VUmc_CAT_HA_B15_ _inzage Friday, September 08, :46

Transcriptie

1 pagina 1 van 22 VUmc_CAT_HA_B15_ _inzage Friday, September 08, :46 Block 1, 52 question(s), maximum score 52 CAT HA B INZAGE 1 of 52 Bron: J. van Horssen, eigen werk, 2016 U ziet hier een aantal verschillende cellen van het afweersysteem. Welk celtype speelt een belangrijke rol in het bestrijden van parasitaire infecties? cel 1 cel 2 cel 3 2 of 52 Monocyten behoren tot het (i) aangeboren (ii) verworven immuunsysteem en worden aangemaakt in (i) de thymus (ii) het beenmerg. IF choice a. matches "aangeboren" AND choice b. matches "het beenmerg" Monocyten behoren tot het [aangeboren] immuunsysteem en worden aangemaakt in [het beenmerg]. 3 of 52 Wat is een belangrijke functie van CD4-positieve T lymfocyten? remmen de activatie van cytotoxische T lymfocyten remmen de fagocytose van geïnfecteerde cellen stimuleren de productie van histamine door basofiele granulocyten stimuleren differentiatie van B lymfocyten tot plasmacellen

2 pagina 2 van 22 IF choice d. is selected 4 of 52 Bron: J. van Horssen, eigen werk, 2014 U ziet hier afbeeldingen van een deel van de worteltop van een plant met daarin verschillende fases van de celdeling. Welke figuur vertoont een cel in de anafase? figuur 1 figuur 2 figuur 3 figuur 4 IF choice c. is selected 5 of 52 Bron: 4th edition Essential Cell Biology, Alberts, ISBN Kies de juiste structuren bij de nummers in de figuur. 1 (i) Rab (ii) t-snare (iii) v-snare 2 (i) Rab (ii) t-snare (iii) v-snare 3 (i) Rab (ii) t-snare (iii) v-snare IF choice a. matches "v-snare" AND choice b. matches "Rab" AND choice c. matches "t-snare"

3 pagina 3 van v-snare 2 - Rab 3 - t-snare 6 of 52 Welke van de volgende intercellulaire structuren zijn van essentieel belang in de cel-cel communicatie? hemidesmosomen adherens junctions gap junctions desmosomen tight junctions IF choice c. is selected 7 of 52 In welk van de onderstaande celtypen worden de meeste lysosomen aangetroffen? basofiele granulocyt macrofaag B cel melanocyt 8 of 52 Hieronder staan vier processen die in de cel plaatsvinden. Kies bij elk proces in welk celcompartiment dit voornamelijk plaatsvindt. ATP productie fosforylatie van macromoleculen productie van fosfolipiden start eiwitsynthese (i) cytosol (ii) glad endoplasmatisch reticulum (iii) golgi-complex (iv) lysosoom (v) mitochondrion (vi) peroxisoom (vii) ribosoom (i) cytosol (ii) glad endoplasmatisch reticulum (iii) golgi-complex (iv) lysosoom (v) mitochondrion (vi) peroxisoom (vii) ribosoom (i) cytosol (ii) glad endoplasmatisch reticulum (iii) golgi-complex (iv) lysosoom (v) mitochondrion (vi) peroxisoom (vii) ribosoom (i) cytosol (ii) glad endoplasmatisch reticulum (iii) golgi-complex (iv) lysosoom (v) mitochondrion (vi) peroxisoom (vii) ribosoom IF choice a. matches "mitochondrion" AND choice b. matches "golgi-complex" AND choice c. matches "glad endoplasmatisch reticulum " AND choice d. matches "ribosoom"

4 pagina 4 van 22 ATP productie - mitochondrion fosforylatie van macromoleculen - golgi-complex productie van fosfolipiden - glad endoplasmatisch reticulum start eiwitsynthese - ribosoom 9 of 52 Welk van de onderstaande moleculen diffundeert het gemakkelijkste via passieve diffusie over een artificiële celmembraan? steroïdhormoon chloride ion pyruvaat collageen IF choice a. is selected 10 of 52 Welk molecuul in de celmembraan speelt een centrale rol in apoptose? proteoglycaan glycolipide glycoproteïne fosfatidylserine cholesterol IF choice d. is selected 11 of 52 Welke van de onderstaande factoren is niet van invloed op de kleur van de huid? aantal melanosomen aantal melanocyten hoeveelheid geoxygeneerd hemoglobine hoeveelheid caroteen in de epidermis 12 of 52 Welk enzym speelt een belangrijke rol in de vorming van melanosomen?

5 pagina 5 van 22 glucuronidase glycosyltransferase tyrosinase fosfatase IF choice c. is selected 13 of 52 De meest voorkomende zweetklieren in het menselijk lichaam zijn (i) apocrien (ii) eccrien en geven hun (i) eiwitrijk (ii) waterig secreet vaak rechtstreeks af aan het huidoppervlak IF choice a. matches "eccrien" AND choice b. matches "waterig" De meest voorkomende zweetklieren in het menselijk lichaam zijn [eccrien] en geven hun [waterig] secreet vaak rechtstreeks af aan het huidoppervlak 14 of 52 U ziet hier op zeer hoge vergroting een gedetailleerd beeld van een (i) mukeuze (ii) sereuze kliercel met een kern die overwegend (i) euchromatine (ii) heterochromatine bevat. IF choice a. matches "sereuze" AND choice b. matches "euchromatine" U ziet hier op zeer hoge vergroting een gedetailleerd beeld van een [sereuze] kliercel met een kern die overwegend [euchromatine] bevat.

6 pagina 6 van of 52 Een bepaalde gifstof blokkeert de polymerisatie van tubuline in cellen. Welke van de ondergenoemde functies zal het meest direct zijn aangetast door deze gifstof? spiercontractie endocytose oxidatieve fosforylering intracellulair transport van mitochondriën IF choice d. is selected 16 of 52 Welke proces is voornamelijk aangedaan wanneer een zenuwcel een genetisch defect vertoont in kinesine? transport van eiwitten over de mitochondriale membraan anterograde transport van vesikels de permeabiliteit van de celmembraan 17 of 52 Bron: J. van Horssen, eigen werk, 2014 Hoe heet het fenomeen dat wordt aangeduid met de pijl? orthokeratose spongiose hypergranulose parakeratose

7 pagina 7 van 22 IF choice d. is selected 18 of 52 Bron: M. van Wintzen, eigen werk, 2015 Welke type huiddefect is op de foto te zien? ulcus rhagade erosie excoriatie IF choice a. is selected 19 of 52 Bron: Afd. Dermatologie VUmc, CD rom bij Dermatovenereologie voor de eerste lijn, 2009 ISBN Wat is de histologische verklaring voor de roodheid op de foto? De roodheid wordt veroorzaakt door: ophoping van antilichamen locale productie van hemoglobine uittreden van rode bloedcellen uit de bloedvaten verwijding van de bloedvaten

8 pagina 8 van 22 IF choice d. is selected 20 of 52 Bron: M. Wintzen, eigen werk, 2015 Wat is de eerste keus behandeling van een acuut eczeem zoals u hier op de foto ziet? zinkoxidesmeersel in combinatie met een mild lokaal corticosteroïd een neutrale vette zalf in combinatie met een mild lokaal corticosteroïd alleen zinkoxidesmeersel alleen een neutrale vette zalf IF choice a. is selected 21 of 52 Wat zijn drie typische efflorescenties van een subacuut eczeem? crustae erytheem fissuur lichenificatie papels pustels natten IF choice a. is selected AND choice b. is selected AND choice c. is NOT selected AND choice d. is NOT selected AND choice e. is selected AND choice f. is NOT selected AND choice g. is NOT selected crustae erytheem

9 pagina 9 van 22 papels 22 of 52 Bron: M. Wintzen, eigen werk, 2016 Welk type melanoom is op de drie foto s te zien? Maak de juiste combinatie bij plaatje 1 t/m 3 van links naar rechts. 1 (i) acrolentigineus melanoom (ii) amelanotisch melanoom (iii) lentigo maligna melanoom (iv) superficieel spreidend melanoom 2 (i) acrolentigineus melanoom (ii) amelanotisch melanoom (iii) lentigo maligna melanoom (iv) superficieel spreidend melanoom 3 (i) acrolentigineus melanoom (ii) amelanotisch melanoom (iii) lentigo maligna melanoom (iv) superficieel spreidend melanoom IF choice a. matches "superficieel spreidend melanoom" AND choice b. matches "acrolentigineus melanoom" AND choice c. matches "amelanotisch melanoom" 1 - superficieel spreidend melanoom 2 - acrolentigineus melanoom 3 - amelanotisch melanoom 23 of 52 U bent huisarts. Op uw spreekuur komt een hoogblonde vrouw van 45 jaar met de vraag of u een moedervlek kunt beoordelen..de moedervlek op haar rug zit er al jaren, maar is groter en donkerder geworden, Bovendien is er een haar in ontstaan. In de familie komen veel moedervlekken voor en heeft haar moeder een basaalcelcarcinoom gehad. Welke drie aspecten in de huidige anamnese duiden op een verhoogd risico op een melanoom? basaalcelcarcinoom bij moeder groei huidtype kleurverandering nieuwe haar in moedervlek veel moedervlekken in de familie IF choice a. is NOT selected AND choice b. is selected AND choice c. is selected AND choice d. is selected AND choice e. is NOT selected AND choice f. is NOT selected

10 pagina 10 van 22 groei huidtype kleurverandering 24 of 52 Bron: M. Wintzen, eigen werk, 2016 U bent arts-assistent dermatologie en bij u komt een man van 35 jaar vanwege een bruine plek op zijn rug. Zodra hij zijn overhemd uitdoet, ziet u deze afwijking op zijn schouder. Wat is nu het eerst aangewezen onderzoek? huidbiopt uit het donkerste gedeelte huidbiopt uit het lichtste gedeelte diagnostische excisie dermatoscopie IF choice d. is selected 25 of 52 Welke drie histologische kenmerken bij een melanoom dragen bij aan het bepalen van de prognose? aanwezigheid van atypische melanocyten aanwezigheid van mitosen aanwezigheid van satellieten asymmetrie Breslowdikte fibrose grootte van de laesie IF choice a. is NOT selected AND choice b. is selected AND choice c. is selected AND choice d. is NOT selected AND choice e. is selected AND choice f. is NOT selected AND choice g. is NOT selected aanwezigheid van mitosen

11 pagina 11 van 22 aanwezigheid van satellieten Breslowdikte 26 of 52 Bron: M. Wintzen, eigen werk, 2016 Welk type brandwond is zichtbaar op de foto? eerstegraads tweedegraads derdegraads 27 of 52 Bron: M. Wintzen, eigen werk, 2016 Bij het type brandwond op de foto is er typisch sprake van (i) geen (ii) veel pijn en is de capillary refill (i) aanwezig (ii) afwezig. IF choice a. matches "veel" AND choice b. matches "aanwezig"

12 pagina 12 van 22 Bij het type brandwond op de foto is er typisch sprake van [veel] pijn en is de capillary refill [aanwezig]. 28 of 52 Een man van 24 jaar krijgt tijdens het bakken heet frituurvet over zijn rechterhand. Wat zijn twee mogelijke lange-termijn complicaties van de brandwonden die hierbij ontstaan? constrictie van weefsel gevoelsverlies hypovolemische shock necrose oedeemvorming IF choice a. is selected AND choice b. is selected AND choice c. is NOT selected AND choice d. is NOT selected AND choice e. is NOT selected constrictie van weefsel gevoelsverlies 29 of 52 Als gevolg van UV-straling in zonlicht ontstaan er dimeren van: guanine tyrosine thymine adenine IF choice c. is selected 30 of 52 Xist is een non-coding RNA dat direct betrokken is bij: X-activatie X-gebonden verstandelijke beperking Turner syndroom X-inactivatie IF choice d. is selected

13 pagina 13 van of 52 Bron: 4th edition Essential Cell Biology, Alberts, ISBN Kies bij onderstaande termen het juiste nummer. DNA (i) 1 (ii) 2 (iii) 3 (iv) 4 RNA polymerase (i) 1 (ii) 2 (iii) 3 (iv) 4 Start van de transcriptie (i) 1 (ii) 2 (iii) 3 (iv) 4 TATA-box (i) 1 (ii) 2 (iii) 3 (iv) 4 IF choice a. matches "1" AND choice b. matches "4" AND choice c. matches "3" AND choice d. matches "2" DNA - 1 RNA polymerase - 4 Start van de transcriptie - 3 TATA-box of 52

14 pagina 14 van 22 Bron: 4th edition Essential Cell Biology, Alberts, ISBN Van welke persoon is het getoonde karyogram afkomstig? een vrouw met trisomie 21 (syndroom van Down) een man met trisomie 21 (syndroom van Down) een gezonde man een vrouw, maar ik kan geen uitspraak doen over het klinisch beeld een gezonde vrouw een man, maar ik kan geen uitspraak doen over het klinisch beeld 33 of 52 Wanneer vindt translatie controle plaats? bij transport van mrna naar het cytosol vlak voor de start van de translatie bij de vorming van een eiwit bij het activeren van het eiwit in het Golgi apparaat IF choice c. is selected 34 of 52

15 pagina 15 van 22 Bron: 4th edition Essential Cell Biology, Alberts, ISBN Van welk soort RNA is dit een schematische weergave? mirna trna mrna rrna 35 of 52 Bron: 4th edition Essential Cell Biology, Alberts, ISBN In het DNA van een gen zit een TAC codon (op mrna niveau is dit een UAC codon). Dit codon verandert u in het laboratorium, in testbuis 1 verandert u het codon in TAT, in buis 2 verandert u het codon in TAG en in buis 3 in TAA. Wat zal waarschijnlijk het effect zijn van de door u aangebrachte mutaties op het eiwit? klein of geen effect in buis 1, groot effect in buizen 2 en 3 klein of geen effect in buis 1 en 2, groot effect in buis 3 groot effect in buis 1 en 2, klein of geen effect in buis 3 groot effect in buis 1, klein of geen effect in buizen 2 en 3 IF choice a. is selected 36 of 52

16 pagina 16 van 22 Bron: 4th edition Essential Cell Biology, Alberts, ISBN Kies bij elk nummer de juiste term. 1 (i) anafase (ii) interfase (iii) metafase (iv) profase (v) telofase 2 (i) anafase (ii) interfase (iii) metafase (iv) profase (v) telofase 3 (i) anafase (ii) interfase (iii) metafase (iv) profase (v) telofase 4 (i) anafase (ii) interfase (iii) metafase (iv) profase (v) telofase 5 (i) anafase (ii) interfase (iii) metafase (iv) profase (v) telofase IF choice a. matches "interfase" AND choice b. matches "profase" AND choice c. matches "metafase" AND choice d. matches "anafase" AND choice e. matches "telofase" 1 - interfase 2 - profase 3 - metafase 4 - anafase 5 - telofase 37 of 52 Welke van de onderstaande stellingen over hypertrofie is juist? hypertrofie is per definitie pathologisch (afwijkend) hypertrofie leidt tot vergroting van het orgaan hypertrofie kan niet samengaan met hyperplasie hypertrofie is irreversibel

17 pagina 17 van of 52 Bij welk proces speelt afbraak door lysosomale enzymen een essentiële rol? autofagie initiatie van apoptose proteasomale degradatie depolymerisatie van actinefilamenten IF choice a. is selected 39 of 52 Wat is het gevolg van binding van FAS-L (FAS ligand) aan FAS? inductie van celcyclus-arrest endoplasmatisch reticulum (ER) stress inductie van necrose inductie van apoptose IF choice d. is selected 40 of 52 Welke gebeurtenis is essentieel voor inductie van apoptose door het mitochondrion? binden van de TNF-receptor aan TRADD lekken van cytochroom c naar het cytoplasma verhoogde expressie van Bcl-2 binden van caspase-8 aan het Bax-Bak complex 41 of 52 Casus Een tandarts constateert tijdens een consult dat drie kinderen een zeer slecht gebit hebben. Moeder wordt tijdens het consult aangesproken op deze bevinding en wordt vervolgens heel boos. Na overleg met de KNMT (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Tandheelkunde) besluit de tandarts een melding te doen bij Veilig Thuis. Wanneer handelt de tandarts volgens de stappen van de Meldcode bij huiselijk geweld en kindermishandeling op een zorgvuldige wijze? eerst signalen in kaart brengen, advies vragen aan een collega en/of Veilig Thuis alvorens vervolgstappen te nemen de huisarts bellen en vragen of de huisarts een melding wil doen over het gezin anoniem een melding doen bij Veilig Thuis zorgvuldig alles noteren in het zorgplan en afwachten hoe de situatie over zes maanden is IF choice a. is selected 42 of 52

18 pagina 18 van 22 Casus Een huisarts verwijst zijn patiënt door naar een chirurg wegens een recidiverende ontsteking. In de verwijsbrief noteerde de huisarts dat de patiënt geen contact meer heeft met haar zoon. Hij stuurde het uitgebreide dossier door aan de chirurg. Is in deze casus sprake van een schending van het beroepsgeheim? Ja, de huisarts handelt weliswaar zorgvuldig maar hij schendt zijn beroepsgeheim. Nee, de huisarts handelt zorgvuldig met veronderstelde toestemming van de patiënt. Ja, de huisarts stuurt meer gegevens door dan voor het doel van de verwijzing noodzakelijk en relevant zijn. Nee, de huisarts handelt weliswaar niet zorgvuldig maar er is geen sprake van een schending van het beroepsgeheim. IF choice c. is selected 43 of 52 Het informatieve model van samenwerking tussen arts en patiënt stelt dat in een gesprek tussen arts en patiënt er sprake is van een (i) hoge mate van autonomie van de patiënt en een (ii) klein (i) groot aandeel van de arts. (ii) lage IF choice a. matches "hoge" AND choice b. matches "klein" Het informatieve model van samenwerking tussen arts en patiënt stelt dat in een gesprek tussen arts en patiënt er sprake is van een [hoge] mate van autonomie van de patiënt en een [klein] aandeel van de arts 44 of 52 Post-translationele modificatie vormt een belangrijke manier om de functie van getransleerde eiwitten aan te passen aan de vereiste functie. Soms worden daarbij suikerketens/oligosachariden aan eiwitten gehecht, zoals bij proteoglycanen in de huid, die zorgen voor de gewenste sponsachtige structuur in de extracellulaire matrix. Hoe heet die vorm van post-translationele modificatie? olisacharylering fosforylering prenylering glycosylering IF choice d. is selected 45 of 52 Vitamine C is belangrijk voor de correcte aanmaak van collageen, dat een belangrijke functie heeft in de stevigheid van de huid. Vitamine C fungeert daarbij als cofactor voor enzymen die gemodificeerde aminozuren maken. Een voorbeeld van een dergelijk aminozuur, dat essentieel is voor de functie van collageen, is: fosfoserine hydroxyproline hydroxyglycine ascorbinezuur

19 pagina 19 van of 52 Tijdens prion ziektes, zoals de ziekte van Creutzfeldt-Jacob, treedt een omzetting van de alpha-helices in beta-sheets op, van de eiwitstructuur van het Prion eiwit PrP. Dit verandert de oplosbaarheid van PrP waardoor het neerslaat in de hersenen. Wat is de verklaring daarvoor? Beta-sheets kleven altijd aan elkaar, zelfs tussen verschillende eiwitmoleculen. In een alfa-helix bestaan geen van der Waalskrachten tussen ongeladen aminozuren, wat neerslaan van het eiwit voorkomt. In een alfa-helix wijzen de geladen aminozuurketens naar buiten waardoor een polair oppervlakte ontstaat en het eiwit oplosbaar blijft. Beta-sheets maken de vorming van een correcte tertiaire structuur onmogelijk omdat het helixbrekers zijn. IF choice c. is selected 47 of 52 Pyruvaat dehydrogenase (PDH) is het enzym dat voor een belangrijk deel de snelheid bepaald van de energieproductie bij de verbranding van glucose door de cel. De activiteit van dit enzym, dat pyruvaat omzet in acetyl-coa, wordt daarom ondermeer verhoogd door metabolieten die aangeven dat de cel in een lage energietoestand is, en er dus een versnelling van de TCA cyclus nodig is. Noem twee van die metabolieten. Acetyl-CoA ADP NADH NAD+ Pyruvaat IF choice a. is NOT selected AND choice b. is selected AND choice c. is NOT selected AND choice d. is selected AND choice e. is NOT selected ADP NAD+ 48 of 52 Mitochondriën zijn de voornaamste producent van zuurstofradicalen in de cel. Een hogere activiteit van mitochondriën, en dus meer ATP productie voor spiercontractie, verhoogt mogelijk de schade aan cellen. Welk molecuul van de elektrontransportketen is verantwoordelijk voor de productie van het zuurstofradicaal superoxide? Co-enzym Q cytochroom c cytochroom c oxidase. NADH dehydrogenase IF choice a. is selected 49 of 52

20 pagina 20 van 22 Genetische stabiliteit is ook afhankelijk van simpele chemische reacties, die leiden tot een spontane verandering van de genetische code. Wanneer dat niet tijdig wordt hersteld door mismatch-repair kan dat leiden tot een mutatie. Een voorbeeld is de chemische deaminering van Cytosine, waarbij Uracil wordt gevormd. Waarom is de omzetting van C in U een probleem? Uracil basepaart met Cytosine, waardoor na een volgende replicatieronde dus een Guanine wordt ingebouwd. Uracil komt alleen in RNA voor dus het wordt via een deletie verwijderd uit DNA, waardoor een frame-shift mutatie ontstaat. Uracil basepaart met Aminine, waardoor na een volgende replicatieronde dus een Thymine wordt ingebouwd. Uracil komt normaal alleen in RNA voor, vanwege zijn chemische instabiliteit voor UV licht zal het zorgen voor Uracil dimeren. IF choice a. is selected 50 of 52 Als de kerntemperatuur van het lichaam boven een kritisch punt stijgt zal het lichaam daarop reageren door o.a. vasodilatatie van de bloedvaten in de huid (vermeerdering van de afkoeling) en een verlaagde warmte productie in de spieren. Van welk type feedback-loop is hier sprake? open negatieve feed-back loop gesloten negatieve feed-back loop gesloten positieve feed-back loop open positieve feed-back loop 51 of 52 I. De intracellulaire concentratie van Na+ is lager dan de extracellulaire concentratie II. De intracellulaire concentratie van Na+ is hoger dan de extracellulaire concentratie III. De intracellulaire concentratie van K+ is lager dan de extracellulaire concentratie IV. De intracellulaire concentratie van K+ is hoger dan de extracellulaire concentratie Welke uitspraken betreffende concentraties zijn juist? I en III I en IV II en III II en IV 52 of 52 Een proefpersoon heeft zijn hand in een bak met water van 57 C. Bij deze temperatuur adapteren: alleen de warmte receptoren alleen de warmte/hitte pijn receptoren zowel de warmte receptoren als de warmte/hitte pijn receptoren geen van de hierboven genoemde receptoren IF choice d. is selected Feedback 0% to 100%

21 pagina 21 van 22 Je hebt %SESSION.SCORE% van de %SESSION.MAX% vragen juist beantwoord.

22 pagina 22 van 22