GOEDE REIS! Liturgie:

Transcriptie

1 preek over psalm 121, gehouden op p. 1 GOEDE REIS! Liturgie: Votum & groet Zingen: Psalm 19:1.2 Lezing van Gods wet Zingen: Psalm 19:3.4 Gebed Lezing van Gods Woord: Psalm 121 Zingen: Psalm 33:1.5.6 Verkondiging: Psalm 121 Zingen; Opwekking 640 Gebed Kollekte Zingen: Psalm 33:8 Zegen Gemeente van onze Heer Jezus Christus, (1) (Dia 1) Goede reis! Hoe vaak zeg je dat niet als er iemand vertrekt. Je gaat de deur uit. Je stapt in de auto. In de trein of je neemt het vliegtuig. De achterblijvers zwaaien je uit en wensen je goede reis. Dan denk je in deze tijd natuurlijk vooral aan de vakantie. Goede reis! Goede vakantie! Je kunt dan ook aan psalm 121 denken. Dat is een reispsalm. Misschien lees je die wel met elkaar voordat je de deur uit gaat. Ik heb mensen gekend daar hing het laatste vers van deze psalm in de hal, bij de voordeur. In de oude vertaling nog: Hij zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. Dan wordt je elke keer als je de deur uitgaat er aan herinnerd dat de Here je moet bewaren. En hoe vaak ga je de deur niet uit? Dat hoef je niet eens te zijn omdat je op reis gaat. Het kan voor familiebezoek zijn. Voor je werk. Je kinderen gaan na de vakantie de deur uit om naar school te gaan. Of je gaat even naar de winkel. Zelfs dan moet de Here je bewaren. (2) Een reispsalm. Maar dit lied is eigenlijk niet voor allerlei reizen bedoeld. Het is een pelgrimslied, staat er boven. (dia 2) In de bijbel gaan de pelgrimsliederen over de reis naar Jeruzalem om God te ontmoeten in zijn huis dat daar toen stond. Maar Is het dan wel een psalm voor ons? Je gaat niet naar Jeruzalem, misschien als toerist, maar niet omdat God daar woont en omdat jke Hem daar ontmoet..

2 preek over psalm 121, gehouden op p. 2 Zijn huis is vandaag de gemeente van Christus. Om Hem te ontmoeten hoef je niet meer naar een speciale plaats. De Heer heeft dat zelf gezegd tegen de samaritaanse vrouw. Maar ben je toch niet allemaal op reis? Op reis om God te ontmoeten in het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt? Deze wereld is je eindbestemming niet. Je leven is een pelgrimsreis en straks mag je God ontmoeten van aangezicht tot aangezicht. Je kunt tijdens je leven allerlei reizen maken. Voor je werk. Voor vakantie. Op huwelijksreis. De één gaat met de auto, de ander met het vliegtuig. Je kunt lopend of fietsend een trektocht maken. Of je maakt misschien geen reizen omdat je er niet van houdt en graag thuis bent. Het kan ook zijn dat je graag zou reizen maar dat je het niet kunt. Misschien moet je wel voor heel andere dingen de deur uit naar het ziekenhuis b.v. of een begrafenis. Maar of je nu thuis bent of de deur uit gaat, het speelt zich allemaal af tijdens de reis van je leven. Deze reispsalm is niet alleen voor vakantiegangers. Je bent allemaal onderweg naar God. En Hij geeft je voor onderweg dit pelgrimslied. (3) Het is een lied om elkaar te bemoedigen. (dia 3) Is je dat wel eens opgevallen? De onderlinge bemoediging? Het is een lied met twee stemmen. Het begint met ik. Ik sla mijn ogen op naar de bergen. Waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp komt van de Here. ik en mijn dat is de eerste stem. Iemand die op reis gaat of die op reis is. Het kan je eigen stem zijn. Jij gaat de deur uit en je vertrouwt dat de Here je onderweg zal helpen. Maar je hoort ook een tweede stem. Die heeft het niet meer over ik en over mijn. Deze stem heeft het over je. Hij zal je voet niet laten wankelen. En het blijft je in de rest van het lied. Jij gaat de deur uit in vertrouwen op God. En iemand anders zegt dát de Here je helpen zal. Hoe Hij dat zal doen. De tweede stem bevestigt jou in het vertrouwen dat jij hebt. Is dat iemand die je uitzwaait? Dat kan. Het kan ook een reisgenoot zijn met wie je samen op reis bent. In elk geval een medegelovige die jou bemoedigt om te vertrouwen op de hulp van God. Goede reis door de hulp die God geeft. Hij is het die over je waakt. (4) Je gaat naar het huis van God. Dan ben je natuurlijk met je hart op de Here gericht. Maar de weg naar Hem toe gaat over bergen en door dalen. (dia 4) Wat kan je allemaal niet overkomen? Je weet nooit hoe een reis zal gaan. Je kunt niet voorbij de eerste bocht kijken. En hoeveel bochten zijn er niet als je door de bergen trekt? En wat doen je? Je trekt stevige schoenen aan. En zelfs dan kun je nog een misstap maken. De israëllieten, zoals de dichter, hebben geen

3 preek over psalm 121, gehouden op p. 3 wandelschoenen. Zij lopen op een soort van slappe sandalen. Dan kun je op een bergpad helemaal gemakkelijk je voet verzwikken. Of je scheurt je enkelband. En dat de zon kan steken weten we na de hittegolf van afgelopen week ook weer. En de maan, die voel je vandaag niet als een bedreiging. Maar als die zo rood kan zijn als vrijdagnacht kun je je misschien voorstellen dat in die tijd de stand van de maan wel als een gevaar wordt gevoeld. Wat kan er je niet allemaal overkomen! De hitte overdag. De kou in de nacht. Wilde dieren. Rovers. In onze tijd vuur (Griekenland; Californië), watersnood (Japan). Een ongeluk. Je weet wel hoe je vertrekt, of hoe je kinderen vertrekken als ze met hun vrienden op pad gaan. Maar je weet niet hoe je terug komt. Je weet niet hoe de reis van je leven verloopt. Ik sla mij ogen op naar de bergen. Ik ben onderweg naar God. En Hij is het die de hemel en de aarde heeft gemaakt. (dia 5) Ik ga naar God en daarom kijk ik hoger dan de bergen, met alle gevaren die er kunnen schuilen. Ik kijk naar God die machtiger is dan de hoogste berg. En in dat vertrouwen wordt je bevestigd. Je mág ook hoger kijken dan alle gevaren en alle risico s die je in deze wereld loopt. Elke dag mag je leven in vertrouwen op de Schepper van hemel en aarde. Ken je die regel uit dat lied? Hij die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, zal ook wel wegen vinden waarlangs jouw voet kan gaan. Hij overziet jouw reis en Hij waakt over je. In deze psalm klinkt het haast als een bijnaam voor God. In de oude vertaling komt dat 6 keer terug. De Bewaarder. De wachter, in de nieuwe vertaling. (dia 6) Als je een bijnaam hebt zegt dat iets over jou. Iemand wordt Jan de Vrek genoemd. Dat is iemand die nietr gauw iets weggeeft. God de Wachter. Zo is Hij. Dat is God ten voeten uit. De wachter van Israël. Hoe vaak lees je niet dat Hij zijn volk beschermt. Het voor hen opneemt. Hij waakt over Noach in de ark. Hij redt Jacobs familie van de hongerdood. Hij waakt veertig jaar over zijn volk tijdens hun reis door de woestijn. Hij doet wonderen om zijn volk uit de slavernij te helpen. Hij geeft zelfs zijn Zoon om je te verlossen uit de macht van het kwaad. God ten voeten uit. En die Wachter wil ook jouw wachter zijn. Hij heeft oog voor jou, op de pelgrimsreis van je leven. Of je thuis bent of de deur uit gaat, Hij houdt over jou de wacht. (5) En Hij is een trouwe wachter (dia 7). Hij valt niet even in slaap. Dat wordt nadrukkelijk gezegd. Je kent allemaal het verhaal van Elia met de priesters van Baäl op de Karmel. Hij drijft de spot met Baäl. Roep harder. Baäl slaapt misschien.

4 preek over psalm 121, gehouden op p. 4 Wat heb je aan een god die in slaap kan vallen? Die laat het afweten als je hem nodig hebt. Daar hoef je bij de Here niet bang voor te zijn. Ik denk aan psalm 3: Mij van Gods trouw bewust sliep ik geheel gerust. De Here was nabij. Hij ondersteunde mij terwijl Hij mij bewaakte. (Ps. 3) Als je wakker bent waakt Hij. Als je inslaapt blijft Hij waken. Dag en nacht houdt Hij de wacht. Slaapt de Here nooit? En als er dan toch een ongeluk gebeurt? Ik denk aan dat jongetje van drie jaar dat op vakantie hete thee over zich heen kreeg met 1 ste en 2 de graads brandwonden als gevolg. Was de Here er dan toch even niet bij? Je begrijpt zoiets niet. En heb je niet allemaal de ervaring dat ook als je op de Here vertrouwt, een ongeluk of ziekte of andere moeite je niet bespaard blijven? Ook in de bijbel lees je over kinderen van God die soms door diepe dalen moeten gaan. Dan kun je het er moeilijk mee hebben om het vertrouwen op de Here niet te verliezen. Maar ook dan mag je elkaar bemoedigen. Want onze God is niet alleen de machtige Schepper die er voor kan zorgen dat je geen tegenslag krijgt. En hoevaak is het niet zo dat je door Hem voor allerlei kwaad wordt bewaard? Maar Hij zijn macht is ook zo wonderlijk en onvoorstelbaar groot, Hij kan zelfs het lijden dat je doormaakt laten meewerken ten goede, zegt Paulus in Rom 8. Ook als je dat niet begrijpt. Hij is ook de Herder die mee gaat op je reis door de bergen. Ook in dat donkere dal zal Hij bij je zijn om je er door heen te helpen. Vergeet dit niet: ook dit pelgrimslied is het evangelie van Jezus Christus. God heeft Hem gegeven om het lijden van deze wereld te ondergaan en alle kwaad te overwinnen. Kijk naar Hem. Dan zie je de liefde van God. Die straalt in Christus onverminderd, ook als er dingen gebeuren die je niet begrijpt. Zegt het evangelie niet dat er niets is wat je kan scheiden van de liefde van God die Hij geeft in Christus Jezus, onze Heer (Rom. 8). De Here belooft je niet een rustige reis. Wat Hij je wel belooft is een behouden aankomst. (6) (dia 8) Hij houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid. Tot in eeuwigheid. Hij blijft dus waken. Vandaag, morgen, overmorgen tot in eeuwigheid. Als kinderen ruzie hebben zeggen ze wel eens ik blijf eeuwig boos. Maar het kan best zijn dat ze even later weer met elkaar spelen. Eeuwig duurt bij kinderen niet zo lang. Eeuwig in de bijbel is dat vaak een toekomst die je als mensen niet kunt afzien. Het gaat voorbij de horizon. God blijft dus tot in een onafzienbare toekomst over je waken. En als je bedenkt dat God zelf eeuwig is Hij heeft geen

5 preek over psalm 121, gehouden op p. 5 begin. Aan zijn bestaan komt nooit een einde. Bij Hem gaat eeuwig ver uit boven de grenzen van de tijd. Zijn liefde is eeuwig. Daar komt geen einde aan. Zijn verbond is eeuwig. Dat houdt nooit op. Hij houdt eeuwig de wacht je bent veilig voor tijd en eeuwigheid. Als Hij bij Hem schuilt en Hij over je waakt dan maak je de reis van je leven niet tevergeefs. Door Hem kom je veilig aan in het nieuw Jeruzalem. Als je met je zorgen naar Hem toe gaat helpt Hij je verder. Als je je verdriet bij Hem brengt zal hij je troosten. Als je in je zwakheid Hem te hulp roept zal Hij de kracht geven die je nodig hebt om het doel van je levensreis te bereiken. En als je voor de grens van het leven staat en je eigen blik nkiet verder rekikt, dan mag je verwachten dat Hij je voor altijd veilig thuis brengt. En dat je Hem zult zien van aangezicht tot aangezicht. Ik wens jullie allemaal (of je nu thuis bent of de deur uit gaat) een goede reis en een behouden thuiskomst. Amen.