9 januari 2017 Ingediend door : Consument Tegen Datum
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,
Nadere informatiehet door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier; het verweerschrift van Verzekeraar; de repliek van Consument.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-440 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. dr. drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht ontvangen op : 21 december 2017 Ingediend
Nadere informatiehet door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-716 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. B.F. Keulen, leden en mr.dr.drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht
Nadere informatieBeweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.
Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd
Nadere informatieKamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam
28/07 ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0459 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 28/07 Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam Reg.nr. 28/07 Beslissing op
Nadere informatie: ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-289 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, drs. W. Dullemond, mr. R.J. Paris, leden en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris) Klacht
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G
SAMENVATTING 106442 - Verzoek voorlopige voorziening ontslag op staande voet; De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen vanwege het plegen van valsheid in geschrifte. Hij zou twee documenten,
Nadere informatie1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster,
Essentie: opdrachtgevers niet-ontvankelijk nu vervaltermijn van vijf jaar meer dan vijf jaar is verlopen. Geen beroep op redelijkheid en billijkheid omdat aanneemster na verloop van de vervaltermijn aansprakelijkheid
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 90 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieSamenvatting. Consument, tegen. ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-295 d.d. 1 augustus 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. P.A. Offers, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieNalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.
108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-312 d.d. 19 mei 2017 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars en mr. E.C. Aarts, secretaris) Samenvatting Consument
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2012:BX8537
ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatie12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM
12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Gedeeltelijk onvoldoende belangenbehartiging bij verkoop. Geen onderzoek gedaan naar bijzondere
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/041 Rechter(s) : mrs. Olivier, Troostwijk, Scholten-Hinloopen Datum uitspraak : 12 juni 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Fontys Hogescholen Trefwoorden : Beoordeling, bindend negatief
Nadere informatieBeroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.
108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 49 d.d. 24 februari 2011 (mr. B. Sluijters, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en dr. D.F. Rijkels) Samenvatting Consument heeft via zijn
Nadere informatiede Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster
103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.
Nadere informatievanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 18 april 2011 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mr. J.W.H. Offerhaus) Samenvatting De financier
Nadere informatieSAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE
SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor
Nadere informatieEchtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.
Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Een makelaar is door de rechtbank als deskundige benoemd om te komen tot de verkoop
Nadere informatie