Rapportageverplichtingen

EY Nederland AIFMD-serie Deel 2 - December 2014 Rapportageverplichtingen aan toezichthouders onder de AIFMD

Introductie De implementatie van de AIFMD richtlijn brengt nieuwe vereisten met zich mee voor (beheerders van) beleggingsinstellingen ( abi ) die voor het eerst onder de vergunningsplicht vallen. Ook voor beleggingsinstellingen die al langer vergunningplichtig waren onder Wft kunnen nieuwe eisen gaan gelden. Deze publicatie gaat in op de rapportageverplichtingen voor beheerders van beleggingsinstellingen ( abi-beheerders ) aan de Nederlandse toezichthouders, zijnde De Nederlandsche Bank ( DNB ) en de Autoriteit Financiële Markten ( AFM ). De verslaggevingsvereisten inzake de jaarrekening van beleggingsinstellingen zijn eveneens aangepast met de implementatie van de AIFMD richtlijn in Nederland. EY heeft hiervoor in oktober 2014 een aparte publicatie uitgebracht, namelijk deel 1 in deze AIFMD-reeks. Voor het beheren van een Nederlandse beleggingsinstelling of het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling in Nederland of voor het als Nederlandse beheerder verrichten van deze activiteiten, is een vergunning vereist op grond van artikel 2:65 Wft. Hierbij is het volledige AIFMD-regime van toepassing. Indien rechten van deelneming ook worden aangeboden aan niet-professionele (retail) beleggers dient een abi-beheerder ook te voldoen aan het retail-regime. Hierbij is sprake van aanvullende verplichtingen bovenop het volledige AIFMD-regime. Deze aanvullende verplichtingen zijn met name gericht op het verstrekken van extra informatie in het kader van transparantie naar (potentiële) retail-beleggers en niet zozeer ten aanzien van de rapportageverplichtingen aan de toezichthouders. Daarom zal op dit regime in deze publicatie niet nader worden ingegaan. Tevens is er het AIFMD-registratieregime op grond van artikel 2:66a Wft voor light beheerders indien een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling aan de voorwaarden voldoet van de de minimis-vrijstelling (artikel 3 lid 2 AIFMD richtlijn (2011/61/EU)). Een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling is op grond van het AIFMD-registratieregime niet vergunningplichtig. Echter, ook voor het AIFMD-registratieregime is er sprake van periodieke informatieverstrekking aan DNB en AFM, waar in hoofdstuk 1 nader op in wordt gegaan.

Indien er sprake is van grandfathering op basis van artikel VII van de Wijzigingswet Wft van 12 juni 2013 tot implementatie van artikel 61 lid 3 of lid 4 van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU) is voor een beheerder van een beleggingsinstelling de AIFMD richtlijn niet van toepassing. In deze situatie zijn de rapportageverplichtingen van de beheerder van een beleggingsinstelling beperkt. Een beheerder van een beleggingsinstelling verstrekt wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan DNB en AFM een jaarrekening en een jaarverslag van de door hem beheerde instellingen. Let op: voor beursgenoteerde closedend beleggingsinstellingen blijft de 4 maandstermijn gelden! Daarnaast dient de beheerder van een beleggingsinstelling bij grandfathering nog steeds te voldoen aan informatieverplichtingen betreffende controle of zeggenschap in uitgevende instellingen (artikel VII van de Wijzigingswet Wft van 12 juni 2013 tot implementatie van artikel 61 lid 4 van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU). Een (beheerder van een) icbe oftewel een instelling voor collectieve belegging in effecten of fonds voor collectieve belegging in effecten, in de vorm van een instelling als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Europese richtlijn instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (ook wel: UCITS richtlijn) is vergunningplichtig op grond van artikel 2:69b Wft. Een (beheerder van een) icbe valt onder de UCITS richtlijn, in tegenstelling tot de AIFMD richtlijn. De rapportageverplichtingen voor een (beheerder van een) icbe zijn tevens opgenomen in deze brochure. Type organisatie Richtlijn (beheerders van) beleggingsinstellingen AIFMD-richtlijn ICBE-richtlijn Regime Volledige AIFMD-regime Retail-regime AIFMD-registratieregime Grandfathering ICBE Wet Vergunning 2:65 Wft Vrijstelling 2:66a Wft Artikel 61 lid 3 of lid 4 van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU) Vergunning 2:69b Wft Beheerdersrapportage X Hoofdstuk 1: Overzicht rapportageverplichtingen Hoofdstuk 2: De beheerdersrapportage X Fondsenrapportage Hoofdstuk 1: Overzicht rapportageverplichtingen Hoofdstuk 3: De fondsenrapportage X X Voor een beleggingsonderneming met een vergunning op grond van artikel 2:96 Wft is de MiFID richtlijn van toepassing. Een beheerder van een beleggingsinstelling of icbe onder de AIFMD respectievelijk UCITS richtlijn kan niet tevens een vergunning hebben als beleggingsonderneming. Voor vergunninghoudende beleggingsondernemingen onder MiFID I, en straks onder MiFID II, zijn er specifieke bepalingen (o.a. de verordening kapitaalvereisten) die buiten de reikwijdte van deze brochure vallen. Het eerste hoofdstuk van de publicatie geeft een overzicht van de rapportageverplichtingen aan de toezichthouders. Het tweede hoofdstuk gaat hierbij in op de vereisten voor de beheerdersrapportage en het derde hoofdstuk op de vereisten voor de fondsenrapportage. Het vierde hoofdstuk zet onze mogelijke ondersteuning bij deze rapportages uiteen. Disclaimer In bijzondere situaties kan een interpretatie van de voorschriften nodig zijn, of is het vereist om meer informatie te geven dan het wettelijk vereiste minimum. Omdat in deze situaties bijzondere omstandigheden een rol zullen spelen, kan hierop in deze publicatie niet worden ingegaan. Hoewel bij het redigeren van deze publicatie de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, is de rapportage aan de toezichthouder de uitsluitende verantwoordelijkheid van de onder toezicht staande instelling. Daarnaast bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie na verloop van tijd verouderd of niet meer juist is. EY is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave. Rapportageverplichtingen aan toezichthouders onder de AIFMD 3

1Overzicht rapportageverplichtingen Welke rapportageverplichtingen zijn voor u van toepassing als beheerder van een beleggingsinstelling? 1 A De beheerdersrapportage Een vergunninghoudende beheerder van een beleggingsinstelling verstrekt aan DNB periodiek binnen de daartoe vastgestelde termijnen staten ( de beheerdersrapportage ) op grond van artikel 3:72 Wft. Een vrijgestelde beheerder van een beleggingsinstelling op grond van artikel 2:66a Wft heeft geen verplichting tot het verstrekken van een beheerdersrapportage. Echter, een vrijgestelde beheerder van een beleggingsinstelling heeft wel een verplichting tot het verstrekken van een zogenaamde 'fondsenrapportage' aan DNB (artikel 2:2, bijlage 6, Rsfo Wft). Voor een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in 2:65 Wft zijn de volgende staten van toepassing op basis van artikel 2:2, bijlage 6, Rsfo Wft. Een beheerder van een icbe met een zetel in Nederland rapporteert dezelfde staten aan DNB, met inbegrip van basisinformatie van de beleggingsinstellingen onder beheer. Staat (DNB-referentie) Omschrijving Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in 2:65 Wft Beheerders met zetel in Nederland van een icbe FINREPBSACT Geconsolideerde balans (activa) FINREPBSPAS Geconsolideerde balans (passiva) FINREPVW Geconsolideerde winst- en verliesrekening OFF-BS Verplichtingen buiten de balans EV Minimum vereist eigen vermogen SOLVAKPB Minimumomvang toetsingsvermogen SOLVVKE Vastekosteneis COREP Berekening toetsingsvermogen FUNDINFO Basisinformatie beleggingsinstellingen onder beheer X Verklaring Verklaring beheerder 1 Deze rapportages moeten aan De Nederlandsche Bank worden verstrekt. De Autoriteit Financiële Markten kan echter de beheerder verzoeken de informatie ook aan haar te verstrekken. Daarnaast hebben beide toezichthouders de bevoegdheid aanvullende rapportageverplichtingen op te leggen of de beheerder frequenter te laten rapporteren. 4 EY 2014 - Alle rechten voorbehouden

B De fondsenrapportage Een vergunninghoudende en een vrijgestelde beheerder van een beleggingsinstelling verstrekt aan DNB en AFM gegevens met betrekking tot de wijze waarop de beheerder beleggingsinstellingen beheert, de beleggingsinstellingen die hij beheert, de beleggingen van de beleggingsinstellingen en de markten waarop de beleggingsinstellingen actief zijn ( de fondsenrapportage ) op grond van artikel 3:74c Wft en 4:37n Wft. Staat (DNB-referentie) Omschrijving Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in 2:65 Wft Vrijgestelde beheerder van een beleggingsinstelling op grond van artikel 2:66a lid 3 Wft AIFM FILE 24(1) Te rapporteren abi-beheerderspecifieke informatie ADD AIFM INFO Gedetailleerde lijst van alle abi s die de abi-beheerder beheert AIF FILE 24(1) Te verstrekken abi-specifieke informatie AIF FILE 24(2) ADD INFO AIF FILE 24(4) * Aan de bevoegde autoriteiten te verstrekken abispecifieke informatie, alsmede: Resultaten van stresstests informatie als bedoeld in artikel 15, tweede lid, in samenhang met artikel 20, van de AIFM-richtlijn Abi-specifieke informatie die aan de bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt X X X * Indien van toepassing, bij aanzienlijke mate van hefboomfinanciering uit hoofde van artikel 24 lid 4 van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU). Per wanneer zijn de rapportageverplichtingen van toepassing voor uw organisatie? Een vergunninghoudende beheerder van een beleggingsinstelling heeft een rapportageplicht voor de beheerdersrapportage en de fondsenrapportage per de datum dat de vergunning is verleend door de AFM. Dit is in lijn met de ongewijzigde - beheerdersrapportage van een icbe beheerder (fondsenrapportage icbe is niet van toepassing). Een vrijgestelde beheerder van een beleggingsinstelling heeft een rapportageplicht voor de fondsenrapportage per de datum dat op grond van artikel 2:66a lid 3 Wft melding is gedaan bij de AFM dat voldaan wordt aan de vrijstelling van de vergunningvereiste van artikel 2:65 Wft. Voor een abi beheerder is de eerste rapportageverplichting in het rapportageplatform e-line DNB over de (financiële) gegevens per 31 december 2014 (DNB Q&A Rapportagevereisten AIFMD). De indieningstermijn is uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de verslagperiode op basis van artikel 2:2, bijlage 6, Rsfo Wft. Kortom, de uiterlijke datum voor het indienen van de eerste rapportageverplichting is vrijdag 30 januari 2015. Indien de abi een dakfonds is (een fonds van fondsen), dan mag de abi-beheerder de indieningstermijn van de fondsenrapportage met 15 dagen verlengen (Gedelegeerde verordening 2013/231 artikel 110 lid 1). Rapportageverplichtingen aan toezichthouders onder de AIFMD 5

Wat is de frequentie van de rapportageverplichtingen? De toepasselijke frequentie van de rapportageverplichtingen, zijnde per kwartaal, per halfjaar of per jaar, is afhankelijk van het type beheerder (artikel 2:2, bijlage 6, Rsfo Wft). Voor de beheerdersrapportage is de frequentie eenmaal per halfjaar. Daarnaast is voor de fondsenrapportage de volgende frequentie van toepassing: Type beheerder Vrijgestelde beheerder van een beleggingsinstelling obv artikel 2:66a lid 3 Wft Vrijwillige vergunning obv artikel 2:65 Wft, totaal beheerde activa < 500 mln (geen hefboomfinanciering), lock-up periode 5 jaar Vrijwillige vergunning obv artikel 2:65 Wft, totaal beheerde activa < 100 mln (met hefboomfinanciering) Vergunning obv artikel 2:65 Wft, totaal beheerde activa < 500 mln (met hefboomfinanciering) Vergunning obv artikel 2:65 Wft, totaal beheerde activa > 100 mln (drempel 2:66a Wft), < 1.000 mln Vergunning obv artikel 2:65 Wft, totaal beheerde activa > 500 mln (drempel 2:66a Wft), < 1.000 mln (alleen van toepassing op: AIF FILE 24(1)(2)(4)) Vergunning obv artikel 2:65 Wft, totaal beheerde activa > 1.000 mln Vergunning obv artikel 2:65 Wft, abi's zonder hefboomfinanciering met kernbeleggingsbeleid in nietbeursgenoteerde ondernemingen en uitgevende instellingen voor zeggenschap Frequentie per jaar per jaar per jaar per jaar per halfjaar per kwartaal per kwartaal per jaar Moeten de rapportageverplichtingen worden gecontroleerd door een accountant? In principe moet de beheerdersrapportage periodiek worden gecontroleerd en gewaarmerkt door een accountant op grond van artikel 3:72 lid 7 Wft. Echter, als een beheerder van een beleggingsinstelling of een icbe eenmaal per jaar een gecontroleerde en gewaarmerkte jaarrekening verstrekt aan DNB dan wordt aan de verplichting van artikel 3:72 lid 7 Wft voldaan en hoeft de beheerdersrapportage niet gecontroleerd te worden door een accountant (artikel 133 Bpr Wft). 6 EY 2014 - Alle rechten voorbehouden

Welke overige meldingsplichten zijn van toepassing? Naast de periodieke rapportageverplichtingen zoals de beheerdersrapportage en de fondsenrapportage zijn er ook overige meldingsplichten aan toezichthouders uit hoofde van de implementatie van de AIFMD. Hierbij moet tenminste aan de volgende meldingsplichten worden gedacht: 1. Naleven van solvabiliteitseisen Als een beheerder van een beleggingsinstelling of van een icbe voorziet of redelijkerwijs kan voorzien dat de solvabiliteit niet voldoet of niet zal voldoen aan de gestelde regels, dan brengt de beheerder DNB hiervan direct op de hoogte (artikel 3:57 lid 2 en lid 5 Wft). 2. Controle of zeggenschap in niet-beursgenoteerde uitgevende instellingen Indien een beleggingsinstelling de beschikking verkrijgt of verliest over stemmen in een niet-beursgenoteerde uitgevende instelling waardoor het percentage van de stemmen waarover de abi beschikt een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt van 10%, 20%, 30%, 50% en 75%, meldt de abi-beheerder dat zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen tien werkdagen aan de AFM (artikel 4:37s lid 1 en lid 2 Wft). De abi-beheerder van een beleggingsinstelling brengt de aandeelhouders, de AFM en de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen tien werkdagen op de hoogte als een door hem beheerde abi (of gezamenlijk: abi s) controle verkrijgt in een niet-beursgenoteerde uitgevende instelling (artikel 4:37t lid 1 Wft). Tevens verstrekt de abi-beheerder informatie aan de AFM en de deelnemers van de beleggingsinstelling over de wijze van financiering van de verkrijging van controle uit hoofde van artikel 4:37t lid 5 Wft. 3. Aanbieden van rechten van deelneming De beheerder van een beleggingsinstelling verstrekt tenminste 20 werkdagen voor de datum waarop hij voornemens is rechten van deelneming (een nieuwe abi) aan te bieden aan de AFM diverse informatie op basis van artikel 4:37c lid 6 Wft, zoals het fondsreglement (of de statuten) en een beschrijving van de beleggingsinstelling. De AFM deelt vervolgens binnen 20 werkdagen aan de beheerder mee of rechten van deelneming mogen worden aangeboden in Nederland (artikel 4:37c lid 7 en lid 8 Wft). 4. Overige meldingsplichten De reeds bestaande meldingsplichten zijn door implementatie van de AIFMD ongewijzigd. Dit betreft onder andere de meldingsplichten voor (wijzigingen in) geplaatst kapitaal, substantiële deelnemingen, shortposities en transacties van bestuurders, commissarissen en andere insiders met betrekking tot uitgevende instellingen en meldingsplichten inzake transacties die mogelijk in strijd zijn met het verbod op gebruik van voorwetenschap of marktmanipulatie. Bovenstaande meldingen aan de toezichthouders onder de AIFMD zijn niet limitatief. Bij twijfel of een melding vereist is raden wij aan om contact op te nemen met de betreffende toezichthouder. Dit raden wij ook aan bij onduidelijkheden over de overige rapportagevereisten onder de AIFMD. Rapportageverplichtingen aan toezichthouders onder de AIFMD 7

2De beheerdersrapportage Welke rapportagevereisten zijn opgenomen in de staten? Hieronder noemen wij de belangrijkste rapportagevereisten die zijn opgenomen in de beheerdersrapportage. DNB staat: FINREP BS ACT / FINREP BS PAS / FINREP VW Financiële overzichten De beheerder rapporteert een geconsolideerde balans en geconsolideerde winst- en verliesrekening. DNB staat: OFF-BS Verplichtingen buiten de balans Een overzicht van de toegekende en ontvangen leningsfaciliteiten, financiële garanties en overige verplichtingen. DNB staat: EV Minimum vereist eigen vermogen De minimum eigen vermogenseis is afhankelijk van het type beheerder (intern of extern) van een beleggingsinstelling op basis van artikel 48 Bpr Wft. Het minimumbedrag aan eigen vermogen bedraagt: 125.000 voor een externe beheerder van een beleggingsinstelling; 125.000 voor een beheerder van een icbe; 300.000 voor een interne beheerder van een beleggingsinstelling. DNB staat: SOLV KAPB Minimumomvang toetsingsvermogen De minimumomvang van het toetsingsvermogen van de beheerder wordt bepaald op basis van meerdere factoren, zoals het wettelijk minimum vermogen (zijnde bovenstaand minimum vereist eigen vermogen), het totaal beheerd vermogen, en de aanwezigheid van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor risico s. Hierbij zijn de volgende additionele kapitaalbeslagen van toepassing: Additioneel kapitaalbeslag beheerd vermogen Indien het totaal beheerd vermogen van een externe beheerder groter is dan EUR 250 miljoen, dan is een additioneel kapitaalbeslag vereist ter grootte van 0,02% van het bedrag boven het beheerd vermogen van EUR 250 miljoen. Het wettelijk vereist eigen vermogen en het additioneel kapitaalbeslag op het beheerd vermogen is hierbij maximaal EUR 10 miljoen (artikel 63 Bpr Wft, Richtlijn 2011/61/EU artikel 9 lid 3). Additioneel kapitaalbeslag aansprakelijkheidsrisico s Een beheerder van een beleggingsinstelling beschikt over een bijkomend eigen vermogen of een beroepsaansprakelijkheidsverzekering op basis van artikel 63b Bpr Wft ter dekking van mogelijke beroepsaansprakelijkheidsriciso s in overeenstemming met artikel 9 lid 7 en lid 9 van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU). Indien de beheerder van een beleggingsinstelling geen beroepsaansprakelijkheidsverzekering heeft, dan is een additioneel kapitaalbeslag vereist ter grootte van ten minste 0,01% van de waarde van de portefeuilles van de beheerde abi s ter dekking van de aansprakelijkheidsrisico s (Gedelegeerde verordening 2013/231 artikel 14 lid 2). NB: een additioneel kapitaalbeslag inzake aansprakelijkheidsrisico s is niet van toepassing op een icbe beheerder. 8 EY 2014 - Alle rechten voorbehouden

DNB staat: SOLV VKE Vastekosteneis In de bepaling van de minimumomvang van het toetsingsvermogen dient de externe beheerder tevens de vastekosteneis te berekenen. De minimumomvang van het toetsingsvermogen van een externe beheerder van een beleggingsinstelling of een beheerder van een icbe bedraagt in elk geval 25% van de vaste kosten in het afgelopen boekjaar op basis van artikel 63 lid 3 Bpr Wft. De berekeningsmethodiek dient te worden uitgevoerd conform artikel 97 van de Capital Requirements Regulation (CRR) op grond van DNB Open Boek Toezicht, Q&A. DNB staat: COREP Berekening Toetsingsvermogen Berekening van de minimum eigen vermogenseis. DNB staat: FUNDINFO Abi s onder beheer De beheerder van een icbe verstrekt een lijst van de beleggingsinstellingen onder beheer met inbegrip van specifieke informatie, zoals het soort beleggingen, type beleggingsinstelling en het beheerd vermogen (AuM). DNB staat: VERKLARING Verklaring beheerder In de verklaring bepaalt de beheerder of het minimum eigen vermogen en de minimum omvang van het toetsingsvermogen voldoen aan de beschikbaarheidseis zoals bedoeld in artikel 63b lid 2 Bpr Wft. Ten aanzien van deze beschikbaarheidseis stelt artikel 9 lid 8 van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU) dat het eigen vermogen, met inbegrip van het additioneel kapitaalbeslag aansprakelijkheidsrisico s, moet worden belegd in liquide middelen of in activa die op korte termijn direct in contant geld kunnen worden omgezet en mag geen speculatieve posities bevatten. De beheerder verstrekt tevens informatie over het aantal beleggingsinstellingen onder beheer, het totaal aantal deelnemers in de beleggingsinstellingen en het totaal beheerd vermogen, met een splitsing tussen het aanbieden van rechten van deelneming aan niet-professionele en professionele beleggers. Rapportageverplichtingen aan toezichthouders onder de AIFMD 9

3De fondsenrapportage Welke rapportagevereisten zijn opgenomen in de staten? Hieronder noemen wij de belangrijkste rapportagevereisten die zijn opgenomen in de fondsenrapportage. (NB: inzake icbe s gelden geen fondsenrapportage verplichtingen) DNB staat: AIFM FILE 24(1) / AIF FILE 24(1) Markten, instrumenten en diversificatie De abi-beheerder rapporteert over de voornaamste markten waarvan hij lid is of waarop hij actief handelt namens de abi s, de voornaamste instrumenten waarin hij handelt, en de beleggingsstrategieën van de abi s en de daarbij behorende geografische gebieden en sectoren. Tevens rapporteert de abi-beheerder over de diversificatie van de abi-portefeuille, zoals de voornaamste posities en belangrijkste concentraties van de abi s (Artikel 3 lid 3(d) en artikel 24(1) van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU), uitgewerkt in Gedelegeerde verordening 2013/231 artikel 110 lid 1). DNB staat: ADD AIFM INFO Abi s onder beheer Een gedetailleerde lijst van alle abi s die door de abi-beheerder worden beheerd, met inbegrip van abi-specifieke informatie, zoals het type abi, het beheerd vermogen (AuM), en de aanwezigheid van hefboomfinanciering (artikel 24 lid 3(b) van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU)). DNB staat: AIF FILE 24(2) Abi-specifieke informatie De abi-beheerder verstrekt voor elke EU-abi onder beheer en voor elke abi die in de Unie wordt verhandeld tenminste informatie over: 1. Het percentage van de abi beleggingen waarvoor bijzondere regelingen van toepassing zijn uit hoofde van illiquiditeit (Gedelegeerde verordening 2013/231 artikel 110 lid 2(a)). 2. Nieuwe regelingen voor het beheer van liquiditeit van de abi (Gedelegeerde verordening 2013/231 artikel 110 lid 2(b)). 3. Het huidige risicoprofiel van de abi en de risicobeheersystemen van de abi-beheerder voor het managen van het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en overige risico s waaronder het operationeel risico (Gedelegeerde verordening 2013/231 artikel 110 lid 2(c) en lid 2(d)). 4. De instrumenten en de daarbij behorende exposure (shortmarkt-waarde en longmarktwaarde), de omzet en het rendement tijdens de verslagperiode (Gedelegeerde verordening 2013/231 artikel 110 lid 2(e)). 5. Resultaten van periodieke stresstesten die onder normale en uitzonderlijke omstandigheden zijn uitgevoerd (Gedelegeerde verordening 2013/231 artikel 110 lid 2(f)). 10 EY 2014 - Alle rechten voorbehouden

DNB staat: AIF FILE 24(4) Hefboomfinanciering Een vergunninghoudende abi-beheerder die beleggingsinstellingen beheert met een aanzienlijke mate van hefboomfinanciering rapporteert hierover specifieke informatie uit hoofde van artikel 24 lid 4 van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU). Hierbij wordt bijvoorbeeld per abi de hefboomfinanciering berekend volgens de brutomethode en de methode op basis van gedane toezeggingen, wordt de exposure van de hefboomfinanciering per categorie uiteengezet, en worden de grootste bronnen van hefboomfinanciering in kaart gebracht. DNB staat: ADD INFO Additionele informatie Informatieverstrekking ten aanzien van risicobeheersystemen en de delegatie van taken van de abi-beheerder op grond van artikel 15(2) en artikel 20 van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU). Rapportageverplichtingen aan toezichthouders onder de AIFMD 11

Welke richtsnoeren heeft ESMA uitgebracht? 2 European Securities and Market Authority (ESMA) heeft in augustus 2014 richtsnoeren uitgebracht (ESMA/2014/869) ten aanzien van de rapportageverplichtingen uit hoofde van artikel 3, lid 3(d) en artikel 24, leden 1, 2 en 4, van de AIFMD richtlijn (2011/61/EU) en artikel 10 van de Gedelegeerde Verordening (EU/231/2013), welke van belang kunnen zijn voor uw organisatie. Belangrijke aandachtspunten uit dit rapport zijn, in aanvulling op het hiervoor genoemde: Rapportage toevoer-abi s Geen look-through Marktrisicoprofiel Toevoer-abi s (of: 'feeder-abi s') en master-abi s worden afzonderlijk gerapporteerd en mogen niet worden samengevoegd in één verslag. Bij de rapportage van toevoer-abi s mag door de abi-beheerder niet door de master-abi heen worden gekeken. Hetzelfde is van toepassing op dakfondsen, waar abi-beheerders niet naar de holdings van de onderliggende fondsen kijken. Voor paraplufondsen wordt abi-specifieke informatie gerapporteerd op het niveau van compartimenten of subfondsen. Wij verwachten dat het uitblijven van een look-through zal resulteren in een lagere administratieve last voor deze fondsen. Abi-beheerders rapporteren ten aanzien van marktrisico bepaalde risicomaatstaven, zijnde de DV 01 en CS 01 in gedefinieerde looptijd segmenten en Net Equity Delta. Deze risicomaatstaven geven de gevoeligheid aan van een portefeuille voor veranderingen in de rendementscurve, de credit spreads en de aandelenkoersen. Hierbij zijn in de staten van DNB tevens de Vega Exposure, VAR, de Net FX Delta en de Net Commodity Delta opgenomen. Deze risicomaatstaven, en andere rapportagevereisten zoals periodieke stresstesten, zijn voor sommige abi-beheerders nieuwe vereisten. Ons advies is om zo spoedig mogelijk te inventariseren welke vereisten de rapportageverplichtingen met zich meebrengen en te verifiëren of uw organisatie hier klaar voor is. Waarde van de omzet De waarde van de omzet is gelijk aan de som van de absolute waarden van de aan- en de verkopen tijdens de verslagperiode. Bijvoorbeeld een koop van een actief tijdens de verslagperiode van EUR 60.000 en een verkoop van een actief van EUR 40.000 resulteert in een omzet van EUR 100.000 in de rapportageverplichtingen. Voor een goede invulling van de rapportageverplichtingen raden wij aan om kennis te nemen van de ESMA richtsnoeren en om goed op de hoogte te zijn van de specifieke vereisten en informatievoorziening (zoals Q&A s en nadere uitwerkingen) op Europees en lokaal niveau door de wetgever en toezichthouders. 2 Deze ESMA richtsnoeren zijn vastgesteld uit hoofde van artikel 16 van de ESMA verordening (Verordening EU nr. 1095/2010 van 24 november 2010). Ingevolge artikel 16, lid 3 van de ESMA verordening moeten bevoegde autoriteiten zich tot het uiterste inspannen om de richtsnoeren na te leven (door deze op te nemen in hun toezichtspraktijken). 12 EY 2014 - Alle rechten voorbehouden

4 Kunnen wij helpen? Aangezien de beheerdersrapportage en de fondsenrapportage voor het eerst opgesteld en ingediend dienen te worden over de (financiële) gegevens per 31 december 2014, is het mogelijk dat u hierbij hulp wilt gebruiken. EY kan u hierbij ondersteunen in alle fasen van het proces: Stage I: Quick scan/gap analyse Stage II: Implementatie Stage III: Dry run Objectives Verrichten van GAP analyse Begrip van het proces voor de verslaggevingvereisten in detail en het opvolgen van definitie vraagstukken Verrichten van een dry run op de rapportageverplichtingen Phase Activities Sessies met betrokken medewerkers om het proces en de tot dusver verrichte werkzaamheden te inventariseren Identificeren van definitie vragen en issues uit hoofde van de data vereisten Bepalen van werkzaamheden en resourcing voor Stage II en Stage III op basis van GAP analyse Identificeren van de bronbestanden van de data vereisten Mapping van de bronbestanden naar de specifieke templates van de rapportagevereisten Gedetailleerde analyse van de vragen, interpretatie en business requirements Opvolgen van GAP analyse en geïdentificeerde issues met de betrokken medewerkers Invullen van rapportageverplichtingen Finaliseren van documentatie voor data vereisten en definitie bepalingen Evaluatie van het rapportageproces en de data kwaliteit Slotbespreking Inventariseren van business requirements GAP analyse Q&A op basis van GAP analyse Dry run op rapportageverplichtingen Deliverables Overzicht met definitie vragen en issues Overzicht business requirements Update interne beleidsdocumentatie op basis van definitie bepalingen Documentatie definitie bepalingen Dashboard met een evaluatie van het rapportageproces en de data kwaliteit, met aanbevelingen voor mogelijke verbeteringen Vanuit onze controle- en adviespraktijk gaan wij graag met u om tafel om de mogelijkheden te bespreken. Hierbij kunt u denken aan: Een vrijwillige controle van de (eerste) beheerdersrapportage en/of de fondsenrapportage Het uitvoeren van een GAP-analyse ten aanzien van de rapportageverplichtingen Advisering bij van de interpretatie van de AIFMD-richtlijn en de rapportageverplichtingen Ondersteuning bij het invullen of reviewen van de (financiële) staten en het inventariseren van de brongegevens voor de rapportageverplichtingen binnen uw organisatie Het ontwikkelen van een betrouwbare informatieverzorging ten aanzien van de rapportageverplichtingen Verwijzing Wet- en regelgeving Wft Wet op het financieel toezicht Bpr Besluit prudentiële regels Wft Rfso Wft Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 AIFMD richtlijn (2011/61/EU) AIFM Directive (Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011) Gedelegeerde verordening (2013/231) Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 ESMA richtsnoeren (2014/869NL) ESMA/2014/869NL Richtsnoeren voor rapportageverplichtingen uit hoofde van artikel 3, lid 3, onder d), en artikel 24, leden 1, 2, en 4, van de AIFMD Rapportageverplichtingen aan toezichthouders onder de AIFMD 13

Contacten Wilt u meer informatie over de wijze waarop wij u van dienst kunnen zijn? Neem dan contact op met onze specialisten: Jeroen Preijde Partner jeroen.preijde@nl.ey.com +31 88 407 1679 Siobhan Tipping Partner siobhan.tipping@nl.ey.com +31 88 407 2039 Remco Bleijs Executive Director remco.bleijs@nl.ey.com +31 88 407 3935 Bert Vissers Senior Manager bert.vissers@nl.ey.com +31 88 407 4683 Gertjan van Nimwegen Manager gertjan.van.nimwegen@nl.ey.com +31 88 407 1885 14 EY 2014 - Alle rechten voorbehouden

Rapportageverplichtingen aan toezichthouders onder de AIFMD 15

EY Assurance Tax Transactions Advisory Over EY EY is wereldwijd toonaangevend op de gebieden assurance, tax, transaction en advisory services. Met de inzichten en de hoogwaardige diensten die wij bieden, dragen wij bij aan het versterken van het vertrouwen in de kapitaalmarkten en economieën overal ter wereld. Wij brengen toonaangevende leiders voort, die door samen te werken onze beloften aan al onze stakeholders waarmaken. Daarmee spelen wij een cruciale rol bij het creëren van een beter functionerende wereld voor onze mensen, onze cliënten en de maatschappij. De aanduiding EY verwijst naar de wereldwijde organisatie en mogelijk naar een of meer lidfirma s van Ernst & Young Global Limited ( EYG ), die elk een afzonderlijke rechtspersoon zijn. EYG is een UK company limited by guarantee en verleent zelf geen diensten aan cliënten. Voor meer informatie over onze organisatie, kijk op www.ey.com/nl. 2014 Ernst & Young Accountants LLP. Alle rechten voorbehouden. www.ey.com/nl