Subsidieregeling projecten informatie- en communicatietechnologie (ict-projecten) in het

Transcriptie

1 OCenW-Regelingen Subsidieregeling projecten informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs Regeling houdende regels voor het verstrekken van subsidies voor de uitvoering van projecten in het kader van de (Subsidieregeling ict-projecten ). De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Handelende in overeenstemming met de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij, Gelet op artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies, Besluit: Bestemd voor: scholen en instellingen voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs; de bve-sector; het Landbouwonderwijs en de lerarenopleidingen; Gemeenten; onderwijsondersteunende instellingen; bedrijven, culturele instellingen e.d. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 7 februari 2000 Kenmerk: ICT/DIR-1999/46403 Datum inwerkingtreding: zie artikel 19 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies Relatie tot eerdere mededelingen: vervang OCenW-Regelingen WJZ-1998/20657 en WJZ-1998/20673 van 10 juni 1998 (Gele katern 1998, 15) Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/PO, CFI/ICO/VO, CFI/ICO/BVH, Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. minister: de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, b. instelling: bekostigde school of instelling in de zin van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de Expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs of een bekostigde instelling als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek die een lerarenopleiding verzorgt. c. kennisnet: een elektronisch netwerk dat instellingen, via de kabel, met elkaar verbindt en toegang geeft tot het internet, d. een website, ook toegankelijk via het internet, die allerlei specifiek op het onderwijs gerichte diensten biedt, e. ict-ontwikkelproject: een project dat bijdraagt aan de brede, geïntegreerde toepassing van, NUMMER 4/ februari 2000

2 f. ict-netwerkproject: een project waarin personen samenwerken in een netwerk, waarbij de deelnemers gebruik maken van digitale hulpmiddelen, onder meer op kennisnet, en de bevordering van de deskundigheid van de deelnemers op het gebied van ict centraal staat, g. Onderwijs On line: Beleidsplan Onderwijs On line, Verbindingen naar de toekomst, Uitwerkingsplan ict, Kamerstukken II 1998/1999, 25733, nr. 30. Artikel 2. Doelomschrijving De minister kan projectsubsidie verstrekken voor de uitvoering van: 1. ict-ontwikkelprojecten, en 2. ict-netwerkprojecten. Projecten hebben betrekking op één of meer van de volgende thema s: a. deskundigheidsbevordering van onderwijspersoneel, b. ontwikkeling en implementatie van methoden en educatieve programmatuur, c. het beheer van, en d. het gebruik van kennisnet en internet. Artikel 3. Subsidieaanvrager Subsidie wordt verleend aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid. Artikel 4. Vaststelling subsidieplafond Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is in 2000 een bedrag van ƒ ,- beschikbaar, waarvan ƒ ,- voor ict-netwerkprojecten. Artikel 5. Subsidiebedrag per subsidieontvanger De subsidie voor de subsidieontvanger bedraagt: a. ten hoogste 50% van de totale kosten van de activiteiten waarvoor een financiële bijdrage wordt gevraagd. De subsidie bedraagt ten minste f ,- en ten hoogste ƒ ,-, indien het een ict-ontwikkelproject betreft, b. eenmalig ƒ ,- indien het een ict-netwerkproject betreft. Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag Artikel 6. Subsidieaanvraag 1. Subsidie wordt op aanvraag verleend. 2. Onverminderd artikel 16 van de Wet overige OCenWsubsidies, wordt de subsidieaanvraag ingediend op een formulier. Beschrijvingen van deze formulieren zijn als bijlage bij deze regeling gevoegd. 3. Het formulier wordt schriftelijk ingediend bij: Senter, Postbus 30732, 2500 GS Den Haag, Onder vermelding van ict-ontwikkelproject of ict-netwerkproject. Artikel 7. Termijn indiening 1. De subsidieaanvraag voor ict-ontwikkelprojecten kan worden ingediend tot en met 13 april De subsidieaanvraag voor ict-netwerkprojecten kan worden ingediend vanaf 27 maart 2000 tot en met 15 november De minister kan toestaan dat wordt afgeweken van het eerste lid indien dit in het belang is van het integreren van ict. Hoofdstuk 3 Subsidieverlening Artikel 8. Criteria verdeling bij subsidieverlening 1. De minister beoordeelt de kwaliteit van de subsidieaanvragen voor ict-ontwikkelprojecten en let in het bijzonder op: a. de geschiktheid om bij te dragen aan de doelomschrijving als bedoeld in artikel 2, die aansluit bij Onderwijs On line, en aan doelstellingen van onderwijsbeleid in de onderscheiden onderwijssectoren, b. de actieve betrokkenheid van tenminste twee instellingen en tenminste één andere organisatie, c. de medefinanciering van het project door derden en door de deelnemende instellingen, d. de praktische toepasbaarheid van de resultaten van het project veld, e. het vrij beschikbaar maken van de resultaten van het ict-ontwikkelproject voor anderen, in ieder Subsidieregeling projecten AlgemeenSwift NUMMER 4/ februari 2000

3 Subsidieregeling projecten geval via of internet, f. de wijze waarop bij de uitvoering van het ict-ontwikkelproject gebruik wordt gemaakt van kennisnet of internet, en g. de wijze waarop in het ict-ontwikkelproject gebruik wordt gemaakt van de actuele stand van technische ontwikkelingen, zowel uit het onderwijsveld als daarbuiten. 2. Bij subsidieaanvragen voor een ict-netwerkproject let de minister op de criteria bedoeld in het eerste lid onder a, c en d, de actieve betrokkenheid van tenminste twee instellingen en tenminste zes personen, en op de wijze waarop het proces tijdens het project voor anderen zichtbaar wordt gemaakt in een kring op kennisnet, 3. Bij een ict-netwerkproject is de subsidieaanvrager altijd een instelling. Een instelling komt als deelnemer ten hoogste voor subsidie voor één ict-netwerkproject in aanmerking. 4. Een ict-ontwikkelproject heeft een maximale looptijd van twee jaar, een ict-netwerkproject heeft een maximale looptijd van een jaar. 5. De minister voorziet in een gelijktijdige beslissing op aanvragen met betrekking tot ict-ontwikkelprojecten, op basis van een vergelijkende beoordeling van de aanvragen. 6. Indien subsidie wordt verleend aan projecten waar bedrijven bij betrokken zijn en die gericht zijn op de ontwikkeling van commercieel te exploiteren producten of diensten, kan de minister met de subsidieaanvrager afspraken maken over de auteursrechten op deze producten of diensten. Artikel 11. Beslissing op de aanvraag tot subsidieverlening voor ict-netwerkprojecten 1. De minister beslist binnen twaalf weken op de aanvraag tot subsidieverlening voor een ict-netwerkproject. 2. Indien de beschikking niet binnen de gestelde termijn kan worden gegeven, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien. Artikel 12. Niet vervullen begrotingsvoorwaarde In geval van niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van artikel 4 verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat. Dit gebeurt naar rato van het aantal subsidieaanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen. Artikel 13. Weigeringsgronden Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidie worden geweigerd indien: a. een aanvraag in onvoldoende mate voldoet aan de criteria waarmee de minister de aanvraag beoordeelt, b. de subsidieaanvrager reeds eerder in 2000 een zodanige subsidie is verstrekt. Artikel 9. Advies voorafgaand aan subsidieverlening De minister kan ten behoeve van de beslissing over de subsidieverlening het advies van een of meer onafhankelijke deskundige instanties inwinnen. Hoofdstuk 4 Subsidievaststelling Artikel 10. Beslissing op de aanvraag tot subsidieverlening voor ict-ontwikkelprojecten 1. De minister beslist uiterlijk 20 juli 2000 op de aanvraag tot subsidieverlening voor ict-ontwikkelprojecten, als bedoeld in artikel 7, eerste lid. 2. Indien de beschikking niet binnen de gestelde termijn kan worden gegeven, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien. Artikel 14. Aanvraag tot vaststelling De minister kan bij de beschikking tot subsidieverlening nadere voorschriften geven omtrent de aanvraag tot subsidievaststelling. Artikel 15. Rekening en verantwoording 1. De subsidieaanvrager legt bij de aanvraag tot subsidievaststelling rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten. NUMMER 4/ februari 2000

4 2. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig deze regeling en de beschikking tot subsidieverlening. 3. De inrichting van het activiteitenverslag van ict-ontwikkelprojecten en ict-netwerkprojecten komt overeen met de inrichting van de subsidieaanvraag. 4. Het activiteitenverslag van ict-ontwikkelprojecten bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten. Bovendien bevat het activiteitenplan, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in de subsidieaanvraag, en de feitelijke realisatie. 5. Het activiteitenverslag van ict-netwerkprojecten, bevat een beschrijving van het proces dat tijdens het ict-netwerkproject is doorlopen en een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld op de subsidieaanvraag, en de feitelijke realisatie. 6. Indien de subsidieaanvrager geen instelling is en het subsidiebedrag hoger of gelijk is aan ƒ ,-, gaat het financieel verslag vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 7. De accountantsverklaring bevat tevens een oordeel over de naleving van de subsidievoorwaarden door de subsidieontvanger. Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Artikel 17. Intrekking De Subsidieregeling in het primair en voortgezet onderwijs en de Regeling Investeren in voorsprong voor de bve-sector worden ingetrokken. Artikel 18. Bekendmaking Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW- Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Artikel 19. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW- Regelingen, waarin deze regeling wordt geplaatst, en vervalt met ingang van 1 januari 2001, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op het tijdvak waarvoor zij gelding had. Subsidieregeling projecten Hoofdstuk 5 Betaling Artikel 20. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ictprojecten. Artikel 16. Voorschotten 1. De minister verleent de subsidieontvanger van een ictontwikkelproject in augustus 2000 voorschotten van 80% van het subsidiebedrag. Het resterende bedrag van de subsidie wordt betaald na vaststelling van de subsidie. 2. De minister verleent de subsidieontvanger van een ictnetwerkproject binnen vier weken na verzending van de beschikking voorschotten van 100% van het subsidiebedrag. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. L.M.L.H.A. Hermans Toelichting Algemeen Het doel van de Subsidieregeling ict-projecten in het onderwijs is het ondersteunen van onderwijsinstellingen en andere organisaties bij de diverse activiteiten die zij in het kader van ict ondernemen, in samenwerking met elkaar en met anderen. Brede en geïntegreerde toepassing van ict is een complex en AlgemeenSwift NUMMER 4/ februari 2000

5 Subsidieregeling projecten dynamisch proces met een grote verscheidenheid naar tempo, inhoud en vormgeving. Samenwerking tussen onderwijsinstellingen, ook uit verschillende sectoren, en tussen onderwijsinstellingen en anderen (bedrijven, gemeenten, verzorgingsinstellingen) vormt hierbij een belangrijke stimulans en hulp. In het beleidsplan Onderwijs On line worden vier thema s beschreven die bij de integratie van ict een belangrijke rol spelen: deskundigheidsbevordering, methoden en educatieve programmatuur, beheer en kennisnet. Om ict doeltreffend te kunnen integreren in de onderwijspraktijk is het van belang dat alle mensen die in of voor een onderwijsinstelling werken kennis en vaardigheden op ict-gebied verwerven. Om onderwijsinhoudelijke veranderingen tot stand te brengen moet er voldoende educatieve programmatuur ontwikkeld worden die past bij nieuwe vormen van leren en onderwijzen. Onderwijsinstellingen moeten daarbij in staat zijn de verantwoordelijkheid te nemen voor hun ict-infrastructuur, zodat deze technisch en inhoudelijk operationeel is voor de doelen die de onderwijsinstelling daarvoor stelt. Tenslotte krijgen alle onderwijsinstellingen in de komende jaren via kennisnet de beschikking over beveiligde en beheerde netwerkdiensten die toegang bieden tot het internet. Instellingen bepalen zelf hoe zij gebruik maken van de diensten die biedt voor het primaire leerproces en de ondersteuning van het onderwijsproces. Met deze regeling wordt een grondslag geboden voor het toekennen van subsidies om aan de hand van deze thema s ict te integreren. Naast de voorschriften uit deze regeling zijn ook de algemene bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht over subsidies en de Wet overige OCenW-subsidies van toepassing op de subsidies die worden toegekend op grond van deze regeling. Artikelsgewijze toelichting Artikel 2 Subsidieaanvragen die betrekking hebben op één of meer thema s kunnen worden ingediend, namelijk: deskundigheidsbevordering van onderwijspersoneel, de ontwikkeling en implementatie van methoden en educatieve programmatuur, beheer van ict en het gebruik van kennisnet en internet. In Onderwijs On line worden de doelstellingen beschreven die de minister voor elk thema nastreeft. De aanvragen zullen ook worden beoordeeld naar de mate waarin zij bijdragen aan beleidsdoelstellingen in de onderwijssectoren. Ict is immers een middel voor beter onder- wijs, geen doel op zich. Een subsidieaanvrager is, binnen de kaders aangegeven in de subsidieregeling en Onderwijs On line, vrij in de keuze van de vorm en inhoud van het project. In een ict-netwerkproject wordt een organisatiestructuur opgebouwd of onderhouden waarin bevordering van samenwerking en overleg tussen de deelnemers van het netwerk centraal staat. De deelnemers vertegenwoordigen diverse instellingen en organisaties. Zij bepalen in onderling overleg welke doelstelling(en) in het kader van ict in het onderwijs zij in het netwerk nastreven. Deze doelstellingen hebben betrekking op één of meer van de thema s genoemd in artikel 2 onder a tot en met d. Het netwerk kan zich bijvoorbeeld richten op de implementatie van ictlespraktijken. De resultaten komen tot stand door de actieve uitwisseling van ideeën, ervaringen, kennis en initiatieven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van digitale hulpmiddelen. Op wordt het proces binnen het netwerk zichtbaar gemaakt voor derden. Deze subsidieregeling beoogt het ontstaan van diverse netwerken veld te stimuleren, maar ook bestaande netwerken komen in aanmerking voor subsidie. Artikel 3 Subsidie kan worden toegekend aan onderwijsinstellingen, maar ook aan andere organisaties die activiteiten ondernemen die bijdragen aan de doelstelling van de subsidie (bedrijven, gemeenten, verzorgingsinstellingen, culturele instellingen). Bij een ict-netwerkproject, is de subsidieaanvrager altijd een instelling als bedoeld in artikel 1 onder b. De subsidieaanvrager vertegenwoordigt alle deelnemers aan het project. Artikel 5 a. Het is de bedoeling dat de subsidieontvanger ook uit andere bronnen middelen aantrekt ter financiering van het project, uit de eigen middelen en door externe werving (sponsors, andere deelnemers). Om dit te stimuleren zal de subsidiebijdrage aan het project nooit meer dan 50% zijn. De totale begroting van een ict-ontwikkelproject bedraagt minimaal ƒ ,-. De minister kan in 2000 subsidie toekennen aan tweejarige ict-ontwikkelprojecten. Ook voor tweejarige ictontwikkelprojecten bedraagt het totale subsidiebedrag maximaal ƒ ,-. Indien de subsidieontvanger geen instelling is en de subsidieaanvraag is gericht op de ontwikkeling van commercieel te exploiteren producten of diensten, zou het subsidiebedrag voor tenminste 50% ten goede moeten komen aan de deelnemende instellingen. NUMMER 4/ februari 2000

6 ict-ontwikkelprojecten de uitwisseling en samenwerking met instellingen in andere landen centraal staan. b. Er dienen tenminste twee onderwijsinstellingen, zoals beschreven in artikel 1, onder b, bij een ict-ontwikkelproject of een ict-netwerkproject betrokken zijn. De betrokkenheid van instellingen kan blijken uit de actieve inzet van docenten, ict-coördinatoren of systeembeheerders, implementatie van het ict-ontwikkelproject op de instelling, et cetera. Bovendien dient aan een ict-ontwikkelproject tenminste één andere organisatie deel te nemen. Dit kunnen bedrijven, gemeenten of verzorgingsinstellingen zijn die hun deskundigheid inzetten of financiële middelen ter beschikking stellen. De deelname blijkt ook uit de mede-ondertekening van het formulier. Aan een ict-netwerkproject dienen minimaal zes personen deel te nemen, zoals docenten, ouders, schoolleiders, enzovoort. c. De deelnemers moeten een financiële bijdrage leveren aan het project. De deelnemers kunnen zich ook laten sponsoren door derden, zoals gemeenten of bedrijven. Een dergelijke sponsor is niet betrokken bij de uitvoering van het project, maar wil daarin wel investeren. d. De resultaten van het project moeten worden vormgegeven in een product dat een hulpmiddel of instrument kan zijn voor het onderwijsveld. Bijvoorbeeld een instrument voor het kiezen en gebruiken van educatieve software die rekening houdt met verschillen tussen leerlingen. e. De resultaten van het project dienen vrij beschikbaar te zijn voor anderen, het eindproduct dient in ieder geval geschikt te zijn voor verspreiding via of internet. Een uitzondering hierop wordt genoemd in artikel 8, zesde lid. Ook wordt gelet op de activiteiten die de subsidieontvanger van plan is te ondernemen om de vrije beschikbaarheid te bevorderen. Om de resultaten te verspreiden veld kunnen bijvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd worden. f. Tijdens het project dient gebruik te worden gemaakt van functionaliteiten van of internet. De manier waarop kennisnet of internet wordt gebruikt, wordt beschreven in de subsidieaanvraag. De kwaliteit is hierbij belangrijker dan de kwantiteit! g. In het project wordt gebruik gemaakt van bestaande producten, al dan niet ontwikkeld in of voor het onderwijsveld. Indien binnen een project gekozen wordt voor het ontwikkelen van bijvoorbeeld nieuwe software of een nieuwe digitale leeromgeving, dient deze keuze onderbouwd te worden. Artikel 8, tweede lid In een ict-netwerkproject werken tenminste twee onderwijsinstellingen samen. Het netwerk kan sectoraal of interb. De deelnemers van een netwerk kunnen subsidie aanvragen voor kosten die worden gemaakt voor de organisatie of het onderhouden van het netwerk. Bijvoorbeeld door een docent enkele uren vrij te plannen om voor de andere deelnemers informatie op de website van het netwerk te plaatsen. De totale begroting van een ict-netwerkproject bedraagt minimaal ƒ ,-. Het subsidiebedrag voor een ict-netwerkproject is altijd ƒ ,-. Artikel 6 De formulieren waarmee een aanvraag kan worden ingediend, zijn beschikbaar als digitaal document op de website van de directie ICT van het Ministerie van OCenW ( De projectinhoudelijke delen B en C van het ingevulde formulier bestaan uit maximaal acht A4 pagina s indien het een aanvraag betreft voor een ictontwikkelproject en uit maximaal vier A4 pagina s indien het een aanvraag betreft voor een ict-netwerkproject. Het formulier dient schriftelijk te worden ingediend. De minister heeft Senter, een agentschap van het Ministerie van Economische zaken, de opdracht gegeven de ingediende aanvragen te beoordelen op volledigheid. Daarnaast ondersteunt Senter de onafhankelijke deskundige instanties bij het adviseren van de minister over de beslissing tot subsidieverlening. Artikel 8, eerste lid a. Bij de beoordeling wordt gekeken naar de geschiktheid van het project om bij te dragen aan de doelomschrijving, zoals die wordt beschreven in artikel 2 en de toelichting. Bij de verlening van subsidie aan ict-ontwikkelprojecten wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van het subsidieplafond over de verschillende onderwijssectoren en schooltypen, over de vier thema s als bedoeld in artikel 2 en naar een evenwichtige geografische spreiding. Bij de verlening van subsidie wordt gestreefd naar subsidieverlening aan een aantal ict-ontwikkelprojecten die zich specifiek richten op één van de aandachtsgebieden cultuur, emancipatie of internationalisatie zoals beschreven in Onderwijs online. Ict-ontwikkelprojecten kunnen zich bijvoorbeeld richten op of rekening houden met verschillen in leergedrag en leerstijlen en seksespecifieke interessen van leerlingen en studenten. Ook kan aandacht worden besteed aan maatschappelijke groepen die op het gebied van ict een achterstand dreigen op te lopen. Culturele instellingen kunnen deelnemen aan ict-ontwikkelprojecten waarin hun collectie of informatie didactisch wordt ingezet of ontsloten. Daarnaast kan bij Subsidieregeling projecten AlgemeenSwift NUMMER 4/ februari 2000

7 Subsidieregeling projecten sectoraal en regionaal of nationaal georganiseerd zijn. Ook ouders, studenten, leerlingen en andere organisaties kunnen participeren in een ict-netwerkproject. Minimaal zes personen nemen deel aan een ict-netwerkproject. Het proces dat het netwerk doormaakt wordt door de deelnemers zichtbaar gemaakt op Deze website is ook via het internet te bereiken. De wijze waarop het proces tijdens het project voor anderen zichtbaar wordt gemaakt, wordt beschreven in de subsidieaanvraag. Op richt de subsidieaanvrager voordat de subsidieaanvraag wordt ingediend een kring op. Meer informatie over het opstarten van een kring op kennisnet vindt u onder index.html. Artikel 8, derde lid Een instelling in het primair, voortgezet en het landbouwonderwijs komt als deelnemer ten hoogste voor subsidie voor één ict-netwerkproject in aanmerking. Instellingen in de bve-sector komen per cluster van gelijke opleidingen (Techniek, Economie, Zorg en Welzijn of Educatie) als deelnemer ten hoogste voor subsidie voor één ict-netwerkproject in aanmerking. Voor lerarenopleidingen gelden geen beperkingen voor het deelnemen aan ict-netwerkprojecten. Artikel 8, vijfde lid De minister beoordeelt en vergelijkt de subsidieaanvragen van ict-ontwikkelprojecten en rangschikt deze zodanig, dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naar mate de aanvraag in meerdere mate voldoet aan de criteria in artikel 8, eerste lid. De minister verdeelt het beschikbare subsidieplafond voor ict-ontwikkelprojecten in de volgorde van de rangschikking. Dit betekent dat, beginnend met de hoogst gerangschikte aanvraag, subsidies worden verleend totdat het plafond is bereikt. Subsidieaanvragen worden afgewezen als het subsidieplafond door het totaal van de hoger gerangschikte aanvragen is bereikt dan wel door verlening van de subsidie zou worden overschreden. Artikel 9 De namen van deze organisaties en de beoordelaars worden bekend gemaakt op de website Artikel 10 Subsidie voor ict-ontwikkelprojecten wordt verleend op basis van het formulier aanvraag ict-ontwikkelprojecten. De procedure voor subsidieverlening van ict-ontwikkelprojecten op grond van deze regeling is als volgt: indienen aanvraag op formulier: tot en met 13 april 2000; beslissing over de aanvragen: uiterlijk 20 juli 2000 Artikel 11 Subsidie voor ict-netwerkprojecten wordt verleend op basis van het formulier aanvraag ict-netwerkprojecten. De procedure voor subsidieverlening van ict-netwerkprojecten op grond van deze regeling is als volgt: indienen aanvraag op formulier: vanaf 27 maart 2000 tot en met 15 november 2000; beslissing over de aanvragen: binnen 12 weken na indienen van de aanvraag. Artikel 12 Subsidie ten laste van de begroting van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Indien na vaststelling van de begroting blijkt dat er onvoldoende gelden beschikbaar zijn, wordt het verleende subsidiebedrag verlaagd door middel van een evenredige korting op het subsidiebedrag. Dat wil zeggen, een korting naar evenredigheid van het aantal subsidieaanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen. Artikel 13 Een subsidieaanvrager komt in 2000 slechts een keer in aanmerking voor subsidie voor een ict-ontwikkelproject en een keer voor een ict-netwerkproject zoals bedoeld in artikel 2. Instellingen in de bve-sector komen per cluster van gelijke opleidingen (Techniek, Economie, Zorg en Welzijn of Educatie) in 2000 ten hoogste een keer in aanmerking voor subsidie voor een ict-ontwikkelproject en een keer voor een ict-netwerkproject zoals bedoeld in artikel 2. Artikel 14 Na afloop van het project dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in. Als is vastgesteld dat de activiteit waarvoor de subsidie is bestemd, daadwerkelijk en naar behoren heeft plaatsgevonden, vindt subsidievaststelling plaats. Subsidievaststelling is de beschikking waarin een definitieve aanspraak op subsidie wordt gevestigd. Artikel 15 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet volgens de Wet overige OCenW-subsidies worden ingediend binnen dertien weken na afloop van de activiteiten waarvoor de NUMMER 4/ februari 2000

8 subsidie is verleend. Die aanvraag omvat een activiteitenverslag en een financiële verslag. Indien de subsidieaanvrager een instelling is, zoals bedoeld in artikel 1 onder b, wordt toegestaan dat een verantwoording in de jaarrekening of AVR wordt opgenomen in plaats van in een afzonderlijk financieel verslag. De subsidieaanvrager kan in de toelichting bij de jaarrekening of AVR de besteding specificeren. De minister kan op grond van deze regeling voor de aanvraag tot subsidievaststelling voorschriften geven voor de vorm en inhoud van de aanvraag. Zo kan de minister bijvoorbeeld vragen om bij de aanvraag het product dat de activiteiten hebben opgeleverd, mee te zenden of om de aanvraag op een speciaal formulier in te dienen. Bijlage 1 Formulier voor subsidieaanvraag ictontwikkelproject Om in aanmerking te komen voor subsidie voor een ictontwikkelproject, moet u een subsidieaanvraag indienen met behulp van een formulier. Het aanvraagformulier en de handleiding kunt u downloaden van de website Het formulier bevat de volgende onderdelen: A. Projectorganisatie Subsidieregeling projecten Artikel 16 Het betalingsritme van de verleende voorschotten voor ictontwikkelprojecten is als volgt: 80% voorschot, 20% na afloop. Artikel Projectnaam 2. Subsidieaanvrager 3. Projectleider en eerste aanspreekpunt voor subsidieverstrekker (naam, functie, telefoonnummer, faxnummer, adres) 4. Datum van indiening Deze regeling bevat de grondslag voor het verstrekken van projectsubsidies in het kader van de. Zij vervangt de Subsidieregeling in het primair en voortgezet onderwijs en de Regeling Investeren in voorsprong voor de bve-sector (beiden gepubliceerd het Gele Katern, 10 juni 1998, nr. 15), die eveneens een grondslag daarvoor bevatten. Omdat alle structureel beschikbare bedragen aan de budgetten van de scholen en instellingen worden toegevoegd, kunnen deze regelingen geheel worden ingetrokken. Artikel 19 De subsidieregeling voor ict-projecten is een jaar geldig. Sommige toegekende ict-ontwikkelprojecten zullen echter een looptijd hebben van twee jaar. De subsidieregeling blijft voor deze projecten van toepassing over de hele looptijd van het project. Het is dus mogelijk dat er besluiten worden genomen over vaststelling van de subsidie op basis van de vervallen regeling. Op basis van evaluatie van de resultaten van deze subsidieregeling wordt voor december 2000 een beslissing genomen over de ontwikkeling van een nieuwe subsidieregeling voor De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. L.M.L.H.A. Hermans B. Projectinhoud en -aanpak 1. Achtergrondschets en aanleiding voor het project 2. Doelstelling en resultaten: a. Welke doelen worden met dit project nagestreefd? b. Welke resultaten worden binnen dit project tot stand gebracht? c. Geef per resultaat aan: wat de doelgroep is; wat de specificaties van het resultaat zijn (vorm en inhoud); wie welke bijdrage levert aan het resultaat; d. Hoe worden de resultaten verspreid veld? Geef aan welke functionaliteiten van kennisnet of internet u hierbij gebruikt. 3. Planning Geef een globaal overzicht in de tijd van activiteiten en resultaten. Wat is de totale looptijd van het project? Wanneer worden de resultaten opgeleverd? Hoe maakt u bij de uitvoering van het project gebruik van kennisnet of internet? Welke bestaande (technische) ontwikkelingen worden gebruikt? Indien een nieuw technisch hulpmiddel wordt ontwikkeld tijdens het project dient u te verantwoorden waarom u deze keuze maakt. 4. Overige deelnemers (naam organisatie, naam contactpersoon) AlgemeenSwift NUMMER 4/ februari 2000

9 Subsidieregeling projecten C. Financiële gegevens 1. Begroting a. totale begroting, uitgesplitst naar te onderscheiden activiteiten, b. gewenst subsidiebedrag. 2. Cofinanciering a. gegevens cofinancierders (naam, adres), b. bijdragen cofinancierders. D. Ondertekening subsidieaanvrager Datum: Naam: Functie: E. Ondertekening overige deelnemende organisaties Datum: Naam: Functie: Bijlage 2 Formulier voor subsidieaanvraag ictnetwerkproject 5. Gaat het om een bestaand of nog op te richten netwerk? 6. Naam van de kring op de website van kennisnet. 7. Datum van indiening B. Doel van het netwerk 1. Kunt u in enkele zinnen de situatie schetsen (doelgroep, didactisch, informatief, beheersmatig, communicatief of onderwijskundig probleem) waar u met dit netwerk aan wilt werken? 2. Kunt u in enkele zinnen schetsen welke concrete situatie u met ict (in relatie tot vraag B1) na een jaar met het netwerk bereikt wilt hebben? 3. Activiteiten van het netwerk Geef een korte omschrijving van de manier waarop het netwerk aan bovenstaande doelen wil gaan werken (eigen organisatie, inhuur deskundigheid, fysieke en virtuele communicatie) C. Financiële gegevens (indicatief) 1. Indicatie totale begroting personele kosten materiaal kosten organisatiekosten 2. Financiering a. Eigen bijdrage instellingen b. Gegevens mogelijke co-financiers (naam, adres) c. Indicatie bijdragen mogelijke co-financiers d. Subsidiebedrag ƒ ,-. Om in aanmerking te komen voor subsidie voor een ictnetwerkproject, moet u een subsidieaanvraag indienen met behulp van een formulier. Het aanvraagformulier en de handleiding kunt u downloaden van de website Het formulier bevat de volgende onderdelen: A. Projectorganisatie 1. Naam/ titel van het netwerk 2. Subsidieaanvrager (een school of instelling) 3. Beoogd leider van het netwerk (naam, functie, telefoonnummer, faxnummer, adres) 4. Leden van het netwerk (naam instelling/ organisatie, naam, telefoonnummer, adres) D. Ondertekening subsidieaanvrager Alle deelnemers van het netwerk zijn bereid het proces inzichtelijk en volgbaar te maken door: Inzicht te geven in de virtuele communicatie tussen de leden van het netwerk; Een bijdrage te leveren voor het eindverslag namens het netwerk. Alle deelnemers van het netwerk zijn bereid het project uit te voeren zoals hier beschreven. Datum: Naam: Functie: NUMMER 4/ februari 2000