Orde van dienst Tweede Paasdag. Voorganger: ds. J.W. Baan Muzikale begeleiding: Jeduthun

Transcriptie

1 Orde van dienst Tweede Paasdag Voorganger: ds. J.W. Baan Muzikale begeleiding: Jeduthun

2 Zingen: Lied 642: 1, 2, 4, 7 en 8 1. Ik zeg het allen, dat Hij leeft, Dat Hij is opgestaan, dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan.

3 2. Ik zeg het allen, en de mond van allen zegt het voort, tot over 't ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort.

4 4. Ten onder ging de sterke dood, tenonder in de vloed; nu straalt ons in het morgenrood zijn toekomst tegemoet.

5 7. Nu is op aard geen goede daad meer tevergeefs gedaan, want wat gij goed doet is als zaad, dat heerlijk op zal gaan.

6 8. 't Is feest, omdat Hij bij ons is, de Heer die eeuwig leeft en die in zijn verrijzenis alles herschapen heeft.

7 Welkom

8 Zingen Psalm 150: 1 en 2 1. Looft God, looft Hem overal. Looft de Koning van 't heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht van zijn naam en eeuwig wezen. Looft de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet. Hem zij eer, Hij zij geprezen.

9 2. Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem! Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen.

10 Bemoediging en groet

11 Zingen: Bundel 47: 1, 2, 3 en 4 1. Daar juicht en toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans Jeruzalem! Een heerlijk morgenlicht breekt aan, de Zoon van God is opgestaan.

12 2. Geen graf hield Davids zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held! Hij steeg uit t graf door s Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht.

13 3. Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan. Die in t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en helle niet.

14 4. Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan. Een leven door Zijn dood bereid, Een leven in Zijn heerlijkheid.

15 Gebed

16 Eerste lezing: 1 Petrus 1:3-9 3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop. 4-5 Er wacht u, die door Gods kracht wordt beschermd omdat u gelooft, in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt. U ziet de redding tegemoet, die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard zal worden. 6 Verheug u hierover, ook al moet u nu tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen verduren. 7 Zo kan de echtheid blijken van uw geloof zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud, dat toch ook in het vuur wordt getoetst en zo verwerft u lof, eer en roem wanneer Jezus Christus zich zal openbaren. 8 U hebt hem lief zonder hem ooit gezien te hebben; en zonder hem nu te zien gelooft u in hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, 9 omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding.

17 Zingen: Lied 643: 1, 4, 5, 8 en 9 1. Zing nu de Heer! Hij zag ons aan, maakte de nacht tot morgen. Hij die ons riep in 's Vaders naam, heeft ons bevrijd van zorgen.

18 4. Sion, in bitter zielsverdriet, kon nog alleen maar klagen, en in haar huis klonk leed voor lied, werden tot nacht de dagen.

19 5. Zing nu de Heer! Hij is getrouw. Ook als wij niet meer hopen, bloeien aan dorens van de rouw lachend de rozen open.

20 8. Christengemeente, jubel nu! Dit zijn u goede dagen. Hemelse englen zullen u hier op de handen dragen.

21 9. Jubel, want die in aarde lag, zit op de troon verheven! Jubel, want elke blijde dag is ons zijn woord tot leven!

22 Tweede lezing: Lucas 24: Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. 14 Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. 15 Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, 16 maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. 17 Hij vroeg hun: Waar loopt u toch over te praten? Daarop bleven ze somber gestemd staan. 18 Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is? 19 Jezus vroeg hun: Wat dan? Ze antwoordden: Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. 20 Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. 21 Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. 22 Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, 23 vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. 24 Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet. 25 Toen zei hij tegen hen: Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben?

23 Zingen: Lied 630: 1, 3 en 4 1. Sta op! Een morgen ongedacht, Gods dag is aangebroken, er is in één bewogen nacht een nieuwe lente ontloken. Het leven brak door aarde en steen, uit alle wondren om u heen spreekt, dat God heeft gesproken.

24 3. Al wat ten dode was gedoemd mag nu de hoop herwinnen; bloemen en vogels, alles roemt Hem als in den beginne. Keerde de Heer der schepping weer, dan is het tevergeefs niet meer te bloeien en te minnen.

25 4. Sta op! Hij gaat al voor ons uit, de schoot van 't graf ontkomen. De morgen is vol nieuw geluid, werp af uw boze dromen. Waar Hij, ons Hoofd, is voorgegaan, is voor het lichaam nu vrij baan naar een bestaan volkomen.

26 Meditatie: Op weg van de hoop!

27 Zingen: 624: 1, 2 en 3 1. Christus, onze Heer, verrees, halleluja! Heilge dag na angst en vrees, halleluja! Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja, bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja!

28 2. Prijst nu Christus in ons lied, haleluja, die in heerlijkheid gebiedt, halleluja, die aanvaardde kruis en graf, halleluja, dat Hij zondaars 't leven gaf, halleluja!

29 3. Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja, heeft verzoening ons bereid, halleluja! Nu is Hij der heemlen Heer, halleluja! Englen juublen Hem ter eer, halleluja!

30 Gebeden Collecte

31 Zingen: Bundel 76: 1, 2 en 3 1. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer weer. Uit een blinkend stromen, daalde d engel af, heeft de steen genomen, van t verwonnen graf: U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer.

32 2. Zie hem verschijnen, Jezus, onze Heer, Hij brengt al de zijnen, in zijn armen weer. Weest dan volk des Heren, blijde en welgezind, en zegt telkenkere, Christus overwint! U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer.

33 3. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft. In zijn goddelijk wezen, is zijn glorie groot; niets heb ik te vrezen, in leven en in dood. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer.

34 Zegen

35 Bij de uitgang is er een collecte voor de onkosten van deze dienst. De Kerkenraad wenst u een Gezegende Pasen