Voorganger : ds. Bertine van de Weg Organist : Ineke ten Brug

Transcriptie

1 Welkom in de avonddienst van 1 e Paasdag zondag 16 april 2017 Voorganger : ds. Bertine van de Weg Organist : Ineke ten Brug Ouderling van dienst : Gerhard Nijhoff

2

3 Thema : Wie zoek je?

4 We zingen : Joh. De Heer 25 : 1 t/m 4 Joh. De Heer 25 : 1

5 1. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans' Jeruzalem; een heerlijk morgenlicht breekt aan: de Zoon van God is opgestaan! Joh. De Heer 25 : 2

6 2. Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held. Hij steeg uit 't graf door Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht! Joh. De Heer 25 : 3

7 3. Nu jaagt de dood geen angst meer aan, Want onze Heer en Koning groot want alles, alles is voldaan; halleluja, wie is in nu verrezen geloof uit de dood, op Jezus ziet, halleluja. die vreest voor dood en helle niet. Halleluja, halleluja, halleluja! Joh. De Heer 25 : 4

8 4. Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan, een leven door zijn dood bereid, een leven in zijn heerlijkheid. Welkom

9 Welkom Mededelingen Psalm 118 : 9

10

11 Psalm 118 : 10

12

13 Votum en groet

14 Stil gebed Bemoediging Groet Lied 624

15

16 Lied 624 : 2

17

18 Lied 624 : 3

19

20 Geloofsbelijdenis ELB 289

21 ELB 289 (Melodie; Wat de toekomst brengen moge) 1. Ik geloof in God de Vader die een bron van vreugde is, louter goedheid en genade, licht in onze duisternis. Hij, de Koning van de kosmos, heel de schepping zingt zijn eer heeft uit liefde mij geschapen en tot liefde keer ik weer.

22 2. Ik geloof in Jezus Christus die voor ons ter wereld kwam. Zoon van God en Zoon des Mensen goede Herder, Offerlam. Door te lijden en te sterven groot is het geheimenis schenkt Hij mij het eeuwig leven, dat uit God en tot God is.

23 3. Ik geloof dat mijn Verlosser door de dood is heengegaan en op Pasen, God zij glorie, uit het graf is opgestaan. Door het brood - dit is mijn lichaam door de wijn - dit is mijn bloed geeft de Vredevorst mij vrede, maakt Hij alle dingen goed. Gebed

24 Gebed Lied 622 : 1

25

26 Lied 622 : 4

27

28 Lied 622 : 5

29

30 Lied 622 : 6

31

32 Gedicht

33 Gedicht ELB 125

34 1. Geprezen zij de Heer, die eeuwig leeft. Die vol ontferming ieder troost en alle schuld vergeeft. Die heel het aards gebeuren vast in handen heeft.

35 Refrein: Hem zij de glorie, want Hij die overwon, zal nooit verlaten wat Zijn hand begon. Halleluja. Geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op zich nam. ELB 125 : 2

36 2. Verdreven is de schaduw van de nacht. En wie Hem wil aanvaarden wordt eens veilig thuis gebracht. Voor hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht.

37 Refrein: Hem zij de glorie, want Hij die overwon, zal nooit verlaten wat Zijn hand begon. Halleluja. Geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op zich nam. ELB 125 : 3

38 3. Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht, dat uitstraalt van het kruis, dat eens voor ons werd opgericht. En voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht.

39 Refrein: Hem zij de glorie, want Hij die overwon, zal nooit verlaten wat Zijn hand begon. Halleluja. Geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op zich nam. Schriftlezing

40 Lezing : Johannes 20 : Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, 12 en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. 13 Waarom huil je? vroegen ze haar. Ze zei: Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.

41 14 Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. 15 Waarom huil je? vroeg Jezus. Wie zoek je? Maria dacht dat het de tuinman was en zei: Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen. 16 Jezus zei tegen haar: Maria! Ze draaide zich om en zei: Rabboeni! (Dat betekent meester.) 17 Houd me niet vast, zei Jezus.

42 Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is. 18 Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: Ik heb de Heer gezien! En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had. Lied 626 : 1

43 Lied 626 : 2

44 Lied 626 : 3

45 Lied 626 : 4

46 Lied 626 : 5

47 Lied 626 : 6

48 Lied 626 : 7

49 Lied 626 : 8

50 Overdenking

51 Overdenking ELB 371

52

53 Opwekking Mijn Jezus, ik hou van U, ik noem U mijn Vriend. Want U nam de straf op U die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn Redder bent U; 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. Opw. 392 : 2

54 2. Mijn Jezus, ik hou van U, want U hield van mij. Toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij. Voor mij de genade, een doornenkroon voor U; 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. Opw. 392 : 3

55 3. Ik zal van U houden in leven en dood. En ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood. Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. Opw. 392 : 4

56 4. Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom, dan buig ik mij voor U, in uw heiligdom. Gekroond met uw heerlijkheid, zal 'k zingen voor U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. Gebeden

57 Gebeden Zingend gezegend 158

58 1) Het graf is leeg Christus is opgestaan! Nu kan het leven lachend nieuw beginnen! De hemel zweeg nu kondigt God ons aan het licht dat elke nacht zal overwinnen: het rijk dat is en komen zal, weldra halleluja! Z G 158 : 2

59 2) De aarde beeft God zelf schuift aan de kant de grafsteen die zijn woord heeft doodgezwegen. De Vader geeft zijn Zoon de rechterhand en geen soldaat, geen legioen houdt tegen het rijk dat is en komen zal, weldra halleluja! Z G 158 : 3

60 3) Gezegend, Heer, gezegend zij uw licht! Gij hebt de dood het laatste woord ontnomen, en meer en meer zien wij uw aangezicht nu Gij ons leven tot uw licht laat komen: het rijk dat is en komen zal, weldra halleluja! Collecte

61 Collecte 1 e : Diaconie 2 e : Instandhouding Predikantsplaatsen Uitgang : Pastoraat Slotlied ELB 132 : 1

62 1. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen daald' een engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Slotlied ELB 132 : 2

63 2. Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer! Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer. Weest dan volk des Heren, blijd'en welgezind en zegt telkenkere: "Christus overwint!" U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Slotlied ELB 132 : 3

64 3. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft. In Zijn Godd'lijk Wezen is mijn glorie groot, niets heb ik te vrezen in leven en dood. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Zegen

65 Heenzending en zegen