Overvloedig en meer dan overvloedig



Vergelijkbare documenten
En waarom zegent Paulus onze God en Vader. De eerste reden is deze (Staten-Vertaling): Efeze 1

De rijkdom van het evangelie

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Wie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde en trouw?

Christus, de Eerstgeborene van de schepping

Memoriseer elke dag een tekst. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

De hemelse Vader is geduldig mild Hij zoekt Zichzelf niet. De hemelse Vader rekent het kwade niet toe

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265

Romeinen 3: Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch]

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

Zij die God liefhebben

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

het Woord was bij God en het Woord was God. Christus, Eerstgeborene van heel de schepping

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie

Levend Water. (= de Heilige Geest) Hij zou u levend water hebben gegeven

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

Liturgische teksten en gebeden

- 2 - Dat is dus de reden van het niet zondigen:

Uit God geboren. Wat een voorrecht om uit God geboren te zijn. We lezen hierover in Joh. 1:12

3 Ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. De boekenlegger in het Boek

De rijkdom van het evangelie

Die dingen, waar wij onze aandacht op mogen richten, worden beschreven in de verzen 1 t/m 11. Meer deel krijgen aan de natuur van Jezus

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26

Thomas a Kempis zijn mooiste citaten

- 1 - Werkelijk vrij. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

EEN PAAR BELANGRIJKE VRAGEN

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

Mag ik jou een vraag stellen?

LEVITICUS 23:40. etrog en lulav

verborgenheid is onder de heidenen, welke is Christus in u, de Hoop der heerlijkheid.

Hij heelt de gebrokenen van hart AANVAARD WIE JE BENT

MINISERIE BRIEF AAN DE ROMEINEN

Want: In Hem (Jezus) hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom van zijn genade.

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (1)

3 Aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees. De boekenlegger in het Boek

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Namen van God en van Christus in de eerste brief aan Timoteüs

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 5. Artikel 1 t/m 5. Werkboek 12

De rijkdom van het evangelie

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse

De Dordtse Leerregels

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

Waarom zou ik geloven?

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN OUDERLINGEN EN DIAKENEN. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 3 Genade, fundament om op te leven

BIJBELSE INTRODUCTIELES


De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

Spreek jouw rechtvaardigheid uit en ontvang het goede

Kingdom Faith Cursus Het geschenk van God

Leesrooster Bij het huisbezoekthema Jezus uitstralen, Dalfsen-Oost, seizoen 2015/16

De hemel geeft wie vangt die heeft. God is een royale en gevende God. En aan ons mensen geeft Hij de keus, om Zijn gaven aan te nemen of niet.

De rijkdom van het evangelie. Ik ervaar meer dood dan leven Gods Geest en het echte leven

In Christus Jezus onze Heer zijn alle beloften JA en AMEN

We zingen: Ps. 42 : 1; Ps. 23 : 3 We lezen: Mattheus 26 : We bespreken: zondag 28 H.C., vr. en antw. 76 en 77.

De geboden onderhouden, is trouw zijn aan God, maar het is evenzeer trouw zijn aan onszelf, aan onze ware natuur, en aan onze diepe aspiraties.

BIJBELSTUDIE Hoe versterk ik mijn relatie met God. Door het jongerenbestuur van de Moeder Godskerk

Opwekking 763 Ik heb U nodig

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Inleiding over het kernwoord zonde

Orde voor de voortzetting van het heilig Avondmaal

1. Priester: Licht en leven vinden we bij God, want Hij wil niet dat de mens

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

De kern van het christelijke geloof

kan geven aan zijn vleselijke begeerten. Bewaar uzelf in de liefde van God

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april :19

Wat weten wij nu? Dat God alle dingen, maar dan ook alle dingen, doet medewerken ten goede. De grote liefde van de Vader

assie voor het leven Noteer voor jezelf een aantal opmerkingen en kernwoorden Lees de tekst nog eens door en bespreek met elkaar als groep

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Financiële hulp aan armere gelovigen

De vrucht van de Geest is liefde Galaten 5:22

Maar met deze kleine gemeente Filadelfia is de Heer blij. Filadelfia

Waar is onze zekerheid op gebaseerd? Leven we voor het tijdelijke of het eeuwige?

Zondag 17 november 2013

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

Les 29. Behoudenis, zaligheid alleen in Jezus Christus.

Kingdom Faith Cursus HEILIG, HEILIG, HEILIG

Met alle inzet aan uw geloof de deugd toevoegen. 2 moge genade en vrede voor u vermeerderd worden door de kennis van God en van Jezus, onze Heere.

Hierin is de liefde: niet dat wij God liefgehad hebben maar dat Hij ons liefheeft en Zijn Zoon zond een verzoening voor onze zonden

Hoofdstuk 1. God de Heere heeft het christelijk geloof voorgeschreven om de zaligheid, die alleen in Christus is, ook werkelijk te ontvangen

HEILIGHEID IS MOGELIJK Hilversum, 12 februari 2017 [Expository Sermon No.33] Hebr. 7:19-8:1 ~ esp.v zo n hogepriester hadden wij

Wat is op deze vragen jullie antwoord? (antwoord)

De heilige Geest. De heilige Geest. Wie is Hij?

God dus we kunnen zeggen dat het Woord er altijd is geweest. Johannes 1:1/18

LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein

Er waren twee dingen waar Jezus vaak op wees in Zijn bediening geloof in God en de kracht van de Heilige Geest.

# 2. Zijn werk. # 1. Zijn vrouw. Vorm mij voortdurend tot de vrouw die mijn man nodig heeft. Zegen het werk van zijn handen. # 3.

Een klein vragenboekje voor kinderen

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (3)

- 1 - Christus. Maar ook een apostel en dat betekent: een gezondene van Jezus Christus. Goddelijke natuur 2 Petrus 1

DE VERKONDIGING VAN HET EVANGELIE

God is good... All the time

1. Wat is vervuld worden met de Geest? 2. Wat is het verschil tussen een christen die wel met de Geest vervuld is en een christen die niet met de

De Wijsheid van de Vader in jou

Formulier om ouderlingen en diakenen te bevestigen

Transcriptie:

Overvloedig en meer dan overvloedig door: M. Tapernoux (...) maar waar de zonde toenam, is de genade veel overvloediger geworden; opdat, zoals de zonde heeft geregeerd door de dood, zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onze Heer (Rom. 5:20-21). De uitdrukking overvloedig zijn en de sterkere vorm meer dan overvloedig worden dikwijls door Paulus gebruikt; bijvoorbeeld als hij herinnert aan de zondige toestand van de mens in Adam (Rom. 5:12-21), of als hij spreekt over de genade die hem is bewezen (1 Tim. 1:14), de liefde, de hoop, de troost, de geestelijke gaven, de dienst voor de Heer of over een wandel die welbehaaglijk is voor God. Petrus gebruikt een enkele keer het woord overvloedig zijn (2 Petr. 1:8). Deze uitdrukkingen wekken de gedachte op van een overvloeiende stroom, een machtige stroom die niet bedwongen kan worden. Soms toont Paulus aan, bij een vergelijking van twee tegengestelde stromen, dat de ene stroom die van de goddelijke genade het wint van de andere stroom, die van de zonde. De eerste is meer dan overvloedig en bedekt de tweede helemaal, zodat alleen de overwinnende stroom van de goddelijke genade zijn weg voortzet. 1. De overvloed van de genade Als Paulus het werk van de genade beschrijft ten opzichten van de zonde, stelt de Heilige Geest hem het beeld voor van een machtige en rijke stroom en dan vloeien de woorden overvloedig, meer dan overvloedig en overvloed uit zijn pen: Want als door de overtreding van de ene de velen gestorven zijn, veel meer is de genade van God en de gave in genade die door de ene mens Jezus Christus is, overvloedig geweest over de velen (...) Want als door de overtreding van de ene de dood heeft geregeerd door die ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen in het leven regeren door de Ene, Jezus Christus (Rom. 5:15,17). Als de misdaad van Adam, het hoofd van het menselijk geslacht, het oordeel van de dood over al zijn afstammelingen heeft gebracht, verlost de gave van de genade van God in Jezus Christus de gelovigen van alle oordeel en schenkt hun een onwankelbare plaats van gerechtigheid. Wat Adam ten vloek is geweest voor heel zijn nageslacht, dat is Christus overvloedig tot zegen geworden voor allen, die de gave van de genade door het geloof ontvangen. De genade heeft niet alleen over alle hinderpalen door de zonde van de mens veroorzaakt getriomfeerd, maar haar macht heeft méér dan overvloedig over de zonde en al haar gevolgen gezegevierd. Inderdaad, de gave van de genade heeft niet alleen tot gevolg dat de zondaar verlost wordt van schuld en straf, maar ze deelt hem ook het eeuwige leven mee. In plaats van dood en oordeel ontvangt de verloste het leven en de gerechtigheid door de Éne, Jezus Christus een positie die onvergelijkbaar heerlijker is dan die van Adam vóór de val. Zo overtreffen de gevolgen van de genade oneindig ver de gevolgen van de zonde. Daarom kan Paulus spreken over de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid. En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade, welke Hij ons overvloedig heeft bewezen in alle wijsheid en verstand (Ef. 1:7, 8). Maar in de brief aan de Romeinen spreekt hij over de rol van de wet als hij zegt: Maar de wet is daarbij gekomen, opdat de overtreding zou toenemen (Rom. 5:20). De zonde bestond al voordat de wet gegeven was, maar de wet heeft al de afschuwelijkheid ervan geopenbaard, want voortaan werd de zonde een overtreding, de openlijke ongehoorzaamheid aan de heilige geboden van God: (...) opdat de zonde uitermate zondig zou worden door het gebod (Rom. 7:13). (...) maar waar de zonde toenam, is de genade veel overvloediger geworden; opdat, zoals de zonde heeft geregeerd door de dood, zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onze Heer (Rom. 5:20-21). Daar waar de ongehoorzaamheid aan de wet van God noodzakelijkerwijs een onverbiddelijk oordeel moest brengen over de overtreders, daar is de genade meer dan overvloedig geweest. Genade schenkt vergeving, verlossing, rechtvaardiging, eeuwig leven. Zo antwoordt God op de zonde en het verderf van de mens. Niettemin heeft Hij de rechten van Zijn gerechtigheid gewaarborgd, anders zou de genade Overvloedig en meer dan overvloedig 1

alleen maar het toelaten van het kwaad zijn geweest. De genade heerst door gerechtigheid tot het eeuwige leven, nl. door het werk op het kruis, waar Christus het oordeel van God onderging en dat gedragen heeft in plaats van de schuldige zondaar. God kan dus het eeuwige leven geven aan hen die geloven. Maar in Romeinen 6 stelt Paulus de ernstige vraag: Wat zullen wij dan zeggen? Zouden wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? (Rom. 6:1). Zouden zij, over wie de goddelijke genade overvloedig is geweest, misbruik ervan kunnen maken en opzettelijk zondigen, om God te dwingen Zijn genade nog rijker te ontvouwen door middel van de vergeving die Hij hun zal schenken? Volstrekt niet! roept Paulus verontwaardigd uit, en daarmee zal iedere christen instemmen. Toch heeft de satan vanaf het begin van het christendom deze list gebruikt om mensen ertoe te bewegen zich in het verderf te storten, door hun elk besef van schuld te ontnemen. De Schrift spreekt over (...) goddelozen, die de genade van onze God veranderen in losbandigheid en onze enige Meester en Heer Jezus Christus verloochenen (Jud.:4). Omdat de gelovige aan de zonde gestorven is, kan hij niet langer in de zonde leven. Door zijn vereenzelviging met de dood van Christus, is hij voor altijd uit zijn oude toestand verlost en niet langer onder de slavernij van de zonde. Als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie het is alles nieuw geworden (2 Kor. 5:17). Hoe zou dit nieuwe leven uit God een behagen kunnen hebben in de zonde? Deze beide zaken zijn absoluut onverenigbaar. 2. Overvloedig zijn in de liefde De Filippenzen hadden Paulus herhaalde bewijzen gegeven van hun liefde voor hem. Omdat u mij in uw hart hebt, zegt hij (Fil. 1:7). De apostel van zijn kant dacht aan hen met een diepe genegenheid, met het hart van Christus Jezus (Fil. 1:8). Juist zijn gevoelens van liefde voor hen brachten hem ertoe aan God te vragen dat hun liefde nog meer en meer zou overvloeien in kennis en alle inzicht (Fil. 1:9). Er is dus geen grens aan het toenemen van de liefde van de heiligen voor Christus en voor elkaar. Maar Paulus wilde dat de liefde wijs zou handelen. Men kan iemand liefhebben en hem toch verdriet doen, doordat men niet weet wat hem aangenaam is. Maria van Bethanië is het voorbeeld van iemand, waarvan de liefde voor de Heer overvloedig was in kennis en alle inzicht. Want zij had de tijd genomen om aan Zijn voeten te zitten en stil naar Zijn woorden te luisteren. Met wat een groot onderscheidingsvermogen weet zij te handelen, of rustig te blijven. Handelen, als het passend is om de Heer te eren door Zijn lichaam te balsemen met het oog op Zijn begrafenis. Rustig blijven, wanneer andere vrouwen bewogen door oprechte liefde, maar niet met inzicht naar het graf gaan om Hem te balsemen, toen Hij al opgestaan was. In 1 Thessalonicenzen 3:12-13 zegt Paulus: Maar u moge de Heer doen toenemen en overvloedig zijn in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij tot u; opdat Hij uw harten versterkt om onberispelijk te zijn in heiligheid voor onze God en Vader bij de komst van onze Heer Jezus met al zijn heiligen. Amen (vgl. 1 Thess. 4:10). Hoewel Paulus getuigde van de arbeid der liefde van de gelovigen te Thessalonica, wenste hij dat de Heer hen zou doen toenemen en overvloedig in de liefde tot elkaar en tot allen zou doen zijn. De Heer Jezus zei tegen de discipelen in de laatste nacht voor Zijn sterven: Hieraan zullen allen weten dat u mijn discipelen bent, als u liefde onder elkaar hebt (Joh. 13:35). Johannes dringt op vele plaatsen in zijn eerste brief aan op het betonen van broederlijke liefde: Als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en zijn liefde is in ons volmaakt (1 Joh. 4:12, 16). Naarmate wij de positie verwerkelijken waarin God ons heeft geplaatst voor Zijn aangezicht in Jezus Christus, zullen wij deze liefde openbaren als vrucht van het goddelijke leven in ons. Dan zullen wij voor Hem onberispelijk bewaard worden in heiligheid. Dat is de wil van God voor Zijn geliefde kinderen op aarde. Zeker, het uiteindelijke doel onze vervolmaking met Christus zal pas worden bereikt bij de komst van de Heer. Maar de apostel wil niet dat de mate van onze liefde achterblijft bij de volmaaktheid van de positie die God ons heeft geschonken. Geve God ons het bewustzijn van deze heerlijke positie vóór Hem, opdat onze gedachten en gevoelens voordurend Zijn gedachten en gevoelens voor ons weerspiegelen. De wens van Paulus voor de Thessalonicenzen is zeker verhoord, want hij constateert met vreugde in zijn tweede brief dat hun geloof zich zeer vermeerdert en de liefde van ieder van u allen tot elkaar toeneemt (2 Thess. 1:3). Hoe is dat bij ons? Zijn wij bewogen ten opzichte van elkaar en tot allen, met zo n liefde dat de wereld er de weerspiegeling in ziet van de liefde waarmee God ons liefheeft? 3. Overvloedig in de hoop In Romeinen 15 spreekt Paulus een treffende wens uit voor de gelovigen te Rome: Moge nu de God van de hoop u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u overvloedig bent in de hoop, door de kracht van de Heilige Geest (Rom. 15:13). Wij kennen God allereerst als de God van de liefde, maar tevens als de God van de hoop. Hij heeft ons immers geroepen in één hoop van uw roeping (Ef. 4:4). Deze hoop is Christus Zelf. Het is Christus in ons, de hoop van de heerlijkheid (Kol. 1:27). Hij wordt voor onze aandacht gesteld: zowel in deze tijd als Degene die wij liefhebben, en tevens als de Geliefde die wij dagelijks verwachten om voor altijd in Overvloedig en meer dan overvloedig 2

Zijn heerlijkheid te worden ingevoerd. Als huidig voorwerp van onze beschouwing en van onze liefde is Hij de voorgestelde hoop, die wij hebben aangegrepen door het geloof en die het vaste en zekere anker is van onze ziel (Hebr. 6:18-19). Zij die zo verankerd zijn in Christus, kunnen door geen enkele macht van Hem worden gescheiden, want dit anker ligt binnen het voorhangsel. Zelfs de satan kan ons niet hiervan losrukken. Wat de toekomstige verwerkelijking van de hoop betreft, die is even zeker: Want nog een zeer korte tijd en Hij die komt, zal komen en niet uitblijven (Hebr. 10:37). Laat ons oog dus gericht zijn op het heerlijke einddoel dat wij spoedig zullen bereiken, zoals Rebekka aan het einde van de reis door de woestijn haar ogen ophief en Isaak zag (Gen. 24:64). Zij kwam aan bij de put Lachai-Roï, de plaats die spreekt van de Levende die Zich openbaart. En bij deze put zou zij met hem gaan wonen (Gen. 24:62; 25:11). 4. Overvloedig in het werk des Heren Paulus wekte de Korinthiërs op om standvastig, onbeweeglijk, altijd overvloedig in het werk van de Heer te zijn, daar u weet dat uw arbeid niet vergeefs is in de Heer (1 Kor. 15:58). Hoe bemoedigend is het te weten dat de Heer elke dienst die voor Hem wordt verricht, op prijs stelt. Onze arbeid, hoe onvolmaakt en onbetekenend ook, is niet vergeefs in Zijn oog. Laten we ervan overtuigd zijn dat niets van wat voor Christus gedaan is, vergeten zal worden in de dag van de beloning. Terwijl er niets overblijft van alles wat we voor onszelf hebben gedaan. Daarom moeten wij elkaar aanmoedigen om altijd overvloedig te zijn in het werk van de Heer. De Heer heeft een werk, dat Zijn eigen werk is en door genade stelt Hij ons in staat daarin mee te arbeiden. Hij zei in Zijn hogepriesterlijk gebed: Zoals U Mij in de wereld hebt gezonden, heb ook Ik hen in de wereld gezonden (Joh. 17:18). Vlak daarvoor had Hij tegen Zijn discipelen gezegd: Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld dat u zou heengaan en vrucht dragen en dat uw vrucht zou blijven (Joh. 15:16). Het werk van de Heer doen: dat is een instrument te zijn in Zijn hand en van Zijn wil, zodat Hijzelf denkt door onze geest, spreekt door onze mond, liefheeft met ons hart en handelt door onze leden. Sommigen zullen misschien gezanten van Christus zijn, terwijl God als het ware door ons maant. Wij bidden voor Christus: Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5:20). Anderen zullen trouwe en voorzichtige rentmeesters zijn, die nadat zij zich met het Woord gevoed hebben, geroepen kunnen worden om aan anderen mee te delen wat zij ontvangen hebben, om op de juiste tijd hun rantsoen te geven (Luk. 12:42). Naarmate ieder een genadegave heeft ontvangen, dient elkaar daarmee als goede rentmeesters van de veelvoudige genade van God (1 Petr. 4:10). Het werk van de Heer is oneindig gevarieerd en omvat iedere werkzaamheid die het Hem behaagt aan ons toe te vertrouwen. Want wij zijn zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, die God tevoren heeft bereid, opdat wij daarin zouden wandelen (Ef. 2:10). Daartoe zijn wij geschapen: voor die goede werken. God heeft ze tevoren bereid, ze zijn niet moeilijk te ontdekken, omdat ze om zo te zeggen voor onze voeten klaarliggen en wij er alleen maar in moeten wandelen. Alleen, een hart dat echt beschikbaar is voor Christus is nodig. Eenmaal zullen zij die de Meester trouw gediend hebben, met gejuich maaien (Ps. 126:6). En zij zullen ook juichen als zij Hem horen zeggen: Voortreffelijk, goede en trouwe slaaf, over weinig ben je trouw geweest, over veel zal ik je stellen; ga de vreugde van je Heer in (Matt. 25:21). Onder de goede werken de vrucht van de werking van Gods genade in het hart van de heiligen is er een waarvoor Paulus bij herhaling de woorden gebruikt: Overvloedig, overvloed, meer dan overvloedig. Dat is de dienst die uitgedrukt wordt door de vrijgevigheid voor de geliefde kinderen van God. Om de mildheid van de Korinthiërs op te wekken gaf Paulus hun het voorbeeld van de Macedoniërs, die hoewel ze arm waren, hun liefde voor de gemeente in Jeruzalem betuigden door een vrijgevigheid die Paulus bijna bovenmate noemt. Zij hadden boven vermogen gegeven: Maar wij maken u bekend, broeders, de genade van God die in de gemeenten van Macedonië gegeven is, dat onder veel beproeving van verdrukking de overvloed van hun blijdschap en hun diepe armoede overvloedig zijn geweest in de rijkdom van hun liefdadigheid (2 Kor. 8:1-2). Spreekt dat niet tot ons geweten? Laten we oppassen dat onze harten niet verkommeren onder invloed van de welvaart die we hebben. Ondanks hun armoede beschouwden de Macedoniërs het als een genade, dat ze op die wijze gemeenschap konden hebben met de heiligen te Jeruzalem. Zij hadden het gedaan met een overvloed aan blijdschap en deze blijdschap, gevoegd bij hun diepe armoede, was overvloedig geweest in de rijkdom van hun liefdadigheid. Zo n liefdedaad verheugt het hart van de Heer! Paulus vermaant de Korinthiërs dan ook hetzelfde te doen: zoals u in alles overvloedig bent: in geloof, woord, kennis, alle bereidwilligheid en in uw liefde tot ons, weest ook in deze genade overvloedig (...) Want het is niet opdat anderen verlichting hebben en u verdrukking, maar naar gelijkheid; in de tegenwoordige tijd dient uw overvloed voor hun gebrek, opdat ook hun overvloed dient voor uw gebrek, zodat er gelijkheid is (2 Kor. 8:7, 13-14). Hij moedigt ze aan door hen te laten zien, dat God die machtig was om alle genade ten opzichte van hen overvloedig te doen zijn ook de vruchten van hun gerechtigheid Overvloedig en meer dan overvloedig 3

zou vermeerderen (2 Kor. 9:8,10) 1. Aan de andere kant zou de vrijgevigheid van de Korinthiërs overvloedig zijn door vele dankzeggingen aan God vanwege de uitnemende genade van God over hen (2 Kor. 9:12, 14). Deze teksten tonen de waarde die God hecht aan zo n liefdedienst. Het is een van de kostelijkste vruchten van het leven van Christus in de gelovigen. Mochten wij met deze vrucht van de gerechtigheid vervuld zijn, die door Jezus Christus is, tot heerlijkheid en lof van God (Fil. 1:11). 5. De overvloed aan gaven van de Geest 1 Korinthiërs 14 laat ons zien hoe de geestelijke gaven in de Gemeente moeten worden uitgeoefend. Bij de Korinthiërs ontbrak het aan geen enkele gave, maar velen van hen oefenden ze uit om zichzelf te strelen, niet om de hoorders op te bouwen. Daarom moet Paulus hen eraan herinneren dat een gave alleen waarde heeft voor zover degene die ze uitoefent, dit doet uit liefde voor de heiligen en voor hun welzijn. Zijn conclusie is: Zo ook u, omdat u streeft naar geestelijke gaven, tracht overvloedig te zijn tot opbouwing van de gemeente (1 Kor. 14:12). Hoe is het bij ons? Verlangen wij ook vurig naar de geestelijke gaven en proberen wij ze te ontvangen in overvloed? Als we zo n wens koesteren, twijfelen we niet eraan dat de Heer die zal verhoren en ons genade zal geven boven bidden en denken. Maar de woorden die Paulus gebruikt, maken al duidelijk dat dit ook streven naar geestelijke kracht vereist. Er is echte godsvrucht nodig, ijver in de studie van het Woord van God, afzondering van het kwaad in elke vorm, zowel in het hart als in de wandel en een oprechte gehechtheid aan de Heer. 6. Overvloedig lijden en overvloedige vertroosting Paulus kwam in zijn dienst talrijke en pijnlijke beproevingen tegen. Soms waren die zo hevig dat hij uitermate bezwaard was en zelfs aan het leven wanhoopte (2 Kor. 1:8). In 2 Korinthiërs 11:23-33 beschrijft hij al de tegenspoed die hem was overkomen. Weinig dienstknechten van Christus hebben zoveel geleden. Toch dankte hij, omdat God van al die beproevingen gebruik maakte om hem in staat te stellen anderen te vertroosten met de troost waarmee hijzelf vertroost was. 1 Zo schrijft Paulus ook aan de Filippenzen, die hem een gift gezonden hadden door Epafroditus: Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die rijkelijk op uw rekening komt (Fil. 4:17). Hij voegde eraan toe: Want zoals het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo is door Christus ook onze vertroosting overvloedig (2 Kor. 1:5). Naarmate de beproevingen pijnlijker werden, werden de vertroostingen van de Heer groter, zodat Paulus alles te boven kon komen: Ik vermag alles door Hem die mij kracht geeft (Fil. 4:13). Ik ben vervuld met troost, ik vloei over van blijdschap bij al onze verdrukking (2 Kor. 7:4). Door deze rijke ervaringen kon hij aan hen die ook te lijden hadden, de genade meedelen waarmee hijzelf overladen was in de beproevingen. Namelijk: kracht, standvastigheid, geduld, vertrouwen op God, vreugde en vrede. Deze vertroostingen waren zo overvloedig, dat hij een voorraad ervan had voor anderen. Wat een voorrecht onze medegelovigen die beproefd worden méér dan medelijden te kunnen geven hoe oprecht ook gemeend en hun Gods vertroostingen te kunnen voorstellen, waarvan wij zelf de zoetheid en de realiteit hebben ondervonden in onze eigen omstandigheden. Dat wij zo eensgezind de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader der ontfermingen en de God van alle vertroosting mogen danken, die ons vertroost in al onze verdrukking (2 Kor. 1:3-4). In 2 Korinthiërs 4:7 vergelijkt Paulus zichzelf met een eenvoudig aarden vat, een broos omhulsel, waarin God een schat van licht en leven heeft gelegd, opdat de uitnemendheid van de kracht die Paulus openbaarde, niet voortkwam uit het zwakke vat dat de schat bevatte, maar heel duidelijk van God afkomstig was. En God zorgde ervoor dat dit aarden vat zich bewust bleef van zijn eigen zwakheid, door de apostel te onderwerpen aan verdrukking, tegenslag en vervolging. God leverde hem aan de dood over (2 Kor. 4:11). Van zijn kant kon Paulus zeggen dat hij iedere dag stierf (1 Kor. 15:31). Hij droeg altijd het sterven van Jezus in het lichaam om, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt (2 Kor. 4:10). Hij praktiseerde in zijn wandel de dood van alles wat hem vroeger kenmerkte als kind van Adam. Zo kon het nieuwe leven de schat in het aarden vat zich openbaren in de kracht van de Heilige Geest. Maar hij onderging al het lijden ter wille van zijn geliefde Korinthiërs in de geest van de liefde, die Christus dreef om Zich voor ons over te geven. Daarom voegde hij eraan toe: Want alles is ter wille van u, opdat de genade, toegenomen door de velen, de dankzegging overvloedig doet zijn tot de heerlijkheid van God (nl. van hen waarvan de genade overvloedig was geworden door de dienst van Paulus). Wat een voorbeeld voor ons allemaal! Vloeit de genade van God via ons ten dienste van de heiligen, zodat zij reden hebben tot overvloedige dankzegging tot eer van God? Laten wij het onderwijs ter harte nemen, waaraan Hij ons herinnert door Zijn Woord, opdat wij weten hoe wij moeten wandelen en God behagen en wij daarin meer en meer overvloedig worden. Overvloedig en meer dan overvloedig 4

Oorsprong: Le Messager Evangélique 1965-176 Titel: Abonder et surabonder Oude Sporen 2007 Overvloedig en meer dan overvloedig 1