BEGELEIDINGSPLANNEN UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BEGELEIDINGSPLANNEN UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDINGEN"

Transcriptie

1 BEGELEIDINGSPLANNEN UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDINGEN

2 De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving op het gebied van het onderwijs. Hij adviseert de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal kunnen de Raad ook om advies vragen. Gemeenten kunnen in speciale gevallen van lokaal onderwijsbeleid een beroep doen op de Onderwijsraad. De Raad bestaat uit negentien leden die op persoonlijke titel zijn benoemd. Advies Begeleidingsplannen universitaire lerarenopleidingen, uitgebracht aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Adviesnr /491, 29 maart 2000 Advies niet-ambtelijke commissie WOB

3 Onderwijs iraad Nassaulaan JS Den Haag Telefoon (070) De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen drs. L.M.L.HA. Hermans Postbus LZ Zoetermeer Fax (070) secretariaat@ondenvijsraad.nl Ons kenmerk /491 Contactpersoon/doorkiesnummer Uw kenmerk WO/B-1999/39724 d.d. 21 oktober 1999 Den Haag, 29 maart 2000 Onderwerp Beoordeling begeleidingsplannen universitaire lerarenopleidingen Bij bovenvermelde brief hebt u de Onderwijsraad verzocht om, in het verlengde van de beoordeling van de vernieuwingsplannen universitaire lerarenopleidingen, de advisering op zich te nemen over de plannen die de universiteiten vóór 1 februari 2000 zouden indienen in het leader van de Regeling begeleiding ulo-studenten U verzocht de Raad daarbij tevens bedoeld advies uiterlijk op 1 april 2000 aan u te doen toekomen. De Raad biedt u hierbij zijn advies aan. Hij beveelt u aan de subsidie-aanvragen te honoreren. Wel vraagt de Raad uw aandacht voor de kanttekeningen die hij bij de afzonderlijke beoordelingen heeft geplaatst. Namens de Onderwijsraad, r. J.M.G. Leune irzitter drs. A. van der Rest algemeen secretaris

4

5 BEGELEIDINGSPLANNEN UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDINGEN

6

7 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1 2 BEOORDELINGSKADER 3 3 BEOORDELING AFZONDERLIJKE BEGELEIDINGSPLANNEN 5 1. Rijksuniversiteit Groningen 5 2. Universiteit van Amsterdam 6 3. Universiteit Leiden 7 4. Katholiek Universiteit Nijmegen 8 5. Universiteit Utrecht Vrije Universiteit Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven en Universiteit Twente 12 BIJLAGE I: Adviesaanvraag BIJLAGE 2: Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

8

9 Ondenvijsraad, /491, 29 maart INLEIDING Ter uitvoering van artikel 10, eerste lid van de Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen van 19 oktober 1999', hierna de Regeling, heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen aan de Onderwijsraad gevraagd hem van advies te dienen over de bij hem in het kader van genoemde regeling ingediende subsidie-aanvragen. 2 Deze subsidie-aanvragen hebben betrekking op door de universiteiten opgezette projecten voor het verbeteren van de begeleiding van studenten van de universitaire lerarenopleidingen (ulo) op scholen voor voortgezet onderwijs. De directe aanleiding voor het bovenstaande is het op 1 mei 1998 door de minister en de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten gesloten 'Convenant lerarenopleidingen in het wetenschappelijk onderwijs'. Dit zogenaamde 'ulo-convenant' heeft tot doel een grotere instroom van universitair geschoolde docenten in het voortgezet onderwijs te realiseren door studenten meer keuzemogelijkheden te bieden om de opleiding tot leraar aan de universiteit te volgen. Gelijktijdig is door genoemde partijen een zogenaamd 'bèta-convenant' gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt om te komen tot integratie van de voorbereiding op het leraarsberoep in de vernieuwde bèta-opleidingen met een studielast van 210 studiepunten. De technische universiteiten sloten zich bij deze afspraak aan. Centrale doelstelling van deze convenanten is het vormgeven van nieuwe en flexibele leerroutes naar het leraarsberoep. De nieuwe leerwegen die door de universiteiten worden gecreëerd zijn beschreven in vernieuwingsplannen die begin 1999 door hen zijn opgesteld. In februari 1999 zijn deze vernieuwingsplannen van de universiteiten in verband met een daaraan te verlenen subsidie ter advisering aan de Onderwijsraad voorgelegd. De Raad heeft zijn advies op 1 april 1999 uitgebracht. 3 Inmiddels zijn de universiteiten gestart met de uitvoering van deze plannen. De in het 'ulo-convenant' opgenomen doelstelling om in de periode te komen tot een toename van het aantal universitair geschoolde docenten zal volgens de gemaakte afspraken worden verwezenlijkt door de studenten meer keuzemogelijkheden te bieden om de opleiding tot leraar te volgen. Door invoering van de nieuwe ulo-leerwegen krijgen de scholen voor voortgezet onderwijs te maken met meer typen studenten. Naast de traditionele ulo-student krijgen zij te maken met zogenaamde duale studenten en zij-instromers. Met duale studenten wordt gedoeld op studenten die hebben gekozen voor een op het leraarsberoep gerichte afstudeerrichting waarbij zij tevens werkzaam zijn in een school voor voortgezet onderwijs; zij-instromers zijn personen die niet in het onderwijs werkzaam zijn, maar ondanks het ontberen van een bevoegdheid wel geschikt bevonden worden voor een tijdelijke benoeming als leraar op voorwaarde van het volgen een opleiding op maat. Om deze nieuwe typen ulo-studenten een adequate praktijkopleiding te kunnen Kenmerk WO/B-1999/107, gepubliceerd in Uitleg, Gele katern 1999, nr. 25 van 3 november Zie bijlage 2. Zie bijlage 1. Advies van 1 april 1999, OR /135. 1

10 I. Inleiding bieden, zal op de scholen voor voortgezet onderwijs de bestaande begeleiding van studenten moeten worden aangepast. Hoewel de inzet van de aangevraagde subsidie grotendeels geschiedt in het voortgezet onderwijs, wordt de subsidie door de universiteiten aangevraagd en aan hen verstrekt. De reden daarvoor is dat laatstgenoemde instellingen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun opleiding, inclusief de praktijkvoorbereiding. 2

11 Onderwijsraad, /491, 29 maart BEOORDELINGSKADER De door de Raad gehanteerde beoordelingscriteria zijn in de eerste plaats die welke genoemd zijn in artikel 10, tweede lid van de Regeling, te weten - of de voorgenomen activiteiten op scholen voor voortgezet onderwijs gericht zijn op het verbeteren van de begeleiding van studenten van de lerarenopleiding; - of deze activiteiten aansluiten bij de nieuwe leerroutes die worden ontwikkeld op grond van de vernieuwingsplannen als bedoeld in artikel 6 van de Regeling vernieuwingsplannen universitaire lerarenopleidingen en - of de samenwerking tussen de universiteit en de scholen voor voortgezet onderwijs een goede basis vormt voor de uitvoering van het activiteitenplan. Tevens is nagegaan of het ingediende plan binnen de maximaal daarvoor beschikbaar gestelde bedragen is gebleven en of de aangevraagde subsidie daadwerkelijk bestemd wordt voor de begeleiding van de studenten op de scholen voor voortgezet onderwijs. 4 Gelet op de eisen die aan een goede uitvoering van het plan moeten worden gesteld heeft de Raad dit daarnaast getoetst aan de vraag of het: zowel inhoudelijk als gerelateerd aan een of meer begrotingsposten duidelijkheid biedt over de wijze waarop tussentijdse resultaatgerichte evaluaties en de eindevaluatie worden uitgevoerd; duidelijkheid biedt over de concreet met de plannen beoogde resultaten; - duidelijkheid biedt over de wijze waarop de samenwerking met de scholen voor voortgezet onderwijs wordt ingericht. In dit verband merkt de Raad op de toelichting op artikel 10, tweede lid, onder c van de Regeling enigszins verwarrend te vinden. Daarin staat immers te lezen dat de subsidie via de universiteiten aan scholen voor voortgezet onderwijs wordt toegekend. Zowel artikel 2 als artikel 3 van de Regeling als ook de Inleiding van de toelichting op de Regeling spreken echter van subsidieverstrekking aan de universiteiten, die de subsidie ook aanvragen. De Raad gaat ervan uit dat deze lezing de juiste is (zie ook hiervoor onder 'Inleiding'). 3

12 4

13 Ondenvijsraad, /491, 29 maart BEOORDELING AFZONDERLIJKJE BEGELEIDINGSPLANNEN 1. Rijksuniversiteit Groningen In de 'Subsidieaanvraag Begeleiding Studenten Universitaire Lerarenopleidingen ' geeft de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) de kern weer van het reeds eerder ingediende en door de minister goedgekeurde vernieuwingsplan. De subsidieaanvraag wordt in samenhang daarmee bezien. Het daarin beschreven opleidingstraject voor de ulo brengt met zich mee dat veranderingen optreden in de begeleiding van de leraren in opleiding in de scholen. Het in verband daarmee ingediende plan geeft een beeld van de verandering in de begeleidingssystematiek en van de rol en professionalisering van de coach daarbinnen. Daarbij worden twee begeleidingscontexten onderscheiden, te weten de voorbereiding op betaald werken/leren en het betaald werken/leren traject zelf. Ten behoeve van beide contexten zijn begeleidingstrajecten ontwikkeld. De voorbereiding op betaald werken/leren is binnen het nieuwe opleidingsprogramma een cruciaal onderdeel. De studenten worden immers geacht na dit onderdeel het traject betaald werken/leren te volgen met alle verantwoordelijkheden van een beginnend leraar. De coaches spelen in de opleiding een belangrijke rol. Omdat het begeleiden van aanstaande leraren in deze nieuwe situatie een aantal nieuwe aspecten bevat, ligt op het ontwikkelen van de begeleidingssystematiek een duidelijk accent. Ook het tweede traject bevat een aantal nieuwe elementen, hetgeen vraagt om een aantal maatregelen die in dit project worden uitgewerkt. Deze maatregelen omvatten het opzetten van een goed professionaliseringstraject voor vak- en clustercoaches en het mogelijk maken dat begeleiding plaatsvindt door ervaren coaches uit een vakkencluster waartoe de betreffende sectie behoort. Bij de vormgeving van het betaald werkenaeren traject werkt de RuG intensief samen met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL). Deze samenwerking vloeit voort uit het feit dat op veel scholen in het Noorden studenten van beide instellingen komen. De beschrijving van de beide begeleidingstrajecten geeft naar de mening van de Raad een voldoende inzicht in de wijze waarop de voorgenomen activiteiten op de scholen voor voortgezet onderwijs gericht zijn op het verbeteren van de begeleiding van studenten van de lerarenopleiding. Uit de aanvraag valt op te maken dat de RuG in verschillende fasen van uitvoering samenwerkt met de NHL. Op de vraag of, en zo ja in hoeverre, gebruik wordt gemaakt van de activiteiten van de NHL in het kader van de bij de minister ingediende innovatieplannen in het kader van het project 'Educatief partnerschap' wordt niet ingegaan. De activiteiten sluiten volgens de Raad aan bij de nieuwe leerroutes die worden ontwikkeld op grond van het vernieuwingsplan van de RuG dat eerder is goedgekeurd. In de nieuwe opzet wordt het predoctorale deel uitgebreider en anders van karakter in het licht van de inrichting van het postdoctorale deel in de vorm van een betaald werken/leren traject. De Raad heeft, gezien de centrale rol van de (medewerkers van de) scholen in de trajecten, de indruk dat er een goede basis is voor de samenwerking tussen de RuG en de scholen voor voortgezet onderwijs voor de uitvoering van het activiteitenplan. Inzicht in een verdere concretisering van 5

14 3. Beoordeling afzonderlijke begeleidingsplannen deze samenwerking, bij voorbeeld in de vorm van een overeenkomst, biedt de aanvraag overigens niet. Het activiteitenplan geeft een duidelijk beeld van de resultaten die men concreet denkt te behalen. Verder heeft de Raad uit desgevraagd verstrekte nadere informatie opgemaakt dat evaluatie een integraal onderdeel uitmaakt van het totale vernieuwingsproject universitaire lerarenopleiding. Ten aanzien van de begroting geldt hetzelfde. Uit deze informatie blijkt niet dat sprake zal zijn van voor een complex project als dit noodzakelijke tussentijdse evaluatie(s). Hoewel de Raad ervan uitgaat dat dit wel het geval zal zijn, is bijzondere aandacht hiervoor gedurende het project noodzakelijk. Wat betreft de door de RuG ingediende begroting stelt de Raad vast dat het daarin genoemde bedrag nagenoeg overeenkomt met het in de regeling opgenomen bedrag. Op grond van het bovenstaande, in samenhang bezien, meent de Raad dat de subsidieaanvraag van de Rijksuniversiteit Groningen voldoet aan de toetsingscriteria en een kwalitatief voldoende uitvoering aannemelijk maakt. Hij komt dan ook tot een positief oordeel over de subsidieaanvraag. De Raad geeft u in overweging de subsidieaanvraag te honoreren overeenkomstig het bedrag genoemd in de regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen Universiteit van Amsterdam In de subsidieaanvraag 'Naar praktijkbegeleiding op maat' geeft de Universiteit van Amsterdam (UvA) aan dat deze aanvraag is ingebed in het eerder ingediende en door de minister goedgekeurde 'Vernieuwingsplan Lerarenopleiding UvA: meer UvA-studenten in het voortgezet onderwijs'. De aanvraag bevat een korte beschrijving van de vernieuwingen die in het lopende studiejaar zijn ingevoerd, waaronder die betreffende de praktijkcomponent. Leraren in opleiding volgen een deel van de lerarenopleiding als een in-service-traject of met een leerwerkplaats op een opleidingsschool. Volgens de UvA vraagt de toename van het aantal trajecten en van de verschillen in achtergronden en omstandigheden steeds meer begeleiding op maat. Uitgangspunt van het Amsterdamse model is de gedeelde verantwoordelijkheid voor de eerstegraads lerarenopleiding. De betrokken scholen, waarvan een opsomming in de aanvraag is opgenomen, hebben zich ontwikkeld tot opleidingsscholen vanuit de gedachte dat de kwaliteit van de begeleiding binnen de school en de afstemming tussen deze begeleiding en de begeleiding op en vanuit het instituut voor een belangrijk deel de kwaliteit en het rendement van de gehele opleiding bepalen. Bij de aanvraag is een model-samenwerkingsovereenkomst gevoegd. Daarnaast brengt de aard van de instroom van lio's in de scholen met zich mee dat veel lio's het praktijkdeel van de opleiding doorbrengen op een niet-opleidingsschool, in de aanvraag in-service-school genoemd. De extra inspanningen met betrekking tot de praktijkbegeleiding zijn neergelegd in een activiteitenplan dat drie vernieuwingsprojecten omvat. Het gaat om verbetering van de Iio-begeleiding op de opleidingsscholen respectievelijk op in-service-scholen en een monitorproject waarin de vernieuwingen en ontwikkelingen actief worden gevolgd en geëvalueerd. 6

15 Onderwijsraad, /491, 29 maart 2000 De beschrijving van de drie praktijkgerichte vernieuwingsprojecten geeft naar de mening van de Raad een voldoende inzicht in de wijze waarop de voorgenomen activiteiten op de scholen voor voortgezet onderwijs gericht zijn op het verbeteren van de begeleiding van studenten van de lerarenopleiding. De activiteiten sluiten volgens hem aan bij de nieuwe leerroutes die worden ontwikkeld op grond van het vernieuwingsplan dat de UvA dat eerder is goedgekeurd. In de nieuwe opzet zijn trajecten geprogrammeerd die een nieuwe aanpak van de begeleiding noodzakelijk maken. De Raad heeft, gelet op het uitgangspunt van de gedeelde verantwoordelijkheid van scholen en opleiding voor de lerarenopleiding en hetgeen overigens over de samenwerking met de scholen wordt vermeld, de indruk dat er een goede basis is voor bedoelde samenwerking bij de uitvoering van het activiteitenplan. De bijgevoegde model-samenwerkingsovereenkomst geeft een goed inzicht in de wijze waarop die samenwerking wordt aangepakt. Het activiteitenplan geeft een duidelijk beeld van de resultaten die men per project concreet denkt te behalen. Verder kan worden geconstateerd dat er voldoende aandacht is voor evaluatie en de effecten daarvan op de begroting. Wat betreft de door de UvA ingediende begroting stelt de Raad vast dat het daarin genoemde bedrag overeenkomt met het in de regeling opgenomen bedrag. Op grond van het bovenstaande, in samenhang bezien, meent de Raad dat de subsidieaanvraag van de Universiteit van Amsterdam voldoet aan de toetsingscriteria en een kwalitatief voldoende uitvoering aannemelijk maakt. Hij komt dan ook tot een positief oordeel over de subsidieaanvraag. De Raad geeft u in overweging de subsidieaanvraag te honoreren overeenkomstig het bedrag genoemd in de regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen Universiteit Leiden Het thans voorliggende plan van de Universiteit Leiden (UL) betreft de begeleiding van scholen door de UL. Deze plannen zijn tot stand gekomen in overleg met de universitaire lerarenopleiding, onder gebracht in het Interfacultair Centrum Onderwijsontwikkeling en nascholing (ICLON). Verder heeft overleg plaatsgevonden met de betrokken faculteiten van de Universiteit Leiden en met de economische faculteit van de EUR. Ten slotte werkt het ICLON voor de uitvoering van de eerstegraads lerarenopleidingen samen met de Hogeschool Rotterdam. Het plan kent een groot aantal projecten, zoals projecten om de instroom te vergroten, om flexibele leerwegen te creëren, om de relatie met de praktijk te realiseren en projecten om duale leerwegen in te richten. In de laatste drie categorieën ligt het accent op het verbeteren van de begeleiding van aankomende docenten. Deze projecten zijn onderverdeeld naar subcategorieën, waarbij er aandacht is voor de aansluiting bij de nieuw te ontwikkelen duale en flexibele leerroutes. Uit het plan valt af te leiden dat de activiteiten op de scholen voor voortgezet onderwijs gericht zijn op het verbeteren van de begeleiding van studenten van de lerarenopleiding. In de onderscheiden projecten wordt hieraan - zij het impliciet - aandacht geschonken. Bij de begeleiding van de beginnende zelfstandige beroepsuitoefening (onderdeel van het project 'relatie met de praktijk') wordt 7

16 3. Beoordeling afzonderlijke begeleidingsplannen onder meer beoogd een begeleidingsprogramma voor en door schoolpracticumdocenten te ontwikkelen, alsmede een scholingsprogramma voor schoolpracticumdocenten. In dit verband wordt in het plan het belang onderstreept van de spd als medeopleider en van een kwalitatief hoogwaardige begeleiding. Verder stelt de Raad vast dat in de voorgestelde projecten per onderdeel het te bereiken resultaat is weergeven. Ten aanzien van de aansluiting van deze activiteiten bij de nieuwe leerroutes die worden ontwikkeld op grond van het eerdergenoemde vernieuwingsplan merkt de Raad op dat deze aansluiting in de verschillende projecten een plaats heeft gekregen, met name bij de duale trajecten en bij de trajecten voor de zij-instromers. In het bijzonder wordt in het plan gewezen de groeiende diversiteit van de studenteninstroom. Er is dan ook aandacht voor diversificatie van de opleidingstrajecten, voor een sterkere individualisering en voor de ontwikkeling van een aangepaste begeleidingssystematiek. In dit verband wordt ook ingegaan op telematisch onderwijsaanbod en andere ICT-toepassingen. De telematica wordt in het plan gezien als een belangrijk hulpmiddel bij het onderwijs en de stage. De Raad vindt in het plan beschreven projecten voldoende aanknopingspunten om ervan uit te mogen gaan dat uitvoering van het activiteitenplan in goede samenwerking tussen de Universiteit Leiden en de betrokken scholen voor voortgezet onderwijs plaats zal vinden. Verder merkt de Raad op dat het plan voldoende inzicht geeft in de wijze waarop de projecten zijn georganiseerd. Bij elk van de (deel)projecten wordt de projectleider, de looptijd en de voor het project bestemde middelen vermeld. Ook is aandacht geschonken aan de (tussentijdse) evaluatie van de projecten. De voorzitter van de ingestelde Werkgroep Vernieuwing heeft - blijkens het plan - regelmatig overleg met alle projectleiders en draagt zorg voor de evaluatie van alle vernieuwingsplannen. Wat betreft de door de Universiteit Leiden ingediende begroting stelt de Raad vast dat het daarin genoemde bedrag het in de regeling genoemde bedrag te boven gaat. Hij gaat er vanuit dat bij toekenning van het subsidiebedrag overeenkomstig de regeling het daardoor voor de instelling ontstane tekort niet ten laste gaat van de begeleiding op de scholen. Op grond van het bovenstaande in samenhang bezien komt de Raad tot een positief oordeel over het het begeleidingsplan van de Universiteit van Leiden. Hij geeft u dan ook in overweging de subsidie-aanvraag te honoreren overeenkomstig het bedrag genoemd in de Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen Katholiek Universiteit Nijmegen De Katholiek Universiteit Nijmegen (KUN) heeft het plan 'Het optimale samenspel: de begeleiding-op-de-werkplek van beginnende leraren' ingediend. Het is opgesteld door het Instituut voor Leraar en School van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de KUN, in nauw overleg 8

17 Onderwijsraad, /491, 29 maart 2000 met de Arbeidsvoorziening Gelderland en een viertal scholen voor voortgezet onderwijs uit de regio Arnhem-Nijmegen. Het plan bevat een aantal projectvoorstellen die mede gericht zijn op de tweedegraads lerarenopleidingen verbonden aan genoemde hogeschool. Allereerst omvat het plan een project, in de vorm van een pilot, gericht op een verkenning van de begeleiding op de werkplek van beginnende, zelfstandige leraren. Het tweede project "Stagebureau" heeft te maken met de problematiek van de scholen en de coaches, alsmede de plaatsing van beginnende docenten. Voort bevat het plan projecten gericht op assessmentprocedures, op scholing en ondersteuning van coaches op scholen en op de nieuwe relatie en taakverdeling tussen coaches en instituutsopleiders. De Raad is van mening dat de onderscheiden projecten een voldoende inzicht geven in de wijze waarop de verbetering van de begeleiding van studenten van de lerarenopleidingen op de scholen voor voortgezet onderwijs plaats zal vinden. Hij acht de samenwerking met de tweedegraads lerarenopleidingen verbonden aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) daarbij van groot belang. Op de vraag of, en zo ja in hoeverre, gebruik wordt gemaakt van de activiteiten van de HAN in het kader van de bij de minister ingediende innovatieplannen in het kader van het project' Educatief partnerschap' wordt niet ingegaan. In een aantal projectplannen wordt aandacht geschonken aan de relatie tussen begeleiding en nieuwe leerroutes. De raad noemt hierbij met name het project gericht de ontwikkeling van assessmentprocedures. Hierin is nadrukkelijk aandacht voor de zij-instromers. In de onderscheiden projecten wordt naar het oordeel van Raad voldoende inzicht gegeven in de wijze waarop de projecten zijn georganiseerd. Niet alleen wordt aangegeven welke de looptijd en de fasering van het project is, maar ook worden de doelstellingen en de beoogde projectresultaten weergeven. Ook wordt aangegeven welke personen en functionarissen betrokken zullen worden bij de uitvoering van de projecten. De Raad stelt vast dat de betrokken scholen voor voortgezet onderwijs op een adequate wijze bij de verschillende projecten worden ingeschakeld. Hij heeft er dan ook vertrouwen in dat deze samenwerking een goede basis vormt voor de uitvoering van de activiteiten. Deze opvatting wordt versterkt door de bij het plan gevoegde raamovereenkomst. Verder is in verschillende projecten aandacht geschonken aan de evaluatie. Wat betreft het projectplan 'scholing coaches en schoolontwikkeling' is sprake van zowel een formatieve als een summatieve evaluatie op grond waarvan de effectiviteit van het begeleidingstraject wordt vastgesteld. Wat betreft de door de KUN ingediende begroting stelt de Raad vast dat het daarin genoemde bedrag het in de regeling opgenomen bedrag ver te boven gaat. Op grond van het bovenstaande, in samenhang bezien, meent de Raad dat de subsidieaanvraag van de Katholieke Universiteit Nijmegen voldoet aan de toetsingscriteria en een kwalitatief voldoende uitvoering aannemelijk maakt. Hij komt dan ook tot een positief oordeel over de subsidieaanvraag. 9

18 3. Beoordeling afzonderlijke begeleidingsplannen De Raad geeft u in overweging de subsidieaanvraag te honoreren overeenkomstig het bedrag genoemd in de regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen Universiteit Utrecht Het door de Universiteit Utrecht (UU) ingediende plan betreft het optimaliseren van de begeleiding van studenten vanuit de scholen en vanuit de lerarenopleiding van de universiteit. Overwegingen voor de verbetering i.c. een andere aanpak van de begeleiding is de door de vernieuwing van de universitaire lerarenopleiding (te verwachten) grotere diversiteit aan studenten van de opleiding. De veranderende omstandigheden maken dat de huidige begeleidingsaanpak niet meer voldoet. Uitgangspunt van het projectplan is dat de scholen de begeleiding professioneel vormgeven door per school specifieke functionarissen daarvoor vrij te stellen: twee algemeen praktijkbegeleiders per school. Bij de algemene praktijkbegeleiders gaat het om alle aspecten van het functioneren van de student op school, behalve de specifiek met het schoolvak samenhangende zaken. Voor dit laatste is de schoolvakpraktijkbegeleider aansprakelijk. Verder zullen ten behoeve van studenten in een duaal traject of in een afstudeertraject modellen voor leer-arbeidsovereenkomsten en procedures voor het verkrijgen van plaatsen voor leer-werkplekken worden ontwikkeld. Een en ander in samenwerking met de scholen. Uit het plan valt op te maken dat de daarin beschreven activiteiten op de scholen voor voortgezet onderwijs gericht zijn het verbeteren van de begeleiding van studenten in de praktijk. De activiteiten omvatten onder meer het ontwerpen van opleidingstrajecten ten behoeve van de begeleiding voor de daartoe gedeeltelijk vrijgestelde algemeen praktijkbegeleiders. Het voornemen is hiertoe in eerste aanleg met tien scholen een contract af te sluiten. In een later stadium zullen met nog een tien scholen contracten worden afgesloten. Zoals hiervoor vermeld sluiten de activiteiten aan bij de ontwikkeling van nieuwe leerroutes. In het plan worden drie verschillende opleidingsvarianten onderscheiden, waaronder duale opleidingen. Tevens worden er in het plan verschillende varianten in de stage c.q. werkperiode onderscheiden, die ieder voor zich een andere begeleidingsaanpak vergen. Verder wordt in het plan wat betreft de beoogde activiteiten aandacht geschonken aan de samenwerking met scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Midden Nederland. Deze scholen zijn via een veldadviesgroep betrokken bij het opstellen van het onderhavige vernieuwingsproject. Deze scholen hebben de bereidheid uitgesproken om met de universiteit contracten te sluiten om te garanderen dat de opleiding van de algemene praktijkbegeleiders ook ten goede blijft komen aan de begeleiding van studenten. Uit het vorenstaande valt af te leiden dat er een goede basis voor de uitvoering van de activiteiten. Voorts wordt in het plan aandacht besteedt aan de organisatie van de activiteiten en aan de werkwijze. Naast een stuurgroep is een projectteam en een veldadviesgroep ingesteld. Deze laatste adviseert gevraagd en ongevraagd aan de stuurgroep en aan de projectmanager. Uit het plan valt 10

19 Onderwijsraad, / maart 2000 tevens af te leiden dat er sprake is van tussentijds evaluatie van het project. Op verschillende momenten wordt het opleidingstraject en het begeleidingsmodel bijgesteld op grond van ervaringen. Hierbij is ook voor de veldadviesgroep volgens het plan een taak weggelegd. Wat betreft de begroting stelt de Raad vast dat de daarin begrote kosten het in de regeling ter beschikking gestelde bedrag te boven gaat. Wel valt uit de begroting op te maken dat een substantieel deel ten goede komt aan de betrokken scholen voor voortgezet onderwijs. Op grond van het bovenstaande, in samenhang bezien, meent de Raad dat de subsidieaanvraag van de Universiteit Utrecht voldoet aan de toetsingscriteria en een kwalitatief voldoende uitvoering aannemelijk maakt. Hij komt dan ook tot een positief oordeel over de subsidieaanvraag. De Raad geeft u in overweging de subsidieaanvraag te honoreren overeenkomstig het bedrag genoemd in de regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen Vrije Universiteit Het projectplan van de Vrije Universiteit (VU) neemt als vertrekpunt de variëteit van de opleidingstrajecten die ontstaan door de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en door de verschillende vernieuwingsprojecten. De verwachting is dat deze verschillende trajecten zorgen voor een gevarieerde instroom in de lerarenopleidingen en dus ook in de scholen voor voortgezet onderwijs. Dit betekent dat aankomende leraren met verschillende ervaring en motivatie op verschillende wijze begeleid moeten worden in de opleiding en in de praktijkschool. Het doel van het project is dan ook verbetering van de scholing en de begeleiding van de leraren in opleiding. De schoolpracticumdocent is hierbij van cruciaal belang. Hierop zijn de verschillende activiteiten in de vorm van verbetertrajecten op gericht. Op verzoek van de Raad heeft de VU op 6 maart 2000 desgevraagd nog een schriftelijke nadere toelichting op de plannen gegeven. De Raad stelt vast dat de voorgenomen activiteiten- zoals hiervoor reeds aangegeven - voornamelijk betrekking hebben op de verbetering van de begeleiding van de verschillende groepen dio's en lio's. Naast het faciliteren en opleiden van schoolpracticumdocenten die functioneren als mede-opleiders op de scholen, zijn de activiteiten ook gericht op het verbeteren van de inhoud en samenhang in de begeleiding door instituutsopleiders en de schoolpracticumdocenten via een gezamenlijke ontwikkeling van de praktijkcomponent van de opleiding. De partnerscholen zijn bij deze activiteiten nadrukkelijk betrokken. In het aanvullende plan zijn de beoogde resultaten helder omschreven. Wat betreft de aansluiting van de voorgenomen activiteiten bij de nieuw te ontwikkelen leerroutes kan worden opgemerkt dat in het plan het duale karakter van de opleiding een belangrijk punt van aandacht is. Juist dit karakter noodzaakt tot een professionele begeleiding van de kant van de schoolpracticumdocent. 11

20 3. Beoordeling afzonderlijke begeleidingsplannen In dit kader is ook aandacht voor de ICT in het onderwijs, zowel in de zin van aanleren van vaardigheden als het inrichten van een intranet als een elektronische begeleidingsomgeving. Verder wordt in het plan melding gemaakt van partnerscholen, waarmee de lerarenopleiding een nauwe samenwerkingsrelatie heeft opgebouwd. De docenten van deze scholen hebben ook zitting in de verschillende projectgroepen. Het aantal partnerscholen zal blijkens de toelichting in de komende periode nog met 2 a 3 scholen worden uitgebreid. Daarnaast zijn er relaties met een groot aantal zogenoemde contractscholen, waarmee stagecontracten worden afgesloten. In het plan worden de activiteiten binnen deze samenwerkingsrelaties helder uiteengezet. De Raad is van mening dat de samenwerking met deze scholen voor voortgezet onderwijs in de regio een voldoende basis vormt voor de uitvoering van de beoogde activiteiten. Verder heeft de Raad uit desgevraagd verstrekte nadere informatie opgemaakt dat de evaluatie van het deelproject 'begeleiding studenten ulo' aansluit bij het kwaliteitszorgsysteem dat in het algemeen door de VU wordt gehanteerd. Bedoelde informatie geeft evenwel weinig zicht op een structurele aanpak die vereist is bij een complex project als waarvan hier sprake is. Met name ten aanzien van de tussentijdse voortgangsevaluatie(s) wordt onvoldoende helderheid geboden. Hoewel de Raad ervan uitgaat dat daarvan sprake zal zijn, is bijzondere aandacht hiervoor gedurende het project noodzakelijk. Wat betreft de begroting stelt de Raad vast dat de daarin begrote kosten het in de regeling ter beschikking gestelde bedrag zowel jaarlijks als totaal te boven gaat. Op grond van het bovenstaande, in samenhang bezien, meent de Raad dat de subsidieaanvraag van de Vrije Universiteit voldoet aan de toetsingscriteria en een kwalitatief voldoende uitvoering aannemelijk maakt. Hij komt dan ook tot een positief oordeel over de subsidieaanvraag. De Raad geeft u in overweging de subsidieaanvraag te honoreren overeenkomstig het bedrag genoemd in de regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven en Universiteit Twente De drie technische universiteiten hebben voor de technische universitaire lerarenopleiding (TULO) een subsidie-aanvraag ingediend. De aanvraag bevat een korte weergave van dé"veranderingen die plaatsvinden ter uitvoering van het eerder ingediende en door de minister goedgekeurde vernieuwingsplan. De subsidie-aanvraag wordt in samenhang daarmee bezien. De genoemde veranderingen alsmede de vernieuwingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs brengen met zich mee dat ook veranderingen optreden in de begeleiding van docenten in opleiding (dio's) in de scholen. Als uitgangspunt geldt volgens de aanvraag dat de TULO en de scholen voor voortgezet onderwijs gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het schoolpracticum en voor de verdere verbetering van de begeleiding-op-maat van dio's. Het begeleidingsproject zal nauw aansluiten bij het eerder in het kader van eerder genoemd vernieuwingsplan ingediende deelproject 'Regionale educatieve samenwerking'. Het is de bedoeling dat competentie-ontwikkeling van dio's en kwaliteitsverbetering van 12

21 Onderwijsraad, /491, 29 maart 2000 de betrokken scholen alsmede van de TULO geïntegreerd plaatsvinden. In de aanvraag wordt deze aanpak benoemd als 'collectieve competentie-ontwikkeling'. De aanvraag geeft een beeld van de (planning van de) fasering van het project en van de producten die de onderscheiden fasen moeten opleveren. Daarbij valt op dat intensief gebruik gemaakt wordt van moderne communicatiemiddelen die het mogelijk moeten maken een elektronische of virtuele leeromgeving respectievelijk leergemeenschap te creëren. De desgevraagd door de TULO verstrekte nadere informatie geeft een gedetailleerder beeld van de middelen en methoden die daarbij zullen worden gebruikt. Verder wordt vermeld dat voor het beheer van de desbetreffende leeromgevingen (Teletop en Blackboard) per locatie een functionaris wordt vrijgemaakt voor een halve dag per week. Wat de betrokkenheid van de scholen betreft vermeldt de aanvraag dat per instelling met drie scholen voor voortgezet onderwijs samenwerkingsverbanden zullen worden aangegaan. Deze scholen, ontwikkelscholen genaamd, zullen worden geselecteerd uit scholen waarmee reeds wordt samengewerkt, die een specifieke aandacht hebben voor bèta en techniek en die het belang inzien van het concept 'de ingenieur voor de klas'. Gelet op de innovatieve aanpak van het begeleidingsproject door de TULO hecht de Raad (nog) meer dan bij de andere aanvraagn aan instemming, betrokkenheid en medewerking van de scholen. In verband daarmee heeft hij de TULO verzocht aan te geven om welke scholen het gaat. Uit de verstrekte informatie blijkt dat met in totaal zes 'ontwikkelscholen' (twee per instelling) begeleidingscontracten zullen worden afgesloten. De Raad heeft er nota van genomen dat de verstrekte namen onder het grootste voorbehoud zijn verstrekt. Met deze scholen is overleg gepleegd en zijn afspraken gemaakt. Er zijn echter vooralsnog geen contracten met deze scholen gesloten. Dat zal pas gebeuren als de subsidie is toegekend. Eveneens gelet op de grote nadruk op de virtuele aspecten van de begeleiding heeft de Raad om nadere informatie gevraagd over de wijze waarop de evaluatie plaatsvindt. Door de TULO is aangegeven dat zowel formatieve (tijdens de uitvoering van het project) als summatieve (aan het eind van het project) evaluatie van het projectdoel plaatsvinden. Componenten daarvan zijn onder andere specifieke evaluatie met betrekking tot de implementatie en de didactische aspecten van het telematische begeleidingssysteem en met betrekking tot het aspect van schoolontwikkeling. In de begroting is een en ander niet gespecificeerd. De Raad is in het algemeen van mening dat door de krachtige toepassing van informatie- en communicatietechnologie sprake is van een interessante en originele aanpak van de begeleiding binnen de TULO. Dat betekent naar zijn oordeel echter wel dat enkele aspecten bijzondere aandacht verdienen. Hij doelt hierbij met name op het commitment van de scholen voor voortgezet onderwijs, de beheersaspecten van de virtuele leeromgeving en de evaluatie van dit project. Wat de betrokkenheid van de scholen betreft leidt de Raad enerzijds uit de informatie af dat de genoemde scholen bereid zijn aan de uitvoering van het TULO-plan mee te werken. Anderzijds vraagt hij zich af waarop het hierboven gememoreerde 'grootste voorbehoud' is gebaseerd en waarom niet reeds geclausuleerde contracten zouden kunnen worden afgesloten. Uit deze situatie kan overigens geen aarzeling bij de scholen ten aanzien van met name het ict-concept worden afgeleid. Liever had de Raad een expliciete instemming van de scholen met de voorgenomen aanpak 13

22 3. Beoordeling afzonderlijke begeleidingsplannen in het dossier aangetroffen. Hij beschouwt zijn zorg over dit aspect als een belangrijk aandachtspunt in de loop van het traject. Ten aanzien van het inhoudelijke sturing van de virtuele leeromgeving heeft de Raad de indruk dat deze door de TULO enigszins te licht wordt opgevat. Het gaat immers niet alleen om technisch beheer, maar ook de inhoudelijke kant die, gelet op het vernieuwende karakter binnen de context van de opzet van de lerarenopleiding, naar zijn oordeel een zwaardere aansturing en bewaking vergt. Ook de betrokkenheid van drie instellingen is een complicerende factor. Ten slotte meent de Raad dat juist bij een project van deze aard een zwaar accent op de evaluatie moet liggen. Uit de informatie komt niet een beeld van een gestructureerde aanpak naar voren. Afrondend concludeert de Raad dat er ruimte moet zijn voor deze vernieuwende aanpak, maar dat gedegen en gestructureerde formatieve en summatieve evaluatie noodzakelijk is, waarbij de betrokkenheid van de scholen en sturing en beheer van de virtuele leeromgeving als hiervoor omschreven belangrijke toetsingselementen zijn. Op grond van het bovenstaande, in samenhang bezien, meent de Raad dat het hier beoordeelde project op grond van het vernieuwende karakter positief tegemoet moet worden getreden. Gelet op de hierboven gemaakte aanmerkingen is het evenwel gewenst dat aan eventuele subsidiëring de voorwaarde wordt verbonden dat de samenwerking met de scholen, de aansturing en de evaluatie adequaat worden geregeld. Met inachtneming hiervan komt de Raad tot de conclusie dat de subsidieaanvraag van de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven en de Universiteit Twente voldoet aan de toetsingscriteria en een kwalitatief voldoende uitvoering aannemelijk maakt. Hij komt dan ook tot een positief oordeel over de subsidieaanvraag. De Raad geeft u in overweging de subsidieaanvraag te honoreren overeenkomstig het bedrag genoemd in de regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

23 ADVIESAANVRAAG BIJLAGE 1

24

25 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Onderwijsraad t.a.v. prof.dr. J.M.G. Leune Nassaulaan JS 's-gravenhage Europaweg 4 Postbus LZ Zoetermeer Telefoon (079) Telefax (079) Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer WO/B-1999/39724 van der Noordt 21 oktober 1999 Onderwerp Doorkiesnummer beoordeling ulo-plannen 3497 Geachte heer Leune, Aanpassing van begeleidingstrajecten in het voortgezet onderwijs is nodig voor studenten aan de nieuwe varianten van de universitaire lerarenopleidingen. Deze varianten worden nu door de universiteiten ontwikkeld op grond van de Regeling vernieuwingsplannen universitaire lerarenopleidingen De vernieuwingsplannen van de universiteiten zijn dit voorjaar beoordeeld door de commissie Ginjaar-Maas van de Onderwijsraad. In het verlengde hiervan verzoek ik uw Raad ook de advisering op zich te nemen over de plannen die de universiteiten vóór 1 februari 2000 zullen indienen in het kader van de Regeling begeleiding ulo-studenten Deze regeling is recentelijk verschenen en voorziet in de financiële ondersteuning van de ontwikkeling van de nieuwe begeleidingstrajecten voor ulo-studenten. Eventuele extra kosten die door uw raad worden gemaakt bij de advisering kunnen door OCenW worden vergoed. Graag ontvang ik

26 OCenW Blad 2 Graag ontvang ik uw advies uiterlijk op 1 april 2000, zodat ik binnen 13 weken na indiening van de plannen mijn besluit aan de universiteiten bekend kan worden gemaakt. Hoogachtend, De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, drs. L.M.L.H.A. Hermans)

27 REGELING BEGELEIDING STUDENTEN UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDINGEN BIJLAGE 2

28

29 onderwijs onderzoek en wetenschapsbeleid Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen Bestemd voor: universiteiten met een universitaire lerarenopleiding. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 19 oktober 1999 Kenmerk: WO/B-1999/16107 Datum inwerkingtreding: zie artikel 19 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies Relatie tot eerdere mededelingen: hangt samen met OCenW-Regeling WO/B-1999/107 van 18 januari 1999 (Gele katern 1999, 2 en 3) Informatie verkrijgbaar bij: CF1/ICO/BVH, tel De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Gelet op artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies; WHW: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; lerarenopleiding: een universitaire eerstegraads lerarenopleiding als bedoeld in artikel 7.4, vierde lid, van de WHW; universiteit: één van de openbare universiteiten te Amsterdam, Delft, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden en Utrecht, de bijzondere universiteit te Amsterdam of de bijzondere universiteit te Nijmegen waaraan een lerarenopleiding verbonden is. Artikel 2. Doel De minister verstrekt aan een universiteit een projectsubsidie voor het verbeteren van de begeleiding van studenten van de lerarenopleiding op scholen voor voortgezet onderwijs op grond van een door de minister goedgekeurd activiteitenplan en bijbehorende begroting. Besluit: 1. Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen a. minister: de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen: Hoger onderwijs, ondcnoek en wetenschapsbeleid Artikel 3. Subsidieaanvrager Subsidie wordt verleend aan een universiteit. Artikel 4. Vaststelling subsidieplafond Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is voor het studiejaar een bedrag van ƒ ,-, voor het studiejaar ƒ ,- en voor het studiejaar ƒ ,- beschikbaar. Artikel 5. Subsidiebedrag per subsidieonrvanger NUMMER 25 oleg Gis fcsisa. 3 november

30 Voor iedere universiteit kan voor elk van de studiejaren , en een subsidie worden verleend tot ten hoogste: Totaal Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen openbare universiteit te Amsterdam openbare universiteit te Delft openbare universiteit te Eindhoven openbare universiteit te Enschede openbare universiteit te Groningen openbare universiteit te Leiden openbare universiteit te Utrecht bijzondere universiteit te Amsterdam bijzondere universiteit te Nijmegen ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 2. Subsidieaanvraag Artikel 6. Subsidieaanvraag Subsidie wordt op aanvraag verleend. Artikel 7. Vereisten De subsidieaanvraag omvat: a. een activiteitenplan, en b. een begroting. Artikel 8. Activiteitenplan Het activiteitenplan omvat een overzicht van de aard en omvang van de voorgenomen activiteiten en vermeldt de daarmee beoogde doelstellingen. Artikel 9. Termijn indiening ï. De subsidieaanvraag voor het totale subsidiebedrag voor de studiejaren en , genoemd in artikel 5, wordt ingediend voor 1 februari De subsidieaanvraag voor het totale subsidiebedrag voor de studiejaren en , genoemd in artikel 5, wordt ingediend voor 1 februari De aanvraag wordt in tweevoud ingediend en gericht aan: De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen. ter attentie van de directie Wetenschappelijk Onderwijs Postbus LZ Zoetermeer. 3. Subsidieverlening Artikel 10. Advies voorafgaand aan subsidieverlening 1. De minister beslist over de subsidieverlening mede op basis van het advies van externe deskundigen. 2. Onverminderd het bepaalde in deze regeling beoordelen de externe deskundigen de kwaliteit van de aanvragen en letten daarbij in het bijzonder op: a. of de voorgenomen activiteiten op scholen voor voortgezet onderwijs gericht zijn op het verbeteren van de begeleiding van studenten van de lerarenopleiding: NUMMER november 1999 Hoger onderwijs, onderzoek en wetenschapsbeleid

31 b. of deze activiteiten aansluiten bij de nieuwe leerroutes die worden ontwikkeld op grond van de vernieuwingsplannen als bedoeld in artikel 6 van de Regeling vernieuwingsplannen universitaire lerarenopleidingen , en c. of de samenwerking tussen de universiteit en de scholen voor voortgezet onderwijs een goede basis vormt voor de uitvoering van het activiteitenplan. I Artikel 11. Tijdvak subsidieverlening Subsidie wordt verleend voor de studiejaren tot en met dan wel voor de studiejaren en Artikel 16. Verslag van activiteiten 1. Het verslag van activiteiten bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten. 2. De inrichting van het verslag komt overeen met de inrichting van het activiteitenplan. 3. Het verslag bevat, voorzover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in het activiteitenplan, en de feitelijke realisatie. 5. Betaling Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen I Artikel 12. Niet vervullen begrotingsvoprwaarde In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van artikel 5 verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieaanvragen aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen. Artikel 17. Voorschotten De minister verleent de subsidieontvanger in het eerste kwartaal van 2001, het eerste kwartaal van 2002 en het eerste kwartaal van 2003 een voorschot van 100% op het voor dat jaar verleende subsidiebedrag. 6. Slotbepalingen 4. Verplichtingen subsidie-ontvanger I Art tol 13. Informatieplicht De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van beleid. Artikel 18. Bekendmaking Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW- Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Artikel 19. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW- Regelingen waarin deze regeling wordt geplaatst. I Artikel 14. Egalisatiereserve De subsidieontvanger vormt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 20. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen Artikel 15. Accountantsverklaring Het financieel verslag gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. LM.LHA Hermans Hoger onderwijs, onderzoek en wetenschapsbeleid GSISISS NUMMER november 199S

32 Toelichting 2. Artikelsgewijze toelichting Regeling begeleiding studenten univcrsüaire lerarenopleidingen Inleiding De doelstelling van het op 1 mei 1998 afgesloten uloconvenant is een grotere instroom van universitair geschoolde docenten in het voortgezet ondenvijs te realiseren door studenten meer keuzemogelijkheden te bieden om de opleiding tot leraar aan de universiteit te volgen. Daarnaast zijn er in het bèta-convenaht van 1 mei 1998 afspraken opgenomen om te komen tot integratie van de voorbereiding op het leraarsberoep in de vernieuwde bèta-opleidingen met een studielast van 210 studiepunten. Deze benadering geldt op overeenkomstige wijze voor de technische opleidingen. Centrale doelstelling van de convenanten is het vormgeven van nieuwe enflexibele leerroutes naar het leraarsberoep. De nieuwe leerwegen die door de universiteiten worden gecreëerd zijn beschreven in vernieuwingsplannen die begin 1999 zijn opgesteld; in mei 1999 zijn deze vernieuwingsplannen van de universiteiten beoordeeld voor subsidieverlening. De universiteiten zijn inmiddels gestart met de uitvoering van deze plannen. Op de subsidieverstrekkingen op grond van deze regeling zijn naast de algemene artikelen van de Wet overige OCenW-subsidies de artikelen van hoofdstuk 3 'Project- I subsidies* van deze wet direct van toepassing. De betrefi fende artikelen worden in de regeling dan ook niet her-! haald. Wel zijn de artikelen aangevuld voor zover dat : voor de subsidieverlening wenselijk wordt geacht. i Artikel 2 I De subsidieverlening heeft als doel om op scholen voor I voortgezet onderwijs de praktijkbegeleiding van studenten van universiteiten die een op het beroep van leraar gerichte opleiding volgen te verbeteren. De begeleiding die tot nu toe plaatsvond was met name gericht op de student van de traditionele universitaire lerarenopleiding. De praktijkbegeleiding moet echter ook aansluiten op de opleiding van de duale studenten en de zijinstromers. Artikel 5 Tevens is in het ulo-convenant de doelstelling opgenomen in de periode te komen tot een toename van het aantal universitair geschoolde leraren door studenten meer keuzemogelijkheden te bieden om de opleiding tot leraar te volgen. Door invoering van de nieuwe uloleerwegen krijgen de scholen voor voortgezet onderwijs te maken met meerdere typen studenten. Naast de traditionele ulo-student komen er ook duale studenten, studenten die hebben gekozen voor een op het leraarsberoep gerichte afstudeerrichting en zij-instromers die een traject op maat volgen. Om deze nieuwe typen ulostudenten een adequate praktijkvoorbereiding te kunnen bieden, zullen de scholen voor voortgezet onderwijs de bestaande begeleiding van studenten moeten aanpassen. Het opzetten van nieuwe begeleiding gebeurt door de scholen voor voortgezet onderwijs, in overleg met de universiteiten waaraan de lerarenopleidingen zijn verbonden. Hoewel de inzet van de toegekende subsidie grotendeels geschiedt in het voortgezet onderwijs, wordt de subsidie op grond van deze regeling aan de universiteiten verstrekt omdat deze verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun opleiding, inclusief de praktijkvoorbereiding. Omdat de nieuwe begeleidingsvormen voortvloeien uit de vernieuwingsplannen, is bij de verdeling van het budget over de instellingen dezelfde systematiek gehanteerd als bij de verdeling voor de ulovernieuwingsplannen (Zie toelichting op artikel 3 van de Regeling vernieuwingsplannen universitaire lerarenopleidingen Uitleg Gele Katern 27 januari 1999). Door deze verdeling wordt zowel rekening gehouden met het aantal opleidingen als met het aantal studenten. Artikel 7 De subsidieaanvraag omvat in elk geval: a. een korte omschrijving van de activiteiten en de daarmee beoogde doelstelling; b. een overzicht van de aan de activiteiten verbonden begrote inkomsten en uitgaven van de aanvrager over de periode Artikel 9 De subsidieaanvragen voor een plan met betrekking tot de studiejaren en kunnen worden ingediend tot 1 februari Aanvragen die na 31 januari 2000 worden ingediend, worden niet in behan- UMeg G5» ESOEIl NUMMER november 1999 Hoger onderwijs, onderzoek en wetenschapsbeleid

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen OCenW-Regelingen Bestemd voor: c universiteiten met een universitaire lerarenopleiding. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 19 oktober 1999 Kenmerk: WO/B-1999/16107 Datum inwerkingtreding: zie artikel

Nadere informatie

TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004

TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert,

Nadere informatie

EXAMENBESLUIT HAVO/VWO

EXAMENBESLUIT HAVO/VWO EXAMENBESLUIT HAVO/VWO De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen van

Nadere informatie

ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad).

Nadere informatie

Regeling vermelding duale opleidingen hoger onderwijs 1998-1999

Regeling vermelding duale opleidingen hoger onderwijs 1998-1999 OCenW-Regelingen Bestemd voor: c colleges van bestuur respectievelijk centrale directies van universiteiten en hogescholen. Beleidsregel Datum: 28 mei 1998 Kenmerk: HBO/SB-98/22812 Datum inwerkingtreding:

Nadere informatie

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen Bestemd voor bevoegde

Nadere informatie

Subsidieregeling duale opleidingstrajecten onderwijsfuncties BVE-sector 2001

Subsidieregeling duale opleidingstrajecten onderwijsfuncties BVE-sector 2001 OCenW-Regelingen Bestemd voor: ROC s Vakinstellingen Instellingen laatste van een richting Doveninstituten 12.3.9-hogescholen Algemeen verbindend voorschrift Datum: 26 augustus 2001 Kenmerk: BVE/Bestel/2001/31575

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3714 25 januari 2017 Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie Het bestuur van stichting Fonds

Nadere informatie

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000 OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool

Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie SenterNovem Primair Onderwijs 070-373.59.41 Voorgezet onderwijs Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs Regeling

Nadere informatie

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998 OCenW-Regelingen Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten Regeling voor het verlenen van faciliteiten aan organisaties van onderwijspersoneel in verband met buitengewoon verlof van

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29-04-2008, nr. VO/S&O/6112, houdende regels voor de stimulering van de pilot projecten in het schooljaar 2008-2009 ten behoeve

Nadere informatie

VERNIEUWINGSPLANNEN UNIVERSITAIRE LERAREN OPLEIDINGEN

VERNIEUWINGSPLANNEN UNIVERSITAIRE LERAREN OPLEIDINGEN VERNIEUWINGSPLANNEN UNIVERSITAIRE LERAREN OPLEIDINGEN De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I

EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9829 28 februari 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 februari 2017, nr. MBO/1147339,

Nadere informatie

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs OCenW-Regelingen Regeling bijdrage kosten zij-instromers 2003-2004 voor primair en voortgezet Bestemd voor: besturen van scholen of instellingen waarop de Wet op het primair, de Wet op de expertisecentra

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Tijdelijke subsidieregels Innovatiegelden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Tijdelijke subsidieregels Innovatiegelden STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 64005 29 november 2016 Tijdelijke subsidieregels Innovatiegelden 2017 2018 Het Algemeen Bestuurscollege van de Koninklijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24939 4 mei 2017 Regeling van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek van 4 mei 2017 tot wijziging van de Regeling

Nadere informatie

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, REGELING VAN HET STIMULERINGSFONDS VOOR DE JOURNALISTIEK VAN 1 SEPTEMBER 2018, NR.., TOT VASTSTELLING VAN EEN TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING ONDERZOEKSJOURNALISTIEK 2018 Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

Nadere informatie

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oisterwijk Nr. 205711 27 september 2018 Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019 Wij willen dat geen van de inwoners van de gemeente Oisterwijk

Nadere informatie

Algemeen verbindend voorschrift

Algemeen verbindend voorschrift OCenW-Regelingen Beroepsonderwijs (JOB) en Regeling houdende een subsidieregeling voor leerlingen deelnemersorganisaties binnen het voortgezet onderwijs (vo) en het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Nadere informatie

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad ÜT? R>2 3 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer drs. W.J. Deetman, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 212 26 339 Voorschriften van tijdelijke aard, waaronder wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in verband

Nadere informatie

Regeling Nationaal Agentschap Leonardo da Vinci 2000-2006

Regeling Nationaal Agentschap Leonardo da Vinci 2000-2006 OCenW-Regelingen Regeling Nationaal Vinci 2000-2006 Bestemd voor: CINOP; NUFFIC; instellingen voor beroepsonderwijs; instellingen voor hoger onderwijs. verbindend voorschrift Datum: 10 november 2000 Kenmerk:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7154 12 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 5 maart 2014, nr. DT&V/beleid/2013/UIT-1108,

Nadere informatie

Regeling aanvullende vergoeding opleidingen tot leraar basisonderwijs 1998

Regeling aanvullende vergoeding opleidingen tot leraar basisonderwijs 1998 Regeling aanvullende OCenW-Regelingen Bestemd voor: c instellingen hoger beroepsonderwijs met de studierichting lerarenopleiding basisonderwijs. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 20 december 1997

Nadere informatie

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Gemeente ^ Albrandsuuaard 25 Gemeente ^" RAADSBESLUIT Besluit nr.: 90701 Onderwerp: Ie gewijzigde Algemene subsidieverordening Albrandswaard 2010 De raad van de gemeente Albrandswaard; Gezien het voorstel van het college van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3953 20 januari 2017 Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 januari 2017, nr. VO/1112830,

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Samenvatting Deze verordening geeft aan welke begrippen bij subsidies worden gebruikt, welke soorten subsidies er zijn, welke regels er gelden voor aanvragen,

Nadere informatie

Regeling Investeren in voorsprong voor de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve-sector)

Regeling Investeren in voorsprong voor de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve-sector) Regeling Investeren in (bve-sector) OCenW-Regelingen Bestemd voor: c scholen en instellingen voor. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 20 mei 1998 Kenmerk: WJZ-1998/20673 Datum inwerkingtreding: zie

Nadere informatie

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer. 21 januari 1998.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer. 21 januari 1998. Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Fax (070) 356 14 74 E-mail secretariaat@onderwijsraad.nl

Nadere informatie

De subsidie is gebaseerd op artikel 4:23, derde lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht.

De subsidie is gebaseerd op artikel 4:23, derde lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Stichting Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics Rijnstraat 8 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Uw kenmerk Betreft Subsidieverlening inzake de realisatie

Nadere informatie

Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda

Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda CVDR Officiële uitgave van Enschede. Nr. CVDR362945_1 25 oktober 2016 Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Provinciaal Blad van Zuid-Holland SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62002 1 november 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 oktober 2017, nr. PO/1237137,

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 13 juni 2002 HBO/AS/2002/ juli 2002

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 13 juni 2002 HBO/AS/2002/ juli 2002 OC enw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1980-1981 16815 Toelatingscriteria numerus fixus-studierichtingen voor het studiejaar 1981-1982 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019. PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Drenthe Nr. 2529 4 april 2019 Algemene subsidieregeling SNN 2019 Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 2 april 2019, kenmerk 5.1/2019000925,

Nadere informatie

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie:

beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie: > Retouradres Postbus 93249 2509 AE Den Haag Noorderpoort Groningen Postbus 530 9700AM GRONINGEN 9700AM530 Afdeling Uitvoering Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Postbus 93249 2509 AE Den Haag www.agentschapszw.nl

Nadere informatie

Regeling Cultuur en School voor de bve-sector 2003-2004

Regeling Cultuur en School voor de bve-sector 2003-2004 OCenW-Regelingen Regeling Cultuur en School voor de bve-sector 2003-2004 Bestemd voor: bekostigde bve-insellingen voor beroepsonderwijs. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 11 augustus 2003 Kenmerk:

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van de academische opleidingsschool ROSRijnland

Samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van de academische opleidingsschool ROSRijnland Samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van de academische opleidingsschool ROSRijnland De ondertekenende partijen, Bonaventuracollege te Leiden Northgo College te Noordwijk Rijnlands Lyceum Sassenheim te

Nadere informatie

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, gelet op artikel 7.30b, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 CVDR Officiële uitgave van Buren. Nr. CVDR85564_4 18 april 2017 Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

Subsidieregeling zij-instromers

Subsidieregeling zij-instromers OCenW-Regelingen Bestemd voor: besturen en scholen/instellingen waarop de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de Expertisecentra of de Wet op het voortgezet onderwijs van toepassing is. verbindend

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5380 9 april 2010 Beleidsregels UWV pilot plaatsingssubsidie 30 maart 2010 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2011 Nummer: 35 Uitgifte: 23 december 2011 Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de

Nadere informatie

Subsidieregeling zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs met declaratiebekostiging

Subsidieregeling zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs met declaratiebekostiging Subsidieregeling zij-instromers 2002-2003 voor primair onderwijs met declaratiebekostiging OCenW-Regelingen Bestemd voor: besturen van scholen of instellingen waarop de Wet op het primair onderwijs of

Nadere informatie

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 1 Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 GRONDSLAG 1. Op grond van artikel 2, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Medemblik (ASV) kan het college nadere regels stellen

Nadere informatie

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING 1. Ten behoeve van een goede invoering van leerlinggebonden financiering stelt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de periode

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Aanvragen Hoofdstuk 3. Beoordelingscriteria Hoofdstuk 4. Besluitvorming...

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Aanvragen Hoofdstuk 3. Beoordelingscriteria Hoofdstuk 4. Besluitvorming... CUOS-REGELING INCIDENTELE SUBSIDIE Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Begripsbepalingen...2 Doelstelling...3 Uitgangspunten en subsidieplafond...3 Hoofdstuk 2. Aanvragen... 4 Aan te leveren informatie...4

Nadere informatie

Regeling G.O.- en vakbondsfaciliteiten 2005

Regeling G.O.- en vakbondsfaciliteiten 2005 OCenW-Regelingen Regeling houdende regels voor het verlenen van faciliteiten aan organisaties van onderwijspersoneel in verband met de vergoeding van de kosten van vervanging van onderwijs-personeel dat

Nadere informatie

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 340 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap > Retouradres Postbus 16006 2500 BA Den Haag Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) Stichting De Kern pel Tav. het bestuur Postbus 16006

Nadere informatie

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; Subsidieregeling tweede graden hbo en wo Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van... (datum), nr. HO&S/2010/228578, houdende subsidiëring van tweede bachelor- en mastergraden

Nadere informatie

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Vastgesteld bij besluit van de Regioraad van 26 juni 2007, nr. ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM 1 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001 OCenW-Regelingen financiële verantwoording Bestemd voor: gemeenten, die inburgeringscursussen verzorgen. 2. Het model voor de verklaring omtrent de getrouwheid wordt vastgesteld volgens bijlage 3 bij deze

Nadere informatie

De subsidie is gebaseerd op artikel 4:23, derde lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht.

De subsidie is gebaseerd op artikel 4:23, derde lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Stichting Holland Circular Hotspot Rijnstraat 8 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Contactpersoon XXXXX IENW/BSK- Uw kenmerk Betreft Subsidieverlening

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR244162_9 14 juli 2017 Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene

Nadere informatie

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008 Bestemd voor

Nadere informatie

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE 2019-2020 REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE 2019-2020 Het bestuur van het AFK Gelet op de missie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst om te

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landsmeer. Nr. 115833 22 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Subsidieregeling projecten informatie- en communicatietechnologie (ict-projecten) in het

Subsidieregeling projecten informatie- en communicatietechnologie (ict-projecten) in het OCenW-Regelingen Subsidieregeling projecten informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs Regeling houdende regels voor het verstrekken van subsidies voor de uitvoering van projecten in het kader

Nadere informatie

VO/BOB 1998/ juli 1998

VO/BOB 1998/ juli 1998 Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 Aan de staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, mw. drs. K.Y.I.J. Adelmund, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Fax (070) 356 14 74

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK De raad van de gemeente Moerdijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van >, , inzake de Algemene

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18489 3 april 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 maart 2017, nr. MBO/1116804, houdende

Nadere informatie

9/ o'm. D a tu m 1 4 MAART o n t v a n g e n MAART Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

9/ o'm. D a tu m 1 4 MAART o n t v a n g e n MAART Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 9/ o'm o n t v a n g e n 1e MAART 2018 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Hogeschool Inholland t.a.v. College van Bestuur Postbus 93043 2509 AA

Nadere informatie

Registratienummer: GF13.20063 Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20

Registratienummer: GF13.20063 Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20 Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF13.20063 Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20 Portefeuillehouder: De heer L. Buwalda Behandelend ambtenaar: Mevrouw I. de Graaf/ De heer W. de Jong Onderwerp:

Nadere informatie

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE 2017-2020 REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE 2017-2020 Het bestuur van het AFK, gelet op de missie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst om te

Nadere informatie

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening van gemeente Amersfoort;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening van gemeente Amersfoort; -./ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 : ; < Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort, gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening van gemeente Amersfoort; besluit vast

Nadere informatie

Regeling voortzetting experimenten individuele. leerrekening; Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Artikel 2.

Regeling voortzetting experimenten individuele. leerrekening; Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Artikel 2. OCenW-Regelingen individuele leerrekening Bestemd voor: regionale opleidingscentra (ROC s); vertegenwoordigers van het bedrijfsleven; kennisinstellingen; scholingsmakelaars. Algemeen verbindend voorschrift

Nadere informatie

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland; Provinciale Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe: gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17117 29 maart 2019 Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 28 maart 2019, nr. WJZ/5893539,

Nadere informatie

a. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. stichting: Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel.

a. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. stichting: Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel. Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2015, nr. 2015-, houdende regels voor de subsidiëring van de Stichting Centrum voor de Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13558 2 september 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 augustus 2010, nr. R&P/RPA/2010/16910,

Nadere informatie

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB)

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB) Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015

Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Pijnacker-Nootdorp. Nr. 44114 22 mei 2015 Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015 De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp; gezien het

Nadere informatie

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels De wet op het voortgezet onderwijs (WVO) kent een aantal bepalingen waarbij limitatief is vastgelegd wanneer het onderwijs - gedurende een beperkte tijd en onder

Nadere informatie

4200AD177. CA-ICT T.a.v... Postbus AD GORINCHEM

4200AD177. CA-ICT T.a.v... Postbus AD GORINCHEM > Retouradres Postbus 93249 2509 AE Den Haag CA-ICT T.a.v... Postbus 177 4200AD GORINCHEM 4200AD177 Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Postbus 93249 2509 AE Den Haag www.agentschapszw.nl Contactpersoon Betreft

Nadere informatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling praktijkleren en Groene plus wordt gewijzigd als volgt:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling praktijkleren en Groene plus wordt gewijzigd als volgt: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18768 1 juli 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 29 juni 2014, nr. WJZ/14075080, houdende

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening Texel Algemene subsidieverordening Texel Gemeenteblad Texel 2016 nr 36 datum 24-03-2016 INTREKKING Algemene subsidieverordening Texel 2011 De raad van de gemeente Texel gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. HBO/AS/2002/22534 25 juni 2002

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. HBO/AS/2002/22534 25 juni 2002 OC enw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon

Nadere informatie

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016;

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016; Besluit van 2 april 2019 Zaaknummer 342352 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM; gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening

Nadere informatie

Tijdelijke subsidieregeling onderwijsondersteunend personeel 2002

Tijdelijke subsidieregeling onderwijsondersteunend personeel 2002 OCenW-Regelingen Bestemd voor: besturen en schoolleiders van scholen of instellingen waarop de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra van toepassing is. Algemeen verbindend voorschrift

Nadere informatie

Regeling aanwijzing opleidingen in het hoger onderwijs inzake toelating deficiënte studenten 2007

Regeling aanwijzing opleidingen in het hoger onderwijs inzake toelating deficiënte studenten 2007 Beleidsregel Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek bvh 079-3232.666 Regeling aanwijzing opleidingen in het hoger onderwijs inzake toelating deficiënte

Nadere informatie

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019.

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oisterwijk Nr. 212686 8 oktober 2018 Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019 Wij willen dat de kwaliteit van het cultuureducatie op de

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Algemene subsidieverordening Texel 2016 Algemene subsidieverordening Texel 2016 ASV Texel 2016 Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 maart 2016 onder nummer 019 Gemeenteblad Texel 2016 nr 35 datum 24-03-2016 Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN

A. ALGEMENE BEPALINGEN No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld; dat het in aanvulling

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ommen. Nr. 52126 16 juni 2015 Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen De raad van de gemeente Ommen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en Informatica:

De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en Informatica: GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ex art. 9.15 lid I WHW ten behoeve van de universitaire lerarenopleidingen TUE De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20907 14 april 2017 Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 april 2017, nr. VO/1151990,

Nadere informatie

FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015

FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015 FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015 Deze FAQ s richten zich alleen op de uitbreiding van het aantal bekostigde opleidingsscholen en niet op de verlenging en/of

Nadere informatie

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; De raad van de gemeente Nederweert; Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; dat maatschappelijke ontwikkelingen aanleiding zijn geweest om het bestaande beleid

Nadere informatie

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland Gedeputeerde Staten van Flevoland, overwegende dat: Provinciale Staten op de begroting onder vermelding van Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied 2017-2019 financiële middelen beschikbaar hebben gesteld

Nadere informatie

Uitvoeringsovereenkomst. BI zone CapelleXL

Uitvoeringsovereenkomst. BI zone CapelleXL Uitvoeringsovereenkomst In de zin van artikel 7, lid 3 van de Experimentenwet BI zones BI zone CapelleXL Ondergetekenden De gemeente Capelle aan den IJssel, te dezer zake op grond van artikel 171 Gemeentewet

Nadere informatie