STRAFRECHTSPRAAK. Relevante rechterlijke beslissingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STRAFRECHTSPRAAK. Relevante rechterlijke beslissingen"

Transcriptie

1 1 STRAFRECHTSPRAAK Inleiding Er zijn slechts een gering aantal strafzaken bekend tegen anesthesiologen of hun medewerkers. Het zelfde geldt voor andere disciplines. Dit is vooral te verklaren door het feit, in medische zaken dood door (aanmerkelijke) schuld vaak moeilijk door het Openbaar Ministerie valt te bewijzen. De gedragingen van de verdachte dienen namelijk ondergebracht te worden in de stricte omschrijving van een delict in het Wetboek van Strafrecht. Een gerechtelijk vooronderzoek naar een mogelijk strafbaar feit in het medisch handelen komt regelmatig voor, maar voert slechts in een gering aantal gevallen daadwerkelijk tot een proces. Daarentegen neemt de Inspectie voor de Gezondheidszorg vaak daarna de zaak over en legt deze voor aan de tuchtrechter. Relevante rechterlijke beslissingen Strafrecht 1980 Begrippen: anesthesist; controle op intubatie; dood door schuld Beslissing: geldboete van fl. 5000,- Rechtscollege / Datum: Rechtbank Arnhem, 18 maart 1980 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1980 (124):266 Samenvatting van de casus: bij de inleiding van de anesthesie wordt geïntubeerd door een verpleegkundige. De tube bleek ingebracht te zijn in de oesophagus. Omdat dit niet op tijd werd ontdekt is patiënt later overleden. Overwegingen bij de beslissing: de Rechtbank oordeelt dat een intubatie een medische handeling is, en met de grootste zorgvuldigheid dient te geschieden. De controle op de juiste positie van de tube was volstrekt ontoereikend (ook naar de mening van door de Rechtbank gevraagde deskundigen), waarmee zodanig nalatig is gehandeld dat het schuld oplevert in de zin van artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht (= dood door schuld). Strafrecht Begrippen: anesthesist; controle apparatuur; dood door schuld Beslissing: voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden Rechtscollege / Datum: Rechtbank Leeuwarden, 23 december 1987 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1988 (23):173 Samenvatting van de casus: een kind ondergaat een tonsillectomie onder anesthesie. Het wat verouderde type apparatuur (zonder zuurstofalarm), waarvan gebruik wordt gemaakt, is kort daarvoor door de technische dienst gereviseerd en gecontroleerd. Onopgemerkt blijft dat de aansluitingen voor zuurstof en lachgas hierbij zijn verwisseld. Als bij de ingreep 100 % O 2 wordt toegediend krijgt het kind in werkelijkheid alleen N 2 O; het kind overlijdt. Overwegingen bij de beslissing: de Rechtbank komt tot de conclusie dat de anesthesist de controle van de apparatuur stelselmatig aan anderen overliet, en de kwaliteit daarvan niet verifieerde. De Rechtbank oordeelt dan ook dat deze structurele zorgeloosheid het mede heeft mogelijk gemaakt dat een incidentele fout van een monteur niet werd ontdekt.

2 2 Strafrecht a Begrippen: ziekenhuis; defecte apparatuur; dood door schuld Beslissing: boete van fl Rechtscollege / Datum: Rechtbank Leeuwarden, 23 december 1987 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1988 (23):175 Samenvatting van de casus: het betreft hier dezelfde casus als hierboven. Overwegingen bij de beslissing: de Rechtbank stelt de Stichting die het ziekenhuis exploiteert verantwoordelijk voor het algehele functioneren hiervan, in het bijzonder voor de zorg voor de betrouwbaarheid van de gebruikte apparatuur. De Stichting heeft niet voldoende vorm en inhoud gegeven aan de organisatie en de werkwijze van de technische dienst. Dit blijkt enerzijds uit het ontbreken van een behoorlijk controlesysteem, anderzijds uit het feit dat een anesthesie-apparaat dat wel uit de administratie is verdwenen niettemin toch nog wordt gebruikt. Strafrecht 2001 Begrippen: anesthesiemedewerker; dood door schuld Beslissing: dood door schuld wordt bewezen geacht; er wordt geen straf opgelegd Rechtscollege / Datum: Rechtbank Leeuwarden, 10 juli 2001 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2001 (8):557 Samenvatting van de casus: Een patiënt wordt ten behoeve van een operatie aan de rechter heup onder algehele anesthesie gebracht door de anesthesioloog en de betrokken anesthesie-medewerker. De laatste zorgt verder voor de bewaking van de patiënt. Omdat de patiënt op de linkerzij moet worden gedraaid wordt de beademingsapparatuur losgekoppeld, de beademingsmachine op stand-by gezet, en worden alle alarmen uitgeschakeld. Na positionering wordt de beademingsapparatuur weer aangesloten; omdat alle alarmen zijn uitgeschakeld wordt pas na 5 8 minuten ontdekt dat de patiënt niet wordt beademend. Hierdoor ontstaat ernstig diffuus hersenletsel, en blijvend coma; patiënt overlijdt twaalf dagen postoperatief na een pneumonie. Overwegingen bij de beslissing: de rechtbank acht de anesthesie-medewerker schuldig aan het gebeuren. Er wordt geen nadere straf opgelegd omdat de betrokkene zich zijn fout bijzonder heeft aangetrokken, hetgeen emotioneel grote gevolgen voor hem heeft gehad; bovendien heeft hij van het ziekenhuis een schriftelijke waarschuwing ontvangen. Strafrecht Begrippen: arts-assistent; intrathecale injectie; dood door aanmerkelijke schuld; ziekenhuisorganisatie Beslissing: vrijspraak Rechtscollege / Datum: Rechtbank s Gravenhage, 19 november 2002 Bron: Medisch Contact 2003 (2):72 Samenvatting van de casus: Bij de behandeling, op de operatiekamer, van een driejarig leukemiepatiëntje wordt de voor intraveneuze toediening bedoelde dosis vincristine per abuis intrathecaal toegediend. Het kind overlijdt. Overwegingen bij de beslissing: de Rechtbank is van oordeel dat controle op toe te dienen medicatie een verantwoordelijkheid is van de arts. Dat door een ongelukkige samenloop van omstandigheden de injectiespuit met de IV-dosering vincristine zich tussen de spuiten met de IT-doseringen bevond, doet

3 3 daaraan niets af. De arts mag niet afgaan op datgene wat hem door de verpleegkundige wordt aangereikt; bij dergelijke voorbehouden handelingen (wet BIG) heeft zij slechts een assisterende rol. Echter, het nalaten van de controles levert niet de voor bewezenverklaring vereiste aanmerkelijke schuld op, zo oordeelt de rechtbank. Het aan de arts-assistent (deze was niet in opleiding en pas drie weken werkzaam op de afdeling Kinderoncologie) te maken verwijt valt in het niet bij de onachtzaamheden en ernstige nalatigheden aan de kant van de ziekenhuisorganisatie. De fouten van de leidinggevenden worden als volgt opgesomt: - het niet opvolgen van dringende adviezen omtrent het vermijden van dodelijke intrathecale injecties van vincristine (1998, SNWLK) naar aanleiding van eerdere ongevallen in Nederland en in het buitenland - het niet tijdig zorgen voor duidelijke en voor ieder kenbare protocollen en waarschuwingen - het niet zorgen voor aanwezigheid van voldoende personeel, met name leidinggevende stafartsen-specialisten tijdens genoemde ingrepen - het niet zorgen voor behoorlijke supervisie en begeleiding van onervaren basisartsen en in het bijzonder het niet verstrekken van eenduidige instructies aan arts-assistenten ter zake van het uitvoeren van een intrathecale triple-therapie. Strafrecht a Begrippen: verpleegkundige; intrathecale injectie; dood door aanmerkelijke schuld Beslissing: vrijspraak Rechtscollege / Datum: Rechtbank s Gravenhage, 19 december 2002 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2003 (4):291 Samenvatting van de casus: het betreft dezelfde casus als hierboven. Overwegingen bij de beslissing: de Rechtbank overweegt dat de verpleegkundige niet heeft bemerkt dat de dodelijke spuit door een reeks fouten van anderen op de operatiekamer is terecht gekomen, maar dat dat volstrekt onvoldoende is om dood door aanmerkelijke schuld bewezen te verklaren. Strafrecht Begrippen: toediening medicatie; verklaring natuurlijke dood; moord Beslissing: vrijspraak Rechtscollege / Datum: Rechtbank Breda, 10 november 2004 Bron: (LJN: AR5394, Rechtbank Breda 1703/03) Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2005 (6):526 (Hoger beroep) Samenvatting van de casus: een 77-jarige patiënt is na een omvangrijk herseninfarct in coma geraakt, waarbij ook ademhalingsproblemen zijn ontstaan. Een dag voor het overlijden wordt besloten tot een palliatief beleid. Er wordt morfine intraveneus toegediend: eerst 3 mg/uur, later 5 mg/uur. Een dag later is de algemene toestand verslechterd, de patiënt is subcomateus en onrustig, met een onregelmatige ademhaling, veel slijm en een hoge hartfrequentie. Ter verlichting van het lijden wordt, door de weekend-dienstdoend arts-assistent, een bolus morfine (20 mg) toegediend en, toen dit onvoldoende effect had, op een later tijdstip 5 mg dormicum. Korte tijd daarna overlijdt de man. Overwegingen bij de beslissing: de Rechtbank overweegt dat uit getuigenverklaringen niet valt af te leiden dat inzake de dood van de patiënt bij de dienstdoend arts opzet in het spel was. Uit onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de toegediende medicijnen qua aard, hoeveelheid en combinatie passen bij het doel van palliatieve zorgverlening: van excessieve medicatie was geen sprake, laat staan van een medicatie die zodanig excessief was dat hieruit reeds het bestaan van een op de dood van de patiënt gericht opzet zou kunnen worden afgeleid. Uit verklaringen van getuigedeskundigen blijkt dat de toegediende medicatie past in een gebruikelijk medisch beleid van pijnbestrijding; een en

4 4 ander brengt echter met zich mee dat het leven van de patiënt kan worden verkort. Uit rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut blijkt verder dat de bij de patiënt aangetroffen concentraties morfine en dormicum niet bijzonder hoog waren. Ten aanzien van het ten onrechte afgeven van een verklaring van natuurlijke dood overweegt de Rechtbank dat op het moment dat de patiënt een bij het doel van palliatieve zorg passende medicatie kreeg toegediend hij stervende was en het overlijden nabij. Daarom kon de verdachte, toen de man overleed, de overtuiging hebben dat de dood tengevolge van een natuurlijke oorzaak was ingetreden. De Rechtbank spreekt de arts vrij van zowel het met opzet doden van de patiënt als het opzettelijk afgeven van een valse schriftelijke verklaring van de oorzaak van overlijden. Het Openbaar Ministerie gaat in beroep (november2004). Dit dient op 19 juli 2005 voor het Gerechtshof in s Hertogenbosch. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank, met de toevoeging dat bij het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep niet is komen vast te staan dat de dood door de weergegeven toediening van medicijnen is veroorzaakt. Strafrecht Begrippen: kindercardioloog, hartcatheterisatie, nabloeding, dood door schuld Beslissing: gevangenisstraf; verbod tot uitoefening van het beroep van arts voor 6 jaar Rechtscollege / Datum: Rechtbank Utrecht, 30 november 2004 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2005 (6):515 Samenvatting van de casus: een 7 maanden oude baby ondergaat een hartcatheterisatie. Zij was geboren met een dubbele aortaboog, met in iedere boog een vernauwing. Ongeveer 3 weken na de geboorte ondergaat zij een operatie waarbij een van de bogen wordt verwijderd en in de andere de vernauwing wordt opgeheven. Daarna wordt nog eens (enkele maanden later) een ballondilatatie uitgevoerd. Omdat de vernauwing wederom optreedt wordt besloten tot een nieuwe interventie; de uitvoerend kindercardioloog geeft de voorkeur aan het plaatsen van een stent in de aortaboog. De voor het inbrengen van de stent benodigde sheath blijkt iets te groot voor de arteria femoralis; daarop wordt het distale gedeelte van de sheath met een mesje afgesneden. Aan het einde van de procedure blijkt de ingekorte sheath slechts met moeite terug te trekken uit de arteria femoralis, onder andere omdat zich een braam bevindt aan het afgesneden eind van de cannule. Bij overdracht aan de verkoeverkamer wordt medegedeeld dat men extra moet letten op nabloedingen. Na enige tijd loopt de saturatie terug, en wordt de bloeddruk lager. Er wordt dan een bobbel gevoeld in de buikholte, ter grootte van een sinaasappel. Drie kwartier later blijkt het kind in shock. Omdat wordt aangenomen dat de bloeding intussen is getamponeerd (door omliggend weefsel) besluit men tot het geven van bloed en vocht. Het kind wordt overgebracht naar de Intensive Care waar het wordt aangesloten aan de beademing. Intussen is een diepe shock ontstaan, en wordt via een (inmiddels ingebrachte) centrale lijn bloed en adrenaline toegediend. In overleg met de ouders wordt besloten tot een spoedoperatie. Echter, nog voordat transport naar de OK plaatsvindt ontstaat er opnieuw een hypotensie; resuscitatie mag niet meer baten en het kind overlijdt. Overwegingen bij de beslissing: De door de rechter-commissaris benoemde deskundigen oordelen dat de ingreep wel noodzakelijk was, maar niet spoedeisend. Verder constateren zij dat er in de wereld nauwelijks gevallen bekend zijn van stentplaatsing bij kinderen jonger dan een jaar, en dat de hier gebruikt sheath niet in deze kleine arterie geplaatst had mogen worden. De twee belangrijkste elementen in de keten van gebeurtenissen die hebben geleid tot het overlijden van de baby zijn de beschadiging van de arterie tijdens de interventie en de conservatieve behandeling van de nabloeding. De kindercardioloog wordt verweten ernstige fouten te hebben gemaakt bij de ingreep, geen assistentie te hebben ingeroepen van collegae, en bij de overdracht aan de verkoeverkamer onvoldoende duidelijk

5 5 te hebben gewezen op de mogelijkheid van een arteriële nabloeding. Eventuele tekortkomingen in de nazorg op de verkoeverkamer pleiten hem niet vrij van de uiteindelijke gevolgen. De kindercardioloog wordt veroordeeld wegens dood door schuld. Strafrecht Begrippen: kindercardioloog (zie ook ), dood door schuld, bezit kinderporno Beslissing: gevangenisstraf, werkstraf, ontzetting uit beroep van arts Rechtscollege / Datum: Gerechtshof Arnhem, 12 oktober 2005 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2006; 2: Samenvatting van de casus: Het betreft hier een hoger beroep van de casus onder Overwegingen bij de beslissing: Ook het Hof pleit de kindercardioloog vrij van doodslag, maar acht dood door schuld bewezen, evenals het bezit van kinderporno. Het Hof komt gezien de goede reputatie van de cardioloog vóór het gebeurde tot een mildere strafoplegging. Ook de ontzetting uit het beroep van arts wordt teruggebracht tot 3 jaar. Strafrecht Begrippen: geheimhoudingsplicht, geen redelijk vermoeden van schuld; Nemo tenetur beginsel: niemand mag worden gedwongen mee te werken aan zijn eigen veroordeling Beslissing: bevel tot inbeslagneming van medisch dossier ten onrechte gedaan Rechtscollege / Datum: Rechtbank Rotterdam, 13 februari 2007 (LJN AZ8514) Bron: Gezondheidszorg jurisprudentie, 2 april 2007, p Samenvatting van de casus: Een vrouw overlijdt aan een na een operatie opgetreden darmperforatie. Dit is geduid als een met het ziekteproces samenhangende gebeurtenis, en er is een verklaring van natuurlijke dood afgegeven. Uit een intern onderzoek (FONA-commissie) en uit een onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen die wijzen op inadequaat medisch handelen. De Inspectie bericht de officier van justitie dat het niet mogelijk is om aan te geven of een eventuele vertraging in het stellen van de diagnose darmperforatie van invloed is geweest op het beloop van het ziekteproces. Er bestaat geen vermoeden van niet-natuurlijke dood. Op basis van het rapport van de Inspectie besluit de officier van justitie dat er onvoldoende mogelijkheden zijn voor een strafrechtelijk onderzoek. De echtgenoot van de vrouw is het hiermee niet eens en verzoekt alsnog nader onderzoek. Een en ander leidt er uiteindelijk toe dat, op grond van een incompleet dossier (omdat de officier van justitie destijds de zaak meteen heeft doorgegeven aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg), het openbaar ministerie het ziekenhuis verzoekt tot overhandigen van het complete medisch dossier inclusief een compleet overzicht van de artsen en verpleegkundigen die bij de behandeling waren betrokken. Het ziekenhuis weigert dit op grond van het medisch beroepsgeheim; verder beroept het ziekenhuis zich op het nemo tenetur beginsel (zie boven). Hierop vaardigt de rechter-commissaris een bevel uit tot inbeslagneming van het dossier. Overwegingen bij de beslissing: Het ziekenhuis gaat in beroep tegen deze gang van zaken. De rechtbank oordeelt dat er op het moment waarop de beslissing werd genomen tot nader onderzoek er geen redelijk vermoeden bestond van dood door schuld als bedoeld in artikel 307 van het wetboek van Strafrecht. Bovendien heeft het openbaar ministerie geen minder ingrijpende maatregelen overwogen en is direct over gegaan tot het bevel tot inbeslagneming van het medisch dossier. Verder hebben zich ook geen nieuwe feiten of omstandigheden voorgedaan die een verdenking ter zake van dood door schuld kunnen rechtvaardigen.

6 6 Nu de officier van justitie (ten einde het onderzoek van de rechter-commissaris mogelijk te maken) haar vordering tot inbeslagneming niet kan baseren op een bevoegdheid uit het wetboek van Strafvordering is daarmee ook het bevel tot inbeslagneming ten onrechte gedaan. Het medisch dossier dient aan het ziekenhuis te worden teruggegeven. Strafrecht Begrippen: doorbreking verschoningsrecht, geheimhoudingsplicht, waarheidsvinding Beslissing: inbeslagneming van het medisch dossier is gerechtvaardigd teneinde een objectief en zo volledig mogelijk onderzoek mogelijk te maken Rechtscollege / Datum: Rechtbank Rotterdam, 13 februari 2007 (LJN AZ8512) Bron: Gezondheidszorg jurisprudentie, 2 april 2007, p Samenvatting van de casus: Een vrouw lijdt aan dystrofia myotonica. In juni 2005 wordt een pacemaker ingebracht. Tijdens deze procedure ontstaat een pneumothorax. Enkele dagen na ontslag meldt zij zich weer in het ziekenhuis omdat zij zich voortdurend moe voelt; er wordt een ECG en een X-thorax gemaakt en er wordt laboratoriumonderzoek verricht. Patiënte krijgt intussen ook zuurstof toegediend. Na het onderzoek mag zij naar huis terugkeren. Later op diezelfde dag heeft de vrouw ademnood, en wordt de ambulance gebeld. Er ontstaat een reanimatie situatie; uiteindelijk overlijdt de patiënte voordat men het ziekenhuis kan bereiken. De gemeentelijke lijkschouwer geeft geen verklaring af van natuurlijke dood. Er volgt onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut. De conclusie is dat de vrouw is overleden aan een combinatie van een longembolie en een groot recent hartinfarct. Omdat klinische gegevens ontbreken is het volgens de patholoog niet mogelijk om eventueel medisch falen aan te tonen of uit te sluiten. Op grond hiervan verzoekt de officier van justitie ( voordat zij de beslissing neemt of nader strafrechtelijk onderzoek is geïndiceerd ) het ziekenhuis om een kopie van het medisch dossier toe te sturen aan de patholoog. In hetzelfde bericht wordt het ziekenhuis medegedeeld dat de echtgenoot aangifte heeft gedaan van een vermoeden van dood door schuld. Overwegingen bij de beslissing: Het ziekenhuis weigert afgifte van de medische gegevens en beroept zich daarbij op de plicht tot geheimhouding en het (afgeleide) verschoningsrecht. Het medisch dossier wordt vervolgens in beslag genomen. Het ziekenhuis komt hiertegen in het geweer omdat er geen redelijk vermoeden van schuld bestaat van het ziekenhuis aan het overlijden van patiënte. De rechtbank overweegt dat de opmerking van de officier van justitie voordat zij de beslissing neemt of nader strafrechtelijk onderzoek is geïndiceerd niet uitsluit dat er enig vermoeden van dood door schuld bestond op het moment dat het verzoek tot overhandigen van een kopie van het medisch dossier werd gedaan. De officier van justitie heeft bovendien eerst getracht om medewerking te verkrijgen voor uitwisseling van gegevens tussen de behandelend artsen en de patholoog, alvorens tot het als zwaar ervaren middel van inbeslagneming over te gaan. Aan het verschoningsrecht ligt het maatschappelijk belang ten grondslag dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies tot de verschoningsgerechtigde moet kunnen wenden. De rechtbank is het eens met het standpunt van het ziekenhuis dat zij en de daar werkzame artsen verschoningsrecht toekomt en dat er zonder toestemming geen brieven of geschriften die vallen onder de geheimhoudingsplicht in beslag mogen worden genomen. Dit verschoningsrecht is echter niet absoluut en er zijn omstandigheden denkbaar waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt zwaarder moet wegen dan het verschoningsrecht. Degene die zich wendt tot een hulpverlener moet er, gezien diens specifieke deskundigheid, op kunnen vertrouwen dat aan hem of haar deskundige en adequate medische bijstand wordt verleend en dat, ingeval van een ernstig vermoeden van verwijtbaar minder zorgvuldig of onzorgvuldig medisch handelen met voor de patiënt ingrijpende of fatale gevolgen, hiernaar een objectief en zo volledig mogelijk onderzoek wordt ingesteld.

7 7 De rechtbank is, met de officier van justitie en de rechter-commissaris, van oordeel dat er in dit geval sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden die doorbreking van het verschoningsrecht rechtvaardigen, en wijst de klacht van het ziekenhuis tegen inbeslagneming van het medisch dossier af. Strafrecht Begrippen: verschoningsrecht arts; geheimhoudingsplicht; waarheidsvinding Beslissing: doorbreking van het verschoningsrecht is in uitzonderlijke omstandigheden mogelijk Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 21 oktober 2008 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2009; 2: Samenvatting van de casus: het betreft een vervolg op de casus onder Overwegingen bij de beslissing: Aan het verschoningsrecht ligt het maatschappelijk belang ten grondslag dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies tot de verschoningsgerechtigde moet kunnen wenden. De Hoge Raad onderschrijft het standpunt van de rechtbank dat er zeer uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn waarin het verschoningsrecht moet wijken voor het belang dat de waarheid aan het licht komt. Bij de beantwoording van de vraag of opzij zetten van het verschoningsrecht gerechtvaardigd is moet worden gelet op de aard en de ernst van het strafbaar feit, de aard en de inhoud van het materiaal waarover zich het verschoningsrecht uitstrekt en de mate waarin de betrokken belangen van de patiënt zouden worden geschaad indien het verschoningsrecht wordt doorbroken. De enkele omstandigheid dat een verschoningsgerechtigde als verdachte wordt aangemerkt, is niet toereikend om zijn verschoningsrecht te doorbreken. De rechtbank achtte de volgende factoren van belang: - gezien de omstandigheden en gebeurtenissen bestond er een redelijk vermoeden van schuld betreffende het misdrijf dood door schuld - er waren geen aanwijzingen dat de overleden patiënte bezwaar zou hebben gehad tegen kennisneming (door anderen) van de inbeslaggenomen gegevens - dat de inbeslaggenomen gegevens van cruciaal belang waren voor het aan de dag brengen van de waarheid omtrent de gerezen verdenking van dood door schuld - dat die gegevens niet op een andere wijze konden worden verkregen - dat degene die zich wendt tot een verschoningsgerechtigde hulpverlener er op moet kunnen rekenen dat hem of haar deskundige bijstand wordt verleend en dat, in geval van ernstig vermoeden van verwijtbaar onzorgvuldig medisch handelen met voor de patiënt ingrijpende of fatale gevolgen, hiernaar een objectief en zo volledig mogelijk onderzoek wordt ingesteld. De Hoge Raad acht dit geen onjuiste rechtsopvatting en ondersteunt daarmee de beslissing van de rechtbank. In een Kroniek rechtspraak strafrecht gaat W. Duijst uitgebreid in op het beroepsgeheim en het verschoningsrecht [TvGR 2009;7: ]. Zij concludeert dat er langzamerhand een zekere lijn ontstaat: een verschoningsgerechtigde die een strafbaar feit pleegt met of tegen zijn patiënt of een strafbaar feit dat verband houdt met het medisch handelen kan rekenen op een afwijzing van een beroep op het verschoningsrecht. Het blijft echter onduidelijk wat precies onder zeer uitzonderlijke omstandigheden moet worden verstaan. Als het gaat om een strafbaar feit gepleegd door een patiënt dan kan de hulpverlener zich beroepen op het verschoningsrecht. Niettemin blijven er twee grote vragen over in het gezondheidsstrafrecht: wanneer gaat het openbaar ministerie over tot vervolging en wanneer bestaan er voor de strafrechter redenen om een beroep op het verschoningsrecht niet te honoreren. Duijst pleit voor een vervolgingsrichtlijn voor hulpverleners toegespitst op fouten bij het uitvoeren van medische handelingen. Bij het opstellen daarvan zou

8 rekening gehouden moeten worden met normen zoals die in de WGBO, de Wet BIG en de beroepsgroep worden gehanteerd. 8

Strafrecht in de zorg / Preventie

Strafrecht in de zorg / Preventie Strafrecht in de zorg / Preventie 7 oktober 2013 Mr. Marcel Smit en mr. Tina Sandrk Onderwerpen Inleiding Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) Openbaar Ministerie (OM) Gegevensuitwisseling IGZ en OM

Nadere informatie

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek.

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek. Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek Maart 2013 Vastgesteld door de algemene raad op 4 maart 2013 1 Voorwoord

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Workshop Landelijk Congres Huiselijk Geweld 16 november 2009 Inhoud Waar hebben we het over Juridisch Kader Achtergrond Afweging: geheim doorbreken? Stappenplan Casusposities

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69445 1 december 2017 Aanwijzing vervolgingsbeslissing inzake late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

de rol van de forensisch arts

de rol van de forensisch arts de rol van de forensisch arts 16-02-2012 Arts en Strafrecht Peter Paul Bender forensisch arts KNMG Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond bender@farr.nl programma: - de forensisch arts - arts en strafrecht

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Samenvatting 7 Samenvatting Levensbeëindiging het veroorzaken of bespoedigen van de dood door het toedienen van een middel met het doel het leven te bekorten is strafbaar als doodslag of moord. Onder omstandigheden kan

Nadere informatie

Het medisch beroepsgeheim

Het medisch beroepsgeheim Het medisch beroepsgeheim mr.dr. Sjaak Nouwt Adviseur Gezondheidsrecht KNMG s.nouwt@fed.knmg.nl Agenda Inhoud medisch beroepsgeheim Belang Uitzonderingen Maatschappelijke druk Vragen? 2 Medisch Beroepsgeheim

Nadere informatie

Obductie. Informatie voor nabestaanden

Obductie. Informatie voor nabestaanden Obductie Informatie voor nabestaanden 2 U heeft deze folder gekregen omdat uw echtgenoot, familielid of dierbare is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie (ook wel autopsie, lijkschouwing

Nadere informatie

Obductie Informatie voor nabestaanden

Obductie Informatie voor nabestaanden 00 Obductie Informatie voor nabestaanden 1 Inleiding U heeft deze folder gekregen omdat uw echtgenoot, familielid of dierbare is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie gedaan mag worden.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Medische Tuchtrechtspraak

Medische Tuchtrechtspraak Medische Tuchtrechtspraak 1975 1992 Bronnen: M.E.F. Heineman, J.H. Hubben. De anesthesioloog in de medische tuchtrechtspraak 1975 1992. Reeks Gezondheidsrecht, Nijmegen 1993 D. van Diejen en J.H. Hubben.

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Convenant inzet onafhankelijk deskundige arts bij signalen en verdenkingen van fraude in de zorg

Convenant inzet onafhankelijk deskundige arts bij signalen en verdenkingen van fraude in de zorg Convenant inzet onafhankelijk deskundige arts bij signalen en verdenkingen van fraude in de zorg Sjaak Nouwt Beleidsadviseur gezondheidsrecht KNMG Bram Verwoert Senior adviseur opsporingsdeskundigheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

Bijzondere kenmerken Raadkamer Inhoudsindicatie Het gerechtshof beveelt de strafvervolging van een ziekenhuis na het overlijden van een patiënt

Bijzondere kenmerken Raadkamer Inhoudsindicatie Het gerechtshof beveelt de strafvervolging van een ziekenhuis na het overlijden van een patiënt Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHAMS:2016:291 Permanente link: http://deeplink.rechtspra Instantie Datum uitspraak 29-01-2016 Datum publicatie 08-02-2016 Zaaknummer K12/0113 Rechtsgebieden Gerechtshof

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 6 mei 2013. Rapportnummer: 2013/047

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 6 mei 2013. Rapportnummer: 2013/047 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht Datum: 6 mei 2013 Rapportnummer: 2013/047 2 Klacht Verzoeksters klagen over de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen van

Nadere informatie

Obductie. Informatie over obductie voor nabestaanden. Obductie

Obductie. Informatie over obductie voor nabestaanden. Obductie Obductie Informatie over obductie voor nabestaanden Obductie Inleiding 3 Wat is een obductie of autopsie? 3 Waarom obductie? 4 Wat gebeurt er bij een obductie? 4 Het bewaren van weefsel en organen 5 Hoe

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Zorgseminar Medisch beroepsgeheim

Zorgseminar Medisch beroepsgeheim Zorgseminar Medisch beroepsgeheim [Roermond 28 februari 2013] Een korte inleiding op het spanningsveld tussen het belang van waarheidsvinding en het medisch beroepsgeheim. Dave Mattheijs Officier van Justitie

Nadere informatie

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger

Nadere informatie

obductie informatie voor nabestaanden patiënteninformatie

obductie informatie voor nabestaanden patiënteninformatie patiënteninformatie obductie informatie voor nabestaanden U heeft deze folder gekregen omdat uw echtgenoot, familielid of dierbare is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie verricht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Obductie. Laboratorium voor pathologie. Wat is een obductie? Waarom obductie?

Obductie. Laboratorium voor pathologie. Wat is een obductie? Waarom obductie? Obductie Laboratorium voor pathologie U krijgt deze informatie, omdat iemand die u lief heeft overleden is. De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie verricht mag worden. Deze vraag roept vaak andere

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 204 d.d. 30 augustus 2011 (mr P.A. Offers, voorzitter, prof. mr M.L. Hendrikse en mr B.F. Keulen, leden, en mr S.N.W. Karreman, secretaris)

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag gegrond. Datum: 13 november 2017

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 15-12-2005 Datum publicatie 15-12-2005 Zaaknummer 02/801139-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave 1 GEZONDHEIDSSTRAFRECHT, DEFINITIE EN AFBAKENING 1 1.1 Definitie en afbakening 1 1.2 Indeling 1 2 ALGEMENEGEZONDHEIDSRECHTELIJKEREGELINGENEN STRAFRECHT 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Geneesmiddelen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970 Instantie Datum uitspraak 04-03-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 21-003585-10 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Uitspraak Hoge Raad. met betrekking tot camerabeelden in en bij een ziekenhuis

Uitspraak Hoge Raad. met betrekking tot camerabeelden in en bij een ziekenhuis Uitspraak Hoge Raad met betrekking tot camerabeelden in en bij een ziekenhuis Hoge Raad In het voorjaar van 2018 heeft de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in Nederland, zich bezig gehouden met de vraag

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg.

De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg. ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING (2004) PREOPERATIEVE ZORG De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg. Doel Het doel van het anesthesiologische

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2012 Nr. 170 BRIEF

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:205

ECLI:NL:GHDHA:2014:205 ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960 ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-07-2004 Datum publicatie 03-08-2004 Zaaknummer 21-005715-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag DPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mevrouw A. Broekers-Knol Postbus

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts reikte patiënt een drank aan met 400 mg fenobarbital. Na inname overleed patiënt niet en bleef hij wakker. Conform afspraak

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017

Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017 Onderwerp: Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017 Ons kenmerk: 16BWB00083 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 4.17 van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-02-2010 Datum publicatie 19-02-2010 Zaaknummer 16/604126-08 [P] Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Obductie. Patiënteninformatie. Informatie voor nabestaanden

Obductie. Patiënteninformatie. Informatie voor nabestaanden Obductie Informatie voor nabestaanden U krijgt dit patiënten- informatieblad omdat iemand bijvoorbeeld uw echtgenoot, familielid of dierbare is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 Rapport Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Maastricht geen uitvoering heeft gegeven aan de door het gerechtshof te 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Voorlichtingsfolder autopsie (obductie), gericht aan de nabestaanden

Voorlichtingsfolder autopsie (obductie), gericht aan de nabestaanden Voorlichtingsfolder autopsie (obductie), gericht aan de nabestaanden U heeft deze folder gekregen omdat uw echtgenoot, familielid of dierbare is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie

Nadere informatie

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten?

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak maart 2013 Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klaagster verwijt

Nadere informatie

Algemeen. Patiënteninformatie. Obductie. Slingeland Ziekenhuis

Algemeen. Patiënteninformatie. Obductie. Slingeland Ziekenhuis Algemeen Obductie i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen U heeft deze folder gekregen omdat één van uw naasten is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie verricht mag

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2005:AU2647

ECLI:NL:RBMAA:2005:AU2647 ECLI:NL:RBMAA:2005:AU2647 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 14-09-2005 Datum publicatie 14-09-2005 Zaaknummer 03-700145-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Allereerst betuigen wij u ons medeleven met het overlijden van iemand uit uw naaste omgeving. Wij wensen u sterkte in deze moeilijke tijd.

Allereerst betuigen wij u ons medeleven met het overlijden van iemand uit uw naaste omgeving. Wij wensen u sterkte in deze moeilijke tijd. OBDUCTIE Allereerst betuigen wij u ons medeleven met het overlijden van iemand uit uw naaste omgeving. Wij wensen u sterkte in deze moeilijke tijd. U ontvangt deze folder omdat iemand uit uw familie- of

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht

De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht Klaas Rozemond (universitair hoofddocent strafrecht Vrije Universiteit Amsterdam, rechter-plaatsvervanger in de Rechtbank Amsterdam) De feiten Uit het pleidooi

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 juli 2006 binnengekomen klacht van: A beiden wonende te B klagers gemachtigde C

Nadere informatie

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Informatie folder Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Pagina 2 van 16 Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Landelijke versie,

Nadere informatie

Handleiding voor dekens bij strafrechtelijke doorzoeking. Februari 2018

Handleiding voor dekens bij strafrechtelijke doorzoeking. Februari 2018 Handleiding voor dekens bij strafrechtelijke doorzoeking Februari 2018 Vastgesteld door de algemene raad op 5 februari 2018 Voorwoord algemeen deken De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Neemt u de tijd om deze informatie goed te lezen en spreekt u met de arts het tijdstip af waarop u uitsluitsel geeft over uw beslissing.

Neemt u de tijd om deze informatie goed te lezen en spreekt u met de arts het tijdstip af waarop u uitsluitsel geeft over uw beslissing. Pathologie Patiënteninformatie Autopsie (obductie) U ontvangt deze informatie, omdat uw echtgenoot, familielid of dierbare is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of een obductie (ook wel autopsie

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

Informatie over obductie voor nabestaanden

Informatie over obductie voor nabestaanden Obductie Informatie over obductie voor nabestaanden U heeft deze folder gekregen omdat iemand die u liefheeft, is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie verricht mag worden. Deze vraag

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie