2007-2008 AANGENOMEN TEKSTEN. van de vergadering van. dinsdag. 15 januari 2008 P6_TA-PROV(2008)01-15 VOORLOPIGE UITGAVE PE 400.782



Vergelijkbare documenten
***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0063/

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15853/2/2002 C5-0137/2003) 1,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. inzake luchthavengelden. (door de Commissie ingediend)

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

O TWERP-MOTIVERI G VA DE RAAD Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake luchthavengelden

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 234) 1,

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave. Btw-verplichtingen voor de verlening van diensten en de verkoop van goederen op afstand *

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0406(CNS)

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt * ONTWERPVERSLAG. Commissie juridische zaken en interne markt

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0061/

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie economische en monetaire zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0079(CNS)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0124/

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

AANGENOMEN TEKSTEN DEEL III. van de vergadering van. donderdag 23 april 2009 P6_TA-PROV(2009)04-23 VOORLOPIGE UITGAVE PE

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

AANGENOMEN TEKSTEN. Administratieve samenwerking en bestrijding van fraude op het gebied van belasting over de toegevoegde waarde *

Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/13

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

P6_TA(2007)0269 Verbetering van de meeneembaarheid van aanvullende pensioenrechten ***I

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

(COM(2001) 259 C5-0359/ /0114(CNS))

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0232(COD) van de Commissie juridische zaken

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2018/0252(NLE)

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

8620/01 AL/td DG H I NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217),

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0283/

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 juli 2001 (19.07) (OR. en) 10497/01 Interinstitutioneel dossier: 2000/0249 (COD) LIMITE CODEC 683 SURE 43

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 JUR 10 FIN 10 EUROJUST 1

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0082/

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

1997R0258 NL

Transcriptie:

2007-2008 AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van dinsdag 15 januari 2008 P6_TA-PROV(2008)01-15 VOORLOPIGE UITGAVE PE 400.782

INHOUDSOPGAVE AANGENOMEN TEKSTEN P6_TA-PROV(2008)0001 Opzetten van Europese partnerschappen in het kader van het stabilisatie- en associatieproces * (A6-0517/2007 - Rapporteur: Jacek Saryusz-Wolski) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 533/2004 inzake het opzetten van Europese partnerschappen in het kader van het stabilisatie- en associatieproces (COM(2007)0662 C6-0471/2007 2007/0239(CNS))... 1 P6_TA-PROV(2008)0002 Wijziging van Richtlijn 95/50/EG op het gebied van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden ***I (A6-0506/2007 - Rapporteur: Bogusław Liberadzki) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 95/50/EG op het gebied van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (COM(2007)0509 C6-0278/2007 2007/0184(COD))... 2 P6_TA-PROV(2008)0003 Opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden ***I (A6-0513/2007 - Rapporteur: Paolo Costa) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden en Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne - Vervoeraspecten (COM(2007)0090 C6-0086/2007 2007/0037A(COD))... 3 P6_TA-PROV(2008)0004 Luchthavengelden ***I (A6-0497/2007 - Rapporteur: Ulrich Stockmann) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake luchthavengelden (COM(2006)0820 C6-0056/2007 2007/0013(COD))... 7 P6_TA-PROV(2008)0005 In- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen ***I (A6-0406/2007 - Rapporteur: Johannes Blokland) PE 400.782\ I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (COM(2006)0745 C6-0439/2006 2006/0246(COD))...24 P6_TA-PROV(2008)0006 Toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen ***I (A6-0515/2007 - Rapporteur: Csaba Őry) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (COM(2007)0159 C6-0104/2007 2007/0054(COD))...71 P6_TA-PROV(2008)0007 CARS 21: een concurrerend regelgevingskader voor de automobielindustrie (A6-0494/2007 - Rapporteur: Jorgo Chatzimarkakis) Resolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over CARS 21: een concurrerend regelgevingskader voor de automobielindustrie (2007/2120(INI))...83 P6_TA-PROV(2008)0008 Fiscale behandeling van verliezen in grensoverschrijdende situaties (A6-0481/2007 - Rapporteur: Piia-Noora Kauppi) Resolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over de fiscale behandeling van verliezen in grensoverschrijdende situaties (2007/2144(INI))...96 P6_TA-PROV(2008)0009 Communautaire strategie 2007-2012 voor gezondheid en veiligheid op het werk (A6-0518/2007 - Rapporteur: Glenis Willmott) Resolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over de communautaire strategie 2007-2012 voor gezondheid en veiligheid op het werk (2007/2146(INI))...102 II /PE 400.782

P6_TA-PROV(2008)0001 Opzetten van Europese partnerschappen in het kader van het stabilisatie- en associatieproces * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 533/2004 inzake het opzetten van Europese partnerschappen in het kader van het stabilisatie- en associatieproces (COM(2007)0662 C6-0471/2007 2007/0239(CNS)) (Raadplegingsprocedure) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0662), gelet op artikel 181a, lid 2, eerste zin, van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0471/2007), gelet op artikel 51 en artikel 43, lid 1 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A6-0517/2007), 1. hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie; 2. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen; 3. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie; 4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. PE 400.782\ 1

P6_TA-PROV(2008)0002 Wijziging van Richtlijn 95/50/EG op het gebied van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 95/50/EG op het gebied van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (COM(2007)0509 C6-0278/2007 2007/0184(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0509), gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 71 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0278/2007), gelet op artikel 51 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0506/2007), 1. hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. 2 /PE 400.782

P6_TA-PROV(2008)0003 Opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden en Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne - Vervoeraspecten (COM(2007)0090 C6-0086/2007 2007/0037A(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0090), gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 75, lid 3, 95 en 152, lid 4, letter b) van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0086/2007), gelet op het besluit van de Conferentie van Voorzitters van 5 juli 2007 waarbij aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie vervoer en toerisme toestemming wordt verleend om elk een wetgevingsverslag op te stellen op basis van het Commissievoorstel COM(2007)0090, gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de voorgestelde rechtsgrondslag, gelet op de artikelen 51 en 35 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0513/2007), 1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. PE 400.782\ 3

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendementen van het Parlement Amendement 1 TITEL Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden en Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden Amendement 2 VISUM 1 Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 75, lid 3, artikel 95 en artikel 152, lid 4, onder b), Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 75, lid 3, Amendement 3 VISUM 5 Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag, Schrappen Amendement 4 OVERWEGING 3 (3) Artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004 verplicht alle exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorg te dragen voor de invoering, de uitvoering en de handhaving van een of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP). Schrappen 4 /PE 400.782

Amendement 5 OVERWEGING 4 De ervaring heeft uitgewezen dat in bepaalde levensmiddelenbedrijven de levensmiddelenhygiëne kan worden gewaarborgd door de desbetreffende voorschriften in Verordening (EG) nr. 852/2004 correct toe te passen zonder gebruik te maken van het HACCPsysteem. Dit geldt met name voor kleine bedrijven die hun producten in hoofdzaak rechtstreeks aan eindgebruikers verkopen, zoals bakkers, slagers, kruideniers, marktkramen, restaurants en cafés, en die micro-ondernemingen zijn in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen 1. 1 PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36. Schrappen Amendement 6 OVERWEGING 5 (5) Het is daarom passend deze bedrijven vrij te stellen van het voorschrift in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004, met dien verstande dat zij wel aan alle overige voorschriften van die verordening moeten voldoen. Schrappen Amendement 7 OVERWEGING 6 (6) Omdat de wijzigingen van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en nr. 11 beide bedoeld zijn om de administratieve lasten voor bedrijven te verminderen zonder het onderliggende doel van de verordeningen te wijzigen, is het passend deze wijzigingen in één verordening te combineren. Schrappen Amendement 8 ARTIKEL 2 Artikel 5, lid 3 (Verordening (EG) nr. 852/2004) PE 400.782\ 5

Artikel 2 Aan artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 852/2004 wordt de volgende zin toegevoegd: "Onverminderd de andere voorschriften van deze verordening, is lid 1 niet van toepassing op bedrijven die microondernemingen zijn in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 en waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan in het rechtstreeks aan eindgebruikers verkopen van levensmiddelen." Schrappen 6 /PE 400.782

P6_TA-PROV(2008)0004 Luchthavengelden ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake luchthavengelden (COM(2006)0820 C6-0056/2007 2007/0013(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0820), gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 80, lid 2 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0056/2007), gelet op artikel 51 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken en de Commissie regionale ontwikkeling (A6-0497/2007), 1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. PE 400.782\ 7

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendementen van het Parlement Amendement 1 Overweging 1 (1) De belangrijkste opdracht en commerciële activiteit van luchthavens is het afhandelen van luchtvaartuigen, van landen tot opstijgen, en van passagiers en goederen, teneinde luchtvervoerders in staat te stellen hun luchtvervoersdiensten aan te bieden. Met het oog op de afhandeling stellen luchthavens een aantal faciliteiten en diensten ter beschikking die verband houden met de exploitatie van luchtvaartuigen en de verwerking van passagiers en goederen; gewoonlijk dekken zij de kosten daarvan door het heffen van luchthavengelden. (1) De belangrijkste opdracht en commerciële activiteit van luchthavens is het afhandelen van luchtvaartuigen, van landen tot opstijgen, en van passagiers en goederen, teneinde luchtvervoerders in staat te stellen hun luchtvervoersdiensten aan te bieden. Met het oog op de afhandeling stellen luchthavens een aantal faciliteiten en diensten ter beschikking die verband houden met de exploitatie van luchtvaartuigen en de verwerking van passagiers en goederen; gewoonlijk dekken zij de kosten daarvan door het heffen van luchthavengelden. Faciliteiten en diensten waarvoor kosten in rekening worden gebracht, dienen op kostenefficiënte wijze te worden aangeboden. Amendement 2 Overweging 6 (6) In elke lidstaat moet een onafhankelijke regelgevende instantie worden opgericht om de onpartijdigheid van de beslissingen en de juiste en doeltreffende toepassing van deze richtlijn te garanderen. De instantie moet over de nodige middelen (personeel, deskundigheid en financiële middelen) beschikken om zijn taken te kunnen uitvoeren. (6) In elke lidstaat moet één onafhankelijke regelgevende instantie worden aangesteld of opgericht om de onpartijdigheid van de beslissingen en de juiste en doeltreffende toepassing van deze richtlijn te garanderen. De instantie moet over de nodige middelen (personeel, deskundigheid en financiële middelen) beschikken om zijn taken te kunnen uitvoeren en te kunnen garanderen dat luchthavens hun diensten en faciliteiten op kostenefficiënte verantwoorde wijze aanbieden. Amendement 3 Overweging 9 (9) Door de opkomst van luchtvaartmaatschappijen die luchtdiensten tegen lage kosten verlenen, moeten de luchthavens die door deze maatschappijen worden bediend de mogelijkheid krijgen luchthavengelden te heffen die (9) Gezien de opkomst van luchtvaartmaatschappijen die luchtdiensten tegen lage kosten verlenen, moeten de luchthavens die door deze maatschappijen worden bediend de mogelijkheid krijgen luchthavengelden te heffen die 8 /PE 400.782

overeenstemmen met de infrastructuur en/of het niveau van de verleende diensten, aangezien luchtvaartmaatschappijen er belang bij hebben diensten van een luchthaven te vragen die overeenstemmen met de prijs-kwaliteitsverhouding. De toegang tot een beperkt niveau van infrastructuur of dienstverlening moet echter op niet-discriminerende basis open staan voor alle maatschappijen die er gebruik van willen maken. Als de vraag het aanbod overtreft, moet het beheersorgaan van de luchthaven objectieve en nietdiscriminerende criteria opstellen om te bepalen wie toegang krijgt. overeenstemmen met de infrastructuur en/of het niveau van de verleende diensten, aangezien luchtvaartmaatschappijen er belang bij hebben diensten van een luchthaven te vragen die overeenstemmen met de prijs-kwaliteitsverhouding. De toegang tot een een dergelijk verschillend niveau van infrastructuur of dienstverlening moet echter op niet-discriminerende basis open staan voor alle maatschappijen die er gebruik van willen maken. Als de vraag het aanbod overtreft, moet het beheersorgaan van de luchthaven objectieve en nietdiscriminerende criteria opstellen om te bepalen wie toegang krijgt. Iedere differentiatie en/of verhoging van heffingen moet transparant en objectief zijn en op duidelijke criteria berusten. Differentiatie kan een stimulerend effect hebben op de opening van nieuwe routes en hierdoor de regionale ontwikkeling bevorderen in regio's die te lijden hebben onder geografische en natuurlijke handicaps, met inbegrip van de ultraperifere gebieden. Amendement 4 Overweging 10 (10) Aangezien niet in de hele Gemeenschap dezelfde methoden worden gebruikt voor het vaststellen en innen van de bedragen die betaald moeten worden voor het dekken van de beveiligingskosten, is er behoefte aan een harmonisering van de basis voor het in rekening brengen van beveiligingskosten in de communautaire luchthavens die deze kosten verrekenen in de luchthavengelden. In deze luchthavens moeten de luchthavengelden in verhouding staan tot de beveiligingskosten, rekening houdende met eventuele overheidsfinanciering van de beveiligingskosten. (10) Aangezien niet in de hele Gemeenschap dezelfde methoden worden gebruikt voor het vaststellen en innen van de bedragen die betaald moeten worden voor het dekken van de beveiligingskosten, is er behoefte aan een harmonisering van de basis voor het in rekening brengen van beveiligingskosten in de communautaire luchthavens die deze kosten verrekenen in de luchthavengelden. In deze luchthavens moeten de luchthavengelden in verhouding staan tot de werkelijke beveiligingskosten, waarin eventuele overheidsfinanciering en staatssteun ter dekking van de beveiligingskosten correct moeten worden verrekend, en moeten deze diensten tegen kostprijs worden verstrekt, zodat er geen winst wordt gemaakt. De inkomsten uit luchthavengelden die ter dekking van de beveiligingskosten worden ingevoerd, mogen uitsluitend voor de PE 400.782\ 9

Amendement 5 Overweging 11 tenuitvoerlegging van veiligheidsmaatregelen worden gebruikt. (11) In ruil voor de kosten die luchthavengebruikers betalen, hebben ze recht op een bepaald dienstverleningsniveau. Het niveau van de dienstverlening moet daarom worden vastgelegd in overeenkomsten tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de vereniging(en) van luchthavengebruikers in de desbetreffende luchthaven; dergelijke overeenkomsten moeten met regelmatige tussenpozen worden gesloten. (Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) Amendement 6 Artikel 1, lid 1 1. In deze richtlijn worden gemeenschappelijke beginselen vastgesteld voor het heffen van luchthavengelden in communautaire luchthavens. 1. In deze richtlijn worden gemeenschappelijke beginselen vastgesteld voor het heffen van luchthavengelden in communautaire luchthavens. Dit laat de keuzevrijheid van het beheersorgaan van de luchthaven onverlet om voor het "single till-systeem", het "dual till-systeem" of een combinatie daarvan te kiezen. Amendement 7 Artikel 1, lid 2, alinea 1 2. Deze richtlijn geldt voor alle luchthavens die gevestigd zijn op het grondgebied waarop het Verdrag van toepassing is, die open staan voor commercieel verkeer en die jaarlijks meer dan 1 miljoen passagiersbewegingen of meer dan 25.000 ton goederen laten optekenen. 2. Deze richtlijn geldt voor alle luchthavens die gevestigd zijn op het grondgebied waarop het Verdrag van toepassing is, die open staan voor commercieel verkeer en die jaarlijks meer dan 5 miljoen passagiersbewegingen laten optekenen of meer dan 15% van het jaarlijkse aantal passagiersbewegingen in de lidstaat waarin de luchthaven gevestigd is. Na een uitvoerig onderzoek van de nationale mededingingsautoriteit mogen de lidstaten deze richtlijn ook op andere luchthavens toepassen als dit nodig blijkt. Amendement 9 Artikel 1, lid 2, alinea 1 bis (nieuw) 10 /PE 400.782

Amendement 8 Artikel 1, lid 2, alinea 1 ter (nieuw) Amendement 10 Artikel 1, lid 2, alinea 2 Deze richtlijn geldt ook voor luchthavennetwerken en alle in een netwerk georganiseerde luchthavens in een gebied waar de bepalingen van het Verdrag van toepassing zijn. De lidstaten publiceren een lijst met de luchthavens op hun grondgebied waarop deze richtlijn van toepassing is. Deze lijst berust op gegevens van EUROSTAT en wordt jaarlijks bijgewerkt. Deze richtlijn is niet van toepassing op de heffingen die worden geïnd voor de vergoeding van en-route- en terminalluchtnavigatiediensten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1794/2006 van de Commissie tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten, noch op de heffingen die worden geïnd voor de vergoeding van grondafhandelingsdiensten, zoals vermeld in de bijlage bij Richtlijn 96/67/EG van de Raad betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap. Deze richtlijn is niet van toepassing op de heffingen die worden geïnd voor de vergoeding van en-route- en terminalluchtnavigatiediensten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1794/2006 van de Commissie tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten, noch op de heffingen die worden geïnd voor de vergoeding van grondafhandelingsdiensten, zoals vermeld in de bijlage bij Richtlijn 96/67/EG van de Raad betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap, noch op de heffingen die worden geïnd ter financiering van hulpverlening aan gehandicapte reizigers en reizigers met een beperkte mobiliteit, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen 1. 1 PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1. Amendement 11 Artikel 2, letter b) b) "beheersorgaan van de luchthaven": de instantie die, eventueel in combinatie met andere activiteiten, aan de nationale wet- of regelgeving de taak ontleent om de b) "beheersorgaan van de luchthaven": de instantie die, eventueel in combinatie met andere activiteiten, aan de nationale wet- of regelgeving de taak ontleent om de PE 400.782\ 11

luchthaveninfrastructuur te beheren en de activiteiten van de verschillende op de luchthavens aanwezige ondernemingen te coördineren en te controleren; infrastructuur van een luchthaven of een luchthavennetwerk te beheren en de activiteiten van de verschillende op de luchthavens of het luchthavennetwerk aanwezige ondernemingen te coördineren en te controleren; Amendement 12 Artikel 2, letter d) d) "luchthavengelden": een heffing die wordt geïnd ten gunste van het beheersorgaan van de luchthaven en die moet worden betaald door de luchthavengebruikers en/of luchtvaartpassagiers teneinde de kosten van de faciliteiten en diensten die exclusief door het beheersorgaan van de luchthaven worden aangeboden en die verband houden met landen, opstijgen, verlichting en parking van luchtvaartuigen en verwerking van passagiers en goederen geheel of gedeeltelijk te dekken; d) "luchthavengelden": een heffing die wordt geïnd ten gunste van het beheersorgaan van de luchthaven en die moet worden betaald door de luchthavengebruikers en/of luchtvaartpassagiers voor het gebruik van de faciliteiten en diensten die exclusief door het beheersorgaan van de luchthaven worden aangeboden en die verband houden met landen, opstijgen, verlichting en parkeren van luchtvaartuigen en verwerking van passagiers en goederen; Amendement 13 Artikel 2, letter e) e) "beveiligingsheffing": een heffing die specifiek tot doel heeft geheel of gedeeltelijk de kosten te dekken van de beveiligingsmaatregelen om de burgerluchtvaart tegen wederrechtelijke daden te beschermen. e) "beveiligingsheffing": een heffing die specifiek tot doel heeft geheel of gedeeltelijk de kosten te dekken van de minimumbeveiligingsmaatregelen om de burgerluchtvaart tegen wederrechtelijke daden te beschermen, zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart 1. 1 PB L 355 van 30.12.2002, blz. 1. Amendement 14 Artikel 2, punt e bis) (nieuw) e bis) "luchthavennetwerk": een aantal luchthavens in een lidstaat die worden geëxploiteerd door een luchthavenbeheerder die door de bevoegde nationale instantie is aangewezen. 12 /PE 400.782

Amendement 15 Artikel 3, alinea 1 bis (nieuw) Amendement 16 Artikel 3 bis (nieuw) Amendement 17 Artikel 4, lid 1 Deze bepaling staat de invoering van aanpassingen van de heffingen om objectieve, transparante redenen van algemeen belang niet in weg. Artikel 3 bis Luchthavennetwerk Teneinde te waarborgen dat toegang tot de luchthavens van een luchthavennetwerk wordt verleend tegen kosten die evenredig zijn met het aantal luchtvaartpassagiers, kunnen de lidstaten beheerders van luchthavennetwerken toestemming verlenen om een uniform en transparant systeem van luchthavengelden in te voeren voor alle luchthavens die deel uitmaken van het netwerk. De toestemming wordt alleen gegeven op voorwaarde dat de concurrentie tussen de luchthavens in verschillende lidstaten, bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van toerisme, niet wordt verstoord. Bij geschillen kan de klager beroep instellen bij de Commissie op grond van de toepasselijke mededingingsregels van de EG. 1. De lidstaten zien erop toe dat in elke luchthaven een verplichte en periodieke procedure wordt vastgesteld voor overleg tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de luchthavengebruikers of vertegenwoordigers van de luchthavengebruikers over de werking van het systeem van luchthavengelden en het niveau van die gelden. Dit overleg dient minstens eenmaal per jaar plaats te vinden. 1. De lidstaten zien erop toe dat in elke luchthaven waarvoor deze richtlijn geldt,een verplichte procedure wordt vastgesteld voor overleg tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de luchthavengebruikers of vertegenwoordigers van de luchthavengebruikers over de werking van het systeem van luchthavengelden en het niveau van die gelden, met inbegrip van het kwaliteitsniveau van de diensten die het beheersorgaan van de luchthaven voor de luchthavengelden dient te verlenen. De lidstaten zorgen ervoor dat PE 400.782\ 13

Amendement 18 Artikel 4, lid 2 dit overleg plaatsvindt voordat de beheersorganen van luchthavens of de luchthavengebruikers luchthavengelden invoeren of aanzienlijke wijzigingen aanbrengen in de structuur of de hoogte van de luchthavengelden. Wanneer er een meerjarige overeenkomst bestaat tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de luchthavengebruikers of vertegenwoordigers van de luchthavengebruikers, vindt het overleg plaats in overeenstemming met de bepalingen van die overeenkomst. 2. De lidstaten zien er, voor zover mogelijk, op toe dat wijzigingen van het systeem van luchthavengelden of van het niveau van die gelden plaatsvinden in overeenstemming tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de luchthavengebruikers. Het beheersorgaan van de luchthaven dient daartoe uiterlijk vier maanden vóór de luchthavengelden van kracht worden een voorstel in tot wijziging van het systeem van luchthavengelden of het niveau van de luchthavengelden, samen met de redenen voor de voorgestelde wijzigingen. Op verzoek van een luchthavengebruiker pleegt het beheersorgaan van de luchthaven met de luchthavengebruikers overleg over de voorgestelde wijzigingen en houdt het rekening met hun meningen alvorens een definitieve beslissing te nemen. Het beheersorgaan van de luchthaven publiceert zijn definitieve beslissing uiterlijk twee maanden vóór de luchthavengelden van kracht worden. Het beheersorgaan van de luchthaven motiveert zijn beslissing met betrekking tot de standpunten van de luchthavengebruikers ingeval geen overeenstemming over de voorgestelde wijzigingen wordt bereikt tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de luchthavengebruikers. 2. De lidstaten zien er, voor zover mogelijk, op toe dat wijzigingen van het systeem van luchthavengelden of van het niveau van die gelden plaatsvinden in overeenstemming tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de luchthavengebruikers. Het beheersorgaan van de luchthaven dient daartoe uiterlijk zes maanden vóór de luchthavengelden van kracht worden een voorstel in tot wijziging van het systeem van luchthavengelden of het niveau van de luchthavengelden, samen met de redenen voor de voorgestelde wijzigingen. Op verzoek van een luchthavengebruiker pleegt het beheersorgaan van de luchthaven met de luchthavengebruikers overleg over de voorgestelde wijzigingen en houdt het rekening met hun meningen alvorens een definitieve beslissing te nemen. Het beheersorgaan van de luchthaven publiceert zijn definitieve beslissing binnen een redelijke termijn vóór de luchthavengelden van kracht worden. Het beheersorgaan van de luchthaven motiveert zijn beslissing met betrekking tot de standpunten van de luchthavengebruikers ingeval geen overeenstemming over de voorgestelde wijzigingen wordt bereikt tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de luchthavengebruikers. Amendement 19 Artikel 4, lid 3 14 /PE 400.782

3. De lidstaten zien erop toe dat, wanneer onenigheid bestaat over een beslissing over de luchthavengelden, elke partij de tussenkomst kan vragen van een onafhankelijke regelgevende instantie die de motivering van de wijziging van het systeem van luchthavengelden of het niveau van de luchthavengelden onderzoekt. 3. De lidstaten zien erop toe dat, wanneer definitieve onenigheid bestaat over een beslissing over de luchthavengelden, het beheersorgaan van de luchthaven of de luchthavengebruikers, voorzover zij ten minste twee van elkaar onafhankelijke luchtvaartmaatschappijen vertegenwoordigen of ten minste 10% van de jaarlijkse vliegbewegingen respectievelijk van het jaarlijkse passagiersaanbod op de betrokken luchthaven voor hun rekening nemen, de tussenkomst kunnen vragen van een onafhankelijke regelgevende instantie die de motivering van de wijziging van het systeem van luchthavengelden of het niveau van de luchthavengelden onderzoekt. De onafhankelijke regelgevende instantie die krachtens artikel 10 is aangesteld of opgericht: a) stelt een procedure vast voor de oplossing van meningsverschillen tussen het beheersorgaan van de luchthaven en de luchthavengebruikers of hun vertegenwoordigers over wijzigingen van de hoogte of de structuur van de luchthavengelden, met inbegrip van wijzigingen in de kwaliteit van diensten; b) stelt de voorwaarden vast waaronder een meningsverschil aan haar kan worden voorgelegd voor oplossing; c) stelt de criteria vast waaraan meningsverschillen worden getoetst. Deze voorwaarden en criteria zijn nietdiscriminerend en transparant, en stroken met de principes van het mededingingsrecht van de EG en deze richtlijn. Het onderzoek naar een wijziging van het systeem van luchthavengelden of de hoogte van de luchthavengelden heeft geen opschortende werking. Amendement 20 Artikel 4, lid 3 bis (nieuw) 3 bis. De luchthavengebruiker legt prima facie bewijs over dat de luchthaven in kwestie maatregelen heeft genomen die in strijd zijn met het mededingingsrecht van PE 400.782\ 15

de Gemeenschap. Amendement 21 Artikel 4, lid 3 ter (nieuw) Amendement 22 Artikel 5, lid 1, letter b) 3 ter. Dit laat bestaande procedures voor oplossing van geschillen of statutaire beroepsprocedures onverlet. b) de methode voor het berekenen van de heffingen; b) de methodologie die wordt toegepast voor de vaststelling van de heffingen, waarbij aangegeven wordt of een single till-systeem, een dual till-systeem of een combinatie daarvan is gebruikt; Amendement 23 Artikel 5, lid 1, letter c) c) de algemene kostenstructuur van de luchthaven; c) de algemene kostenstructuur van de luchthaven in verband met de faciliteiten en diensten ter dekking waarvan de luchthavengelden bedoeld zijn, voorzover dit voor de berekening van de luchthavengelden relevant is en in de jaarverslagen moet worden uiteengezet; Amendement 24 Artikel 5, lid 1, letter d bis) (nieuw) Amendement 25 Artikel 5, lid 1, letter d ter) (nieuw) Amendement 26 Artikel 5, lid 1, letter f) d bis) de inkomsten van de luchthaven uit overheidssteun, subsidies en andere geldelijke steun, in relatie tot de inkomsten uit heffingen; d ter) de aan de luchthaven verleende staatssteun en regionale steun en de middelen afkomstig uit centrale financiering in verband met openbaredienstverplichtingen; f) de prognoses betreffende de situatie van f) de prognoses betreffende de situatie van 16 /PE 400.782

de luchthaven ten aanzien van de heffingen, de ontwikkelingen van het vervoer alsmede de geplande investeringen; de luchthaven ten aanzien van de toename van het verkeer en eventuele omvangrijke geplande investeringen; Amendement 27 Artikel 5, lid 1, letter h) h) de productiviteit van de investeringen in termen van hun effect op de capaciteit van de luchthaven en de kwaliteit van de verleende diensten. h) de voorspelde resultaten van eventuele omvangrijke geplande investeringen in termen van hun effect op de capaciteit van de luchthaven en de kwaliteit van de diensten. Amendement 28 Artikel 5, lid 2, inleidende formule 2. De lidstaten zien erop toe dat de luchthavengebruikers regelmatig aan het beheersorgaan van de luchthaven informatie verstrekken over met name: 2. De lidstaten zien erop toe dat de luchthavengebruikers vóór beoogde aanpassingen van de hoogte van de luchthavengelden of het systeem van luchthavengelden of vóór invoering van nieuwe heffingen aan het beheersorgaan van de luchthaven informatie verstrekken over met name: Amendement 29 Artikel 5, lid 3 3. De op basis van dit artikel verstrekte informatie wordt als vertrouwelijk beschouwd en ook als dusdanig behandeld. 3. De op basis van de leden 1 en 2 verstrekte informatie wordt als vertrouwelijk beschouwd en ook als dusdanig behandeld. Informatieverstrekking is onderworpen aan de nationale wetgeving inzake de vertrouwelijkheid van gegevens. Bij beursgenoteerde luchthavens moeten met name de beursvoorschriften in acht worden genomen. Amendement 30 Artikel 5, lid 3 bis (nieuw) Amendement 31 Artikel 6, lid 1 3 bis. De onafhankelijke regelgevende instantie heeft, binnen het kader van de geëigende voorschriften inzake vertrouwelijkheid, toegang tot alle gegevens die zij nodig heeft voor de uitvoering van haar werkzaamheden. PE 400.782\ 17

De lidstaten zien erop toe dat het beheersorgaan van de luchthaven overleg pleegt met de luchthavengebruikers alvorens de definitieve plannen voor nieuwe infrastructuurprojecten op te stellen. De lidstaten zien erop toe dat het beheersorgaan van de luchthaven overleg pleegt met de luchthavengebruikers alvorens de definitieve plannen voor nieuwe infrastructuurprojecten op te stellen. Maximaal vijf jaar voordat de investering operationeel wordt, mag het beheersorgaan van de luchthaven bij de vaststelling van de luchthavengelden zijn belangen via voorfinanciering behartigen. Amendement 32 Artikel 6, lid 1 bis (nieuw) Amendement 33 Artikel 7, lid 1 Het beheersorgaan van de luchthaven kan nieuwe infrastructuurprojecten voorfinancieren door middel van een passende verhoging van de luchthavengelden, op voorwaarde dat a) de luchthavengebruikers transparante informatie ontvangen over de omvang en de duur van de verhoging van de luchthavengelden; b) alle aanvullende inkomsten uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg van de geplande infrastructuur; c) alle officiële vergunningen zijn afgegeven. 1. Om de vlotte en efficiënte werking van een luchthaven te garanderen en om de luchthaven in staat te stellen zijn verplichtingen na te komen, zien de lidstaten erop toe dat het beheersorgaan van de luchthaven en de vereniging(en) van luchthavengebruikers onderhandelingen voeren met het oog op het sluiten van een "service level agreement" met betrekking tot de kwaliteit van de diensten die in de luchthaventerminal(s) worden verleend en de nauwkeurigheid en tijdigheid van informatie die door de luchthavengebruikers wordt verstrekt over hun geplande activiteiten, zoals vermeld in artikel 5, lid 2. Een dergelijke 1. Om de vlotte en efficiënte werking van een luchthaven te garanderen en om de luchthaven in staat te stellen zijn verplichtingen na te komen, zien de lidstaten erop toe dat het beheersorgaan van de luchthaven en de vereniging(en) van luchthavengebruikers onderhandelingen voeren met het oog op het maken van afspraken over de diverse dienstverleningsniveaus, overeenkomstig het in artikel 8 bepaalde over differentiatie van de luchthavengelden, met betrekking tot de kwaliteit van de diensten die in de luchthaventerminal(s) worden verleend en de nauwkeurigheid en tijdigheid van informatie die door de luchthavengebruikers wordt verstrekt over 18 /PE 400.782

overeenkomst wordt minstens om de twee jaar gesloten en wordt aangemeld bij de onafhankelijke regelgevende instantie van elke lidstaat. hun geplande activiteiten, zoals vermeld in artikel 5, lid 2. Een dergelijke overeenkomst wordt minstens om de twee jaar gesloten en wordt aangemeld bij de onafhankelijke regelgevende instantie van elke lidstaat. Amendement 34 Artikel 8, titel Differentiatie van de luchthavengelden Verschillen in luchthavengelden Amendement 35 Artikel 8, lid 1 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het beheersorgaan van de luchthaven in staat te stellen variatie aan te brengen in de kwaliteit en het toepassingsgebied van bepaalde luchthavendiensten, terminals of delen van terminals, teneinde op maat gemaakte diensten te verlenen of een specifieke terminal of een deel van een terminal ter beschikking te stellen. Op basis van de kwaliteit en het toepassingsgebied van dergelijke diensten kan variatie worden aangebracht in het niveau van de luchthavengelden. 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het beheersorgaan van de luchthaven in staat te stellen variatie aan te brengen in de kwaliteit en het toepassingsgebied van bepaalde luchthavendiensten, terminals of delen van terminals, teneinde op maat gemaakte diensten te verlenen of een specifieke terminal of een deel van een terminal ter beschikking te stellen. Op basis van de kwaliteit en het toepassingsgebied van dergelijke diensten kan variatie worden aangebracht in het niveau van de luchthavengelden, maar ook op basis van milieuprestatie, geluidsoverlast of andere openbare belangen op voorwaarde dat een en ander wordt vastgesteld aan de hand van relevante, objectieve en transparante criteria. De lidstaten zorgen er tevens voor dat de luchthavens dezelfde heffing voor dezelfde dienst innen. Het beheersorgaan van de luchthaven kan luchthavengebruikers kortingen op heffingen verlenen gebaseerd op de kwaliteit van een gebruikte dienst, mits de betreffende korting op openbaar gemaakte, transparante en objectieve voorwaarden voor alle luchthavengebruikers beschikbaar is. Het beheersorgaan van de luchthaven kan een korting verlenen aan gebruikers die nieuwe routes openen, mits de korting in overeenstemming met de mededingingswetgeving van de EG evenzo op openbare en niet-discriminerende wijze wordt verleend en op dezelfde wijze voor PE 400.782\ 19

Amendement 36 Artikel 8, lid 2 alle luchthavengebruikers verkrijgbaar is. 2. De lidstaten zien erop toe dat alle luchthavengebruikers die gebruik willen maken van de op maat gemaakte diensten of de specifieke (delen van) terminals toegang krijgen tot deze diensten en (delen van) terminals. Als meer gebruikers toegang wensen tot de op maat gemaakte diensten of de specifieke (delen van) terminals is het mogelijk dat, ingevolge capaciteitsbeperkingen, de toegang wordt toegekend op basis van relevante, objectieve, transparante en nietdiscriminerende criteria. 2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het beheersorgaan van de luchthaven in staat te stellen variatie aan te brengen in de kwaliteit en het toepassingsgebied van bepaalde luchthavendiensten, terminals of delen van terminals, ten einde op maat gemaakte diensten te verlenen of een specifieke terminal of een deel van een terminal ter beschikking te stellen. Op basis van de kwaliteit en het toepassingsgebied van dergelijke diensten kan variatie worden aangebracht in het niveau van de luchthavengelden. Amendement 37 Artikel 9, inleidende formule Beveiligingsheffingen worden uitsluitend gebruikt om beveiligingskosten te dekken. Deze kosten worden bepaald overeenkomstig de in elk van de lidstaten algemeen erkende beginselen inzake boekhouding en evaluatie. De lidstaten dienen er echter op toe te zien dat rekening wordt gehouden met: Beveiligingsheffingen worden uitsluitend gebruikt om beveiligingskosten te dekken en mogen deze kosten niet overschrijden. Met beveiligingsheffingen mag geen winst worden gemaakt. Deze kosten worden bepaald overeenkomstig de in elk van de lidstaten algemeen erkende beginselen inzake economische en operationele efficiency en inzake boekhouding en evaluatie. De lidstaten zorgen ervoor dat de kosten eerlijk over de verschillende gebruikersgroepen op elke luchthaven worden verdeeld. De lidstaten dienen er echter op toe te zien dat rekening wordt gehouden met: Amendement 38 Artikel 9, streepje 2 - de uitgaven voor beveiligingspersoneel en beveiligingsactiviteiten; - de uitgaven voor beveiligingspersoneel en beveiligingsactiviteiten, exclusief de kosten 20 /PE 400.782

Amendement 39 Artikel 9, streepje 3 van korte-termijnmaatregelen inzake verhoogde veiligheid; dergelijke maatregelen, die worden opgelegd in het kader van de nationale wetgeving met betrekking tot een speciale risicobeoordeling en tot extra uitgaven leiden, worden niet onderworpen aan de bepalingen van deze richtlijn. - de toelagen en subsidies die door de overheid worden verstrekt voor beveiligingsdoeleinden. - de toelagen en subsidies die door de overheid worden verstrekt voor beveiligingsdoeleinden, waarmee naar behoren rekening moeten worden gehouden. Amendement 40 Artikel 9, alinea 1 bis (nieuw) Amendement 41 Artikel 9 bis (nieuw) Amendement 42 Artikel 10, lid 1 De opbrengsten van veiligheidsheffingen op een bepaalde luchthaven mogen alleen worden gebruikt ter dekking van de uitgaven voor de veiligheid op diezelfde luchthaven. In geval van een luchthavennetwerk mogen de opbrengsten van veiligheidsheffingen alleen worden gebruikt ter dekking van veiligheidsuitgaven die ontstaan op luchthavens die tot het netwerk behoren. Artikel 9 bis De kosten in verband met de uitvoering van beveiligingsmaatregelen die strenger zijn dan de minimumbeveiligingsmaatregelen die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2320/2002, worden gedragen door de lidstaten. 1. Om te garanderen dat de maatregelen die worden genomen om aan deze richtlijn te voldoen correct worden toegepast en om de 1. Om te garanderen dat de maatregelen die worden genomen om aan deze richtlijn te voldoen correct worden toegepast en de in PE 400.782\ 21

in de artikelen 4 en 7 vermelde taken uit te voeren, stellen de lidstaten een onafhankelijk orgaan aan als nationale onafhankelijke regelgevende instantie of richten zij een dergelijk orgaan op. Dit orgaan kan hetzelfde zijn als de entiteit die door de lidstaten belast is met de in artikel 1, lid 2, vermelde aanvullende regelgevende maatregelen en dus ook met de goedkeuring van het heffingenstelsel en/of het niveau van de heffingen, voor zover het aan de voorwaarden van lid 2 voldoet. de artikelen 4 en 7 vermelde taken worden uitgevoerd, stellen de lidstaten een onafhankelijk orgaan aan als nationale onafhankelijke regelgevende instantie of richten zij een dergelijk orgaan op. Dit orgaan kan hetzelfde zijn als de entiteit die door de lidstaten belast is met de in artikel 1, lid 2, vermelde aanvullende regelgevende maatregelen en dus ook met de goedkeuring van het heffingenstelsel en/of het niveau van de heffingen, voor zover het aan de voorwaarden van lid 2 voldoet. Amendement 43 Artikel 10, lid 1 bis (nieuw) Amendement 44 Artikel 10, lid 4 1 bis. De onafhankelijke nationale regelgevende instantie kan onder haar toezicht de uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn of delen daarvan delegeren aan onafhankelijke regionale regelgevende instanties, mits de uitvoering overeenkomstig dezelfde normen geschiedt. De onafhankelijke nationale regelgevende instantie blijft verantwoordelijk voor het waarborgen van de correcte toepassing van de bepalingen van deze richtlijn. Het bepaalde in lid 2 geldt ook voor onafhankelijke regionale regelgevende instanties. 4. Als een beheersinstantie van een luchthaven of een luchthavengebruiker een klacht heeft met betrekking tot een kwestie die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt, kan die beheersinstantie of die luchthavengebruiker de klacht doorverwijzen naar de onafhankelijke regelgevende instantie die optreedt als bemiddelende instantie; zij neemt binnen de twee maanden na ontvangst van de klacht een beslissing. De onafhankelijke regelgevende instantie heeft het recht de nodige informatie van de partijen te vragen alvorens een beslissing te nemen. De beslissingen van de regelgevende instantie 4. Bij een onderzoek naar de rechtvaardiging voor het wijzigen van de structuur of de hoogte van de luchthavengelden, als bedoeld in artikel 4, kan de onafhankelijke regelgevende instantie de nodige informatie van de betrokken partijen vragen en moet deze instantie de betrokken partijen en eventuele andere betrokken partijen raadplegen om tot een beslissing te komen. Zij neemt zo spoedig mogelijk en binnen drie maanden na ontvangst van een klacht een beslissing, en maakt de beslissing en de motivering ervan openbaar. De beslissingen van de regelgevende instantie zijn bindend. 22 /PE 400.782

zijn bindend. Amendement 45 Artikel 11, lid 1 1. De Commissie legt uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, alle passende voorstellen. 1. De Commissie legt uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor over de toepassing van deze richtlijn, waarin geëvalueerd wordt in hoeverre de doelstellingen van deze richtlijn zijn bereikt, en, in voorkomend geval, alle passende voorstellen. PE 400.782\ 23

P6_TA-PROV(2008)0005 In- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (COM(2006)0745 C6-0439/2006 2006/0246(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0745), gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 175, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0439/2006), gelet op artikel 51 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0406/2007), 1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. 24 /PE 400.782

P6_TC1-COD(2006)0246 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 15 januari 2008 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 en artikel 175, lid 1, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 1, Na raadpleging van het Comité van de Regio's, Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 2, Overwegende hetgeen volgt: (1) Met Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen 3 is het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel, hierna "het verdrag" genoemd, uitgevoerd, dat op 24 februari 2004 in werking is getreden, en is Verordening (EEG) nr. 2455/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de in- en uitvoer van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen 4 vervangen. (2) In zijn arrest van 10 januari 2006 in zaak C-178/03 5 (Commissie tegen Parlement en Raad) heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Verordening (EG) nr. 304/2003 nietig verklaard, aangezien deze verordening uitsluitend op artikel 175, lid 1, van het Verdrag was gebaseerd, terwijl in het arrest wordt gesteld dat zowel artikel 133 als artikel 175, lid 1, de passende rechtsgrondslagen waren. Het Hof heeft echter tevens bepaald dat de gevolgen van de verordening worden gehandhaafd totdat binnen een redelijke termijn een nieuwe verordening is vastgesteld die op de passende rechtsgrondslagen is gebaseerd. Dit houdt tevens in dat aan verplichtingen waaraan uit hoofde van Verordening (EG) nr. 304/2003 is voldaan, niet opnieuw behoeft te worden voldaan. 1 2 3 4 5 PB C 175 van 27.7.2007, blz. 40. Standpunt van het Europees Parlement van 15 januari 2008. PB L 63 van 6.3.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1376/2007 van de Commissie (PB L 307 van 24.11.2007, blz. 14). PB L 251 van 29.8.1992, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 300/2002 van de Commissie (PB L 52 van 22.2.2002, blz. 1). PB C 48 van 25.2.2006, blz. 3. PE 400.782\ 25