2015 Piet de Jong Succesvolle tips voor de verzorging en training van je puppy

Transcriptie

1

2 DISCLAIMER: Bij het samenstellen van dit ebook is de grootste zorg besteed aan de juistheid van de hierin opgenomen informatie. Frans de Vries kan echter niet verantwoordelijk worden gehouden voor enige onjuist verstrekte informatie in dit ebook. NIEUWSBRIEF Meld u aan voor mijn gratis nieuwsbrieven als u op de hoogte wil blijven via: WEBSITE Ontdek nog meer gratis informatie en artikelen over de training, opvoeding en verzorging van de Labradoodle op: `

3 Succesvolle Tips Voor De Verzorging En training Van Je Pup Een pup in huis De komst van een pup in huis is nog het best te vergelijken met de geboorte van een baby. Het dier vertedert ons en geniet zichtbaar van alle aandacht die wij hem geven. De hulpeloosheid en afhankelijkheid van een pup zorgt ervoor dat wij niets liever willen dan zorgen voor het dier. Die emotionele band is al een reden om een hond in huis te nemen, maar dat geldt zeker voor de aanschaf van een pup. Een pup wil niets liever dan door ons worden geknuffeld en geaaid. Iedere aanraking van onze kant wordt door de pup beantwoord met onvoorwaardelijke liefde. Maar al te vaak realiseren we ons niet dat wij ook jarenlang verantwoordelijk zijn voor onze pup. Een pup die bovendien al heel snel uitgroeit tot een volwassen hond.

4 Huisregels Als alle argumenten en voor en tegens goed zijn afgewogen, valt dan toch de beslissing. Jullie nemen een pup in huis. Een huisgenoot met een eigen inbreng in jullie leven. Het is belangrijk om, vóór jullie een pup uitkiezen, goed na te denken welke regels binnenshuis voor de nieuwe huisgenoot gelden. Dat geldt niet alleen voor gezinnen met kinderen, maar ook als jullie samen zijn. Zelfs als je alleenstaand bent. Om maar een eenvoudig voorbeeld te noemen: mag de hond op de bank? En zo ja, mag dat alleen als jij er bij zit of mag het altijd? De opvoeding van een pup begint op het moment dat je de pup ophaalt. Een jonge hond is snel en ziet je huis als één groot speelveld. Ook die net gekochte designbank. De conclusie is duidelijk: een hond heb je samen en voedt je samen op! Een hond wil leiding krijgen van zijn baas/bazen. Pups leren weliswaar snel, maar hebben vooral duidelijkheid nodig. Op het moment dat van de een iets wel mag en van de ander niet, weet de hond niet meer waar hij aan toe is. Een hond is gebaat bij duidelijke regels.

5 Een ras kiezen Neem de tijd om een pup te kiezen die bij je past. Ga na hoeveel tijd je aan de hond wil en kan besteden. Afhankelijk van de grootte en het karakter ben je meer of minder tijd kwijt aan het uitlaten, eten, verzorging en aandacht. Let wel, grootte zegt niet alles over de hoeveelheid beweging van een hond. Sommige kleine honden hebben meer energie en daarmee beweging nodig dan een grote. Reu of teefje? Of je kiest voor een reu of teefje is een hele persoonlijke beslissing. Vraag rustig bij andere hondeneigenaren waarom zij hebben gekozen voor een mannetje of een vrouwtje. Jonge ongecastreerde honden kunnen soms vervelend zijn als ze opgewonden zijn. Bijvoorbeeld als er een of meer loopse teefjes in de buurt rondlopen. Over het algemeen geldt dat teefjes iets beter luisteren, maar dat vergeten ze als ze loops zijn. Dat is gemiddeld twee keer per jaar. Als ze in het gezelschap van reuen zijn, is het opletten geblazen!

6 Rashond of bastaard Koop je een pup van een echte fokker, dan kan deze je alles vertellen over de eigenschappen van de (voor) ouders van de hond. Een raspuppy krijgt de stamboekpapieren mee. Een rasloze pup of bastaard is een soort verrassing wat betreft karakter en soms zelfs de uiteindelijke grootte. Kruising Voor een pup van een rashond moet veelal behoorlijk wat worden betaald. Een bastaard is veel goedkoper, maar daar tegenover staat dat de vader van de pup een onbekende is. Een goed alternatief is het kopen van een kruising. Ofwel een pup uit twee rashonden. Een pup uit een kruising heeft minder kans op problemen op het gebied van gezondheid of karakter. In het gunstigste geval heeft de pup de positieve eigenschappen van beide ouders. Een pup of een volwassen hond Met het kopen van een pup neem je de verantwoordelijkheid op je voor het leven van de hond. Vooral de eerste maanden kost het uitlaten en opvoeden van een pup veel tijd.heb je die tijd niet, kies dan voor een volwassen hond. Deze zijn al zindelijk en in die zin veel makkelijker in de verzorging.

7 Een pasgeboren pup Een pup is de eerste drie weken van zijn leven geheel afhankelijk van zijn moeder als het gaat om eten en drinken, bescherming en warmte. De moederhond kan dit alleen als zij gezond is en goede voeding krijgt. Ook moet je er op letten dat de pups warm gehouden worden. Contact met de mens Begin met het oppakken van een pup pas als de pup oud genoeg is om bij de moeder weg te lopen. Dat is meestal als ze rond vier weken oud zijn. Pups moeten dan regelmatig worden opgepakt, zodat ze wennen aan het contact met de mens. Vaccinatie Met acht weken kan een pup van zijn moeder worden gescheiden. Op dat moment moet hij worden gevaccineerd. Een pup kopen Je hebt de meeste kans op een goede pup als je deze via een gerenommeerde fokker koopt. Let goed op! Er zijn ook fokkers voor wie geld zo belangrijk is dat het welzijn van moederhond en pup daaronder lijden.

8 Ook bij een asiel zijn vaak pups aanwezig. Pas ook hier op; een goed asiel geeft je niet zomaar een pup mee, maar zal altijd een uitvoerig voorgesprek met je voeren. Als niet helemaal duidelijk is waar en in welke omstandigheden de pup is geboren, kan dat betekenen dat de pup later gedragsproblemen krijgt. Wanneer koop ik een pup Een pup kan zijn moeder verlaten op de leeftijd van ongeveer acht weken. Op dat moment hebben ze hun moeder niet meer nodig. Op deze leeftijd is de pup onafhankelijk en oud genoeg om te leren. Als de pup ouder is dan 12 weken, kan het zijn dat hij al (ongewenst) gedrag heeft aangeleerd. Hij kan wat aanpassingsproblemen vertonen in een nieuwe omgeving. Het bezoek Wil je een pup uit een nest, bezoek deze dan zo vaak mogelijk. Kijk goed naar de pups voor je een uiteindelijke keuze maakt. Ben je niet welkom voor bezoek, kies dan direct een andere fokker. Als toekomstige baasje is het goed om te zien hoe je pup zich ontwikkelt. Meerdere bezoeken leren je ook iets over de gang van zaken in het nest; de rol van de moeder en het gedrag van de pups.

9 Het zal je opvallen dat alle pups in gedrag van elkaar verschillen. Meestal is er in een nest een assertieve pup die zich daarna ontwikkelt tot een dominante hond. Dit is ook het moment om te bepalen of je een reu of een teefje wilt. Problemen voorkomen Een hond heb je nooit voor even. Ga er van uit dat je hond 10 tot 14 jaar wordt. De hond moet daarom niet alleen nu in je leefsituatie passen, maar ook nog over tien jaar. Zoek een pup die er levendig en gezond uitziet. De ogen moeten schoon en helder zijn. Rode ogen met afscheiding betekent dat er iets niet in orde is. De vacht van een gezonde pup is stevig. De huid is niet te vet en schilferig. Het tandvlees is roze en geurloos. De huid rond de anus is schoon en droog. De oren zijn roze van binnen. Bij een onaangename geur, korstjes of vette afscheiding kan sprake zijn van oormijten. De juiste keuze maken Iedere pup is anders. Welke pup je kiest, hangt van jou af. Vraag de fokker altijd om de registratie- en gezondheidspapieren van de ouders om te zien of er erfelijke aandoeningen zijn.

10 Een geschikt huis! Kijk eens naar je woning door de ogen van je pup! Een pup is nieuwsgierig en zal alles onderzoeken, bij voorkeur met zijn tanden. Ook die antieke vaas op het bijzettafeltje. En de losse televisiekabels. Het speelgoed van de kinderen heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht op je hond. Kijk kritisch naar je eigen huis en berg dierbare dingen ergens anders in huis op. Wat heeft een pup nodig? Naam Koop je een rashond, dan krijgt de hond een stamboomnaam. De voornaam wordt gekozen door de fokker of door jou en gecombineerd met de kennelnaam. De roepnaam van de hond bepaal je zelf. Kies een korte naam met een duidelijke klank. Materiaal De basisuitrusting voor een pup bestaat uit een halsband, een lijn, een voer- en waterbak, een slaapplaats, een knuffel om mee te slapen, een speeltje en iets om op te bijten.

11 Halsband Kies een zachte leren of nylon band in een passende grootte. In ieder geval geen hals of wurgketting, ofwel een halsband die aantrekt als er spanning op staat. Lijn / riem Kies voor een eenvoudige riem van minstens 1.50 meter. Overleg eventueel met de instructeur van de puppycursus. Begin nooit met een uitlooplijn. Voer- en waterbak Kies een stevige bak die op zijn plek blijft, ook als de hond er tegen duwt. Kijk bij aanschaf of de bak in de vaatwasser kan. Metalen bakken zijn ook in een standaard verkrijgbaar. Dit is vooral gemakkelijk voor grote honden. Stenen bakken zijn iets hipper, maar zijn ook breekbaar. Slaapplaats Leer je hond direct wat zijn slaapplaats is. Dat is de plek waar hij kan rusten en ook met rust wordt gelaten. Je kunt kiezen uit rieten, kunststof en stoffen manden. Wat je kiest, hangt ook af van de uiteindelijke grootte van de hond. In de mand hoort altijd een (wasbaar) kussen of (kinder)dekbed.

12 Je kunt ook kiezen voor alleen een kussen of een bench. De laatste is een goed hulpmiddel voor de zindelijkheidstraining en om de pup snel te leren alleen te zijn. De bench is dan ook de slaapplaats. Speeltjes Een vertrouwd iets uit het nest meenemen naar de nieuwe omgeving is prettig voor de pup. Overleg met de fokker of je, voor je de pup ophaalt, bijvoorbeeld een knuffel in het nest mag leggen. Deze gaat dan mee als je de pup ophaalt. Een pup is blij met een flostouw. Maar het is wel de bedoeling dat je er samen mee speelt. Het is niet om op te kauwen. De eerste dag Gun de hond tijd om aan zijn nieuwe omgeving te wennen. Zet hem na aankomst op zijn slaapplaats en blijf ongeveer een uur bij de hond. Roep en aai de hond als hij jankt. Ga met de pup mee als hij het huis verkent. Laat zien waar zijn eten en drinken staan en geef de pup vooral de tijd om de nieuwe omgeving te leren kennen.

13 Kennis maken De pup maakt nu onderdeel uit van het gezin en moet kennis maken met alle leden ervan. Heb je kleine kinderen of een ander huisdier, laat de pup daar dan een dag later mee kennismaken. Bij kleine kinderen en een hond moet altijd een volwassene aanwezig zijn. Een hond kan schrikken van de bewegingen van een kind. De eerste nacht De eerste nacht is de moeilijkste voor de pup. Hij mist het nest. Maak de slaapplaats zo uitnodigend mogelijk. Je kunt de bench of mand ook in je slaapkamer zetten. De pup moet s nachts om een uur of drie uur even naar buiten. Sta tussendoor niet op als de hond huilt. Doe je dat wel, dan leer je hem dat hij om aandacht kan zeuren. Alleen blijven Het is handig als jouw pup uiteindelijk een paar uurtjes alleen thuis kan blijven. Van nature vinden Labradoodles dat moeilijk. Toch kunnen vrijwel alle Labradoodles het leren. Begin er zo vroeg mogelijk mee om de hond te wennen aan het alleen zijn.

14 Ga steeds eventjes weg. Bouw de tijd langzaam op. Je mag de pup belonen als hij stil heeft gewacht tot je terugkwam. Bij piepen voor je terug bent, hoort geen beloning. Probeer na te gaan hoe lang het duurt voor de hond gaat piepen en ga net iets eerder terug. Als dat goed gaat, kun je steeds langer weg. Ga een keer de voordeur uit en kom daarna weer binnen. Doe dit daarna nog een keer, maar pak eerst je jas, tas en sleutels. Geef bij het weggaan weinig aandacht aan de hond. Hoe meer heisa jij maakt van het weggaan, hoe moeilijker het voor de pup wordt. Bij terugkomst altijd belonen en prijzen. Aanraken Honden raken elkaar alleen aan bij de paring en in gevechten. Mensen raken een hond aan als teken van liefde. Honden moeten dat leren. De beste manier is om de pup vast te houden, te aaien en zachtjes te praten. Laat pas los als de hond rustig bij je gaat zitten. Als de hond zich zo ontspant, kun je hem prijzen en laten gaan. Het steeds optillen van de pup zorgt voor veel onrust. Af en toe oppakken is in orde. Probeer de hond te leren hoe hij stil op een tafel moet staan. Zo went hij aan de situatie waarin hij moet worden verzorgd, bijvoorbeeld bij de dierenarts.

15 Ga tijdens de gewenningsfase langzaam te werk zodat de pup geen angst wordt ingeboezemd. Voer Voer is van levensbelang voor de goede ontwikkeling van de pup. Er bestaan veel soorten voer, afhankelijk van de leeftijd en het ras van de pup. Vraag bij de fokker wat de pup daar te eten kreeg en wat hij eventuele volwassen honden voert. Het voeren van goed en uitgebalanceerd voer geeft je een attente en levendige pup en zorgt tevens voor een mooie glanzende vacht. Een puppydieet mag daarom nooit voor meer dan de helft uit vlees bestaan, waar veel proteïne en vet in zit. Proteïne heeft je pup nodig om te groeien, voor weefselherstel en voor noodzakelijke lichaamfuncties. De rest bestaat uit koolhydraten. Jij bepaalt Een pup kan kieskeurig zijn. Wees streng en geef alleen wat hij van jou mag eten. Als hij honger heeft, eet hij dat echt wel. Jij bent de baas van het voer en daarmee bepaal jij wat en wanneer de pup eet, hoe lief hij ook is. Anders kan er een frustrerende machtsstrijd ontstaan tussen jou en je pup.

16 Hoe geef je eten? Een pup heeft meestal trek, waardoor hij al onrustig wordt als je het voer pakt. Probeer de hond te laten zitten tot jij het voer in de bak hebt gedaan. Sterker nog, de pup moet blijven zitten tot je de bak hebt neergezet. Pas als jij het sein geeft, mag de pup gaan eten. Sommige honden bewaken hun eten. De pup zal dan grommen of happen als je in de buurt komt. Neem dan afstand en laat de pup de bak leegeten. Dit gedrag is af te leren. Zet de bak zonder voer neer. Doe een kleine hoeveelheid voer in de bak en laat de hond dit opeten. Herhaal het geven van kleine hoeveelheden tot de totale portie voer op is. Zo leert je hond dat jij de baas bent van het voer en je het wel geeft, maar niet afpakt. Als deze methode na een aantal keren werkt, kun je de hond normaal eten geven, met daarin, als extraatje, een koekje. Doe, terwijl de hond eet, nog drie of vier keer een koekje in de bak. Doe dit een paar keer en bouw het aantal koekjes af. Als jij dicht bij de bak kunt blijven tijdens het eten, kun je de hond na afloop belonen met een koekje. Bouw ook dit proces langzaam af.

17 Drinken Iedere hond heeft in huis vers drinkwater nodig. Door inspanning en de omgevingstemperatuur heeft een hond behoefte aan water. Eet de hond droogvoer, dan zal hij extra water drinken. Voer uit blik bevat wel water, maar niet genoeg om aan de behoefte aan vocht van de hond te voldoen. Kluiven Het geven van een kluif is een goede manier om het gebit van de hond te verzorgen. Kluiven bevatten niet veel calorieën en zijn in allerlei soorten en maten verkrijgbaar. Let er op dat de kluif niet zo klein is dat de pup hem kan inslikken. Verzorging Wen de pup zo vroeg mogelijk aan de noodzakelijke verzorging van vacht, oren en poten. Vacht Het verzorgen van de vacht van de Labradoodle is zeer simpel. Deze hond heeft een vacht die kort, dicht en bestand is tegen het weer. De Labradoodle mag iedere erkende brakkenkleur hebben, behalve de leverkleur. Verder heeft deze hond een witte staartpunt.

18 Nagels Als de pup gewend is aan jouw aanraking, kun je voorzichtig met een nagelknipper iets van de nagels afknippen. Let wel op, hondennagels zijn anders dan die van mensen. Of je daadwerkelijk moet knippen, hangt af van de hoeveelheid beweging die de hond krijgt. Je kunt de nagels ook bij de dierenarts laten knippen. Gebit De meeste problemen in een hondengebit hebben te maken met het ontstaan van tandplak. In de dierenwinkel zijn speciale tandenborstels en tandpasta voor honden te koop om dit te voorkomen. Wen de pup langzaam aan de tandenborstel. Laat de pup de eerste keer de tandpasta van de borstel kluiven. Later kun je steeds meer poetsbewegingen gaan maken. Blijf dit steeds oefenen. Als de pup namelijk ouder is, wordt hij zelfverzekerder en zal hij zich zeker gaan verzetten tegen het poetsen. Oren Leer de pup dat jij zijn oren verzorgt. Pak met enige regelmaat de oren en masseer ze met licht draaiende bewegingen. Je neemt de oren dan tussen duim en wijsvinger.

19 Honden worden hier meestal rustig van. Let bij het schoonmaken op rare geuren en ontstekingen. Probeer af en toe om met het puntje van je vinger in het oor van de pup te komen. Bouw dit langzaam op. Houd met een hand het oor open en gebruik je andere hand om het oor voorzichtig schoon te maken aan de binnenkant. Gebruik daarvoor schone doekje. Wattenstaafjes zijn hiervoor niet geschikt; deze duwen het oorsmeer verder naar binnen. Dierenarts Zoek bij voorkeur een dierenarts in de buurt. Vraag eventueel bij andere hondenbezitters na waar zij heen gaan en wat hun ervaringen zijn. Een goede dierenarts overlegt met je over de behandeling van je hond. Blijf nadenken; het is jouw hond. Als het goed is, heb je van de fokker het inentingsboekje van de pup gekregen. Bespreek verdere vaccinaties met de dierenarts. Basiscommando Kom Vraag of iemand de pup wil vasthouden. Laat de hond een koekje zien en ruiken. Loop enkele stappen achteruit, ga door je knieën en roep je hond. Gebruik hiervoor de naam van de hond of roep kom. De pup moet op dat moment worden losgelaten, zodat hij naar je toe kan komen.

20 Moedig de hond aan als hij komt en beloon de pup met het koekje. Pak de hond aan de halsband voor je het koekje geeft. Zo leert hij dat hij bij je moet blijven en het niet de bedoeling is dat hij weggaat na het koekje. Zit Begin de oefening in een kleine ruimte. Doe de hond aan de riem, noem de naam en laat zien dat je een koekje in je hand hebt. Roep hier als de hond naar je toe komt. Is de hond bij je, houd dan het koekje voor de neus en beweeg het in de richting van de staart. Geef het koekje pas als de hond daadwerkelijk zit. Als de hond opspringt, is het koekje te hoog. Loopt de pup achteruit, dan is het koekje te laag of beweeg je te snel. Als de hond zit kun je het koekje geven en uitbundig prijzen. Lig Je hond zit en je lokt hem met een koekje naar beneden. Geef het koekje pas als de hond daadwerkelijk ligt. Lukt het niet meteen, raak dan niet gefrustreerd. De hond heeft tijd nodig om te leren. Als de hond ligt, beloon je en krijgt hij het koekje.

21 Af Laat de pup zitten en kniel naast de hond. Geef het commando Af!. Klop daarbij op de grond voor de neus van de hond. Snapt de hond het niet, laat hem dan liggen. Eventueel kun je voorzichtig op het lijfje drukken en tegelijkertijd de voorpoten naar voren duwen. Sta Laat de hond zitten en houd een koekje voor de neus. Beweeg dit koekje naar voren. Beloon de hond met het koekje als hij op zijn vier poten staat. Gaat de hond lopen, dan beweeg je het koekje te snel. Probeer het dan nog eens iets langzamer. Gezondheid en veiligheid Een gezonde pup kijkt helder uit zijn ogen, heeft een glanzende vacht en is één bonk energie. Ga naar de dierenarts als de hond niet wil eten, zich anders gedraagt, snel dikker of dunner wordt, rare bulten krijgt, overgeeft, diarree heeft of problemen krijgt met oren of ogen. Parasieten De meeste honden krijgen een keer te maken met wormen, vlooien of teken.

22 Wormen Een goede fokker ontwormt de pups al in het nest. Tijdens de dracht en via de moedermelk vindt namelijk een besmetting plaats. Het algemene advies is om honden twee keer per jaar te ontwormen. Sommige fokkers geven een advies mee. In alle andere gevallen doet de dierenarts dat. Vlooien Vlooien zijn parasieten die leven van het bloed van hun gastheer. Ze veroorzaken jeuk, maar kunnen ook ziektes overbrengen. Eén vlo op de hond betekent dat er honderden in de omgeving zitten. In de dierenspeciaalzaak zijn diverse antivlooienmiddelen beschikbaar. Laat u voor aankoop goed informeren of het middel geschikt is voor uw hond. Teken Teken zijn parasieten die vooral in de lente, zomer en herfst actief zijn. Ze komen voor in bosrijke gebieden, maar ook in struiken. Ook zij leven van het bloed van hun gastheer. Het is raadzaam honden regelmatig te controleren op de aanwezigheid van eventuele teken.

23 Ze kunnen verwijderd worden met speciale tekentangen. Wees er zeker van dat u de teek dan doodmaakt. Teken zijn niet onschuldig en kunnen drager zijn van ziektes voor mens en dier. Advies Tegen alle parasieten zijn preventieve middelen in de handel. Deze middelen zijn niet zonder risico. Laat u goed informeren door de dierenarts over de mogelijkheden en risico s. Knoflook is een natuurlijk middel tegen parasieten, zo is proefondervindelijk vastgesteld. In de dierenspeciaalzaak is dit in diverse middelen te koop. Vaccinatie Iedere pup moet worden gevaccineerd tegen een aantal potentiële, besmettelijke ziekten. Pups hebben vaak diverse inentingen nodig. Laat je hierbij informeren door de fokker of de dierenarts.

24 Medicijnen Om je pup een pil te geven, laat je de hond zitten. Open de bek en leg de pil zover mogelijk achter op de ton. Doe de kaken voorzichtig op elkaar en duw de kop iets naar achteren. Aai de hond over de hals om de hond een slikbeweging te laten maken. Gebruik voor vloeibare medicijnen een spuit. Let erop dat je het in de bek spuit en niet in de keel! Houd de bek gesloten tot de hond heeft geslikt. Zonnesteek Honden zijn zeer vatbaar voor een zonnesteek. Honden hebben weinig zweetklieren, waardoor ze alleen maar warmte kunnen afscheiden door te hijgen. Laat een hond nooit achter in een afgesloten auto. Zelfs als de zon niet schijnt, kan de temperatuur in een auto blijven stijgen, net als de lichaamstemperatuur van de hond. Ga niet fietsen met een hond als het buiten boven de 20 graden Celsius is. Een hond kan mee fietsen als hij een jaar is. Ga dan s avonds als het iets frisser is. Laat nooit een hond in de zon liggen, als hij niet beschikt over water en een schaduwplekje.

25 Tot slot Een pup in huis is een feest. Maar onderschat het niet. Een pup is een hond en een hond is een wezen met een eigenwaarde, geen mens in een andere verpakking. Honden zijn geen veredelde knuffelbeesten of surrogaat-kinderen maar verdienen het om behandeld te worden als een hond. Veel plezier met je pup! Piet de Jong , Alle Rechten Voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.